KALENDER DER WEEK
_r
"I.
N.B. 1. Als niet anders wordt aange
geven mist in dezo week iedere H. Mis
Gloria en Credo, heeft do Prefatie v. h.
H. Kruis en is de kleur der Misgewaden
TOL 2. Wanneer de Mis v. d. dag ge
lezen wordt, blijft do Psalm ,,.Judica:', die
aan den voet des altaars gebeden wordt,
weg en ook bet „Gloria Patri" in den In-
troitus en achter do „Lavabo" (het gebed
bij het wasschen der handen.)
ZONDAG 6 April. Passiezondag.
Mis: Judica, 2e gebed voor Kerk of
Paus, Credo.
Vandaag begint de eigenlijke Lijdens-
tijd. Ten teeken van rouw zijn de kruis
beelden en de beelden van den Zaligmaker
overal in de kerk en do Heiligenbeelden
op het altaar bedekt met een paarse doek.
De Ier dood veroordeelde Christus
vraagt aan God Zijn zaak te bepleiten en
de waarheid Zijner onschuld te doen uil-
stralen. (Introïtus). Hoewel onschuldig
moet Hij toch lijden; 't is de wil des
Vaders, dat Hij als Middelaar v. b. Nieuw
Verbond, als Hoogepriester, Zijn goddelijk
Bloed aanbiedt tot zuivering en verlossing
der Menschbeid (Epistel). Als mensch
huivert Christus voor het lijdentGod. moge
Hem daarom verlossen van Zijne vijanden
Maar toch: do wil des Vaders moet ge
schieden. Heer leer Mij Uwen Wil vol
brengen (Graduale en Tractus).
In 't Evangelie laat Christus zich duide
lijk kennen als de Zoon van God, waar
door nog meer de waarde Zijner smarten
uitkomt. Hoe billijk is het toch, dat wij
God loven voor de levenbrengende wel
daad der verlossing, voor het gedaehtenis-
leeken van 's Heeren Lijden, het H. Sacra
ment des Altaars ên vooral dat wij Zijne
geboden naleven. (Offertorium en Commu-
nio.)
MAANDAG 7 April. Mis v. d. dag.
Miserere; 2e gebed als op Zondag.
DINSDAG 8 April Mis v. d. dag. Ex-
specta.: 2e gebed als op Zondag.
WOENSDAG 9 April. Mis v. d. dag.
Liberator: 2e gebed als op Zondag.
DONDERDAG 10 April. M i s v. d. dag.
Omn'a; 2c gebed als op Zondag.
VRIJDAG 11 April. Feestdag der
Zeven Smarten van Maria. Mis:
Stabant. Gloria. 2e gebed v. d. H. Leo
Paus. 3e v. d. dag. Crc-do. Prefatie v. G.
Allerh. Maagd (invullen: En U in de door
boring) Laatste Èv., v. d. dag. Kleur: W i t
Ook mag do Mis v. d. dag gelezen wor
den: Miserere, 2e gebed v. d. Zeven Smar
ten; 3e v. d. H. Leo. Laatste Ev. v. d. Al
lerh. Maagd (uit de, Mis v. d. Zeven Smar
ten.)
Welaan, Moeder, bron van liefde, maak
dat wij Uwe Smart gevoelen om met U te
treuren en de vrucht van 's Heeren Lijden
te mogen gevoelen, opdat, jgelijk Uw Zoon
Jezus voor ons gestorven is en verrezen,
zoo ook wij met Hem medesterven (n.l.
aan de zonde) en verrijzen (tot dhet leven
in en met Christus door do genade)
(Kerkelijke Getijden),
ZATERDAG 12 April. Mis v. d. dag.
Miserere. 2e gebed voor de Kerk; 3e voor
den Paus.
Lisse. A. M. KOK. Pr.
PASSIE-ZONDAG
In de liturgie der vastenweken is oen
climax, of met Hollandsche woorden, een
stijging, een opgang. Maar geen stijging
van vreugde, zooals we dat in de liturgie
der laatste Adventsdagen waarnemen.
