Anecdoten.
KALENDER DER WEEK
N.B. Als niet anders wordt aangegeven,
hééft in deze week iedere H. Mis Gloria
en de Prefatie van Pasdien (in te vullen:
vooral in dezen tijd).
ZONDAG 27 April. Beloken Pa-
6c li e n. Mis: Quasi modo. 2e gebed
v. d. H. Egbertus. (Zie in bet Feesteigen
v. h. Bisdom Haarlem). Credo. Kleur:
W i t.
De-ze Zondag wordt genoemd: Dominica
in Albis, d.i. do Zondag, waarop de witte
(doop) kleeren worden afgelegd. De op
Paaschzaferdag gedoopten droegen vroe
ger gedurende het geheele Paasclioctaaf
een lang wit gewaad, a's herinnering aan
de onschuld in het H. Doopsel verkregen.
Tn dat wit gewaad waTen zij iederen dag
bij bet H. Misoffer tegenwoordig; op den
octaafdag voor 't eerst in'gewone k'eeren.
In dH verband dienen de Misgebeden te
worden verstaan.
Als pasgeboren kinderen in Christus
moeten de n'euwgedoopten een oprecht
verlangen hebben naar de onvervaksclile
melk der Christelijke Leer (Introilus).
Hun geloof moet groeien. A's uit God ge
borenen zul'en zij door het. geloof aan
Jesus' Godheid, aan Vader, Zoon en H.
Geest, de wereld (ketterij en ongeloof)
overwinnen. (Epistel). Mocht hun door God
gewilde reinheid des harten hesmet wor
den door eenige zonde, dan kan zij weer
worden teruggewonnen in het H. Sacra
ment der Biecht, ingesteld op den Verrij-
zenisdag door Christus bij Zijne verschij
ning aan Zijne Apostelen. Deze verschij
ning en die van acht dagen later waarin
de H. Thomas overtuigd werd, verhaal!
ons bet H. Evangelie. 'Door dit H. Evan
gel-e te laten lezen maakt de H. Kerk de
bedoeb'ng van den H. Joannes tot de hare:
„Opdat de pasgedoopten geloovèn mogen,
dat Jesus Christus is de Zoon Gods en zi;
ge'oo ven de het (eeuwig) leven moger.
hebben in Zijn Naam." Alleluja-vers on
Offertorium spreken ons van Christus'
verrijzenis. De Communio is naar aau'ei-
ding van Thomas' ongeloof een laatste op
wekking tot ge'oof Dit alles moet ons ber
inneren aan ons eigen doopsel en ons op
wekken om de reinheid des harten
(Paaschlrecht en Paaschcommunie) te be
waren, als wij eens met Christus willen
vcrr'izen ten eeuwigen leven.
p*AAMDAG 28 April. Feestdag v.
d. H. M ar c u s, Evange'ist. M i s: P r o-
tenisti. 2e gebed v. d. H. Paulus v. h.
Kru's en 3e (al'een ni slil'e H. Missen)
v. d. H. Vitalis. Credo. Prefate v. tl.
AnosteLn. Klpur: Bood.
DINSDAG 29 April. Mis v. d H. Pc-
t r u s v. Verona, Martelaar. Prote-
n s t i. Kleur: R o o d.
Ofschoon uit keltersche ouders geboren,
vertrouwde zijn vader Petrus toch toe aan
een ijverig Katholiek leermeester, van
wien Petrus het ware geloof leèrde ken
nen. Naar de hoo°eschool van Bológna
gezonden walgde Petrus van bet heer-
Schendé zédébctferf en besloot de wereld
te verlaten. Op 15-iarigen leeftiid ontving
hij het Ordeskleed v. d. H. Dominieus.
Als Domiircaan predikte hij de ware Leer
tot bestrijding der ketterij van de Maiib-
cheën. Op 46-jarigen leeftijd maakten
twee houwen in het hoofd en een dolk
steek in de zijde een einde aan zijn ver
dienstelijk leven.
WOENSDAG 30 April. M i s v. d. H.
Cat har in a van Siëna, Maagd. Di-
lejrsfi. Kleur: "W i t.
