'weede B!ad leitsdag 24 October 1923 tweede kamer. Jg adoring van gisteren. De Vicotv/et. Iflgegaan wor-clt met het welsont- (ol vaststelling van do sterkte en felling der zeemacht en aanleg steunpunten en versterkingen in Indie (Vlootwet 1924). iter N o 1 o n s (R.-K.) zegt dat be- jjke financieele, economische, tcch- strategische en nautische beschou- a over dit ontwerp zijn gehouden. j5 er eenigszins meo verlegen dat hij 3 enkelo opmerkingen van eenvou- aard beeft te maken. ten, zij hot niet-önvriendelijken is de meening uitgesproken dat houding verleden jaar April bedoel- vet op do lange haan te schuiven argumenten zijn daarbij niet ver- de Minister van Buitenlandsche jiug naar Genua en do Kamer wil- recès. Deze Minister kon dus geen verstrekken en spr. vreesde >t niet gelukken zou in één dag ge- j komen met de discussie. De Vloot- ju naar spr.'s oordeel onmiddellijk reces kunnen worden behandeld, bedoeling was dus duidelijk en le andere veronderstelling is dus eden. de verkiezingen is niet over de ret gesproken. Spr. vraagt of dat De atmosfeer vau overdrij- en opzichte van dit ontwerp bestond. niet. Do keeren dat spr. bij de zingen sprak, heeft -hij over defensie iken op do wijze waarop hij dat al- leeft gedaan. Dat hij spr. weinig rift beslaat voor het Vlootplan, spr. niet ontkennen. Dergelijke behan- lieeft niet plaats Nolens volens, Nolens nolens. (Gelach). In dat op- tfaat hij in dezelfdo positie als de Kamer. Graag besteedde hij de anders, maar hij acht dat de de- nitgaven, blijven, behooren tot de ikelijbe uitgaven. Do Regeering ver- iaarozn waardeering die haar niet iden wordt, zelfs niet door'de tegen rs, dat zij deze zaak inziet, niette- snde zij zich bewust is van den id di8 haar wacht, atmosfeer waarin de behandeling heeft en de aard van het onderwerp de positie niet aangenaam. Na een is het niet anders dan natuurlijk it de oorlog nog meer verafschuwd n dat dio -afschuw zich uitstrekt wat met dien oorlog verband uit afschuw voor den oorlog mag gi ad niet weerloos worden gemaakt en uilen staat gesteld worden om zijn V itionale plichten na te leven. Men ach dus voor verwarring van bo- i Nu er bezuinigd moet worden is rklaarbaar dat een schijn van tegen [beid wordt gewekt. Men is geneigd it noodzakelijke van alle uitgaven uit ig te verliezen. De atmosfeer waariïi «handeling plaats heeft is niet gun lat geheele lancl verkeert in een at- r van overdrijving. Het petitionne- ïordt aangeboden onder de leuze Dmillioen gld. wordt gevraagd voor Ibreiding. Dit i.s natuurlijk niot de werkelijkheid is dat over twaalf ardeeld zal worden een bedrag ter salie van de vloot, waardoor ieder ai bedrag wordt beschikbaar gesteld 5 iel veel hooger is dan thans wordt even. hew Duymaer van Twist i Dan toe-kenen zij niet (Gelach). 6 beer Nolens (R.-K. vervolgt. De wordt gewekt dat wij een groote aan bouwen, terwijl het er om gaat i achterstallige in to halen en het te organisceren. ghyerping van dit ontwerp wordt de schijn gewekt in het buitenland- dat Nederland niets voor zijn vloot en zijn verplichtingen over heeft. Do tegenstand is grootendeels geba seerd op een bevuslen of onbewusten af keer van iedere defensie. De vraag is of liet voor ons noodzakelijk is de vloot te hebben en in stand te houden1? Dat is de primordiale kwestie. Altijd is tegen dc defensie-uitgaven ge sputterd, maar toon het gevaar dreigde, werd in den jongsten milicien een redden de engel gezien. Nu hoort men weer het oude: wat kan oen legertje, wat kan een vlootje tegen de overmachtige staten doen? Men kan aan do waarde twijfelen, maar spr. meent dat het in de eerste