aierdag 17 November 1923
[S] ro&KBaafig
KALENDER DER WEEK I
jf.B. Als niet anders wordt aangegeven
til in deze week iedere EL Mis -Gloria,
jl Credo en heeft de gewon© Prefatie.
BONDAG 18 Nov.: 26sle Zondag na
ui k s t e r e n. Kcrkwijdingsfeest der Ba
jen van den EL Petrus (de St. Pieter)
v, d. II. Paulus (buiten de Muren) te
me. Mis: Terribilis (Zie liet Gemeen-
iippelijke van Kerkwijding),2de ge-
v. d. Zondag. Credo. Pref. v. d. Allerh.
lêenheid. Laalste Evang. van den Zon-
(Zie voor 2de gebed en laatste Ev.
Gdcn Zondag na Driekoningen). Kleur:
t.
(oor hare wijding zijn onze kerken ..het
van God" (Introïtus). God heeft er
intrek genomen (Ev.) en woont daar
de menscken (Epistel). .Daar mogen
Gods IE. Kaam prijzen (Alleluja-vers),
igeii wat wij noodig hebben naar ziel
lichaam; daar verhoort God de gebeden
iduale: Stilgebed, Communio); daar
jagen wij met een blij hart liet offer
geheel ons zeiven (Offertorium)
stoffelijk kerkgebouw is het beeld
liet groote geestelijk© gebouw, de
lbolieke Kerk, waarvan de geloovigen
de levende, kostbare steenen, fonke-
Ivan de heiligmakende genade, samen-
gd door het cement der liefde tot GtfcL
den Naaste. Ook het beeld van ons
itelijk, geheiligd lichaam. En daarom,
dierbaarste broeders, wiji die zonder
voorafgaande verdiensten Gods tern-
geworden zijn, moeten, zooveel wij
inen, met Zijne hulp arbeiden, opdat
Heer in Zijnen tempel, d. i. in ons,
vincle, wat de oogen Zijner Majesteit
[1st (St. Aug. in d© Kerk.-Get.).
HAANDAG 19 Nov.: Mis v. d. H.
s a b o t b, Weduwe Cognooi. (Zie het
lecnscliappelijke der heilige Vrouwen).
Gebed eigen, 2de v. d. H. Pontianus
Paus en Martelaar. Kleur: W i t.
)oor veel lijden moest de H. Elisabeth
rhiiringen tot groote heiligheid geraken,
iral heeft zij veel moeten verduren als
jarige weduwe, na den dood van haren
tgenoot, landgraaf Lodewijk van Thü-
»en. Met haar kinderen verjaagd uit
ir slot, werd zij tot armoede gebracht
moest de Koningsdochter haar brood
leien. Sterk in de liefde tot God, verdroeg
alles met heldhaftig, christelijk geduld,
ikle er God zelfs voor. Zij stierf op 24-
igon leeftijd, 19 Nov. 1231, na een
leven, rijk aan liefde tot G-od en den
isto.
DINSDAG 20 Nov.: M i s v. d. H. Fe l I x
m Va 1 o i s, Belijder. Justus ut pahna.
M eigen. Kleur: Wit.
'a een zeer heilig leven met den hei-
in professor van Parijs, Joannes de
Ilia, in de eenzaamheid, stichtte de H.
lis to zamen met den EL Joannes de
i der EI. Drieëenheid, tot verlossing
slaven. Het scapulier der Orde is wit,
rood-blauw kruis. Het onder ons he
le scapulier v. d. H. Drievuldigheid
eerste v. li. z.g. vijfvoudig scapulier)
er een verkleining van.
WOENSDAG 21 Nov.: Feest van
nia's opdracht in den t e m-
1. Mis: Salve. (Votiefmis van Maria
Pinksteren tot den Advent.) Gebed
n. Credo. Pref. v. d. Allerh. Maagd
uilen: En U bij de opdracht). Kleur
H t.
H. Moeder Maria', altijd maagd, ïempeï
v. d. Hoer, Heiligdom v. d. H. Geest, boven
allen hebt Gij den Heer behaagd, Alle
luja (Kerk.-Get.).
