leifeclie Courant"
Vierde Blad.
zeer dringende gevallen een besluit van
het Gemeentebestuur tot onteigening al
reeds voldoende. Eveneens kan een ko
ninklijk besluit volstaan, -wanneer het
onteigening betreft van onroerende zaken
ten behoeve van vestingbouw of van aan
leg, herstel en onderhoud van dijken.
Hoe eventueel onteigening van onroe
rende goederen in het belang van turf- en
bruin kolen voorziening, van octrooien, van
uitvinding en dergelijko buitengewoonhe
den plaats heeft, gaan we stilzwijgend,
als van weinig practisch belang voorbij,
om nog even terug te komen op de kraak
zindelijke en geriefelijke woning, waar
over we juist spraken. Een gewoon mensch
is met één of twee woningen al heel te
vreden. Maar even goed als er stervelin
gen zijn, die postzegels, sigarenbandjes en
gouden tientjes opsparen, zou een of an
dere raro ziel er een verzameling van hui
zen voor eigen gebruik op kunnen nahou
den. Nu weet iedereen, hoe soms heele fa
milies zich met een uiterst nauwo behui
zing, een éénkamerwoning moeten tevre
den stellen. Ja, men treft wei krottén aan,
die men voor sommigo diersoorten nog on
bewoonbaar zou kunnen verklaren. Een
goede maatregel is het derhalve, dat reeds
in belang der volkshuisvesting voor
licht, lucht en ruimte onteigend kan
worden. Maar ook zonder dat belang kan
onzo huizenverzamelaar veeren moeten
laten. Want ter voorziening in den woning
noc:l kan tot onteigening besloten worden
van woningen, die onbewoond of voor
minder dan de helft bewoond zijn en
soms ook van woningen, welker onder
houd wordt verwaarloosd.
Een laatste geval, waarbij nog evenals
bij de voorgaande gevallen zonder wet
tot verklaring van liet algemeen nut ont
eigening geschiedt, kan voorkomen tot
welzijn onzer eenvoudige landarbeiders,
opdat zij een stuk land in pacht of zelfs
een huisje met grond in eigendom kunnen
krijgen.
Of we door de kat of den kater gebeten
worden, m.a.w. of wo nu krachtens een
wet of slechts krachlens koninklijk of
welk besluit ook van liet eigendomsrecht
onzer koedeen ontzet worden, kan ons op
slot van zaken koud laten, als ons slechts
een behoorlijke schadeloosstelling geschon
ken wordt. Welnu, in alle bovengenoemde
gevallen kunnen we daar op rekenen. Er
zijn echter ook mogelijkheden, dat we al
lesbehalve gerust onze goederen in beslag
zien nemen. Sommigen onzer tenminste
dragen nog zure herinneringen bij zich
aan de woeligo mobilisatiedagen in 1914.
Fier werden paarden en auto's opgevor
derd, daar werd een dak tot een observa
tietoren getransformeerd, elders belem
merde een kostelijke boomgaard liet uit
zicht en men kapte en hakte en vernielde
dat het een lieve lust was.
En dat gebeurde maar zonder vooraf
betaalde schadeloosstelling, ja, zonder
eenigo verzekering zelfs, dat de aange
brachte schade zou vergoed worden. Maar
er was oorlogsgevaar en „het vereischte,
dat de verschuldigde schadeloosstelling
vooraf betaald of verzekerd zij, geldt niet,
wanneer oorlog, - oorlogsgevaar, oproer,
brand of watersnood een onverwijlde in-
bezüneming vordert (art. 153)". In geval
van oorlog, en oorlogsgevaar enz. kunnen
bovendien levensmiddelen, huishoudelijke
artikelen en brandstoffen onmiddellijk en
zonder eenigo formaliteit in bezit worden
genomen.
Tot nu tco spraken wo over onteigening
in dezen zin, dat ons eigendom overgaat
op een ander. Nog andero lotgevallen kan
ons eigendom ondergaan. Als b.v. een sla
ger vleesch van een ziek beest cf een
vischhandelaar bedorvci visch ten ver
koop aanbiedt, dan kan dergelijk onsma
kelijk en schadelijk goedje door het open
baar gezag in het algemeen belang wor
den vernietigd. Of ge hebt voor uw huis
zoo'n mooi tuintje met een fraai hek er
om heen.- Do gemeenteraad krijgt het in
zijn hoofd* dat klein paradijs, bij de open
bare straat to willen trokken. Gij blijft
dan eigenaar, maar uw bezit wordt dan
tijdelijk of duurzaam voor uw particulier
gebruik onbruikbaar gemaakt. Zoowel
cellier in het geval, dat uw eigendom ver
nietigd, als dat het onbruikbaar wordt ge
maakt, hebt go recht op schadeloosstelling
tenzij een nog to maken wet het tegen
deel bepaalt (vgï. art. 153).