N.B. Men denke er aan. in de Meebe
den, genomen uit bet* Gemeenschappelijke
der Bisschoppen. Martelaren emz., wan
neer deze niet bijzonder voor
den Paaschtijd zijn opgesteld
achter den Introïtus tweemaal' en achter
Offertorium en Communio éénmaal Alle
luja te zeggen en in plaats van het Gra
duale het aangegeven Alleluja-vers. Deze
regel geldt ook voor de Misgebeden van
d.e Heiligen, di'e eigen, niet voor den
Paaschtijd opgestelde, Misgebeden heb
ben.
DONDERDAG 1 klei. M i s v. d. H.H.
P k i I i p p u s en Jacobus (de Min
dere), Apostelen en Martelaren. Clamave-
runt. Credo. TPrefatio v. d. Apostelen.
Iv'eur: Bood.
De H. Philippus bekeerde bijna bet ge
heele volk der Scythen tot het geloof in
'Jesus Chrisius. Aan het kruis opgehan
gen, is zijn lichaam gesteentfgd.
De H. Jacobus was Jerusalem's eerste
Bisschop. Eerst gesteenigd en daarna
vanaf den hoogen tempel naar beneden
geworpen stierf hij op 99-jarigen leeftijd
den Marteldood, na .de kerk van Jerusa
lem 33 jaTen te hebben bestuurd.
VRIJDAG 2 Mei. Mis van de H.
Kerkwijding der Kathedrale
kerk van Haarlem. Terribilis est.
(Zie het. Gemeen schappelijke v. Kerkwij
ding). 2e gebed (alleen in stille H.H. Mis
sen) v. d. H. Athanasins. Credo. Kleur:
kV i t.
N.B. In het Stil gebed wordt wat. tus-
acben haakjes staat (buiten de Kathe
draal) weggelaten.
ZATERDAG 3 M.ei. Mis r. d. H.
Kruisvinding: No-s autem. 2e gebed
v. d. H. Alexander en Gezellen (alleen i'n
stille H.H. Missen). Prefatie v. h. H.
Kruis. Kleur der Misgewaden: Bood.
Bij het zoeken naar het H. Kruis van
'Christus vond de H. Helena driie kruisen.
Ken wonder wees bet H. Kruis van Chris
tus. Een doodzieke vrouw n.l. werden de
Sruison één voor 'één opgelegd. Alleen bet
derde bracht haar genezing. Deze gebeur
tenis herdenkt de H. Kerk op dezen dag.
Lisse. A. M. KOK, Pr.
ding gebruik te maken om de zee eens te
Bien.
De gelukkigen, die een biljet bemachtigd
hadden, want het bleek dat er veel meer
Kvraagd waren, dan men er in voorraad
d', haastten zich dien 1*7 Juli-Zaterdag-
avond naar het station, begeerig zich een
liooi plaatsje in den trein te verzekeren.
Juffrouw Zoé Brouillard, die een van de
.eersten was. aangekomen, had een nog Iee-
gen coupé bemachtigd; ze spreidde haar
mantel, haar reistasch, d'r parapluic, twee
kranten en een boekop de banken' uit en
plaatste zich manhaftig voor het portier,
terwijl ze voortdurend riep: „Er is hier
geen plaats meer!"
En de goedgeloovigen liepen door, zoch
ten een anderen coupé. Maar niet aldus
meneer Claude Treniouchet, groothandelaar
in gevogelte, een stevig 'heerschap, zwaar
gebouwd en met een hoogroode kleur op
zijn ietwat guitig gezicht. Bij de verklaring
van mejuffrouw Brouillard dat er geen
plaats meer was, keek hij het onoogelijke,
kleine, hoekige figuurtje met d'r kromme
neus en phper- en zoutkleurige haren eens
aan zooals een olifant een muis zou aan
kijken en stapte toen zwijgend, haar be
daard met de 'hand op zij iluwend, den
coupé binnen.
