Zaterdag 31 töei 1924 - De Nederlan'dsche Staatsinrichting. Vrijheid van Onderwijs. n. Do derde en laatste phase. Mil- lioenen minder. Inceaschakc- lingseommissie (1903). Van de baan. Bevredigingscominissie (1913). In beginsel aanvaard. Artikel 195. SIecht3 do mo gelijkheid. In het Staatsblad. Do zegepraal aan ons. Ons ideaal. Wat het kerkelijk wet boek voorschrijft. Wie do school heeft, bezit do toekomst. In 1848 had ons beginsel: de vrije school gezegevierd, in 1887 was het subsMierecht erkend. Onder het ministerie Mackay werd de v/et op het Lager Onderwijs herzien en :ook de bijzondere scholen konden al ■waren de voorwaarden zeer bezwarend subsidie ontvangen. De subsidie was coll ier uiterst gering en feitelijk bleef de bij zondere school een minderberechtigde. VaE 1889 af begon dan de derde en laatste phase in den strijd „om de volko men gelijkstelling van de bijzondere met do openbare scholen ten opzichte van de publieke kassen". Dank zij de voortdurende actie tot dat doel werden de toelagen geleidelijk ver meerderd, al bleef steeds een grievend on recht besiaan. In vergelijking immers met het openbaar onderwijs ontving de bij zondere school nillioenen minder. Onder liet groote reebtscho ministerie Kuvper werd de z.g. Ineensohakelingscommissie (1903) ingesteld, welke voorstellen zou be reiden om zoo noodig een betere ineenscha keling van de verschillende deelen van on derwijs te verkrijgen. In 1910 'bracht zij haar verslag uit. Het ministerie-Heems kerk begon met de voorbereidende werk zaamheden van een Grondwetsherziening, waarbij minstens de financieele en wet- telijko gelijkstelling van het bijzonder en openbaar onderwijs een feit zou geworden zijn. De mensch wikt, God beschikt. De uitslag der verkiezingen in 1913 dwong het ministerie Heemskerk af te treden en met haar ging de voorgenomen grondwets herziening van de baan. Het kabinet Gort van der Linden trad op. Dit benoemde op 31 December 1913 do zg. Bevredigings commissie, welke staatscommissie op dracht ontving wettelijke voorschriften te ontwerpen ten aanzien van de voorziening in de kosten van het openbaar en het bij zonder onderwijs. Zoo noodig zou zij een nieuwe redactie ontwerpen van het onder- wijs-artikel der Grondwet. De commissie bracht op 11 Maart 1916 haar rapport uit en op 15 April d.a.v. diende Minister Cort van der Linden een voorstel in om het on derwijsartikel der Grondwet te wijzigen. Op 28 November 1916 werd het gewij- zigdo artikel in de Tweede Kamer aange nomen met 80 tegen één sten, op 16 Mei. 1917 in de Eerste Kamer met algemeene stemmen. Do volkomen gelijkstelling van openhaar cn bijzonder onderwijs was 'in beginsel (Aanvaard. „Het onderwijs aldus luidde thans 'het artikel 195 is een voorwerp van de aanhoudende zórg der Regeering. Hot geven van onderwijs is vrij, behou dens bet toezicht der Overheid, en boven dien voor zoover het algemeen vormend zoowel lager als middelbaar onderwijs be treft, behoudens het onderzoek naar de be kwaamheid en de zedelijkheid van den on derwijzer, een en ander hij de wet te rege len. Eet openhaar onderwijs wordt, mei eer biediging van ieders godsdienstige begrip pen, bij de wet geregeld. In elke gemeente wordt van Overheids wege voldoend openbaar algemeen vor mend lager ondrwijs gegeven in een ge- FEUiLL&TOH HET STERVENDE LAND. 8) i En tien minuten had ze wel noodig ge- |ad om lot op den akker te komen, do bla deren op te rapen en bijeen te binden. Va der moest reeds thuis zijn. Zij naderde bet hek als plots zich een gefluit als van oen kievit deed hooren. Angst bad zij niet Lsn man sprong over d'o haag op het land Rousille smeet vcor de opening haar hun- del neder. Hij kwam niet dichterbij en zij begonnen met korte zinnetjes te