leifeclie Courant" Vierde Blad. zeer dringende gevallen een besluit van het Gemeentebestuur tot onteigening al reeds voldoende. Eveneens kan een ko ninklijk besluit volstaan, -wanneer het onteigening betreft van onroerende zaken ten behoeve van vestingbouw of van aan leg, herstel en onderhoud van dijken. Hoe eventueel onteigening van onroe rende goederen in het belang van turf- en bruin kolen voorziening, van octrooien, van uitvinding en dergelijko buitengewoonhe den plaats heeft, gaan we stilzwijgend, als van weinig practisch belang voorbij, om nog even terug te komen op de kraak zindelijke en geriefelijke woning, waar over we juist spraken. Een gewoon mensch is met één of twee woningen al heel te vreden. Maar even goed als er stervelin gen zijn, die postzegels, sigarenbandjes en gouden tientjes opsparen, zou een of an dere raro ziel er een verzameling van hui zen voor eigen gebruik op kunnen nahou den. Nu weet iedereen, hoe soms heele fa milies zich met een uiterst nauwo behui zing, een éénkamerwoning moeten tevre den stellen. Ja, men treft wei krottén aan, die men voor sommigo diersoorten nog on bewoonbaar zou kunnen verklaren. Een goede maatregel is het derhalve, dat reeds in belang der volkshuisvesting voor licht, lucht en ruimte onteigend kan worden. Maar ook zonder dat belang kan onzo huizenverzamelaar veeren moeten laten. Want ter voorziening in den woning noc:l kan tot onteigening besloten worden van woningen, die onbewoond of voor minder dan de helft bewoond zijn en soms ook van woningen, welker onder houd wordt verwaarloosd. Een laatste geval, waarbij nog evenals bij de voorgaande gevallen zonder wet tot verklaring van liet algemeen nut ont eigening geschiedt, kan voorkomen tot welzijn onzer eenvoudige landarbeiders, opdat zij een stuk land in pacht of zelfs een huisje met grond in eigendom kunnen krijgen. Of we door de kat of den kater gebeten worden, m.a.w. of wo nu krachtens een wet of slechts krachlens koninklijk of welk besluit ook van liet eigendomsrecht onzer koedeen ontzet worden, kan ons op slot van zaken koud laten, als ons slechts een behoorlijke schadeloosstelling geschon ken wordt. Welnu, in alle bovengenoemde gevallen kunnen we daar op rekenen. Er zijn echter ook mogelijkheden, dat we al lesbehalve gerust onze goederen in beslag zien nemen. Sommigen onzer tenminste dragen nog zure herinneringen bij zich aan de woeligo mobilisatiedagen in 1914. Fier werden paarden en auto's opgevor derd, daar werd een dak tot een observa tietoren getransformeerd, elders belem merde een kostelijke boomgaard liet uit zicht en men kapte en hakte en vernielde dat het een lieve lust was. En dat gebeurde maar zonder vooraf betaalde schadeloosstelling, ja, zonder eenigo verzekering zelfs, dat de aange brachte schade zou vergoed worden. Maar er was oorlogsgevaar en „het vereischte, dat de verschuldigde schadeloosstelling vooraf betaald of verzekerd zij, geldt niet, wanneer oorlog, - oorlogsgevaar, oproer, brand of watersnood een onverwijlde in- bezüneming vordert (art. 153)". In geval van oorlog, en oorlogsgevaar enz. kunnen bovendien levensmiddelen, huishoudelijke artikelen en brandstoffen onmiddellijk en zonder eenigo formaliteit in bezit worden genomen. Tot nu tco spraken wo over onteigening in dezen zin, dat ons eigendom overgaat op een ander. Nog andero lotgevallen kan ons eigendom ondergaan. Als b.v. een sla ger vleesch van een ziek beest cf een vischhandelaar bedorvci visch ten ver koop aanbiedt, dan kan dergelijk onsma kelijk en schadelijk goedje door het open baar gezag in het algemeen belang wor den vernietigd. Of ge hebt voor uw huis zoo'n mooi tuintje met een fraai hek er om heen.