Je LeÉcSe Conl"
Derde Blad.
Dr. A. van. Rijn, Leiden, gemeenle-arts.
Prof. J. D. v. d. Waals, Amsterdam, na
tuurkundige.
G. Breitner, Amsterdam, kunstschilder.
N. de Zwart., Leiden, architect.
Louis Couperus, De Steeg, Nederl. let
terkundige.
Prof. dr. J. van Wageningen, Gronin
gen, hoogleeraar.
Prof. dr. A. Reddingius, hoogleeraar,
Groningen.
A. W. Weismann, Haarlem, architect.
Prof. dr. G. Kalff, Leiden, hoogl. Ned.
letterkunde.
Taco H. de Beer, 's-Gravenhage, letter
kundige.
L. J. Kamps, Sittard, leeraar aan het
Bisschoppelijk College.
L. A. H. do Wolff, 's-Gravenhage, ar
chitect.
F. J. F. Tyssen, Eindhoven, oud-scliool-
opziener.
Pater D. Borghorst O. F. M., Heerlen,
taalleeraar.
Marcellus Emants, Meran, schrijver.
M. de Klerk, Amsterdam, architect.
K. C. P. do Bazel. Bussum,. architect.
Frans Netscher, Haarlem, letterkundige.
Prof. dr. J. J. A. J. Frantzen, oud-hoog-
leeraar, Utrecht.
Dr. G A. L. Rademakzer, paedagoog.
Dr. A. H. Nyland, Leiden, oud-directour
's Lands koepokinrichting Weltevreden.
D. Nieuwenhuizen, Rotterdam, acteur.
Dr. J. W. Lely, Leiden, oud-leeraar aan
het Gymnasium.
F. A. Dee, Leiden, oud-pedeL
Jozef Thyssen, operazanger.
Alexander Gustaaf Eifel. f
Ambtenaren, enz.
G. v. d. Pol, Oudewater, oud-wethouder.
Piet Nolling, lid Amsterdamschen Ge
meenteraad.
Jos. Loopuit, lid der S. D. A. P.,fractie
in Amsterdamschen gemeenteraad.
Cr. H. Ivokxhoorn, Leiden, gemeente-ont
vanger.
llr. A. J. M. Vos de Waal, oud-wethou
der-loco-burgemeester van Zwolle.
Mr. J. G. Schölvinck, Amsterdam, oud-
welhouder.
Dr. H. J. Zwiers, Leiden, conservator
Sterrenwacht, oud-gemeenteraadslid.
Kerk.
Pater A. G. M. van Es, Amsterdam.
Kapalaan dir. Henniug, Bergen (N.B.).
Mgr. Th. J. A. Bosman, deken van Am
sterdam.
Prof. Kamps, Sittard, prof, aan het
Bisschoppelijk College.
P. A. R. Padberg, pastoor-aalmoezenier
te Ede.
Pater Jac. Bogaerts, Witlem.
J. J. van Leipzig, oud-pastoor v. Heems
kerk.
J. P. Weslcrhof, pastoor te Noordwij-
kerliout.
J. J. Vernieuwc, oud-pastoor te Leiden,
Rijswijk.
Dr. J. W. Gunning, directeur Zendings
school Leiden.
Handel en Industrie.
J. B. v. Heek, Enschede, industrieel.
P. Bogaers, Helmond, industrieel.
G. J. Droste, -Haarlem, industrieel
Georges Calvé, Delft, industrieel.
Joost v. Vollenhoven, een der directeuren
v. d. Nederl. Bank.
A. I. v. d. Bergli, Rotterdam, industrieel.
H. Swarttouw, Delft, industrieel.
G. Waller, Heemstede, oud-dir. dor
E. S. M.
C. H. Krautz, industrieel, Warmond.
Mr. J. Hoogenstraten, industrieel, Leidon.
Gemengde Berichten.
De dubbele moord te Culemborg.
