1 VOOR DE VROUWEN. I rechtvaardigheid wetplank en kruiskool in den hoek smeet, naar buiten holde en ach ter den gevel ging slaan schreeuwen als vermoord, om 't geringe effect van zijn aangestoken en vader zijn jongste op den arm had gepakt, begrepen ze. De Witte had Nis duchtig in den vinger gebeten en hij schreeuwde nog harder dan Nis: „Ik ménde.ik ménde da 'k in de oêre van die sjocolatten ezel beet. Moeder en Heinko waren met de Witte Zondags daarop beèweg geweest naar Sinte-Kernelis op den Blauwberg, en had den hem doen overlezen en van dan af wa ren die gevaarlijko droomen verminderd. Hij herinnerde zich ook nog uit die dagen, hoe vader op een zekeren keer naast den haard zat hout te kappen om den koeiketel af te stoken, en er hem plot seling een splinter in !t oog vloog, waar bij hij een geweldigen ,,de-dju!" liet vlie gen. De Witte, die in een hoek met een kruiskool een soldaat op een wetplank zat te teekenen, was geschrokken en had ge antwoord daarbij den vromen raad volgend van de maseuren uit de bewaar school „Geloofd zij Jezus Christus!" Dat werkte zoo kribbelig op vaders zenu wen, dat hij met een tweede ruw woord het stuk hout tegen den kop van Witte gooide, die in razende woede van die on vrome bezwering en om moeder achter in den stal op de hoogte te brengen van do vreeselijke baldadigheid, die hem werd aangedaan. En toen hij daar een kwartier gestaan had, zonder dat er hulp kwam oo- dagen, kwam vader met de handen' in de broekzakken den hoek van het huis om en- zijn jongste daar vindende sehreeuw- balken vroeg hij: „Wat stoade ge daar zoê te bleite?" Dat vond de Witte* zoo onraenschelijk brutaal, dat hij hikkend terugsnauwde: „Moette.hi.hi. da na.hi hinog vroage.hi.hi.liê- leke sloeber.bihi.en hij kreeg onmiddellijk zoo'n duchtigen schop onder zijn broek, dat hij met zijn kop de haag invloog. Zoo leerde Witte van jongsaf, dat het er niet altijd rechtvaardig toegaat onder de zon en dat alle kwaad niet onmiddellijk gestraft wordt. Zijn vast betrouwen in het Geloofd-zij-Jezus-Ghrislus van de maseu ren had daarmee ook een schok gekregen. Slechts in stilte zei hij het nog wel eens, wanneer hij hoorde vloeken, totdat hij den leeftijd bereikt had, waarop naar zijn oor deel een schooljongen wel eens mocht vloe ken, wat in de catechismus stond aange duid naar de Witte meende, als: de jaren van discretie of verstand. Paus Adriaan. II. De.reis van Paus Adriaan van Spar.je naar Rome heeft heel wat voeten in de aaide gehad! Zoo iets ging in de zestiende eeuw. nog niet zoo vlug en gemakkelijk als thans. Dank .zij een studio van dr. A. H. L. Housen, onlangs gepubliceerd in D e ij d, kunuen we c-r bet vclgende van mededce- len. Op 5 Aug. 1522 bad de Paus zich inge scheept te Tarragona, een zeehaven aan de WestkusJ van Spanje, want uit vrees voor hinderlagen van den Franscken ko ning waagde men het niet de reis over land te ondernemen. De lange tocht langs de kusten de Straat van Gibraltar moest immers ook nog gepasseerd vor derde wegens stormweer slechts uiterst langzaam: de pauselijke galleien landden pas op 27 Aug. d.a.v. des morgens te vier uur in de haven van Civita Yecchia; hier betrad de nieuwe soüverein voor het eerst zijn eigen grondgebied. Hij bleef er tot 1 September, om toen over zee naar Ostia te gaan. Bij deze gelegenheid kwam nage- T-c?g de gansche bevolking der havenplaats opdagen, de stad en hare bewoners in zijn gunst aanbevelende, vooral omdat daar zoo vele armen waren. De Paus antwoord de: Ik heb de armoede lief, en gij zult be merken wat ik voor u in de toekomst zal deen. Nadat de Paus in Ostia was geland en, zooals steeds, aldaar alleen het middag maal had gebruikt, werd er een muilezelin voorgebracht, welke hij besteeg, maar bet gevolg moest zich, dpar c-r geen muildieren voorhanden