- Do gemeenteraad krijgt het in zijn hoofd* dat klein paradijs, bij de open bare straat to willen trokken. Gij blijft dan eigenaar, maar uw bezit wordt dan tijdelijk of duurzaam voor uw particulier gebruik onbruikbaar gemaakt. Zoowel cellier in het geval, dat uw eigendom ver nietigd, als dat het onbruikbaar wordt ge maakt, hebt go recht op schadeloosstelling tenzij een nog to maken wet het tegen deel bepaalt (vgï. art. 153). Ten slotte kan ons eigendom nog ge bruikt worden tot het voorbereiden en stellen van militaire inundatiën; wanneer dit wegens oorlog of oorlogsgevaar wordt gevorderd (art. 153) en indien schade wordt geleden of do eigendom niet in den vroegeren toestand hersteld is, krijgen we een billijke schadevergoeding. Fr. CUNIBERTUS SLOOTS, Weert. O. F. M. Buitenl. Weekoverzicht. Wekenlang heeft de regenbui in de lucht gehangen de malsche lente-regen, die vruchtbaarheid schenken moet aan de dorre Europeesche akker, waarop slechts stekels cn doornen groeiden, maar waarop nu schuchtere plantjes van vrede en her stel zullen gaan opschieten. Lang hebben wij de rapporten der deskundigen verwacht, thans is de bui losgekomen met een overvloed van copie en commentaar. Ongetwijfeld zijn do rapporten cn vooral dat van de com- ruissie-Dawes, die het betalingsvermogen van Duitschland moest vaststellen en de middelen moestaangeven, hoe de vastge stelde sommen zouden kunnen worden be taald, van zeer groot belang, zoodat Bar- thou terecht kon zeggen, dat een nieuw tijdvak in do geschiedenis van den vrede was aangebroken. Men is dus wel geneigd om met voorhij- zien van andero onderwerpen uitsluitend z'n aandacht te wijden aan dit rapport. Toch moeten wij eerst even aandacht hebben voor het land, dat als lijdend voor werp van dit rapport, er wel het meeste mee te maken heeft. De verkiezingen in Beieren. Opzichzelf zijn de onlangs gehouden verkiezingen voor den Beierschen Land dag niet zoo belangrijk, maar zij leveren een aardig beelcl op van don vermoedelij- ken gang van zaken bij do a.s. verkiezin gen voor den'Rijksdag. De Beierscbe ver kiezingen gaven namelijk een verschui ving te zien zoowel naar uiterst rechts als naar uiterst links. Do verschuiving naar rechts (het opkomen van de Deulsch- Völkischen) gescniedde ten koste van de Beierscho Volkspartij, en de verschuiving naar het communisme ten koste van de sociaal-democraten. In 'VVürcemberg en Tküringen zijn de regieringen meer „bur gerlijk" geworden, in de mijnstreken van Westphalen en aan de Roer is een ople ving merkbaar van het communisme. Dat is het beeld van de toekomst: versterking van de uiterste vleugels ten koste van de middenpartij, waarop thans do Duitsche republiek steunt. Nu moet dat van den anderen kant weer niet al te sensationeel worden opgenomen, omdat er al een zeer belangrijke verschuiving moet plaats heb- ebn, wil liet evenwicht verloren gaan en het zwaartepunt geheel overslaan naar rechts. In Beieren heeft de Beiersche Volkspartij ondanks het opkomen van de Völkischen (Hitler-Ludendorff-partij) toch nog een flinke meerderheid en is nog steeds verreweg de sterkste partij. Zoo moge dan al een verschuiving naar rechts ook hij do Rijksdagverkic-zingen zeker zijn, een zuiver rcchtsche regeering is nog niet in 't zicht. Dg ren t e-mark. Nog een andere verschuiving heeft in het Duitsche Rijk plaats gegrepen, n.l. van land, dat leeg- gekooht werd, tot land, dat zich thans volkoopt. Do dure rentemark maakt alles in het buitenland veel goedkooper dan in Duitschland zelf, zoodat er veel invoer van uit liet buitenland plaats heeft, zelfs zooveel, dat de invoer den uitvoer belang rijk overtreft. Zoo ontstaat wat men