DONDERDAG 22 Nov.: Mis v. d. H.
C a e c i 1 i a, Maagd en Martelares. Loque-
bar. Kleur: Rood.
Door haar standvastigheid in het be
waren barer aan God toegewijde zuiver
heid, bracht de legen haar zin gehuwde
Caecilia, haar echtgenoot Valerianus tot
het ware geloof, en eveneens Tiburtius
haar zwager. Na den-marteldood van Va
lerianus en Tiburtius, werd ook Caecilia
gemarteld en overleed aan een bekomen
halswondo. Misschien wel naar. aanleiding
van de Antiphoon: onder begeleiding van
orgelspel, zong Caecilia voor den Heer,
wordt zij vereerd als de .Patrones van
muziek en zang.
VRIJDAG 23 Nov.: Mis v. d. H.
Clemens I, Paus en Martelaar. Dicit
Dominus. 2de gebed v, d. H. Felicitas,
Martelares. Kleur: Rood.
Clemens I, de 4de Paus en medehelper
v. d. Apostel Paulus (Zie het Epistel v.
d. 23slen Zondag na Pinksteren op het
einde), werd door Keizer Trajanus ver
bannen naar de eenzame stad Chersone-
sws. Met een anker om den hals is hij
'later in zoo geworpen.
ZATERDAG 24 Nov.: Mis v. d- H.
Joannes v. k. Kruis, Belijder. Os
jiusti. 1ste gebed eigen. 2de v. d. H. Chry-
sogonus, Martelaar, 3de voor den Paus.
Kleur: Wit.
De H. Joannes, om zijn groote liefde
voor bet Kruis, bijgenaamd „van het
Kruis", beoefenaar -v. d. volmaakte zelf
verloochening, is met de H. Tkeresia de
groote hervormer geweest van de orde der
ongeschoeide Karmelieten in de 16de eeuw.
Rijpwetering. A. M. KOK, Pr
AAP-MlËNSCHtN m BOftftËU.
De leer, dat apen
„Verdoemde menschen" zijn
Wil zich maar moeielijk
Vestigen in mijn brein.
Wel heb ik vaak gemerkt vóór dezen,
Dat menschen „verdoemde apen"
[kunnen wezen.
De Schoolmeester.
Er zijn geleerde menschen geweest, en
ze zijn cr nog, die, toen ze in den spiegel
s morgens hun toilet hadden gemaakt, en
in hun studio tusschen de boeken zaten,
waarempel boeken hebben geschreven,
waarin zo ons, duisteren onkundigen men
schen, zouden willen leeren, dat oen
mensch eigenlijk maar een hoogst be
schaafde aap is; dat onze eerste voor
ouders eenvoudige aapjes, daarna shim-
pansees en later nog orang oetans zijn
geweest en dat wij nu zoover gevorderd
zijn, dat we niet meer op 4 maar -op 2
beenen loopen, fatsoenlijke handen hebben
gekregen.En als wo nu vragen, hoe of. zo
dat .wetc-n, dan beroepen ze zich op do
apen, vooral, den Orang Oetan; precies een
mensch. roepen ze uit. We zijn zoo heel
geleidelijk vervormd en er zijn nu nog
wezens, die nog in de laatste overgangs
periode leven tusschen een aap en een
tegenwoordig mensch.
Zeker, hooggeleerde bollen, we welen
heel goed, dat uw leer voor een groot deel
waar is. Menschen met ellenlange vingers,
met neuzen, die zoo abnormaal groot zijn,
dat ze altijd en eeuwig dat voorwereldlijk
orgaan in andersmans zaken steken; men
schen, die alles na-apen, die zulke onge
zouten hokkesprongen maken, tot zo ein
delijk door een mand tuimelen, cn dan uit
hun mouw een aap komt, die zijn er bij
de vleet. Zelfs zijn "er duizenden en dui
zenden menschen, die apenkooi aan anderen
v-erkoopen, en we houden het er voor, dat
ook genoemde sterren aan den weten-
schappelijken hemel aan ons apenkooi wil
len verkoopen. Ik zou in alle bescheiden
heid zelfs hun leer willen omkeeren en
doceeren, dat er van menschen heel spoe
dig apen zullen gaan afstammen. Enfin,
laat ik nu eens vertollen uit eigen erva-
ting, wat ik weet van dien bewusten aap,
den Orang Oetan en van den Poenans.
