KALENDER DER WEEK _r "I. N.B. 1. Als niet anders wordt aange geven mist in dezo week iedere H. Mis Gloria en Credo, heeft do Prefatie v. h. H. Kruis en is de kleur der Misgewaden TOL 2. Wanneer de Mis v. d. dag ge lezen wordt, blijft do Psalm ,,.Judica:', die aan den voet des altaars gebeden wordt, weg en ook bet „Gloria Patri" in den In- troitus en achter do „Lavabo" (het gebed bij het wasschen der handen.) ZONDAG 6 April. Passiezondag. Mis: Judica, 2e gebed voor Kerk of Paus, Credo. Vandaag begint de eigenlijke Lijdens- tijd. Ten teeken van rouw zijn de kruis beelden en de beelden van den Zaligmaker overal in de kerk en do Heiligenbeelden op het altaar bedekt met een paarse doek. De Ier dood veroordeelde Christus vraagt aan God Zijn zaak te bepleiten en de waarheid Zijner onschuld te doen uil- stralen. (Introïtus). Hoewel onschuldig moet Hij toch lijden; 't is de wil des Vaders, dat Hij als Middelaar v. b. Nieuw Verbond, als Hoogepriester, Zijn goddelijk Bloed aanbiedt tot zuivering en verlossing der Menschbeid (Epistel). Als mensch huivert Christus voor het lijdentGod. moge Hem daarom verlossen van Zijne vijanden Maar toch: do wil des Vaders moet ge schieden. Heer leer Mij Uwen Wil vol brengen (Graduale en Tractus). In 't Evangelie laat Christus zich duide lijk kennen als de Zoon van God, waar door nog meer de waarde Zijner smarten uitkomt. Hoe billijk is het toch, dat wij God loven voor de levenbrengende wel daad der verlossing, voor het gedaehtenis- leeken van 's Heeren Lijden, het H. Sacra ment des Altaars ên vooral dat wij Zijne geboden naleven. (Offertorium en Commu- nio.) MAANDAG 7 April. Mis v. d. dag. Miserere; 2e gebed als op Zondag. DINSDAG 8 April Mis v. d. dag. Ex- specta.: 2e gebed als op Zondag. WOENSDAG 9 April. Mis v. d. dag. Liberator: 2e gebed als op Zondag. DONDERDAG 10 April. M i s v. d. dag. Omn'a; 2c gebed als op Zondag. VRIJDAG 11 April. Feestdag der Zeven Smarten van Maria. Mis: Stabant. Gloria. 2e gebed v. d. H. Leo Paus. 3e v. d. dag. Crc-do. Prefatie v. G. Allerh. Maagd (invullen: En U in de door boring) Laatste Èv., v. d. dag. Kleur: W i t Ook mag do Mis v. d. dag gelezen wor den: Miserere, 2e gebed v. d. Zeven Smar ten; 3e v. d. H. Leo. Laatste Ev. v. d. Al lerh. Maagd (uit de, Mis v. d. Zeven Smar ten.) Welaan, Moeder, bron van liefde, maak dat wij Uwe Smart gevoelen om met U te treuren en de vrucht van 's Heeren Lijden te mogen gevoelen, opdat, jgelijk Uw Zoon Jezus voor ons gestorven is en verrezen, zoo ook wij met Hem medesterven (n.l. aan de zonde) en verrijzen (tot dhet leven in en met Christus door do genade) (Kerkelijke Getijden), ZATERDAG 12 April. Mis v. d. dag. Miserere. 2e gebed voor de Kerk; 3e voor den Paus. Lisse. A. M. KOK. Pr. PASSIE-ZONDAG In de liturgie der vastenweken is oen climax, of met Hollandsche woorden, een stijging, een opgang. Maar geen stijging van vreugde, zooals we dat in de liturgie der laatste Adventsdagen waarnemen. Integendeel! Hoe dichter we bij Pascken komen, des te ernstiger wordt do toon; des te meer" uiterlijke teekenen van rouw en boete neemt de H. Kerk aan. Alleen de vierde Vasten-Zondag draagt een ander, een opgewekter karakter, omdat in den Oud-Christelijken tijd de doop leerlingen of catechumenen, die met Asch- Woensdag uit de kerk verwijderd waren, deze nog eens mochten betreden, waarbij hun als tweede voorbereiding voor hun doop en Paaschcommunie het Gebed des Heeren en de Apostolische geloofsbelijde nis werden medegedeeld. Zoo is Zondag- Laetare een voorsmaak van de Paasch- ■yreugde. Maar' dan is weer alles ernst; ernst die zich voortdurend verdiept. En met Passie-Zondag „Iijdens-Zon- dag" houdt de liturgie ons voortdurend