'weede B!ad
leitsdag 24 October 1923
tweede kamer.
Jg adoring van gisteren.
De Vicotv/et.
Iflgegaan wor-clt met het welsont-
(ol vaststelling van do sterkte en
felling der zeemacht en aanleg
steunpunten en versterkingen in
Indie (Vlootwet 1924).
iter N o 1 o n s (R.-K.) zegt dat be-
jjke financieele, economische, tcch-
strategische en nautische beschou-
a over dit ontwerp zijn gehouden.
j5 er eenigszins meo verlegen dat hij
3 enkelo opmerkingen van eenvou-
aard beeft te maken.
ten, zij hot niet-önvriendelijken
is de meening uitgesproken dat
houding verleden jaar April bedoel-
vet op do lange haan te schuiven
argumenten zijn daarbij niet ver-
de Minister van Buitenlandsche
jiug naar Genua en do Kamer wil-
recès. Deze Minister kon dus geen
verstrekken en spr. vreesde
>t niet gelukken zou in één dag ge-
j komen met de discussie. De Vloot-
ju naar spr.'s oordeel onmiddellijk
reces kunnen worden behandeld,
bedoeling was dus duidelijk en
le andere veronderstelling is dus
eden.
de verkiezingen is niet over de
ret gesproken. Spr. vraagt of dat
De atmosfeer vau overdrij-
en opzichte van dit ontwerp bestond.
niet. Do keeren dat spr. bij de
zingen sprak, heeft -hij over defensie
iken op do wijze waarop hij dat al-
leeft gedaan. Dat hij spr. weinig
rift beslaat voor het Vlootplan, spr.
niet ontkennen. Dergelijke behan-
lieeft niet plaats Nolens volens,
Nolens nolens. (Gelach). In dat op-
tfaat hij in dezelfdo positie als de
Kamer. Graag besteedde hij de
anders, maar hij acht dat de de-
nitgaven, blijven, behooren tot de
ikelijbe uitgaven. Do Regeering ver-
iaarozn waardeering die haar niet
iden wordt, zelfs niet door'de tegen
rs, dat zij deze zaak inziet, niette-
snde zij zich bewust is van den
id di8 haar wacht,
atmosfeer waarin de behandeling
heeft en de aard van het onderwerp
de positie niet aangenaam. Na een
is het niet anders dan natuurlijk
it de oorlog nog meer verafschuwd
n dat dio -afschuw zich uitstrekt
wat met dien oorlog verband
uit afschuw voor den oorlog mag
gi ad niet weerloos worden gemaakt en
uilen staat gesteld worden om zijn
V itionale plichten na te leven. Men
ach dus voor verwarring van bo-
i Nu er bezuinigd moet worden is
rklaarbaar dat een schijn van tegen
[beid wordt gewekt. Men is geneigd
it noodzakelijke van alle uitgaven uit
ig te verliezen. De atmosfeer waariïi
«handeling plaats heeft is niet gun
lat geheele lancl verkeert in een at-
r van overdrijving. Het petitionne-
ïordt aangeboden onder de leuze
Dmillioen gld. wordt gevraagd voor
Ibreiding. Dit i.s natuurlijk niot
de werkelijkheid is dat over twaalf
ardeeld zal worden een bedrag ter
salie van de vloot, waardoor ieder
ai bedrag wordt beschikbaar gesteld
5 iel veel hooger is dan thans wordt
even.
hew Duymaer van Twist
i Dan toe-kenen zij niet (Gelach).
6 beer Nolens (R.-K. vervolgt. De
wordt gewekt dat wij een groote
aan bouwen, terwijl het er om gaat
i achterstallige in to halen en het
te organisceren.
ghyerping van dit ontwerp wordt
de schijn gewekt in het buitenland- dat
Nederland niets voor zijn vloot en zijn
verplichtingen over heeft.
Do tegenstand is grootendeels geba
seerd op een bevuslen of onbewusten af
keer van iedere defensie. De vraag is of
liet voor ons noodzakelijk is de vloot te
hebben en in stand te houden1? Dat is de
primordiale kwestie.
Altijd is tegen dc defensie-uitgaven ge
sputterd, maar toon het gevaar dreigde,
werd in den jongsten milicien een redden
de engel gezien. Nu hoort men weer het
oude: wat kan oen legertje, wat kan een
vlootje tegen de overmachtige staten doen?