't Is eigenaardig, dat er op alle eilanden
en schiereilanden, b.v. Java, Sumatra, Ce
lebes, Malakka etc., etc., die toch allen
rondom het reusachtig eiland Borneo lig
gen, geen enkelen Orang Oetan is. Borneo's
dichlo wouden herbergt dit reusachtig dier,
Er zijn 2 .soorten, een kleiner type en de
Orang Oetan, dio we kennen van do Am-
sterdamsche Arlis. Deze monsters zijn niet
zoo veelvuldig als do gewone „Kra" of
aap. To.ch komen zo in mijn missiedistrict#
nog al veel voor. Al van verre hoort men
ze, als men diep in het woud is, aan hun
doordingend geluid. Krak, krak, gaat het
in de stilte, wanneer zoo'n apenpaar aan
liet wandelen is op de kruinen der woud
reuzen. Zo ploffen neer van tak tot tak.
Wo moeten ons verbergen en stil zijn, an
ders zouden onze voorvaderen op de
vlucht slaan. Ze dateeren dan ook reeds
van eeuwen vóór Van Speyk cn Jan van
Schaffelaar en andere onzer heldhaftige
voorvaderen»
De Orang Oetan is in zijn gewonen doen
hang voor zijn nazaten (geen wonder!)
Dat echter de moed hem nu juist niet ge
heel en al in zijn schoenen is gezonken,
kan men zien, als mama Orang Oetan een
jongo baby met zich op den wandel beeft.
Dan is het beslist gevaarlijk, want met
liet grootste gemak breekt do Orang
Oetan takken af ter dikto van een flinke
mannenarm en slingert ze naar beneden.
De jonge apen vliegen aan de hals van
mama ook van tak tot tak mee. Gebeurt
het dat we dan zoo'n aap onder schot krij
gen en de moederaap raken, dan storten
beiden naar beneden, en wordt zoodoende
bet jonge diertje levend gevangen. Het is
vrij moeilijk om een Orang Oetan op te
voeden, omdat ze tamelijk zwak worden
en veel Jast krijgen van koorts in staat
van gevangenisschapIn dit opzicht is de
Orang Oetan volkomen overeenkomstig
een mensch. Maar werkelijk in alle andere
opzichten zijn het stomme en zelfs bijzon
der lompe apen, in „slimheid" verre ten
achter bij andere aapsoorten als de ondeu
gende „Kra" en de plaagzieke schelm van
oen „brok" aap. Er is dan ook geen en
kele inboorling in Borneo wien ik ooit aan
den Orang Oetan zulke adelijke voorrech
ten van „mensch en voorlooper" heb hoo-
ren toekennen. Enfin, dat zijn ook maar
domme wilden. Toch heli ik nog nooit den
meed gehad om deze léor aan die wilde
koppensnellers te leeren, want. hoe onnoo-
zel en bijgeloovig of ze ook zijn, toch ge
loof ik, dat zelfs dit him te machtig zou
worden, en zij mè zouden antwoorden in be
leefd Dajaksch: Best mogelijk voor den
Blanke, inaar niet voor oils soort men
schen. Proficiat!
Daar leven in de wouden van Borneo
nog menschen, die in primitieve onbe
schaafdheid nog slechts op den ondersten
trap staan. Het zijn de Poenans, dio ook
weer in talrijke stammen verdeeld zijn.