waren, op een andere wijze behelpen. Sommigen gingen op een paard zitten, dal voor het vervoer van wijn was bestemd, na eerst de tonnen met hun man tels te hebben bedekt. Anderen zetten zich op wagens, welke door buffels werden ge trokken; veertig personen namen op zulk. ren vragen plaats en liet kostte hun een Giülio per persoon. Zoo reed men in de richting van S. Paolo buiten de muren, 't Was geen erg waardige stoet, doch dat werd spoedig beter. Tweo mijlen van S. Paolo verwijderd, ont moette men de personen, welke uit Rome <!e:i Paus waren' toegezonden: de lijfwacht der Zwitsers en de boogschutters, die een telganger voor den Paus medevoerden. Deze maakte aanvankelijk veel bezwaar om dat paard te bestijgen, doch ten slotte be willigde hij erin en verwisselde in een om mezien van rijdier, terwijl alleen een stal knecht liet dier bij den teugel hield, zoo dat al do aanwezigen verbaasd waren over do vlugheid van zijne bewegingen. Z. H. had op het hoofd een hoed van purper rood fluweel, daaronder een muts; tot aan de ooren reikend, van dezelfde kleur (de z.g. camaura); zijn schoudermantel met kapje (mozetta) waren eveneens van flu weel en purperrood. Nadat Paus Adriaan in de' Sint Paulus- abdij had overnacht, wilde hij den vol genden ochtend zoo spoedig mogelijk ver trekken, om nog denzelfden dag Rome te kunnen bereiken. De kardinalen, welke in zijn omgeving waren, bevonden, dat hij reeds te zes ure was opgestaan, daarna rijn brevier had gebeden en de H. Mis had opgedragen. Do ceremoniemeesters brach ten nu een alb, benevens gordel en schou dermantel. Toen nog vóór het vertrek een Romeinsch edelman, Ascanio Coloima, den Paus tege moet trad en om genade vroeg voor Lelio clella Valle, die een aanslag had bedreven, antwoordde Adriaan: „Vrijspraak van moord wordt slechts .verleend .om hoogst gewichtige redenen en na eerst ook de ver ongelijkten te hebben gehoord, Wij willen derhalve beido partijen hooren, want ons besluit is: gerechtigheid, ook al zoude de wereld daarbij ten ondergaan". En een dienstknecht, welken bij uit Spanje had medegebracht en die een kanonnikaat vroeg, kreeg te hooren: Wij wenschen ka- nonikaten niet aan dienstbare mannen te verleenen, maar aan geestelijken en nog al leen aan zulken, die den plicht* van resi dentie onderhouden. Ziehier, hoe de stoet, welke nu naar Rome trok, was samengesteld: Voorop ging de dienaarschap der kardinalen; ver volgens beambten der Curie en achter hen de ridders van Sint Pieter met een leeten om den hals, allen gekleed in zwart da mast. Vervolgens kwamen de kamerheeren en dienaren van Paus Leo. Op hen volg den de Conservatoren van Rome, gekleed in rood damast; de senator der stad in goudbrokaat. Hen volgden de auditeurs der Rota, eenige edellieden en de aanvoer ders der Pauselijke galeien. Dan versche nen vijf telgangers van de Pauselijke stal len, bedekt met prachtige dekkleedcn van goudbrocaat. Daarna voorafgegaan door cenige edellieden, de Gouverneur van Rome en de pauselijke ceremoniemeester. Het Allerheiligste, dat nu volgde, rustte op een telganger. Onmiddellijk achter het heilig Sacrament reed de Paus, met scliouder- mantel-en stool, het hoofd bedekt met een fluweelen hoed: hem omgaf do Zwitser- sche lijfgarde 1). Achter den paus kwamen de kardinalen en de bisschoppen. De stoet werd gesloten door boogschutters en niet minder dan vijfduizend ruiters. Bij do porta Ostiensis' (thans Porla-San- Paulo), welke van de abdij toegang geeft tot de stad, hadden de Romeinen aange vangen een sierlijken triumphboog op te richten, waarvoor wel 500 gouden ducaten waren uitgelegd. Bij het zien van deze voorbereidingen gelastte de Paus het werk te staken, verklarende, dat dergelijk eer betoon heidensch was, niet. het werk van brave Christenen; en aldus bleef deze bouw