Tweede Blad 13 October 1923 UIT DE PERS onze zelfstandigheid. fl(jpr bovenstaand opschrift 6chrijft tCentrum: minister-president heeft gisteren in antivoord aan den heer Troelstra vollen nadruk gelegd op de zclflstan- heid van onze buitenlandsche politiek. tXCi was op dit punt zoo positief f^de Nederlandiscthe staatkunde is plaats voor buitenlandsche pressie, joiilieke obligo's. Onze buitenlandsche lek wordt beheerscht door het zelf- verklaring ligt wel het zwaar der eergisteren gehouden bespre-, en zij kan niet anders dan een 'menden indruk maken, ie nog twijfelen mooht weet het nu. sderland gaat zijn eigen weg. begeeft zich niet op avontuurlijke het dringt zioh niet aan anderen, de regeering maakt geen bezwaar openbare zitting, ten aanhoore van jn haar standpunt te dezer zake "en onomwonden aan te geven, is verheugend en dit is edht Ne- ndsch. kan ook niet anders, aan een g maken naar huiten, en het ver- verhoogen, dat men elders in on- wding stelt, t te meer, daar men wel als vast- oiag aannemen, dat er geen partij p van beteekenis in ons land ge wordt, die een tegenovergestelden zou willen uitgaan, de minister uitsprak leeft in het des vclks, heeft zijne warme en vol- instemming. voor de behandeling der Vlootwet de ministerieel© verklaring dit Voor- opgeleverd, dat bij voorbaat een e'c- uit het debat is verwijderd, hetwelk niverheid van beo orde eling dreigde •troebelen. ichouwingen, beweringen, insdnua- mtrent buitenllandsohe inmenging of landscbe pressie belmoren nu al geheel achterwege te worden gela geen reden voor, en ze verra- s jibr. Ruys het uitdrukte, een behalve juist begrip van de Neder- Sfaatkunde. IJK IT DE OB8BEHI8IB ALKEMADE. School te Oude-Wetering. delijk is de lang verwachte uit- van de Kroon gekomen. Zes maan- mg heeft men in Don Haag zitten d over de vraag: Zullen we het lesluit goedkeuren, ja of neen; zul- e heeren Ged. Staten gelijk geven ja ra? We gelooven vast en zeker dat eren daar het' zelf niet wisten en m hebben ze er maar een draai aan- m en gezegd: „Gemeentebestuur van ade, je bent te laat"!, doch Alkèma- ls niet te laat; er is groot onreoht ed. Ged. .Staten van Zuid-Holland bij hun besluit van 31 Juli/15 ilus 1922 hgt raadsbesluit tot ophef- an de 0. L. School niet goedgekeurd aad van' Alkemade maakte gebruik rlikel 200 van de Gemeentewet, waar staat dat binnen 30 dagen na dag ing van het besluit van Ged. Staten bij de Kroon kan worden De Raad nam op 31 Augus- het besluit om in beroep te gaan idres werd 1 September pér morgen-' erzonden en kwam eerst 4 Septem- den Haag aan. Het aantal kinderen 0. L. School te Oude-Wetering dat Jjn herwijs verlangde,was intus- in plaats van grooter, kleiner *ge- de kans voor de gemeente Alkomade om te winnen, nog grooter was Doch wat gebeurde er? Aan den datum van het besluit van Ged. Staten werd die beteekenis gegeven, dat 31 Juli de datum was van het besluit door Ged. Staten ge nomen en 15 Augustus de datum van verzending van het besluit. 