n
1 VOOR DE VROUWEN.
„soos" zit, omdat het thuis zoo saai is en
moeder liever in de bioscoop of in het ho
tel dan in de kinderkamer. Een klein ge
zin is veel moeilijker „goed" te maken dan
.een groot gezin, waar de kinderen door de
omstandigheden gedrongen reeds zelfbe-
heersching leeren en „inschikken" en elkan
der helpen. De „goede geest" zal in het
groote gezin, ook veel meer sterkend wer
ken op de kinderen dan in een klein
gezin, waar zoo spoedig kleingees
tigheid en vitterij den boventoon voeren.
Ook zullen do kinderen van een groot ge
zin veel meer van bun ouders kunnen hou
den dan de kinderen van ouders, die uit
gemakzucht en uit berekening zelf maar
ivoor twee liefde genoeg hadden....
Christelijke ouders, die door God niet
Zoo rijkelijk gezegend werden, zullen onge
twijfeld zijn meerdere genade mogen ver
wachten om de ontegenzeggelijke, nadeelen
van een klein gezin te overwinnen. Ouders,
met groot gezin gezegend, mogen de licht
zijde van dit vraagstuk onder den zwaren
druk van het dagelijksche leven niet voor
bijzien.
Me-nsohen, die een grootsche taak goed
vervullen zijn Gods ware dienaren en de
hechte steunpilaren, waarop Kerk en maat
schappij zijn gebouwd! Lafaard en verach
telijk is hij of zij, die tegen een door God
gegeven levenstaak opziet.ongelukkig
en verdrietig leven (niettegenstaande al
hun opgeschroefde „lol") hier op aarde is
raak reeds het voorspel van hetgeen later
volgen zal
Echte levensblijheid en levensgeluk heb
ik nog niet aangetroffen bij hen, die God's
taak in dit leven niet willen vervullen.
Veel levensblijheid vaak bij hen, die hui>
opgelegde taak hoe zwaar deze ook was,
voor God en het heil der hun toevertrouw
den volbrachten.
„Kijk is het arme hutje, waarin Gods ze
gen ec-n wieg plaatsteArm is het versten-
paleis, door welks hallen en zalen geen
.vroolijke kinderstemmen opklinken 1"
Ouderzorg wordt ouderweelde.
1 Kindertal is Gods zegen! -
Ouderlast wordt ouderlust!
Voor een échten vader en eek té moeder,
tmet vaderhart en moederliefde is elk nieuw
jong leven een goddelijke glimlach van te
vredenheid over hen.... en een ®cte van
goddelijk vertrouwen in lien.
G. P. J. v. d. BURG, Pr.
Hageveld, Heemstede.
Toen zijn alle herders
Haastig heengetogen,
Het harte bewogen
Van groote vreugd.
En allerwegen
Kwamen ze englen tegen.
O kindek e Jesu
In deze arme woning,
Wie ziekt er den Koning
Van Hemelrijk,
En wie verwachtte
U te middernachtel
Zoo stil en verborgen1
Zijt gij hier gekomen,
Opdat wij niet schromen'
Emmanuel,
God in ons midden
Te eeren en te aanbidden.
0 konden we brengen
Waardige eerbetooning
Den Schepper en Koning
Van al wat leeft;
Waarmede zullen
Wij zijn handjes vullen'
Do beeldenstorm te Leiden.
In het Ille deel van het Kerkhistorisch!
'Archief is (bl. 433 v.v.) door Jhr. Ram-
melman Elsevier, toen archivaris der stad
Leiden, bij andere stukken over den beeld
storm te dier stede, het verhaal medege
deeld van een ongenoemd priester der St.
Paneras- of Hooglandsche kerk aldaar, die
de door hem beschreven gebeurtenissen be
leefd heeft, en van wiens opstel eene copie
in het archief van Leiden wordt bewaard.
't Is treffend, thans, na bijkans vier
eeuwen, dat allereenvoudigst, schilder
achtig verhaal eens ooggetuigen te lezen.