plaats aan leger en vloot is te danken, dat wij huiten den oorlog blijven. De preventieve wer king van het leger gelijk die is of gelijk die vermoed kan worden hetgeen het zelfde is heeft haar beteekenis. (Gelach) Volgens den lieer Merchant zijn er vele groepen van tegenstanders legen deze wet: nihilisten, anti-militaristen enz., zij dio niet gelooven in de doelmatigheid van het plan. Deze laatsten zijn natuurlijk niet te helpen, omdat zij hun eigen plannen moe ten maken. Ten slotte de bezuinigers. Met deze valt ook moeilijk to praten en de geloovigen in den vooruitgang der be schaving. Deze laatste groep heeft •hellicht den meesten aanhang en voor deze is het gemakkelijkst propaganda te maken. Het geloof berust op een verkeerd begrip van de verhouding van macht en recht, en deze menschen willen nationaal toepassen wat slechts internationaal is toe to passen. Zij zullen het probeeren zender machtspositie maar verkceren zij niet in dwaling over de vordering van het internationale recht én gelooven zij, dat van alle machtsmiddelen kan werden afgezien tijdens uitoefening van dat recht. Zij, die zoozeer gelooven in het recht, zijn dikwijls do eersten, die naar machtsmiddelen grijpen cm het recht te handhaven. Hoo. optimistisch men mag zijn ten op zichte van do ontwikkeling van den Vol kenbond, het staat wel vast, dat deze Bond onvoldoende machtsmiddelen bezit. Dit zegt niets tegen den Volkenbond, want deze is nog niet do internationale organi satie die men wenschte dat hij was. Daar door zijn or weer personen, dio zich van dien bond afwenden, naast anderen, die een to hooge illusie er van houden. In middels zullen de Staten zelf voorshands hun machtsmiddelen moeten houden, niet om tegen het recht te ageeren, maar wel om die "in dienst van het recht lo stellen, nationaal en internationaal. De lieerVan Ravesteyn veronder stelde, dat de Katholieken tegen den oor log zijn. Dat is juist, maar niets bijzon ders. Wio is niet tegen den oorlog? Maar daaruit af te leiden, dat men tegen iedere zelfverdediging moet zijn, dat gaat niet aan. Die fout wordt door velen gemaakt. Misschien deed do heer van Ravesteyn beter zijn theorie te verkondigen tot zijn partijgenooten in andere landen. Spr. wijst op do vredesaetie van den Paus, dio echter geen eenzijdige ontwape ning oplegt aan de landen. Wij zijn nog heel ver af van hetgeen wij allen willen, maar voorloopig blijven sancties van het recht onmisbaar. Zij, die nationaal ontwa pening willen, zijn eigenlijk degenen dio het er maar op wagen willen en het risico willen aanvaarden. Dat nu kan spr. niet goedkeuren; het geloof in den Volkenbond moet niet gepaard gaan met een poging om reeds nationaal te ontwapenen. Velo vragen kunnen bij deze Vlootwet rijzen. Waarom dit plan? Omdat de des kundigen dit voor het beste houden. Waar om Yoor zes jaar? De Kamer houdt 'toch rekening met do verandering van omstan digheden. Is de uilvoering urgent? Spr. weet dat een reorganisatie van de vloot noodig is. Er zijn nog* vele bezwaren gemaakt; spr. hoopt dat do Regeering ze kan weer leggen of wegnemen. Als de Kamer dit voorstel beziet is het in het werkelijke licht ca in de werke lijke proporties en zij geen nationale op lossing wil geven aan wat internationaal moet geschieden, dan zal zij dit ontwerp aanvaarden. Spr. meent het niet te mogen afwijzen en zal dus uit volle overtuiging er vóór stemmen. De heer De B oer (Plattel. Partij) acht dit voorstel één stuk inconsequentie. Ove- i 1 rigens- spreekt hij geheel- in-den geest vair zijn.partijgenoot Braat. De heer Kuiper (R.