„Neem me niet lcwalijk", zei hij, „maar in
een pleiziertrein bewaart men geen plaat
sen We moeten elkaar een beetje helpen,
kijk nu eens, wij tweeën nemen niet meer
plaats in dan twee gewone menschen, wat
ik te veel noodig heb, houdt gij over". En
als toegevend aan oen opwelling van mensch
Levendheid en medelijden met de menschen
die zenuwachtig heen en weer liepen, zoe
kend naar een ooupé, ging hij aan 't portier
staan en riep met krachtige stem: „Hier
heen, hier zijn nog acht plaatsen."
De liefhebbers holden tce- Eerst een drie
tal, een moeder met twee aardige dochters,
tusschen wier frissche lippen, als ze glim
lachten, een paar rijen heldere tanden kwa
men uitblinken, gevolgd door een jongen
man, die dé moeder opvallend veel attentie
bewees. Hij borg direct haar taschje in
het bagagenet, wees haar 't beste plaatsje
aan en eerst nadat zij goed en wel gezeten
was, keek hij zelf naar een plaatsje uit en
vergenoegde zich met een bescheiden
'plekje naast een harer dochters. Het bleek
weldra, dat de belangstelling voor demoe
der indirect haar erfgename gold.
Tremouchet ging door met aan het por
tier. te roepeti, dat er nog vier plaatsen
waren.
Nu kwam een bejaard man in met een
overjas aan en een hoogen hoed op. Voor
hij plaats genomen had, zei hij op z'n minst-
zes of zeven keer „pardon meneer! pardon
juffrouw!" en ging toen op 't kantje van de
bank zitten om zijn medereizigers niet te
hinderen.. Na Kem stapte een huisvader in,
die nauwelijks gezeten een bundel kranten
voor den dag haalde en begon te lezen, ter
wijl hij er telkens tusschen door bromde:
„Houd je stil", een vermaning, welke voor
al voor zijn dochter tamelijk overbodig
was, die als een beeld der onbeweeglijk
heid naast hem zat.
De ooupé begon vol te worden. Men zou,
zelfs kunnen.zeggen, dat het zoo wel was,
toen een stem van buiten riepr ..Is er nog
een klein plaatsje hier?"
..D'r is altijd plaats", antwoordde Tre
mouchet, „vooral voor u, juffrouw Bccu-
chard."
..Kijk, daar is TremouchetWat toeval
lig!"
Met beliulp jan den stevigen man heesch
ze twee groote manden in den coupé, ver
volgens kwam ye" er zelf niét zonder,groote
moeite bij. Men schikte waf op om plaats
voor haar te maken.
Juffrouw Brouillard was woedend, vooral -
toen ze een v.an die manden naast zich
kreeg.
„Wees maar niet bezorgd," zei de pas
gekomene. ,Wat daar inzit gaapt wel, maar
bijt niet. Ik neem den pleiziertrein maar
pm voor zaken naar "FbuilIy-les-Rochers te
gaan."
„Hé. dat dce ik ook", riep Tremouchet
lachend uit.
De oude heer dacht, dat meri lot hem het
woord richtte en zei met eeh vriendelijk
lachtje:
„Ik dank u vriendelijk. Ik zit hier heel
goed. 't Is mij hetzelfde of ik achteruit
rijd."
Algemeenc verwondering. De reizigers
.zagen elkaar aan.
„Wacht even", zei Tremoiichët. toen tot
den ouden heer: „Bent u misschien een
beetje hardhoorig, meneer?".
Juist, ik heb nog nooit de zee gezien.,
ik dacht, dat het. nu een mooie gelegenheid
was".
„Mijn vriend", schreeuwde de wildhande-
laar met een ernstig gezicht den ouden
heer tóe, „ik wensoh je Gods besten ze
gen."
,JDat dacht ik ook", antwoordde de oude
heer.
Allen braken in lachen uit, alleen juf
frouw Zoé, ingedrongen1 in d'r hoekje
zuchtte
„Wat een reis, wat een reis!"