Wij geven het hier genoegzaam iu zijn ge
heel cn veelal mot de eigen woorden weder.
„Op den 28 Augustus 15Ö6 wisten eenige
oproermakers de sleutels van de nooddeur
der Pieterskerk magtig te worden door
zekeren onderkoster, Jan jMichielsz., die
's morgens vroeg do Metten moest luiden
en de Mis dienen. Zoo kwamen zij hij
nacht in de kerk, en hebben veel altaren,
geschonden en heelden verbroken; dit gaf
een groot rumoer, zoodat de menschen, om
en bij de kerk wonende, naar den koster
liepen, die niet te vinden was. In de kerk
•komende, zagen zij daar de twaalf aposte
len van marmer en meer andere beelden
aan stukken geslagen, de altaren verbroken,
anaar do sakristij, die met groote, sterke
sloten verzekerd was, niet kunnende open
breken, verlieten zij de kerk. Do komman-
deur met den opperkoster kwamen ver
volgens in de kerk, openden de sakristij
cn namen de kostelijkste kerkgoederen, de
„monslrantie" met bet H. Sakrament, naar
ihuime huizen in verzekering; zij maakten
vervolgens dit werk aan den schout en
burgemeesteren hekend, verzoekende, dat
men de poorten sloot en naar de heilig
schenners zocht. Maar middelerwijl waren
deze naar andere kerken en kloosters ge-
ïoopen, de deuren openbrekende, en sloegen
elles wat zij bekomen konden aan stukken.
De priesters en anderen poogden wel bet
beste te bergen, maar het werd hun op
straat met geweld ontnomen. In de Pan-
tkras-kerk sloegen zij al de beelden aan
bikken, de gestoelten .der kanunniken
werden deerlijk geschonden, maar de
sakristij bleef gesloten. Ondertusschen
kwamen de schutters iu 't geweer, bezet
ten alom do straten, doch desniettegen
staande vielen de muiters als verwoed in
de Vrouwekerk, waar zij ook op gelijke
wijze huishielden, waardoor een man en
eene vrouw dood bleef, die bij nacht aan
de vest hegraven werden. Daags daarna
•liepen meer dan driehonderd mannen en
wijven en jongens naar 't Minnebroeders
klooster buiten de stad; maar de paters,
die het werk van den vorigen dag hadden
gehoord, hadden de kostelijkste zaken in
een kelder onder het hoogaltaar geborgen,
en hielden hunne deuren en vensters wel
vast gesloten; maar de woedende menigte
hakte do poort met bijlen open, liep ver
woed in razernij naar binnen, trokken de
twaalf groote standheelden onder den
voet, en vernielden de vijf altaren; de mis
salen en andei'e kerkboeken namen zij
mede en joegen de paters uit het klooster;
alpen, kasuifels, stoelen en andere altaar
stukken voerden zij naar de stad, waar zij
die voor weinig geld verkochten.
Hier vandaan togen zij naar de kloos
ters te Leiderdorp; maar dat van de mon
niken was zoo wel bezorgd, dat zij daar
geen kans toe zagen; dus moest het non
nenklooster het misgelden; zij joegen de
nonnen langs den dijk en pleegden met
haar veel „vuiligheden"; doch de boeren
daaromtrent in de weer komende, verjoe
gen dezen hoop naar do stad. Daar zijn
de, vielen zijn aanstonds in het Witt^-non-
nenklooster, braken de drie aldaar zijnde
altaren, het Lieve-Vrouwebeeld en de kos
telijke schilderijen, waaronder eenige van
Lucas van Leiden waren; alles werd aan
flarden gescheurd, de jongens liepen met
stukken en brokken op stokken, als vaan
dels, langs d§ straten. De kleedkamer der
nonnen werd geplunderd, en zij die daarin
gebleven waren, uitgeschud eu wegge
jaagd. Een gedeelte van dit volk liep naar
Marienpoel; maar daar waren de beste
goederen meest geborgen, dus móesten liet
de beelden ontgelden, die zij allen aan
stukken sloegen; doch zeker heer van aan
zien, daar komende, vulde eenigen van de
voornaamsten do handen met geld, waar
door zij aftrokken.