Zaterdagmiddag is op do begraafplaats
to Culemborg de vermoorde Gerritjo van
Wiggen ter aarde besteld. Er 'was zeer
grooto belangstelling. Ds. Dorgelo voerde
het woord. Do burgemeester was bij de
droeve plechtigheid tegenwoordig.
Aanslag op een maréchaussee.
Te Groenendijk (gain. Hontenisse) is de
maréchaussee de M. door een Belgisch de
serteur, den schaapherder Sch., met een
mes aan den slagader van zijn hals ern
stig verwond. De politieman schoot zijn re
volver af en trof Sch. in den huik, Deze
werd daarop gearresteerd. De maréchaus-
sée maakt het naar omstandigheden vrij-?
wel.
Do maréchaussee is evenals do dader
zelf naar het ziekenhuis to Middelburg
overgebraolit ter observatie. De Belg, die
in den buik werd geschoten door de M. na
do aanranding, schijnt in een vlaag van
waanzin te hebbeu gehandeld.
De poging tct doodslag te Hoofdplaat.
Door de Belgische justitie zijn uitgelee
verd de Nederlandsche arbeiders C. M. 24'
jaar en J. van G. 39 jaar, beide wonende
te Hoofdplaat en verdacht van inbraak en
poging tot doodslag op den bejaarden mo
lenaar aldaar in den nacht van 30 op 31:
October j.l.
Het ongeluk in Delft.
Naar men verneemt gaat do overweg-*
wachter H. inzake het Vrijdag plaats ge^
.had hebbende auto-ongeluk met doodelij-
ken afloop niet vrij uit. Do wekkerseinen
.■functioneerden goed, doch bij heeft zo
waarschijnlijk niet gehoord. Door den
rook van den a'oorbijgaanden trein heeft
hij den naderenden sneltrein niet zien aan
komen.
Verdronken.
Te Snikzwaag is Vrijdag het 5-jarig
zoontje van H. S. achter de ouderlijek wo*
ning in een bijt geraakt en verdronken.
Bloedvergiftiging.
De heer T. te Dedemsvaart kreeg deze*
dagen een wond aan zijn hand. Door on
voldoende verzorging kwam er bloedver
giftiging bij, waaraan hij thans is overle
den.
Gevaarlijke inbrekers gesnapt.
Te Enschedé zijn door de politie drie
18-jarige jongens op heeterdaad betrapt bij
een poging tot inbraak in de broodfabriek
„De Volharding". Zij bleken ook schuldig
te zijn aan een zevental inbraken gedu-
i-ende de laatste weken aldaar gepleegd.
Het gevaar van kolendamp.
Zaterdagnacht werd ontdekt, dat de op
varenden van het scheepje „Risico", dat
langs het gemeen terrein aan de Nassau-
haven te Rotterdam ligt, in de roef van
het vaartuig buiten bewustzijn lagen, be
dwelmd, tengevolge van kolendamp. Het
geval liet zich aanvankelijk niet ernstig
aanzien, maar toen verplegers van den Ge
neeskundigen Dienst, die te hulp geroepen
waren, arriveerden, constateerden ze, dat
een der mannen reeds eenige uren overle
den was. Van de twee anderen moest er
één in het ziekenhuis ter verpleging wor
den opgenomen. Do toestand van den der
de is niet zoodanig, dat een speciale be
handeling in het ziekenhuis noodzakelijk
was. De politie heeft het lijk van den over
ledene in beslag genomen, ter schouwing.
Het lijk is herkend als dat van den 23-
jarigen A. v. d. V. uit Ouderkerk a. d.
IJssel.