15 dagen heeft men op de griffie in Den Haag noodig ge had om een brief te verzenden. We zullen hier maar een grcot vraagteeken achter zetten, doch kunnen niet nalaten hieron der 'te laten volgen een stukje uit de ver dediging door den secrètaris der gemeente hij den Raad van State naar voren ge bracht en luidende als volgt: In het sohrijven van Ged. Staten d.d. 16 Januari/25 Januari 1923 B, No. 405, merken Ged. Staten op dat de Raad in zijn beroep niet ontvankelijk zal moeten worden verklaard, aangezien niet is in acht genomen de in artikel 2Ö0 der Ge meentewet genoemde termijn. B. en W. van Alkomade kunnen tot hun nen spijt het. standpunt van Ged. Staten niet deelen, daar de beslissing van Ged, Staten niet werd genomen in de vergade ring van 31 Juli 1922, doch in de verga dering van 31 Juli/15 Augustus 1922. De dagteekening van het aan ons toegezon den besluit luidt dan ook: 31 Juli/15 Augustus. Zelfs Uw Raad is naar onze meen ing dezelfde denkwijze toegedaan als ona Collego, daar in den oproep van den Raad van State d.d. 6 Maart j.l. no. 187 ook wordt gesproken van het besluit van Ged. Staten van 31 Juli/15 Augustus, zoo dat van een te laat in beroep gaan geen sprake kan zijn. Wij mogen toch wel terecht veronderstellen dat de wetgever den be roepstermijn van 30 dagen als bedoeld in art. 200 der Gemeentewet, wel zoo heeft gesteld, dat aan het lichaam dat in be roep toch wel een tijdsverloop van 30 da gen zal gegeven worden en niet van 13 dagen, zooals blijkt uit den datum van het ingekomen stuk. Nergens is in het besluit van Ged. Stateu, houdende niet-goedkeu- ring te lezen, dat het besluit is geno men in de vergadering van 31 Juli, dooh wel in die van 31 Juli/15 Augustus 1922. Indien de bewering van Ged. Staten zou blijken juist te zijn dat het bewuste stuk 15 dagen op de griffie is blijven liggen, dan betreuren wij ten zeerste den gang van zaken op die griffie en zal het hoog tijd worden, dat art. 200 der Gemeente wet een belangrijke wijziging ondergaat. Doorredeneerende zouden Ged. Staten een stuk wel drie weken en nog langer op de griffie kunnen laten liggen en de Raad zou geen recht meer hebben om in beroep te komen. We gelooven niet dat dit de be doeling van art. 200 der Gemeentewet zal zijn geweest. Ook de heeren rechtsgeleer den, met wie wij hebben geconfereerd, zijn onze meening toegedaan. Wij blijven derhalve ons vasthouden aan den datum van 15 Augustus 1922, zoodat wij nog den tijd hadden met reclameeren tot 14 Sep tember 1922. En nu komt het Kon. Bosl., houdende niet-ontvankelijk verklaring van hetraads besluit, luidendo o.ui. als volgt: Wij Wil- helmina enz. Beschikkende op het beroep ingesteld door den Raad der gemeente Alkemade tegen het besluit van Ged. Sta ten van 31 Juli/15 Augustus 1922, waar bij goedkeuring is onthouden aan het Raadsbesluit; den Raad van State gehoord; enz. dat GedT Staten van Zuid-Holland hij besluit van 31 Juli/15 Augustus 1922, met toepassing van art. 23, eerste lid der L. O.-wet, aan het raadsbesluit hunne goed keuring hebben onthouden; dat het Gemeentebestuur binnen 30 da gen, te rekenen van de dagteekening van de beslissing (zijnde niet anders Jan 31 Juli/15 Augustus) bij ons voorziening kan vragen; dat deze termijn niet is in acht geno men, vermits het bestreden besluit op 31 Juli is genomen (en verzonden op 15 Augustus 1922) en het beroepschrift eerst op 4 September bij ons is ingekomen; hebben goedgevonden den appellant in zijn beroep niet-ontvankelijk te verklaren Een prachtig en handig ingekleed be sluit. Tot tweemaal toe wordt in het Kon. Besluit gesproken van besluit van Ged. Staten van 31 Juli/15 Augustus, m.a.w. Zij erkennen zelf dat het standpunt van het Gemeentebestuur de juiste is, doch ondanks dat laten zij hét onrecht boven het recht gaan. Doch wat is hiervan nu FEUILLETON 611 Ki d der Smarte. jhetDuitsch naverteld door V. W. (Nadruk verboden). w&r heb ik het