Zaterdag 31 töei 1924 -
De Nederlan'dsche
Staatsinrichting.
Vrijheid van Onderwijs.
n.
Do derde en laatste phase. Mil-
lioenen minder. Inceaschakc-
lingseommissie (1903). Van de
baan. Bevredigingscominissie
(1913). In beginsel aanvaard.
Artikel 195. SIecht3 do mo
gelijkheid. In het Staatsblad.
Do zegepraal aan ons. Ons
ideaal. Wat het kerkelijk wet
boek voorschrijft. Wie do
school heeft, bezit do toekomst.
In 1848 had ons beginsel: de vrije school
gezegevierd, in 1887 was het subsMierecht
erkend. Onder het ministerie Mackay werd
de v/et op het Lager Onderwijs herzien en
:ook de bijzondere scholen konden al
■waren de voorwaarden zeer bezwarend
subsidie ontvangen. De subsidie was coll
ier uiterst gering en feitelijk bleef de bij
zondere school een minderberechtigde.
VaE 1889 af begon dan de derde en
laatste phase in den strijd „om de volko
men gelijkstelling van de bijzondere met
do openbare scholen ten opzichte van de
publieke kassen".
Dank zij de voortdurende actie tot dat
doel werden de toelagen geleidelijk ver
meerderd, al bleef steeds een grievend on
recht besiaan. In vergelijking immers met
het openbaar onderwijs ontving de bij
zondere school nillioenen minder. Onder
liet groote reebtscho ministerie Kuvper
werd de z.g. Ineensohakelingscommissie
(1903) ingesteld, welke voorstellen zou be
reiden om zoo noodig een betere ineenscha
keling van de verschillende deelen van on
derwijs te verkrijgen. In 1910 'bracht zij
haar verslag uit. Het ministerie-Heems
kerk begon met de voorbereidende werk
zaamheden van een Grondwetsherziening,
waarbij minstens de financieele en wet-
telijko gelijkstelling van het bijzonder en
openbaar onderwijs een feit zou geworden
zijn. De mensch wikt, God beschikt. De
uitslag der verkiezingen in 1913 dwong
het ministerie Heemskerk af te treden en
met haar ging de voorgenomen grondwets
herziening van de baan. Het kabinet Gort
van der Linden trad op. Dit benoemde op
31 December 1913 do zg. Bevredigings
commissie, welke staatscommissie op
dracht ontving wettelijke voorschriften te
ontwerpen ten aanzien van de voorziening
in de kosten van het openbaar en het bij
zonder onderwijs. Zoo noodig zou zij een
nieuwe redactie ontwerpen van het onder-
wijs-artikel der Grondwet. De commissie
bracht op 11 Maart 1916 haar rapport uit
en op 15 April d.a.v. diende Minister Cort
van der Linden een voorstel in om het on
derwijsartikel der Grondwet te wijzigen.
Op 28 November 1916 werd het gewij-
zigdo artikel in de Tweede Kamer aange
nomen met 80 tegen één sten, op 16 Mei.
1917 in de Eerste Kamer met algemeene
stemmen.
Do volkomen gelijkstelling van openhaar
cn bijzonder onderwijs was 'in beginsel
(Aanvaard.
„Het onderwijs aldus luidde thans
'het artikel 195 is een voorwerp van de
aanhoudende zórg der Regeering.
Hot geven van onderwijs is vrij, behou
dens bet toezicht der Overheid, en boven
dien voor zoover het algemeen vormend
zoowel lager als middelbaar onderwijs be
treft, behoudens het onderzoek naar de be
kwaamheid en de zedelijkheid van den on
derwijzer, een en ander hij de wet te rege
len.
Eet openhaar onderwijs wordt, mei eer
biediging van ieders godsdienstige begrip
pen, bij de wet geregeld.
In elke gemeente wordt van Overheids
wege voldoend openbaar algemeen vor
mend lager ondrwijs gegeven in een ge-
FEUiLL&TOH
HET STERVENDE LAND.