Integendeel! Hoe dichter we bij Pascken
komen, des te ernstiger wordt do toon;
des te meer" uiterlijke teekenen van rouw
en boete neemt de H. Kerk aan.
Alleen de vierde Vasten-Zondag draagt
een ander, een opgewekter karakter, omdat
in den Oud-Christelijken tijd de doop
leerlingen of catechumenen, die met Asch-
Woensdag uit de kerk verwijderd waren,
deze nog eens mochten betreden, waarbij
hun als tweede voorbereiding voor hun
doop en Paaschcommunie het Gebed des
Heeren en de Apostolische geloofsbelijde
nis werden medegedeeld. Zoo is Zondag-
Laetare een voorsmaak van de Paasch-
■yreugde.
Maar' dan is weer alles ernst; ernst die
zich voortdurend verdiept.
En met Passie-Zondag „Iijdens-Zon-
dag" houdt de liturgie ons voortdurend en
bijna uitsluitend bezig met het lijden van
den Verlosser. Niet het lijden in engeren
zin, dat wij op Goeden Vrijdag herdenken,
maar het leed, dat Christus naar den
mensch moest doosfaan van schriftgeleer
den, Farizeeërs, en boosaardige Joden, die
op middelen zonnen, om Hem strafbaar te
stellen en voïksoploopen tegen Hem te ver
wekken.
Alles is nu ernstig en droevig en dat
gaat in een climax voort tot den Goeden
Vrijdag.
Als we op Passie-Zondag de kerk bin
nentreden, bemerken we dat alle sier en
tooi, die gemist kan worden, verdwenen
is, en dat de kruisbeelden en andere beel
den in de kerk of ten minste op 't altaar
bedekt zijn, met een paarsen doek.
Dit is de herinnering aan het overblijf
sel van een heel oude gewoonte.
Men herinnert zich dat de openbare zon
daars en boetelingen en tevens de catechu
menen met Asch-Woensdag uit de kerk
werden geleid, nadat zij met asch getee-
kend waren.
De gewoon-geloovigen ontvingen ook als
boele-tecken het aschkruis. maar mochten
natuurlijk vrijelijk het heiligdom betreden.
Echter werd er een doek voor 't altaar
gehangen. Ze mochten de woonstede van
den Eucliaristischen God niet aanschou
wen.
En werd, wat veelal het geval was, de
H. Eucharistie in de sacristie bewaard,
dan mochten ze toch het altaar, als zijnde
bet Golgotha van 't onbloedig offer niet
zien. Dit herinnert, dus ©enigszins aan
don Oosterschen ritus, waar de heilige
bundelingen in hoofdzaak achter de icono-
stas'eplaats, grijpen, gelijk niea.hieir op
Oudejaarsdag heeft kunnen zien.
Van deze vasten doek, ook hoïïgo^ctaek,
waarschijnlijk doelende op den honger der
zielen naar God, dien ze in do gedaante der
Eucharislio niet mochten zien, heeft onze
Westérscho liturgie alleen het verhullen
der kruisbeelden overgehouden.
AVe weten, hoe al sinds Asch-Woensdag
uit de gewone Missen het Gloria en het Al
leluia is weggevallen en dat strikt genomen
het orgel behoort to zwijgen.
Met Passie-Zondag bidt ook do priester
bij 't bestijgen van 't altaar de Psalm Ju
dica niet meer, terwijl ook het lofprijzende
Gloira patri na de antiphonon verdwijnt,
dwijnt".
Al deze dingen zijn zoo zinrijk en ik ge
loof, dat wij onzen godsdienst, wiens litur
gie zoo oneindig rijk en afwisselend is,
heter en dieper innerlijk zouden beleven,
wanneer we op ol die verschijnselen meer
acht gaven.
Eigenaardig is, dat het Evangelie-frag
ment van nu af meestal ontleend is aan
den H. Joannes, die treffender misschien
dan de andere evangelisten het toenemen
van de haat en de wraakzucht der Joden
weet te schilderen, vóór deze er in weten te
slagen, Christus gevangen te laten nemen.