Men reed verder, 't was' nu nacht gewor
den en de duisternis was volkomen. Men
■had de lampen wel aangestoken, maar
ze waren uitgegaan, terwijl men de forti
ficaties voorbijging Ze konden eerst hal
verwege de reis, waar een station was,
worden aangestoken. De meesten zochten
hun heil in een dutje, uitgezonderd Tre
mouchet en mejuffrouw Bécuhard, die druk
over den prijs van Ihet gevogelte zaten te
onderhandelen nu en voor tien jaar,
„Kijk," zei plotseling de wildhandelaar,
„het licht! Verduiveld, we krijgen onweer
en flink ook. Enfin ons is dat hetzelfde,
maar de armo lui die gaan om de zee te
zien, zullen van een koude kermis thuis
komen. Ze zullen niet veel meer zien dan
mist en regen. Enfin, ik kan bet ook niet
verbeteren."
Plotseling hield de trein stil. Gewekt
door den schok en denkend aan een onge
luk, drongen alle reizigers naar bet por
tier, de arme Zoé halfdood drukkend in d'r
hoekje bij het raam.
„Houdt xi maar bedaard," riep de con
ducteur, „d'r is geen gevaar, de goederen
trein. die ons vooruitreed, is gederailleerd
t zal gauw in orde zijneen paar
uurtjes hoogstens."
„Wat een verschrikkelijkheid.'", zuchtte
juffrouw Zoé, „nog twee uur langer opeen
gepakt te moeten zitten."
't is ons 't zelfde", zei Tremouchet be
daard. ,,we zullen toch altijd vroeg genoeg
voor de markt zijn."
„Zijn we er al?" vroeg de oude heer.
„Het komt me inderdaad voor dat ik het
gedruisch der zee al hoor."
„Wees maar bedaard, oudje, we zijn
zoowat op de helft, in de vlakten van Ar-
fcois."
„Dank u, het is dus een der voornaam
ste stations? weët u dit niet."
Om halfvier 's morgens kwam men te
Fouilly-les-Bochers aan. De dag begon aan
te breken, grauw, vochtig en mistig. Het
stofregende zoo nu en dan erg. Iedereen
vluchtte zoo gauw mogelijk naar een hotel
of café, waar men moeite had binnen te
komen Toen de dag was aangebroken,
klaarde het weer wat op. Men snelde naar
het strand; Maar de lucht 'bleek nog nevel
achtig, van het grootsche vergezicht dat
men te genieten hoopte geen sprake. Men
troostte zich, 't was nog geen avond, 't weer
kon nog opklaren.
't Was vergeefsche hoop geweest; toen
ze tegen den avond in den trein plaats na
men was het nog even mistig, viel de stof
regen met even geregelde buien, was liet
weer nog even somber als toen men aan
kwam.
De zee had niemand gezien. De zeebaar-
voor men gekomen was, waarnaar men ver
langd bad.
Om 'halftwee 's Zondagsnachts kwam
men weer te Parijs terug, kcud, huiverig
cn nat.
„Een leuke reis geweest", zei Tremouchet,
toen hij uit den trein stapte.'
„Dat noemen ze nu een pleizicrreis
mompelde juffrouw Zoé, d'r boeltje bij
elkaar pakkend, „al word ik honderd jaar
ik ga nooit meer mee."
„Hoe ka-n ze 't zeggen," zei het jong-
mensch, dat .voor de moeder met do twee
dochters zooveel bezorgdheid getoond had,
„ik vind het heerlijk geweest."
Een dankbare blik uit een paar vroolijke
meisjesoogen beloonde hem voor die woor
den.
MYSTIFICATIE.
Z'n leven was eigenlijk, yond-ie, niets an
ders dan een voortdurend hersengemartel
om anet z'n geld van de eene maand in de
andere te komen, 't Was schipperen en dik
wijls moest z'n schuitje door de familie,
waar ie „kc-st en huiselijk verkeer" had, op
't sleeptouw genomen worden om varende
te blijven.
Den eersten van de maand, als hij de min
stens acht-en-twintig dagen met ongeduld
verbeide .duitjes op het bctaalkantoor in
ontvangst genomen had, welde wel eens een
oogenblik op z'n thuisreis van den betaal
meester, de eenige keër in de maand, dat-ie
do,or dat lekkere zwaar-van-geld-gevcel aa-n
z'n linkerbroekzak herinnerd werd. de ge
dachte in hem, dat-ie nu uit den pekel was
en zijn een moment van geldzorg bevrijde
hersenen gingen zich vermeien in het be
peins van plannen, om te blijven uit de
geldzorg, welke zoetjesaan een kwaal ge
worden was, die hem niet meer met rust
liet., zelfs geen dag.