Men kan aan do waarde twijfelen, maar
spr. meent dat het in de eerste plaats aan
leger en vloot is te danken, dat wij huiten
den oorlog blijven. De preventieve wer
king van het leger gelijk die is of gelijk
die vermoed kan worden hetgeen het
zelfde is heeft haar beteekenis. (Gelach)
Volgens den lieer Merchant zijn er vele
groepen van tegenstanders legen deze wet:
nihilisten, anti-militaristen enz., zij dio
niet gelooven in de doelmatigheid van het
plan. Deze laatsten zijn natuurlijk niet te
helpen, omdat zij hun eigen plannen moe
ten maken. Ten slotte de bezuinigers. Met
deze valt ook moeilijk to praten en de
geloovigen in den vooruitgang der be
schaving. Deze laatste groep heeft •hellicht
den meesten aanhang en voor deze is het
gemakkelijkst propaganda te maken. Het
geloof berust op een verkeerd begrip van
de verhouding van macht en recht, en deze
menschen willen nationaal toepassen wat
slechts internationaal is toe to passen. Zij
zullen het probeeren zender machtspositie
maar verkceren zij niet in dwaling over de
vordering van het internationale recht én
gelooven zij, dat van alle machtsmiddelen
kan werden afgezien tijdens uitoefening
van dat recht. Zij, die zoozeer gelooven
in het recht, zijn dikwijls do eersten, die
naar machtsmiddelen grijpen cm het recht
te handhaven.
Hoo. optimistisch men mag zijn ten op
zichte van do ontwikkeling van den Vol
kenbond, het staat wel vast, dat deze Bond
onvoldoende machtsmiddelen bezit. Dit
zegt niets tegen den Volkenbond, want
deze is nog niet do internationale organi
satie die men wenschte dat hij was. Daar
door zijn or weer personen, dio zich van
dien bond afwenden, naast anderen, die
een to hooge illusie er van houden. In
middels zullen de Staten zelf voorshands
hun machtsmiddelen moeten houden, niet
om tegen het recht te ageeren, maar wel
om die "in dienst van het recht lo stellen,
nationaal en internationaal.
De lieerVan Ravesteyn veronder
stelde, dat de Katholieken tegen den oor
log zijn. Dat is juist, maar niets bijzon
ders. Wio is niet tegen den oorlog? Maar
daaruit af te leiden, dat men tegen iedere
zelfverdediging moet zijn, dat gaat niet
aan. Die fout wordt door velen gemaakt.
Misschien deed do heer van Ravesteyn
beter zijn theorie te verkondigen tot zijn
partijgenooten in andere landen.
Spr. wijst op do vredesaetie van den
Paus, dio echter geen eenzijdige ontwape
ning oplegt aan de landen. Wij zijn nog
heel ver af van hetgeen wij allen willen,
maar voorloopig blijven sancties van het
recht onmisbaar. Zij, die nationaal ontwa
pening willen, zijn eigenlijk degenen dio
het er maar op wagen willen en het risico
willen aanvaarden. Dat nu kan spr. niet
goedkeuren; het geloof in den Volkenbond
moet niet gepaard gaan met een poging
om reeds nationaal te ontwapenen.
Velo vragen kunnen bij deze Vlootwet
rijzen. Waarom dit plan? Omdat de des
kundigen dit voor het beste houden. Waar
om Yoor zes jaar? De Kamer houdt 'toch
rekening met do verandering van omstan
digheden. Is de uilvoering urgent? Spr.
weet dat een reorganisatie van de vloot
noodig is.
Er zijn nog* vele bezwaren gemaakt;
spr. hoopt dat do Regeering ze kan weer
leggen of wegnemen.
Als de Kamer dit voorstel beziet is het
in het werkelijke licht ca in de werke
lijke proporties en zij geen nationale op
lossing wil geven aan wat internationaal
moet geschieden, dan zal zij dit ontwerp
aanvaarden. Spr. meent het niet te mogen
afwijzen en zal dus uit volle overtuiging
er vóór stemmen.
De heer De B oer (Plattel. Partij) acht
dit voorstel één stuk inconsequentie. Ove- i
1 rigens- spreekt hij geheel- in-den geest vair
zijn.partijgenoot Braat.