Zoo leze men in liet Evangelie van Pas
sie-Zondag het dispuut dat de Heer voert
met de Joden, die het er geheel op toeleg
gen, Hem in een val te lokken. En het
Evangelie eindigt: „Ze grepen clan stoe
nen om Hem to steenigen, maar Jesus
trok zich terug en verliet den tempel".
Het bedekken der kruisbeelden, waarvan
we zooeven spraken, woi-dt ook met dezen
tekst in verband gebracht. De Heer onttrok
zich aan de tegenwoordigheid Zijner bela
gers. Nu mogen in do kerk Zijn geloovi-
gen, die Hem zoo dikwijls beledigden. Zijn
beeld niet meer zien.
De epistels zijn nu veelal ontleend aan
die Oud-Te,stamentiscbe profeten, die zoo
vele malen het lijden van den Zaligmaker
voorspeld hebben. Vooral aan den profeet
Jeremias worden meermalen roerende klach
ten ontleend, die aan Christus in den
mond worden gelegd, omdat dezo profeet
met zijn moeilijk leven een type een voor
afbeelding van den Verlosser is. Twee
weken scheiden ons nog van Pasclien.
In deze twee weken is een eigenaardige
symboliek; Twee volkeren moesten door
Christus gewonnen jyorden voor Zijn rijk:
Joden en Heidenen.'
Dooi- beide vdlkerem heeft hij geleden:
Joden eiscl)ten Zijn bloed; heidenen von
nisten en doodden Hem. Beiden hebben ge
lijk aandeel in den zwaren schuld der
menschbeid tegenover God. Voor beiden
gaf de Zaligmaker Zijn leven.
En verder zien we in deze liturgie dei-
eerste week, hoe Christus' lijden in talxan
passages van 't Oude Testament vooraf ge
heeld wordt, terwijl in de tweede week dat
lijden werkelijkheid wordt bij de Profeten.
"'Zoo zit er in de vastenliturgie een prach
tige harmonische opbouw, waarbij geen
wereldsch kunstwerk halen kan.
We hopen e£ nog een paar malen de
aandacht öp te 'vestigen.
N. J. H. S.
EEN MALAISE-SESCHIEDENIS.
Het is een tijd van malaise. De wereld
staat op zijn kop en de menschen nog meer
van wanhoop. Het is net of iedereen zijn
kooplust heeft opgeborgen en niet meer
uitgeeft dan hoog noodig is om het leven
er in te houden.
Wij moeten nu toch eindelijk eens een
paar nieuwe gordijnen hebben, zeide me
vrouw Prikkel tot haar man. Toen het oor
log was mocht ik ze niet voor je koopen,
toen de oorlog voorbij was, wilde je. bet
nog even „aanzien", maar nu staan we voor
het feit, dat we nieuwe gordijnen noodig
hebben. 'Versta je goed? „noodig". Het is
geen kwestie meer van luxe of van voor
keur, maar een geval van noodzakelijkheid.
Ga je dus vanmiddag een patroontje mee
helpen uitzoeken?
Neen, antwoordde mijnheer Prikkel,
wij gaan geen patroontje uitzoeken en wij
gaan ook geen gordijn koopen ueberhaupt.
Wij leven in een tijd van malaise en in
zoo'n tijd koop je geen gordijnen.
Maar ik zeide je toch dat het nood
zakelijk was?
Dat zeide je, maar zóo goed als wij
het de vorige week met de oude gordijnen
gedaan hebben en ook deze week het er
mede hebben gedaan, zoo zullen wij het ook
de volgende week, de daarop volgende en
de nogmaals daarop volgende week best
kunnen stellen met de oude gordijnen. Het
is hier niet de kwestie dat nieuwe gordij
nen niet noodig zijn of zoo iets, maar een
voudig de noodzakelijkheid. In een tijd
van malaise koop je geen nieuwe gordijnen
Zelfs al zouden er gaten in die gordijnen
zitten, maar die zitten er niet in, maar al
zaten ze er in, dan stopte je die gaten of
je stopte ze niet, wat het voordeel geeft,
dat je naar buiten kunt kijken zonder
zelf gezien te worden.