8) i
En tien minuten had ze wel noodig ge-
|ad om lot op den akker te komen, do bla
deren op te rapen en bijeen te binden. Va
der moest reeds thuis zijn. Zij naderde
bet hek als plots zich een gefluit als van
oen kievit deed hooren. Angst bad zij niet
Lsn man sprong over d'o haag op het land
Rousille smeet vcor de opening haar hun-
del neder. Hij kwam niet dichterbij en zij
begonnen met korte zinnetjes te spreken:
N Och Rousillewat zijt gij zwaar bela
den;
0, ik ben sterk genoeg. Hebt go* va-
dir gezien?
Neen, ik kom pas. Heeft hij iets over
bi'J gezegd?
~7 bl'j heeft niets gezegd. Maar hij
Wm n}~ zoo vreemd aangekekon! Jan, ge-
mij, hij koestert argwaan. Gij moest
pzen nacht niet huiten blijven, want hij
Cki^ Vaa s'ro°PGn en bij zal u
L"7 ^at ban hem dat schelen als ik
L.1'3 OP jacht ga, als ik 's morgens
war even goed op het werk hen als de
feo 6w?1' Kuor 'sams Ei) den arbeid!
iv„n <i'° vau de Seulière en ook do
feó«»d'e4 VaU ^oyer8"Souris hebben mij ge-
fciih'bt do kieviten in het moeras voor-
rekken. Bij helderen maneschijn zal ik
Iicbt 'jilbIazei1- En «tf. 8'i
1 morgen eenige kunnen braden,
ik 'aJ1' ze* ze» S® moest dat niet doen
smeek er u om.
noegzaam aantaï scholen. Volgens bij do
wet to stellen regels kan afwijking van de-
zo bepalingen worden toegelaten, mits tot
het ontvangen van zoodanig onderwijs ge
legenheid wordt gegeven.
Do eischen van deugdelijkheid, aan bet
geheel of ten deele uit de openbare kas te
bekostigen onderwijs te stellen, worden bij
de wet geregeld, met inachtneming, voor
zoover het bijzonder onderwijs betreft, van
de vrijheid van richting.
Dczo eischen worden voor het algemeen
vormend lager onderwijs zoodanig gere
geld, dat de deugdelijkheid van het geheel
uit do openbare kas bekostigd bijzonder
onderwijs en van het openbaar onderwijs
oven afdoende wordt gewaarborgd. Bij die
regeling wordt met name de vrijheid van
'iet bijzonder onderwijs, betreffende de
keuze der leermiddelen en de aanstelling
der onderwijzers geëerbiedigd.
Hot bij zonder algemeen vormend lager
onderwijs, dat aan de bij de wet te stellen
voorwaarden voldoet,wordt naar denzelfden
maatstaf als het openbaar onderwijs uit
de openbare kas bekostigd. De wet stelt do
voorwaarden vast, waarop voor het hij
zonder algmeen vormend middelbaar en
voorbereidend hooger onderwijs bijdragen
uit de openbare kas worden verleend.
Da Koning doet jaarlijks van den staat
van het onderwijs aan de Sta ten-Generaal
een verslag geven".
Dit gewijzigde grondwetsartikel bracht
echter slechts de mogelijkheid van do al-
geheelo gelijkstelling. De wetten, waar
door aan deze rechtsgelijkheid uitvoering
zou worden gegeven, moesten nog cn
wel binnen drie jaren na de afkondiging
van de wetten, houdende veranderingen in
de Grondwet, ingediend worden. In 1918
brachten ons de verkiezingen, Gode zij
dank, een rechtsch ministerie en onder be
kwame leiding van den eersten Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
dr. J. Th. de Visser, werd op 12 Juni 1919
met 87 tegen 3 stemmen in de Tweede Ka
mer het wetsontwerp aangenomen, dat op
gebied van lager onderwijs voor wat de
salarieering der onderwijzers betreft, ge
lijkstelling bracht.