-K.) slaat hier niet op het standpunt; geen man en geen cent, maar hij staat ook niet op het standpunt dat vóór alles de militaire uitgaven ver zorgd moeten worden. Hij wenscht tolken jare gezien de economische en finan cieel omstandigheden te bepalen wat voor defensie kan worden uitgegeven. Het zal hem moeilijk zijn z'n stem adn dat ontwerp to gevc-u als het ongewijzigd blijft op bet punt der vastlegging voor vele jaren. De heer Troelstra (S.D.) meent, dat niet alleen het gevoel maar ook het ver stand zich doet gelden bij de beoordeeling van deze wet.-Het risico, dat do heer No- lens op zich neemt, kost zeer veel gelcL Spr. wil niet meer meedoen aan militaire uitgaven, zelfs niet voor de verdediging der neutraliteit. Spr. heeft daarvan afge zien sedert hij weet dat ons leger het hoogstens twee dagen tegen Duitschland zou hebben kunnen uithouden. De lieeren moeten niet denken, dat zij door aanneming van dit ontwerp er zullen afzijn. Telkens zullen nieuwe agitaties ont staan tegen verdere uitvoering der Vloot wet. Over den Volkenbond zal spr. niet veel spreken, omdat dit spoedig wel zal kunnen geschieden. Waarom brengt de Regeering alles in gevaar met dit plan? Zelfs do coalitie wordt in do waagschaal gesteld. Hebben wij hier te doen met een wanhoopsdaad van iemand, die het leven moe "is? Of is het een krachttoer om zijn macht tè doen gelden? Spr. begrijpt niet waaraan hij 'dit drijven met do Vlootwet moet toe schrijven. Hij tast in het duister. Spr. bestrijdt sommige gedeelten uit de redo van den lieer Marchant. Spr. vrcest- dat er onder de Katholieken wel mannen zullen zijn, die hun steun aan de Regee ring geven, al zonden zij liever tegen deze wet stemmen. Indien dezo wet op die wij- zo wordt aangenomen, zal de agitatie in het land niet uit zijn en zal spr. het volk de oogen openen voor de wijze waarop met zijn belangen in het Parlement wordt gespeeld. Do aanneming van do Vlootwet zal het sein zijn voor een actie zóó krach tig als nog zelden is gezien. De heer Fruytier (R.-K.) sluit zich in veel bij den heer van Schaik aan. Hij is ook niet gerust of deze wet ons niet te veel bindt. Omtrent do financieele ge volgen heeft de Regeering z.i. niet voldoen, do inlichtingen gegeven. Hij vraagt daar om eenige nader gegevens. Waarom heeft de minister niet cijfers gegeven over on derhoud en exploitatie? Alleen wanneer die bedragen bij de totaio .kosten werden geteld, kunnen wij nagaan wat deze zijn Spr. kan een vlootplan, zooals hier is voorgesteld, accepteeren, maar een volle dig financieel plan had men moeten geven Zooveel mogelijk moet de Kamer geregeld kunnen nagaan, hoo het met de uitvoe ring der wet staat. Spr. is het met den heer Bomans eens dat de vloot hier te lande zoo klein mogelijk zij. Voor ons land is éen vloot eigenlijk jjverbodig. Do verdeeling der kosten tusschen Ne derland en Indië acht hij niet billijk. Het gaat niet aan dat Indië een deel van de verdediging van Indië zal dragen. Do beer D e ck e r s (R.-K.) acht her stel van do vloot gewenscht. Echter meent hij dat het financieel perspectief wel ver beterd kan worden, waardoor ook de juis te waarde van de vloot nog zal stijgen. Met namo wijst spr. ip de personeelsorga nisatie; de verhouding tusschen de getal len voor Indië en voor Nederland acht hij niet juist en daarin dient verandering te worden gebracht, waardoor vermindering van kosten is te wachten. Het omwisse lingsstelsel dient te vervallen, want daar mede komen wij nooit tot een goedo per soneelsorganisatie in Nederland. Do V o o r zi 11 e r zegt dat thans 26 sprekers het woord hebben gevoerd, de helft van het verplichto minimum. Hij wenscht wel dat de overige sprekers van het woord afzagen. Mevrouw B r o n s v e 1 d—V i t r i n g a (R.