Ze hebben een aparte taal, geheel ver
schillend van do m e e r g o c i v i 1 i-
s eerde koppensneliers. Of hun taal erg
woordenrijk is, weet ik niet. Alleen is dit
zeker, dat zo slechts kruinen tellen in
eigen taal van 1 tot 10. Zo volgen het
tientallig stelsel in 't maken van bereke
ningen en lrun vingers en teenen doen
dienst Voor ons papier en potlood. Dezo
menschen leven nog wild in de bosschen,
hebben geen vaste huizen en ook geen ak
kers, die'ze bebouwen. Als de nacht invalt
maken ze een vuur uit takken, wat voor
lamp dient en bij gebrek aan lucifers we
ten ze ui een paar minuten tijds vuur to
maken door 't wrijven van zekero hout
soorten (ook met het bekende „rotting"
gaat 't goed). In oen minimum van tijd
slaan ze een ruw dakje in elkaar van
groote boombladeren en uit takken en
dwarsstokjes maken ze een „veldbed", 't
Zijn prachtige gespierdo natuurmenschen,
mot ©enigszins verlegen blik. Want'ze ko
men zelden in contact met andere stam
men; slechts in.geval ze wat tabak of rijst
willen inruilen met de Dajaks voor wilde
rubber of boschproducten zien ze een „be
schaafde". Dit volk leeft dan ook uitslui
tend in de donkero wouden, waardoor hun
huidstint geheel bleek is geworden. Ze
leven van de jacht, van wildo sago, jongo
spruitjes, twijgjes, bosehvruchten en visch.
Ze maken bun soempit of blaaspijp zelf
uit hard bout, dat zo tot een kaarsrecht©
staf weten af te snijden, met hun bamboe
messen en loodrecht uithollen met een
dun sta ai je,ijzer. Hiermee gewapend, zit
ten zo dajjen lang te iuren in de boomen
Verscholen. Want daar zijn zo in hun ele
ment! Yooral de jonge Poenantjes zijn be
hendig op de takken, slingeren cn zwin
ken, zwaaien en zweven als echte apen op
do woudreuzen, om te spelen, te schieten
of hier én daar iets „eetbaars" te pluk
ken. Dezo menschen, lezers, zijn inder
daad de meest primitieve onder onze mede
broeders. Maar lijken ze in eenig opzicht
op apen? Neen, integendeel; deze produc
ten der natuur hebben zelfs een zeer scherp
en helder verstand. Ik heb de eer gehad
één (en wellicht ook de eenigste ter we
reld) Poenanjongen op te voeden, te doo-
pen en als eersteling van zijn stam in on
ze ware kerk binnen te brengen, 't Was
een prachtjongen ên in gestalte ên in ma
nieren. Hij was pl.m. 8 a 10 jaar oud, en
van tijd tot tijd kwam de moeder baar
lieveling bezoeken, wat vruchten brengen
en hem nog zelf voeden. Voorzeker dus
geen apenliefde maar echte moederlijke be
zorgdheid.
Ook in zedelijk opzicht staan deze vol
ken vrij hoog. Leugentaal en diefstal zijn
bij hen onbekend. Want de straf die men
voor leugenaars bepaalt, is vreeselijk.
Mocht iemand n.I. ooit een leugentje ver
koopen, dan begint het stamhoofd op een
dikwijls gepasseerde plaats eenige stokjes
en takjes te leggen en elkeen van den stam,
die er langs gaat, zal altijd er een takje
bijdoen. Dit gaat door, jaren lang en er
groeit wat men noemt oen „tocgong hoe
la", een leugen hoop ter beschaming
van den leugenaar.
Veelwijverij bestaat or niet onder hen en
echtbreuk wordt met den dood gestraft.
U ziet, 't zijn echte Fascisten van den
ouden stempel, die, ofschoon uiterst pri
mitief, toch hemelsbreed verschillen van
de Orang Oetan. Dus zeker niet bij de
Poenans van Borneo, maar veeleer bij
sommige moderne sup or menschen in Euro
pa kunnen we met recht zeggen, dat wij
bij den aap gelogeerd zijn.
L. .T. A. v. d. BERGH,
Pr. Missionaris in Borneo.
'Alphen aan den Rijn.