een „nadeeligo handelsbalans" noemt. Tenge volge daarvan ondervindt de rente-mark een neiging tot zakken en is men maat regelen gaan bedenken om dat te voor komen. Eén van zulke meer verwijderde maatregelen is liet reisverbod. Iedere Duifcscher, die niet „berufslich" maar voor zijn pleizier de grenzen over wil, moet voor een vergunning500 Mark be talen. Prettig is dat niet en een gevolg zal wel zijn, dat er nu wat minder Duitsch geld wordt stukgesmeten in buitenland- sche badplaatsen, maar of dal do mark zal helpen stabiliseeren is do vraag. Een beele slag voor de Duitsche indus trie is de dood van Hugo Stinnes. Verschillende papiertjes- daalden al toen hij ernstig ziek werd. Daar deze man den meesten invloed uitoefende achter de schermen, zal het moeilijk zijn aan te geven, welko gevolgen zijn dood kan heb ben. Het deskundigenrapport. Stinnes heeft het tot stand komen van deze rapporten juist nog kunnen beleven, het nieuwe tijdperk, dat daarmede wordt ingeleid, niet meer. Na de vele gegevens, die de lezer heeft moeten slikken, waarbij do Franscbo en Engelsche berichten ge heel vrschillende indrukken geven en zelfs do cijfers niet met elkaar kloppen, zal een overzicht niet ondienstig zijn. Zooals men weet zijn er twee commis sies van deskundigen ingesteld, een onder leiding van generaal Dawes om Duitsch- lands betalingsvermogen vast to stellen, en een onder leiding van Mc. Henna om de Duitsche kapitaalvlucht na te gaan. Beide commissies hebben hun rapporten ingele verd, waarvan het rapport-Dawes verre weg het belangrijkste is. Deze commissie kwam tot de overtuiging dat oen oplos sing alleen dan is te vinden wanneer Duitschland z'n begrooting in evenwicht kan brengen en het geld stabiliseeren.. Dat acht de commissie evenwel onmogelijk als de economische eenheid van het Rijk niet hersteld wordt, m.a.w. als Frankrijk z'n Roerpolitiek blijft volgen. In de plaats van het Roergebied kan Frankrijk andere panden krijgen, n.l. de rijksspoorwegen, een hypotheek op indus trieels installaties zooals fabrieken en mijnen, en de opbrengst der rijksbelas tingen. Voor de stabilisatie van het Duitsche geld zal een nieuwe emissiebank worden opgericht, waarin de pas opgerichte goud disconto-bank wel zal worden opgenomen, en die gedeeltelijk zal staan onder buiten- lamdsche leiding. Vervolgens krijgt Duitschland een leening van 800 millioen goudmark. Wat Duitschland jaarlijks heeft te betalen, is in do meer uitgebreide overzichten te vinden geweest. De uitvoering van het geheele finan- cieele plan zal staan onder controle van 4 buitenlandsche commissarissen. Dat is do inhoud van het rapport. Over 't algemeen is het niet ongtmstig ontvangen. In Frankrijk schijnt men, met voorbijzien van de veroordeeling der Roerpolitiek. het een bevestiging te achten van Frankrijks politiek(?). In Duitschland is men niet al te erg ge schrokken van do millioenen en milliar den cijfers. In Engeland vindt men vooral de critiek op de Roerpolitiek een fijnen steek. Kortom, algemeen wordt het rap port een geschikte grondslag geacht voor onderhandeling. Wordt het aanvaard dan zegt Amerika zijn hulp toe. De vooruitzichten zijn tot nog toe lang niet ongunstig. Toch hlijven er nog wel bedenkelijke vragen over. B.v. Zal Frankrijk z'n Roer politiek opgeven? Duitschland heeft wel lust om (het rapport te aanvaarden, maar alleen als Frankrijk dan uit het Rijnland en van de Roer weggaat. En waar blijft dan Poincaré met" z'n herhaalde verzeke ring, dat hij niet weg zal gaan voordat Duitschland betaald heeft? Laten wij ho pen, dat hij er een draai aan zal weten te geven. In ieder geval is het een geruststel lend feit, dat de experten tijdens