-K.) neemt van deskundigen aan dat Indië verdedigd moet worden. De nieuwe defensie-plannen moesten echter naar ontwapening en alleen in die gedacht© zon zij haar stem aan dit ont werp kunnen geven. Algeheelo ontwape ning ligt in den geest van alle Katholieko vrouwen. Als zijn aanneemt dat het noodzakelijk is Indiü te verdedigen, dan begrijpt zij dat nieuwe lasten noodig'zijn. Zal de Re geering zich beperken tot het uiterst nood zakelijke? Spr. kan niet beoordeelen of de Regeering dit bij de Vlootwet doet. Met dit ontwerp had echter gepaard moeten gaan een herziening van onze defensie, waardoor alles tot het uiterste werd be perkt. In dit opzicht is de Regeering te kort geschoten. Zij acht zich niet verantwoord haar slem te geven aan dit ontwerp, omdat zij niet do overtuiging heeft dat het komt van een regeering die alleen beoogt den oorlog te voorkomen. Het valt haar zwaar af le wijken van voormannen in hare par tij, maar zij meent te handelen naar haar innigo overtuiging als zij tegen dit. ont werp stemt. De heer S c li ok k i n g (G.-H.) be strijdt de bewering van den heer van Ra- vensteyn, dat srp.'s partij vóór den oor log is. Hij ontkent dit ten stelligste: ieder wet dat Nederland geen oorlog wil cn ook dus niet zijn partij. Vervolgens zot hij uiteen dat verdedi ging een dringende eisch is. Wij zijn ver plicht onzo neutraliteit te handhaven en onze internationale verplichtingen na to komen. Do vergadering wordt verdaagd tot lie den 1 uur. De Vlootwet. Naar aanleiding van do daarop gege ven tegenspraak is het „Vaderland" nog eens teruggekomen op zijn bericht inzako de pressie, welke door de Anti-R.evolutio- nairen en Christelijk-Historischen op de R.-K. Kamerleden zou worden uitge oefend om de Vlootwet to doen aannemen. Het blad tracht, zooals wij mededeel den, zich uit de moeilijkheid te redden door de mededeeiing, dat de bewuste ver gadering der R.-K. Kamerclub niet Vrij dag doch Donderdag heeft plaats gehad en zegt dan verder, "dat „het formeel juis ter ware geweest om te spreken van „do zienswijze van den premier, die ter ken- nisse van de Roomsch-Kalholieke Ka merclub is gebracht". Hiertegenover kan de „Msbd." mede- deelen, dat ook Donderdag oen dergelijke mededeeiing van den premier in de ver gadering der R.-K. Kamerclub niet is be handeld en het blad houdt vol, dat ter zake in het geheel geen mededeeiing van den minister-president aan de R.-K. Kamerclub is uitgegaan. De Christ. Vakbeweging-International^ B es tuurs vergadering. Het bestuur van het Internationaal Christelijk Vakverbond vergaderde op 19 en 20 October te Basel, onder voorzitter schap van den heer Nationalrat Jos. Scherrer (Zwitserland). Do heer H..Pauwels, aangewezen door de Belgische Christelijke Vakcentrale, als mede do heer A. Gurik, vertegenwoordi ger der Tsjechische Christelijke vakver- eenigingen, werden als bestuursleden ge ïnstalleerd. De behandeling van het vraagstuk der vaststelling van algemeeno beginselen voor de arbeidsinspectie, hetwelk het eenigo punt der agenda van do Vijfde Internationale Arbeidsconferentie vormt, was voor het bestuur aanleiding, zijn standpunt dienaangaande in eeu aan do conferentie ge/richt memoraduni vast [te leggen. Het Bestuur besloot in te gaan op de uitnoodiging van het Nederlandsch Co mité tot Bevordering van een Vreedzame Oplossing van het Vraagstuk van Herstel en Schadevergoeding (Herstel-Europa- Comité), om le zamen met eenige andere internationale organisaties een comité te vormen ter bijeenroeping van een com missie van deskundigen, die