De heer Kuiper (R.-K.) slaat hier niet
op het standpunt; geen man en geen cent,
maar hij staat ook niet op het standpunt
dat vóór alles de militaire uitgaven ver
zorgd moeten worden. Hij wenscht tolken
jare gezien de economische en finan
cieel omstandigheden te bepalen wat voor
defensie kan worden uitgegeven. Het zal
hem moeilijk zijn z'n stem adn dat ontwerp
to gevc-u als het ongewijzigd blijft op bet
punt der vastlegging voor vele jaren.
De heer Troelstra (S.D.) meent, dat
niet alleen het gevoel maar ook het ver
stand zich doet gelden bij de beoordeeling
van deze wet.-Het risico, dat do heer No-
lens op zich neemt, kost zeer veel gelcL
Spr. wil niet meer meedoen aan militaire
uitgaven, zelfs niet voor de verdediging
der neutraliteit. Spr. heeft daarvan afge
zien sedert hij weet dat ons leger het
hoogstens twee dagen tegen Duitschland
zou hebben kunnen uithouden.
De lieeren moeten niet denken, dat zij
door aanneming van dit ontwerp er zullen
afzijn. Telkens zullen nieuwe agitaties ont
staan tegen verdere uitvoering der Vloot
wet. Over den Volkenbond zal spr. niet
veel spreken, omdat dit spoedig wel zal
kunnen geschieden.
Waarom brengt de Regeering alles in
gevaar met dit plan? Zelfs do coalitie
wordt in do waagschaal gesteld. Hebben
wij hier te doen met een wanhoopsdaad
van iemand, die het leven moe "is? Of is
het een krachttoer om zijn macht tè doen
gelden? Spr. begrijpt niet waaraan hij
'dit drijven met do Vlootwet moet toe
schrijven. Hij tast in het duister.
Spr. bestrijdt sommige gedeelten uit de
redo van den lieer Marchant. Spr. vrcest-
dat er onder de Katholieken wel mannen
zullen zijn, die hun steun aan de Regee
ring geven, al zonden zij liever tegen deze
wet stemmen. Indien dezo wet op die wij-
zo wordt aangenomen, zal de agitatie in
het land niet uit zijn en zal spr. het volk
de oogen openen voor de wijze waarop
met zijn belangen in het Parlement wordt
gespeeld. Do aanneming van do Vlootwet
zal het sein zijn voor een actie zóó krach
tig als nog zelden is gezien.
De heer Fruytier (R.-K.) sluit zich
in veel bij den heer van Schaik aan. Hij
is ook niet gerust of deze wet ons niet
te veel bindt. Omtrent do financieele ge
volgen heeft de Regeering z.i. niet voldoen,
do inlichtingen gegeven. Hij vraagt daar
om eenige nader gegevens. Waarom heeft
de minister niet cijfers gegeven over on
derhoud en exploitatie? Alleen wanneer
die bedragen bij de totaio .kosten werden
geteld, kunnen wij nagaan wat deze zijn
Spr. kan een vlootplan, zooals hier is
voorgesteld, accepteeren, maar een volle
dig financieel plan had men moeten geven
Zooveel mogelijk moet de Kamer geregeld
kunnen nagaan, hoo het met de uitvoe
ring der wet staat. Spr. is het met den
heer Bomans eens dat de vloot hier te
lande zoo klein mogelijk zij. Voor ons
land is éen vloot eigenlijk jjverbodig.
Do verdeeling der kosten tusschen Ne
derland en Indië acht hij niet billijk. Het
gaat niet aan dat Indië een deel van de
verdediging van Indië zal dragen.
Do beer D e ck e r s (R.-K.) acht her
stel van do vloot gewenscht. Echter meent
hij dat het financieel perspectief wel ver
beterd kan worden, waardoor ook de juis
te waarde van de vloot nog zal stijgen.
Met namo wijst spr. ip de personeelsorga
nisatie; de verhouding tusschen de getal
len voor Indië en voor Nederland acht hij
niet juist en daarin dient verandering te
worden gebracht, waardoor vermindering
van kosten is te wachten. Het omwisse
lingsstelsel dient te vervallen, want daar
mede komen wij nooit tot een goedo per
soneelsorganisatie in Nederland.
Do V o o r zi 11 e r zegt dat thans 26
sprekers het woord hebben gevoerd, de
helft van het verplichto minimum. Hij
wenscht wel dat de overige sprekers van
het woord afzagen.