spreken: N Och Rousillewat zijt gij zwaar bela den; 0, ik ben sterk genoeg. Hebt go* va- dir gezien? Neen, ik kom pas. Heeft hij iets over bi'J gezegd? ~7 bl'j heeft niets gezegd. Maar hij Wm n}~ zoo vreemd aangekekon! Jan, ge- mij, hij koestert argwaan. Gij moest pzen nacht niet huiten blijven, want hij Cki^ Vaa s'ro°PGn en bij zal u L"7 ^at ban hem dat schelen als ik L.1'3 OP jacht ga, als ik 's morgens war even goed op het werk hen als de feo 6w?1' Kuor 'sams Ei) den arbeid! iv„n <i'° vau de Seulière en ook do feó«»d'e4 VaU ^oyer8"Souris hebben mij ge- fciih'bt do kieviten in het moeras voor- rekken. Bij helderen maneschijn zal ik Iicbt 'jilbIazei1- En «tf. 8'i 1 morgen eenige kunnen braden, ik 'aJ1' ze* ze» S® moest dat niet doen smeek er u om. noegzaam aantaï scholen. Volgens bij do wet to stellen regels kan afwijking van de- zo bepalingen worden toegelaten, mits tot het ontvangen van zoodanig onderwijs ge legenheid wordt gegeven. Do eischen van deugdelijkheid, aan bet geheel of ten deele uit de openbare kas te bekostigen onderwijs te stellen, worden bij de wet geregeld, met inachtneming, voor zoover het bijzonder onderwijs betreft, van de vrijheid van richting. Dczo eischen worden voor het algemeen vormend lager onderwijs zoodanig gere geld, dat de deugdelijkheid van het geheel uit do openbare kas bekostigd bijzonder onderwijs en van het openbaar onderwijs oven afdoende wordt gewaarborgd. Bij die regeling wordt met name de vrijheid van 'iet bijzonder onderwijs, betreffende de keuze der leermiddelen en de aanstelling der onderwijzers geëerbiedigd. Hot bij zonder algemeen vormend lager onderwijs, dat aan de bij de wet te stellen voorwaarden voldoet,wordt naar denzelfden maatstaf als het openbaar onderwijs uit de openbare kas bekostigd. De wet stelt do voorwaarden vast, waarop voor het hij zonder algmeen vormend middelbaar en voorbereidend hooger onderwijs bijdragen uit de openbare kas worden verleend. Da Koning doet jaarlijks van den staat van het onderwijs aan de Sta ten-Generaal een verslag geven". Dit gewijzigde grondwetsartikel bracht echter slechts de mogelijkheid van do al- geheelo gelijkstelling. De wetten, waar door aan deze rechtsgelijkheid uitvoering zou worden gegeven, moesten nog cn wel binnen drie jaren na de afkondiging van de wetten, houdende veranderingen in de Grondwet, ingediend worden. In 1918 brachten ons de verkiezingen, Gode zij dank, een rechtsch ministerie en onder be kwame leiding van den eersten Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen dr. J. Th. de Visser, werd op 12 Juni 1919 met 87 tegen 3 stemmen in de Tweede Ka mer het wetsontwerp aangenomen, dat op gebied van lager onderwijs voor wat de salarieering der onderwijzers betreft, ge lijkstelling bracht. Na een prachtige, deskundige verdedi ging werd de nieuwe Lageronderwijswet waardoor de volkomen gelijkstelling werd gewaarborgd, door do beide Kamers aan genomen en den 9den October 1920 in het Staatsblad geplaatst. De wet trad op 1 Januari 1921 in wer king en werd sindsdien enkele malen ge wijzigd. Met trots mogen wij terugzien op den strijd om een onzer dierbaarste rechten. De zegepraal is aan ons, ons goed recht is erkend, al is ons ideaal: bijzonder on derwijs regel, openbaar bescheiden aanvul ling, niet in do wet belichaamd geworden. „Wiio maar eenigszins op de hoogte is ■•■an de politieke geschiedenis van Neder land in de laatste honderd jaren zoo schrijft P. Cassianus Hentzen O.F.M. in 'het Jaarboek van het onderwijs en de op voeding 1922 begrijpt volkomen, waar om de Aartsbisschop en de Bisschappen van ons vaderl&nd op plechtige wijze de afkondiging dezer wet in al'le kerken deden vieren. Die wet toch beteekende niets min der dan het einde