en bijna uitsluitend bezig met het lijden van den Verlosser. Niet het lijden in engeren zin, dat wij op Goeden Vrijdag herdenken, maar het leed, dat Christus naar den mensch moest doosfaan van schriftgeleer den, Farizeeërs, en boosaardige Joden, die op middelen zonnen, om Hem strafbaar te stellen en voïksoploopen tegen Hem te ver wekken. Alles is nu ernstig en droevig en dat gaat in een climax voort tot den Goeden Vrijdag. Als we op Passie-Zondag de kerk bin nentreden, bemerken we dat alle sier en tooi, die gemist kan worden, verdwenen is, en dat de kruisbeelden en andere beel den in de kerk of ten minste op 't altaar bedekt zijn, met een paarsen doek. Dit is de herinnering aan het overblijf sel van een heel oude gewoonte. Men herinnert zich dat de openbare zon daars en boetelingen en tevens de catechu menen met Asch-Woensdag uit de kerk werden geleid, nadat zij met asch getee- kend waren. De gewoon-geloovigen ontvingen ook als boele-tecken het aschkruis. maar mochten natuurlijk vrijelijk het heiligdom betreden. Echter werd er een doek voor 't altaar gehangen. Ze mochten de woonstede van den Eucliaristischen God niet aanschou wen. En werd, wat veelal het geval was, de H. Eucharistie in de sacristie bewaard, dan mochten ze toch het altaar, als zijnde bet Golgotha van 't onbloedig offer niet zien. Dit herinnert, dus ©enigszins aan don Oosterschen ritus, waar de heilige bundelingen in hoofdzaak achter de icono- stas'eplaats, grijpen, gelijk niea.hieir op Oudejaarsdag heeft kunnen zien. Van deze vasten doek, ook hoïïgo^ctaek, waarschijnlijk doelende op den honger der zielen naar God, dien ze in do gedaante der Eucharislio niet mochten zien, heeft onze Westérscho liturgie alleen het verhullen der kruisbeelden overgehouden. AVe weten, hoe al sinds Asch-Woensdag uit de gewone Missen het Gloria en het Al leluia is weggevallen en dat strikt genomen het orgel behoort to zwijgen. Met Passie-Zondag bidt ook do priester bij 't bestijgen van 't altaar de Psalm Ju dica niet meer, terwijl ook het lofprijzende Gloira patri na de antiphonon verdwijnt, dwijnt". Al deze dingen zijn zoo zinrijk en ik ge loof, dat wij onzen godsdienst, wiens litur gie zoo oneindig rijk en afwisselend is, heter en dieper innerlijk zouden beleven, wanneer we op ol die verschijnselen meer acht gaven. Eigenaardig is, dat het Evangelie-frag ment van nu af meestal ontleend is aan den H. Joannes, die treffender misschien dan de andere evangelisten het toenemen van de haat en de wraakzucht der Joden weet te schilderen, vóór deze er in weten te slagen, Christus gevangen te laten nemen. Zoo leze men in liet Evangelie van Pas sie-Zondag het dispuut dat de Heer voert met de Joden, die het er geheel op toeleg gen, Hem in een val te lokken. En het Evangelie eindigt: „Ze grepen clan stoe nen om Hem to steenigen, maar Jesus trok zich terug en verliet den tempel". Het bedekken der kruisbeelden, waarvan we zooeven spraken, woi-dt ook met dezen tekst in verband gebracht. De Heer onttrok zich aan de tegenwoordigheid Zijner bela gers. Nu mogen in do kerk Zijn geloovi- gen, die Hem zoo dikwijls beledigden. Zijn beeld niet meer zien. De epistels zijn nu veelal ontleend aan die Oud-Te,stamentiscbe profeten, die zoo vele malen het lijden van den Zaligmaker voorspeld hebben. Vooral aan den profeet Jeremias worden meermalen roerende klach ten ontleend, die aan Christus in den mond worden gelegd, omdat dezo profeet met zijn moeilijk leven een type een voor afbeelding van den Verlosser is. Twee weken scheiden ons nog van Pasclien. In deze twee weken is een eigenaardige symboliek; Twee volkeren moesten door Christus gewonnen jyorden voor Zijn rijk: Joden en Heidenen.' Dooi- beide