onvoltooid. ----- Waarschijnlijk ging de stoet over den anders zoo eenzamen Aventijn en langs den oever van de Tiber. Na een langen en vrmoeienden tocht kwam men ten laatste in de Via bareo del san Spirito, een straat, welke rechtstreeks op do Engelenbrug uit mondt. Hier vertoonde zich een schouw spel, dat treurig en schril afstak bii al deze .pracht en feestvreugde. Bij de kerk van San Gelso gekomen ontmoette de stoet een processie, welke de „Madonna della Nomentana" met zich medevoer de. Reeds -dertien malen was deze processie door de straten van Rome getrokken om 's Hemels bijstand in te roepen tegen de pest; Velen namen met groote aandacht eraan deel en niet minder dan vijfhonderd kinderen, welke zich de ontbloote schouders geesel- den. De Paus richtte zich hoog op om dat godvruchtig schouwspel gade te slaan, en vóór het afbeeldsel van de heilige Maagd gekomen, nam hij den hoed van het hoofd, alsook het kapje (Soli Deo), en een oogen- blik zijn telganger inhoudende, maakte hij een diepe buig ing tot op den nek van hef rijdier voor de Madonua. Maar do kardi nalen vergenoegden zich alleen dea hoed af te nemen, iets dat vele toeschouwers met verwondering opmerkten. Toen de stoet voorbij den Engelenbrug trok, werden tallooze kanonschoten gelost Aan de Sint Pieterskerk gekomen, giiig de Paus het heiligdom binnen, wierp zich aan den ingang niet beide knieën op den grond en zegende het volk met wijwater. Vervolgens droegen zijn dienaars hem naar het hoofdaltaar, waarop hij werd ge plaatst, om de vereering der gezamenlijke kardinalen in ontvangst te nemen. Ten slotte gaf hij aan al de aanwezigen den Pauselijken zegen, waarop de kardinalen naar hun woning terugkeerden, terwijl de Paus zelf de trappen van het Vaticaanschc paleis beklom. Op dezen Vrijdag had ver der niets meer plaats, want de Paus was daarvoor te vermoeid. Zaterdags (30 Aug.) werd echter alles "in voorbereiding ge bracht voor de kroning, welke op den vol genden dag zou geschieden. De kroningsplechtigheden hadden in en vervolgens buiten de aloude Sint Pieters basiliek plaats. Eerst werd in de Sint An- "dreas-kapel, een rondbouw aan do voor malige kerk van Sint Pieter verbonden, de Ters gereciteerd, waarvan het eerste vers door Z.H. zelf werd ingezet, alsook de daar bij beboerende oratie gebeden. Nadat de'H. Mis door den Paus in dezelfde kapel was gezongen, beklom bij een stellage, welke men vóór de facade van de basiliek had opgericht en hier werd hern door den se nior van de karinaal-diakens de tiaar op het hoofd geplaatst. Maandag, de eerste dag van Sept., was er Consistorie. Z. H. .hield bij die gelegen heid een voortreffelijke toespraak, zeggen de: dat hij op verlangen van de kardina len, maar tot zijn groot verdriet en onge mak, eigen huis en erf had verlaten, doch hij had zulks overigens vrijwillig gedaan, omdat hij in die verkiezing de stem van God meende te erkennen; immers zelf had hij nimmer naar die waardigheid ge streefd. Voor alles, zoo verklaarde Paus Adriaan verder,- wilde hij met behulp van de Christen-vorsten den erfvijand van het Kruis bekampen, maar ook bad bij den bijstand der kardinalen noodig, om een goed voorbeeld aan anderen te geven. Ver volgens zeide hij. dat in de gansche Chris ten-wereld over niets anders werd gespro ken dan over de ondeugden, welke in Rome kersckten en over de weinige achting, wel ke men daar toedroeg aan mensclien, wel ke in die ondeugden niet deelden. Wel ge loofde hij niet, dat de bedrijvers van zulke ondeugden onder de kardinalen zelf wer den gevonden, doch het kwaad werd niet temin bedreven in hunne paleizen, hetgeen nagenoeg met instemming gelijk stond. Met luider stemme bezwoer hij het heilig College' daarin verandering te brengen. Wat het recht, betrof, dat was, zoo klaagde hij ten slotte, hij de Rota