Tweede Blad »3, Vrijdag II Januari 5924 aTAPSWIEUWS ST. MELANIAWERK. Op den 29sten Nov. 1.1. hield Mevrouw ngmansStadhouder uit Groesbeek, orzitster van het St. Melaniawerk to ijmegen, een lezing hier te Leiden, die or verschillende omstandigheden, o.a. it samenvallen met andere lezingen en generale repetitie van Toonkunst, slechts itig bezocht is geworden. Dit was heel tnmer, want de tijd, zoo kort na de ach tig geslaagde missie-tentoonstelling, ïk ons zéér geschikt om het werk, het- ?lk spreekster op dien avond kwam in- iden en bekend maken, onder de aan- icht van de Katholieke vrouwen' van tidcti te brengen. Het Sint Melaniawerk, waarover spr. ons tvoerig inlichtte, is een liefdewerk spe- ial van do vrouw voor de vrouw. Het tevens een missiewerk, want zijn doel do katholieke vorming der inlandsche 'ouw in onze koloniën voor huisgezin en aatschappij te bevorderen. Het Katholieke inlandsche meisje, dat de hooi dor zusters verlaat, 'staat geheel dpcïoos in haar met-katholieke omgeving, overgeleverd aan de willekeur der iders, die haar uithuwelijken aan wie j willen. De als minderwaardige, als lastdier en ivin behandelde inlandsche vrouw, inist le durf en zelfstandigheid, haar ontbreekt simpelste notie van opvoeding en hy- HetSt. Melaniawerk wil medewerken ji de meisjés tot bekwame opvoedsters, ïtwibkeldo vrouwen en zelfstandige ka- ikters te vormen. 'Daartoe zijn noodig voor rirst Inlandsche meisjesscholen met inter- jiteu en voorts R.-K. tehuizen, consulta- j-biuleaux, cursussen tot opleiding voor 'oedvrouw en verpleegster, hnishoud- ïd'erwijs-inrichtingen enz. Maar naast Katholieke onderwijzeres- »n, vroedvrouwen en verpleegsters, heeft idië vooral noodig Katholieke inlandsche oeders. De toekomst ligt in de Ka- loliekc gezinnen, het gezin vormt den •andslag van de maatschappij. r Het Sint Melaniawerk bestaat nog slechts lo pkelo jaren en heeft toch reeds een daad lfc filien stellen. In Juli van het vorige jaar it ond het St. Melaniawerk een gediplomeer- e R.-K. Verpleegster uit naar Indië om l- i Mendoet Melaniawerk te verrichten, in hoogste klassen aan de Inlandsche aeisjes Ier te geven in hygiëne in en bui- ïn Mendoet aan de zieke Javaansche haar |>rgen te gaan wijden, i- Dit is hot begin, maar 't kan hierbij niet ilijven. 0\ era.1 in den lande moeten afdee- hi gen van het St. Melaniawerk gevestigd S-orden. Bereids zijn 42 afdeelingen of cor- ispondentschappen gesticht en Leiden is o. 43. j Want, staande de lezing van Mevrouw v ongmans, mclddo zich een voorloopig be- tuur aan, dat zich thans definitief beeft amengesteld. ir [Dit bestuur komt u, Katholieke vrouwen h kn Leiden, dringend vragen om steun i. n medewerking. De minimum-contributio 9 Gedraagt fl.per jaar. Lil zijn kunnen fl] één vrouwen. Iedereen (ook mannen) r an donateur zijn voor minstens f 2.50 per aar of minstens f 50 ineens, t Stichter minstens f 1000 in eens. i [Voorloopig zullen we echter héél geluk- t jig zijn als we een ledenlijst kunnen in- i pllen met wat donateurs, tot steun in den )ig. Hot is waar, er wordt veel gevraagd veel gedaan, nochtans hopen we niet vergeefs nog wat te vragen voor onze ilandsche zuster, die vol hoop naar onze julp en steun uitziet. "VVordt lid van -het St. Melaniawerk en uurt do propagandisten niet weg als ze [ij ii komen aankloppen voor dit mooie nieuwe werk. Kent u bet