En te-tellen liep-ie dan en te rekenen, en
't krioelde in z'n hoofd van cijfer» als op
't. Heitje van een plattelandsch 'kruidenier,
maar 't waren slechts kleine besparingen,
die liij te maken wist door z'n boorden en
manchetten een paar dagen langer te dra
gen, door 's avonds een keer minder 'n glas
■bier te gaan drinken, door voortaan siga
ren van dc zes om een dubbeltje in plaats
van de- vier te rooken. Toch hoopte .ie zoo
met z'n igckl rond te komen, zoowat, en heer
lijk© beelden, rezen voor z'n geest van zor
geloos leven en lekker bewustzijn van
zijn bezit eener portemonnaie, waaruit al
thans in 't uiterste geval wat te halen zou
zijn.
Maar als-ie dan lekker van het plannen-
bepeins thuis kwam, werden weggecijferd
ineens die beerlijkheden-in-'t-verschiet door
schorrige knarsstem van hospita, die voor
las een heel lijstje van verschotten, die-ie
nóg te" betalen had van de vorige maand.
En 't slot was doorgaans, dat-ie haar cle
mentie inroepen moest nog. om althans een
paar gulden over to houden, waarmee hij
dan weer een hcelc maand langnieuwe
schulden maken kon en practïsch ervaren,
dat het onmogelijk was om 't zoo vol to
houden.
Geen directeuren van maatschappijen,
geen burgemeesters, geen ministers van
financiën hebben ooit met zoo ernstige zorg
d'r hersenen suf gemarteld, hoe ze d'r be
grooting kloppend zouden maken, dan bij
het vraagstuk zijner financiën v onder de
oogen zag, maar plan voor plan bleek on
uitvoerbaar of buiten z'n macht te liggen
en het bleef tobben intusschen en scharre
len van den ochtend tot den avond.
„Trouw 'n meisje met geld", adviseerde
soms z'n geldnood, „welk meisje ni?t gela
zou nou een onderwijzer met een salaris
van vijfhonderd gulden nemen", ontmoe
digde het terug, „as je trouwt komt er van
je studie niks meer en haal je je hoofd
act© nooit", waarschuwde z'n. verstand. En
't werd een steekspel in z'n hersenen dan
soms tusschen z'n gezond verstand, z'n geld
nood en z'n twijfel, dat-ie heelemaal de
Muts er van kwijt raakte ten slotte en
concludeerde dat dat middel heelemaal
niet in aanmerking kwam.
Dan dook aarzeling op of-ie met een ver
haaltje of 'n versje probeëren zou wat. bet
kon bijdragen om de debet- en credietbla-
den in zijn levensboek meer ge'iijksluitend
te maken. Maar zijn instinctmatig naar 'n
•boekenplankje dwalende blik bleef haperen
daar aan een boelen bundel papieren, bet
waren verzen en schetsen, die na van re-
da'ctiebureau tót redaotiebureau gereisd te
hebben, ten slotte tot het punt van uitgang
waren teruggekeerd, en die hem aan te
grijnzen lagen nu, of ze hem er een verwijt
van maakten, dat-ie ze tot nuttelooze din
gen in het leven geroepen had.'Wel wist hij
beter, bad hij bewijzen zwart op wit, dat ze
er* lagen, omdat^de redacties overvloed'had
den .van kopie, maar deze v.etcnsc\ap was
tevens hem een aanwijzing om het toch
maar liever met wat anders te probeeren,
bij voorbeeld het maken van voordrachten
en gelegenheid sgediehtcn
Iïad hij een vijf en twintig Jaar later ge
leefd, dan zouden misschien de populariteit
van Abr. de Winter, het succes van Speen
hof! de gedachtenis aan Willem van Zuy-
len hem bemoedigd hebben, misschien lie-
invloed tot grootcre dingen in de wereld
der vermakelijkheid, maar nog waren hun
sterren niet opgegaan aan den Holland-
schen kunsthemel. De eerste schreden
door hem gezet op het glibberige pad der
betaalde geestigheid deed hem ontglijden
en neerplatsen, dat 'm de lust ontging voor
altijd om zich te wagen ooit weer in die
richting.