Mevrouw B r o n s v e 1 d—V i t r i n g a
(R.-K.) neemt van deskundigen aan dat
Indië verdedigd moet worden.
De nieuwe defensie-plannen moesten
echter naar ontwapening en alleen in die
gedacht© zon zij haar stem aan dit ont
werp kunnen geven. Algeheelo ontwape
ning ligt in den geest van alle Katholieko
vrouwen.
Als zijn aanneemt dat het noodzakelijk
is Indiü te verdedigen, dan begrijpt zij
dat nieuwe lasten noodig'zijn. Zal de Re
geering zich beperken tot het uiterst nood
zakelijke? Spr. kan niet beoordeelen of de
Regeering dit bij de Vlootwet doet. Met
dit ontwerp had echter gepaard moeten
gaan een herziening van onze defensie,
waardoor alles tot het uiterste werd be
perkt. In dit opzicht is de Regeering te
kort geschoten.
Zij acht zich niet verantwoord haar
slem te geven aan dit ontwerp, omdat zij
niet do overtuiging heeft dat het komt
van een regeering die alleen beoogt den
oorlog te voorkomen. Het valt haar zwaar
af le wijken van voormannen in hare par
tij, maar zij meent te handelen naar haar
innigo overtuiging als zij tegen dit. ont
werp stemt.
De heer S c li ok k i n g (G.-H.) be
strijdt de bewering van den heer van Ra-
vensteyn, dat srp.'s partij vóór den oor
log is. Hij ontkent dit ten stelligste: ieder
wet dat Nederland geen oorlog wil cn ook
dus niet zijn partij.
Vervolgens zot hij uiteen dat verdedi
ging een dringende eisch is. Wij zijn ver
plicht onzo neutraliteit te handhaven en
onze internationale verplichtingen na to
komen.
Do vergadering wordt verdaagd tot lie
den 1 uur.
De Vlootwet.
Naar aanleiding van do daarop gege
ven tegenspraak is het „Vaderland" nog
eens teruggekomen op zijn bericht inzako
de pressie, welke door de Anti-R.evolutio-
nairen en Christelijk-Historischen op de
R.-K. Kamerleden zou worden uitge
oefend om de Vlootwet to doen aannemen.
Het blad tracht, zooals wij mededeel
den, zich uit de moeilijkheid te redden
door de mededeeiing, dat de bewuste ver
gadering der R.-K. Kamerclub niet Vrij
dag doch Donderdag heeft plaats gehad
en zegt dan verder, "dat „het formeel juis
ter ware geweest om te spreken van „do
zienswijze van den premier, die ter ken-
nisse van de Roomsch-Kalholieke Ka
merclub is gebracht".
Hiertegenover kan de „Msbd." mede-
deelen, dat ook Donderdag oen dergelijke
mededeeiing van den premier in de ver
gadering der R.-K. Kamerclub niet is be
handeld en het blad houdt vol, dat ter
zake in het geheel geen mededeeiing
van den minister-president aan de R.-K.
Kamerclub is uitgegaan.
De Christ. Vakbeweging-International^
B es tuurs vergadering.
Het bestuur van het Internationaal
Christelijk Vakverbond vergaderde op 19
en 20 October te Basel, onder voorzitter
schap van den heer Nationalrat Jos.
Scherrer (Zwitserland).
Do heer H..Pauwels, aangewezen door
de Belgische Christelijke Vakcentrale, als
mede do heer A. Gurik, vertegenwoordi
ger der Tsjechische Christelijke vakver-
eenigingen, werden als bestuursleden ge
ïnstalleerd.
De behandeling van het vraagstuk der
vaststelling van algemeeno beginselen
voor de arbeidsinspectie, hetwelk het
eenigo punt der agenda van do Vijfde
Internationale Arbeidsconferentie vormt,
was voor het bestuur aanleiding, zijn
standpunt dienaangaande in eeu aan do
conferentie ge/richt memoraduni vast [te
leggen.
Het Bestuur besloot in te gaan op de
uitnoodiging van het Nederlandsch Co
mité tot Bevordering van een Vreedzame
Oplossing van het Vraagstuk van Herstel
en Schadevergoeding (Herstel-Europa-
Comité), om le zamen met eenige andere
internationale organisaties een comité te
vormen ter bijeenroeping van een com
missie van deskundigen, die tot taak zal
hebben, een economischen grondslag voor
het herstelvraagstuk te zoeken.