Na een prachtige, deskundige verdedi
ging werd de nieuwe Lageronderwijswet
waardoor de volkomen gelijkstelling werd
gewaarborgd, door do beide Kamers aan
genomen en den 9den October 1920 in het
Staatsblad geplaatst.
De wet trad op 1 Januari 1921 in wer
king en werd sindsdien enkele malen ge
wijzigd.
Met trots mogen wij terugzien op den
strijd om een onzer dierbaarste rechten.
De zegepraal is aan ons, ons goed recht
is erkend, al is ons ideaal: bijzonder on
derwijs regel, openbaar bescheiden aanvul
ling, niet in do wet belichaamd geworden.
„Wiio maar eenigszins op de hoogte is
■•■an de politieke geschiedenis van Neder
land in de laatste honderd jaren zoo
schrijft P. Cassianus Hentzen O.F.M. in
'het Jaarboek van het onderwijs en de op
voeding 1922 begrijpt volkomen, waar
om de Aartsbisschop en de Bisschappen
van ons vaderl&nd op plechtige wijze de
afkondiging dezer wet in al'le kerken deden
vieren. Die wet toch beteekende niets min
der dan het einde van den honderdjarigen
schoolstrijd, het einde van ontzaglijke of
fers, de zege van de voorstanders der bij
zondere school. Det wet beteekende het be
gin van een nieuw bloeitijdperk der gods
dienstige lagere school omdat zij, door do
financieele gelijkstelling van het bijzonder
met het openhaar lager onderwijs, ons
christelijk volk bevrijdde van de vele gel-
dclijko zorgen voor de eigen school, en
het in staat stelde al zijn krachten te con-
centreeren op de verheffing van het dier
baar hijzonder onderwijs".
Een der groote voorvechters, A. van
"Wijnbergen, ontving kort daarna een hoo-
ge welverdiende onderscheiding van Z.H.
den Paus.
De superioriteit van het hijzonder on
derwijs: dat moet thans ons ideaal zijn en
blijven. Niet weinig zal daartoe bijdragen
de prachtige instelling van het R.-K. Cen
traal Bureau voor Onderwijs en Opvoeding
te 's-Gravenhage, hetwölk door de Bis
schoppen van Nederland op 20 April 1920
opgericht, onder de energieke leiding van
dr. Th. Verhoeven reeds een buitengewo
nen naam beeft verworven.
Tot do superioriteit hebben, ook alle
katholieken zonder onderscheid mede te
Be man in een blauw kort kieltje, droeg
een geweer schuin over den rug. Hij was
klein, ongeveer van dezelfde grootte als
Rousille, zeer zenuwachtig, zeer zwart met
een bleek gelaat en een zwart kneveltje. Do
gelaatskleur alleen zei dat hij" niet uit Lo
Marrais afkomstig was, waar de mist de
huid zacht en bruin maakt, maar dat hij
kwam uit een armzalig oord, waar do vet
te pieringen schaarsck zijn. Nochtans kon
men uit zijn heenderig wezen, uit de rech
te lijn zij nor wenkbrauwen, uit de vurig
heid van zijn oogen lezen, dat hij wils
kracht, hardnekkigheid en taaiheid bezat.