Ten slotte kan ons eigendom nog ge
bruikt worden tot het voorbereiden en
stellen van militaire inundatiën; wanneer
dit wegens oorlog of oorlogsgevaar wordt
gevorderd (art. 153) en indien schade
wordt geleden of do eigendom niet in den
vroegeren toestand hersteld is, krijgen we
een billijke schadevergoeding.
Fr. CUNIBERTUS SLOOTS,
Weert. O. F. M.
Buitenl. Weekoverzicht.
Wekenlang heeft de regenbui in de
lucht gehangen de malsche lente-regen,
die vruchtbaarheid schenken moet aan de
dorre Europeesche akker, waarop slechts
stekels cn doornen groeiden, maar waarop
nu schuchtere plantjes van vrede en her
stel zullen gaan opschieten.
Lang hebben wij de rapporten der
deskundigen verwacht, thans is de
bui losgekomen met een overvloed van
copie en commentaar. Ongetwijfeld zijn
do rapporten cn vooral dat van de com-
ruissie-Dawes, die het betalingsvermogen
van Duitschland moest vaststellen en de
middelen moestaangeven, hoe de vastge
stelde sommen zouden kunnen worden be
taald, van zeer groot belang, zoodat Bar-
thou terecht kon zeggen, dat een nieuw
tijdvak in do geschiedenis van den vrede
was aangebroken.
Men is dus wel geneigd om met voorhij-
zien van andero onderwerpen uitsluitend
z'n aandacht te wijden aan dit rapport.
Toch moeten wij eerst even aandacht
hebben voor het land, dat als lijdend voor
werp van dit rapport, er wel het meeste
mee te maken heeft.
De verkiezingen in Beieren.
Opzichzelf zijn de onlangs gehouden
verkiezingen voor den Beierschen Land
dag niet zoo belangrijk, maar zij leveren
een aardig beelcl op van don vermoedelij-
ken gang van zaken bij do a.s. verkiezin
gen voor den'Rijksdag. De Beierscbe ver
kiezingen gaven namelijk een verschui
ving te zien zoowel naar uiterst rechts als
naar uiterst links. Do verschuiving naar
rechts (het opkomen van de Deulsch-
Völkischen) gescniedde ten koste van de
Beierscho Volkspartij, en de verschuiving
naar het communisme ten koste van de
sociaal-democraten. In 'VVürcemberg en
Tküringen zijn de regieringen meer „bur
gerlijk" geworden, in de mijnstreken van
Westphalen en aan de Roer is een ople
ving merkbaar van het communisme. Dat
is het beeld van de toekomst: versterking
van de uiterste vleugels ten koste van de
middenpartij, waarop thans do Duitsche
republiek steunt. Nu moet dat van den
anderen kant weer niet al te sensationeel
worden opgenomen, omdat er al een zeer
belangrijke verschuiving moet plaats heb-
ebn, wil liet evenwicht verloren gaan en
het zwaartepunt geheel overslaan naar
rechts. In Beieren heeft de Beiersche
Volkspartij ondanks het opkomen van de
Völkischen (Hitler-Ludendorff-partij) toch
nog een flinke meerderheid en is nog
steeds verreweg de sterkste partij. Zoo
moge dan al een verschuiving naar rechts
ook hij do Rijksdagverkic-zingen zeker
zijn, een zuiver rcchtsche regeering is
nog niet in 't zicht.