Missielied van Theo Smit met ijn bezielende woorden? Wij dragen ons rijko geloof als een zon, I Gaan. veilig en vast door do tijden; Geen nacht, die de kracht van die pracht [overwon, Zij glanst over liefde en lijden. Maar boog in 't Noorden en diep uit [bet Zuid, Uit landen van Westen cn Oosten, Schreit broeder aan broeder in 't donker zoo luid; Wio zal met ons licht hem vertroosten? De handen gevouwen, geofferd ons goud En God slaat zijn zonen tot helden, Die dragen het licht over zeeën on woud; Ziet! wit van den oogst staan de [velden! Welnu, moge bewaarheid worden wat gezegd wordt in dit bezielend gedicht: Vou wen we de handen, offeren we iets van ons goud, en staan we dan later verbaasd over den schoonen oogst waarvoor wij hebben helpen zaaien! R.-K. Vrouwen van Leiden, waar blijft ge? Het bestuur van bet St. Melaniawerk af deeling Leiden: Mevr. DUIJNSTEE—BRANTJES, Voorzitster. Mejuffr. L. VERWER. Secretaresse. Mejuffr. JO v. d. LAAN, Pen n inmnees leresse. Mejuffr. H. WEEBERS. Mejuffr. J. NOORDMAN. UIT IBE O^GEWINË BODEGRAVEN. Kaasmarkt. In 't jaar '23 werden op de wekelijksche kaasmarkt alhier aangevoerd 14.059 wagens Goudsche kaas, waaronder 11.004 wagens met contrölemerk; voorts 1 wagen Leidsche kaas met 70 stuks, to zamen 14.060 wagens, aanbrengende 644.922 stuk, vertegenwoordigende een ge wicht van pl.m. 4.373.146 K.G. Over 1923 werden 2056 wagens kaas meer aange voerd dan het voorgaande jaar. Voorts werden ter markt gebracht 350 lammeren. De marktplannen. De plannen voor het vergrooten, resp. wijzigen der kaas markt, kepnen thans meer onder de alge meen© belangstelling. Zooals onzen lezers bekend is, werd in de laatste Raadszitting deze aangelegenheid in „geheime" zitting behandeld. Ons geacht raadscollege schijnt van oordeel te zijn, dat het hier een zaak betreft, die de belangstelling van h§t pu bliek niet behoeft.Terwijl wij, evenals do boer Beijen, van het tegendeel over tuigd zijn, bleef tot heden iedere medeclee- ling, hoe de Raad over deze aangelegen heid denkt, achterwege. Naar wij verna men, werd Woensdagavond oen vergade ring van landbouwers gehouden tot be spreking dezer plannen, een bewijs, dat ook deze ten zeerste belang in de zaak stellen. Er zijn thans 3 plannen, waarvan plan A het voornaamste is. Dit plan A is in grove lijnen het volgende: De oude Markt in het vervolg te gebruiken als vee markt en staanplaats voor ledige wagens. De nieuwe Markt onmiddellijk in verband te brengen met genoemd plein en dus als een eenheid te beschouwen met het thans bestaande Marktplein. De toegang naar de Nieuwe Markt (het huidige voetbalterreïn) te voeren over de bestaande, alsdan te verbroeden oprijlaan, naar de woning van den heer Hooijmans. Op deze nieuwe markt zal een plaatsruimte zijn van 700 wagens en zelfs zóó, dat iedere wagen op zich zelf komt te staan met zijruimte van 1 M. en met een voomiimte van 3 Meter. Het gevolg van een dergelijke indeeling ls, dat het tegenwoordige euvel, dat verkochte partijen de markt niet kunnen verlaten, omdat zij opgesloten staan, uit den weg geruimd wordt. De kosten van den aanleg worden geschat op f40.000, welk bedrag, geleend tegen 5 pCt., een bedrag van f 2000 aan te betalen rente geeft Bij een aanvoer van 14.000 wagens, zooals dit het afgeloopen jaar het geval was, tegen, een staangeld van 25 ets., geeft dit een opbrengst van f 3500.