Pogingen om door het geven van privaat
lessen wat zich beter aan z'n ambtsbe
zigheden aanpaste er wat bij te verdie
nen werden verijdeld door absoluut gebrek
aan leerlingen.
Moe van hersengekwel somberde in hem
schrikbcwustzijn dat het tobben blijven
zou zonder vooruitzicht en spijt sarde in
'm waarom-ie ook niet liever timmerman
was geworden of metselaar dan school
meester, wat voor hem zoo zoetjesaan sy
noniem begon te worden met hongerlijden.
Uren kon-ie met z'n kostheer, die 'n aar
dige man was en hem graag mocht, zitten
overleggen, hoe-ie 't aan zon leggen om in
ietwat levenswaardiger levensconditie te
komen, zonder "flat de arbeid van hun bei
der hersenen effectvolle, uitkomsten gaf.
Toen op 'n keer ried deze hem, hij zou
het eens probeeren met een advertentie,
waarin hij lees- en schrijflessen aanbood
aan volwassenen, desgewenscht met stipte
geheimhouding. D'r zxmden er velen zijn,
dacht-ie, die d'r een lief ding voor over had
den, als ze nog lezen en schrijven leeren
konden, daar kon-ie dus wel 'ns aardig wat.
mee verdienen.
Hij vond het idee nog zoo kwaad niet en
toen z'n kostheer hem te verstaan gaf, dat
hij hem de advertentiekosten zoo noodig
wel zou voorschieten, was z'n besluit geno
men.
Twee dagen nadat z'n geldbehoevende
pleegzoon de advertentie geplaatst bad,
las de kostheer een advertentie in een
ander blad, waarin door een fatsoenlijke
dame vijfhonderd gulden tc leen gevraagd
werden.
D'r gleed 'n schalksche glimlach over z'n
gelaat plots toen-ie de advertentie las.
.Daar kunnen we eens een grapie mee heb
ben," vroolijlrte bet in hem. Hij lei z'n
krant neer en begon td schrijven, schreef
aan de juffrouw, dat-ie niet ongenegen zou
zijn aan haar verzoek te voldoen, dat ze
verder schrijven te richten had aanen
hij zette 'het adres van z'n pleegzoon.
Schijnbaar onverschillig vroeg-ie den vol
genden mórgen of er al brieven gèkomen
waren op de advertentie.
„Een", zei de ander, ,,'k meet er vanmid
dag been."
„Da *6 toch ai; vast iets", bij terug.
4,Wel ziJlen zien", de "ander weer. in wien
hoop leefde al, dat-ie een flinke som zou
kunnen verdienen met z'n extra-les.
Een schoon© boord werd er aan gewaagd
's middags, de schoonste leant van z'n man
chetten zorgvuldig naar voren gedraaid.
Een extra-veegie hier en sfreekje daar
bracht z'n uiterlijk in oen conditie, die veel
gunstiger was dan zijn middelen.
Toen stapte-ie op, kwam aan het opgege
ven adres, waar hij'volgens Instructie juf
frouw Besalie te spreken vroeg.
Schuchter ietwat stelde-ie zich beschei
den aan haar voor, zei dat ie kwam naar
aanleiding van het schrijven op de adver
tentie.'
„Wat 'n kicsche meimer," dacht de juf
frouw, raakte de kluts kwijt door z'n be
scheidenheid, mompelde iets van gegeneerd
zijn, terwijl schaamblosje vloog over d'r
frissche gezichtje.
Hij, moedig wordend door z'n j*estelijk-
de-meerderen zich voelen, stelde haar ge
rust, flapte in bemoedi.gingsijver 't leugen
tje d'r uit, dat. hij al zoo menige dame wat
op gang geholpen had, dat 't niets te be
duiden had, dat niemand er 'iets van be
hoefde te weten dat hij een onderwijzer
was.