van den honderdjarigen schoolstrijd, het einde van ontzaglijke of fers, de zege van de voorstanders der bij zondere school. Det wet beteekende het be gin van een nieuw bloeitijdperk der gods dienstige lagere school omdat zij, door do financieele gelijkstelling van het bijzonder met het openhaar lager onderwijs, ons christelijk volk bevrijdde van de vele gel- dclijko zorgen voor de eigen school, en het in staat stelde al zijn krachten te con- centreeren op de verheffing van het dier baar hijzonder onderwijs". Een der groote voorvechters, A. van "Wijnbergen, ontving kort daarna een hoo- ge welverdiende onderscheiding van Z.H. den Paus. De superioriteit van het hijzonder on derwijs: dat moet thans ons ideaal zijn en blijven. Niet weinig zal daartoe bijdragen de prachtige instelling van het R.-K. Cen traal Bureau voor Onderwijs en Opvoeding te 's-Gravenhage, hetwölk door de Bis schoppen van Nederland op 20 April 1920 opgericht, onder de energieke leiding van dr. Th. Verhoeven reeds een buitengewo nen naam beeft verworven. Tot do superioriteit hebben, ook alle katholieken zonder onderscheid mede te Be man in een blauw kort kieltje, droeg een geweer schuin over den rug. Hij was klein, ongeveer van dezelfde grootte als Rousille, zeer zenuwachtig, zeer zwart met een bleek gelaat en een zwart kneveltje. Do gelaatskleur alleen zei dat hij" niet uit Lo Marrais afkomstig was, waar de mist de huid zacht en bruin maakt, maar dat hij kwam uit een armzalig oord, waar do vet te pieringen schaarsck zijn. Nochtans kon men uit zijn heenderig wezen, uit de rech te lijn zij nor wenkbrauwen, uit de vurig heid van zijn oogen lezen, dat hij wils kracht, hardnekkigheid en taaiheid bezat. Geen oögeriblik hinderden hem de angst valligheden van Rousille. Een beetje uit liefde voor haar, maar meer uit drift voor de jacht en de nachtelijke strooptochten, kenmerk van de primitieve zielen als de zijne, Jiad hij vast besloten dezen nacht in Le Mcïfrais op strooptochten te gaan. En niets zou hem hiervan hebben doen afzien, zelfs niet als hij hierdoor Maria Rosa moest mishagen. Deze had nog het uiter lijke van een kind, net een processie-en geltje met een veelkleurig vaantje. Hare oogen echter waren die van een vrouw, fonkelende zwarte kijkers, evenals haar git-zwart haar. Zonder dat zij het wist, werd zij reeds lang bemind door dezen knecht van haar vader. Sedert een jaar had zij zich in 't geheim met hem ver loofd. Als zij 's Zondags netjes opgesmukt was, keken de gegoede boerenzoons met begcerigo blikken naar haar, die ze steeds ontweek. Zij vestigde geen aandacht op deze hoeren, fokkers van paars en ossen, wijl ze haar hart geschonken liad aan Jean Nesmy, den zwijger, den armen vreemdeling. Reeds gehoorzaamde zij hem werken. Terwijl hoofdzakelijk den onder wijzer de grootsche taak is weggelegd het onderwijs zelf tot die hoogte op te voeren, dat de bijzondere school steeds glansrijk een vergelijking met de openbare kan door staan, hebben de ouders tot plicht de Ker kelijke wetten over het onderwijs stipt te onderhouden. Het Kerkelijk "Welhoek schrijft in Ca non 1374 het volgende voor: Katholieke kinderen behooren geen niet-katholieke, on zijdige, gemengde, d.w.z. ook voor niet- kathoiicken toegankelijke scholen te bezoe ken. Alleen aan het hoofd van het Bisdom komt het toe overeenkomstig de voorschrif ten van den Apostolischen Stoel te beslis sen, onder welke omstandigheden en met inachtneming van welke voorzorgen, tegen het gevaar van bederf, het bezoek van der gelijke scholen kan worden geduld. En Canon 1372 2 luidt: En de ouders èn zij, die hun plaats innemen, hebben bet recht en den zc-er zwaren plicht om de christelijk© opvoeding der kinderen te ver zorgen. Ondubbelzinnig