1 VOOR DE VROUWEN.
I
rechtvaardigheid wetplank en kruiskool in
den hoek smeet, naar buiten holde en ach
ter den gevel ging slaan schreeuwen als
vermoord, om 't geringe effect van zijn
aangestoken en vader zijn jongste op den
arm had gepakt, begrepen ze. De Witte
had Nis duchtig in den vinger gebeten en
hij schreeuwde nog harder dan Nis: „Ik
ménde.ik ménde da 'k in de oêre van
die sjocolatten ezel beet.
Moeder en Heinko waren met de Witte
Zondags daarop beèweg geweest naar
Sinte-Kernelis op den Blauwberg, en had
den hem doen overlezen en van dan af wa
ren die gevaarlijko droomen verminderd.
Hij herinnerde zich ook nog uit die
dagen, hoe vader op een zekeren keer
naast den haard zat hout te kappen om
den koeiketel af te stoken, en er hem plot
seling een splinter in !t oog vloog, waar
bij hij een geweldigen ,,de-dju!" liet vlie
gen. De Witte, die in een hoek met een
kruiskool een soldaat op een wetplank zat
te teekenen, was geschrokken en had ge
antwoord daarbij den vromen raad
volgend van de maseuren uit de bewaar
school „Geloofd zij Jezus Christus!"
Dat werkte zoo kribbelig op vaders zenu
wen, dat hij met een tweede ruw woord
het stuk hout tegen den kop van Witte
gooide, die in razende woede van die on
vrome bezwering en om moeder achter in
den stal op de hoogte te brengen van do
vreeselijke baldadigheid, die hem werd
aangedaan. En toen hij daar een kwartier
gestaan had, zonder dat er hulp kwam oo-
dagen, kwam vader met de handen' in de
broekzakken den hoek van het huis om
en- zijn jongste daar vindende sehreeuw-
balken vroeg hij: „Wat stoade ge daar
zoê te bleite?"
Dat vond de Witte* zoo onraenschelijk
brutaal, dat hij hikkend terugsnauwde:
„Moette.hi.hi. da na.hi
hinog vroage.hi.hi.liê-
leke sloeber.bihi.en hij
kreeg onmiddellijk zoo'n duchtigen schop
onder zijn broek, dat hij met zijn kop de
haag invloog.
Zoo leerde Witte van jongsaf, dat het
er niet altijd rechtvaardig toegaat onder
de zon en dat alle kwaad niet onmiddellijk
gestraft wordt. Zijn vast betrouwen in het
Geloofd-zij-Jezus-Ghrislus van de maseu
ren had daarmee ook een schok gekregen.
Slechts in stilte zei hij het nog wel eens,
wanneer hij hoorde vloeken, totdat hij den
leeftijd bereikt had, waarop naar zijn oor
deel een schooljongen wel eens mocht vloe
ken, wat in de catechismus stond aange
duid naar de Witte meende, als: de jaren
van discretie of verstand.
Paus Adriaan.
II.
De.reis van Paus Adriaan van Spar.je
naar Rome heeft heel wat voeten in de
aaide gehad! Zoo iets ging in de zestiende
eeuw. nog niet zoo vlug en gemakkelijk als
thans.
Dank .zij een studio van dr. A. H. L.
Housen, onlangs gepubliceerd in D e ij d,
kunuen we c-r bet vclgende van mededce-
len.
Op 5 Aug. 1522 bad de Paus zich inge
scheept te Tarragona, een zeehaven aan
de WestkusJ van Spanje, want uit vrees
voor hinderlagen van den Franscken ko
ning waagde men het niet de reis over
land te ondernemen. De lange tocht langs
de kusten de Straat van Gibraltar
moest immers ook nog gepasseerd vor
derde wegens stormweer slechts uiterst
langzaam: de pauselijke galleien landden
pas op 27 Aug. d.a.v. des morgens te vier
uur in de haven van Civita Yecchia; hier
betrad de nieuwe soüverein voor het eerst
zijn eigen grondgebied. Hij bleef er tot 1
September, om toen over zee naar Ostia te
gaan. Bij deze gelegenheid kwam nage-
T-c?g de gansche bevolking der havenplaats
opdagen, de stad en hare bewoners in zijn
gunst aanbevelende, vooral omdat daar
zoo vele armen waren. De Paus antwoord
de: Ik heb de armoede lief, en gij zult be
merken wat ik voor u in de toekomst zal
deen.