vdlkerem heeft hij geleden: Joden eiscl)ten Zijn bloed; heidenen von nisten en doodden Hem. Beiden hebben ge lijk aandeel in den zwaren schuld der menschbeid tegenover God. Voor beiden gaf de Zaligmaker Zijn leven. En verder zien we in deze liturgie dei- eerste week, hoe Christus' lijden in talxan passages van 't Oude Testament vooraf ge heeld wordt, terwijl in de tweede week dat lijden werkelijkheid wordt bij de Profeten. "'Zoo zit er in de vastenliturgie een prach tige harmonische opbouw, waarbij geen wereldsch kunstwerk halen kan. We hopen e£ nog een paar malen de aandacht öp te 'vestigen. N. J. H. S. EEN MALAISE-SESCHIEDENIS. Het is een tijd van malaise. De wereld staat op zijn kop en de menschen nog meer van wanhoop. Het is net of iedereen zijn kooplust heeft opgeborgen en niet meer uitgeeft dan hoog noodig is om het leven er in te houden. Wij moeten nu toch eindelijk eens een paar nieuwe gordijnen hebben, zeide me vrouw Prikkel tot haar man. Toen het oor log was mocht ik ze niet voor je koopen, toen de oorlog voorbij was, wilde je. bet nog even „aanzien", maar nu staan we voor het feit, dat we nieuwe gordijnen noodig hebben. 'Versta je goed? „noodig". Het is geen kwestie meer van luxe of van voor keur, maar een geval van noodzakelijkheid. Ga je dus vanmiddag een patroontje mee helpen uitzoeken? Neen, antwoordde mijnheer Prikkel, wij gaan geen patroontje uitzoeken en wij gaan ook geen gordijn koopen ueberhaupt. Wij leven in een tijd van malaise en in zoo'n tijd koop je geen gordijnen. Maar ik zeide je toch dat het nood zakelijk was? Dat zeide je, maar zóo goed als wij het de vorige week met de oude gordijnen gedaan hebben en ook deze week het er mede hebben gedaan, zoo zullen wij het ook de volgende week, de daarop volgende en de nogmaals daarop volgende week best kunnen stellen met de oude gordijnen. Het is hier niet de kwestie dat nieuwe gordij nen niet noodig zijn of zoo iets, maar een voudig de noodzakelijkheid. In een tijd van malaise koop je geen nieuwe gordijnen Zelfs al zouden er gaten in die gordijnen zitten, maar die zitten er niet in, maar al zaten ze er in, dan stopte je die gaten of je stopte ze niet, wat het voordeel geeft, dat je naar buiten kunt kijken zonder zelf gezien te worden. Je maakt flauwe grapjes, pruilde me vrouw. dat is kinderachtig en misplaatst ook. Ik vraag die gordijnen niet voor mij, maar voor het huishouden. Juist, hernam mijnheer Prikkel gevat, wanneer die gordijnen nu voor jou per soonlijk waren bedoeld, dan zou mijn ant woord wellicht anders geluid hebben. Maar nu ze voor het huishouden zijn en jij je er niets van behoeft aan te trekken, want ze zijn nu even goed voor mij, nu durf ik te zeggen, het gaat niét, een dergelijke uit gave zou in dezen tijd onverantwoordelijk zijn. Wij leven in een tijd van malaise en je weet nog niet waarvoor je morgen komt te staan. Het moet! We kunnen er niet langer buiten, px-uilde mevrouw. - Je moet niet vergeten Amalia, dat de inkomsten om het oogenblik zeer twijfel achtig zijn. Ieder mensch heeft opgehouden één cent meer uit te geven dan broodnoo- dig is. Er wordt niet verdiend, lees daar voor maar eens de beursberichten en de marktberichten, je zult zien dat zelfs de grootste zaken haast niet "meer het hoofd boven water kunnen houden. En wanneer ook wij ons nje't bezuinigen, dan vrees ik voor de- toekomst het ergste. Maar, zoo hield mevrouw Prikkel aan, cr zijn toch dingen waar je niet buiten kunt, wat moet! en dan moet het maar. Wat moet maar niet kan, daar heeft het „niet kunnen" de overmacht. Er moet iets op worden verzonnen. Wanneer jij me dat middel aan dc hand kunt doen, dan. heb jij je gordijnen, vervolgde Prikkel. Ik