Dg ren t e-mark. Nog een andere
verschuiving heeft in het Duitsche Rijk
plaats gegrepen, n.l. van land, dat leeg-
gekooht werd, tot land, dat zich thans
volkoopt. Do dure rentemark maakt alles
in het buitenland veel goedkooper dan in
Duitschland zelf, zoodat er veel invoer
van uit liet buitenland plaats heeft, zelfs
zooveel, dat de invoer den uitvoer belang
rijk overtreft. Zoo ontstaat wat men een
„nadeeligo handelsbalans" noemt. Tenge
volge daarvan ondervindt de rente-mark
een neiging tot zakken en is men maat
regelen gaan bedenken om dat te voor
komen. Eén van zulke meer verwijderde
maatregelen is liet reisverbod. Iedere
Duifcscher, die niet „berufslich" maar
voor zijn pleizier de grenzen over wil,
moet voor een vergunning500 Mark be
talen. Prettig is dat niet en een gevolg zal
wel zijn, dat er nu wat minder Duitsch
geld wordt stukgesmeten in buitenland-
sche badplaatsen, maar of dal do mark
zal helpen stabiliseeren is do vraag.
Een beele slag voor de Duitsche indus
trie is de dood van Hugo Stinnes.
Verschillende papiertjes- daalden al toen
hij ernstig ziek werd. Daar deze man
den meesten invloed uitoefende achter de
schermen, zal het moeilijk zijn aan te
geven, welko gevolgen zijn dood kan heb
ben.
Het deskundigenrapport.
Stinnes heeft het tot stand komen van
deze rapporten juist nog kunnen beleven,
het nieuwe tijdperk, dat daarmede wordt
ingeleid, niet meer. Na de vele gegevens,
die de lezer heeft moeten slikken, waarbij
do Franscbo en Engelsche berichten ge
heel vrschillende indrukken geven en zelfs
do cijfers niet met elkaar kloppen, zal
een overzicht niet ondienstig zijn.
Zooals men weet zijn er twee commis
sies van deskundigen ingesteld, een onder
leiding van generaal Dawes om Duitsch-
lands betalingsvermogen vast to stellen, en
een onder leiding van Mc. Henna om de
Duitsche kapitaalvlucht na te gaan. Beide
commissies hebben hun rapporten ingele
verd, waarvan het rapport-Dawes verre
weg het belangrijkste is. Deze commissie
kwam tot de overtuiging dat oen oplos
sing alleen dan is te vinden wanneer
Duitschland z'n begrooting in evenwicht
kan brengen en het geld stabiliseeren.. Dat
acht de commissie evenwel onmogelijk als
de economische eenheid van het Rijk niet
hersteld wordt, m.a.w. als Frankrijk z'n
Roerpolitiek blijft volgen.
In de plaats van het Roergebied kan
Frankrijk andere panden krijgen, n.l. de
rijksspoorwegen, een hypotheek op indus
trieels installaties zooals fabrieken en
mijnen, en de opbrengst der rijksbelas
tingen.
Voor de stabilisatie van het Duitsche
geld zal een nieuwe emissiebank worden
opgericht, waarin de pas opgerichte goud
disconto-bank wel zal worden opgenomen,
en die gedeeltelijk zal staan onder buiten-
lamdsche leiding. Vervolgens krijgt
Duitschland een leening van 800 millioen
goudmark. Wat Duitschland jaarlijks
heeft te betalen, is in do meer uitgebreide
overzichten te vinden geweest.
De uitvoering van het geheele finan-
cieele plan zal staan onder controle van
4 buitenlandsche commissarissen.
Dat is do inhoud van het rapport.
Over 't algemeen is het niet ongtmstig
ontvangen. In Frankrijk schijnt men,
met voorbijzien van de veroordeeling der
Roerpolitiek. het een bevestiging te achten
van Frankrijks politiek(?).
In Duitschland is men niet al te erg ge
schrokken van do millioenen en milliar
den cijfers. In Engeland vindt men vooral
de critiek op de Roerpolitiek een fijnen
steek. Kortom, algemeen wordt het rap
port een geschikte grondslag geacht voor
onderhandeling. Wordt het aanvaard dan
zegt Amerika zijn hulp toe.
De vooruitzichten zijn tot nog toe lang
niet ongunstig.
Toch hlijven er nog wel bedenkelijke
vragen over. B.v. Zal Frankrijk z'n Roer
politiek opgeven? Duitschland heeft wel
lust om (het rapport te aanvaarden, maar
alleen als Frankrijk dan uit het Rijnland
en van de Roer weggaat. En waar blijft
dan Poincaré met" z'n herhaalde verzeke
ring, dat hij niet weg zal gaan voordat
Duitschland betaald heeft? Laten wij ho
pen, dat hij er een draai aan zal weten te
geven. In ieder geval is het een geruststel
lend feit, dat de experten tijdens den duur
van hun onderzoek eens stikum met de
verschillende regeeringen hebben gepraat
Dat geeft eenige waarborg dat zij reke
ning hebben gehouden met hetgeen prac
tisch te bereiken is.
