Anecdoten. KALENDER DER WEEK N.B. Als niet anders wordt aangegeven, hééft in deze week iedere H. Mis Gloria en de Prefatie van Pasdien (in te vullen: vooral in dezen tijd). ZONDAG 27 April. Beloken Pa- 6c li e n. Mis: Quasi modo. 2e gebed v. d. H. Egbertus. (Zie in bet Feesteigen v. h. Bisdom Haarlem). Credo. Kleur: W i t. De-ze Zondag wordt genoemd: Dominica in Albis, d.i. do Zondag, waarop de witte (doop) kleeren worden afgelegd. De op Paaschzaferdag gedoopten droegen vroe ger gedurende het geheele Paasclioctaaf een lang wit gewaad, a's herinnering aan de onschuld in het H. Doopsel verkregen. Tn dat wit gewaad waTen zij iederen dag bij bet H. Misoffer tegenwoordig; op den octaafdag voor 't eerst in'gewone k'eeren. In dH verband dienen de Misgebeden te worden verstaan. Als pasgeboren kinderen in Christus moeten de n'euwgedoopten een oprecht verlangen hebben naar de onvervaksclile melk der Christelijke Leer (Introilus). Hun geloof moet groeien. A's uit God ge borenen zul'en zij door het. geloof aan Jesus' Godheid, aan Vader, Zoon en H. Geest, de wereld (ketterij en ongeloof) overwinnen. (Epistel). Mocht hun door God gewilde reinheid des harten hesmet wor den door eenige zonde, dan kan zij weer worden teruggewonnen in het H. Sacra ment der Biecht, ingesteld op den Verrij- zenisdag door Christus bij Zijne verschij ning aan Zijne Apostelen. Deze verschij ning en die van acht dagen later waarin de H. Thomas overtuigd werd, verhaal! ons bet H. Evangelie. 'Door dit H. Evan gel-e te laten lezen maakt de H. Kerk de bedoeb'ng van den H. Joannes tot de hare: „Opdat de pasgedoopten geloovèn mogen, dat Jesus Christus is de Zoon Gods en zi; ge'oo ven de het (eeuwig) leven moger. hebben in Zijn Naam." Alleluja-vers on Offertorium spreken ons van Christus' verrijzenis. De Communio is naar aau'ei- ding van Thomas' ongeloof een laatste op wekking tot ge'oof Dit alles moet ons ber inneren aan ons eigen doopsel en ons op wekken om de reinheid des harten (Paaschlrecht en Paaschcommunie) te be waren, als wij eens met Christus willen vcrr'izen ten eeuwigen leven. p*AAMDAG 28 April. Feestdag v. d. H. M ar c u s, Evange'ist. M i s: P r o- tenisti. 2e gebed v. d. H. Paulus v. h. Kru's en 3e (al'een ni slil'e H. Missen) v. d. H. Vitalis. Credo. Prefate v. tl. AnosteLn. Klpur: Bood. DINSDAG 29 April. Mis v. d H. Pc- t r u s v. Verona, Martelaar. Prote- n s t i. Kleur: R o o d. Ofschoon uit keltersche ouders geboren, vertrouwde zijn vader Petrus toch toe aan een ijverig Katholiek leermeester, van wien Petrus het ware geloof leèrde ken nen. Naar de hoo°eschool van Bológna gezonden walgde Petrus van bet heer- Schendé zédébctferf en besloot de wereld te verlaten. Op 15-iarigen leeftiid ontving hij het Ordeskleed v. d. H. Dominieus. Als Domiircaan predikte hij de ware Leer tot bestrijding der ketterij van de Maiib- cheën. Op 46-jarigen leeftijd maakten twee houwen in het hoofd en een dolk steek in de zijde een einde aan zijn ver dienstelijk leven. WOENSDAG 30 April. M i s v. d. H. Cat har in a van Siëna, Maagd. Di- lejrsfi. Kleur: "W i t. N.B. Men denke er aan. in de Meebe den, genomen uit bet* Gemeenschappelijke der Bisschoppen. Martelaren emz., wan neer deze niet bijzonder voor den Paaschtijd zijn opgesteld achter