den duur van hun onderzoek eens stikum met de verschillende regeeringen hebben gepraat Dat geeft eenige waarborg dat zij reke ning hebben gehouden met hetgeen prac tisch te bereiken is. Behalve de veroordeeling van de Roer- bezetting is nog merkwaardig de last die gelegd wordt op de Duitsche spoorwegen en de industrie. Prof. Cassel heeft daarop een critiek geleverd, die terdege raak is. Want die lasten op de industrie en spoor wegen zullen den uitvoer tegenhouden, waardoor minder geld het land zal bin nenkomen, met het gevolg, dat de zoo precies uitgerekende betalingen in gevaar komen. Maar enfin, dat is vanlater zorg Voorloopig staat de zaak er niet sleoht voor. Mocht Frankrijk het Roergebied verlaten, dan hoopt Engeland op vermin dering van zijn werk loosheid en op wat minder kabinelsncclerlagen bij het voorstellen van menschlievendo bepalingen' ten gunste van die werkloozen. De Engelsche huurwet. Van tijd tot 'tijd wordt de Engelseho Labour- regeering er aan herinnerd, dat zij niet steunen kan op een verzekerdo meerder heid. Dat was den Labours trouwens wel degelijk bekend, toen zij het bewind aan vaardden en zij hebben van te voren wel geweten, dat zij meer dan eens een neder laag zouden lijden. Reeds dadelijk is dan ook verklaard namens de regeering, dat het kabinet een doodgewone huis- en tuin- nederlaag niet zou beschouwen als een reden om af te treden. Een andero regce- ring zou reeds lang het bijltje er bij heb ben neergelegd, maar Mac Donakl geeft den moed niet op. Nu wij eenmaal regee- ren, moeten wij ook langer dan een blau wen Maandag regeeren, meent hij, en als de oppositie z'n regeeringszeteltje onder ste hoven gooit, beschouwt hij dat niet als oen votum van wantrouwen, maar meer als een zachte wenk om er eens an ders op te gaan zitten, niet zoo op de uiterste linkerkant. In de afgeloopen week heeftde Engelsche regeering tweomaal zoo'n zachte wenk gehad. De voornaamste •nederlaag was de verwerping van de nieu we huurwet, een baksel van de radicale vleugel der arbeiderspartij, die nu eens een echt menschlievend voorstel deed op rekening van de huisbazen. Want er werd voorgesteld, dat werkloozen van het betalen van huishuur zouden worden vrijgesteld, behalve wanneer het bleek, dat een huiseigenaar daardoor in een nog slechtere positie zou geraken dan zijn werklooze huurder. Nu is het te begrijpen, da' een werk looze. die zich moet afvragen hoe hij in 's hemelsnaam met zijn beetje steun het broodgebrek uit het huis kan houden, den huurpenningen ophalenden huisbaas niet zal overladen met vriendelijkheden, maar hem liever niet ziet dan wel. Zoodoende is ieder voorstel in bovengenoemden geest allersympathiekst in de oogen van ieder krap in de financiën zittend huurder. Dat. neemt evenwel niet weg, dat zulk een vrijstelling van huur een soort steunver- leening is, waarvan de lasten geueel zou- don worden gedragen door één maatschap pelijke klasse, die der verhuurders Dat is in ieder geval een onbillijkheid en dat was ook het hoofdbezwaar tegen dit wets ontwerp. Daar kwam nog bij, dat de al dus geformuleerdo wet aanleiding koT> -re ven tot ontduiking van huurbetaling nok in gevallen, waarin dö uuu best betaald kon worden. Immers al is do eigenlijke huurder werkloos, daarom is het toch nog best mogelijk, dat de andere huisgenooten voldoende verdienen om do huur op to brengen. En zoo waren er meer bezwaren. Het voorstel zou dan ook gevallen zijn als een baksteen, had de regeering niet de stemming weten uit te stellen en het ontwerp bijtijds teruggenomen. Het werd gewijzigd in dien zin, dat werkloozen wel iswaar niet wegens huurschuld uit hun woning mochten worden gezet, maar