In de andere kloosters binnen de stad
leefden zij op gelijke wijze. Dus hragteu
zij in den avond een groot getal beelden,
schilderijen, kruisen eu andero goederen
op het Pieterskerkhof hijeen, om to ver
branden; maar eenigo burgers en gilde-
broeders vielen op den hoop en joegen hen
op de vlugt.
De raad dezer stad gaf geen hevel aan
de burgers om dit te verhoeden en liet al
leen eenige straten bezetten. De nonnen
verborgen zich hier cn daar hij 'hare vrien
den. Kerken en kloosters hieven gesloten;
de godsdienst stond, stil; maar na verloop
van eenige dagen, en toen alles in rust
was, gingen de priesters en gildebroeders
in de kerken en zagen dit droevig schouw
spel. Men zocht, zoodra mogelijk, de ge
roofde goederen weder magtig te worden,
ze rijkelijk betalende, onder belofto vau
niémand te zullen beklappen. Lange Jan,
een smid, was gewoon langs de straten
oud ijzer, koper en lood te koopen; deze
kreeg last, om alles was uit de kerken ge
roofd was, in te koopen, die alle avonden
een geheelen kruiwagen met kasuifels, al
pen, stolen en andere altaargewaden te
huis bragt. Het stuk van Lucas van Lei
den, het laatste, oordeel verbeeldende, nog
op het raadhuis te zien, hing weleer in de
Pieterskerk en werd door een burgemees
ter van het graauw gekocht.
De paters Minnebroeders werden wel het
meest vervolgd en lieten hun klooster le
dig, waarop die van de nieuwe leer iemand
verkoren, dien zij daar lieten prediken;
maar dit duurde niet lang; want de oproer
makers werden naauw gezocht, zoodat de
monniken in 't volgende jaar dit klooster
weder in bezit namen; en in de stad deed
men de Mis in de kloosters zonder klok
to luiden, totdat op alles beter orde ge
steld was, en sommige Spaansche solda
ten in de stad kwamen, die de burgers veel
overlast deden; maar zoo haast dezen we
der vertroken waren, groeiden de onlusten
vair 't graauw dag aan dag meer aan, zoo
dat do Katholieken met veel schroom en
zorg moesten leven, totdat in den oogst
maand 1572 liet kerkschenden en vernielen
van beelden en altaren weder vreeselijk
aanging, en toen werd het Minnebroeders-
klooster door geweld van brekers en den
brand genoegzaam ten eenenmaal ver-*
woest.
Dit lot viel ook de kloosters van Leider
dorp te beurt, zoodat het met ouzo gods
dienst gedaan scheen".
Tot- zoover het verhaal van dén oogge
tuige.
Het stuk van Lucas van Leiden, waar
van hij spreekt, hangt nu niet meer op 't
Raadhuis, doch in de Lakenhal (Harle-
veldzaal). 't Is een groote triptiek (drie
luik), dat blijkbaar gediend heeft als ak
taarstuk, zooals men dat voorheen veelvul
dig had en in kerken uit do vorige eeuw
nog wel heeft. I
't Stelt voor het laalsle oordeel. Boven
aan het middenluik heeft men =-• 't valt
duidelijk te zien iets weggeschilderd,
denkelijk do figuur van God den Vader,
welke door wat wolkjes eu een letterteeken
vervangen is. Dezo wijziging zal een offer
geweest zijn aan den Calvinistischen tijd
geest, toen do schilderij ten R.aadliuize
hing. .Welgeslaagd valt de verandering
•echter ook uit sohilderkundig oogpunt
niet te noemen.