den Introïtus tweemaal' en achter Offertorium en Communio éénmaal Alle luja te zeggen en in plaats van het Gra duale het aangegeven Alleluja-vers. Deze regel geldt ook voor de Misgebeden van d.e Heiligen, di'e eigen, niet voor den Paaschtijd opgestelde, Misgebeden heb ben. DONDERDAG 1 klei. M i s v. d. H.H. P k i I i p p u s en Jacobus (de Min dere), Apostelen en Martelaren. Clamave- runt. Credo. TPrefatio v. d. Apostelen. Iv'eur: Bood. De H. Philippus bekeerde bijna bet ge heele volk der Scythen tot het geloof in 'Jesus Chrisius. Aan het kruis opgehan gen, is zijn lichaam gesteentfgd. De H. Jacobus was Jerusalem's eerste Bisschop. Eerst gesteenigd en daarna vanaf den hoogen tempel naar beneden geworpen stierf hij op 99-jarigen leeftijd den Marteldood, na .de kerk van Jerusa lem 33 jaTen te hebben bestuurd. VRIJDAG 2 Mei. Mis van de H. Kerkwijding der Kathedrale kerk van Haarlem. Terribilis est. (Zie het. Gemeen schappelijke v. Kerkwij ding). 2e gebed (alleen in stille H.H. Mis sen) v. d. H. Athanasins. Credo. Kleur: kV i t. N.B. In het Stil gebed wordt wat. tus- acben haakjes staat (buiten de Kathe draal) weggelaten. ZATERDAG 3 M.ei. Mis r. d. H. Kruisvinding: No-s autem. 2e gebed v. d. H. Alexander en Gezellen (alleen i'n stille H.H. Missen). Prefatie v. h. H. Kruis. Kleur der Misgewaden: Bood. Bij het zoeken naar het H. Kruis van 'Christus vond de H. Helena driie kruisen. Ken wonder wees bet H. Kruis van Chris tus. Een doodzieke vrouw n.l. werden de Sruison één voor 'één opgelegd. Alleen bet derde bracht haar genezing. Deze gebeur tenis herdenkt de H. Kerk op dezen dag. Lisse. A. M. KOK, Pr. ding gebruik te maken om de zee eens te Bien. De gelukkigen, die een biljet bemachtigd hadden, want het bleek dat er veel meer Kvraagd waren, dan men er in voorraad d', haastten zich dien 1*7 Juli-Zaterdag- avond naar het station, begeerig zich een liooi plaatsje in den trein te verzekeren. Juffrouw Zoé Brouillard, die een van de .eersten was. aangekomen, had een nog Iee- gen coupé bemachtigd; ze spreidde haar mantel, haar reistasch, d'r parapluic, twee kranten en een boekop de banken' uit en plaatste zich manhaftig voor het portier, terwijl ze voortdurend riep: „Er is hier geen plaats meer!" En de goedgeloovigen liepen door, zoch ten een anderen coupé. Maar niet aldus meneer Claude Treniouchet, groothandelaar in gevogelte, een stevig 'heerschap, zwaar gebouwd en met een hoogroode kleur op zijn ietwat guitig gezicht. Bij de verklaring van mejuffrouw Brouillard dat er geen plaats meer was, keek hij het onoogelijke, kleine, hoekige figuurtje met d'r kromme neus en phper- en zoutkleurige haren eens aan zooals een olifant een muis zou aan kijken en stapte toen zwijgend, haar be daard met de 'hand op zij iluwend, den coupé binnen. „Neem me niet lcwalijk", zei hij, „maar in een pleiziertrein bewaart men geen plaat sen We moeten elkaar een beetje helpen, kijk nu eens, wij tweeën nemen niet meer plaats in dan twee gewone menschen, wat ik te veel noodig heb, houdt gij over". En als toegevend aan oen opwelling van mensch Levendheid en medelijden met de menschen die zenuwachtig heen en weer liepen, zoe kend naar een ooupé, ging hij aan 't portier staan en riep met krachtige stem: „Hier heen, hier zijn