MET GEBED.
Wannéér, gij liet bidden nalaat, dan
wordt uwe ziel flilind, doof, lam, dor en
dood; als cene bloem, die geen licht, lucht
en water vindt, zult ge verwelken en uw
hoofd laten neerhangen, naar de aarde
gekeerd, en zult gij slechts dat beschou
wen, wat op den grond zich bevindt, en
gij zult tot een deerniswekkend verderf
overgaan door de aardsche begeerten.
Alban Stolz.
JEUSD-WANHOöP!
Vreeselijk woord! Ik gaf cr 'n lief ding
voor als het een o n w a r o samenkoppe
ling was, als die twee woorden niet waren
te vereenigen, als 't onmogelijk was'
't Mo e s t toch eigenlijk onmogelijk zijn.
De jeugd, do leeftijd der leven stint ding-,
do leeftijd der zonno en vreugde, moest
toch geen wanhoop keunen! Wél soms 'ns
wat moeite en lijden, wat tranen cn go-
snikmaar dan inoest toch het levens-
idealisme weer met vollen glans beginnen
to lichten, -de zonnige lente-loovéring allo
mist en schaduw wegdrijven.... Wan
hoop bij de jeugd! 't Begrip wil er maar
niet in.... bij menschen, die de jeugd
van de 20e eeuw niet kennenHet is maar
al te waar: het komt tegenwoordig meer
malen voor, dat 'u jongen of meisje in.
wanhoop vervallen! Daar is de schuld op
velerlei gebied te zoeken
Och, we leven immers in de „verlichte"
■eeuw van vrijheids-leuze cn gezags-ver-
werping! Niet gehoorzamen maar zelf be
sturen! Dat is 't levensparool op 't wap
perende jeugd-dundoek. De stakkers laten
zich hun fladderende vanen als blinddoe
ken voor -de oogen'binden en loopen zóó 't
verderf in! Niets aannemen, dan wat men
b e g r ij p t, doorziet! (met het jeugd-
„doorzicht" van pl.m. 1G jaren). De eeuw
van de rijpere jeugd! Alles weten, alles
kunnen, alles mogen, alles duiven! Geen
rem meer, geen plicht meer, geen „meer
dere" meer!Geen pijn, geen verstor
ving, nooit- 'n traanLeve de 20ste eeuw
met haar genietingen, die de jeugdkracht
ondermijnen, met haar bioscopen, -die do
jeugd leeren zondigen, met baar publieke
vermakelijkheden, die do jeugd leeren.
straffeloos uit den hand te springen. De
20ste eeuw, de e-euw van de vrij-making
der rijpere jeugdde eeuw der jeugd-
wanhoop. 't Is 'n eeuw, die de jeugd veel
geeft, waaraan zij niets heeft; nóg meer,
dat haar ten verderve strekt.... o! zoo
weinig, dat haar steunt en sterkt...*.
De 20ste eeuw met haar verslandsont
wikkeling en verstandsverbijstering; 'n
eeuw, waarin de bouwheeren van scholen
en zenuwlijdersgestichten zicfc overwer
ken; 'n eeuw, waarin do jeugd-vermaak-
holen even vol zitten als de gevangenissen;
'n eeuw waarin de „rijpere" jeugd, over
rijp, „rol" wordt gemaakt! De 20ste eeuw:
de eeuw*van jeugd-bals en vroegtijdige
verkeering en ongelukkige huwelijken; de
eeuw van ontijdige jeugd-liefde (beter ge
noemd: kinderlijke zinnelijkheid!) en
echtscheidingen. De „verlichte" eeuw met
haar Gcd-tergendo propaganda voor de
vergoeilijking en ontoerekenbaar-verkla
ring der jeug4-zonden.
In deze „verlichte" eeuw nu komt het
groote, neen: het grootste jeugdkwaad
voor: de wanhoop. O, de jeugd kan vèr
afdwalen, kan veel misdaan hebben
zoolang daar nog staait to wenken en lo
lichten sehoone, degelijk gefundeerde
idealen, dan is de jeugd te redden, of lie
ver: dan is de jeugd gered. Maar als do
wanhoop sluipt in een jong hartdan
is 't verloren: verloren alle hoop op toe
komst, alle verwachting van bloeiende
kracht, alle beloften ven levenskunst!