Geen oögeriblik hinderden hem de angst
valligheden van Rousille. Een beetje uit
liefde voor haar, maar meer uit drift voor
de jacht en de nachtelijke strooptochten,
kenmerk van de primitieve zielen als de
zijne, Jiad hij vast besloten dezen nacht in
Le Mcïfrais op strooptochten te gaan. En
niets zou hem hiervan hebben doen afzien,
zelfs niet als hij hierdoor Maria Rosa
moest mishagen. Deze had nog het uiter
lijke van een kind, net een processie-en
geltje met een veelkleurig vaantje. Hare
oogen echter waren die van een vrouw,
fonkelende zwarte kijkers, evenals haar
git-zwart haar. Zonder dat zij het wist,
werd zij reeds lang bemind door dezen
knecht van haar vader. Sedert een jaar
had zij zich in 't geheim met hem ver
loofd. Als zij 's Zondags netjes opgesmukt
was, keken de gegoede boerenzoons met
begcerigo blikken naar haar, die ze steeds
ontweek. Zij vestigde geen aandacht op
deze hoeren, fokkers van paars en ossen,
wijl ze haar hart geschonken liad aan
Jean Nesmy, den zwijger, den armen
vreemdeling. Reeds gehoorzaamde zij hem
werken. Terwijl hoofdzakelijk den onder
wijzer de grootsche taak is weggelegd het
onderwijs zelf tot die hoogte op te voeren,
dat de bijzondere school steeds glansrijk
een vergelijking met de openbare kan door
staan, hebben de ouders tot plicht de Ker
kelijke wetten over het onderwijs stipt te
onderhouden.
Het Kerkelijk "Welhoek schrijft in Ca
non 1374 het volgende voor: Katholieke
kinderen behooren geen niet-katholieke, on
zijdige, gemengde, d.w.z. ook voor niet-
kathoiicken toegankelijke scholen te bezoe
ken. Alleen aan het hoofd van het Bisdom
komt het toe overeenkomstig de voorschrif
ten van den Apostolischen Stoel te beslis
sen, onder welke omstandigheden en met
inachtneming van welke voorzorgen, tegen
het gevaar van bederf, het bezoek van der
gelijke scholen kan worden geduld.
En Canon 1372 2 luidt: En de ouders
èn zij, die hun plaats innemen, hebben bet
recht en den zc-er zwaren plicht om de
christelijk© opvoeding der kinderen te ver
zorgen.
Ondubbelzinnig is derhalve bepaald,
welke ten opzichte van onderwijs en op
voeding onze verplichtingen zijn.
Mogen wij allen in de woelige tijden,
wélke wij beleven, tevens blijde gedenken,
hetgeen vrij bij het. begin van ons vorig
artikel zeiden:
Wie de school heeft, bezit de toekomst.
FR. CUNIBERTUS SLOOTS O.F.M.
Weert.
Buiten!. Weekoverzicht.
Eenige jaren geleden las ik een Fransch
boekje, dat een zeer fantastisch thema be
handelde. Op een zekeren dag was een
groote stalen doos op do aarde gevallen,
die hij nader onderzoek Marsbewoners
bleek te bevatten. Deze wezens waren de
aardsche stervelingen veel vooruit in ken
nis en wetenschap. Wel waren zij logger
en trager hier op de aarde, wegens de
grootere zwaartekracht, maar dat werd
geheel opgeheven door de ingenieuze ma
chines, welke de Marsbewoners wisten te
fabriceeren. Een van him meest geduchte
wapens was de z.g. „brandende straal",
waardoor zij alles in brand staken of de
den verschroeien en ineenschrompelen. Zou
men niet gaan denken, dat er thans in
werkelijkheid Marsbewoners zijn neerge
daald, die als „raars"-kramers te koop
loopen met brandende stralen?
De „do-odolijke straal". Zoo
als men weet, heeft de Engelschman Grin-
dell Matthews een straal ontdekt, waarme
de hij alle motoren kan dóen stopzetten en
waarmede hij de vliegers en Zeppelins in
een ommezientje naar heneden haalt. Wan
neer hij zijn straal richt op een onnoozel
muisje, dan knipt dat even met de oogen,
valt op zij en is dood. En zoo kan hij alle
mógelijke leven doen stilstaan en ophouden
Grin,dell Matthews is Engelschman, dus
heelt hij eerst geprobeerd om zijn uitvin
ding. te verkoon en 'aan het Engelsche de
partement van Oorlog. Deze autoriteiten
hadden er weinig 'ponen naar en wilden
eerst wel eens resultaten zien. De proef
nemingen, welke Matthews toen heeft ge
nomen in luin tegenwoordigheid hadden tot
gevolg, dat hem 1000 pond sterling voor
loop ig werd aangeboden, maar hij moest
zijn uitvinding nog eens onderwerpen 'aan
een meer langdurige proef, waarhij hij
o.a. een motor zou moeten doen stilstaan,
welkegeleverd was niet door hem zelf,
maar dóór do regeering. De uitvinder ging
daarop echter niet in. Hij stapte in een
vliegmachine en vloog er mee naar Frank
rijk, waar ze hem met open armen ont
vingen.