Nadat de Paus in Ostia was geland en,
zooals steeds, aldaar alleen het middag
maal had gebruikt, werd er een muilezelin
voorgebracht, welke hij besteeg, maar bet
gevolg moest zich, dpar c-r geen muildieren
voorhanden waren, op een andere wijze
behelpen. Sommigen gingen op een paard
zitten, dal voor het vervoer van wijn was
bestemd, na eerst de tonnen met hun man
tels te hebben bedekt. Anderen zetten zich
op wagens, welke door buffels werden ge
trokken; veertig personen namen op zulk.
ren vragen plaats en liet kostte hun een
Giülio per persoon. Zoo reed men in de
richting van S. Paolo buiten de muren,
't Was geen erg waardige stoet, doch dat
werd spoedig beter.
Tweo mijlen van S. Paolo verwijderd, ont
moette men de personen, welke uit Rome
<!e:i Paus waren' toegezonden: de lijfwacht
der Zwitsers en de boogschutters, die een
telganger voor den Paus medevoerden.
Deze maakte aanvankelijk veel bezwaar om
dat paard te bestijgen, doch ten slotte be
willigde hij erin en verwisselde in een om
mezien van rijdier, terwijl alleen een stal
knecht liet dier bij den teugel hield, zoo
dat al do aanwezigen verbaasd waren
over do vlugheid van zijne bewegingen. Z.
H. had op het hoofd een hoed van purper
rood fluweel, daaronder een muts; tot aan
de ooren reikend, van dezelfde kleur (de
z.g. camaura); zijn schoudermantel met
kapje (mozetta) waren eveneens van flu
weel en purperrood.
Nadat Paus Adriaan in de' Sint Paulus-
abdij had overnacht, wilde hij den vol
genden ochtend zoo spoedig mogelijk ver
trekken, om nog denzelfden dag Rome te
kunnen bereiken. De kardinalen, welke in
zijn omgeving waren, bevonden, dat hij
reeds te zes ure was opgestaan, daarna
rijn brevier had gebeden en de H. Mis had
opgedragen. Do ceremoniemeesters brach
ten nu een alb, benevens gordel en schou
dermantel.
Toen nog vóór het vertrek een Romeinsch
edelman, Ascanio Coloima, den Paus tege
moet trad en om genade vroeg voor Lelio
clella Valle, die een aanslag had bedreven,
antwoordde Adriaan: „Vrijspraak van
moord wordt slechts .verleend .om hoogst
gewichtige redenen en na eerst ook de ver
ongelijkten te hebben gehoord, Wij willen
derhalve beido partijen hooren, want ons
besluit is: gerechtigheid, ook al zoude de
wereld daarbij ten ondergaan". En een
dienstknecht, welken bij uit Spanje had
medegebracht en die een kanonnikaat
vroeg, kreeg te hooren: Wij wenschen ka-
nonikaten niet aan dienstbare mannen te
verleenen, maar aan geestelijken en nog al
leen aan zulken, die den plicht* van resi
dentie onderhouden.
Ziehier, hoe de stoet, welke nu naar
Rome trok, was samengesteld: Voorop
ging de dienaarschap der kardinalen; ver
volgens beambten der Curie en achter hen
de ridders van Sint Pieter met een leeten
om den hals, allen gekleed in zwart da
mast. Vervolgens kwamen de kamerheeren
en dienaren van Paus Leo. Op hen volg
den de Conservatoren van Rome, gekleed
in rood damast; de senator der stad in
goudbrokaat. Hen volgden de auditeurs
der Rota, eenige edellieden en de aanvoer
ders der Pauselijke galeien. Dan versche
nen vijf telgangers van de Pauselijke stal
len, bedekt met prachtige dekkleedcn van
goudbrocaat. Daarna voorafgegaan door
cenige edellieden, de Gouverneur van Rome
en de pauselijke ceremoniemeester. Het
Allerheiligste, dat nu volgde, rustte op een
telganger. Onmiddellijk achter het heilig
Sacrament reed de Paus, met scliouder-
mantel-en stool, het hoofd bedekt met een
fluweelen hoed: hem omgaf do Zwitser-
sche lijfgarde 1).