veil; wel zou het den leden van dit gerechtshof ook m het vervolg geoorloofd zijn hunne rechtmatige leges te heffen, maar die zouden hun ont nomen worden, zoo dikwerf er onrecht werd gepleegd. Zooals men ziet: onze Paus vatte al aanstonds de teugels van het bewind streng in banden, wat ook noodig was. De Venetiër Lippomana oordeelde blijkens zijn bewaarde brieven als volgt over den Paus zelf. Wanneer Z. H. inderdaad zóó is als hij zich vertoont en zóó als do roep van hem uitgaat, dan moet men aannemen, dat hij strikt rechtvaardig is: ja, veeleer zondigt door overmaat dan door laksheid, een fout aan al di9 „barbaren" eigen. Erg vriendelijk van dien VenetiërHij is ook een groot minnaar van wetenschap, hijzonder van de gewijde wetenschap en. kan onwetende priesters niet uitstaan. Zijn tijd verdeelt hij aldus: met het krieken van den dag staat hij op, bidt dan zijn brevier, leest daarna de heilige klis en ver leent dan een uur lang audiëntie. Vervol gens eet hij snel h:t een cn ander, maar altijd alleen. Daarna voltooit hij zijn breviergebed, en verleent wederom audiën tie tot het middaguur. Over de dienaren van den Paus schrijft een ongenoemde terzelfder tijd: „Hij heeft slechts twee Nederlandscho kamerdienaars hij zich, norsche en onwetende menschen; ook de overige dienaarschap is zeer gè- ring in aantal, wat hem onverschillig laat. Teen de Paus dcor eenige kardinalen werd aangezocht meer dienaren te nemen, luid de het antwoord, dat hij daartoe voor het oogenblik onmachtig was; eerst wilds hij de Kerk wederom op hechte grondslagen vestigen, daarna zou het. overige volgen. Den dag na dit gesprek zonden de vroege re dienaren van Paus Leo één der hunnen op Paus Adriaan af, om namens hen het wcord te voeren Hij vroeg dezen: hoe ve len in getal waren er tijdens het ponti ficaat van mijn voorganger? Toen de woordvoerder zeide: wel honderd, maakte de Paus het kruisteekon en verklaarde dat reeds eon viertal voor hem ruim schoots voldoende was. Doch om bij de overige kardinalen in Rome niet ten ach ter te blijven, zoo voegde hij eraan toe, zou hij er twaalf in dienst nemen. Het is dan ook 't algemeene gevoelen, dat deze Paus voortreffelijk zal weten kas te hou den in het belang der kerk. „Om te besluiten nog de volgende karak teristieke aanteekening: Maandag laatstle- .tlen benoemde de Paus een nieuwen ka merheer en koos. voor dezen post oen aarts diaken, welken bij uit Spanje had medege bracht. Hij zeide bij die gelegenheid: „ik heb uw ouders goed ggkend en daarom neem ik u gaarne in mijn bijzonderen dienst; volg hun voetstappen, wanneer gij lot mijn omgeving wilt blijven behooren, maar neem in het tegenovergestelde, geval de bediening liever niet aan". Venetië was den paus zeer dankbaar, dat hij de bemiddelaar had willen zijn voor een verdrag tusschen haar en keizer Karei. Zelfs heeft deze stad een merkwaar dige medaille laten staan, om die gebeurte nis le vereeuwigen. Ter overhandiging de zer medaille kwam in April 1523 een ge zantschap naar de Eeuwige Stad. Marco Dandolo was zijn woordvoerder. Het ant woord van den Paus, zoo schrijven de le gaten, geschiedde in het latjin, evenals de oratie, door-Dandalo gehouden; wat den vorm betreft, zoo wordt genadiglijk eraan toegevoegd, dat liet niets te wenschen over; maar do uitspraak was barbaarsch, wijl de Paus veel van die eigenaardige klemtonen en keelgeluiden aanwendt, wel ke aan alle Duitsohers en Vlamingen eigen zijn. Ook deze gezanten weidden uit over de sobere levenswijze van paus Adriaan. „Deze Paus staat lang vóór de zon aan den hemel verschijnt op, bidt dan zijn brevier, om daarna wederom tot het ochtend krieken te rusten. Dan leest hij de heilige Mis en blijft ter dankzegging ongeveer een uur in het gebed verzonken. Soms ook laai hij, na zelf gecelebreerd te hebben, een