niet gebracht. Ik iflvoudig advocaat en woon Ik mijn woonplaats, en de vrouw nd(jl ïörrast op, cn ik voelde haar oogen Aekend op mij rusten, at is er vrouw", vroeg de houtves- j|J is oen eenvoudig advocaat good «>k zeide zij, en gaf mij een ofhe, waarvan de geur alleen mij genoegen deed nemen. Zij A®Pi strooide een handvol kruimels °Peu raam en ging weer zitten. Kwam een vlucht duiven van het musschen uit de boomen, om efeng en' zoodat het een leven was hc^ het goed", zeide de hout- ..sedert Paul in Rühla is. Zij kan aten voor de altijd hongerigen *UUDeh te strooien; of het voor on- V Jen V00r de deugnieten is rustig haar koffie op en l~' ""oor den jongen alleen? Of €r ook niet bijhoort?" oudje', .zei<je do houtvester, "ik ^Baluiten" te slim zullen du VÊrder spraken, kon ik niet OfiV k i vrouw aan te zien, tKh ia0 trekken in het gelaat cikens dacht ik weor: vNeen, olie ken je niet, je hebt ze nooit gezien". Ook in haar spraak: het verwisselen van gelijkluidende medeklinkers merkte ik niets al dacht ik soms do. scherpe s voor de z to hooren, maar niet org. Denzelfden morgen nog, ging ik mot den houtvester in het woud. Hij wees mij do hoornen, de eeuwenoude eiken aan, de hoornen die weg moeten en die nu geplant waren; hij legde mij zijn systeem van houtcultuur uit. Wij zagen een hert met 16 takken, een paar reeën en uit een moe ras stak zelfs de kop van een wild zwijn, dat ons anet zijn kleino oogjes begluurde. Er waren geen honden hij ons en daarom konden wij zonder gevaar ronddolen. Na het middageten bracht mijn gast heer mij op de logeerkamer: „Het is de kamer van mijn jongen", zeide hij, „het is or koel en stil; je wilde nog schrijven, alles is hier". Hij liaan mij moe naar het openstaan de raam: „Hier zie je een stuk van den tuin, de vijver gaat er achter langs, dan een weiland, dan een het donkere woud. Nu rust je eerst uit van de morgenwan deling". Ik volgde zijn raad en oen tijdje later hoorde ik zelfs de stemmen van de vogels niet meer. Het was vijf uur voor ik wak ker werd. Ik had lang geslapen en haastte mij nu den brief te schrijven. Om 6 uur toch nam de knecht hem mee naar de stad Toen ik beneden kwam, zat mevrouw in do schaduw der linden met een naaiwerk „Dat is voor Paul", zeide zij, „hij is nog jong en wild cn slijt veel, maar 't is een goedo jongen. U hebt zeker goed ge slapen, na do morgenwandeling? De Zon gaat ol onder". het gevolg? De gemeente zal pl.m. f45000 hebben uit t© geven voor een nieuwe school aan het R.-K. Kerkbestuur, dat ge noegen wilde nemen met een oude school mot het oog op de bezuiniging. De oude schoolbal opgeknapt moeten worden, want deze ziet er niet al te bost uit en dat voor 9 kinderen. Een onderwijzeres zal dan op wachtgeld komen, terwijl het Rijk zal moeten betalen de jaarwedde voor het hoofd der school voor die 9 leerlingen. En dat alles in een tijd, dat de regeering zoo schreeuwt om bezuiniging. Hier kon bezuinigd worden zonder aantasting van de rechten der ambtenaren, doch de regee ring bezuinigt zooals uit het bovenstaan de duidelijk blijkt, op die posten waar niet op bezuinigd kan worden en gooit met geld waar bezuinigd moet worden. Tot slot nog deze opmerking. Het boven staande is geschreven om don ingezetenen van Alkemade een juist beeld te geven van den gang van zaken in deze zoo vaak besproken kwestie. Er zijn teeds enkele personen geweest, die dadelijk, toen zij hoorden dat Alkemade het verloren had op grond., dat do beroepstermijn niet in acht was genomen, uitriepen: „Dat is zeer stom van het gemeentebestuur"; doch het gemeentebestuur is niet stom en heeft gedaan wat zij moest doen, goed wetende wat er in art. 200 der Gemeentewet staat. X. LEIMUIDEN. Kookdemonstratie. Namens de direc tie der Sted. Fabrieken van gas en elec- triciteit te Leiden werd op Woensdag en Donderdag, 10 cn 11 October, een de monstralie van electriciteits-artikelen ge houden in café Sneeboer. 