Behalve de veroordeeling van de Roer-
bezetting is nog merkwaardig de last die
gelegd wordt op de Duitsche spoorwegen
en de industrie. Prof. Cassel heeft daarop
een critiek geleverd, die terdege raak is.
Want die lasten op de industrie en spoor
wegen zullen den uitvoer tegenhouden,
waardoor minder geld het land zal bin
nenkomen, met het gevolg, dat de zoo
precies uitgerekende betalingen in gevaar
komen. Maar enfin, dat is vanlater zorg
Voorloopig staat de zaak er niet sleoht
voor. Mocht Frankrijk het Roergebied
verlaten, dan hoopt Engeland op vermin
dering van zijn werk loosheid en op
wat minder kabinelsncclerlagen bij het
voorstellen van menschlievendo bepalingen'
ten gunste van die werkloozen.
De Engelsche huurwet. Van
tijd tot 'tijd wordt de Engelseho Labour-
regeering er aan herinnerd, dat zij niet
steunen kan op een verzekerdo meerder
heid. Dat was den Labours trouwens wel
degelijk bekend, toen zij het bewind aan
vaardden en zij hebben van te voren wel
geweten, dat zij meer dan eens een neder
laag zouden lijden. Reeds dadelijk is dan
ook verklaard namens de regeering, dat
het kabinet een doodgewone huis- en tuin-
nederlaag niet zou beschouwen als een
reden om af te treden. Een andero regce-
ring zou reeds lang het bijltje er bij heb
ben neergelegd, maar Mac Donakl geeft
den moed niet op. Nu wij eenmaal regee-
ren, moeten wij ook langer dan een blau
wen Maandag regeeren, meent hij, en als
de oppositie z'n regeeringszeteltje onder
ste hoven gooit, beschouwt hij dat niet
als oen votum van wantrouwen, maar
meer als een zachte wenk om er eens an
ders op te gaan zitten, niet zoo op de
uiterste linkerkant. In de afgeloopen week
heeftde Engelsche regeering tweomaal
zoo'n zachte wenk gehad. De voornaamste
•nederlaag was de verwerping van de nieu
we huurwet, een baksel van de radicale
vleugel der arbeiderspartij, die nu eens
een echt menschlievend voorstel deed op
rekening van de huisbazen. Want er
werd voorgesteld, dat werkloozen van het
betalen van huishuur zouden worden
vrijgesteld, behalve wanneer het bleek,
dat een huiseigenaar daardoor in een
nog slechtere positie zou geraken dan zijn
werklooze huurder.
Nu is het te begrijpen, da' een werk
looze. die zich moet afvragen hoe hij in
's hemelsnaam met zijn beetje steun het
broodgebrek uit het huis kan houden, den
huurpenningen ophalenden huisbaas niet
zal overladen met vriendelijkheden, maar
hem liever niet ziet dan wel. Zoodoende is
ieder voorstel in bovengenoemden geest
allersympathiekst in de oogen van ieder
krap in de financiën zittend huurder. Dat.
neemt evenwel niet weg, dat zulk een
vrijstelling van huur een soort steunver-
leening is, waarvan de lasten geueel zou-
don worden gedragen door één maatschap
pelijke klasse, die der verhuurders Dat
is in ieder geval een onbillijkheid en dat
was ook het hoofdbezwaar tegen dit wets
ontwerp. Daar kwam nog bij, dat de al
dus geformuleerdo wet aanleiding koT> -re
ven tot ontduiking van huurbetaling nok
in gevallen, waarin dö uuu best betaald
kon worden. Immers al is do eigenlijke
huurder werkloos, daarom is het toch nog
best mogelijk, dat de andere huisgenooten
voldoende verdienen om do huur op to
brengen. En zoo waren er meer bezwaren.
Het voorstel zou dan ook gevallen zijn
als een baksteen, had de regeering niet
de stemming weten uit te stellen en het
ontwerp bijtijds teruggenomen. Het werd
gewijzigd in dien zin, dat werkloozen wel
iswaar niet wegens huurschuld uit hun
woning mochten worden gezet, maar dat
om de huiseigenaren niet teveel schade te
berokkenen, de plaatselijke besturen zou
den kunnen overwegen, of er voor hen
aanleiding was deze huurschuld over te
nemen. Maar als die plaatselijke besturen
nu eens overwegen, dat er voor hen geen
aanleiding bestaat om die huurschuld
over te nemen, wat dan?