Vrijdagnacht is het gezin L. te Wecsp
op 't kantje af aan kolenkdampverstik
king ontsnapt. Op een gegeven oogenblik
werd mej. L. wakker door het geschrei van
de kleine; terzelfder tijd wekte zij haar
man, daar zij zich plotseling zoo benauwd
gevoelde. Toen deze haar vroeg wat haar
scheelde, bleek het dat zij reeds bewuste
loos was; ook het kindje was buiten ken
nis geraakt. Hevig ontsteld wilde L. zich
naar de achterkamer begeven, waar zijn
bejaarde moeder met bet oudste kind slie
pen. Zoodra de man echter oen paar stap
pen had gedaan, viel hij bewusteloos in
do achterkamer, op den grond. Het bleek,
-dat het voorvertrek geheel gevuld was met
kolendamp. Do oude moeder wierp on
middellijk de deur der achterkamer open;
L. kwam door do binnenstroomende fris-
scke lucht weer zoover bij, dat hij op han
den en voeten naar de deuropening kon
kruipen. Zijn moeder slaagde er met de
grootste moeite in, 'haar schoondochter met
do kleine naar de achterkamer over to
brengen, waar zij beiden in bewusleloozon
toestand moest achterlaten, daar zij hulp
wilde halen. In nachtgewaad en blootvoets
waadde de bejaarde vrouw door de.dikko
sneeuw naar een buurman, die echter ver
klaarde „d'r ook niets aan te kunnen
doen". Een overbuurman was menscli-
lievender. Hij begaf zich op weg naar dok
ter en politie, zoodat spoedig voldoendo
hulp aanwezig was.
Allo personen kwamen weer lot bewust
zijn.
Maandag 31 üec. 1923
OUDEJAAR.
'Boor do spanning van bot menschen-
3cven beeft het rhytlime der dagen, klopt
:ilo hamerslag der uren. Onverbiddelijk
fcchoki het voort en met eiken nieuwen
{tilyihmenstoot zinken de dagen, storten de
•uren weg in de kolken van het verleden.
Soms zoudt ge ze willen vasthouden, de
ifchoono stonden, waarin God U buitenge-
(woon- bevoorrechtte, waarin ge gelukkig
[waart.
Maar niets weerhoudt de maatslag van
den tijd, die zonder weifelen U de slotmaat
aangeeft van Uw schoonste levensliederen
,en U nog slechts uit het verleden enkele
«echo's toekaatst. -
Soms zoudt ge het rhytlime der uren
willen versnellen, wanneer ge in angst en
spanning verkeert of smart en bekommer
nissen U pijnigen.
Maar niets weerhoudt do maatgang van
«den tijd en van uw leed krijgt ge de volle
.U toegemeten maat en dan schijnen de
trcurmarschen van het leven U langer uit
gesponnen dan ooit de "vreugde uwer
schoonste dagen kon zijn.
Oude jaar I "VVij overzien de maanden,
dio voorhij gingen; wij doorleven op dezen
slag, op dezen .avond vooral de hoofd
momenten van vreugde en smart, van voor
spoed en tegenspoed, welke ons ten deel
vielen.
Wij buigen ons eenige oogenblikken over
unae herinneringen zooals een eenzame on
derzoeker zich buigt over een oud perka
ment, waravan hij nog niet weet of de
slotconclusies vertroostend of ontmoedigend
sullen- zijn.
Wij zoeken in onze herinnering de paar-
len van geluk door God ons toegekend ge
durende het voorbijgesnelde jaar en wij
vlechten ze tot een snoer in onze dankbare
gedachtenis. Wij gedenken ook smart en
verlies en soms zijn do paarlen der tranen
talrijker dan die van 't geluk.
En als wo dan alle tijdelijke dingen to
gen elkaar opwegen, en ons afvragen,
welke ^waarde ze hadden voor de opvoeding
onzer ziel en als wo dan zinnend en mij
merend do balans van 't verleden opma
ken, dan hooren we door het rhythme der
laatste uren zacht en zeker de karteklop
,dor eeuwigheid.