tot taak zal hebben, een economischen grondslag voor het herstelvraagstuk te zoeken. Het bestuur zal het door die Commis sie uit le brengen rapport, hetwelk de uit- noodigend© organisaties in geen enkel op zicht verbindt, van vakbewegingsstand punt uit aan een nadere beschouwing on derwerpen. De door de bestuursleden uitgebrachte rapporten over de positie der vakbeweging in do verschillende landen leidden tot een onderzoek naar de oorzaken van den fu enkele landen te constaleeren achteruit gang der ledentallen. De behandeling van het vraagstuk der werkloosheid en van de "positie van den arbeidersstand zal in do volgende bijeen komst van het bestuur worden voortgezet. Het besluit werd genomen, in de ver schillende landen een propaganda-actio voor do Internationale Christelijke Vak beweging en haar program to orgaai- seeren. De officieelo mededeelingen van het I. C. V. zullen met ingang van Januari 1924 behalve in het Duitsch en hel Fransch, ook in het Nederlandsch worden uitgc- geven. De werktijdveriengint! in dc textiel- industrie. j staking. Maandag vond in Enschedé een verga dering plaats van de hoofdbesturen van de R.-K., Chr. en moderne textielarl n- dersbanden. Het hoofdpunt van het be« spreken was een brief van de textielfa brikanten, waarin deze het volgende mede- deelen: „In antwoord op uw schrijven d.d. 15 dezer, hebben wij de eer u mede to dee- len, dat, aangezien loonsverlaging voor ons het eenige overgebleven middel is om de absoluut noodzakelijke verlaging der productiekosten te bevorderen, de aange kondigde loonsverlagingniet kan worden ingetrokken. - Uw bewering, dat de aangekondigde loonsverlaging door niets gemotiveerd zou zijn, bevreemdt ons ten zeerste, daar wij ii do redenen, die ons dwingen om do pro ductiekosten te verlagen, herhaaldelijk hebben medegedeeld. Wilt u onze desbe treffende opgaven niot gelooven, dan ia dat uw zaak, maar dat verandert niets aan do juistheid ervan." Do besturen besloten om met ingang van Maandag 29 October de staking to proclameeren voor de fabriek „Gremers- maten" van de firma Van Heek" en Co. to Enschedé aan welke fabriek sinds do groote staking van 1902 niet meer is ge staakt. Algem. R.-K. Werkgavars-Vcreaniging in het Bisdom Haarlem. In het gisteren door ons opgenomen communiqué, betreffende het programma der Lezingen in het Winterseizoen 1923 1924, is, naar men ons nader bericht, een fout geslopen. Dit programma betreft n.l. de afdeeling „Rotterdam en Omstre ken". Alléén voor deze afdeeling zullen, de opgegeven lezingen worden gehouden.' Binnenkort zal het programma der Le^ zingen voor de afdeeling „Amsterdam en Omstreken" worden bekend gemaakt. fêeEH/ssaggd® I2@§»iehtes»» De moordaanslag te Gron. Gisterenmorgen is te Wildervank ten huize zijner schoonouders aangehouden dö dader vand en moordaanslag te Groningen Hij was niet in heb bezit van eenig geld. Door de recherche wordt daaromtrent een dader van den moordaanslag te Groningen en zijn vrouw verklaarden niets van de; toedracht der zaak te weten. Hij was de3 nachts op de fiets naar Groningen geweest en kwam ook terug. De dader heeft bekend en wordt op transport naar Groningen gesteld. De politie te Wildervank en die vaü Groningen hebben den dader gevat. Treinontsporing. Gisterenmiddag om 1 uur vertrok van het station te Gouda het treintje naar Schoonhoven. De locomotief en do goede renwagen reden goed over den eersten wis sel, doch de twee personenrijtuigen ont spoorden daarop. De inzittende personen' bekwamen geen letsel. De materieel© scha de was niét groot. De locomotief met den goederenwagen, waarin de passagiers voor de richting Schoonhoven plaats namen', zette de reis voort. Het spoor was ver sperd, zoodat de dienst niet verder dan tot do halte Karnemelksloct kon plaats heb ben. Doodelijk ongeluk. 