Dan worden de huiseigenaren tocii het
kind van de rekening. En als het onbil
lijk is, dat een bepaalde groep wettelijk
gedwongen wordt de kosten van anderen te
betalen, dan mag het ook niet aan de
„overwegingen" van een of ander plaat
selijk bestuur worden overgelaten, of het
de gevolgen van deze onbillijkheid al
dan niet zal goed maken.
Ofschoon Mac Donald wist, dat de op
positie ook met dit wetsontwerp ndet wil
de meegaan, handhaafde hij het, met het
gevolg, dat het werd afgestemd.
Nu zal de regeering het nog eens pro-
beeren met een ander voorstel.
Men vraagt zich af, waarom de Labour
regeering met zulke voorstellen komt,
wanneer zij toch redelijkerwijze voorzien
kan, dat resultaat is uitgesloten.
De „N. R. Crt." herinnert in dit ver-»
band aan een artikel, in December j.l.
Zaterdag 12 April 1924
De Nederlatidsche
Staatsinrichting
Onteigening.
Een heel proces. Minder om
slachtig. Van weinig practisch
belang. Volkshuisvesting.
Woningnood. Een laatste go-
'vgl. Zure herinneringen.
Bedorven visoh. J— 'n Mooi
1 tuintje met een fraai hek. Mi
litaire inundatie.
Zonder huisvredebreuken, zooals wij
lopen en veronderstellen,
Leeft gij rustig en weltevrêen
In uw eigen huis daarheen,
Sooals de dichter(?) zingt totdat do
kolossale vooruitgang op.elk gebied 'een
dubbele spoorlijn eischt, daar, waar uw
wieg eens stond. Gij zult uw havo en
goed aan Vader Staat moeten afstaan. En
daar zit ge met heel de bescherming uwer
roerendo cn onroerende goederen, die gij
als bewoner van Nederland nog wel
grondwettelijk geniet.
Voor het algemeen belang moet echter
tuis bijzonder belang wijken. Maar wees
gerust: bij deze gewichtige aangelegen
heid zijn we met de uiterste zorgen omge
ven, opdat niet de minste willekeur in het
spel zou komen. Want wanneer onteige
ning in het publiek belang gewenscht
wordt geacht, moet volgens de algemeene
Onteigeningswet een heel proces gevolgd
Worden.
Dat proces begint met de belanghebben
den in staat te stellen tegen het voorge
nomen plan bezwaren te opperen. Dan
wordt dit wil do Grondwet (art. 152)
een wetsvoorstel ingediend, waarbij
het algemeen nut der onteigening van uw
huis, uw stuk land, uw recht van opstal,
beklemming e d. verklaard wordt. De
Sta ten-Generaal nemen, als zij de ingedien
i\& bezwaren niet al te ernstig achten, het
wetsvoorstel gewoonlijk aan. Opnieuw
wordt na de afkondiging dier bijzondere
onteigeningswet de gelegenheid openge
steld tegen de thans nader uitgewerkte
plannen op te komen. Do ingekomen kla'cli
ton worden natuurlijk welwillend in over
weging genomen en mogelijk wordt zelfs
aan een of ander billijk verlangen vol
daan. Ten slotte verschijnt een Koninklijk
Besluit, dat precies aanwijst, aan welke
perceelen, erfdienstbaarheden en andere
zakelijke rechten het lot der onteigening
is beschoren. Eindigt het eerste bedrijf.
Volgt het tweede bedrijf: de vergoedings
kwestie. 't Spreekt immers vanzelf, dat
men zijn huis of wat er ook onteigend
worde, niet voor niets behoeft af te ge
ven: men heeft recht op „een vooraf ge
noten of vooraf verzekerde schadeloosstel
ling (art. 152)" Wanneer men met een
aangeboden sommetje genoegen neemt, is
het vraagstuk al heel gauw opgelost; lukt
een minnelijke overeenkomst niet, dan
moet de zaak voor de rechtbank komen,
die dan het bedrag der schadeloosstelling
vaststelt. Of men er hij den rechter op
vooruitgaat, wordt nog aleens betwijfeld.
Niet bij elke onteigening heeft het hier
keel kort omschreven proces in alle breed-
to en lengte plaats. Het geschiedt niet zei
tien heelwat minder omslachtig: en dit
heel wijselijk.