— zoodat deze aanleg geen financieele lasten voor de gemeente medebrengt. Plan B is gedacht op het terrein der Firma Turken- burg met een toegangsweg door de z.g. Kikkerlaan. Plan G beoogt den zijtuin wan do pastorie der Ned.-Herv. Kerk, benevens den voortuin gedeeltelijk bij de beslaande markt te trekken. Zooals men ziet plan nen genoeg, doch wat zal nu het beste worden beoordeeld? Dat verandering bij een dergelijken aanvoer als het afgeloopen jaar, noodig is, zal wel niemand ontken nen. IN iet tegenstaande vreezen wij, dat de in de zomermaanden veelvuldig voorko mende opstoppingen in de drukke straten niet zal veranderen, zoolang de bestaande smalle brug in de Brugstraat gehandhaafd blijft. ZWAMMERDAM. Ambtswoning. In een spoedeischende Raadsvergadering besloot do Raad dezer gemeente tot aankoop van het heérenhuis aan den Stationsweg alhier, bewoond door mevr. 'Schoenmaker, voor de som van f 11.000. Het pand is bestemd voor ambts woning van den burgemeester. HILLEGOM. Gemeenteraad. (Vervolg.) Te 8 uur werd Dinsdagavond de verga dering van den Raad voortgezet. Tegen woordig alle leden. Weth. Balvers deelt mede, dat de Burgemeester op advies van zijn medicus niet in de avondlucht mag komen, zoodat spr. dezen avond de eer heeft de vergadering te presideeren. Bij de begrooting van het gasbedrijf wenscht de heer van de Loo het loon van den lantaarnopsteker met f 50 per jaar te verhoogen, daar deze meer werk heeft go- kregen. De Voorz. adviseert deze zaak te renvoyeeren naar do Gaseohimissie; aldus wordt besloten, waarna de begrooting wordt goedgekeurd. Hierna komt aan de orde puilt 15 be handeling der Begroeting. De circulaire der Kamer van Koophandel wordt voor kennisgeving aangenomen. Do Voorz. zegt, dat hij vertrouwt dat de Memorie van Toelichting deor ce Raads leden met ernst is bestudeerd en hoopt, dat de heeren de kortheid zullen betrachten en hun vragen goed geargumenteerd en gedocumenteerd zullen stellen. Dan geeft hij de gelegenheid tot het houden van Al gemeen© Beschouwingen. De heer Klaver zegt, dat bij hem steeds de meening heeft voorgezeten om te bezuinigen. De begreoting 'is 'n mooi stuk werk, toch is zo in uitgaven weer f 71000 hooger dan het vorig jaar, al heb ben bijzondere pesten als b.v. do water leiding daar schuld aan. Bij sommige pos ten heeft spr. zich afgevraagd, cf deze wel door B. en W. bestudeerd zijn, of eenvou dig van de hoofdambtenaren zijn overge nomen. Bij zuinig beheer mogen de uitga ven de ontvangsten niet overschrijden. We gaan echter steeds achteruit en Mat is niet goed, noch voor middenstander, noch voor patroon, noch voor arbeider. Spr. huivert er bij en meent, dat de oorzaak schuilt in de samenstelling van den -Raad, waarin menschen'zitten, die steeds maar zeggen.: ,,'t moet er zijn." Bijna steeds zijn spre kers pogingen fcot bezuiniging mislukt. Spr. is wel eens gekwalificeerd als ^kapi talist." Hij zit hier niet als zoodanig maar heb spijt hem, dat hij in dezen Raad de patroons mist, terwijl er geschermd wordt met Evenr. Vert. Die patroons hebben be dankt én steeds leeft in 'spr. gedachte de idee om ook heen te gaan. Waarom hebben zij beca-nkt? Spr. zal er niet diep op in gaan, doch de schuld schuilt bij de eigen partij, die de leiding in banden heeft. Men had de organisatie hoog moeten hou den en niet bij de pakken mceten blijven