dat om de huiseigenaren niet teveel schade te berokkenen, de plaatselijke besturen zou den kunnen overwegen, of er voor hen aanleiding was deze huurschuld over te nemen. Maar als die plaatselijke besturen nu eens overwegen, dat er voor hen geen aanleiding bestaat om die huurschuld over te nemen, wat dan? Dan worden de huiseigenaren tocii het kind van de rekening. En als het onbil lijk is, dat een bepaalde groep wettelijk gedwongen wordt de kosten van anderen te betalen, dan mag het ook niet aan de „overwegingen" van een of ander plaat selijk bestuur worden overgelaten, of het de gevolgen van deze onbillijkheid al dan niet zal goed maken. Ofschoon Mac Donald wist, dat de op positie ook met dit wetsontwerp ndet wil de meegaan, handhaafde hij het, met het gevolg, dat het werd afgestemd. Nu zal de regeering het nog eens pro- beeren met een ander voorstel. Men vraagt zich af, waarom de Labour regeering met zulke voorstellen komt, wanneer zij toch redelijkerwijze voorzien kan, dat resultaat is uitgesloten. De „N. R. Crt." herinnert in dit ver-» band aan een artikel, in December j.l. Zaterdag 12 April 1924 De Nederlatidsche Staatsinrichting Onteigening. Een heel proces. Minder om slachtig. Van weinig practisch belang. Volkshuisvesting. Woningnood. Een laatste go- 'vgl. Zure herinneringen. Bedorven visoh. J— 'n Mooi 1 tuintje met een fraai hek. Mi litaire inundatie. Zonder huisvredebreuken, zooals wij lopen en veronderstellen, Leeft gij rustig en weltevrêen In uw eigen huis daarheen, Sooals de dichter(?) zingt totdat do kolossale vooruitgang op.elk gebied 'een dubbele spoorlijn eischt, daar, waar uw wieg eens stond. Gij zult uw havo en goed aan Vader Staat moeten afstaan. En daar zit ge met heel de bescherming uwer roerendo cn onroerende goederen, die gij als bewoner van Nederland nog wel grondwettelijk geniet. Voor het algemeen belang moet echter tuis bijzonder belang wijken. Maar wees gerust: bij deze gewichtige aangelegen heid zijn we met de uiterste zorgen omge ven, opdat niet de minste willekeur in het spel zou komen. Want wanneer onteige ning in het publiek belang gewenscht wordt geacht, moet volgens de algemeene Onteigeningswet een heel proces gevolgd Worden. Dat proces begint met de belanghebben den in staat te stellen tegen het voorge nomen plan bezwaren te opperen. Dan wordt dit wil do Grondwet (art. 152) een wetsvoorstel ingediend, waarbij het algemeen nut der onteigening van uw huis, uw stuk land, uw recht van opstal, beklemming e d. verklaard wordt. De Sta ten-Generaal nemen, als zij de ingedien i\& bezwaren niet al te ernstig achten, het wetsvoorstel gewoonlijk aan. Opnieuw wordt na de afkondiging dier bijzondere onteigeningswet de gelegenheid openge steld tegen de thans nader uitgewerkte plannen op te komen. Do ingekomen kla'cli ton worden natuurlijk welwillend in over weging genomen en mogelijk wordt zelfs aan een of ander billijk verlangen vol daan. Ten slotte verschijnt een Koninklijk Besluit, dat precies aanwijst, aan welke perceelen, erfdienstbaarheden en andere zakelijke rechten het lot der onteigening is beschoren. Eindigt het eerste bedrijf. Volgt het tweede bedrijf: de vergoedings kwestie. 