Snel verglijden de laatste stonden door
onze vingeren als de beiers van een bid-
snoeier. Beier na beier vallen zij neer en
wij kunnen ze niet tegenhouden. En wij
wenschten wel, dat ondanks onze goede
meening, al onze uren gebeden waren ge
weest, gebeden in daden, woorden en ge
dachten als rozen neergevallen voor Gods
y oefen.
In mijmerij verstild herinneren we ons,
jclab we in veel te kort geschoten zijn en
wij vragen God: „Heer, Gij die ons zoo
veel goeds hebt gegeven, reken ons niet te
«zwaar toe onze nalatigheden, onze verzui
men, onze opstandigheid en boosheid soms
,G ij-weet dat wij arme, zwakke menschen
zijn, die aan niets zoozeer behoefte heb
ben, dan aan de sterkte van Uw heiligen
liefdearm, de kracht van Uw Goddelijk Of-
feii Heer, schenk ons Uw durende erbar-
mi'ng".
Wij hebben onze ziel soms gevoed met
gintui gelijke dingen; wij waren soms te
zeer aan de stof gehecht. Thans zien wo
.weer schrikwekkend duidelijk, hoe vergan
kelijk dat alles is. Wij zien de geestelijk
heid- van ons wezen, de bestemming onzer
gicl, thans, nu de klop der oneindigheid
pns hart beroert.
Wij, bobben het leven soms liefgehad niet
«our Christus' wil, maar alleen om de
vreugde der zinnen, om de kennis van
jijdelo dingen, en wij vergaten de ontzag
lijke werkelijkheid des geestes; we verga
pen, dat elke blik van onze oogen, elke
Öekrede van onzen voet, elke klop van
&ns hart de laatste kan zijn en wij van
Aangezicht tot aangezicht komen Ie staan
(tegenover den Rechter.
Ai. ■WM—Mg
FEUILLETON
VOGELVRIJ.
Ware schetsen uit Fransche familie
archieven
door G. VAN BEUGNY.
Nadat hij een oogenblik mijnheer Van
(Vassière met een blik vol eerbied en bene
penheid had aangekeken, begon hij:
„Verontschuldig mij, mijnheer, als ik
$oo vrij ben, te vragen, wat u in ons on-
elukkig land wilt doien? Men «had mij
erleld, dat u uitgeweken was."
;,Jo zult alles vernemen. Maar hang
jerst iets voor het raam naast de deur. Er
namelijk een spleet in het luik, waar
door men alles ziet wat hier gebeurd; je
Zult immers wel begrepen hebben, dat wij
Èiet' bepaald wenschen beloerd te worden",
i Josep haalde dadelijk een linnen doek,
dien hij voor hot raam uithing en keerde
poen weer naar zijn bezoekers terug.
„Wat ben ik toch onoplettend!" verweet
bij zichzelf. „U bent doornat en ik denk
•#r niet eens aan, u andere kleeren te ge-
jen. Ik heb wel slechts gewone werkmans-
tleeren, maar ik hoop dat u die zult wil
len aantrekken, ze zijn tenminste droog".
„Het oogenblik zou slecht gekozen zijn,
f-r0sto Joseph, om daartegen bezwaar - te
nebben, je voorstel is ons integendeel zeer
(welkom".
En^ onmiddellijk bracht de boer Albert
u* aaar do aangrenzende ka
mer, waar hij zijn heele garderobe tot hun
beschikking stelde.
l Bif de meeste Fransohe boerenwoningen
Wij hadden vreugde aan de natuur. Wij
zagen den opgang van het jonge leven in
de lente; wij genoten de bloesen.weelde van
Mei on do zonnezangen die trilden door
milde hemelen; wij verlustigden ons in
den vollen, bruisenden overvloed van den
zomer; wij zagen do gouden vruchten rij
pen en vernamen de symphonic tin, welke
do herfst toovert over duin en bosch. Maar
wij bedachten niet altijd, dat dit vergan
kelijke in zijn uitbundigste pracht niet
meer dan oen gelijkenis is van de eeuwige
schoonheid, die uit God is en da/t de ver
gankelijke schoonheid der aarde altijd
weer heen moet wijzen naar de schoonheid
Gods.