De dame, bemoedigd wat, vertelde hem
dat d'r pa ook onderwijzer geweest, was,
ze voelde iets van een toenadering in dit
feit liggen.
„Dan is die toch zeker al vroeg gestor
ven", dacht hij, hield verdere vraag daar
over in om de dame onaangename herinne
ringen te besparen.
Ze bleven nog wat doorpraten, tot-ie
vroeg wanneer het ha-ar 't beste gelegen
zou komen.
..Wanneer 't u gelegen komt is 't mij na
tuurlijk goed zei zij.
„En heeft u gelegenheid mij hier tc ont
vangen of komt u bij mij aan huis?"
.,Öch we- kunnen *b hier wel in orde ma
ken."
..Hoeveel uren in de week hebt u er voor
over?" vroeg hij verder.
„Wat belieft u?:' verwonderstemde zij.
..Hoeveel lessen u per week wilde nemen?'
verduidelijkte hij zichzelf.
„Les-sen nc-men maar meneer, U
zondt toch
,.U heeft, toch geschreven op mijn adver
tentie?" onderbrak hij.
.,U heeft geschreven op mijn advertentie".
Beurt aan hem voor verbazing, hij op
haar advertentie geschreven en wat had
dan in die advertentie gestaan?
En toen vertelde ze hem, dat ze zoo
graag zelf een eigen zaakje in handwerk
jes zou opzetten, ze wou klein beginnen,
maar, vond heb gezelliger dan! winkeljaif-
frouw te blijven altijd, maar had daarvoor
een paar centen noodig; een vriendin had
haar geraden een advertentie te zetten en
dat had ze gedaan, ze had vijfhonderd gul
den te leen gevraagd.
Z'n eerste gedachte was, dat hun beider
geldgebrek vijfhonderd gulden tot grond
slag had. toen nieuwsgierigde de vraag in
hem, hoe de juffrouw op 't idee kwam, dat
hij haar dat geld zou hebben aangeboden,
vroeg of ze z'n brief nog had.
.3
ONS HOEKJE
OVER
OPVOEDING.
BALANS OPMAKEN.
II
Kleine Miesje, ,,'n schat van 'n kind",
maar ,,'n bij-de-handjer', is haar balans
aan 't opmaken. Zij moet voor 't eerst t©
biechten en nu heeft moeder haar een
zondenlijstje ter bestudeering gegeven. Het
is zwaaa: werk voor 't kleine ding en het
was te hopen dat moeder eens hoorde wat
haar engelbewaarder vernam.
„Dikwijls ongehoorzaam geweest" had
Moeder haar als eerste prikkel tot berouw
meegegeven. Het .kleine „ding" erkent wel
dat zij meerdere malen ongehoorzaam was
maar zij beklaagt zich snikkend bij O. L.
Heer dat zij er toch werkelijk dikwijls
„niets aan doen kon", want vader zei, dat
,,'t mocht" en moeder zei. „'t mocht
niet"„de andere zusjes krijgen nooit
straf en Miesje heeft 't. altijd „gedaan".
Vader en Moeder hebben altijd zooveel te
zeggen op alles wat zij doet, dat zij 't nooit
goecl kan doen:„het is ook nooit
goéd",als ik op school ongehoorzaam
ben lacht Vader er om en als ik aan Moe
der ongehoorzaam ben, krijg ik altijd
slaag"
Hoe kan nu lock zoo'n wurm van 'n kind
in dergelijke omstandigheden over veel on
gehoorzaamheid berouw krijgen en een
goed voornemen maken!....
Zouden aldus niet 'menige Vader en
Moeder hun gewetensonderzoek eens
kunnen doen over de ongehoorzaamheid
der kinderen?
„Altijd maar ruzie maken met Henri".
Dit was het tweede punt, waarom zij vol«
gens Moeder naar de hel dreigt te gaan.