't Spreekt immers vanzelf, dat men zijn huis of wat er ook onteigend worde, niet voor niets behoeft af te ge ven: men heeft recht op „een vooraf ge noten of vooraf verzekerde schadeloosstel ling (art. 152)" Wanneer men met een aangeboden sommetje genoegen neemt, is het vraagstuk al heel gauw opgelost; lukt een minnelijke overeenkomst niet, dan moet de zaak voor de rechtbank komen, die dan het bedrag der schadeloosstelling vaststelt. Of men er hij den rechter op vooruitgaat, wordt nog aleens betwijfeld. Niet bij elke onteigening heeft het hier keel kort omschreven proces in alle breed- to en lengte plaats. Het geschiedt niet zei tien heelwat minder omslachtig: en dit heel wijselijk. Verbeeld u: een besmettelijke ziekte breekt uit cn het algemeen welzijn vor dert, dat op uw kraakzindelijke en gerie felijke woning beslag wordt gelegd. Wan neer in zulk een en dergelijke omstandig heden neg eerst een wet tot verklaring van het algemeen nut moest gemaakt worden, dan zou het algemeen belang dikwerf „achter het net visschen". Ter afwering daarom eener gevreesde, of tot het stuiten van den voortgang eener aanwezige be smetting, is een koninklijk besluit, soms oen besluit van Gedeputeerdo Stalen en in BW.M' FE'JSLLETON DE PROOI VAN DEN GIER. Naar het Engclsch van H. de Vere Stacpooie. 3) Ik hoop het, zei hij en verdween door do deur. Op het eerste portaal kwam hij juffrouw Harkcr tegen. Ik kom niet om meer werk te bren gen, maar om ergens over te spreken, tci hij. Gelukkig, riep juffrouw Harker, Trant ik heb weinig hulp en het is nu juist fle druksto tijd van het jaar. Ik weet iemand voor u, die heb ik Wreeds meegebracht, een dochter van een bmiiis van mij, een uitstekende typiste, üie een betrekking zoekt. Goed. Waar kan ik haar vinden? M Zij wacht huiten op uwe beslissing. Eal ik haar halen? Zonder antwoord af te wachten storm de hij naar beneden en een minuut later bevond Violet zich in tegenwoordigheid faa juffrouw Harker op haar eigen ka- Nr en werd daar ondervraagd, terwijl Arthur op het portaal stond te wachten. Mijnheer Arthur Primrose zeg, dat jj?een uitstekende typiste is, zei juffrouw Barker, voor een schrijftafel plaats ne- toend en Violet een stoel gevend om te gaan zitten. Is dat zoo? Ik heb er heel goed les in gehad, ant woorddo Violet. Uw naam? vroeg juffrouw Harker, 11 Pen opnemend. Violet Prynne. 1Uw leeftijd? Negentien jaar. Adres? Ik logeer in het Grosvcnor hotel. Juffrouw Harker, keek verwonderd op. Het is mij te duur en ik wil een ka mer zoeken, maar nu is het mijn adres. Juffrouw Harker beet nadenkend op het uiteinde van haar pen. Zij fronste het voorhoofd en was toch nóg al koel ge weest gedurende het geheele onderhoud. Zij had liever geen mooie meisjes op haar kantoor, alleen die hard werken en met een klein salaris tevreden zijn en dan was zij jaloersch van aard. Zij blonk ook wel eens graag uit. Violet was mooi en jong. Dan was Violet geïntroduceerd door Arthur Primrose en juffrouw Haïker had zelf een goed oog op hem, want zij vond hem knap en was overtuigd dat hij wel carrière zou maken. Ik hen wel wat verwonderd over het adres dat u opgeeft en wij nemen gewoon lijk geen meisjes, die in dure hotels logee- ren. Ik ben gisteren pas in Londen geko men, van mijn oom in Sussex en ik was van plan om er slechts één nadlit te lo- geeren en vandaag dadelijk een kamer te zoeken? Hebt ii recommandaties? Neen, ik hen pas veertien dagen ge leden met mijn vader in Efigeland geko men. Hij is plotseling gestorven, daarom hen ik nu alleen en moet ik mijn brood verdienen. 1 Zou uw oom u willen aanbevelen? 1Dat zou ik liever niet hebben. Ik bob met hem getwist.. 