Je maakt flauwe grapjes, pruilde me
vrouw. dat is kinderachtig en misplaatst
ook. Ik vraag die gordijnen niet voor mij,
maar voor het huishouden.
Juist, hernam mijnheer Prikkel gevat,
wanneer die gordijnen nu voor jou per
soonlijk waren bedoeld, dan zou mijn ant
woord wellicht anders geluid hebben. Maar
nu ze voor het huishouden zijn en jij je er
niets van behoeft aan te trekken, want ze
zijn nu even goed voor mij, nu durf ik te
zeggen, het gaat niét, een dergelijke uit
gave zou in dezen tijd onverantwoordelijk
zijn. Wij leven in een tijd van malaise en
je weet nog niet waarvoor je morgen komt
te staan.
Het moet! We kunnen er niet langer
buiten, px-uilde mevrouw. -
Je moet niet vergeten Amalia, dat de
inkomsten om het oogenblik zeer twijfel
achtig zijn. Ieder mensch heeft opgehouden
één cent meer uit te geven dan broodnoo-
dig is. Er wordt niet verdiend, lees daar
voor maar eens de beursberichten en de
marktberichten, je zult zien dat zelfs de
grootste zaken haast niet "meer het hoofd
boven water kunnen houden. En wanneer
ook wij ons nje't bezuinigen, dan vrees ik
voor de- toekomst het ergste.
Maar, zoo hield mevrouw Prikkel aan,
cr zijn toch dingen waar je niet buiten
kunt, wat moet! en dan moet het maar.
Wat moet maar niet kan, daar heeft
het „niet kunnen" de overmacht.
Er moet iets op worden verzonnen.
Wanneer jij me dat middel aan dc
hand kunt doen, dan. heb jij je gordijnen,
vervolgde Prikkel. Ik voor mij heb er reeds
lang over nagedacht op welke wijze de in
komsten Zouden kuilden vergroot worden.
Doch ik heb niets gevonden, zo'odat dc eer
nu aan jou is. Zie jij er kans toe, mij best,
maar laat het dan hooren.
Kijk eens; als de "malaise zoo is en de
toekomst zoo somber schijnt en jij je zelf
een dubbeltje viermalen omkeert alvorens
jo het uitgeeft, dan moeten we ook elk
middel te baat nemen, wat althans geoor
loofd is. en daarvoor moet jij je dan ook
maar een beetje opofferen. Ik bedoel hier
mede, dat wij boven twee gemeubileerde
kamers hebben, die wij niet direct noodig
hebben en die wij goed zouden kunnen ver
huren.
Je weet, ik heb het er nooit erg op
begrepen andere menschen in huis te nemen
en wanneer het niet werkelijk noodzake
lijk is doe ik het ook liever niet. Je boet
veel van je vrijheid in, je haalt je zelfs las
ten er mee op je hals. Kortom, aanlokke
lijk lijkt het me niet.
Maar je hebt toch zelf gezegd, dat in
dezen tijd van malaise....
Ja, ja, ik begrijp je, zoo weerde Prik
kel af. zeker er bestaat thans werkelijk aan
leiding-om zoo iets tot hulpmiddel te ne
men. Ja, als de tijden nog slechter worden
dan zal het zelfs noodzakelijk zijn.
Het is nu reeds noodzakeliik. Als'jij
meent, dat het onverantwoordelijk is nieu
we gordijnen te koopen, dan versta ik bet,
dat dc nood reeds zeer hoog is en gezien de
slechte toestand van de gordijnen, dan is
de nood zelfs zeer hoog. Ik stel dus voor
om de suite boven te verhuren met het oog
op do malaise.