Achter den paus kwamen de kardinalen
en de bisschoppen. De stoet werd gesloten
door boogschutters en niet minder dan
vijfduizend ruiters.
Bij do porta Ostiensis' (thans Porla-San-
Paulo), welke van de abdij toegang geeft
tot de stad, hadden de Romeinen aange
vangen een sierlijken triumphboog op te
richten, waarvoor wel 500 gouden ducaten
waren uitgelegd. Bij het zien van deze
voorbereidingen gelastte de Paus het werk
te staken, verklarende, dat dergelijk eer
betoon heidensch was, niet. het werk van
brave Christenen; en aldus bleef deze bouw
onvoltooid. -----
Waarschijnlijk ging de stoet over den
anders zoo eenzamen Aventijn en langs
den oever van de Tiber. Na een langen en
vrmoeienden tocht kwam men ten laatste
in de Via bareo del san Spirito, een straat,
welke rechtstreeks op do Engelenbrug uit
mondt. Hier vertoonde zich een schouw
spel, dat treurig en schril afstak bii al
deze .pracht en feestvreugde. Bij de kerk
van San Gelso gekomen ontmoette de stoet
een processie, welke de „Madonna della
Nomentana" met zich medevoer de. Reeds
-dertien malen was deze processie door de
straten van Rome getrokken om 's Hemels
bijstand in te roepen tegen de pest; Velen
namen met groote aandacht eraan deel en
niet minder dan vijfhonderd kinderen,
welke zich de ontbloote schouders geesel-
den. De Paus richtte zich hoog op om dat
godvruchtig schouwspel gade te slaan, en
vóór het afbeeldsel van de heilige Maagd
gekomen, nam hij den hoed van het hoofd,
alsook het kapje (Soli Deo), en een oogen-
blik zijn telganger inhoudende, maakte hij
een diepe buig ing tot op den nek van hef
rijdier voor de Madonua. Maar do kardi
nalen vergenoegden zich alleen dea hoed
af te nemen, iets dat vele toeschouwers
met verwondering opmerkten.
Toen de stoet voorbij den Engelenbrug
trok, werden tallooze kanonschoten gelost
Aan de Sint Pieterskerk gekomen, giiig de
Paus het heiligdom binnen, wierp zich
aan den ingang niet beide knieën op den
grond en zegende het volk met wijwater.
Vervolgens droegen zijn dienaars hem
naar het hoofdaltaar, waarop hij werd ge
plaatst, om de vereering der gezamenlijke
kardinalen in ontvangst te nemen. Ten
slotte gaf hij aan al de aanwezigen den
Pauselijken zegen, waarop de kardinalen
naar hun woning terugkeerden, terwijl de
Paus zelf de trappen van het Vaticaanschc
paleis beklom. Op dezen Vrijdag had ver
der niets meer plaats, want de Paus was
daarvoor te vermoeid. Zaterdags (30 Aug.)
werd echter alles "in voorbereiding ge
bracht voor de kroning, welke op den vol
genden dag zou geschieden.
De kroningsplechtigheden hadden in en
vervolgens buiten de aloude Sint Pieters
basiliek plaats. Eerst werd in de Sint An-
"dreas-kapel, een rondbouw aan do voor
malige kerk van Sint Pieter verbonden, de
Ters gereciteerd, waarvan het eerste vers
door Z.H. zelf werd ingezet, alsook de daar
bij beboerende oratie gebeden. Nadat de'H.
Mis door den Paus in dezelfde kapel was
gezongen, beklom bij een stellage, welke
men vóór de facade van de basiliek had
opgericht en hier werd hern door den se
nior van de karinaal-diakens de tiaar op
het hoofd geplaatst.