neerzitten; we moeten hebben een gezon de, rechtse hapen vereeniging. We komen bier voot gemeentezaken, niet om propa ganda te maken. Voor sommige commissies heeft spr. bedankt, omdat bij geen depu tatie voor z'n deur wil hebben. Spr. denkt er nog steeds hard over heen te gaan. Die wind zaait za-1 storm oogsten, die tijden zijn aangebroken; spr. zit hier nog voor de belangen van Hillegom, doch als ik niets meer bereiken kan ga ik heen. Spr. besluit met den wensch uit te spreken, dat het voor de Bollenstreek een goed jaar moge zijn. De heer F i j m a wil een ander geluid doen hooren. Spr. brengt dank aan B. en W. voor deze begreoting. Er is bezuinigd. De duidelijkheid laat echter wel te wen- sehien over. Met genoegen constateert spr, dab de post voor do werkloozen weer f 20.000 aangeeft en de salarissen van amb tenaren en arbeiders op peil zijn geble ven. De werkloozen worden door de pa troons op straat gezet; gelukkig, dat de gemeente ze helpt. Dat de patroons bier niet zitten is hun eigen schuld. Wat hier van middag gebeurd is bij do stemmingen is treurig. Spr. wil do bronnen aamvijzen waar het geld te halen is. Spr. bepleit za kelijke bedrijfsbelasting, verhoogiug der op centen op de vermogensbelasting, extra belasting voor luxe jiuto's en voor vracht auto's, die onze wegen kapot rijden of 'n aparte belasting. Do heer Hoogmoed zegt, do heer Klaver heeft gesproken wie wind zaait, zal storm oogsten dio stuwkracht is naar arbeiderszijde overgeslagen; dat is de schuld der patroons zelve. De heer Kla ver heeft aanmerking gemaakt op het woord „kapitalist". Spr. zou hem bezuini gingsmaniak willen noemen. Spr. bepleit ©9n bad- en zweminrichting medo in ver band met do volkshuisvesting, gebrek aan woningen; nog bepleit deze spr. 'n kinder speelplaats. Do heer Loerakker zal slechts enkele opmerkingen maken. De heeren Fijma en Hoogmoed hebben mijn naam genoemd in verband met do werkloozen, docb ik heb do werkloozen niet genoemd. Inzake 'n bad en zweminrichting zijn het niet de heeren der S. D. A. P. die daarin zijn voorgegaan; spr. en anderen spraken daar reeds veel vroeger over. Inzak© afstand van wel- en beerputten vergete men niet, dab dit oude bestaande toestanden zijn, voor den nieuw bouw ia het anders; ook de waterleiding verhelpt straks de kwaal. Even wil spr. 't voot den heer Klaver opnemen. Deze heeft inderdaad steeds op bezuiniging aan gedrongen, doch nimmer aan de loonen^ dor arbeiders getornd. De heer Klaver is" geen bezuinigingsmaniak. Dat de toestand der werkloozen moeilijk is, weten we allen. De regeling van B. en W. draagt de a-lge- moene goedkeuring weg van verreweg de meeste arbeiders. Spr. waarschuwt er le gen, de werkloozen. niet te verbitteren. Een questie hebben de S. D. A. P.-sche heeren aangeraakt, waartegen spr. waarschuwen moet. U kunt helaas met succes wijzen, op de verdeeldheid tusschen de Katholieken, doch in uw eigen partij geschiedt hetzelf de of erger. Spr. kan weinig in commissies zitting nemm, heeft dat steeds vooruit ge zegd, doch hoe men or over denke en niet om de menschen qua persoon doch om de zaak weigert spr. zitting te nemen met de 3 dissidente Katholieken. Wil de Kath. Partij hierin morgen verandering brengen, spr. heeft er geen bezwaar tégen. Is die questie weg, dan is sprekers bezwaar weg. Wat do begreoting betreft, iets an ders is of