nog acht plaatsen." De liefhebbers holden tce- Eerst een drie tal, een moeder met twee aardige dochters, tusschen wier frissche lippen, als ze glim lachten, een paar rijen heldere tanden kwa men uitblinken, gevolgd door een jongen man, die dé moeder opvallend veel attentie bewees. Hij borg direct haar taschje in het bagagenet, wees haar 't beste plaatsje aan en eerst nadat zij goed en wel gezeten was, keek hij zelf naar een plaatsje uit en vergenoegde zich met een bescheiden 'plekje naast een harer dochters. Het bleek weldra, dat de belangstelling voor demoe der indirect haar erfgename gold. Tremouchet ging door met aan het por tier. te roepeti, dat er nog vier plaatsen waren. Nu kwam een bejaard man in met een overjas aan en een hoogen hoed op. Voor hij plaats genomen had, zei hij op z'n minst- zes of zeven keer „pardon meneer! pardon juffrouw!" en ging toen op 't kantje van de bank zitten om zijn medereizigers niet te hinderen.. Na Kem stapte een huisvader in, die nauwelijks gezeten een bundel kranten voor den dag haalde en begon te lezen, ter wijl hij er telkens tusschen door bromde: „Houd je stil", een vermaning, welke voor al voor zijn dochter tamelijk overbodig was, die als een beeld der onbeweeglijk heid naast hem zat. De ooupé begon vol te worden. Men zou, zelfs kunnen.zeggen, dat het zoo wel was, toen een stem van buiten riepr ..Is er nog een klein plaatsje hier?" ..D'r is altijd plaats", antwoordde Tre mouchet, „vooral voor u, juffrouw Bccu- chard." ..Kijk, daar is TremouchetWat toeval lig!" Met beliulp jan den stevigen man heesch ze twee groote manden in den coupé, ver volgens kwam ye" er zelf niét zonder,groote moeite bij. Men schikte waf op om plaats voor haar te maken. Juffrouw Brouillard was woedend, vooral - toen ze een v.an die manden naast zich kreeg. „Wees maar niet bezorgd," zei de pas gekomene. ,Wat daar inzit gaapt wel, maar bijt niet. Ik neem den pleiziertrein maar pm voor zaken naar "FbuilIy-les-Rochers te gaan." „Hé. dat dce ik ook", riep Tremouchet lachend uit. De oude heer dacht, dat meri lot hem het woord richtte en zei met eeh vriendelijk lachtje: „Ik dank u vriendelijk. Ik zit hier heel goed. 't Is mij hetzelfde of ik achteruit rijd." Algemeenc verwondering. De reizigers .zagen elkaar aan. „Wacht even", zei Tremoiichët. toen tot den ouden heer: „Bent u misschien een beetje hardhoorig, meneer?". Juist, ik heb nog nooit de zee gezien., ik dacht, dat het. nu een mooie gelegenheid was". „Mijn vriend", schreeuwde de wildhande- laar met een ernstig gezicht den ouden heer tóe, „ik wensoh je Gods besten ze gen." ,JDat dacht ik ook", antwoordde de oude heer. Allen braken in lachen uit, alleen juf frouw Zoé, ingedrongen1 in d'r hoekje zuchtte „Wat een reis, wat een reis!" Men reed verder, 't was' nu nacht gewor den en de duisternis was volkomen. Men ■had de lampen wel aangestoken, maar ze waren uitgegaan, terwijl men de forti ficaties voorbijging Ze konden eerst hal verwege de reis, waar een station was, worden aangestoken. De meesten zochten hun heil in een dutje, uitgezonderd Tre mouchet en mejuffrouw Bécuhard, die druk over den prijs van Ihet gevogelte zaten te onderhandelen nu en voor tien jaar, „Kijk," zei plotseling de wildhandelaar, „het licht! Verduiveld, we