Maandag, de eerste dag van Sept., was
er Consistorie. Z. H. .hield bij die gelegen
heid een voortreffelijke toespraak, zeggen
de: dat hij op verlangen van de kardina
len, maar tot zijn groot verdriet en onge
mak, eigen huis en erf had verlaten, doch
hij had zulks overigens vrijwillig gedaan,
omdat hij in die verkiezing de stem van
God meende te erkennen; immers zelf had
hij nimmer naar die waardigheid ge
streefd. Voor alles, zoo verklaarde Paus
Adriaan verder,- wilde hij met behulp van
de Christen-vorsten den erfvijand van het
Kruis bekampen, maar ook bad bij den
bijstand der kardinalen noodig, om een
goed voorbeeld aan anderen te geven. Ver
volgens zeide hij. dat in de gansche Chris
ten-wereld over niets anders werd gespro
ken dan over de ondeugden, welke in Rome
kersckten en over de weinige achting, wel
ke men daar toedroeg aan mensclien, wel
ke in die ondeugden niet deelden. Wel ge
loofde hij niet, dat de bedrijvers van zulke
ondeugden onder de kardinalen zelf wer
den gevonden, doch het kwaad werd niet
temin bedreven in hunne paleizen, hetgeen
nagenoeg met instemming gelijk stond.
Met luider stemme bezwoer hij het heilig
College' daarin verandering te brengen.
Wat het recht, betrof, dat was, zoo klaagde
hij ten slotte, hij de Rota veil; wel zou het
den leden van dit gerechtshof ook m het
vervolg geoorloofd zijn hunne rechtmatige
leges te heffen, maar die zouden hun ont
nomen worden, zoo dikwerf er onrecht
werd gepleegd.
Zooals men ziet: onze Paus vatte al
aanstonds de teugels van het bewind streng
in banden, wat ook noodig was.
De Venetiër Lippomana oordeelde
blijkens zijn bewaarde brieven als volgt
over den Paus zelf.
Wanneer Z. H. inderdaad zóó is als hij
zich vertoont en zóó als do roep van hem
uitgaat, dan moet men aannemen, dat hij
strikt rechtvaardig is: ja, veeleer zondigt
door overmaat dan door laksheid, een
fout aan al di9 „barbaren" eigen. Erg
vriendelijk van dien VenetiërHij is
ook een groot minnaar van wetenschap,
hijzonder van de gewijde wetenschap en.
kan onwetende priesters niet uitstaan. Zijn
tijd verdeelt hij aldus: met het krieken
van den dag staat hij op, bidt dan zijn
brevier, leest daarna de heilige klis en ver
leent dan een uur lang audiëntie. Vervol
gens eet hij snel h:t een cn ander, maar
altijd alleen. Daarna voltooit hij zijn
breviergebed, en verleent wederom audiën
tie tot het middaguur.
Over de dienaren van den Paus schrijft
een ongenoemde terzelfder tijd: „Hij heeft
slechts twee Nederlandscho kamerdienaars
hij zich, norsche en onwetende menschen;
ook de overige dienaarschap is zeer gè-
ring in aantal, wat hem onverschillig laat.
Teen de Paus dcor eenige kardinalen werd
aangezocht meer dienaren te nemen, luid
de het antwoord, dat hij daartoe voor het
oogenblik onmachtig was; eerst wilds hij
de Kerk wederom op hechte grondslagen
vestigen, daarna zou het. overige volgen.
Den dag na dit gesprek zonden de vroege
re dienaren van Paus Leo één der hunnen
op Paus Adriaan af, om namens hen het
wcord te voeren Hij vroeg dezen: hoe ve
len in getal waren er tijdens het ponti
ficaat van mijn voorganger? Toen de
woordvoerder zeide: wel honderd, maakte
de Paus het kruisteekon en verklaarde
dat reeds eon viertal voor hem ruim
schoots voldoende was. Doch om bij de
overige kardinalen in Rome niet ten ach
ter te blijven, zoo voegde hij eraan toe,
zou hij er twaalf in dienst nemen. Het is
dan ook 't algemeene gevoelen, dat deze
Paus voortreffelijk zal weten kas te hou
den in het belang der kerk.