Prettig vind ik het niet, maar het is
consequent, dus vooruit maar. Maar kijk er
een beetje naar wie en wat je in buis krijgt
En 't is waar, je behoeft tegenwoordig voor
zoo iets je niet te schamen, 't Zijn feitelijk
alleen de arbeiders die -tegenwoordig een
goed stuk geld verdienen en wij midden
standers hebben het krap. Wij kunnen niet
onze geheele verdienste op maken. Wij
hebben stand op to houden, en wij moeten
er op rekenen, dat er dan cn dan dit of
dat moet worden betaald. Dus verhuur
maar.
Mevrouw Prikkel liet zich dat geen twee
maal zeggen. Ze begreep lieel goed dat het
verhuren van kamers wel wat last mee
bracht, maar haar man was den laatsten
tijd zoo verschrikkelijk vasthoudend ge
worden, hij was zóo angstig om wat geld
uit te geven, dat ze in het verhuren van
kamers het eenig middel zag om wat geld
te krijgen ten eind«s?oo; nu en dan iets
e.xtta's" te koopen,*- rotfols~'dan nu de gor
dijnen.
Dicrizelfdcnavond keelc mevrouw de
advertenties na om te zien of er soms een
suite te huur gevraagd werd. En werkelijk
zo vond zoo'n advertentie.
Kees, zeide mevrouw tot haar man,
hier lees eens en wat denk jij er van?
Mijnheer Prikkel keek naar de adver
tentie op de aangegeven plek en las:
Een heer b.b.h.h. zoekt twee kamers,
liefst én Suite, alleen ontbijt en bediening.
Brieven enz.
Ja, zeide Prikkel, die advertentie lijkt
me wel. Een heer met zijn bezigheden bui
tenshuis lijkt mij ook wel de eenig moge
lijke. Selirijf daar maar eens op.
Natuurlijk schrééf mevrouw op de ad
vertentie en twee dagen later kwam die
mijnheer kijken. Den gevraagden prijs van
vijftig gulden in de maand wilde hij beta
len. Hij at verder van den kok en hij
vroeg dan ook om de étensbus geregeld aan
to nemen. De volgende weck zou hij ko-
De zaak werd afgesproken en mevrouw
vertelde dien avond aan liaar man dat zij
de kamers verhuurd had en zij thans wel
verwachtte, dat ze de malaise het lioofd
zouden kunnen bieden.
In huis haddon nu natuurlijk eenige ver
anderingen plaats, veranderingen waaraan
men niet gewend was. 's Morgens moest
het ontbijt worden klaar gezet, dus moest
mevrouw een half uurtje vroeger op. Wan
neer mijnheer en mevrouw 's middags gin
gen wandelen, dan moesten ze altijd om
vijf uur thuis zijn. want op dat uur bracht
de kok de etensbus. Ging de familie vroeg
naar bed, dan werden zij om een uur of
elf, half twaalf opgeschrikt door voetstap
pen op de trap van mijnheer op kamers,
die thuis kwam. Gingen zij laat naar bed,
dan moest Prikkel zijn schoenen eerst uit
trekken, want anders maakte hij mijnheer
op kamera wakker, die reeds den tweeden
dag over het stampen op de trap geklaagd
had. Zat Prikkel rustig zijn krant te lezen
na het eten, dan gebeurde het wel eens
dat er een boodschap gebracht werd voor
mijnheer op kamers en dan moest Prikkel
open doen en naar boven gaan om de
boodschap over te brengen.
Je lijkt wel een knechtje geworden,
mopperde Prikkel wel eens, Zoodra als de
malaise voorbij is. moet hij -van de kamers
af. Maar het vooruitzicht van vijftig gul
den aan het einde van iedere maaml ver
zoette den last en Prikkel was steeds be
leefd en forceerde zicli een beetje tot on
derdanigheid.
Zoo kwam het einde van de maand en
Prikkel schreef de kwitantie uit voor een
maand huur, benevens voor zeven gulden
vijftig aan voorschotten. Mevrouw zou dien
avond naar boven gaan om bet geld te
innen.
Dan gaan we morgen de gordijnen
koopen, lachte mevrouw.
Dat heb ik beloofd en dat zullen we
dan ook doen.
Na bet eten ging mevrouw met de kwi
tantie naar boven.