krijgen onweer en flink ook. Enfin ons is dat hetzelfde, maar de armo lui die gaan om de zee te zien, zullen van een koude kermis thuis komen. Ze zullen niet veel meer zien dan mist en regen. Enfin, ik kan bet ook niet verbeteren." Plotseling hield de trein stil. Gewekt door den schok en denkend aan een onge luk, drongen alle reizigers naar bet por tier, de arme Zoé halfdood drukkend in d'r hoekje bij het raam. „Houdt xi maar bedaard," riep de con ducteur, „d'r is geen gevaar, de goederen trein. die ons vooruitreed, is gederailleerd t zal gauw in orde zijneen paar uurtjes hoogstens." „Wat een verschrikkelijkheid.'", zuchtte juffrouw Zoé, „nog twee uur langer opeen gepakt te moeten zitten." 't is ons 't zelfde", zei Tremouchet be daard. ,,we zullen toch altijd vroeg genoeg voor de markt zijn." „Zijn we er al?" vroeg de oude heer. „Het komt me inderdaad voor dat ik het gedruisch der zee al hoor." „Wees maar bedaard, oudje, we zijn zoowat op de helft, in de vlakten van Ar- fcois." „Dank u, het is dus een der voornaam ste stations? weët u dit niet." Om halfvier 's morgens kwam men te Fouilly-les-Bochers aan. De dag begon aan te breken, grauw, vochtig en mistig. Het stofregende zoo nu en dan erg. Iedereen vluchtte zoo gauw mogelijk naar een hotel of café, waar men moeite had binnen te komen Toen de dag was aangebroken, klaarde het weer wat op. Men snelde naar het strand; Maar de lucht 'bleek nog nevel achtig, van het grootsche vergezicht dat men te genieten hoopte geen sprake. Men troostte zich, 't was nog geen avond, 't weer kon nog opklaren. 't Was vergeefsche hoop geweest; toen ze tegen den avond in den trein plaats na men was het nog even mistig, viel de stof regen met even geregelde buien, was liet weer nog even somber als toen men aan kwam. De zee had niemand gezien. De zeebaar- voor men gekomen was, waarnaar men ver langd bad. Om 'halftwee 's Zondagsnachts kwam men weer te Parijs terug, kcud, huiverig cn nat. „Een leuke reis geweest", zei Tremouchet, toen hij uit den trein stapte.' „Dat noemen ze nu een pleizicrreis mompelde juffrouw Zoé, d'r boeltje bij elkaar pakkend, „al word ik honderd jaar ik ga nooit meer mee." „Hoe ka-n ze 't zeggen," zei het jong- mensch, dat .voor de moeder met do twee dochters zooveel bezorgdheid getoond had, „ik vind het heerlijk geweest." Een dankbare blik uit een paar vroolijke meisjesoogen beloonde hem voor die woor den. MYSTIFICATIE. Z'n leven was eigenlijk, yond-ie, niets an ders dan een voortdurend hersengemartel om anet z'n geld van de eene maand in de andere te komen, 't Was schipperen en dik wijls moest z'n schuitje door de familie, waar ie „kc-st en huiselijk verkeer" had, op 't sleeptouw genomen worden om varende te blijven. Den eersten van de maand, als hij de min stens acht-en-twintig dagen met ongeduld verbeide .duitjes op het bctaalkantoor in ontvangst genomen had, welde wel eens een oogenblik op z'n thuisreis van den betaal meester, de eenige keër in de maand, dat-ie do,or dat lekkere zwaar-van-geld-gevcel aa-n z'n linkerbroekzak herinnerd werd. de ge dachte in hem, dat-ie nu uit den pekel was en zijn een moment van geldzorg bevrijde hersenen gingen zich vermeien in het be peins van plannen, om te blijven uit de geldzorg, welke