men deze beziet door den bril van. den heer Klaver, dan door dien van do heeren Hoogmoed en Fijma. Spr. heeft ernsrig bezwaar tegen, hét zoo laat indie nen der begroeting en hoopt, dat zulks geen enkel jaar meer zal gebeuren. Ver volgens wil spr. er nog op wijzen, dat vaak door een der Raadsleden vragen -worden gesteld aan B. en W. waarop het college niet alleen niet. terstond antwoordt, doch waarop herhaaldelijk moet worden terug gekomen, zonder dat afdoende geant woord wordt. Spr. weet dat B. en )V. dik wijls anders zien en meer en beter weten dan de Raadsleden, doch laat men het dan rondweg zeggen. Spr. wil ten slotte aan B. en W. hulde en dank voor deze be grooting brengen, bijzonder inzake steun aan de werkloozen en behoud der salaris sen van ambtenaren en arbeiders. De heer Vermeer onderschrijft dat de inöeeling der begrooting moeilijk is, doch spr. meent, dat een en ander geschiedde volgens voorschrift van Ged. Staten. Ook deze spr. brengt hulde aan B. en W. voor hun moeilijk werk: ook difc college zal wen seben en verlangens hebben die ze graag verwezenl'jkt zagen, doch do bronnen zijn er niet. Zij brengen offers, wij moeten het ook deen en ons plaatsen op den bodem der werkelijkheid. Heb martelaarschap van den heer Klaver aanvaardt spr. niet. Met de ruzie in de Kath. partij bemoeit spr. zich niet. Hij heeft de verantwoordelijk heid alleen jegens God en te handelen naar zijn beginsel. Van propaganda is bij spr. geen sprake. Met den heer Klaver streeft spr. naar bezuiniging. Inzake •stratenplan nen adviseert spr. het particulier initiatief, dat ontegenzeggelijk goedkooper is. Sym pathiek vond spr. het woord van Mr. Mar- chant en wil dit hier naar voren brengen. „Laten wij onze tegenstanders waardee- ren." Laten we allen meewerken voor het algemeen belarg. De heer Selhorst gevoelt zich eenigs- zins gedrongen te spreken over de samen stelling van dezen Raad. De heer Klaver heeft er tot tweemaal toe op gewezen, doch ondanks dat meent spr. te mogen ooit statecren, dat Hillegom beter bestuurd wordt dan voorheen. Spr. vraagt zich af is het de schuld van de kiesvereeniging dab er dissidenten zijn? Het bezwaar dat in den heer Murk scheen te schuilen verviel; hij keerde niet in den Raad terug en toch bedankten de patroons. Het kemt spr. voot dat de heer Klaver alleen zitting neemt iq commissies, die presentiegeld geven. Spr. verwijt den heer Loerakker gebrek aan naastenliefde. Wij hebben u in niets tegen gewerkt, do schuld schuilt bij de echte Roomschen, Dat de heer Loerakker niet m de commissie der werkloosheid zit- is misschien voor hem een tegenvaller, doch hij woonde deze allerbelangrijkste verga deringen zelden bij en dat gaat niet. De heer Schrama heeft bij de eerste zitting die hij thans bijwoont reeds be merkt dat hier een ongezonde atmosfeer hangt. Het lidmaatschap van den Raad heeft spr. nooit begeerd. Spr. wil opkomen tegen de uitspraak van den lieer Klaver dat de leiding in de R. K. kiesvereeniging niet deugt. Dat ligt er maar aan hoe men do zaak opvat. Geen mensck is volmaakt, ik niet als dissident en u niet als officieel Katholiek persoon. Steeds heb ik met vol vertrouwen de conclusies der R. K. kies vereeniging geaccepteerd. Teen deze onop houdelijk gesabotteerd verden heb ik be dankt. U was zeer onduidelijk, mijnheer Loerakker, u had feiten moeten* noemen do