De Britsche pers is natuurlijk zeer ver
ontwaardigd en schreeuwt, moord en brand,
omdat Frankrijk nu in het bezit van die
moordende en brandende straal - komt.
Frankrijk en Engeland zijn harre goede
vrienden, maar zulke stralen geven ze me*
kaar liefst niet cadeau.
Men moet deze uitvinding echter niet al
te sensationeel opvatten. Vooreerst zijn de
Engelsche deskundigen nogal sceptisch ge
zind. Men schijnt daar al meer met dezen
uitvinder te maken te hebben gehad en
wensclit geien kat in een zak te koopen.
Vooral de proef van Matthews, waardoor
Aan huis spraken zij niet mat elkaar.
Maar builen als het de broeders of nie
mand anders zagen, wisselden zij eenige
woordjes. Vooral voor den zieken Mathu-
rin- had zij schrik, wijl deze steeds overal
rondtoerde.
Ook ditmaal mocht men hen niet ver
rassen.
Jean Nesmy, zonder iels met den schrik
van Rousille iu te -zitten, vroeg dus snol:
Hebt go iéts, meegebracht?
Zonder nog verder aan te dringen, gaf
ze toe.
Ja, zei ze.
Uit baar zak haalde ze een flesch wijn
en een groot stuk brood. Glimlachend reik
te ze hem zijn proviand over.
Zio hier, Jean, hernam ze. Ik heb
moeite gehad: Leonora beloert mij en Ma-
thurin volgt mij overal.
Haar stem klonk zoo innig teeder, als
wildo zij zeggen: „Ik heb u lief".
Wanneer komt ge terug?
In den morgen, door den gestoten
boomgaard.
Do jonge kerel stopte snel de flesch wijn
en bet stuk brood in 'n proviandzak, dien
hij van 't leger meegebracht bad. Rousil-
lo bad een geluid gehoord, dat uit de rich
ting van de hofstede kwam. Zij luisterde
nog eens.
Wat zal ik antwoorden, zei ze plech
tig, als vader straks naar *u zal vragen?
Hoor, hij duwt de deur van de schuur
open.
Joan lachte mot open mond, die zijn ha
gelwitte tanden liet zien en sprak:
Goeden avond, Rousille'- Go zult zeg
gen dat ik den nacht buiten doorbreng om
bij een motorrijwiel met zijn straal stop
zette, scheen al heel weinig indruk te ma
ken. Dat kan iedere natuurkundige hean
nadoen, verklaarde sir Richard Gregory
op een vergadering van het Zuid-Oostelijk
Verbond van het Engelsch Wetenschappe
lijk Genootschap. Eh vervolgens weet men,
dat reeds het vorig jaar geruchten opdo
ken, dat men in Duitschland door middel
van draadlcoze golven vliegtuigen tot dalen
tot dwingen en motoren kon stopzetten. Dat
is dus nagenoeg hetzelfde resultaat als van
de straal van Matthews. Wellicht kunnen
er ook muizen mee gedood worden. En wie
weet of men daar ook niet reeds een af
weermiddel heeft uitgevonden.
Alsof dat alles nog niet genoeg was,
komt er bovendien nog een bericht, dat een
soortgelijke uitvinding ook in Rusland is
gedaan door ir. Grammafsjikof. Dat ziet
er mooi uit.