En zulke jeugd-typen le7ert de 20ste
eeuw! Jengens en meisjes zonder idealen
(tenzij: zeer laag-bij-de-arondsche en
neer-trekkende), zonder stut cn steun om
te leven, te werken, te zwoegen, te lijden
desnoods te stervenJongens en meisjes
van en voor de aarde, hun tijd verbeuze
lend, hun kracht verluierend, hun gezond-
e Bruid van het Kruis
[rij vertaald naar het Duitsch van
E..V0N HANDEL MAZZETTI.
(Nadruk verboden).
- Maar we hebben toch ook ge-
Mast van hem gehad. En ze wordt
rood als een kalkoen van ergernis en
festelling.
Waar er velen zijn. ja, -daar moet het
ook door velen verdeeld worden^
haar man.
Ia, natuurlijk! Hij had ons anders wel
meer kunnen geven dan den ande-
FEUILLETON.
daarom? Dat zie ik niet in, antwoordt
|r man vinnig, maar hij denkt toch
,Hij had ons toch wel wat meer
'ion geven, dan aan de anderen
Omdat wij ons voor hem hebben dp-
"erd!" roept zijn vrouw, en nu komen
•chto waterlanders te voorschijn.
Üleen maar 194.000 van de zes mil-
1 Hot is een schandaal! Iedereen
verwacht, dat wij alles zouden
Hij hield zoo van onze Grele
;l' natuurlijk, als men zooveel voor...
Ml!"
•tot gaat ons allemaal niets aan!" valt
.aheei* Kürsehiier zijn vrouw in den
Hij denkt echter:
als men voor zulke genoegens
"eel uitgeeft!"
is woedend, omdat zij van 'de zes
een armzalig dertigste gedeelte
%ii hebben en nu heeft hij behoef
je iemand den schuld te geven,
ij* vind toch eigenlijk, dat de luxe
een beetje overdreven is Ik
0 hf'graf c-n i s on cl omem i rig opbellen en
of hot nog veranderd kan wor-
^0 Kronen daarvoor te betalen zou
overdaad ziju. De gewone lo klas
aienis is al mooi genoeg en kost nog
kionen."
ilholni zegt bet langzaam en met
®-Gj. 1S "'eon gebrek aan eerbied
öf" rijn schoonvader. Elk woord
en elk gebaar spreekt van waardeering.
Zijn vrouw stuift op!
„Wat. 1Je wilt de luxe klas afbe
stellen? Zoodat heel Weenen liet mor
gen weet en ons gierigaards zal noe
men We zijn geen gierigaards! Je
zult de luxe klas niet afbestellen!"
„Het is je alleen maar te doen om bij
alle menschen in liet oog te locpen en
vooral op Lorenzen indruk te maken cn
je te laten bewonderen. Je wilt alleen do
luxe klas voor jou, en niet voor jc Va
der, om wien jc, God weet bet, niet geeft
en nooit iets gegeven hebt!" zegt haar
man, schijnbaar koeL Hij tikt zeuuw-
acklig met den wijsvinger op den schrijft
tafel
„Oot jij geeft- niets om hem en dat lieb
je nooit gedaan!" is het antweord van de
vrouw.
..Dat is waar Maar het is ook niet
mijn eigen. Vader geweest!" zegt Wil-'
helm opgewonden. En hij zegt woedend:
„Je verdient nog geen krotizer van hem
je bent een ontaarde dochter voor hem
geweest. -Ons kind, ja die had hij
moeten bedenken maar jij, jij verdient
no<r geen krer.zer!"