is derhalve bepaald, welke ten opzichte van onderwijs en op voeding onze verplichtingen zijn. Mogen wij allen in de woelige tijden, wélke wij beleven, tevens blijde gedenken, hetgeen vrij bij het. begin van ons vorig artikel zeiden: Wie de school heeft, bezit de toekomst. FR. CUNIBERTUS SLOOTS O.F.M. Weert. Buiten!. Weekoverzicht. Eenige jaren geleden las ik een Fransch boekje, dat een zeer fantastisch thema be handelde. Op een zekeren dag was een groote stalen doos op do aarde gevallen, die hij nader onderzoek Marsbewoners bleek te bevatten. Deze wezens waren de aardsche stervelingen veel vooruit in ken nis en wetenschap. Wel waren zij logger en trager hier op de aarde, wegens de grootere zwaartekracht, maar dat werd geheel opgeheven door de ingenieuze ma chines, welke de Marsbewoners wisten te fabriceeren. Een van him meest geduchte wapens was de z.g. „brandende straal", waardoor zij alles in brand staken of de den verschroeien en ineenschrompelen. Zou men niet gaan denken, dat er thans in werkelijkheid Marsbewoners zijn neerge daald, die als „raars"-kramers te koop loopen met brandende stralen? De „do-odolijke straal". Zoo als men weet, heeft de Engelschman Grin- dell Matthews een straal ontdekt, waarme de hij alle motoren kan dóen stopzetten en waarmede hij de vliegers en Zeppelins in een ommezientje naar heneden haalt. Wan neer hij zijn straal richt op een onnoozel muisje, dan knipt dat even met de oogen, valt op zij en is dood. En zoo kan hij alle mógelijke leven doen stilstaan en ophouden Grin,dell Matthews is Engelschman, dus heelt hij eerst geprobeerd om zijn uitvin ding. te verkoon en 'aan het Engelsche de partement van Oorlog. Deze autoriteiten hadden er weinig 'ponen naar en wilden eerst wel eens resultaten zien. De proef nemingen, welke Matthews toen heeft ge nomen in luin tegenwoordigheid hadden tot gevolg, dat hem 1000 pond sterling voor loop ig werd aangeboden, maar hij moest zijn uitvinding nog eens onderwerpen 'aan een meer langdurige proef, waarhij hij o.a. een motor zou moeten doen stilstaan, welkegeleverd was niet door hem zelf, maar dóór do regeering. De uitvinder ging daarop echter niet in. Hij stapte in een vliegmachine en vloog er mee naar Frank rijk, waar ze hem met open armen ont vingen. De Britsche pers is natuurlijk zeer ver ontwaardigd en schreeuwt, moord en brand, omdat Frankrijk nu in het bezit van die moordende en brandende straal - komt. Frankrijk en Engeland zijn harre goede vrienden, maar zulke stralen geven ze me* kaar liefst niet cadeau. Men moet deze uitvinding echter niet al te sensationeel opvatten. Vooreerst zijn de Engelsche deskundigen nogal sceptisch ge zind. Men schijnt daar al meer met dezen uitvinder te maken te hebben gehad en wensclit geien kat in een zak te koopen. Vooral de proef van Matthews, waardoor Aan huis spraken zij niet mat elkaar. Maar builen als het de broeders of nie mand anders zagen, wisselden zij eenige woordjes. Vooral voor den zieken Mathu- rin- had zij schrik, wijl deze steeds overal rondtoerde. Ook ditmaal mocht men hen niet ver rassen. Jean Nesmy, zonder iels met den schrik van Rousille iu te -zitten, vroeg dus snol: Hebt go iéts, meegebracht? Zonder nog verder aan te dringen, gaf ze toe. Ja, zei ze. Uit baar zak haalde ze een flesch wijn en een groot stuk brood. Glimlachend reik te ze hem zijn proviand over. Zio hier, Jean, hernam ze. Ik heb moeite gehad: Leonora beloert mij en Ma- thurin volgt mij overal. Haar stem klonk zoo innig teeder, als wildo zij zeggen: „Ik heb u lief". Wanneer komt ge terug? In den morgen, door den gestoten boomgaard. Do jonge kerel stopte snel de flesch wijn en bet stuk brood in 'n proviandzak, dien hij van 't leger meegebracht bad. Rousil- lo