'De eerlijke Mies erkent dat zij Henri niet
kan uitstaan. Zij kan niets van hem ver
dragen en heeft niets voor hem over. Hier
staat zij in een vreeselijken strijd! Moeder
zegt dat zij daarom niet in den hemel kau
kpmsn en toch: die Henri, altijd die
Henri!.Zij kan hem niet uitstaan! „Ik
weet ook niet hoe dat komt! Ik kan er
niets aan doen," snikt zij!.... Laten wi.i
Miesje evei£ helpen: „wat hebt ze tegen
Henri?" -dat weet ik zelf niet', ik weet
niets van Tiem, ik kan hem nu eenmaal
niet uitstaan!. Ge hebt ook niets t^cen
Henri, kind; weineen, maar je bent geheel
in dc war gebracht door dat. dwaze voor
trekken" van Henri, 't Is alfiid Henri"
en nooit, ook 'ns „Miesje". 'f Is Henri
vóór en Henri na! Hij krijetde zorto
woordjes en jij krijgt de snauw- en crc:n-
parlijen. Henri is moeders enyeltjo er. v u
jou, meent, zij, zal er nooit iets goeds
groeien. Henri krijgt de koekje? en iii
moet het met de kruimeltjes doen! rtecri \s
Vader's en Moeders lieveliny. omd -hij
zoo goed „fleemen" ka-n4 pluimstrijkenen
strooplikken jij bent 'n beetje dn nsscLe-
poelser omdat je zoo rond en ocrlijl* bent:
och ja misschien wel eens wat tc bij-;le-
handscli!,Henri mag altijd mpc en j\ï mort,
thuis blijven. Henri mag binnen 'miven
bij de visite als pronkerij van Moeders
trots en jij moet in de kinderkamer of keu
ken de brommerijen aanhooren van ceu
ontevreden keukenmeid Henri is toch
maar één jaar ouder, Honri kan wel beter
leeren, maar Henri heeft in 't. gehort niet
dien mooien aanleg van karakter als jij:
maar dat mag je niet weten dan zou je
even ar matigend en onhandelbaar wor
den als je vertroetelde en wnreotrokken
broertje!.
..Mies, 't is lijd voor. de kerk! ben' je
klaar?".snibbekt Moedér!.„Neen,
moeder," zou Miesje moeten antwoorden,
„ik kan geen berouw krijgen!".
G. P- J. v. d. BURG.
Bergen Pr.
-.Op 't eerste gezicht horkende-ie 't volle
ronde schrift van z'n kostheer, Jt onthulde
henri't mysterie.
„Ziet u wel", triumistemde juffrouw.
Er somberde iets van spijt in z'n oogen
dat-ie haar teleurstellen moest.
.Juffrouw, men heeft ens er beiden in la
ten loopen. Deze brief is niet door mij ge
schreven. Toen ilc uw brief kreeg, dacht ik
dat u op een advertentie van ïnij geschre
ven had, waarin ik lees- en schrijflessen1
aanbood aan volwassen personen."
Ze keken elkaar een oogenblik zwijgend
aan, toen gleed glimlach over het gelaat
van de dame, ze vond jammer van 'r goede
verwachting, maar 't geval was goed be
schouw^ toch leuk bedacht, en dab ze zelf
zoolang gesproken hadden eer ze er achter
kwamen.
Ook hij voelde 't grappige van het geval,
z'n vroolijkheid er over werd getemperd cch
ter door dc gedachte plots dat-ie dus geen'
enkelen brief nog op z'n advertentie gekre
gen had; En die gedachte kittelde hein tot
toorn op z'n kostheer, die licm zoo gemeen
d'r in laten loopen had, en "m een malt.
figunr had laten maken tegcuovet die
fefa trarss! Ster !5j)
De oorzaak.
Hé, die Marietje huilt den heclcn dag. Ik
begrijp niet, waar het kind al die tranen!
vandaan haalt.
Jantje: Moetje, ze zal toch geen water
hoofd hebben?
Een telegram.
Telegram van een veehandelaar: Kom
pas morgenochtend, wijl varkens niet met
den avondtrein vervoerd worden.
De pantoffelheld.
Vriend: Ga je nu alweer naar huis?
AutomobilistJamijn vrouw heeft ma
maar voor vijf kilometer benzine meegege
ven 1