zoetjesaan een kwaal ge worden was, die hem niet meer met rust liet., zelfs geen dag. En te-tellen liep-ie dan en te rekenen, en 't krioelde in z'n hoofd van cijfer» als op 't. Heitje van een plattelandsch 'kruidenier, maar 't waren slechts kleine besparingen, die liij te maken wist door z'n boorden en manchetten een paar dagen langer te dra gen, door 's avonds een keer minder 'n glas ■bier te gaan drinken, door voortaan siga ren van dc zes om een dubbeltje in plaats van de- vier te rooken. Toch hoopte .ie zoo met z'n igckl rond te komen, zoowat, en heer lijk© beelden, rezen voor z'n geest van zor geloos leven en lekker bewustzijn van zijn bezit eener portemonnaie, waaruit al thans in 't uiterste geval wat te halen zou zijn. Maar als-ie dan lekker van het plannen- bepeins thuis kwam, werden weggecijferd ineens die beerlijkheden-in-'t-verschiet door schorrige knarsstem van hospita, die voor las een heel lijstje van verschotten, die-ie nóg te" betalen had van de vorige maand. En 't slot was doorgaans, dat-ie haar cle mentie inroepen moest nog. om althans een paar gulden over to houden, waarmee hij dan weer een hcelc maand langnieuwe schulden maken kon en practïsch ervaren, dat het onmogelijk was om 't zoo vol to houden. Geen directeuren van maatschappijen, geen burgemeesters, geen ministers van financiën hebben ooit met zoo ernstige zorg d'r hersenen suf gemarteld, hoe ze d'r be grooting kloppend zouden maken, dan bij het vraagstuk zijner financiën v onder de oogen zag, maar plan voor plan bleek on uitvoerbaar of buiten z'n macht te liggen en het bleef tobben intusschen en scharre len van den ochtend tot den avond. „Trouw 'n meisje met geld", adviseerde soms z'n geldnood, „welk meisje ni?t gela zou nou een onderwijzer met een salaris van vijfhonderd gulden nemen", ontmoe digde het terug, „as je trouwt komt er van je studie niks meer en haal je je hoofd act© nooit", waarschuwde z'n. verstand. En 't werd een steekspel in z'n hersenen dan soms tusschen z'n gezond verstand, z'n geld nood en z'n twijfel, dat-ie heelemaal de Muts er van kwijt raakte ten slotte en concludeerde dat dat middel heelemaal niet in aanmerking kwam. Dan dook aarzeling op of-ie met een ver haaltje of 'n versje probeëren zou wat. bet kon bijdragen om de debet- en credietbla- den in zijn levensboek meer ge'iijksluitend te maken. Maar zijn instinctmatig naar 'n •boekenplankje dwalende blik bleef haperen daar aan een boelen bundel papieren, bet waren verzen en schetsen, die na van re- da'ctiebureau tót redaotiebureau gereisd te hebben, ten slotte tot het punt van uitgang waren teruggekeerd, en die hem aan te grijnzen lagen nu, of ze hem er een verwijt van maakten, dat-ie ze tot nuttelooze din gen in het leven geroepen had.'Wel wist hij beter, bad hij bewijzen zwart op wit, dat ze er* lagen, omdat^de redacties overvloed'had den .van kopie, maar deze v.etcnsc\ap was tevens hem een aanwijzing om het toch maar liever met wat anders te probeeren, bij voorbeeld het maken van voordrachten en gelegenheid sgediehtcn Iïad hij een vijf en twintig Jaar later ge leefd, dan zouden misschien de populariteit van Abr. de Winter, het succes van Speen hof! de gedachtenis aan Willem van Zuy- len hem bemoedigd hebben, misschien lie- invloed