Verbeeld u: een besmettelijke ziekte
breekt uit cn het algemeen welzijn vor
dert, dat op uw kraakzindelijke en gerie
felijke woning beslag wordt gelegd. Wan
neer in zulk een en dergelijke omstandig
heden neg eerst een wet tot verklaring van
het algemeen nut moest gemaakt worden,
dan zou het algemeen belang dikwerf
„achter het net visschen". Ter afwering
daarom eener gevreesde, of tot het stuiten
van den voortgang eener aanwezige be
smetting, is een koninklijk besluit, soms
oen besluit van Gedeputeerdo Stalen en in
BW.M'
FE'JSLLETON
DE PROOI VAN DEN GIER.
Naar het Engclsch van
H. de Vere Stacpooie.
3)
Ik hoop het, zei hij en verdween door
do deur. Op het eerste portaal kwam hij
juffrouw Harkcr tegen.
Ik kom niet om meer werk te bren
gen, maar om ergens over te spreken,
tci hij.
Gelukkig, riep juffrouw Harker,
Trant ik heb weinig hulp en het is nu juist
fle druksto tijd van het jaar.
Ik weet iemand voor u, die heb ik
Wreeds meegebracht, een dochter van een
bmiiis van mij, een uitstekende typiste,
üie een betrekking zoekt.
Goed. Waar kan ik haar vinden?
M Zij wacht huiten op uwe beslissing.
Eal ik haar halen?
Zonder antwoord af te wachten storm
de hij naar beneden en een minuut later
bevond Violet zich in tegenwoordigheid
faa juffrouw Harker op haar eigen ka-
Nr en werd daar ondervraagd, terwijl
Arthur op het portaal stond te wachten.
Mijnheer Arthur Primrose zeg, dat
jj?een uitstekende typiste is, zei juffrouw
Barker, voor een schrijftafel plaats ne-
toend en Violet een stoel gevend om te
gaan zitten. Is dat zoo?
Ik heb er heel goed les in gehad, ant
woorddo Violet.
Uw naam? vroeg juffrouw Harker,
11 Pen opnemend.
Violet Prynne.
1Uw leeftijd?
Negentien jaar.
Adres?
Ik logeer in het Grosvcnor hotel.
Juffrouw Harker, keek verwonderd op.
Het is mij te duur en ik wil een ka
mer zoeken, maar nu is het mijn adres.
Juffrouw Harker beet nadenkend op
het uiteinde van haar pen. Zij fronste
het voorhoofd en was toch nóg al koel ge
weest gedurende het geheele onderhoud.
Zij had liever geen mooie meisjes op
haar kantoor, alleen die hard werken en
met een klein salaris tevreden zijn en dan
was zij jaloersch van aard. Zij blonk ook
wel eens graag uit. Violet was mooi en
jong. Dan was Violet geïntroduceerd door
Arthur Primrose en juffrouw Haïker had
zelf een goed oog op hem, want zij vond
hem knap en was overtuigd dat hij wel
carrière zou maken.
Ik hen wel wat verwonderd over het
adres dat u opgeeft en wij nemen gewoon
lijk geen meisjes, die in dure hotels logee-
ren.
Ik ben gisteren pas in Londen geko
men, van mijn oom in Sussex en ik was
van plan om er slechts één nadlit te lo-
geeren en vandaag dadelijk een kamer te
zoeken?
Hebt ii recommandaties?
Neen, ik hen pas veertien dagen ge
leden met mijn vader in Efigeland geko
men. Hij is plotseling gestorven, daarom
hen ik nu alleen en moet ik mijn brood
verdienen.
1 Zou uw oom u willen aanbevelen?
1Dat zou ik liever niet hebben. Ik bob
met hem getwist..
1Dus mijnheer Primrose is uw eenige
recommandatie?
«- Ja.
i—In wat familiebetrekking staat mijn
heer Primrose tot u?
Hij is alleen maar een kennis. Vader
en ik hebben hem ontmoet, toen wij in
Engeland logeerden bij onze aankomst.