's morgens van 10112i en van 's mid dags van 2—5 waren d9 verschillende ar tikelen te bezichtigen en werden tevens gedemonstreerd, 's Avonds van 7*10 uur werd door mevrouw Meeuwse gekookt en gebakken op electr. comforen en even en werd een maaltijd voor 4 personen klaar gemaakt, bestaande uit soep, vleesch, aard appelen, groenten cn vla. Hierna werd Koninginnekoek en tulband gebakken. De lieer Meeuwse hield gedurende dien tijd een zeer duidelijke en uitvoerige lezing, waarin hij de verschillende artikelen de revue liet passeern voor een zeer aandach tig gehoor. Dat do toehoorders tevreden waren bleek toen de lezing beëindigd was en den heer en mevr. Meeuwse een luid applaus werd gebracht. De spijzen, in kor ten tijd bereid, werden door verschillen de personen beproefd en heerlijk bevonden Na do demonstratie werden enkele films vertoond, w.o. de jubileumfilm der Sted. Fabrieken, die zeer in den smaak vielen Wij kunnen niet anders zeggen, dan dat deze demonstratie schitterend is geslaagd Het spreekwoord is hier zeer zeker op zijn plaats: „Zilver zaad, gouden vrucht" Do burgemeester was heide avonden hij de demonstraties tegenwoordig. SASSENHEIM. Opgraving. Bij <13 restauratie der Ned. Herv. Kerk alhier kwamen bij 't opbreken der vloer verschillende grafzer ken bloot. Zooals hekencl is werd vroeger in do kerk hegraven. Twee zerken zijn mooi bewerkt. Op do een, van 1739, staat vermeld de naam Jan Elzevier van Bun- scfroten^ Boven den naam bevinden zich tweo wapens. Het eene is verdeeld in vier velden, waarin twee met lelies en twee met tulpen. Het andero wapen is ook in vieren verdeeld, waarin lelies en leeuwen 't Geheel is gedekt met een kroon van 13 parels. Na wegneming van den grafsteen, kwam do ingang lot een grafkelder vrij. In den kelder stonden tweo kisten, waarvan hout en inhoud zoogoed als verteerd waren. De tweede steen met 't jaartal 1635, bevat de wapeim van Alkemade, Van Haeff, Van Berckenrode en Van Hoorn. Tussohen deze wapens bevindt zich een leeuw, waarboven em helm en hierboven een leeuw, die aan het Z($puwsche wapen her innert. Op de steen is geeD inschrift, wat waar schijnlijk weggebeiteld is. Onder deze steen bevindt zich c m flinke, gewelfde grafkelder, waarin 7 personen zijn begra ven. Een derde graf werd geopend, waarin zich tweo kisten bevonden, beiden van vóór 1800. C'p de een slaat den naam Huijgens cn op die kisten werden twee naamplaatjes gevonden van Huijgens en Ik vroeg naar den opperhoutvester. „Mijn man is voor zaken uit Wij moes ten maar kennis maken, zeide hij, endoor liet hakhout naar het denuenbosch aan do andere zijde gaan. Hij zou ons daar troffen". Wij spraken nog eenigen tijd samen en wandelden toen naar do hoogo dennen, waarvan de eene zijde nog door de zon beschenen werd. Wij waren heiden stil. Onopgemerkt keek ik haar nu en dan aan, doch het maakte mij niet wijzer. „Mevrouw", sprak ik, „mag ik zoo vrij zijn u eens iets te vragen? U weet hoe in den vreemde de geboorteplaats