tot grootcre dingen in de wereld der vermakelijkheid, maar nog waren hun sterren niet opgegaan aan den Holland- schen kunsthemel. De eerste schreden door hem gezet op het glibberige pad der betaalde geestigheid deed hem ontglijden en neerplatsen, dat 'm de lust ontging voor altijd om zich te wagen ooit weer in die richting. Pogingen om door het geven van privaat lessen wat zich beter aan z'n ambtsbe zigheden aanpaste er wat bij te verdie nen werden verijdeld door absoluut gebrek aan leerlingen. Moe van hersengekwel somberde in hem schrikbcwustzijn dat het tobben blijven zou zonder vooruitzicht en spijt sarde in 'm waarom-ie ook niet liever timmerman was geworden of metselaar dan school meester, wat voor hem zoo zoetjesaan sy noniem begon te worden met hongerlijden. Uren kon-ie met z'n kostheer, die 'n aar dige man was en hem graag mocht, zitten overleggen, hoe-ie 't aan zon leggen om in ietwat levenswaardiger levensconditie te komen, zonder "flat de arbeid van hun bei der hersenen effectvolle, uitkomsten gaf. Toen op 'n keer ried deze hem, hij zou het eens probeeren met een advertentie, waarin hij lees- en schrijflessen aanbood aan volwassenen, desgewenscht met stipte geheimhouding. D'r zxmden er velen zijn, dacht-ie, die d'r een lief ding voor over had den, als ze nog lezen en schrijven leeren konden, daar kon-ie dus wel 'ns aardig wat. mee verdienen. Hij vond het idee nog zoo kwaad niet en toen z'n kostheer hem te verstaan gaf, dat hij hem de advertentiekosten zoo noodig wel zou voorschieten, was z'n besluit geno men. Twee dagen nadat z'n geldbehoevende pleegzoon de advertentie geplaatst bad, las de kostheer een advertentie in een ander blad, waarin door een fatsoenlijke dame vijfhonderd gulden tc leen gevraagd werden. D'r gleed 'n schalksche glimlach over z'n gelaat plots toen-ie de advertentie las. .Daar kunnen we eens een grapie mee heb ben," vroolijlrte bet in hem. Hij lei z'n krant neer en begon td schrijven, schreef aan de juffrouw, dat-ie niet ongenegen zou zijn aan haar verzoek te voldoen, dat ze verder schrijven te richten had aanen hij zette 'het adres van z'n pleegzoon. Schijnbaar onverschillig vroeg-ie den vol genden mórgen of er al brieven gèkomen waren op de advertentie. „Een", zei de ander, ,,'k meet er vanmid dag been." „Da *6 toch ai; vast iets", bij terug. 4,Wel ziJlen zien", de "ander weer. in wien hoop leefde al, dat-ie een flinke som zou kunnen verdienen met z'n extra-les. Een schoon© boord werd er aan gewaagd 's middags, de schoonste leant van z'n man chetten zorgvuldig naar voren gedraaid. Een extra-veegie hier en sfreekje daar bracht z'n uiterlijk in oen conditie, die veel gunstiger was dan zijn middelen. Toen stapte-ie op, kwam aan het opgege ven adres, waar hij'volgens Instructie juf frouw Besalie te spreken vroeg. Schuchter ietwat stelde-ie zich beschei den aan haar voor, zei dat ie kwam naar aanleiding van het schrijven op de adver tentie.' „Wat 'n kicsche meimer," dacht de juf frouw, raakte de kluts kwijt door z'n be scheidenheid, mompelde iets van gegeneerd zijn, terwijl schaamblosje vloog over d'r frissche gezichtje. Hij, moedig wordend door z'n j*estelijk- de-meerderen zich voelen, stelde haar ge rust, flapte in bemoedi.gingsijver 't leugen tje d'r