Zooals men las hebben de beeldstormers
in en om de Sleutelstad geducht huis ge
houden. Gelukkig liehben zij 't kapelletje
van het St. Annahofje aan de Hooigracht
vergeten; 't stond dan ook vrij verborgen
en werd bovendien wellicht als particulier
eigendom beschouwd. Hoe 't zij, we dan
ken aan deze omstandigheid, dat een zeer
merkwaardig altaar bewaard bleef, waar
van het blad hooger ligt dan tegenwoor
dig gebruikelijk is. Hebben we 't wel, dan
is dit altaar cenig in zijn soort in heel
Nederland, -r"' AJO.
Voor Huis en Hof
WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT.
(2e helft December)
Met rasse schreden loopt het jaar nu
ten einde. Eind goed al goed, zegt het
oude spreekwoord. Laten wij in dezo da-
gien daaraan denken, en alles deen', wat
ouzo hand nog vindt te doen. Er is bin-
nsns- en buitenshuis, in deni tuin en op
den akker, op het erf en' in de schuren ook
op deni winterdag nog vrij wat te doen, te
beredderen, op te knappen, weg te bergen,
in orde te maken en te reinigen. Denken
we daarom niet, houden wij niet do hand
ook aan velo z.g. kleinigheden, dan kun
nen we ons door slordigheid en] verwaar-
loozing heel wat schade berokkenen. Om
iets te noemen: er mogen geen gereed
schappen en kleine werktuigen liggen te
slingeren, zoodat ze ten eerste niet goed
worden onderhouden, ten tweede later,
als men ze weer noodig heeft, „zoek
zijn" en, worden zo weergevonden-, in
minder goeden staat verkeeiten. En vau
nog veel meer .belang is, dat do groote
werktuigen cp eeij. behoorlijke nlaats ge
borgen worden, dus niet maandenlang,
zoolang zo niet werden gebruikt, aan weer
en wind zijn blootgesteld, en dat ze op tijd
wordien schoongemaakt en geolied en ge
vet worden. Wat men hiermee bespaart,
is winst; wat in deze door slordigheid
wordt verloren, is scha, die drukt op de
uitkomsten van het bedrijf, 't Geldt hier
en trouwens in het heele boerenbedrijf:
Acht (geven) is meer dan 1000, en: Het
oog van den meester maakt het paard vet.
Want niet alle knechts en arbeiders zijn
van zoodanig gehalte, dat men alles aan
hen kan overlaten, en elk toezicht en alle
controle overbodig, is. Wie zulk oen knecht
heeft toone hem te waardecren. Gisteren
nog zei me een landbouwer: ,,Harm (Jat
is mijn knecht) vroeg me dit jaar veertig
gulden opslag, ik heb me lang achter mijn
ooren gekrabd of ik het doen zou, maar
mijn vrouw zei beslist: „Geef zo hem
maar, want hij is het waard; hij komt
voor ons op als voor 'zijn eigen, en' als je
van huis bent, gaat alles even goed zijn
gang." De boeriij hacl gelijk: die f 40 kwa
men er wel weer uit. Laat dus voor alles
onze eerste zorg zijn, dat we geschikt., be
trouwbaar personeel hebben, dat onze
zaken' goed behartigt, en laten we daarte
genover hun een loon geven, dat hun toe
komt en een bestendige prikkel is tot
ijverige en trouwe plichtsbetrachting.
Eind goed, al goed, zeiden we. Laten' we
dlan nu ook de laatste hand leggien aan
onze boeken, en nagaan, hoe we geboerd
hebben. Ge hebt toch boek gehouden? Ook
voor een landbouwer die niet alleen'
landbouwer of (en) veehouder is, maar
ook zakenman, dewijl hij geregeld
koopt en verkoopt, is bedrijfsboekhouden
een eisch des tijds; ook om, zoo noodig,
tegen den aanslag van den fiscus met vol
doende gegevens te kunnen opkomen.
,,Wie schrijft, blijft", luidt een oud spreek
woord, d.w.z.Avie alles te boek stelt,
houdt een kijk op zijn zaken en gaat niet
zoo licht naar den kelder.