ons al-s tijd blijft trekken". „Wat belieft u?" „Ik geloof", begon ik, „dat u verrast opkeek toen ik vanmorgen mijn geboorte plaats noemde. Hadt u er vroeger mijn naam reeds gehoord. Mijn vader was al gemeen heleend in mijno geboorteplaats". Zij hoog het hoofd en zeide: „Ja, ik herinnerde mij als kind uw naam gehoord to hebben". Ik noemdo nogmaals mijn geboorte- tevens woonplaats. Zij bleef plotseling staan, keek mij aan en de tranen kwa men in haar oogen. Ik verschrikte: „Vergeef mij, het was mijn doel niet u te kwetsen, maar de waard uit „Den Beer", die mijn naam en woonplaats in het vrccmdelingenboek zag, zeide dat u uit dezelfde plaats afkomstig waart". Zij zuchtte diep en zeide: „Ja, als gij daar geboren zijt, zijn wij plaatsgenooten" „En toch", zeide ik, „kan ik u niet thuisbrengen, ofschoon ik al de families van. do stad ken". Huijgensvan Dam. Nog werd een steen blootgelegd die tot dekking diende van een gewoon graf. Op deze staat gebeiteld: Jan Glaezs. Bleycqer, sterf den 30 Maert 1636. Annetghen Jans Synre, sterf den 12 Juni 1642 en Gornelis Jansz. Blijcker zijn zoon sterf den 8 November 1656. Maerle Teuns, dochter van Telioe, sterf den 15 Sept. 1646 en haar man Pieter Dirckz. Gortsnayer, sterf den 29 April 1647. Volgens de boeken moeten zich in de kerk 75 grafkelders en zandgraven bevinden. Bij het sloopen der banken werden nog 3 bidbankjes gevonden die tot gewone banken hervormd waren. Voorwerpen van waarde zijn niet gé- vonden. De kerk, of liever de bouwtrant dateert waarschijnlijk uit de 12de eeuw, daar aan t muurwerk nog de Botische bouwstijl te erkennen is.Naast den ouden ingang der kerk is eene ruimte, die er op wijst dat het -vroeger oen bidkapelleje is geweest. Kortom, alles spreekt wederom van het heerlijke Kath. geloof onzer Voorvaderen. WOERDEN. De Hanze. Deze week vergaderde de Hanze in de Stadsherberg. De Voorzitter opent de vergadering met den Christelijken groet, waarna hij memoreert het zilveren feest van den Z. Eerw. adviseur, de vorige week gevierd. De Hanze was niet in staat een groot feest to organiseeren, daarom hebben wij U op Uw fesldag als blijk van onze sym- pahtie U een bloemstuk gezonden. Al moge dit weinig zijn, bedenk dan dat het tQch is gegeven met een goed hart. Moge het U gegeven zijn nog vel© jaren met dezelfde ambitie zoo mogelijk in Woerden werk zaam te zijn. Hierna doet de Voorz. eenige mededeelingen van huish oudelij ken aard. Do4 notulen worden ongewijzigd goed gekeurd. De Voorz. deelt mede dat de klachten in do vorige vergadering geuit, betreffende handel rijksambtenaren, door het Centraal Bureau nog tijdig aan den Middenstandsraad is overgemaakt. De klachten betreffende het Gemeentelijk Elcctricifeitsbedrijf is met do betreffende leiders besproken. Vervolgens geeft de Voorz. ccn uitvoerig verslag van de gehou den Kringvergadering te Gouda. Hierna werd behandeld de agenda Gen trale Raadsvergadering. Tot afgevaradigde werd benoemd de heer B. de Mol. Do afgevaardigde werd op gedragen de candidaat van de afdeeling Rotterdam to steunen. Met algemcene stemmen sprak men zich uit voor het blijven een een verplicht or gaan. Bij de behandeling begrooting Centraal Bureau wenschte men inlichtingen betref- feide het groote bedrag voor salarissen enz. De afgevaardigde zal trachten hier over nadere inlichtingen te krijgen; voor de overige voorstellen werd vrij mandaat gegeven. De WelEerw. adviseur brengt hierna dank voor wat