uit, dat. hij al zoo menige dame wat op gang geholpen had, dat 't niets te be duiden had, dat niemand er 'iets van be hoefde te weten dat hij een onderwijzer was. De dame, bemoedigd wat, vertelde hem dat d'r pa ook onderwijzer geweest, was, ze voelde iets van een toenadering in dit feit liggen. „Dan is die toch zeker al vroeg gestor ven", dacht hij, hield verdere vraag daar over in om de dame onaangename herinne ringen te besparen. Ze bleven nog wat doorpraten, tot-ie vroeg wanneer het ha-ar 't beste gelegen zou komen. ..Wanneer 't u gelegen komt is 't mij na tuurlijk goed zei zij. „En heeft u gelegenheid mij hier tc ont vangen of komt u bij mij aan huis?" .,Öch we- kunnen *b hier wel in orde ma ken." ..Hoeveel uren in de week hebt u er voor over?" vroeg hij verder. „Wat belieft u?:' verwonderstemde zij. ..Hoeveel lessen u per week wilde nemen?' verduidelijkte hij zichzelf. „Les-sen nc-men maar meneer, U zondt toch ,.U heeft, toch geschreven op mijn adver tentie?" onderbrak hij. .,U heeft geschreven op mijn advertentie". Beurt aan hem voor verbazing, hij op haar advertentie geschreven en wat had dan in die advertentie gestaan? En toen vertelde ze hem, dat ze zoo graag zelf een eigen zaakje in handwerk jes zou opzetten, ze wou klein beginnen, maar, vond heb gezelliger dan! winkeljaif- frouw te blijven altijd, maar had daarvoor een paar centen noodig; een vriendin had haar geraden een advertentie te zetten en dat had ze gedaan, ze had vijfhonderd gul den te leen gevraagd. Z'n eerste gedachte was, dat hun beider geldgebrek vijfhonderd gulden tot grond slag had. toen nieuwsgierigde de vraag in hem, hoe de juffrouw op 't idee kwam, dat hij haar dat geld zou hebben aangeboden, vroeg of ze z'n brief nog had. .3 ONS HOEKJE OVER OPVOEDING. BALANS OPMAKEN. II Kleine Miesje, ,,'n schat van 'n kind", maar ,,'n bij-de-handjer', is haar balans aan 't opmaken. Zij moet voor 't eerst t© biechten en nu heeft moeder haar een zondenlijstje ter bestudeering gegeven. Het is zwaaa: werk voor 't kleine ding en het was te hopen dat moeder eens hoorde wat haar engelbewaarder vernam. „Dikwijls ongehoorzaam geweest" had Moeder haar als eerste prikkel tot berouw meegegeven. Het .kleine „ding" erkent wel dat zij meerdere malen ongehoorzaam was maar zij beklaagt zich snikkend bij O. L. Heer dat zij er toch werkelijk dikwijls „niets aan doen kon", want vader zei, dat ,,'t mocht" en moeder zei. „'t mocht niet"„de andere zusjes krijgen nooit straf en Miesje heeft 't. altijd „gedaan". Vader en Moeder hebben altijd zooveel te zeggen op alles wat zij doet, dat zij 't nooit goecl kan doen:„het is ook nooit goéd",als ik op school ongehoorzaam ben lacht Vader er om en als ik aan Moe der ongehoorzaam ben, krijg ik altijd slaag" Hoe kan nu lock zoo'n wurm van 'n kind in dergelijke omstandigheden over veel on gehoorzaamheid berouw krijgen en een goed voornemen maken!.... Zouden aldus niet 'menige Vader en Moeder hun gewetensonderzoek eens kunnen doen over de ongehoorzaamheid der kinderen? „Altijd maar ruzie maken met Henri". Dit was het tweede punt, waarom zij vol« gens Moeder naar de hel dreigt te gaan. 