voor mij heb er reeds lang over nagedacht op welke wijze de in komsten Zouden kuilden vergroot worden. Doch ik heb niets gevonden, zo'odat dc eer nu aan jou is. Zie jij er kans toe, mij best, maar laat het dan hooren. Kijk eens; als de "malaise zoo is en de toekomst zoo somber schijnt en jij je zelf een dubbeltje viermalen omkeert alvorens jo het uitgeeft, dan moeten we ook elk middel te baat nemen, wat althans geoor loofd is. en daarvoor moet jij je dan ook maar een beetje opofferen. Ik bedoel hier mede, dat wij boven twee gemeubileerde kamers hebben, die wij niet direct noodig hebben en die wij goed zouden kunnen ver huren. Je weet, ik heb het er nooit erg op begrepen andere menschen in huis te nemen en wanneer het niet werkelijk noodzake lijk is doe ik het ook liever niet. Je boet veel van je vrijheid in, je haalt je zelfs las ten er mee op je hals. Kortom, aanlokke lijk lijkt het me niet. Maar je hebt toch zelf gezegd, dat in dezen tijd van malaise.... Ja, ja, ik begrijp je, zoo weerde Prik kel af. zeker er bestaat thans werkelijk aan leiding-om zoo iets tot hulpmiddel te ne men. Ja, als de tijden nog slechter worden dan zal het zelfs noodzakelijk zijn. Het is nu reeds noodzakeliik. Als'jij meent, dat het onverantwoordelijk is nieu we gordijnen te koopen, dan versta ik bet, dat dc nood reeds zeer hoog is en gezien de slechte toestand van de gordijnen, dan is de nood zelfs zeer hoog. Ik stel dus voor om de suite boven te verhuren met het oog op do malaise. Prettig vind ik het niet, maar het is consequent, dus vooruit maar. Maar kijk er een beetje naar wie en wat je in buis krijgt En 't is waar, je behoeft tegenwoordig voor zoo iets je niet te schamen, 't Zijn feitelijk alleen de arbeiders die -tegenwoordig een goed stuk geld verdienen en wij midden standers hebben het krap. Wij kunnen niet onze geheele verdienste op maken. Wij hebben stand op to houden, en wij moeten er op rekenen, dat er dan cn dan dit of dat moet worden betaald. Dus verhuur maar. Mevrouw Prikkel liet zich dat geen twee maal zeggen. Ze begreep lieel goed dat het verhuren van kamers wel wat last mee bracht, maar haar man was den laatsten tijd zoo verschrikkelijk vasthoudend ge worden, hij was zóo angstig om wat geld uit te geven, dat ze in het verhuren van kamers het eenig middel zag om wat geld te krijgen ten eind«s?oo; nu en dan iets e.xtta's" te koopen,*- rotfols~'dan nu de gor dijnen. Dicrizelfdcnavond keelc mevrouw de advertenties na om te zien of er soms een suite te huur gevraagd werd. En werkelijk zo vond zoo'n advertentie. Kees, zeide mevrouw tot haar man, hier lees eens en wat denk jij er van? Mijnheer Prikkel keek naar de adver tentie op de aangegeven plek en las: Een heer b.b.h.h. zoekt twee kamers, liefst én Suite, alleen ontbijt en bediening. Brieven enz. Ja, zeide Prikkel, die advertentie lijkt me wel. Een heer met zijn bezigheden bui tenshuis lijkt mij ook wel de eenig moge lijke. Selirijf daar maar eens op. Natuurlijk schrééf mevrouw op de ad vertentie en twee dagen later kwam die mijnheer kijken. Den gevraagden prijs van vijftig gulden in de maand wilde hij beta len. Hij at verder van den kok en hij vroeg dan ook om de étensbus geregeld aan to nemen. De volgende weck zou hij ko- De zaak werd afgesproken en mevrouw vertelde dien avond aan liaar man dat zij de kamers verhuurd had en zij thans wel verwachtte, dat ze de malaise het lioofd zouden kunnen bieden. In huis haddon nu natuurlijk eenige ver anderingen plaats, veranderingen waaraan men niet gewend was. 