Juffrouw Harker beet weer nadenkend
op haar pen en Violet stond in afwach
ting te kijken. Zij voelde zelf ook wel, dat
zij in een vreemde positie was, maar zij
kon het niet helpen. Een halve minuut
ging voorbij, toen stond juffrouw Harker
op en zonder een woord te zeggen, ging
zij in een kamer daarnaast. Violet zat
angstig te wachten en keek de kamer in
gedachten eens rond. Eenigo leelijko
schilderijen, een parapluie in een hoek en
zij kon in do kamer naarnaast de schrijf
machines hooren tikken. Daar ging de
deur weer open en juffrouw Harker kwam
met nog grimmiger gezicht dan tevoren
do kamer binnen met een papier in de
hand.
HOOFDSTUK VIII.
Juffrouw Harker.
Ilc heb hier een manuscript, zou u
dat even willen typen als een proef van
uw kunde, zei ze.
Er stond een schrijfmachine op een
tafeltje in een hoek van de kamer, zij
trok een stoel bij en wenkte Violet om ook
ren stoel te nemen.
Het leek wel een manuscript uit het
Britscho museum. Er waren woorden in
.uitgeschrapt, en tusschen gevoegd, heele
zinnen doorgehaald en weer geschreven
in microscopische letters op do breede
marge. Het schrift zelf was bijna onlees
baar. Violet keek ontzet als een verschrikt
vogeltje naar dit stuk, dat zij zou moeten
ontcijferen, als zij niet wilde verhongeren
Ik zal u tien minuten tijd daarvoor
geven, zei juffrouw Harker, het is een
lastig manuscript, maar zulke dingen
krijgen wij hier dagelijks.
Zij verliet de kamer. Hoe Violet het in
do tien minuten gedaan kreeg, wist zij
zelf niet, maar toen juffrouw Harker na
dat tijdsverloop terugkwam, was het ge
reed. Juffrouw Harker nam beide stuk-
ken en vergeleek ze. Het was uit een boek
over de gewoonte van een schildpad van
een welbekend natuurvorscher, wiens
schrift de wanhoop uitmaakte van al zijn
correspondenten, en toen juffrouw Harker
de twee vellen vergeleek, het onbegrijpe
lijke manuscript en het duidelijk getypte
stuk, zag zij dadelijk in, dat zij in Violet
een schat ontdekt had.
Dit liet zij echter niet blijken, juist het
tegendeel.
H'ni, zei zij. toen zij het nagezien
had, het is zoo kwaad niet, maar er zijn
een paar fouten in. Ja, juffrouw Prynne,
ik wil hot eens met u probeeren, u is nog
een beginnelinge en dus zult u niet zoo'n
hoog salaris vragen als een typiste van
meer ondervinding. Wat had u gedacht?
1Ik weet het niet, zei de ongelukkige
Violet, die zich voelde als een vlieg in het
web van een spin. Wat zijn de uren? Ik
bedoel: hoeveel werk zou u verwachten
dat ik deed?
De meisjes worden hier om negen
uur precies verwacht, zei juffrouw Ha_
ker, dan geven wij een uur voor het eten
en een half uur voor thee cn om zes uur
houden wij op. Na zessen betalen wij ex
tra, drie stuivers voor 1000 woorden.
En welk salaris? vroeg Violet.
1 In vroeger tijd betaalden de begin
nelingen om. toegelaten te worden en later
werken zij voo niets. Nu kunt u typen,
dus als leerlinge kan ik u niet beschouwen,
en ik had gedacht vijftien shillings in do
week.
Maar daar kan ik onmogelijk van
leven, riep Violet.
Ik moet er u opmerkzaam op maken,
dat er tegenwoordig erg veel meisjes zich
aanbieden als typiste.
i—Ja, maar men moet toch kunnen le
ven en voor minder dan een pond per
week zou ik het niet kunnen doen.
Juffrouw Harker dacht een oogenblifc
na. Zij had door ondervinding veel meis
jes leeren kennen en zij begreep dadelijk,
dat Violet stijf op liaar stuk zou blijven
staan. De tijd was kostbaar en zij was ook
niet de persoon om dien te verkwisten.
1 Heel goed dan, zeide zij, ik zal li een
pond per week geven. Het is een grooler
salaris dan ik gewoonlijk aan nieuwe
lingen geef en ik verwacht dan ook. dat
u veel ijver zult toonen. U kunt zeker wol
morgenochtend om negen uur komen-
Ik zal cr wezen, antwoordde Violet
opstaande.
Nu? vroeg Arthur, toon zij do trap
afgingen.
Ik heb het, antwoordde Violet, zij
heeft mij genomen voor een pond per
week en ik hen blij, dat ik het heb.
(Wot ut vervolgd).