In den tuin: Neem van uw slabakken,
zoo mogelijk iederen dag de bedekking af,
om zpn en warmte toe te laten, maar
vriest het, dek dan spoedig weer, voor de
zon geheel voor de ramen is. Men kan nu
beginnen met het aanleggen van bloem-
koolbabken.: bak leeg maken, opnieuw vul
len met blad en ruigen paardenonest;
(lamp er uit laten trekken, dan een voet
bladaarde, vermengd met verganen paar-
denmest of oude koemest er op. Om de
andere writ een plantje, dus wijd van el
kaar. Raapstelen, radijs of sla kan er tus-
schen. Reinig uw vruchtbccmen met bor
stel of krabber van het mos; als het wor
telgestel goed is en do grond niet te voch
tig, dan kan de mosvorming worden ge
streden docr het gieten met verdunden
koemest-, welke wordt ondergespit. Het
afkrabben mag den boombast niet bescha
digen. Huismoeder, dlenk er aan, dat uw
Cyclamen niet te warm mogen staan, 'daar
kunnen ze niet goed tegen, en ze verwel
ken dan ook spoedig. Zijn ze uitgebloeid,
houd ze* dan een poos droog en geef ze
rust. Ongeveer Mei kunt gij ze weer aan
den groei brengen. Moge 1923 U, lezer én
lezeres, een goed einde geven, zoodat ge
op Oudejaarsavond dankbaar kunt zeggen:
1923 heeft ons gezegend, eind. goed al
goed!
VOORBEELD.
Van: onzen goddelijken Leermeester
staat geschreven, dat Hij begon to doen
en te leeren:
Eerst docn,»dan leeren.
Onze daden moeten gezien worden; als
wij anderen het goede voorhouden., nice-
ten zij in ons het goede zien en erkennen.
Wie anderen Jeeït moet voor die ande
ren geen aanleiding geven, dat zijn gods
dienstig en zedelijk leven in verdenking
komt.
„Vergeet niet", zoo schrijft Paus Leo
XIII, „dat de noodzakelijke voorwaarde
voor den waren ijver en het zekerste on
derpand van het welslagen zijn: de zui
verheid en heiligheid van leven." Zijn op
volger steunde dit gevoelen: Wordt de
geest niet geregeld naar eeni waarlijk
christelijk leven en heilig gezag, dan zal
men zegt Paus Pius X „maar moei
lijk anderen tot het goede brengen. Al
degenen', die geroepen zijn tot katholieke
werken, moeten menschen] zijn van een
vlekkeloos leven, dat zij voor allen en
krachtdadig voorbeeld zijn."
Als wij nu naar aanleiding hiervan tot
eenige praktische punten komenl dan wil
len! we opmerken: Dat het niet mag ge
beuren, dat iemand ijvert voor eer en
deugd, als hij zelf niet door zuiverheid
van leven uitmunt. Dat zij, die ijveren
voor drankbestrijding of voor R. K. Vrou
wenbeweging zelf geen! aanstoot moeten;
geven door kleeding, ij del vertoon of ver
dachte vrijheden) in gezelschappen] en bij
allerlei partijen. En dan zeggen we ook,
dat ouders, die het goede aan hun kinde
ren willen leeren!, zelf daarin moeten voor
gaan, dat dames die ijveren! voor me^r
kerkbezoek of veelvuldige H. Communie
of deelneming aan retraites enz. zicli niét
moeten vertoornen in een kleeding die aan
stoot geeft.
„Al degenen!, dié geroepen zijn: tot ka
tholieke werken .moeten menschen zijn
van een vlekkeloos leveni, dat zij voor
allen! een krachtdadig voorbeeld zijn."
De zuiverheid en heiligheid van leven
zijn het zekerste onderpand, van welsla
gen. Eerst deen, dan leeren.