„Om te besluiten nog de volgende karak
teristieke aanteekening: Maandag laatstle-
.tlen benoemde de Paus een nieuwen ka
merheer en koos. voor dezen post oen aarts
diaken, welken bij uit Spanje had medege
bracht. Hij zeide bij die gelegenheid: „ik
heb uw ouders goed ggkend en daarom
neem ik u gaarne in mijn bijzonderen
dienst; volg hun voetstappen, wanneer gij
lot mijn omgeving wilt blijven behooren,
maar neem in het tegenovergestelde, geval
de bediening liever niet aan".
Venetië was den paus zeer dankbaar,
dat hij de bemiddelaar had willen zijn
voor een verdrag tusschen haar en keizer
Karei. Zelfs heeft deze stad een merkwaar
dige medaille laten staan, om die gebeurte
nis le vereeuwigen. Ter overhandiging de
zer medaille kwam in April 1523 een ge
zantschap naar de Eeuwige Stad. Marco
Dandolo was zijn woordvoerder. Het ant
woord van den Paus, zoo schrijven de le
gaten, geschiedde in het latjin, evenals de
oratie, door-Dandalo gehouden; wat den
vorm betreft, zoo wordt genadiglijk eraan
toegevoegd, dat liet niets te wenschen
over; maar do uitspraak was barbaarsch,
wijl de Paus veel van die eigenaardige
klemtonen en keelgeluiden aanwendt, wel
ke aan alle Duitsohers en Vlamingen eigen
zijn.
Ook deze gezanten weidden uit over de
sobere levenswijze van paus Adriaan.
„Deze Paus staat lang vóór de zon aan den
hemel verschijnt op, bidt dan zijn brevier,
om daarna wederom tot het ochtend
krieken te rusten. Dan leest hij de heilige
Mis en blijft ter dankzegging ongeveer een
uur in het gebed verzonken. Soms ook laai
hij, na zelf gecelebreerd te hebben, een
tweede heilige Mis door zijn kapelaan op
dragen. Eerst daarna komt de Paus lo
voorschijn en verleent aan den één of an
der audiëntie. In het uitdeelen van gunst
bewijzen is hij uiterst karig, wijl hij we
gens gebrek aan ondervinding niet weet,
hoe te beslissen, zoodat in groote of klei
ne zaken Zijn eerste woord steeds is: vi-
debimus, wij zullen zien. Ook wil Hij van
geen enkelen kardinaal raad ontvangen, en
vertrouwt zich zelfs niet toe aan kardi
naal (Lorenzo) Campegio, die hem (och
van groolen dienst zou kunnen zijn. Het
gevolg van dit alles is, dat er weinige
zaken worden afgedaan'en dat iedereen
zich ontevreden gevoelt. De Paus wil daar
entegen dagelijks veel studeeren, waarbij
hij zich niet met lezen vergenoegt, doch
tevens aanteekeningen maakt, soms ook
verhandelingen opstelt. Dit houdt hem van
de overige pauselijke plichten af. Een groot
gedeelte van den dag wordt ingenomen
door: Mislezen, liet bidden der Getijden,
middag-eten, slapen (siesta), studeeren,
wederom het Breviergebed en dan den
avond-maaltijd. Er blijft op die manier
weinig tijd over voor (particuliere)
audiënties; bovendien zijn daar nog de
gewone Consistories driemaal in de week,
's Maandags, 's Woensdags en Vrijdags,
terwijl hij bovendien nog dikwerf op an
dere tijden met do kardinalen vergadert.