Het bestuur zal het door die Commis
sie uit le brengen rapport, hetwelk de uit-
noodigend© organisaties in geen enkel op
zicht verbindt, van vakbewegingsstand
punt uit aan een nadere beschouwing on
derwerpen.
De door de bestuursleden uitgebrachte
rapporten over de positie der vakbeweging
in do verschillende landen leidden tot een
onderzoek naar de oorzaken van den fu
enkele landen te constaleeren achteruit
gang der ledentallen.
De behandeling van het vraagstuk der
werkloosheid en van de "positie van den
arbeidersstand zal in do volgende bijeen
komst van het bestuur worden voortgezet.
Het besluit werd genomen, in de ver
schillende landen een propaganda-actio
voor do Internationale Christelijke Vak
beweging en haar program to orgaai-
seeren.
De officieelo mededeelingen van het I.
C. V. zullen met ingang van Januari 1924
behalve in het Duitsch en hel Fransch,
ook in het Nederlandsch worden uitgc-
geven.
De werktijdveriengint! in dc textiel-
industrie. j
staking.
Maandag vond in Enschedé een verga
dering plaats van de hoofdbesturen van
de R.-K., Chr. en moderne textielarl n-
dersbanden. Het hoofdpunt van het be«
spreken was een brief van de textielfa
brikanten, waarin deze het volgende mede-
deelen:
„In antwoord op uw schrijven d.d. 15
dezer, hebben wij de eer u mede to dee-
len, dat, aangezien loonsverlaging voor
ons het eenige overgebleven middel is om
de absoluut noodzakelijke verlaging der
productiekosten te bevorderen, de aange
kondigde loonsverlagingniet kan worden
ingetrokken.
- Uw bewering, dat de aangekondigde
loonsverlaging door niets gemotiveerd zou
zijn, bevreemdt ons ten zeerste, daar wij
ii do redenen, die ons dwingen om do pro
ductiekosten te verlagen, herhaaldelijk
hebben medegedeeld. Wilt u onze desbe
treffende opgaven niot gelooven, dan ia
dat uw zaak, maar dat verandert niets
aan do juistheid ervan."
Do besturen besloten om met ingang
van Maandag 29 October de staking to
proclameeren voor de fabriek „Gremers-
maten" van de firma Van Heek" en Co. to
Enschedé aan welke fabriek sinds do
groote staking van 1902 niet meer is ge
staakt.
Algem. R.-K. Werkgavars-Vcreaniging
in het Bisdom Haarlem.
In het gisteren door ons opgenomen
communiqué, betreffende het programma
der Lezingen in het Winterseizoen 1923
1924, is, naar men ons nader bericht,
een fout geslopen. Dit programma betreft
n.l. de afdeeling „Rotterdam en Omstre
ken". Alléén voor deze afdeeling zullen,
de opgegeven lezingen worden gehouden.'
Binnenkort zal het programma der Le^
zingen voor de afdeeling „Amsterdam en
Omstreken" worden bekend gemaakt.
fêeEH/ssaggd® I2@§»iehtes»»
De moordaanslag te Gron.
Gisterenmorgen is te Wildervank ten
huize zijner schoonouders aangehouden dö
dader vand en moordaanslag te Groningen
Hij was niet in heb bezit van eenig geld.
Door de recherche wordt daaromtrent een
dader van den moordaanslag te Groningen
en zijn vrouw verklaarden niets van de;
toedracht der zaak te weten. Hij was de3
nachts op de fiets naar Groningen geweest
en kwam ook terug.
De dader heeft bekend en wordt op
transport naar Groningen gesteld.
De politie te Wildervank en die vaü
Groningen hebben den dader gevat.
Treinontsporing.
Gisterenmiddag om 1 uur vertrok van
het station te Gouda het treintje naar
Schoonhoven. De locomotief en do goede
renwagen reden goed over den eersten wis
sel, doch de twee personenrijtuigen ont
spoorden daarop. De inzittende personen'
bekwamen geen letsel. De materieel© scha
de was niét groot. De locomotief met den
goederenwagen, waarin de passagiers voor
de richting Schoonhoven plaats namen',
zette de reis voort. Het spoor was ver
sperd, zoodat de dienst niet verder dan tot
do halte Karnemelksloct kon plaats heb
ben.