De Hanze met zijn feest heeft gedaan; spreker acht niet altijd het veler wat gegeven, doch vooral hoe het ge geven wordt, daar komt het op aan. Het doet goed dat men weet vrienden te heb ben, dio het goed met je meenen.. Spreker hoopt nog menigmaal met De Hanze sa men te werken en nog menige vergadering als deze bij to wonen. Bij do rondvraag werd de wenschelijk- heid besproken om wederom een gezellige avond te organiseeren. Over dit punt ont spon zich een levendige discussie, waar hij verschillende voorstellen werden ge daan. Het Bestuur zal na onderzoek van den toestand der kas met nadere voor stellen komen. De tieer G. v. Rooijen vraagt naar de reden dat De Hanze dit jaar geen medaille voor den étalagewed strijd heeft beschikbaar gesteld. De Voorz zegt dat het Bestuur geen aanvrage zoo als andere vereenigingen heeft ontvangen. Na eenige mededeelingen bleek dat dit verzuim buiten de schuld van het Hanze- hestuur lag, doch te wijten was aan sa menloop van omstandigheden. Hierna werden- nog eenige belangrijke zaken in huishoudelijke bijeenkomst be sproken. Gedenkteeken. Zaterdag 20 October zal het gedenkteelcen Ier gedachtenis van bet 50-jarig bestaan van het Centraal Ma gazijn, officieel worden onthuld. Deze plechtigheid zal worden bijgewoond door Z.Exc. don Minister van Oorlog, verschil lende hoofdofficieren en tal rtCh autoxfc teiten. Zoowel voor het personeel als hunne kinderen zal een feest worden gfr organiseerd. ZOETERWOUDE (Hooge Rijndijk). Missie-week. Door den ijver der rcw latricen zijn in de afgeloopen week den, groot aantal programma's aan de huizeS verkocht, ieder gezin is er van voorzien. Gistermorgen werd een algemeeno H. Communie gehouden der kinderen on* Gods zegen over de Katholieke Missies af te smeeken. Om kwart over negen trokken de kinderen onder geleide naar de ten toonstelling in de groote Stads-gehoorzaal te Leiden. Zondag, 's Morgens half acht uur on-? der H. Mis Algemeeno H. Communie om Gods zegen over de Katholieke Missies af to smeeken, onder beide H. Missen Preek en collecte ten bate der Katholieke Mis sie. Zondagavond te 7.30 uur: causerie met lichtbeelden over melaatschcn-verplegir.fc en missiewerk onder do Indianen en Nc-< gers in Suriname, door Pater Mols, Ro demptorist. Maandag 15 October, des namiddags te 4 uur voor de kinderen: causerie met lichtbeelden over „Een blik in China", door Pater Populier, van do Congregatie v. h. Onb. Hart van Maria. ALPHEN AAN DEN RIJN. Gemeenteraad. De Raad vergaderde gistermiddag to 2 uur. Voorzitter burgemeester dr. Lovink Aanwezig alle leden. Na opening met gebed worden de notu len onveranderd vastgesteld en doet de Voorz. mededeeling van de ingekomen stukken, w.o. verschillende door Ged. Sta ten goedgekeurd. Naar aanleiding van een'door den keet D. v. Leeuwen in een der vorige vergade ring gestelde vraag inzake herziening de>- verordening op de vleeschkeuring, deep de Voorz. mede, dat B. en W. voorsteller te dezer zake een commissie te benoemen, die zal hebben na te gaan in hoeverre wij zigingen of decentralisatie kunnen plaats hebben. In deze commissie worden be noemd de heeren D. v. Leeuwen, Rijlaars dam en G. Cox. Hierna beeft aanbieding olaats der ge- meente-begrooling voor 1924. Aan belas tingen zal het volgend jaar moeten opge bracht worden oen bedrag van f 210.000 (vorige jaar f220.000). Het vermenigvul- digingscijfer wordt in verband hiermede teruggebracht van 1.4 tot 1.3. Ingekomen