Wanneer inderdaad de Marsbewoners
hier hun brandende straal importeeren
dan is het op aarde geen uithouden meer.
Dan gaan wij allen maar naarde" maan.
De Duitsche politieke crisis
In de Duitsche rijksdag moest "de pre
sident. eigenlijk over een straal kunnen be-
- schikken, die de mondspieren van schreeu
wende afgevaardigden tijdelijk verlamde.
Dat is veel doeltreffender dan een hel,
want daarmede is geen orde te krijgen in
de janboel, die er tegenwoordig in den
Duitschen rijksdag heerscht. Zooals men
weet, is de nieuwe rijksdag deze week
voor het eerst bijeen geweest en dank zij
de activiteit der 60 communisten 9 zit
ten er slechts in de gevangenis en der
Deutsch-Völkisohen of der Nationaal-So-
cialisten, zooals zij zich tegenwoordig noe
men, is het een groot spektakel geworden.
Iudendorff en von Tirpitz werden met luid
gebrul begroet en de woorden „Rindvieh",
„Schieber" en dergelijke fraaiigheden
meer waren niet van de lucht. De wetge
vende Vergadering (met een hoofdletter)!
De Katholieke Duitsch-nationaal Wall-
raf is tot president gekozen.
Tot nu toe is er nog steeds geen klaar
heid gebracht in den toestand.
Do kwestie der kabinetsformatie blijft
een brandende kwestie. Wij weten nu ten
minste, dat Marx weer heiast is met de
vorming van een nieuw kabinet en dat de
Duitsoh-nationalen daarin zitting zullen
hebben, kunnen wij wel gissen. Althans
één der middenpartijen, de Volkspartij,
heeft zich daarvoor uitgesproken.
Eigenaardig is de Engelsche beschou
wing van den toestand in Duitschland
zooals de diplomatieke medewerker van de
„Evening Standard" die geeft.
„In Engelsche regeerings- en diploma
tieke kringen", schrijft hij, „drukt men
ernstige bezorgdheid uit over den acuten
toestand, welke in Duitschland ontstaan
is on zich verder schijnt te ontwikkelen. In
Downingstreet gevoelt men, dat hetgeen
gebeurt, slechts tengevolge kan hebben, dat
de toepassing van het Dawes-rapportver
traagd wordt en dat de toestand inDuitsch
land zelf nog ernstiger1 Zal worden. Alles
wordt -beheerscht door het Dawes-rapport
Do nationalisten hebben zoowel tijdens
als na de verkiezingen liet standpunt in
genomen, dat zij het rapport niet zonder
zeker voorbehoud kunnen aanvaarden. In
deze onmogelijke houding worden zij door
andere factoren gesterkt, want Duitschland
is niet in staat deze of gene oplossing voor
te schrijven. Te Londen, Parijs, Rome en
Brussel nemen de geallieerden op ondub
belzinnige wijze het standpunt in, dat
Duitschland de in bet rapport gedane
voorstellen moet aannemen. Weigert
Duitschland, dan beteekent dit misschien
tijdelijk een kleine mach to vermeerdering
voor de nationalisten, doch (en slotte een
onvermijdelijke chaos en een bankroet voor
Duitschland zelf. Aldus werd de toestand
door een der voornaamste invloedrijke di
plomaten te Londen uiteengezet".
„Het schijnt vast te staan", vervolgt de
diplomatieke medewerker van de „Evening
Standard", „dat, terwijl dr. Marx er thans
in heeft toegestemd een regeering te vor
men, zulk een nieuw ministerie
gedoemd is te falen. Het be
denkelijke in den toestand is de weerspan
nigheid der extremisten, waartoe de jonge
Bismarck, admiraal von Tirpitz, generaal 1
Ludendorff en dergelijke afgoden behooren
Of zij er in zullen slagen een tijdelijke
kieviten aan mijn lieve vriendin te bren
gen.