Doodelijk ongeluk.
'De' smidsknecht A. uit Heerhugowaard
is Zaterdag in do nabijheid van Schagen,
toen hij per fiets een overweg overstak,
door een juist passeerenden trein gegre-
FEUILLETON
Kind der Smarte.
fot Duitsch naverteld door V. W.
(Nadruk verboden).
zag wel dat haar vader erg
maar hij zeido lachend: „Ga
Pea', ea maakte do armpjes los
"p. 011 ^gde haar lokker in het
zij scheen getroost, want zij
Ktgea en was weldra ingeslapen
ders hand hield zij stevig om-
Qaar de slaap maakte ook de klei
ns los.
^teei zitten. De maan was opgeko-
j^aeen in de kamer. De man keek
°°P naar zijn kind. Wat zou hij
spaarkas? Wie zou borg zijn?
^moester Hij had dezen winter
'er leen gevraagd, nadat de
■J*11 ^0n Put opgestookt waren. De
Daa if ^et ^em dadelijk gege-
scherp aangekeken cn gc-
y ,al 8ij uiet in verzoeking zult
ötJ"-' cn bij voelde nog de ril-
tehLfte ^eele lichaam, toen hij er
sa,", 'j i do bur0emeester alles wist,
Cp; ivae£l? Op eens kwam het bij
ftfen 0en boef, dio is niet to
ll]'j na dien tijd altijd
Een drukkende gedachte
Haal/111 °I}' .fa' seld bad hij
itoaar hij ging niet meer naar
feester.
- van den meubelmaker
Dpelen. Zou hij er waf vra
gen? Hij beet zijn tanden op elkaar
Zij hadden hem geholpen met do dood
kist van zijn vrouw; maar nu had hij
geen werk. Een oogenblik was hij met
zijn gedachte weqr ver weg. De maan
bescheen de kachel juist op het schroefje
„Hanna", zuchtte hij, „jo bent op
tijd gestorven".
Een ondragelijke ellende deed hem zijn
armen vér uitstrekken, maar de ellende
van den honger, vooral van het kind, was
toch het ergste.
Plotseling dacht hij aan een veld met
aardappelen, niet ver van den put (bij den
put had rogge-gestaan). Daar kon hij er
misschien wat van nemen, een paar strui
ken maar. Morgen kon er misschien werk
komen; zoo niet, dan zou God wel helpen
Lang zat hij nog te denken tot de maan
onder was en hij wist dat allen sliepen.
Het was pikdonker, maar John was zoo
dikwijls dien weg gegaan dat hij het aard
appelveld gemakkelijk kon vinden. Door
hét slaan der struiken tegen zijn boenen
wist hij, dat hij op het aardappelveld
was. Hij liep er verder in en hukte zich
en dan graaide hij met zijn hand in den
grond. Maar telkens vloog hij verschrikt
op, door het gedierte dat over zijn hand
liep: padden, duizendpooten en meer zulk
gespuis.. Het zakje dat hij meegenomen
had wa9 half vol, Hij woog het eens in
zijn hand, het was genoeg, maarhij
had den zak omgekeerd cn alles weer op
den akker geschud. Zijn hoofd werd
zwaar cn langzaam zeido hij: „Ik kan
niet. Lieve God mijn land zal van honger
omkomend Laat mij het redden; ik ben
toch ook een mensch!"
Hij stond s'ii ©n luisterde of een stem in
den nacht hem zou antwoorden. Hij pakte
het zakje stevig vast en liep verder, altijd
verder. Er scheen geen ster meer, dio hem
den weg wees. Hij liep dan hier dan
daar en vond geen uitweg. Hij dacht op
eens dat hij, nu tien jaar geleden,oppas-
ser was geweest, en zijn vrouw, toen een
zestien-jarig meisje, zich in zijn armen
wierp. Met deze zoete gedachte ging hij
steeds voort. Een patrijs of een kwartel
vloog voor hom op, hij liep steeds voort,
hij moest naar huis.
Daar blonk aan den horizon een zwakke
schijn. Zeker een onweer op komst. Hij
stond een ocgenhlik stil en dacht na.
's Avonds had hij de donkere wolken wel
opgemerkt; nu wist hij op eens waar
Oost en West was. Hij keerde zich om
en liep steeds harder op het stoppelveld;
hij verlangde naar zijn kind, zijn huis.