Voor zijn onderhoud geeft Paus Adriaan
dagelijks, naar men zegt, slechts één du
kaat uit, welken, hij iederen avond uit
zijn beurs neemt en aan zijn huisknecht
overhandigt met de woorden: besteed dit
morgen. Zijn spijzen bestaan in een stuk
ossen- of kalfsvleesck en daarna een hoen;
somwijlen ook eet hij dikke soep, maar
op den vooravond van Kerkelijke feesten
alleen visch, en dat steeds in kleine hoe
veelheid. Tafel, bed en wasch worden be
zorgd door een huishoudster, welke hij uit
zijn land 'heeft medegebracht. Achter zijn
ontvangkamer heeft hij een ander ver
trek, vol boeken; daar studeert hij gewoon
lijk en verleent er ook de meest vertrou
welijke audiënties. De kardinalen behoe
ven niet eraan te denken in het Pauselijk
paleis te eten, zooals dat in de dagen van
Paus Leo het geval was".
In zijn studeerkamer ontving Paus
Adriaan ook het gezantschap der Vene-
tiërs, teen dezen in Mei afscheid van hem
kwamen nemen. Hij verzocht ons, zoo
meldden zij, te gaan zitten en het hoofd
te dekken. Een onzer vroeg den H. Vader
den doek van de H. Veronica te mogen
zien, welke met andere relieken in een af
zonderlijke kapel van de Sint Pietersbasi
liek wordt bewaard. De Paus .gaf, ofschoon
met merkbaren tegenzin, daartoe verlof,
welk verlof van zijn eigen ihandteekening
moet voorzien zijn. Hij reikte ons d l
sleutel der kapel toe, welke in een beu nn
uit gouddraad geweven, door hem wej°
bewaard.
Terwijl zij nu naar de Sint Pieter gaaf,lon
krijgen wij nog een korte beschrijving vi «iet
het Vaticaan.
Er zijn in dat paleis tallooze kamei ren
kleinere verterkken, maar ook zeer groo ter
zalen. In één dezer laatste huist gtu.
Vlaamsch schilder (Jan van Scorel), u leei
geen dertig jaar oud, maar in zijn ai
bacht zeer bedreven, zooals blijkt uit een
ge schilderijen, welke bij daar heeft vc kei:
vaardigd, te weten: twee por (rel (en
Paus Adriaan, zóó gelijkend, dat
meent hem zeiven te zien. De portretti
daarentegen, hetzij geschilderd, hetzij
graveerd, welke te Rome verkocht w
den, hebben die gelijkenis niet.
Adriaans bestuur was slechts kort: zi
dood trad reeds in op 14 Sept. 1523.
Over zijn regeeringsdaden een volgent
maal.
AJO.
gel
scl
1) Getrouw is dit alles afgebeeld op h
praalgraf in de Anima-kcrk.
DE VROUW EN HET NOTARIAAT.
Zcoals men weet, zijn er op liet oogen
blik weer onderhandelingen gaande over
oen zeedanigo wijziging van de Wet op
het notarisambt, dat ook de vrouw tot no
taris benoembaar zou worden. In Augus
tus 1.1. is nu, zoo schrijft het Maandbulle-
tin van het Nationaal bureau vcor Vrou
wenarbeid heb rapport gepubliceerd van
oen commissie d:e opdracht had na te
gaan welke wijzigingen in verband met de
veranderde tijdsomstandigheden in de No
taris wetmoesten worden aangebracht, in
welk rapport cok een hoofdstuk aan de
bSnecmbaarheid der vrouw is gewijd. Na
den kuidigen stand van het vraagstuk tc'
hebben uiteengezet, zeggen de drie mannc-
lijko rapporteurs: ..Dab do benoembaar
heid van de vrouw tot notaris als een eisch
van dezen tijd valt te beschouwen, is on
betwistbaar. Immers men moge verschil
lend cordeelen over bet al cf niet ge-
vensehte van don -beroepsarbeid der vrouw
een groote .onrechtvaardigheid is het, om
haar den toegang er door te versperren."'
Tevens meent de commissie, dat het hu
welijk geen reden mag zijn cm do vrouw
dc benoembaarheid vcor liet notarisambt
te ontzeggen.
HEDENDAAGSCHE DANSEN EN
Kl.EEDING.
Met leede oog-en zien velen, wi-en liet
geestelijke en moreele geluk van ons volk
ter harte gaan, dat c-en groot deel van ons
volk, ook van het katholieke gedeelte
langzamerhand afglijdt naar den afgrond
van zedelijke .verwildering en ontaarding.