Vijf ."minuten later reeds kwam
mevrouw naar beneden.
En? vroeg mijnheer Prikkel, is hij goed
van betalen? -;
Mevrouw Prikkel veegde een traan weg.
Die eeuwige malaise.
Wat bedoel je met die eeuwige ma
laise?
Hij heeft me gevraagd, zeide-mevrouw
boos. terwijl ze dc kwitantie op tafel wierp
om veertien da-gen te wachten. Het was nu
zoo'n malaisetijd, het geld was zoo duur
en ja, eigenlijk gezegd, op het' oogenblik
had hij het niet.
Wat- schreeuwde Prikkel, hij heeft
niet betaald? Loop ik daarvoor 's avonds
op mijn sokken naar boven? Moet ik daar
om driemaal meer dan anders naar de voor
deur? Hebben we ons daarom den last van
een mijnheer op kamers op den hals ge
haald? 't Is wat mooi's. En wat heb je er
nu aan? 't Is al malaise genoeg een- vreem
den snoeshaan op kamers te hebben. Maar
laat het dan tenminste een snoeshaan zijn,
die zelf geen last van de malaise heeft.
Maar dat gaat zoo niet langer. Ik ken dat,
wannéér zc den eersten keer al geen geld
hebben om de huur te betalen. Den eersten
keer kan je veertien dagen op je geld
wachten, dan wordt het drie maanden
en tenslotte krijg je een half jaar niet be
taald.
En de gordijnen dan?
Ja-, die gordijnen krijg je ten slotte
toch niet. ït verdraag het niet langer,
dat wij er ten slotte alleen nog den last
van hebben. Die man moet weg. Ga weer
naar boven Amalia cn zeg dien malaise-
lijder dc buur óp. Als hij slecht van beta
len is lieb je er toch niets aan. Dan liever
ons maar bezuinigen en niet den last van
een kamerbewoner. Vertel het hem maar,
dan krijgen wc althans onze vrijheid
weer terug.
Ga dan. spoorde Prikkel haar aan.
Zeg hem de huur op en na hem komt er
geen mensch meer op kamers hier.
Mevrouw ging naar boven om den heer
op kamers de huur op te zeggen.
En mijnheer Prikkel stak een sigaar op
om zijn zenuwen te kalmeeren.
Dat noemen ze een tegemoetkoming in
do malaise, mopperde hij, een man, die
zijn huur niet befalt. Dan maar liever
zooals het geweest is en geen gordijnen.
Zulke raadgevingen van vrouwen is ook
maar een lapmiddel. Met een beetje bezui
niging gaat het ook nog wel. Als Amalia
hu maar wat geleerd heeft hieruit.
Toen ging Prikkel voor het raam zit
ten en wachtte tot zijn vrouw naar bene
den zou komen.
„Hsgz." MARTIN BERDEN.
HIJ IS HIER
Dit is maar on eenvoudig verhaak héél
eenvoudig.
Er woonden eens,, aan den over van de
Mississippi tweo rentenierende oudjes uit
Amerika, bescheiden renteniertjes<, die een
zoon hadden; hen ^enigen zoon.
De zoon word m den grooten oórïb" gé-,
dood aan het front in Lotharingen.
Hij was slechts soldaat zonder strepen.
Alle geluk van de twee oudjes ver
dween met het voor altijd weggaan van
den jonaen, in de volle kracht en het volle
licht van zim leven.
Teen kregen die vader en moeder een
idee, dat in hen vastgroeide.
Zonder en iemand iert-s te zeggen, in
allo stilte, schreven ze brieven, en nog
eens brieven; Ze waren in verbinding ge
treden met een. notaris-van Meurte-eit-Mo-
selle, oen eerlijk man, goddank, en -die ge
troffen door hetgeen hij vernam, hen
hielp uit dén grond van zijn hart.
Op zekeren dag tenslotte ontvingen zij
van hem een, schrijven en zij besloten hei
melijk deze zonder ©enigen twijfel goede
gelegenheid niet voorbij te laten gaan.