1Dus mijnheer Primrose is uw eenige recommandatie? «- Ja. i—In wat familiebetrekking staat mijn heer Primrose tot u? Hij is alleen maar een kennis. Vader en ik hebben hem ontmoet, toen wij in Engeland logeerden bij onze aankomst. Juffrouw Harker beet weer nadenkend op haar pen en Violet stond in afwach ting te kijken. Zij voelde zelf ook wel, dat zij in een vreemde positie was, maar zij kon het niet helpen. Een halve minuut ging voorbij, toen stond juffrouw Harker op en zonder een woord te zeggen, ging zij in een kamer daarnaast. Violet zat angstig te wachten en keek de kamer in gedachten eens rond. Eenigo leelijko schilderijen, een parapluie in een hoek en zij kon in do kamer naarnaast de schrijf machines hooren tikken. Daar ging de deur weer open en juffrouw Harker kwam met nog grimmiger gezicht dan tevoren do kamer binnen met een papier in de hand. HOOFDSTUK VIII. Juffrouw Harker. Ilc heb hier een manuscript, zou u dat even willen typen als een proef van uw kunde, zei ze. Er stond een schrijfmachine op een tafeltje in een hoek van de kamer, zij trok een stoel bij en wenkte Violet om ook ren stoel te nemen. Het leek wel een manuscript uit het Britscho museum. Er waren woorden in .uitgeschrapt, en tusschen gevoegd, heele zinnen doorgehaald en weer geschreven in microscopische letters op do breede marge. Het schrift zelf was bijna onlees baar. Violet keek ontzet als een verschrikt vogeltje naar dit stuk, dat zij zou moeten ontcijferen, als zij niet wilde verhongeren Ik zal u tien minuten tijd daarvoor geven, zei juffrouw Harker, het is een lastig manuscript, maar zulke dingen krijgen wij hier dagelijks. Zij verliet de kamer. Hoe Violet het in do tien minuten gedaan kreeg, wist zij zelf niet, maar toen juffrouw Harker na dat tijdsverloop terugkwam, was het ge reed. Juffrouw Harker nam beide stuk- ken en vergeleek ze. Het was uit een boek over de gewoonte van een schildpad van een welbekend natuurvorscher, wiens schrift de wanhoop uitmaakte van al zijn correspondenten, en toen juffrouw Harker de twee vellen vergeleek, het onbegrijpe lijke manuscript en het duidelijk getypte stuk, zag zij dadelijk in, dat zij in Violet een schat ontdekt had. Dit liet zij echter niet blijken, juist het tegendeel. H'ni, zei zij. toen zij het nagezien had, het is zoo kwaad niet, maar er zijn een paar fouten in. Ja, juffrouw Prynne, ik wil hot eens met u probeeren, u is nog een beginnelinge en dus zult u niet zoo'n hoog salaris vragen als een typiste van meer ondervinding. Wat had u gedacht? 1Ik weet het niet, zei de ongelukkige Violet, die zich voelde als een vlieg in het web van een spin. Wat zijn de uren? Ik bedoel: hoeveel werk zou u verwachten dat ik deed? De meisjes worden hier om negen uur precies verwacht, zei juffrouw Ha_ ker, dan geven wij een uur voor het eten en een half uur voor thee cn om zes uur houden wij op. Na zessen betalen wij ex tra, drie stuivers voor 1000 woorden. En welk salaris? vroeg Violet. 1 In vroeger tijd betaalden de begin nelingen om. toegelaten te worden en later werken zij voo niets. Nu kunt u typen, dus als leerlinge kan ik u niet beschouwen, en ik had gedacht vijftien shillings in do week. Maar daar kan ik onmogelijk van leven, riep Violet. Ik moet er u opmerkzaam op maken, dat er tegenwoordig erg veel meisjes zich aanbieden als typiste. i—Ja, maar men moet toch kunnen le ven en voor minder dan een pond per week zou ik het niet kunnen doen. Juffrouw Harker dacht een oogenblifc na. Zij had door ondervinding veel meis jes leeren kennen en zij begreep dadelijk, dat Violet stijf op liaar stuk zou blijven staan. De tijd was kostbaar en zij was ook niet de persoon om dien te verkwisten. 1 Heel goed dan, zeide zij, ik zal li een pond per week geven. Het is een grooler salaris dan ik gewoonlijk aan nieuwe lingen geef en ik verwacht dan ook. dat u veel ijver zult toonen. U kunt zeker wol morgenochtend om negen uur komen- Ik zal cr wezen, antwoordde Violet opstaande. Nu? vroeg Arthur, toon zij do trap afgingen. Ik heb het, antwoordde Violet, zij heeft mij genomen voor een pond per week en ik hen blij, dat ik het heb. (Wot ut vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 11