tweede heilige Mis door zijn kapelaan op dragen. Eerst daarna komt de Paus lo voorschijn en verleent aan den één of an der audiëntie. In het uitdeelen van gunst bewijzen is hij uiterst karig, wijl hij we gens gebrek aan ondervinding niet weet, hoe te beslissen, zoodat in groote of klei ne zaken Zijn eerste woord steeds is: vi- debimus, wij zullen zien. Ook wil Hij van geen enkelen kardinaal raad ontvangen, en vertrouwt zich zelfs niet toe aan kardi naal (Lorenzo) Campegio, die hem (och van groolen dienst zou kunnen zijn. Het gevolg van dit alles is, dat er weinige zaken worden afgedaan'en dat iedereen zich ontevreden gevoelt. De Paus wil daar entegen dagelijks veel studeeren, waarbij hij zich niet met lezen vergenoegt, doch tevens aanteekeningen maakt, soms ook verhandelingen opstelt. Dit houdt hem van de overige pauselijke plichten af. Een groot gedeelte van den dag wordt ingenomen door: Mislezen, liet bidden der Getijden, middag-eten, slapen (siesta), studeeren, wederom het Breviergebed en dan den avond-maaltijd. Er blijft op die manier weinig tijd over voor (particuliere) audiënties; bovendien zijn daar nog de gewone Consistories driemaal in de week, 's Maandags, 's Woensdags en Vrijdags, terwijl hij bovendien nog dikwerf op an dere tijden met do kardinalen vergadert. Voor zijn onderhoud geeft Paus Adriaan dagelijks, naar men zegt, slechts één du kaat uit, welken, hij iederen avond uit zijn beurs neemt en aan zijn huisknecht overhandigt met de woorden: besteed dit morgen. Zijn spijzen bestaan in een stuk ossen- of kalfsvleesck en daarna een hoen; somwijlen ook eet hij dikke soep, maar op den vooravond van Kerkelijke feesten alleen visch, en dat steeds in kleine hoe veelheid. Tafel, bed en wasch worden be zorgd door een huishoudster, welke hij uit zijn land 'heeft medegebracht. Achter zijn ontvangkamer heeft hij een ander ver trek, vol boeken; daar studeert hij gewoon lijk en verleent er ook de meest vertrou welijke audiënties. De kardinalen behoe ven niet eraan te denken in het Pauselijk paleis te eten, zooals dat in de dagen van Paus Leo het geval was". In zijn studeerkamer ontving Paus Adriaan ook het gezantschap der Vene- tiërs, teen dezen in Mei afscheid van hem kwamen nemen. Hij verzocht ons, zoo meldden zij, te gaan zitten en het hoofd te dekken. Een onzer vroeg den H. Vader den doek van de H. Veronica te mogen zien, welke met andere relieken in een af zonderlijke kapel van de Sint Pietersbasi liek wordt bewaard. De Paus .gaf, ofschoon met merkbaren tegenzin, daartoe verlof, welk verlof van zijn eigen ihandteekening moet voorzien zijn. Hij reikte ons d l sleutel der kapel toe, welke in een beu nn uit gouddraad geweven, door hem wej° bewaard. Terwijl zij nu naar de Sint Pieter gaaf,lon krijgen wij nog een korte beschrijving vi «iet het Vaticaan. Er zijn in dat paleis tallooze kamei ren kleinere verterkken, maar ook zeer groo ter zalen. In één dezer laatste huist gtu. Vlaamsch schilder (Jan van Scorel), u leei geen dertig jaar oud, maar in zijn ai bacht zeer bedreven, zooals blijkt uit een ge schilderijen, welke bij daar heeft vc kei: vaardigd, te weten: twee por (rel (en Paus Adriaan, zóó gelijkend, dat meent hem zeiven te zien. De portretti daarentegen, hetzij geschilderd, hetzij graveerd, welke te Rome verkocht w den, hebben die gelijkenis niet. Adriaans bestuur was slechts kort: zi dood trad reeds in op 14 Sept. 1523. Over zijn regeeringsdaden een volgent maal. AJO. gel scl 1) Getrouw is dit alles afgebeeld op h praalgraf in de Anima-kcrk. DE VROUW EN HET NOTARIAAT. Zcoals men weet, zijn er op liet oogen blik weer onderhandelingen gaande over oen zeedanigo wijziging van de Wet op het notarisambt, dat ook de vrouw tot no taris benoembaar zou worden. In Augus tus 1.1. is nu, zoo schrijft het