'De eerlijke Mies erkent dat zij Henri niet kan uitstaan. Zij kan niets van hem ver dragen en heeft niets voor hem over. Hier staat zij in een vreeselijken strijd! Moeder zegt dat zij daarom niet in den hemel kau kpmsn en toch: die Henri, altijd die Henri!.Zij kan hem niet uitstaan! „Ik weet ook niet hoe dat komt! Ik kan er niets aan doen," snikt zij!.... Laten wi.i Miesje evei£ helpen: „wat hebt ze tegen Henri?" -dat weet ik zelf niet', ik weet niets van Tiem, ik kan hem nu eenmaal niet uitstaan!. Ge hebt ook niets t^cen Henri, kind; weineen, maar je bent geheel in dc war gebracht door dat. dwaze voor trekken" van Henri, 't Is alfiid Henri" en nooit, ook 'ns „Miesje". 'f Is Henri vóór en Henri na! Hij krijetde zorto woordjes en jij krijgt de snauw- en crc:n- parlijen. Henri is moeders enyeltjo er. v u jou, meent, zij, zal er nooit iets goeds groeien. Henri krijgt de koekje? en iii moet het met de kruimeltjes doen! rtecri \s Vader's en Moeders lieveliny. omd -hij zoo goed „fleemen" ka-n4 pluimstrijkenen strooplikken jij bent 'n beetje dn nsscLe- poelser omdat je zoo rond en ocrlijl* bent: och ja misschien wel eens wat tc bij-;le- handscli!,Henri mag altijd mpc en j\ï mort, thuis blijven. Henri mag binnen 'miven bij de visite als pronkerij van Moeders trots en jij moet in de kinderkamer of keu ken de brommerijen aanhooren van ceu ontevreden keukenmeid Henri is toch maar één jaar ouder, Honri kan wel beter leeren, maar Henri heeft in 't. gehort niet dien mooien aanleg van karakter als jij: maar dat mag je niet weten dan zou je even ar matigend en onhandelbaar wor den als je vertroetelde en wnreotrokken broertje!. ..Mies, 't is lijd voor. de kerk! ben' je klaar?".snibbekt Moedér!.„Neen, moeder," zou Miesje moeten antwoorden, „ik kan geen berouw krijgen!". G. P- J. v. d. BURG. Bergen Pr. -.Op 't eerste gezicht horkende-ie 't volle ronde schrift van z'n kostheer, Jt onthulde henri't mysterie. „Ziet u wel", triumistemde juffrouw. Er somberde iets van spijt in z'n oogen dat-ie haar teleurstellen moest. .Juffrouw, men heeft ens er beiden in la ten loopen. Deze brief is niet door mij ge schreven. Toen ilc uw brief kreeg, dacht ik dat u op een advertentie van ïnij geschre ven had, waarin ik lees- en schrijflessen1 aanbood aan volwassen personen." Ze keken elkaar een oogenblik zwijgend aan, toen gleed glimlach over het gelaat van de dame, ze vond jammer van 'r goede verwachting, maar 't geval was goed be schouw^ toch leuk bedacht, en dab ze zelf zoolang gesproken hadden eer ze er achter kwamen. Ook hij voelde 't grappige van het geval, z'n vroolijkheid er over werd getemperd cch ter door dc gedachte plots dat-ie dus geen' enkelen brief nog op z'n advertentie gekre gen had; En die gedachte kittelde hein tot toorn op z'n kostheer, die licm zoo gemeen d'r in laten loopen had, en "m een malt. figunr had laten maken tegcuovet die fefa trarss! Ster !5j) De oorzaak. Hé, die Marietje huilt den heclcn dag. Ik begrijp niet, waar het kind al die tranen! vandaan haalt. Jantje: Moetje, ze zal toch geen water hoofd hebben? Een telegram. Telegram van een veehandelaar: Kom pas morgenochtend, wijl varkens niet met den avondtrein vervoerd worden. De pantoffelheld. Vriend: Ga je nu alweer naar huis? AutomobilistJamijn vrouw heeft ma maar voor vijf kilometer benzine meegege ven 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 15