Snel maakte hij zich uit de voeten. Rou
sille bleef voor de haagopening staan,. Zij
rilde. Weer deden zich geruchten booren,
kreten van opgejaagd wild, klapwieken
van vogels, een ijzergeknars. Dit was het
toeken van Eleonora, die alle avonden voor
het avondmaal, het kippenhok toe-gren
delde.
Maria Rosa zou te laat komen. Snel
wierp zij het pak bladeren op haar schou
ders en nog vlugger stapte zij naar de
Fromentière, waar ze in de schuur naast
eri stal enkele minuutjes later het veevoe
der neersmeet. Zij schudde het stof van
haar voorschoot en ging nu langzaam naar
den binnenhof. Even voor de laatste deur
rechts hield zij stil en gluurde door het
raam waar licht brandde. Een vrees, die
zij dikwijls gevoelde, greep baar nu ook
weer aan. Binnen hoorde men het geluid
van vorken, lepels bord-en en mannes tem
men.
Zoo zachtjes mogelijk opendé zij de deur
en stoop do kamer binnen.
Hier zat de familie. Toen het jonge
meisje binnentrad, waren alle oogen op
haar gericht, maar niemand zei haar een
woord. Zij ging langs den muur en klom-
perdo zoo zacht mogelijk om do aandacht
niet op haar te doen vestigen en zij boog
over 't vuur, de handen boven de vlam
men, alsof zij het koud had. Haar zuster
Eleonora, een groot, slank meisje, maar
zonder mooie vormen, noch schoon gelaat,
ontweek haar om plaats te maken of om
haar to laten gevoelen, dat zij slecht ge
luimd was en dat er iets haperde tusschen
do twee gezusters; zij ging voort mot baar
i overwinning te behalen, maar daarmede
tevens een chaos te scheppen, moet worden
afgewacht.
Wat te Londen bezorgdheid veroorzaakt,
is dat de schikking, waarop de geallieer
den gehoopt hadden, door do situatie in
Duitschland ten zeerste zal worden ver
traagd. Engeland heeft de voorstellen van
het Dawes-rapport aangenomen, ofschoon
Ramsay Mac Donald en verschillende leden
van zijn kabinet niet met alle punten ten
volle instemmen. Hetzelfde geldt voor Ita
lië en België en de Britsche regeering
wacht nog, of Duitschland hetzelfde zal
doen en voorkomen zal, dat de toestand
zich verder ontwikkelt op deze wijze".
Tot zoover de „Evening Standard", die
do zaken dus nogal donker inziet. Wan
neer we een blik werpen in den rijksdag,
dan is twijfel aan een spoedige, bevredi
gende oplossing van do internationale
kwesties zeker alleszins gerechtvaardigd.
Do nieuwe Fransche regee
ring. Uit Frankrijk is in den afgeloo-
pen week niets nieuws gekomen. Herriot
zal wel minister-president worden, want
vooreerst wordt naast hem geen anderen
ernstigen mededinger genoemd en op do
tweeclo plaats heeft hij reeds een der ge
noegens van het minister-presidentschap
bij voorbaat gesmaakt. Men heeft n.l. al
een revolveraanslag op hem gepleegd, zoo
als wij uit Parijs, via Praag en Berlijn
hebben vernomen. Berichten, die zulke
groote omwegen maken, zijn echter niet
tijd even betrouwbaar.
Verder is de publicatie verschenen van
do briefwisseling tusschen Poincaré en
MacDonaTd. Na de val van Poincaré heeft
deze briefwisseling alleen nog maar histo
rische beteekenis. Poincaré houdt natuur
lijk vast aan zijn oude eischen, maar over
eenige dagen zal hij heelemaai niets meer
vast hebben te houden. Eu alles wijst er
toch wel op, dat er een heel andere rich
ting in de Fransche politiek zal worden
ingeslagen.