Ze zijn in de kleine salon, waar nu
alle meubelen van do kamer van don over
ledene geborgen zijn. B'j den scheldnaam,
die haar man haar toegeworpen heeft,
laat ze een akelige gil hooren en ze valt
met. haar hoofd op haar Vaders schrijf
tafel cn zucht:
„Papa! Gij weet het, dat ik IT heb lief
gehad!... Zulk een wreedheid is onge
hoord! ongehoord! ongehoho-
liohoord!"
..Laten we nu .toch voor elkaar ten
minste eens géén coined;e spelen?
Kom, wees zoo goed?" zegt Ktirschner en
hij gaat naar zijn kantoor.
Na een paar minuten hoort zijn vrouw
liem opbellen en het nummer vragen,
„1525 hallo?"
..I-Iet is mij opgedragen, U mede te
deelen, dat do begrafenis -van Mijnheer
Groszbach' von T armst urm volgens de go-
wono eerste klas moet plaats hebben.
„Dat is een misverstand. Do allerhoog
ste klasse was besteld en daar Kijft het
bij!"
„Schande!" steunt Mevrouw Kiirsch-
ner. „Dat is nu mijn. man. Zoo'n lage,
ordinaire Hij vergooit zich
Er is bezoek van een langen mageren
man bij do Kürsclmers, waar, door een
noodlottig ongeval, de d-ood een slacht
offer geëischt heeft!
ïk heb de oer gobad, den hooggc-
achten overledene te kennen. Mijn naam
is Dr. Rosen."
„Zeer aangenaam", zegt Mevrouw
Kürschnor met huilerige stem.
„De overledene is zeldzaam, dat er
dikwijls voorgevoelens zijn met twee.
van zijn intiemste kennissen deze week
nog bij mij op 't kantoor gekomen om 'n
gewichtige zaak te regelen. De
geëerde overledene heeft mij een stuk in
handen gegeven, dat waarschijnlijk voor
do familie van oen groot gewicht kan
zijn!
„Ik hen echter nog niet zgo heel zeker
van mijn zaak en daarom kom ik U
couvert, dat het opschrift draagt: „Na
couvert, dat het opschrift draagt: Na
mijn dcod te openen."
Terwijl do jood spreekt, zijn do pogen
van Mevrouw Kiirschner strak op hom
gevestigd. Mijnheer Kürschnor kijkt
boos. Bij -de laatste woorden van Dr. Ro
sen begint hij zenuwachtig er tusschen
in te spréken: „We hebben niets gevon
den Wat voor een handschrift is dat
dan? Een nolarieeio acte? Wij hebben
niels gevonden!"
Een Testament," zegt Roson zachl
maar duidelijk. „Dat van Briinn, dal
-als ik mij niet vergis, den 3en Novem
ber 1890 werd opgemaakt, is daardoor
niet meer van kracht en is van geen
waarde!"
Wilhelm is al bij de .schrijftafel van
don overledene en begint ïpet koortsach
tige haast de papieren overhoop te halen.
Mappen, blaadjes, mooie briefkaarten,
billetlen voor de schouwburg en liefdes
brieven. Mevrouw Kiirschner staart nog
maar steeds vól verwachting den jood
aan en zit zenuwachtig aan haar zakdoek
te plukken en om haar hand te draaien.
Plotseling begint ze aanstellerig te Sachen
en vraagt:
„Maar, Doctor, wij zijn tóch op slot van
zaken de universeel© erfgenamen?"
Dr. Rosen lacht oens, „Geachte Me
vrouw," vraagt hij, „U heeft een dochter
tje Margareta?"
Nu is het Mijnheer en Mevrouw
Kürschner duidelijk geworden, hoe eigen
lijk de zaken staan.
„Ja, -ons li.cf kind heet Margarela!"
lacht de Vader vergenoegd.