Maandbulle- tin van het Nationaal bureau vcor Vrou wenarbeid heb rapport gepubliceerd van oen commissie d:e opdracht had na te gaan welke wijzigingen in verband met de veranderde tijdsomstandigheden in de No taris wetmoesten worden aangebracht, in welk rapport cok een hoofdstuk aan de bSnecmbaarheid der vrouw is gewijd. Na den kuidigen stand van het vraagstuk tc' hebben uiteengezet, zeggen de drie mannc- lijko rapporteurs: ..Dab do benoembaar heid van de vrouw tot notaris als een eisch van dezen tijd valt te beschouwen, is on betwistbaar. Immers men moge verschil lend cordeelen over bet al cf niet ge- vensehte van don -beroepsarbeid der vrouw een groote .onrechtvaardigheid is het, om haar den toegang er door te versperren."' Tevens meent de commissie, dat het hu welijk geen reden mag zijn cm do vrouw dc benoembaarheid vcor liet notarisambt te ontzeggen. HEDENDAAGSCHE DANSEN EN Kl.EEDING. Met leede oog-en zien velen, wi-en liet geestelijke en moreele geluk van ons volk ter harte gaan, dat c-en groot deel van ons volk, ook van het katholieke gedeelte langzamerhand afglijdt naar den afgrond van zedelijke .verwildering en ontaarding. Het fijne, kicsche zedelijkheidsgevoel, dat alle uitingen van 's menschen geest •en hart beschaaft, hem veredelt in al zijne gedragingen tegenover zich zei veil en zijn evenni-31-sch, dat dcor den Schepper hem is gegeven als de natuurlijke beschermer zijner deugd, wordt geleidelijk weg bij de groote massa, cok van ons volk, afge stompt. En dit geschiedt niet het minst door immodeste kleeding, die ten doel heeft de zinnelijkheid te streelcn, en door de gevaarlijke ontspanningen. Een voorbeeld van dezo inzinking op moreel gebied is het volgende Voor een tiental jaren werd door iedere vrouw die zich zelf respecteert immedeste kleeding als eeno heidensche en zedenloo- ze afgewezen, een kleederdracht, die zoo als men zeide, alleen behoorde bij zedelijk ontaarde personen. En thans? zij is bijna algemeen- aangenomen Een ander voorbeeld. De moderne dan sen, die veelal hun ontstaan vonden bij keidensèhe volksstammen en eerst alleen gedanst werden in verdachte gelegenhe den, werden aanvankelijk door het zede lijk fijn voelend, publiek als immoreelc dansen verworpen. En thans? Algemeen worden zij gedanst. En dan zoekt men het geweten to sussen, met le zeggen, dat zij „zedelijk" gedanst .kunnen worden! Do Kardinaal-Aartsbisschop van Quebec, vanwaar vele dezer dansen naar ons zijn overgewaaid, denkt daarover anders. Kardinaal Begin heeft in een herderlijk schrijven, dat is voorgelezen in alle ker ken van het diocees Quebec, de moderne dansen: tango, foxtrot shimmy, one step, two step, check to check, de draf van den kameel en de kalkoendraf veroordeeld. De Kardinaal zegt vervolgens, dat de hedendaags che dansen heb allerbest ge schikt zijn era de deugd totaal uit te roeien. Vervolgens veroordeelt Z.Em. de gevaar lijke schouwburg- en einemavoorste-llingen en brandmerkt de onzinnige kleederdracbt der vrouwen als iets heidensch. Voegen wij hier nog aan .toe, dat dc goedgezinde Canadeezen den Kardinaal- Aartsbisschop begrepen hebben en zijne herderlijke vermaning opvolgen, hetgeen blijkt uit het feit, dat vele feesten, die reeds ter gelegenheid van Kerstmis geor ganiseerd waren, afgezegd zijn en dab dc danszalen in Canada hoe langer hoe meer ontvolkt worden. Mochten dc katholieken van Holland dit voorbeeld volgen Het is geen kwestie van smaak alleen, doch ook van geweten! „Centrum." V. Dameshoeden. H o r m e 1 ij n als hoeden- g a r n e e r i n g. Of het komt door do zwart-witlo mode-, dat het garneeren; van zwarte hoeden met wit hermelijn zoozeer is toegenomen,- ja of neem een feit is het, dat hermelijn bij het vorderen van het seizoen, meer en meer op den voorgrond treedt. En dit geschiedt altijd in