De Zweedse he bewapening.
Zweden'wil blijkbaar ook breken met de
politiek van: Si vis pacom para béllum; als
gij den vrecle wilt, bereidt u dan voor op
oorlog. De sociaal-democraten hebben een
voorstel ingediend om de begrooting van
oorlog aanzienlijk to verminderen en dit
voorstel is door de Zweedscho Tweede Ka
mer aangenomen. De situatie van de regee
ring is nu ietwat onzeker geworden De
regeering weet nog niet goed, wat ze doen
zal; aftreden of maar aanblijven tot de al-
gomeene verkiezingen in September. In ons
blad van j.l. Maandag stond deze verwer
ping van de Zweedse lie legerbogrooting-
juist onder het verslag van de opening var
het Italiaansche parlement, waarbij vooral
de militaire demonstraties de aandacht
trokken en het gedeelte ran de troonrede,
waarin Mussolini sprak over het leger.
Mussolini wil het leger heelemaai niet af
schaffen, want, zegt hij, de buitenlan$ch©
politiek van Italië dient met waardigheid
en kracht de belangen van het land te ver
dedigen. Het ontbrak er nog maar aan, dat
Italië ook al een „dooüelijke straal" had
uitgevonden.
Zelfs Engeland overweegt nieuwe plan
nen omtrent een algeheeie reorganisatie
van de luchtstrijdkrachten. In het volgende
jaar zullen 20 nieuwe luchtstations wor
den opgericht.
In Amerika is zoo pas een wetsontwerp
aangenomen om de vloot uit te breiden.
Kosten: 111 millioen dollar.
Bij zulk een stand van zaken is de hou
ding van het Zweedscke parlement wel
een bewijs van veel optimisme.
Do Labours en de werk
loosheid. Do Labourpartij had tij
dens de verkiezingscampagne gouden ber
gen beloofd; de werkloosheid zou in een
minimum van tijd van de baan zijn. Maar
toen er werkelijk een Labourregeering
kwam, wist deze niet alleen niets tegen de
werkloosheid te doen, maar het aantal sta
kingen steeg met den dag. Met het oog op
de weinige activiteit van den minister van
arbeid (inactief zal deze wel niet geweest
zijn, maar ook hij kan legen den bierkaai
niet vechten) stelden de conservatieven
voor, diens salaris té verlagen. De regec-
botei-ham met vleesch slaande op te eten.
Zij stonden aan heide kanten van het knet
terende haardvuur, dat zijn rossen schijn
wierp door de kamer, met lage houten zol
dering, verbruind door den rook, de stof en
de vliegen.
De gloed van bet vuur belichtte ook do
bedsteden in den hoek, twee kasten, een
Kruisbeeld een groot rozenhoedje, uit dik
ke donk er-bruine koralen. De drio mannen
voor de tafel,'waren midden in de kamer
op dezelfde bank gezeten, volgens ouder
dom en waardigheid, eerst de vader, dan
Mathurin en vervolgens Francois. Een
kleine petroleumlamp verlichtte hun hoof
den over hun borden soep, die zij opslurp
ten met metalen lepels. Een groot mes lag
op tafel', dat Francois had meegebracht,
toen hij van den soldatendienst terugge
komen was en waarin vader een vaag tee-
ken had gezien dat ginder verre de wereld
veranderde. Eertijds bediende men zich
van een zakmes om brood en vleesch af te
snijden.
Toussaint Lumirieau scheen bekommerd
en hij sprak geen woord. Zijn oud, per
soonlijk en kalm wezen stak schril af te
gen het mismaakte gezicht van den oud
sten zoon Mathurin. Vroeger geleken zij
goed op elkaar. Maar sedert het ongeluk,
dat hem overkomen was en waarover men
nooit sprak, was do zoon nog slechts een
I karikatuur vau don vader. De dikke rood
harige kop deukte in de schouders, die
zelfs omhei: in.:1' toen.