's Morgens moest het ontbijt worden klaar gezet, dus moest mevrouw een half uurtje vroeger op. Wan neer mijnheer en mevrouw 's middags gin gen wandelen, dan moesten ze altijd om vijf uur thuis zijn. want op dat uur bracht de kok de etensbus. Ging de familie vroeg naar bed, dan werden zij om een uur of elf, half twaalf opgeschrikt door voetstap pen op de trap van mijnheer op kamers, die thuis kwam. Gingen zij laat naar bed, dan moest Prikkel zijn schoenen eerst uit trekken, want anders maakte hij mijnheer op kamera wakker, die reeds den tweeden dag over het stampen op de trap geklaagd had. Zat Prikkel rustig zijn krant te lezen na het eten, dan gebeurde het wel eens dat er een boodschap gebracht werd voor mijnheer op kamers en dan moest Prikkel open doen en naar boven gaan om de boodschap over te brengen. Je lijkt wel een knechtje geworden, mopperde Prikkel wel eens, Zoodra als de malaise voorbij is. moet hij -van de kamers af. Maar het vooruitzicht van vijftig gul den aan het einde van iedere maaml ver zoette den last en Prikkel was steeds be leefd en forceerde zicli een beetje tot on derdanigheid. Zoo kwam het einde van de maand en Prikkel schreef de kwitantie uit voor een maand huur, benevens voor zeven gulden vijftig aan voorschotten. Mevrouw zou dien avond naar boven gaan om bet geld te innen. Dan gaan we morgen de gordijnen koopen, lachte mevrouw. Dat heb ik beloofd en dat zullen we dan ook doen. Na bet eten ging mevrouw met de kwi tantie naar boven. Vijf ."minuten later reeds kwam mevrouw naar beneden. En? vroeg mijnheer Prikkel, is hij goed van betalen? -; Mevrouw Prikkel veegde een traan weg. Die eeuwige malaise. Wat bedoel je met die eeuwige ma laise? Hij heeft me gevraagd, zeide-mevrouw boos. terwijl ze dc kwitantie op tafel wierp om veertien da-gen te wachten. Het was nu zoo'n malaisetijd, het geld was zoo duur en ja, eigenlijk gezegd, op het' oogenblik had hij het niet. Wat- schreeuwde Prikkel, hij heeft niet betaald? Loop ik daarvoor 's avonds op mijn sokken naar boven? Moet ik daar om driemaal meer dan anders naar de voor deur? Hebben we ons daarom den last van een mijnheer op kamers op den hals ge haald? 't Is wat mooi's. En wat heb je er nu aan? 't Is al malaise genoeg een- vreem den snoeshaan op kamers te hebben. Maar laat het dan tenminste een snoeshaan zijn, die zelf geen last van de malaise heeft. Maar dat gaat zoo niet langer. Ik ken dat, wannéér zc den eersten keer al geen geld hebben om de huur te betalen. Den eersten keer kan je veertien dagen op je geld wachten, dan wordt het drie maanden en tenslotte krijg je een half jaar niet be taald. En de gordijnen dan? Ja-, die gordijnen krijg je ten slotte toch niet. ït verdraag het niet langer, dat wij er ten slotte alleen nog den last van hebben. Die man moet weg. Ga weer naar boven Amalia cn zeg dien malaise- lijder dc buur óp. Als hij slecht van beta len is lieb je er toch niets aan. Dan liever ons maar bezuinigen en niet den last van een kamerbewoner. Vertel het hem maar, dan krijgen wc althans onze vrijheid weer terug. Ga dan. spoorde Prikkel haar aan. Zeg hem de huur op en na hem komt er geen mensch meer op kamers hier. Mevrouw ging naar boven om den heer op kamers de huur op te zeggen. En mijnheer Prikkel stak een sigaar op om zijn zenuwen te kalmeeren. Dat noemen ze een tegemoetkoming in do malaise, mopperde hij, een man, die zijn huur niet befalt. Dan maar liever zooals het geweest is en geen gordijnen. Zulke raadgevingen van vrouwen is ook maar een lapmiddel. Met een beetje bezui niging gaat het ook nog wel. Als Amalia hu maar wat geleerd heeft hieruit. Toen ging Prikkel voor het raam zit ten en wachtte tot zijn vrouw naar bene den zou komen. „Hsgz." MARTIN BERDEN. HIJ IS HIER Dit is maar on eenvoudig verhaak héél eenvoudig. Er woonden eens,, aan den over van de Mississippi tweo