bad een geluid gehoord, dat uit de rich ting van de hofstede kwam. Zij luisterde nog eens. Wat zal ik antwoorden, zei ze plech tig, als vader straks naar *u zal vragen? Hoor, hij duwt de deur van de schuur open. Joan lachte mot open mond, die zijn ha gelwitte tanden liet zien en sprak: Goeden avond, Rousille'- Go zult zeg gen dat ik den nacht buiten doorbreng om bij een motorrijwiel met zijn straal stop zette, scheen al heel weinig indruk te ma ken. Dat kan iedere natuurkundige hean nadoen, verklaarde sir Richard Gregory op een vergadering van het Zuid-Oostelijk Verbond van het Engelsch Wetenschappe lijk Genootschap. Eh vervolgens weet men, dat reeds het vorig jaar geruchten opdo ken, dat men in Duitschland door middel van draadlcoze golven vliegtuigen tot dalen tot dwingen en motoren kon stopzetten. Dat is dus nagenoeg hetzelfde resultaat als van de straal van Matthews. Wellicht kunnen er ook muizen mee gedood worden. En wie weet of men daar ook niet reeds een af weermiddel heeft uitgevonden. Alsof dat alles nog niet genoeg was, komt er bovendien nog een bericht, dat een soortgelijke uitvinding ook in Rusland is gedaan door ir. Grammafsjikof. Dat ziet er mooi uit. Wanneer inderdaad de Marsbewoners hier hun brandende straal importeeren dan is het op aarde geen uithouden meer. Dan gaan wij allen maar naarde" maan. De Duitsche politieke crisis In de Duitsche rijksdag moest "de pre sident. eigenlijk over een straal kunnen be- - schikken, die de mondspieren van schreeu wende afgevaardigden tijdelijk verlamde. Dat is veel doeltreffender dan een hel, want daarmede is geen orde te krijgen in de janboel, die er tegenwoordig in den Duitschen rijksdag heerscht. Zooals men weet, is de nieuwe rijksdag deze week voor het eerst bijeen geweest en dank zij de activiteit der 60 communisten 9 zit ten er slechts in de gevangenis en der Deutsch-Völkisohen of der Nationaal-So- cialisten, zooals zij zich tegenwoordig noe men, is het een groot spektakel geworden. Iudendorff en von Tirpitz werden met luid gebrul begroet en de woorden „Rindvieh", „Schieber" en dergelijke fraaiigheden meer waren niet van de lucht. De wetge vende Vergadering (met een hoofdletter)! De Katholieke Duitsch-nationaal Wall- raf is tot president gekozen. Tot nu toe is er nog steeds geen klaar heid gebracht in den toestand. Do kwestie der kabinetsformatie blijft een brandende kwestie. Wij weten nu ten minste, dat Marx weer heiast is met de vorming van een nieuw kabinet en dat de Duitsoh-nationalen daarin zitting zullen hebben, kunnen wij wel gissen. Althans één der middenpartijen, de Volkspartij, heeft zich daarvoor uitgesproken. Eigenaardig is de Engelsche beschou wing van den toestand in Duitschland zooals de diplomatieke medewerker van de „Evening Standard" die geeft. „In Engelsche regeerings- en diploma tieke kringen", schrijft hij, „drukt men ernstige bezorgdheid uit over den acuten toestand, welke in Duitschland ontstaan is on zich verder schijnt te ontwikkelen. In Downingstreet gevoelt men, dat hetgeen gebeurt, slechts tengevolge kan hebben, dat de toepassing van het Dawes-rapportver traagd wordt en dat de toestand inDuitsch land zelf nog ernstiger1 Zal worden. Alles wordt -beheerscht door het Dawes-rapport Do nationalisten hebben zoowel tijdens als na de verkiezingen liet standpunt in genomen, dat zij het rapport niet zonder zeker voorbehoud kunnen aanvaarden. In deze onmogelijke houding worden zij door andere factoren gesterkt, want Duitschland is niet in staat deze of gene oplossing voor te schrijven. Te Londen, Parijs, Rome en Brussel nemen de geallieerden op ondub belzinnige wijze het standpunt in, dat Duitschland de in bet rapport gedane voorstellen moet aannemen. Weigert