R. K. kiesvereeniging betreffende. Bo- antvoord u mij de vraag.eens: is het be derf van boven of van onder af gekomen? Wij willen met alles en met allen, mede werken voer de algemeen© zaak. De heer V ooren zegt, 't is llier de plaats niet cm persoonlijke kwesties uit te vechten. Het verwijt aan den. vorigen Raad is niet correct-. In do vorige zitting had den we eminente figuren, onder hen is tob stand gekomen de salarisregeling der ambtenaren en -verkneden, liet ambtena ren-reglement, de permanente commissie, het scheidsgerecht enz. Spr. brengt holclo aan B. en W. voor hetgeen het college ge daan heeft. Spr. brengt dank voor de zui nige raming. Men vergete niet. dat elke verhooging van uitgaven beteekent 'n dichter aanschroeven der belastingen en dit. is thans uit den booze. Wo moeten al len trachten nog iets meer te bezuinigen. De Voorzitter (weth. Balvers) brengt dank voor de waardeering van de Raadsle den jegens het college van B. en W.; dio dank betreft ook onzen hoofdambtenaren. De manier waarop de algemeene beschou wingen zijn gehouden was spr. hoogst aan genaam; do zijpaadjes die sommigen zijn opgegaan laat ik buiten beschouwing. In die. fout zal ik de heeren niet volgen. Over leiding in onze R. K. politieke organisatie wil ik hier niet spreken, dat doen we op de daarvoor aangewezen plaats. Als de heer Klaver boos is over 'n benaming ris kapitalist, wil spr. zijne excuus daar wel voor aanbieden. Ook B. en W. hebben groot© offers gebracht, zoo gaarne zouden zij komen mot voorstellen ten algemeeno nutte. Do alles behesx'schende vraag vr echter: waar moet het geld vandaan ko men? De heer Fijma noemdo bronnen. In de vergaderingen van B. en W. wil spr. overwegen of we bij den hoogen belasting druk er nog een kunnen stellen. Wat do moeilijke indeeling der memorie betreft, het is voorschrift, en dank zij onzen secre taris dat ze nog niet ingewikkelder is. Misschien heeft het college van B. en W. aan de late indiening der begrooting schuld, er zijn echter redenen te? veront schuldiging. In een volgende vergadering hopen B. en W. met een voorstel t-ot be noeming controle-ccmmiss:e Publieke wer ken bij den Baad te komen. Met de wen ken van den heer Loerakker zuller T. en W. rekening houden, tegen het L-e - tings meenemen van honden aan tiet sen zul len strenge maatregelen genomen worden. In het kort meent spr. te mogen zeggen, dat de gevoelens van B. en VT. zijn, dab we voor een zeer ernstig-en tijd staan; do belastingschroef staat strak aangehaald. Vier grooto vraagstukken houden ons be zig: 1. Volkshupyesting, 2. Armenzorg, 3. Onderwijs, 4. onvrijwillige werkloosheid. Gelukkig is het, dat ons hoofdbedrijf 't werd reeds door den heer Klaver gezegd loonend is. Vele patroons hebben in heb afgeloopen jaar aan hun arbeiders hooger loon gegeven, dan waartoe zij contractueel gehouden waren. Geve de weersgesteldheid dat de werkzaamheden in do tuinen vroeg FEUILLETON VOGELVRIJ. "Ware schetsen uit Fransche familie archieven 0) De gendarmen lieten 'm kermen zonder zich ierder om hem te hekommeren en waren .1 een flink eind weggedraafd, toen hij er reer uit was gekomen. .Verwenscht vak!" schold de brigadier: ik wou duizendmaal liever tegenover Oostenrijkers staan! Donder en bliksem' at die oude vrouw tegen mij heeft jal mij nog lang in do ooren klinken". „Neem me niet kwalijk, brigadier", zei .naxagoras, „als ik u een raad geef: doe jooals ik' Ik zal dadelijk aanvragen, dat en mij verplaatse naar oen brigade aan ito grens. Als ik een weigerend antwoord pijg, dien ik mijn ontslag in en laat mij aanwerven als vrijwilliger". I „Je hebt gelijk", antwoordde de briga- flior na een kort zwijgen, ,^et is honderd- paal beter door een kogel gedood te wor pen, dan de rol van leverancier aan den peul te spelen". I „En dio arme pastoor, welke misdaad toeft hij dan begaan? U kunt zeggen, wat ri wilt, maar ik moet bekennen, dat ik be paald schik had, toen ik zag dat u hem piet gevonden, had". .'.-Zwijg- tochAls men ons zou hooren, aren wij verloren! Het is dus afgespro- n wij laten ons allebei naar de gren- !n verplaatsen, want ik hen het tegen- 'oordigo werk al lang moe". Nadat vrouw Buitel zich van het ver trek der gendarmen overtuigd had en aan de uiterste grens van het landgoed een werkman had geplaatst met do aanwij zing, dat hij hij eventueel gevaar alarm moest slaan, verwittigde zij den priester, dat men op hem wachtte en hij oogenhlik- kelijk niet behoefde te vreezen. „Ach, inijn heer pastoor'" zei ze toen tegen hem, „wat heb ik een angst uitgestaan, toen ik u in hetzelfde oogenblik in den tuin zag, waar in de gendarm mij vroeg naar het getal en de namen van do menschen, die bij mij werkten „Dusu", antwoordde abbé Bartet lachend „hebt mij den naam Jon Leroy gegeven? Dio brave soldaat is toen eerlijk genoeg geweest, om mij dien te leeren". „Ik heb den eersten den besten naara genoemd, dio mij inviel. Maar u kunt u niet voorstellen, welk een doodsangst ik uitgestaan heb, toen ik u door den briga dier hoorde roepen en al dien tijd, toen u bij hem was, want de minste kleinigheid had u kunnen verraden". „Och! de goede man had een te groot vertrouwen in mij en ik hen overtuigd, dat hij er niet aan gedacht heeft, om aan de waarheid te twijfelen. Maar het gevaar Ls nu voorbij en daarom zullen faij er niet langer aan denken. Hoe gaat het met de zieke?" „Zeer slecht, mijnheer pastoor; zij ver wacht u met ongeduld". De priester begaf zich dadelijk naar de kamer der-zieke en bleef een tijdlang met haar alleen. Daarna werden alle bewoners des huizes bijeengeroepen, om het toedie nen der Heilige Sacramenten bij te wo nen. Deze op zichzelf al zoo droeve ver heven handeling verkreeg door de tegen woordige omstandigheden een heel huilen- gewoon, indrukwekkende plechtigheid. De priester droeg onder zijn kleeren een klein zilveren doosje, dat aan den eenen kant een geconsacreerde Hostie en aan den an deren kant de H. Olie bevatte. Een met wit linnen bedokto tafel met twee branden- trouw in den dienst van GodOnt liet eenvoudige altaar. De aanwezigen knielden neer, terwijl de priester in den roket, dien hij vroeger al gestuurd had, aan de zieke de heilige Teerspijzo gaf en het H. Oliesel toediende. De brave oude vrouw beantwoordde duidelijk de kerkelij ke gebeden. Maar toen de verheven hande ling afgeloopen was, verminderden haar krachten; men zag haar lippen wit wor den, er kwam een koud zweet op haar voorhoofd, haar oogon vielen dicht de doodstrijd begon. De dienaar Gods bad temidden der snikkende aanwezigen de gebeden der stervenden. De zieke scheen van alles, wat om haar heen gebeurde, geen besef te hebben, maar toen de priester de woorden sprak: „Ver trek, christenziel!" richtte