'De' smidsknecht A. uit Heerhugowaard is Zaterdag in do nabijheid van Schagen, toen hij per fiets een overweg overstak, door een juist passeerenden trein gegre- FEUILLETON Kind der Smarte. fot Duitsch naverteld door V. W. (Nadruk verboden). zag wel dat haar vader erg maar hij zeido lachend: „Ga Pea', ea maakte do armpjes los "p. 011 ^gde haar lokker in het zij scheen getroost, want zij Ktgea en was weldra ingeslapen ders hand hield zij stevig om- Qaar de slaap maakte ook de klei ns los. ^teei zitten. De maan was opgeko- j^aeen in de kamer. De man keek °°P naar zijn kind. Wat zou hij spaarkas? Wie zou borg zijn? ^moester Hij had dezen winter 'er leen gevraagd, nadat de ■J*11 ^0n Put opgestookt waren. De Daa if ^et ^em dadelijk gege- scherp aangekeken cn gc- y ,al 8ij uiet in verzoeking zult ötJ"-' cn bij voelde nog de ril- tehLfte ^eele lichaam, toen hij er sa,", 'j i do bur0emeester alles wist, Cp; ivae£l? Op eens kwam het bij ftfen 0en boef, dio is niet to ll]'j na dien tijd altijd Een drukkende gedachte Haal/111 °I}' .fa' seld bad hij itoaar hij ging niet meer naar feester. - van den meubelmaker Dpelen. Zou hij er waf vra gen? Hij beet zijn tanden op elkaar Zij hadden hem geholpen met do dood kist van zijn vrouw; maar nu had hij geen werk. Een oogenblik was hij met zijn gedachte weqr ver weg. De maan bescheen de kachel juist op het schroefje „Hanna", zuchtte hij, „jo bent op tijd gestorven". Een ondragelijke ellende deed hem zijn armen vér uitstrekken, maar de ellende van den honger, vooral van het kind, was toch het ergste. Plotseling dacht hij aan een veld met aardappelen, niet ver van den put (bij den put had rogge-gestaan). Daar kon hij er misschien wat van nemen, een paar strui ken maar. Morgen kon er misschien werk komen; zoo niet, dan zou God wel helpen Lang zat hij nog te denken tot de maan onder was en hij wist dat allen sliepen. Het was pikdonker, maar John was zoo dikwijls dien weg gegaan dat hij het aard appelveld gemakkelijk kon vinden. Door hét slaan der struiken tegen zijn boenen wist hij, dat hij op het aardappelveld was. Hij liep er verder in en hukte zich en dan graaide hij met zijn hand in den grond. Maar telkens vloog hij verschrikt op, door het gedierte dat over zijn hand liep: padden, duizendpooten en meer zulk gespuis.. Het zakje dat hij meegenomen had wa9 half vol, Hij woog het eens in zijn hand, het was genoeg, maarhij had den zak omgekeerd cn alles weer op den akker geschud. Zijn hoofd werd zwaar cn langzaam zeido hij: „Ik kan niet. Lieve God mijn land zal van honger omkomend Laat mij het redden; ik ben toch ook een mensch!" Hij stond s'ii ©n luisterde of een stem in den nacht hem zou antwoorden. Hij pakte het zakje stevig vast en liep verder, altijd verder. Er scheen geen ster meer, dio hem den weg wees. Hij liep dan hier dan daar en vond geen uitweg. Hij dacht op eens dat hij, nu tien jaar geleden,oppas- ser was geweest, en zijn vrouw, toen een zestien-jarig meisje, zich in zijn armen wierp. Met deze zoete gedachte ging hij steeds voort. Een patrijs of een kwartel vloog voor hom op, hij liep steeds voort, hij moest naar huis. Daar blonk aan den horizon een zwakke schijn. Zeker een onweer op komst. Hij stond een ocgenhlik stil en dacht na. 