Zoo is er weemoed in het verglijden der
laatste uren. Maar ook hoop en vertroos
ting; want alles wat ens stelt voor 't aan
gezicht der eeuwigheid vertedert het hart
en dwingt ons tot vernedering voor God.
En dan ds de mensch op zijn best, wan
neer hij neergebogen ligt en zijn diepe on
macht bekent tegenover zijn Schepper.
Hoop en vertroosting I Want de belijde
nis van onmacht wekt het verlangen om de
toekomst met geheiligd hart en aan Gods
'hand weer tegemoet te gaan, geloovig en
vertrouwend en met volle overgave, opdat
do ziel naar oen Oud-Testamentisch woord
„eens wordo ingebonden bij het bundelke
der levenden bij God",
Oudejaar!
Door het rumoer van het wereldgebeu
ren dreunt de bazuinstoot der vergankelijk
beid en de menschheid verstilt tot naden-
kei ij ke zelfbezinning.
Snel verglijden de uren; als de beiers
van een bidsnoer glijden ze door do hand
der menschheid.
O, waren al onze uren gebeden geweestI
Hoeveel gelukkiger zou de wereld zijn;
hoeveel minder haat en wraakzucht, na
ijver, woeling en verwarring zou er op dc
wereld geweest zijn.
Waren al onze uren gebeden geweest!
Dan Ara ren vredesgedachten, verzoenings
gezindheid gerijpt in 't hart der volkeren,
■dio nog steeds in gramschap elkaar het
licht des levens benijden.
Straks is hot snoer weer afgeteld en het
droeve jaar A'an haat en Avoeling- stort neer
in dc zaa'ijgende eeuwigheid.
In de stilte van het even rusten, even
terugzien, vragen Ave ons af of ons gebed
ook oen bede om den vredo der Avercld is
geweest.
Oude jaar'
Nu gij heengaal, neem met U de herin
nering aan zooveel ongoddelijks, zooveel
boosaardigdheid, zooA'eel opstandigheid in
't hart der volkeren. Neem met U mede de
haat en de Avraakzucht, de vijandschap en
de bloeddorst.
En laat onze laatste gebeden to«t den
Vredevorst in het Oudo jaar en onze eer
ste in het Nieuwe gebeden zijn voor de
verzoening der volkeren cn Aroor een ont
plooiing van goddelijk leAren in 't hart der
gehecle menschheid.
N. J. H. S.
Necrologie 1923.
Hieronder volgt een lijst van min of
meer bekende personen, die in het afgeloo-
pen jaar zijn overleden die, gelijk wij
zoo vaak die groote levenswaarheid uit
drukken, het tijdelijke met het eeuwige
hebben verwisseld. De lijst is verre van
arolledig Arele lezers zullen deze nog wel
kunnen aanvullen.
BUITENLAND.
Vorstelijke personen.
Prins Sadanaru Foeshini, oom van den
Mikado van Japan.
Ex-Koning Konstantijn Aran Grieken
land.
Prius Alfred von Salm-Salm, bestuurder
van het Vorstendom-AnholL
Grootkortogin-weduwe Louise van Baden
Ex-Groothertog van SaksenWeimar
Wilhelm Ernst.
Prins Fabrizio Coloima v. Italië.
Hertog Paul Frederik Willem Hendrik
van Mecklenburg, halfbroeder Aan Prins
Hendrik.
Ex-Koningin Milena A'an Montenegro.
Prinses Ghristoffel aran Griekenland.
Prins Kita Sjirakawa, schoonbroeder v.
d. Mikado Arau Japan.
Kaliof Mulay il Melidi bin Ismaël, neef
van den Sultan van Marokko.