zij zich met moeite op, riep haar dochter en de overi gen, die haar bed omgaven, en gaf hun mot bevende hand haar zegen: „Vaartwel ik sta op het punt, voor mijn Rech ter en Verlosser te verschijnenik hoop op Zijn oneindige barmhartigheidBlijf trouw in dien dienst van God'... ont vlucht de slechte menschen, maar vreest hen niet'Zij kunnen u hoogstens uw tijdelijk leven ontriemenLeert nu, wat het leven is, vroeg of laat, ■--* maar eens moet men afscheid er van nemen en voor den hoogsten Rechter verschijnen. Dan zal ieder deugd beloond, ieder lijden beëindigd en in eeuwige vreugde veranderd wordenmaai; ook iedere zonde zal haar straf ontvangen. Vaartwel!-ik zal voor u allen bidden en ook voor het onge lukkige Frankrijk!" Nauwelijks had de moedige christen deze woorden uitgesproken, of zij legde haar hoofd weer op het kussen. Zij slaakte een diepen zucht het was de laatste. Nadat de pachtersvrouw zich eenige oogenblikken aan haar droefheid had over gegeven, stond zij op. In dezen treurigen tijd kon een enkel oogenblik van onnaden kendheid de ergste gevolgen hebben. Zij borg eerst de voorwerpen op, die bij de toediening der H.H. Sacramenten ge bruikt waren en wendde zich toen tot den priester met de woorden: „Het zal ons niet mogelijk zijn, mijn moeder een kerkelijke begrafenis te geven; maar ik zou toch graag een heilige Mis bijwonen, die voor haar zielerust wordt opgedragen". „Dat zal niet moeielijk zijn, Overmor gen te middernacht worden op de hoeve van Durlen de heilige Geheimen gevierd cn dan zal ik dio voor uw moeder opdragen". „O, dan zal ik zeker aanwezig sijn". „Maar vertel mij eens", ging Abbé Bar tet voort, „het meisje, dat zooeven hier was en het werk eener dienstbode ver richt, is toch niet hier uit den omtrek?" „O neen". ..Men kan dadelijk zien, dat zij niet is opgevoed voor de betrekking, die zij nu beeft". „U vergist zich daarin niet. Dit meisje is van een deftige afkomst; zij was al vroeg wees en werd in het klooster teBe- thune opgevoed". „Te Bethune?" „Ja, mijnheer pastoor; maar waarom vraagt u dat zoo verwonderd?" „Het is mij opgedragen, een jong meisjo uit Bethune te zoeken. Dezo is het nu wel niet, maar zij zou mij inlichtingen kunnen geven". „Wat zou ik daar blij om zija! Zij heeft voor eenigo jaren het ordekleed aangeno men van het huis, waar zij werd opge voed. Zooals al liaar zusters, die uit het klooster verdreven werden, is zij eerst in Bethune gebleven, maar omdat zij daar niet veilig meer was, werd zij voor onge veer een maand naar mij gestuurd. Maar vóór uw vertrek wilde ik toch met u over haar spreken. Een uur geleden was ik namelijk gedwongen, mijn toevlucht tot een leugen te nemen. Opdat de gendarm haar niet zou ondervragen cn haar daar door in gevaar bracht, zichzelf en ons on gelukkig te maken, zei ik, dat zij in Vlaanderen opgevoed was cn geen Fransch verstond. Intusschen wordt haar toestand steeds gevaarlijker en ik beef, als ik er aan denk, welk gevaar haar bij een nieuwe huiszoeking zou bedreigen. Zou u geen veilig toevluchtsoord voor haar weten? „Ik zal er een voor haar zoeken: maar wees zoo goed, haar hier le roepen, want ik zou bij haar willen informeeren naaf de persoon, die ik moet zoeken". Vrouw Buitel bracht nu den priester in de kamer daarnaast en riep do jong® kloosterzuster. CWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 3