's Avonds had hij de donkere wolken wel opgemerkt; nu wist hij op eens waar Oost en West was. Hij keerde zich om en liep steeds harder op het stoppelveld; hij verlangde naar zijn kind, zijn huis. Daar lag iets voor zijn voeten, hij strui kelde, hij deed een nieuwen stap, zijn voet vond geen steun, een gillende schreeuw! en het was of de aarde hem opge slokt had. Een paar vogels schrikten op, dan, was alles stil. Geen mensch was er te beken nen. Eentonig suizelde do wind en mil- lioenea diertjes knaagden zacht hoorbaar aan de wortels der planten. Do drukkende hitte maakto plaats voor een flinken plasregen en slechts het gerommel van den donder waè nog hoor baar. In de hut ontwaakte een kind. Het cfroomdo dat het een brood had gekregen en toen het er in beet was het een steen. Half droomend reikto het naar het andere bed om do hand van haar vader to pak ken, doch het was de hoek van een kus sen. Zij hield het vast en sluimerde weer John Gliickstad is nooit weer naar zijn huis cn kind teruggekeerd. Wat de politie ook deed, er was geen spoor van hem te ontdekken. Eenigo dagen sprak men er in het stadje over. Do een zeide, hij was met zijn kameraad Wenzel over zee ge gaan; hoeven ging het daar altijd goed. Het geld hadden zij wel bij elkaar gekre gen op weg naar Hamburg en het kind was goed hij kosters Marike. Anderen meenden dat hij bij de sluis, waar hij en Wenzel eens hun misdaad besproken had den, den dood gezocht had cn met ebbe zijn lichaam in zee gedreven zou zijn. Dit werd verteld en men vroeg den burgemees ter, die er bij was, wat bij nu wel van zijn John dacht. „Wat zal ik zoggen", zeido hij. „Nadat Jolm door het gerecht zijn straf had ont vangen, dus zijn schuld had uitgeboet, werd hij, zooals bijna altijd, aan zijn lievo medemenschen overgelaten orh hem te sarren, cn zij hebben hom in den dood gedreven,want de menschen zijn zonder me delijden met degenen, dio het gerecht reeds gestraft heeft. Wat ik denk? Spreek niet meer over hem. Hij is bij zijn Op persten Rechter, Die medelijden heeft met een rouwmoedig zondaar". „Ja, burgemeester; u hebt hem altijd de hand boven het hoofd gehouden". Ik kwam nu stilletjes aan 4ot het be wustzijn, dat ik, ver van mijn geboorte plaats, in een houtvesters woning aan het raam stond. De maan scheen helder over het woud en uit het weiland klonk het knarren van den kwartelkoning. Ik keek op mijn horloge; het was één uur. JSet licht op den tafel wa3 bijna opgebrand. Half in visioen had ik een menschenleven voorbij zien vliegen, dat inij sedert mijn jeugd een raadsel was. Nu wist ik opeens alles goed en zag ik den dooden ongelukki- gen ineengekrompen in de akelige diepta Nu ik den naam van mijn gastvrouw ge-, hoord had, wist ik ook dat uit den diepen put zijn stem nog eens door een lovend mensch gehoord was, door een jongen van slechts veertien jaar. Den avond iia het verdwijnen van den! armen man was ik bij kennissen, toen da. zoon Christiaan met zijn vlindc-rnet doods bleek in de kamer kwam. i- „Hét spookt!" riep hij, en keek angstig cm, of hier het spook hefn nog kwaad kon doen. „Lacht u niet; ik heb het zelf ge-«'. boord". ij Hij was op bet aardappelland bij dé put geweest om doodshoofdvlinders ta vangen, dio daar in do schemering zouden' vliegen. Niet ver van het stoppelveld had J hij duidelijk zijn naam: „Christiaan" hoó[ ren roepen, met een stem zóó akelig angstwekkend, als liij ooit gehoord had.;] Van schrik was hij zoo hard hij kon geloopen en had nog eens zijn naam gwj hoord of men hem wilda pakken. 'J Nu, na dertig jaar, wist ik dat h^t geeiïj spook goweest was, en niet Ghris$iamaj had hij hooren roepen maar 'den naf^l van John's dochtertje: Christine; beneden!^ in dien put, hopeloos en vol angst, - - - - (Slot volgt)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5