Het stijltoilet. 9
- Het stijltoilet is thans voor goed. in het
mode-repei'toiie ingelijfd, schrijft de „Ma-
nufacturier." Mem ziet geen balzaal, of er
worden stijljaponnen gedragen. Heb is
echter jammer, dat bij het meerder-op-
gang-maken van deze toiletten' veel gemak
kelijker „stijr'-fouten worden begaan en
meer smakeloosheden zich deen zien, dan
bij ander soort kleeding,
Vooral dames van geposecrdenl leeftijd
enj zij, die een ietwat corpulente gestalte
hebben, moeten uiterst voorzichtig zijn in
baar keuze. Voor haar leent zich het ge
wone bbijlkleed niet. Anderzijds 'behoort
het doen uitkomen van d© figuur of ge
stalte voorloopig nog niet tot de mode;'
jongensachtig enl slank is liet parool, cok
daar, waar b.v. Baton", „Worth" cn an
dere Parijsche ateliers eeni mouw! „prin-
cessekleed" met inloopende taile willen)
lanceeren. -•-
Voor éen! damestoilet iri jeugdigen! stijl
geldt „ruim" als bijzonder modern enl chic.
•Boven] elkander aangebrachte volants
(m|eni noemt ze ook wel étages) zijn ook in
de slanke lijn' „de"- algemeéne richting.
'Allerlei effecten! kunnen worden' verkre
gen door nu eens de enkele volants in een
nuance van één, kleur aan to brengen1, dan
weder dé kjéuren-serie ycor den rok te
doen afsteken, of nog andere mogelijkhe
den in toepassing te brengen.
In plaats van plissees en volants ziet
men ook tongen, bladeren van stof en der
gelijke. Het rijk gegarneerde stijltoilet
moet zich door een bijzondere luxe onder
scheiden.
Doch er zijn ook andere, meer eenvou
dige modellen die eveneens oen goed effect
maken. De aangezette, gebolde.rok.is niet
meer het allernieuwste, sinds men heeft
bemerkt, dat minder slanke dames hem
niet kunnen dragen. Daarom heeft men
de japon zonder den bekenden rondom-
loopen)dens aangezetten rok, door een han
dige insnijding bijna liet aanzien gegeven
van een princessekleed, waarbij bollen
de van den rok, zoo goed als van geen na
deel is voor de gestalte der draagster.
Verder brengt men ook nog stijltoiletten
die ondanks de wijdte en den omvang van
den rok, slank afhangen. Dit zijn de echte
moderne dans toiletten, die in alle moge
lijke variëteiten zijn te vervaardigen. Hoe
strenger en hoe eenvoudiger do lijn der
japon is, des te zuiverder en klassieker
moeten de lijnen) van gezicht eit lichaam
zijn.
VOOR DE KEUKEN
Wai kunnen wij doen met Bananen.
Wie kent tegenwoordig de banaan niet
en zijn groote waarde als volksvoedsel?
Oorspronkelijk komt de banaan uit En-
gelsch-Indië zegt men, aan den voet van
den Himalaya, maar tegenwoordig wordt
de banaan in alle tropische klimaten ge
kweekt. In 1882 ongeveer werd hij voor
het eearst ingevoerd, nog in zeer kleine
hoeveelheden en men beschouwde deze
vruchten meer als een vreemde rarigheid.
In het begin van deze eeuw werd de ba
naan meer populair, de bananen-kweekerij
nam zeer groote proporties aan en is nu
een voorname factor in de voedselvoor
ziening der wereld.
In voedingswaarde staat de banaan bo
venaan in de rij van rauw fruit. De on
rijpe vrucht bevat zeer veel zetmeel, dat,
wanneer de vrucht rijp is, in suiker ver
anderd. Eiwit is ook aanwezig. Hm) punt
ten gunste van de banaan is, dat zij hier
arriveert, geheel vrij van eenige besmet
ting en zij blijft microbenvrij, zoolang^ de
schil intact is. De banaan wordt altijd
groen afgesneden, zelfs in do tropeu,
wanneer zij niet voor export is bestemd.