Snr Sayaji Rao Gaekwar van Baroda,
Britsch-Indischo prins.
komt men namelijk van buiten onmiddel
lijk in een groot vertrek dat tegelijk als
woonkamer, keuken, ja, niet zelden ook als
slaapkamer dient; men vindt dan daarin
naar gelang A'an do grootte der familie
verschillende bedsteden.
Toen de vrienden in de voorste kamer
terugkwamen, vonden zij Aroor d'en haard
een tafel met eetwaren.
„Heeren", zei Joseph, „u zult zeer zeker
eenige versterking nooclig hebben, ik heb
«kier een eierkoek, en bovendien liggen er
nog aardappelen in de a,sch to braden. U
moet mij verontschuldigen, maar ik kan
u niets beters aanbieden; het is alles, wat
ik heb".
„Wat! dat is immers uitstekend!" ant
woordde de reizigers als uit één mond. „Je
uitnoodiging komt heel gewenscht, want
wij hebben een razenden honger".
„Om geen tijd te verliezen", ging dé
heer Van Vassière voort, nadat zij aan ta
fel plaats hadden gonomen, „zullen wij
maar dedelijk met onze aangelegenheden
voor den dag komen. Maar eerst stel ik je
mijn vriend, graaf Bercleaux, A'oor".
„Ik ben zeer vereerd, mijnheer!" stot
terde Joseph, terwijl hij boog.
„Hm' vereerd!" antwoordde de graaf
glimlachend, „in den tegenwoordigen tijd
misschien daardoor in groot gevaar".
Bij deze woorden richtte de boer zich
vastbesloten op en zijn oogen fonkelden.
„Wordt maar niet to A'urigl" viel mijn
heer Van Vassière in, „ik ken je en weet
heel goed, dat vrees een onbekend gevoel
voor je is; en juist daarom hebben wij op
je gerekend'"
„„Mijn vriend, mijnheer LVan Vassière,
Prins Michaol Braganza, Portugcesch
kro o nprel end ent.
Prinses van Saksen Meiningen.
Prinses Ghristiaan Aran Sleeswijk-Hol-
stein-Sonderburg-Augustenburg.
Prinses Victoria Margaretha A'an Prui
sen, vroeger prinses van Reuss.
Aartshertog Karei Stephan van Oosten
rijk.
De Hertog van Cumberland, indertijd
pretendent voor den hertogszetel in Brons
wijk.
Prins Eduard von Salm Horstmar, Ge-
neraal-Adjudant van den cx-Keizer.
Politieke personen.
M. de Freycinet, oud-premier van Frank
rijk.
Alex Ribot, oud-premier A'an Frankrijk.
Theophilé Delcassé, oud-minister van
Buitenl. Zaken van Frankrijk.
Graaf Droste zu Visschering, eten der
groote Katholieke leiders in Duitschland.
Enver Pasha, Torksch politicus.
Mgr. Keesen, oudste lid v. d. Belgischen
Senaat.
Generaal Villa, rebellenleider in Mexico.
Bonar Law, oud-minister-president van
Engeland,
Kunst, Wetenschap, Onderwijs.
W. K. Röntgen, uitvinder A'an de Rönt
genstralen.
Sarah Bernhardt, Fransch actrice.
Joseph Pembaur, Duitsch componist.
Virginië Loveling, Vlaamsche schrijfster
Kerk.
Mgr. Fabre, bisschop van Marseille.
Kardinaal Prisco, aartsbisschop van Na
pels.
Kardinaal Bacilieri, aartsbisschop van
Verona.
Mgr. Varady, aartsbisschop van Kalas.
Mgr. Martel, bisschop a'an Digne.
Mgr. Espinosa, aartsbisschop A-an B.-
Ayres.
Mgr. Arboleda, aartsbisschop v. Popayen
Mgr. Boedkiv.itz, Russisch R.-K. gees
telijke.
Mgr. Josua Signori, aartsbisschop van
Genua.