Duitschland, dan beteekent dit misschien tijdelijk een kleine mach to vermeerdering voor de nationalisten, doch (en slotte een onvermijdelijke chaos en een bankroet voor Duitschland zelf. Aldus werd de toestand door een der voornaamste invloedrijke di plomaten te Londen uiteengezet". „Het schijnt vast te staan", vervolgt de diplomatieke medewerker van de „Evening Standard", „dat, terwijl dr. Marx er thans in heeft toegestemd een regeering te vor men, zulk een nieuw ministerie gedoemd is te falen. Het be denkelijke in den toestand is de weerspan nigheid der extremisten, waartoe de jonge Bismarck, admiraal von Tirpitz, generaal 1 Ludendorff en dergelijke afgoden behooren Of zij er in zullen slagen een tijdelijke kieviten aan mijn lieve vriendin te bren gen. Snel maakte hij zich uit de voeten. Rou sille bleef voor de haagopening staan,. Zij rilde. Weer deden zich geruchten booren, kreten van opgejaagd wild, klapwieken van vogels, een ijzergeknars. Dit was het toeken van Eleonora, die alle avonden voor het avondmaal, het kippenhok toe-gren delde. Maria Rosa zou te laat komen. Snel wierp zij het pak bladeren op haar schou ders en nog vlugger stapte zij naar de Fromentière, waar ze in de schuur naast eri stal enkele minuutjes later het veevoe der neersmeet. Zij schudde het stof van haar voorschoot en ging nu langzaam naar den binnenhof. Even voor de laatste deur rechts hield zij stil en gluurde door het raam waar licht brandde. Een vrees, die zij dikwijls gevoelde, greep baar nu ook weer aan. Binnen hoorde men het geluid van vorken, lepels bord-en en mannes tem men. Zoo zachtjes mogelijk opendé zij de deur en stoop do kamer binnen. Hier zat de familie. Toen het jonge meisje binnentrad, waren alle oogen op haar gericht, maar niemand zei haar een woord. Zij ging langs den muur en klom- perdo zoo zacht mogelijk om do aandacht niet op haar te doen vestigen en zij boog over 't vuur, de handen boven de vlam men, alsof zij het koud had. Haar zuster Eleonora, een groot, slank meisje, maar zonder mooie vormen, noch schoon gelaat, ontweek haar om plaats te maken of om haar to laten gevoelen, dat zij slecht ge luimd was en dat er iets haperde tusschen do twee gezusters; zij ging voort mot baar i overwinning te behalen, maar daarmede tevens een chaos te scheppen, moet worden afgewacht. Wat te Londen bezorgdheid veroorzaakt, is dat de schikking, waarop de geallieer den gehoopt hadden, door do situatie in Duitschland ten zeerste zal worden ver traagd. Engeland heeft de voorstellen van het Dawes-rapport aangenomen, ofschoon Ramsay Mac Donald en verschillende leden van zijn kabinet niet met alle punten ten volle instemmen. Hetzelfde geldt voor Ita lië en België en de Britsche regeering wacht nog, of Duitschland hetzelfde zal doen en voorkomen zal, dat de toestand zich verder ontwikkelt op deze wijze". Tot zoover de „Evening Standard", die do zaken dus nogal donker inziet. Wan neer we een blik werpen in den rijksdag, dan is twijfel aan een spoedige, bevredi gende oplossing van do internationale kwesties zeker alleszins gerechtvaardigd. Do nieuwe Fransche regee ring. Uit Frankrijk is in den afgeloo- pen week niets nieuws gekomen. Herriot zal wel minister-president worden, want vooreerst wordt naast hem geen anderen ernstigen mededinger genoemd en op do tweeclo plaats heeft hij reeds een der ge noegens van het minister-presidentschap bij voorbaat gesmaakt. Men heeft n.l. al een revolveraanslag op hem gepleegd, zoo als wij uit Parijs, via Praag en Berlijn hebben vernomen. Berichten, die zulke groote omwegen maken, zijn echter niet tijd even betrouwbaar. Verder is de publicatie verschenen van do briefwisseling tusschen Poincaré en MacDonaTd. Na de val van Poincaré heeft