Er was iets screens in hun groot ver
driet. gekomen.
Men zag hen, geheimzinniglijk, stoepjes
opgaan bij Amerikaansehe zakcnraenschen
bij bankiers zelfs.
En heel gauw wist men al dat heel hun
klein hebben en houden langzamerhand
werd omgezet in klinkende munt-.
Zij verklaarden: naar Frankrijk zouden,
ze vertrekken.
Da's dwaas", zeiden de vrienden.
„Neen, het is goed zoowij gaan ons
vestigen in dat land, om onzen levens
avond daar door tè brengen. We hebben
niet veel meer noodig; enkel maar-precies
hetzelfde huisje als hier aan de Mississipi,
een aannemer zal het doen.de plannen,
heeft hij en de foto's.... alleshij
bouwt steen voor steen ons klein huisje
weer op in-Frankrijk.en we zullen
daar leven.
„Maar waar dan?"
„In Lotharingen juist op de plaats waar
hij gedood is en waar hij begraven is
op dezelfde plaats. Wij hebben niet ge
wild datze hem naar een groot kerkhof
zouden brengen, waarvoor zou het goed
zijn, want wij komen nu.
Het was niet zoo heel gemakkelijk om
het terreintje te krijgen. De boeren, wier
eigendom het was, vroegen heel veel
geld,t
Een van hen de voornaamste, wille toen
hij alles wist, niet meer speculeeren.
En eens het terrein gekocht, zette men
zich spoedig aan het werk.
En nauwkeurig werd het kleine familie-
huisje nagebouwd, op de plaats waar de
zoon gebleven was.
Wieg en graf bij elkander.
En zoo kwam heit dat ik op ©en wande
ling op dit punt van het oude front, tot
mijn verwondering de twee Amerikaansehe
oudjes op den drempel van hun huisje, dat
zoo verschilde van de andere, zag staan.
Buren verteldo-, me de reden vail hun
komst: ©en reden, die ©en ieder in dat
land respecteert.
Men slooft zich uit, om hen het leven tc
vergemakkelijken en met opzet -leeren zc
Engelsche woorden
Het scheen ondoenlijk bijna zoo te lev
haast in het open veld, bij zoo'n onbete
kenid gehucht.
ONS HOEKJE
OVER
OPVOEDING.
VRIENDEN IN OEN NOOD
Een mensch kan toch moeilijk buiten
vrienden! „Vriendschap is het zout des
levens". Vriendschap is 'n genot en 'n
kracht. „"Wie een waren vriend gevonden
heeft, heeft oen schat gevonden"
Vriendschap geeft verdubbeling der vreug
de, die men geniet, geeft troost en leniging
in de smart, die men (e dragen heeft. "Wij
kunnen vriendschap in ons leven zoo
moeilijk missen: ónze kinderen nog het
minst. Al moge dan ook al dc diepere kijk
in -t leven ons vérhinderen voor vriend
schap aan te zien, wat volstrekt geen
vriendschap iseh aldus hét getal
ware vrienden uiterst gering maakt: onze
kinderen genieten nog zóó van do bewij
zen van vriendschap, die zij zender eigen-
zuchtige bijbedoelinsen. vaak geven.en
terugontvangen.
Vriendschap kost offers, offers van zelf
zucht, offers van onbaatzuchtige naasten—
liefde.... Daarom zijn ör" zoo woiiV
ware vriendenDit moeten onze kin
deren langzamerhand gaan begrijpen, dat
zij niet altijd en voor iedereen hun hart
kunnen opener». Van den anderen kant zou
het een opvoedkundige misdaad zijn hen
van jongsaf wantrouwen tegen iedereen
in te geven, zoodat zij wegens schuwheid
en sarcastische levens-ontwikkeling e'ko
vriendschap onmogelijk maken.
„Vriendschan zoekt gelijken of maakt
ze" zeide een oude heiden.
De ondervinding van eeuwen wettigen
deze waarheid ten volle. Dus opgepast!