De smaak is geuriger wanneer zij rijpt
van den stam af. Een banaan is liet lek
kerst wanneer do schil nergens meer groen
is, eenigszins begint te verkleuren en er
licht onooglijk uitziet. De geur is dan op
zijn hoogst.
Do banaan kan op allerlei manieren
worden toebereid. Eenigo recepten volgen
hier.
Gebakken bananen; Snijdde
punten af en scbil de bananen; snij ze
in do lengte middendoor en leg ze in een
koekepan met wat boter. Bedek de pan
met een deksel en laat Je bananen zacht
braden, totdat zo zacht zijn. Doe het dek
sel van de pan af, maak de bananen los
met een mes en doe er nog een stukje holer
bij, zoodat de bananen goed bruin gebak
ken kunnen worden.
Zo zijn bet lekkers?, wanneer ze kokend
lïeet worden geserveerd op toast. Een
paar druppels citroensap verhoogen den
smaak. Wanneer men zo kruidt met pdper
en zout, kunnen zo uitstekend bij een
vleeschsckotel worden gegeten, bij bief
stuk b.v.
Alen kan ze ook in ei en broodkruim rol
len en bakken in heet vet. Ze kunnea'
geserveerd worden met sinaasappel-, cp
troen- of jamsaus.
Bananen pud ding: 80 gr. bloenr
90 gr. boter, 60 gr. suiker, 1 theelepeltje''
bakpoeder. 1 ei, d.L. melk, 3 bananen
geraspte schil van een sinaasappel. 'i
Doe de boter en de suiker in een kom)
en roer alles tot het roomige substantial
is geworden. Voeg de geraspto schil toe, doj
geschilde in schijfjes gesneden bananen en:
de eierdooier en meng alles goed door'
elkaar, zeef do bloem en de bakpoeder enij
doe er langzaam de melk bij. Klop alle
ingrediënten stevig door elkaar en voeg er*
op het laatst het stijfgeklopte eiwit bifrj
Doo de pudding in een beboterden vorm'
en bedek het met een vet papier en stoom1
hem gedurende uur. Dien hem op met'
een sinaasappelsaus.
Een volgende maal nog een paar ank
dere recepten. j
'f
NUTTIGE WENKEN.
Reinigen van japonnen en heerenpakken;
Houtzeep is een uitstekend, middel om.
wollen stof te reinigen Koop een ona'
houtzeep bij den drogist on laat dit, me}
water bedekt, een uur lang trekken. Zeef)
het en wrijf met een lapje donker goed of'
een stukje kous In de kleur van het goed,,
de stof stevig af met de zeepachtige op-.j
lossing, wrijf na mot een drogen doek ön'i
strijk het met een heet ijzer en over een1',
natten lap. Het aldus behandelde goel is1
weer als nieuw.
Het wasschen van zijde.
Voor het wasscheni van zij-den stoffen,'
la-fcenl we hier eenige eenvoudige recept
ten" volgen. Er moet echter, voordat men'
tot het reinigen van japon of blouse, van'
mantel of kleedje of lampekap overgaat,'
wel degelijk op gelet worden, of de quali-'
teit der zijde bewerking toelaat, 't Ver-,
sta-ndigste is het, de proef te nemen met;
een klein lapje van dezelfde zijde, die men);
wil gaan behandelen:
le. Men kan zijde wasschen in verdunde!
rundergal, waarna men naspoelt in bran
dewijn, waarin een beetje suiker is opge.'
lost. In half drogen toestand aan den ver
keerden kant strijken. i)
2e. Geschilde, in schijfjes gesneden rau
we aardappels worden overgoten met ko-i
kerjd water. (Op vier middelmatig groote,
aardappels oen liter kokend water.)
Het koud geworden afgietsel wordt ge-,
zeefd en vermengd het half zooveel wijn
geest. Men sponst de zijde met dit nieng^;
sel en strijkt ze daarna half droog aan do
achterzijde.
3e. Een mengsel van 16 deeleni zuiver
water en 1 deel ammoniak vormt een uit.
stekend waschmiddel voor zijde.