Mgr. Joseph Michaël Fr. Bonnet, bis
schop a'an Verviers.
Kardinaal Marini, Rome.
Mgr. Escoffier, bisschop van Metropolis
Mgr. Fodéré, bisschop van Saint Jean.
Mgr. Crooy, bisschop van Doornik.
Mgr. Stoffels, wijbisschop van Keulen.
Mgr. Stojan, Aartsbisschop v. Olmütz.
Mgr. J. van Reeth, bisschop A'an Point
de Galles (Ceylon).
Kardinaal Soldavilla, aartsbisschop van
Saragossa.
Kardinaal Richelmy, aartsbisschop van
Turijn.
NEDERLAND EN KOLONIËN.
Regeering en vertegenwoordigende
lichamen.
Jean Beckers, Brussel, oud-lid Tweede
Kamer.
P. van der Pols, Rotterdam, oud-lid
Prov. Staten v. Zuid-Holland.
LIr. M. M. Schinf van der Loeff, oud-lid
Tweede Kamer
W. J. M. G. Triesec, Grave, oud-lid
Tav cede Kamer
Staatsraad prof. mr. A. A. H. Struycken.
F. A Moerel, Oude water, R-K. lid Twee
de Kamer
Mr. G. J. A. Bichon A'an Ysselmonde,
's-Gravenhage, oud-lid Tweede Kamer.
Mr. Th. I. A. Nuyens, Haarlem, oud-gou-
verneur van Curasao.
P. W. van der Sleyden, 's-Gravenhage,
oud-minister A'an Waterstaat.
Gezanten.
Jlir. Mr. W. H. de Beaufort, Nederl.
gezant te Athene.
Jhr. Mr F. G. van Panhuys, Nederl. ge
zant te Bern.
Rechterlijke macht en Juristen.
Mr. Seep Gratama, 's-Gravenhage, vicc-
president van den Hoogen Raad.
Mr. E. W. H. Duyzings, advocaat en
procureur te Utrecht.
Mr. F. L. Witteubrood, Leiden, oud-pres.
A'an den Raad Ar. Justitio te Padang.
Mr. G. W. Volgraff, 's-Gravenhage, vico-
president a'. h. Haagsch Gerechtshof.
Mr. J. J. Gars ten, oud-officier van Jus
titio bij de Haagscho Rechtbank.
Kunst, Wetenschap, Onderwijs.
Prof. dr. G. v. d. Sande Bakhuyzen, Lei
den, oud-hoogleeraar.
heeft mij verteld, dat u mijnheer Van Vi-
my gekend hebt", zei nu graaf Bercleaux.
„Ja, mijnheer de graaf, ik heb -de eer
gehad sedert mijn achttiende jaar zijn
boschwachter te zijn; ik heb bij de familie
Van Vimy gediend. Hun naam was de
aanzienlijkste A'an beel Bethiuie en mijn
heer Van Vimy Averd in den beelen omtrek
door niemand geëvenaard. Hij had een
zachtmoedig karakter, was A'riendelijk te
gen iedereen en altijd bereid, om iederen
ongelukkige zijn diensten te bewijzen
Het gepeupel heeft hem gevangen genomen
naar Arras gesleept en onder do guillo
tine gebracht".
„Weet u Avaar freule Valentine is?"
„Neen, mijnheer de graaf', antwoordde
Joseph treurig. „Ik heb wel naar haar
schuilplaats gezocht, maar tot nu toe te
vergeefs.
„En toch moeten wij haar vinden'! Ik
heb gezworen haar te redden en ik zal haar
rediden al zou ik er mijn leven bij verlie
zen!"
„Ik ben ten allen tijden bereid om n te
helpen, mijnheer de graaf".