De kinderen willen vriendschap sluiten'
ener ligt een groot gevaar in, als
zij met verkeerde vrienden omgaan,
„vriendschap zoekt gelijken of maakt
ze,"Hier zal een ongeloovige en
laag-bij-de-grondsche ouder-zonder-we-
re!d-en-menschenkennis lachen,.ïs
dat nu zóó erg?".... Dat bewijst dat zulk
een vader of moeder geen kinderziel kent,
noch den enormen trek naar mededeelzaam
heid aan fijdgenooten en de geweldige sug
gestibiliteit en de na-apingszucht van een
kind. Een kind laat zich als 't ware wil
loos meesleepen door iemand, dien liet
vereert. Is dat een ware vriend: dankt
God dan: uw kind is gered. Deugt die
vriend niet, met wien uw kind „dweept"...
dan is het ergste te vreezen....
De kinderen zien allentwegen van do
„grooten" dat vrienden zijn: diegenen- met
wie men pleizier kan maken. Zij hooren
steeds praten van „onze vrienden" en be
grijpen dan spoedig dat het.de menschen
zijn, om ïvio men eiken avond van huis is
om zich te vermaken en de-kinderen aan
hun lot over te laten.en liet huishou
den- in de war te laten loopen.De kin
deren begrijpen, dat het van al die vriend
schap is' als 's morgens vóór 10 uur'moe
der nog geen mensch is" en vader „on
genaakbaar" en „uit z'n humeur Zij
begrijpen dat het. voor do. vriendschap is
dat al do gesprekken voort durend 'bgaan
over uitgaan, over tea, over jour, over re
cepties, over „stand-op-houden".
De kindéren beginnen spoedig te voelen
dat zij vanwege de vriendschap hun
ouders kwijt-raken, dat het dé vriend
schap is, die maakt dat zij bijna
nooit 'ns hi uurtje bij vader en
moeder leunnen zijn omdat er ..vi
site" is of „visite" komt of „visite" ge-*
weest is
En dan gaan de kinderen de vriend
schap zoeken, waar zij maar kunnen, bij
wie zij maar eenigszins „kans" hebben; in
ieder geval buitenshuis?daar zoo
leerden zij van hun ouders wel, heeft
men 't meeste pleizier?en dan is het
luk-raak als zij oen. goeden vriend tref
fen!.
Dan wordt ook de orde omgekeerd Dan
wordt de vriendschap buitensbuis hoofd
zaak en de huiselijke sfeer, do kring van
huiselijk© vriendenhijzaak. Dan worden
ouders en broers of zusters vreemden"
voor elkaar en. de. hier of daar zonder ver
stand en leiding opgedane vriend hoofd
zaak. Hiervan komen bijna altijd on
gelukken!
De. vriendschap buitenshuis kan schoon,
verheffend en heerlijk zijn.... maar de
huiselijke intimiteit en onder-clkaar-zich-
thuis-voelen is het eerst-noorlisfo voor
goede opvoeding en gelukldgrkind-zijn
G. P. J. v. d. BURG,
Bergen.
Maar dat- was nu hun idee, van dio tweo
oudjes: alles veTkoopen cm op deze plek
te komen wonen juist op die plek.
En toen ik hen begroet bad cn infor
meerde naar de reden .van hun aanwezig
heid, zeide de vader me, ernstig cn nam
zijn kort pijpje .uit zijn mond:
„Hij is hier!..."
Het is nu maar een heel eenvoudige ge
schiedenis, heel eenvoudig, maar zuiver
historisch.
En opgedragen aan hen, die al ver
geten zijn
(N. T. Crt.) Henry.do Forge.
HAASTIGE MENSCHEN-
De H Franciscus- van .Sales zegt: Do
hommels maken meer gerucht, en. zijn ge
jaagder dan de bijen, cn toch, zij maken;
alleen was, géén-honing. Heb ?i;n niet de
woeste bergstroomen, die de -schepen dya-
gen, maar kalm vloeiende rivieren.
De zachte regens maken het k v 'it-
baar, terwijl de stort regen s don
w oosten.