4e. Men legt de zijde plat op een schco-
ne tafel,-die niet afgeeft en wrijft met een'
wollen lap met zeepsop steeds in dezelfde 'i
richting over. de zijde. Het zeepsehuimS
wascht men er met. koud water weer af.';
Vervolgens behandelt men den onderkant
op dezelfde manier. Daarna wrijft men dé,'
zijde zacht maar accuraat met een meng-1
sel van spiritus en water*(van elk de helft)'
wikkelt ze in doeken en strijkzo balg
droog. Zwa-re zijde kan men een. beetje).
Steviger behandeling doen ondergaan dan
de meer subtiele soortenv
Azijn.
„Azijn is de groote rfemedie tegen allo'
.ongesteldheden. Het is voedsel on gezond
heidbevorderend, vleesch en medicijn, drin!
ken en verkoeling, hartversterking en te-'
gengif. Zorg nooit zonder azijn te zijn.",
Aldus een nuttige wenk uit de 17e eeuw,
die echter tot op dezen dag nog navolging
verdient, In de keuken is azijn onmisbaar,
en niet alleen, bij het koken. Hij vevwijJ
dert de te doordringende geuren van kool,1
visch. cf uien uit cle pannen, waarin dezö,'
zijn gekookt. Hangt een onaangename!'
rooklucht in een kamer, dan is deze aan-'
stonds verjaagd met het doen verdampen
van enkele druppels azijn op een lieeto
plaat. Zwartgelakte en een weinig dof ge
worden kachelplaten en haa-rdrandien krij-'
gen door opwrijven met het zure vocht,
vermengd met wat olie, hun ouden glans
terug en roestige voorwerpen werden ras
weer blank met behulp van een in azijn
gedrenkt lapje. In den zomer wr'jva men)
rauw vleesch en rauwe visch met een wei
nig azijn in om beide tegen aanvallen van
vliegen te vrijwaren. Eeni scheutje gevoegd
bij groenten, die in het water staan, doodt,
allerhande insecten. Heb is onjuist te mee-
nen, dat azijn spijzen taai maakt; into;
gendeel zorgt deze er voer dat ze zac-lucr,
en sneller verteren. Hij maakt ec:c vetto';
spijzen, bijv. die met spek toebereid, ïnin-j
der machtig. Ook voor toilet-doek inden, is
azijn nuttiger dan menigeen vermoedt. Iiij'
vervangt desgewer.scht badzouten, en cm-
paar druppels in een glas water vormemj
een uitstekende mondspceling. Dij hcviccui,
dorst neme -mera één theelepel azijn cp een";
tumbler koud water; men zal ontdekken!',
dat dit zeer verfrisschénd ie. Rokend JS\
voorts hoo men sinds eeuwen azijn op al
lerlei wijzen reeds als middel tegen lioofd-^
pijn gebruikt-.
Hei nut van tls gasvlam.
Hoe later er met het koken bsgonnri
wordt, hoe verder men het gaskraantjoi'
opendraait, en wanneer do vlam aan a -f
zijden om do pan slaat, dan denkt men
het eten 't vlugst gaar te krijgen. Toch
dit niet het geval. Het deel van de vlam,
dat opzijde van de pan uitslaat, is
heetst, maar liet verwarmt aldus met do
pan, doch de keuken. Het middelsto_ «n
onderste deel van do vlam is veel nmviei'
warm. Bij groote vlammen kan men zeds
in het midden, waar zich do onverbranao
gassen bevinden, den vinger erm houden,
zonder zich le branden.
Een andere groote fout, die dikwij.s t l
het koken gemaakt wordt, is, dat nmi,
er niet genoeg aan deukt dat liet
punt van water altijd op 100 gr. helm
is. Hel wordt nooit warmer; de grom -
pan. kan dus op een klein pitje aan
kook gehouden worden.
Met een grooto vlam bereist men auj
niets dan: een grooto rekening aan ga* Mj
brandstoffen. _|_U-