rentenierende oudjes uit Amerika, bescheiden renteniertjes<, die een zoon hadden; hen ^enigen zoon. De zoon word m den grooten oórïb" gé-, dood aan het front in Lotharingen. Hij was slechts soldaat zonder strepen. Alle geluk van de twee oudjes ver dween met het voor altijd weggaan van den jonaen, in de volle kracht en het volle licht van zim leven. Teen kregen die vader en moeder een idee, dat in hen vastgroeide. Zonder en iemand iert-s te zeggen, in allo stilte, schreven ze brieven, en nog eens brieven; Ze waren in verbinding ge treden met een. notaris-van Meurte-eit-Mo- selle, oen eerlijk man, goddank, en -die ge troffen door hetgeen hij vernam, hen hielp uit dén grond van zijn hart. Op zekeren dag tenslotte ontvingen zij van hem een, schrijven en zij besloten hei melijk deze zonder ©enigen twijfel goede gelegenheid niet voorbij te laten gaan. Er was iets screens in hun groot ver driet. gekomen. Men zag hen, geheimzinniglijk, stoepjes opgaan bij Amerikaansehe zakcnraenschen bij bankiers zelfs. En heel gauw wist men al dat heel hun klein hebben en houden langzamerhand werd omgezet in klinkende munt-. Zij verklaarden: naar Frankrijk zouden, ze vertrekken. Da's dwaas", zeiden de vrienden. „Neen, het is goed zoowij gaan ons vestigen in dat land, om onzen levens avond daar door tè brengen. We hebben niet veel meer noodig; enkel maar-precies hetzelfde huisje als hier aan de Mississipi, een aannemer zal het doen.de plannen, heeft hij en de foto's.... alleshij bouwt steen voor steen ons klein huisje weer op in-Frankrijk.en we zullen daar leven. „Maar waar dan?" „In Lotharingen juist op de plaats waar hij gedood is en waar hij begraven is op dezelfde plaats. Wij hebben niet ge wild datze hem naar een groot kerkhof zouden brengen, waarvoor zou het goed zijn, want wij komen nu. Het was niet zoo heel gemakkelijk om het terreintje te krijgen. De boeren, wier eigendom het was, vroegen heel veel geld,t Een van hen de voornaamste, wille toen hij alles wist, niet meer speculeeren. En eens het terrein gekocht, zette men zich spoedig aan het werk. En nauwkeurig werd het kleine familie- huisje nagebouwd, op de plaats waar de zoon gebleven was. Wieg en graf bij elkander. En zoo kwam heit dat ik op ©en wande ling op dit punt van het oude front, tot mijn verwondering de twee Amerikaansehe oudjes op den drempel van hun huisje, dat zoo verschilde van de andere, zag staan. Buren verteldo-, me de reden vail hun komst: ©en reden, die ©en ieder in dat land respecteert. Men slooft zich uit, om hen het leven tc vergemakkelijken en met opzet -leeren zc Engelsche woorden Het scheen ondoenlijk bijna zoo te lev haast in het open veld, bij zoo'n onbete kenid gehucht. ONS HOEKJE OVER OPVOEDING. VRIENDEN IN OEN NOOD Een mensch kan toch moeilijk buiten vrienden! „Vriendschap is het zout des levens". Vriendschap is 'n genot en 'n kracht. „"Wie een waren vriend gevonden heeft, heeft oen schat gevonden" Vriendschap geeft verdubbeling der vreug de, die men geniet, geeft troost en leniging in de smart, die men (e dragen heeft. "Wij kunnen vriendschap in ons leven zoo moeilijk missen: ónze kinderen nog het minst. Al moge dan ook al dc diepere kijk in -t leven ons vérhinderen voor vriend schap aan te zien, wat volstrekt geen vriendschap iseh aldus hét getal ware vrienden uiterst gering maakt: onze kinderen genieten nog zóó van do bewij zen van vriendschap, die zij zender eigen- zuchtige bijbedoelinsen. vaak geven.en terugontvangen. Vriendschap kost offers, offers van zelf zucht, offers van onbaatzuchtige naasten— liefde.... Daarom zijn ör" zoo woiiV ware vriendenDit moeten onze kin deren langzamerhand gaan begrijpen, dat zij niet altijd en voor iedereen