Het fijne, kicsche zedelijkheidsgevoel,
dat alle uitingen van 's menschen geest
•en hart beschaaft, hem veredelt in al zijne
gedragingen tegenover zich zei veil en zijn
evenni-31-sch, dat dcor den Schepper hem
is gegeven als de natuurlijke beschermer
zijner deugd, wordt geleidelijk weg bij de
groote massa, cok van ons volk, afge
stompt. En dit geschiedt niet het minst
door immodeste kleeding, die ten doel
heeft de zinnelijkheid te streelcn, en door
de gevaarlijke ontspanningen.
Een voorbeeld van dezo inzinking op
moreel gebied is het volgende
Voor een tiental jaren werd door iedere
vrouw die zich zelf respecteert immedeste
kleeding als eeno heidensche en zedenloo-
ze afgewezen, een kleederdracht, die zoo
als men zeide, alleen behoorde bij zedelijk
ontaarde personen. En thans? zij is bijna
algemeen- aangenomen
Een ander voorbeeld. De moderne dan
sen, die veelal hun ontstaan vonden bij
keidensèhe volksstammen en eerst alleen
gedanst werden in verdachte gelegenhe
den, werden aanvankelijk door het zede
lijk fijn voelend, publiek als immoreelc
dansen verworpen.
En thans? Algemeen worden zij gedanst.
En dan zoekt men het geweten to sussen,
met le zeggen, dat zij „zedelijk" gedanst
.kunnen worden!
Do Kardinaal-Aartsbisschop van Quebec,
vanwaar vele dezer dansen naar ons zijn
overgewaaid, denkt daarover anders.
Kardinaal Begin heeft in een herderlijk
schrijven, dat is voorgelezen in alle ker
ken van het diocees Quebec, de moderne
dansen: tango, foxtrot shimmy, one step,
two step, check to check, de draf van den
kameel en de kalkoendraf veroordeeld.
De Kardinaal zegt vervolgens, dat de
hedendaags che dansen heb allerbest ge
schikt zijn era de deugd totaal uit te
roeien.
Vervolgens veroordeelt Z.Em. de gevaar
lijke schouwburg- en einemavoorste-llingen
en brandmerkt de onzinnige kleederdracbt
der vrouwen als iets heidensch.
Voegen wij hier nog aan .toe, dat dc
goedgezinde Canadeezen den Kardinaal-
Aartsbisschop begrepen hebben en zijne
herderlijke vermaning opvolgen, hetgeen
blijkt uit het feit, dat vele feesten, die
reeds ter gelegenheid van Kerstmis geor
ganiseerd waren, afgezegd zijn en dab dc
danszalen in Canada hoe langer hoe meer
ontvolkt worden.
Mochten dc katholieken van Holland
dit voorbeeld volgen Het is geen kwestie
van smaak alleen, doch ook van geweten!
„Centrum." V.
Dameshoeden.
H o r m e 1 ij n als hoeden-
g a r n e e r i n g.
Of het komt door do zwart-witlo mode-,
dat het garneeren; van zwarte hoeden met
wit hermelijn zoozeer is toegenomen,- ja of
neem een feit is het, dat hermelijn bij
het vorderen van het seizoen, meer en
meer op den voorgrond treedt.
En dit geschiedt altijd in combinatie
met zwart fluweel, heerenhoeden-plucho of
vilt. Randen van 't bont worden niet a;
gebracht; meestal is het verwerkt tct rt
zetten cf bloemenbladenvormen, met
zonder de korte hermelijnstaartjes.
Bont is in de hoeden en aanverwant
artikelen-branche al een even belangrij
artikel geworden als bij kleeding-dukkra
Behalve het hermelijn ziet men veel bi-
bont, sabel, ^eekhoorn en dergelijke g<
res, niet alleen op bruine, doch ovk
zwarte hoeden. Ook het gebruik van gi
zelle komt meer en meèr voor. Sr1 al
franje van dit bont wordt tob wieltje:
spiralen ineengedraaid 'of rij-wijze aa
bracht. Lichtkleurig gazelle op zwarte hc
m maakt oefi groot effect.