deze briefwisseling alleen nog maar histo rische beteekenis. Poincaré houdt natuur lijk vast aan zijn oude eischen, maar over eenige dagen zal hij heelemaai niets meer vast hebben te houden. Eu alles wijst er toch wel op, dat er een heel andere rich ting in de Fransche politiek zal worden ingeslagen. De Zweedse he bewapening. Zweden'wil blijkbaar ook breken met de politiek van: Si vis pacom para béllum; als gij den vrecle wilt, bereidt u dan voor op oorlog. De sociaal-democraten hebben een voorstel ingediend om de begrooting van oorlog aanzienlijk to verminderen en dit voorstel is door de Zweedscho Tweede Ka mer aangenomen. De situatie van de regee ring is nu ietwat onzeker geworden De regeering weet nog niet goed, wat ze doen zal; aftreden of maar aanblijven tot de al- gomeene verkiezingen in September. In ons blad van j.l. Maandag stond deze verwer ping van de Zweedse lie legerbogrooting- juist onder het verslag van de opening var het Italiaansche parlement, waarbij vooral de militaire demonstraties de aandacht trokken en het gedeelte ran de troonrede, waarin Mussolini sprak over het leger. Mussolini wil het leger heelemaai niet af schaffen, want, zegt hij, de buitenlan$ch© politiek van Italië dient met waardigheid en kracht de belangen van het land te ver dedigen. Het ontbrak er nog maar aan, dat Italië ook al een „dooüelijke straal" had uitgevonden. Zelfs Engeland overweegt nieuwe plan nen omtrent een algeheeie reorganisatie van de luchtstrijdkrachten. In het volgende jaar zullen 20 nieuwe luchtstations wor den opgericht. In Amerika is zoo pas een wetsontwerp aangenomen om de vloot uit te breiden. Kosten: 111 millioen dollar. Bij zulk een stand van zaken is de hou ding van het Zweedscke parlement wel een bewijs van veel optimisme. Do Labours en de werk loosheid. Do Labourpartij had tij dens de verkiezingscampagne gouden ber gen beloofd; de werkloosheid zou in een minimum van tijd van de baan zijn. Maar toen er werkelijk een Labourregeering kwam, wist deze niet alleen niets tegen de werkloosheid te doen, maar het aantal sta kingen steeg met den dag. Met het oog op de weinige activiteit van den minister van arbeid (inactief zal deze wel niet geweest zijn, maar ook hij kan legen den bierkaai niet vechten) stelden de conservatieven voor, diens salaris té verlagen. De regec- botei-ham met vleesch slaande op te eten. Zij stonden aan heide kanten van het knet terende haardvuur, dat zijn rossen schijn wierp door de kamer, met lage houten zol dering, verbruind door den rook, de stof en de vliegen. De gloed van bet vuur belichtte ook do bedsteden in den hoek, twee kasten, een Kruisbeeld een groot rozenhoedje, uit dik ke donk er-bruine koralen. De drio mannen voor de tafel,'waren midden in de kamer op dezelfde bank gezeten, volgens ouder dom en waardigheid, eerst de vader, dan Mathurin en vervolgens Francois. Een kleine petroleumlamp verlichtte hun hoof den over hun borden soep, die zij opslurp ten met metalen lepels. Een groot mes lag op tafel', dat Francois had meegebracht, toen hij van den soldatendienst terugge komen was en waarin vader een vaag tee- ken had gezien dat ginder verre de wereld veranderde. Eertijds bediende men zich van een zakmes om brood en vleesch af te snijden. Toussaint Lumirieau scheen bekommerd en hij sprak geen woord. Zijn oud, per soonlijk en kalm wezen stak schril af te gen het mismaakte gezicht van den oud sten zoon Mathurin. Vroeger geleken zij goed op elkaar. Maar sedert het ongeluk, dat hem overkomen was en waarover men nooit sprak, was do zoon nog slechts een I karikatuur vau don vader. De dikke rood harige kop deukte in de schouders, die zelfs omhei: in.:1' toen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 11