hun hart kunnen opener». Van den anderen kant zou het een opvoedkundige misdaad zijn hen van jongsaf wantrouwen tegen iedereen in te geven, zoodat zij wegens schuwheid en sarcastische levens-ontwikkeling e'ko vriendschap onmogelijk maken. „Vriendschan zoekt gelijken of maakt ze" zeide een oude heiden. De ondervinding van eeuwen wettigen deze waarheid ten volle. Dus opgepast! De kinderen willen vriendschap sluiten' ener ligt een groot gevaar in, als zij met verkeerde vrienden omgaan, „vriendschap zoekt gelijken of maakt ze,"Hier zal een ongeloovige en laag-bij-de-grondsche ouder-zonder-we- re!d-en-menschenkennis lachen,.ïs dat nu zóó erg?".... Dat bewijst dat zulk een vader of moeder geen kinderziel kent, noch den enormen trek naar mededeelzaam heid aan fijdgenooten en de geweldige sug gestibiliteit en de na-apingszucht van een kind. Een kind laat zich als 't ware wil loos meesleepen door iemand, dien liet vereert. Is dat een ware vriend: dankt God dan: uw kind is gered. Deugt die vriend niet, met wien uw kind „dweept"... dan is het ergste te vreezen.... De kinderen zien allentwegen van do „grooten" dat vrienden zijn: diegenen- met wie men pleizier kan maken. Zij hooren steeds praten van „onze vrienden" en be grijpen dan spoedig dat het.de menschen zijn, om ïvio men eiken avond van huis is om zich te vermaken en de-kinderen aan hun lot over te laten.en liet huishou den- in de war te laten loopen.De kin deren begrijpen, dat het van al die vriend schap is' als 's morgens vóór 10 uur'moe der nog geen mensch is" en vader „on genaakbaar" en „uit z'n humeur Zij begrijpen dat het. voor do. vriendschap is dat al do gesprekken voort durend 'bgaan over uitgaan, over tea, over jour, over re cepties, over „stand-op-houden". De kindéren beginnen spoedig te voelen dat zij vanwege de vriendschap hun ouders kwijt-raken, dat het dé vriend schap is, die maakt dat zij bijna nooit 'ns hi uurtje bij vader en moeder leunnen zijn omdat er ..vi site" is of „visite" komt of „visite" ge-* weest is En dan gaan de kinderen de vriend schap zoeken, waar zij maar kunnen, bij wie zij maar eenigszins „kans" hebben; in ieder geval buitenshuis?daar zoo leerden zij van hun ouders wel, heeft men 't meeste pleizier?en dan is het luk-raak als zij oen. goeden vriend tref fen!. Dan wordt ook de orde omgekeerd Dan wordt de vriendschap buitensbuis hoofd zaak en de huiselijke sfeer, do kring van huiselijk© vriendenhijzaak. Dan worden ouders en broers of zusters vreemden" voor elkaar en. de. hier of daar zonder ver stand en leiding opgedane vriend hoofd zaak. Hiervan komen bijna altijd on gelukken! De. vriendschap buitenshuis kan schoon, verheffend en heerlijk zijn.... maar de huiselijke intimiteit en onder-clkaar-zich- thuis-voelen is het eerst-noorlisfo voor goede opvoeding en gelukldgrkind-zijn G. P. J. v. d. BURG, Bergen. Maar dat- was nu hun idee, van dio tweo oudjes: alles veTkoopen cm op deze plek te komen wonen juist op die plek. En toen ik hen begroet bad cn infor meerde naar de reden .van hun aanwezig heid, zeide de vader me, ernstig cn nam zijn kort pijpje .uit zijn mond: „Hij is hier!..." Het is nu maar een heel eenvoudige ge schiedenis, heel eenvoudig, maar zuiver historisch. En opgedragen aan hen, die al ver geten zijn (N. T. Crt.) Henry.do Forge. HAASTIGE MENSCHEN- De H Franciscus- van .Sales zegt: Do hommels maken meer gerucht, en. zijn ge jaagder dan de bijen, cn toch, zij maken; alleen was, géén-honing. Heb ?i;n niet de woeste bergstroomen, die de -schepen dya- gen, maar kalm vloeiende rivieren. De zachte regens maken het k v 'it- baar, terwijl de stort regen s don w oosten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 15