Daar lag iets voor zijn voeten, hij strui
kelde, hij deed een nieuwen stap, zijn voet
vond geen steun, een gillende schreeuw!
en het was of de aarde hem opge
slokt had.
Een paar vogels schrikten op, dan, was
alles stil. Geen mensch was er te beken
nen. Eentonig suizelde do wind en mil-
lioenea diertjes knaagden zacht hoorbaar
aan de wortels der planten.
Do drukkende hitte maakto plaats
voor een flinken plasregen en slechts het
gerommel van den donder waè nog hoor
baar.
In de hut ontwaakte een kind. Het
cfroomdo dat het een brood had gekregen
en toen het er in beet was het een steen.
Half droomend reikto het naar het andere
bed om do hand van haar vader to pak
ken, doch het was de hoek van een kus
sen. Zij hield het vast en sluimerde weer
John Gliickstad is nooit weer naar zijn
huis cn kind teruggekeerd. Wat de politie
ook deed, er was geen spoor van hem te
ontdekken. Eenigo dagen sprak men er in
het stadje over. Do een zeide, hij was
met zijn kameraad Wenzel over zee ge
gaan; hoeven ging het daar altijd goed.
Het geld hadden zij wel bij elkaar gekre
gen op weg naar Hamburg en het kind
was goed hij kosters Marike. Anderen
meenden dat hij bij de sluis, waar hij en
Wenzel eens hun misdaad besproken had
den, den dood gezocht had cn met ebbe
zijn lichaam in zee gedreven zou zijn. Dit
werd verteld en men vroeg den burgemees
ter, die er bij was, wat bij nu wel van
zijn John dacht.
„Wat zal ik zoggen", zeido hij. „Nadat
Jolm door het gerecht zijn straf had ont
vangen, dus zijn schuld had uitgeboet,
werd hij, zooals bijna altijd, aan zijn
lievo medemenschen overgelaten orh hem
te sarren, cn zij hebben hom in den dood
gedreven,want de menschen zijn zonder me
delijden met degenen, dio het gerecht
reeds gestraft heeft. Wat ik denk? Spreek
niet meer over hem. Hij is bij zijn Op
persten Rechter, Die medelijden heeft met
een rouwmoedig zondaar".
„Ja, burgemeester; u hebt hem altijd
de hand boven het hoofd gehouden".
Ik kwam nu stilletjes aan 4ot het be
wustzijn, dat ik, ver van mijn geboorte
plaats, in een houtvesters woning aan het
raam stond. De maan scheen helder over
het woud en uit het weiland klonk het
knarren van den kwartelkoning. Ik keek
op mijn horloge; het was één uur. JSet
licht op den tafel wa3 bijna opgebrand.
Half in visioen had ik een menschenleven
voorbij zien vliegen, dat inij sedert mijn
jeugd een raadsel was. Nu wist ik opeens
alles goed en zag ik den dooden ongelukki-
gen ineengekrompen in de akelige diepta
Nu ik den naam van mijn gastvrouw ge-,
hoord had, wist ik ook dat uit den diepen
put zijn stem nog eens door een lovend
mensch gehoord was, door een jongen van
slechts veertien jaar.
Den avond iia het verdwijnen van den!
armen man was ik bij kennissen, toen da.
zoon Christiaan met zijn vlindc-rnet doods
bleek in de kamer kwam. i-
„Hét spookt!" riep hij, en keek angstig
cm, of hier het spook hefn nog kwaad kon
doen. „Lacht u niet; ik heb het zelf ge-«'.
boord". ij
Hij was op bet aardappelland bij dé
put geweest om doodshoofdvlinders ta
vangen, dio daar in do schemering zouden'
vliegen. Niet ver van het stoppelveld had J
hij duidelijk zijn naam: „Christiaan" hoó[
ren roepen, met een stem zóó akelig
angstwekkend, als liij ooit gehoord had.;]
Van schrik was hij zoo hard hij kon
geloopen en had nog eens zijn naam gwj
hoord of men hem wilda pakken. 'J
Nu, na dertig jaar, wist ik dat h^t geeiïj
spook goweest was, en niet Ghris$iamaj
had hij hooren roepen maar 'den naf^l
van John's dochtertje: Christine; beneden!^
in dien put, hopeloos en vol angst,
- - - - (Slot volgt)*