Op sat'u Mc-edcn ve! en pluche-hoeden,
Naast sa u.-hoeden wordc-n veel plucl
fluwcvl-hcc.: n gezien. Het material
leent zich' uitstekend \oor allerlei borduui
Metaaldraad- cn gekleurd borduurs
vorrncn alsdan een allovev dessin, of w
gebruikt men onkel goud op zwart. I
overgang van. fluweel naar satin spree!
uit hoe - n, waarbij 1? iele materialen gi
combinoerd zijn
Bijzonder veel gebri. 1: bij 1 1
neêringen wordt geinaa'.t van z"
Over het algemeen zijn do ho d I( kid
de klok, do barctle, de tulband, allo
geschikt om te worden gedregen dicht ovi
de strakke kapsels. De af en toe yoorki
mëndé gelegenheids-groole of héél groo
hoeden doen juist het veel meer* gezii
wórden, van kleine hoeden duidelijk
komen.
Behandeling van wel.
Weet ge wel want om wollen, goed ui
gewreven mag worden, waarom erg he<
of erg koud voter slecht is, waarom hai
later niet gebruikt moet woeden en bloei
middelen schadelijk zijn?
Wol bestaat uit vezels mot zeer kleii
uitsteeksels; die in één richting loope
Als wol in warm water komt, worden tb
kleine vezels grooter en verwarren zmh
elkander. Als ge wol wrijft, sluiten de
rezels zich samen en verkleinen zich:
wol krimpt, evenals' bij het wasschen
zeer heet water. Wanneer verschillen!
temperaturen van wasch- en spoelwat
gebruikt worden, sluiten de vezels zich s;
men, hij koud water trekken zij in °1!
en worden kleiner. Dat gebeurt c-g v
neer men een zeer heet strijkRzer
bruikt. Wanneer ge hard water' gebrul
komt er een kalkachtige aanslag aan h
wollen goed, waardoor ho> grijs word
Bleekpoeder is altijd schadelijk, doch ta
wollen stof nog veel meer aan dan linnt
of katoen.
Neem dus voor wollen goed zacht, lati
water, waarin goede zachte zeep is opg
lost cn beweeg het wollen goed daarin
en néér, met de hand knijpend, doch ni
wrijvend. Spoel het na in lauw water
doe in liet laatste spoelwater een beetj
zeep of 'n paar druppels glycerine, om li
goed zacht le houden. Droog in een warn
kamer of huiten in do zon, doch- niet
de felle warmte en niet in harden wind
strijk het goed met een matig lieet ijzei
DE VROUW IN DE KEUKEN.
In een onzer vorige causerieën beloof!
ik U geachte lezeressen het eens
hebben over eieren en hunne bereidin
Welnu, dames, heden wil ik eens begi
nen met aan die belofte te voldoen. Ik
beginnen! want zoo heel spoedig' zijn tv
daar niet over uitgepraat.
Het oi, ais voedingsmiddel, neemt
óns, Hollanders, een even groote plaik
als vleesch. Zim voedingswaarde Utc
zeer wel overeen. Vergelijken wij ma
eens:
E i c re
Waterdeelen
Eiwit
Suiker
Phosphorus
74 pCt.
13 pCt.
12 pCt.
nul pC\
1 pCt,
Vleescn.-
Wafcrdeélën 73 PCt.
•Eiwit - 20 l'Gt-
vet PC
Suiker n'
Phosphorus 1 P(:f-
Zoo zien wij, dat eieren en vle< schl
voedingswaarde bijna evenaren. Toch is
een groot verschil en wel dit-, Bij het
wordt door koken of hakken do cliges
(verleorbanrheid) verminder .1, hij vl
integendeel vermeerderd. Vermengen
nu onze voeding van eieren, met groent
dan eerst komt liet eten van eieren tot i
volle recht, omdat bijna alle groenten
de aardappel suikerdèelen bevatten,
do eieren missen. Daarom bevat, g®