Mevrouw Kürschner weegt de voorge
wende tranen met haar zakdoek weg en
zucht: „Zijn lieveling! Hij Meld zooveel
van haar! O, mijn beste Vader! Hij had
een gouden hart. Zoo'n goedhartige man
kan men lang zoeken! O, wat is liet toch
jammer. O, mijn dierbare Vader! A-lia-
ha-ha-ff-ah-fff
liet testament werd gevonden in den
zak van Mijnheer Groszbach's jas, die
hij op het concert gedragen had on bij
thuiskomst in een hoek van de kamer had
gegooid. Het testament was volgens de
eischen opgemaakt; de advocaat, zijn
■helper cn Iweo beruchte, liederlijke Ween-
scho typen fungeerden als getuigen. Op de
eersto plaats was hét heel© vermogen,
gield en vast© gccderen gespecifeerd. De
weeffabriek stond bovenaan, geschat op
een waarde van 2.000.000 kronen. Vrij
van allo schuld. Daarna volgde wat eraan
contant geld aanwezig was. Het waren
duizelingwekkende getallen. De namen
van de waardevolle papieren alleen
vormden al een lieel alphabet. Staats
obligaties, Grond-obligaties, Staats-domei-
nen, Pandbrieven, Spoorweg-aaiideelen,
enz., enz. Alles te zamen ter waarde van
5.700.000 gulden, dat zijn 11.400.000 Kro
nen vermaak ik aan mijn kleindoch-
tre Margarete Kürschner, dat lieve kind,
omdat zij mij meer waard is, dan al mijn
kinderen of bloedverwanten te zamen, on
ze mij in een week meer pleiziër gedaan
hooft dan de anderen hun heelo leven lang
Om twist te voorkomen, en mijn lief klein
dochtertje'geen verdriet to bezorgen, ver
maak ik aan elk mijner kinderen, klein
kinderen, neven en nichten 10X100 gulden,
dus to zamen 280.000 gulden, en Grete
zal die legaten uitbetalen. Ook aan Mitzi
Slibel, danseres, Tritzi Spinner, ballet-
figurante, moet elk 1G.000 gulden uitlxH
taald worden. Vergeef het jo armen
Grootvader, dat hij een oude slecht© man
was en schaam je niet te veel over hem.
Ik bid den hemel dat inijn geld, aan mijn
lieveling meer geluk cn zegen
mag aanbrengen dan aan mij, en zo moet
bet ^geheel volgens eigen wensch cn ver
langen gebruiken. Als mijn lieveling trou
wen wil, moet zij het doen, of wil zij een
anderen weg volgen, zoo raag zij <u.t ook
deen. Ik wil alleen, dat zo écht gelukkig
wordt. Voor haar ouders heb ik nog een
waarschuwing. Zij zullen het niet wagen,
het kind in ©en of ander opzicht leed to
doen of ze uit lo huwelijken tegen Mar-
gareta's wil of haar ,een man op te drin
gen, van wien zij afkcerig is. Ik weet heel
goed, waarom ik dat neerschrijf. Als gij
niet volgens mijn wensch handelt en mijn.
lieveling ongelukkig maakt, dan wacht U
in Uw leven of hiernamaals, zoo er een
hiernamaals is, do straf, die gij vera
dient
Terwijl do ouders het testament lezen
en do grooto getallen zien en steeds terug-
koerende: „mijn lieveling", krijgt Me
vrouw Kürschner een ware vitusdans van
aandoening en verdriet.
„Dat nu zulk een Vader ons ontnomen
werdeen edelsteen oen parel
De slotwoorden deden echter den glans
der edelsteenen of paarlen verbleken
„Arme Vader wat bedoelt hij cigein
lijk, kijk eens, doctor, dat begrijp ik hee-
Jcmaal niet ja, wat haalt hij zich daar
am in het. hoofd? Wij, die ons kind ver
afgoden? wij i Doctor Rosen! Als bet
niet mijn Vader was, dio dat geschreven
had, doctor, dan zou die verdenking mij
diep krenken!"
„O, een verdenking, een, daar is liier geen
kwestie vanzegt Doctor Rosen met ver
borgen spot.
„Het is een ja hoe zal ik liet zeg
gen een Vaderlijke vermaning en een
betuiging van zijn innige liefde voor ziju
kleinkind, dat, om maar oens een
sterke uitdrukking te gebruiken, oen waar
ideaal van een jonge dame moet zijn.