„Hoor dan, welke diensten wij A'an jc
(oeAvijding vorlangen", zei Albert A*an
Vassière. „Graaf Belcleaux en ik waren in
het buitenland, toen wij bericht kregen
A'an den dood van mijnheer Van Vimy en
zijn gemalin. Mijn A'riend hier is met Va
lentine verloofd en wil nu zijn bruid red
den en ik heb hem mijn begeleiding aange
boden Sedert wij over de grens kwa
men, hebben wij onze reis alleen des
nachts op afgelegen wegen A'oorlgezet, ler-
Avijl Avij ons bij dag in de bosschen of in
betrouwbare huizen verborgen bielden. Op
deze manier zijn wij tot hier gekomen.
Maar wij hebben geen papieren, waarop
wij at ij en openlijk kunnen reizen, noch
eenige aanwijzingen om do gezochte per
sonen op het spoor te komen. Die beide
dingen hopen wij intusschen door jouAV
bemiddeling te verkrijgen''.
„Heeren", antwoordde de boschwachter,
„ik dank u voor uw A'ertrouwen, maar laat
mij een oogenblik nadenken!"
Toen leunde hij met zijn ellebogen op
zijn knieën, hield zijn hoofd met heide
handen vast en staarde nadenkend in do
vlammen van den grooten haard. Na on
geveer vijf minuten begon hij: „De ge-
wenschte papieren, die het voor u mogelijk
maken om overal vrij op to treden, zult u
hebben. Morgenochtend zal ik naar deD
klerk A'an het arrondissement Bethuue
gaan en ik sta er voor in, dat ik van hem
krijg, wat ik wil. U moet echter hier blij
ven, tot ik terug kom, ik zal u niet lang
laten wachten. En nu zullen wij ons ter
ruste begeven, wat u ongetwijfeld noodig
hebt. Gaat samen in mijn bed liggen en
slaapt goed!"
„En waar zul jij dan gaan liggen? vroeg
Albert.
„Wees voor mij maar niet bezorgd, oen
bos stroo is voor mij voldoende' Ik -ben
immers gewend heele nachten in het hoscli
door te brengen".
Daags daarna kwam de boschwachter
terug met tAveo passen, dio geheel in orde
waren en de persoonsbeschrijving der twee
emigranten bevatten. Zij waren geschreven
op do namen Karei Numa- Vasscur cn Al-
hert Scipio Bartier, allebei reizende koop
lui.
Dat is bepaald voortreffelijk! riep
Bercleaux.
„Geduld, mijnheer de graaf, dat is nog
niet alles' Als men wil venten, moet men
een kist cn koopwaren hebben. Men is er
al mee beflg om dit alles voor u klaar io
maken. Morgenavond zal ik u bij een van
mijn ATienden brengen, die u met alles zal
voorzien".
„Beste Joseph, wij zullen het jo nooit
kunnen vergelden", anhvoordden do twee
vrienden eenstemmig.
„Als u freule Valentine redt, zal ik mij
rijkelijk beloond achten".
„Heb je dan tijding' A'an haar?" vroeg
mijnheer Van Vassière.
„Helaas, njet, maar ik hoop morgen op
mijn tocht naar Bethune con gewezen ka
menier der familie te ontmoeten, die Aveet
misschien iets".
II.
Abbé Bartet.
Een maand na dc beschreven lorug-
komst der twee emigranten kwam een man
uit een met stroo bedekte boerenwoning
van Bas d'Ecques. Hij volgde den weg
lot aan den voet van een onvruchlbaren
heuvel en begaf zicli loon naar con pad,
dat door het dal. loopt. Het was oen pries
ter, dio hoogstens dertig jaar scheen to
zijn. Zijn klceding bestond in oen jacohij-
nerbuis A'an grove slof en oen zwarte broek
waarvan het onderste gedeelte in grooto
leeron laarzen A'erborgen Avas. Een \ii',en
hoed. een grove das van roode ayoI, waar
van do uiteinden op zijn borst hingen,
zware met spijkers -beslagen schoenen vol
tooiden zijn klceding.
(Wordt vervolgd, ]i