combinatie met zwart fluweel, heerenhoeden-plucho of vilt. Randen van 't bont worden niet a; gebracht; meestal is het verwerkt tct rt zetten cf bloemenbladenvormen, met zonder de korte hermelijnstaartjes. Bont is in de hoeden en aanverwant artikelen-branche al een even belangrij artikel geworden als bij kleeding-dukkra Behalve het hermelijn ziet men veel bi- bont, sabel, ^eekhoorn en dergelijke g< res, niet alleen op bruine, doch ovk zwarte hoeden. Ook het gebruik van gi zelle komt meer en meèr voor. Sr1 al franje van dit bont wordt tob wieltje: spiralen ineengedraaid 'of rij-wijze aa bracht. Lichtkleurig gazelle op zwarte hc m maakt oefi groot effect. Op sat'u Mc-edcn ve! en pluche-hoeden, Naast sa u.-hoeden wordc-n veel plucl fluwcvl-hcc.: n gezien. Het material leent zich' uitstekend \oor allerlei borduui Metaaldraad- cn gekleurd borduurs vorrncn alsdan een allovev dessin, of w gebruikt men onkel goud op zwart. I overgang van. fluweel naar satin spree! uit hoe - n, waarbij 1? iele materialen gi combinoerd zijn Bijzonder veel gebri. 1: bij 1 1 neêringen wordt geinaa'.t van z" Over het algemeen zijn do ho d I( kid de klok, do barctle, de tulband, allo geschikt om te worden gedregen dicht ovi de strakke kapsels. De af en toe yoorki mëndé gelegenheids-groole of héél groo hoeden doen juist het veel meer* gezii wórden, van kleine hoeden duidelijk komen. Behandeling van wel. Weet ge wel want om wollen, goed ui gewreven mag worden, waarom erg he< of erg koud voter slecht is, waarom hai later niet gebruikt moet woeden en bloei middelen schadelijk zijn? Wol bestaat uit vezels mot zeer kleii uitsteeksels; die in één richting loope Als wol in warm water komt, worden tb kleine vezels grooter en verwarren zmh elkander. Als ge wol wrijft, sluiten de rezels zich samen en verkleinen zich: wol krimpt, evenals' bij het wasschen zeer heet water. Wanneer verschillen! temperaturen van wasch- en spoelwat gebruikt worden, sluiten de vezels zich s; men, hij koud water trekken zij in °1! en worden kleiner. Dat gebeurt c-g v neer men een zeer heet strijkRzer bruikt. Wanneer ge hard water' gebrul komt er een kalkachtige aanslag aan h wollen goed, waardoor ho> grijs word Bleekpoeder is altijd schadelijk, doch ta wollen stof nog veel meer aan dan linnt of katoen. Neem dus voor wollen goed zacht, lati water, waarin goede zachte zeep is opg lost cn beweeg het wollen goed daarin en néér, met de hand knijpend, doch ni wrijvend. Spoel het na in lauw water doe in liet laatste spoelwater een beetj zeep of 'n paar druppels glycerine, om li goed zacht le houden. Droog in een warn kamer of huiten in do zon, doch- niet de felle warmte en niet in harden wind strijk het goed met een matig lieet ijzei DE VROUW IN DE KEUKEN. In een onzer vorige causerieën beloof! ik U geachte lezeressen het eens hebben over eieren en hunne bereidin Welnu, dames, heden wil ik eens begi nen met aan die belofte te voldoen. Ik beginnen! want zoo heel spoedig' zijn tv daar niet over uitgepraat. Het oi, ais voedingsmiddel, neemt óns, Hollanders, een even groote plaik als vleesch. Zim voedingswaarde Utc zeer wel overeen. Vergelijken wij ma eens: E i c re Waterdeelen Eiwit Suiker Phosphorus 74 pCt. 13 pCt. 12 pCt. nul pC\ 1 pCt, Vleescn.- Wafcrdeélën 73 PCt. •Eiwit - 20 l'Gt- vet PC Suiker n' Phosphorus 1 P(:f- Zoo zien wij, dat eieren en vle< schl voedingswaarde bijna evenaren. Toch is een groot verschil en wel dit-, Bij het wordt door koken of hakken do cliges (verleorbanrheid) verminder .1, hij vl integendeel vermeerderd. Vermengen nu onze voeding van eieren, met groent dan eerst komt liet eten van eieren tot i volle recht, omdat bijna alle groenten de aardappel suikerdèelen bevatten, do eieren missen. Daarom bevat, g®

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 8