is tenslotte een schrijven van de familie Zaalberg, kinderen van wijlen den heer A. P. Zaalberg, in leven burgemeester van Alphen aan den Rijn en Aarlanderveen, in welk schrijven den ge meenteraad gevraagd wordt te willen aan vaarden een steenen bloemenvaas, te plaatsen in het bij de burgemeester Zaal berg-straat aangelegde park. Het .schrij ven wordt gerenvoyeerd naar B. en"W. om advies. Hierna is do agenda aan de orde. 1. Voorstel van B. en W. tot wijziging van de Algemeene Politieverordening. Verschillende leden voeren het woord over de voorgestelde wijziging om de maxi mum-snelheid voor automobielen in de bebouwde kom der gemeente terug te brengen van 20 tot 15 K.M. De heer den Ouden vindt de kom veel te uitgebreid en zou haar gaarne ingekrom pen willen zien. De heer v. Dijk wil on derscheid gemaakt zien tusscken vracht auto's en personenauto's. De heer Hern- green tenslotte weet niet .vaar het noodig voor is om de snelheid felkens te veran deren. Do Voorz. zegt het door den eer sten spr. geopperde la zullen overwegen. Wat het tweede betreft, zegt de Voorz.. dat B. én W. geen onderscheid mogen ma ken, omdat zulks wettelijk geregeld is. Ten slotte zegt hij, dat do politie strenge in structies zal krijgen om de hand aan deze verordening te ho-iden. Het voorstel van B. en W. wordt ten slotte aangenomen met 143 stemmen, die van de heeren v. d. Neut, den Ouden en v. d. Linden. 2. Voorstel van B. en W. cm te besluiten het openbaar vervolgonderwijs op te heffen. De heer v. d. Linden vindt in het feit, dat dit onderwijs nog gevolgd wordt door 26 personen het bewijs, dat er nog wel belangstelling voor bestaat.. Laat het de „Mijn familie zult gij niet gekend heb ben". „Dat is vreemd. Wannoer zijt u dan vertrokken?" „Zoowat dertig jaar geleden". „Mij dunkt, dan moet ik u toch kennen" Zij schudde het hoofd: „Do oorzaak is an ders, mijne wieg"; zij zweeg even en zei de: „Ik had or misschien geen, en de hut waarin ik geboren ben was gehuurd door een arbeider, cn ik ben zijn dochter". Zij keek mij met haar heldere oogen aan en zeido: „Mijn vader was John Hansen". Ik dacht na. De naam Hansen is bij ons zoo algemeen als het zand aan de zee „Ik kendo voel arbeiders", zeide ik, „bij een kwam ik zelfs elke week, en ben nog dankbaar voor hetgeen ik van hem leer de, maar de naam van uw vader is mij onbekend". Zij luisterde met alle aandacht en ik meende lo zien dat haar oogen vochtig werden. „Gij hadt hem moeten kennen", zeide zij, „dan hadt gij nog .meer respect ge had voor de zoogenaamde arbeiders. Mijn moeder stierf toen ik drie jaar was, en ik had slechts mijn vader, die plotseling stierf toen ik 8 jaar was". Wij gingen een tijdlang zonder spreken en lieten <lo takken der denneboomen door enze hand glijden. Toen keek zij op en zeide zachtjes: „Ik wil u, mijn landsman, iets in vertrouwen zeggen. Het is juist of ik, toen mijn moeder leefde, een ande xen vader had, die ik vreesde en waar voor ik mij verstopte, dio hard schold en mijn moeder sloeg; cn het is toch onmoge lijk. Ik heb zelfs in het gemeenteboek la ten zoeken, doch mijn ipoeder was maar eens gehuwd. Wij hebben samen gebrek ge leden, honger en koude doorstaan, maar wij hielden zooveel van elkaar. Eens, is avonds, in den winter, ik herinner bet mij nog al was ik toen zes jaar, het was Zondag, hadden wij bijna geen eten, 's middags en 's avond niet. Vader zag mij met zijn*Jieve donkere oogen aan, en ik strekte mijn anmjes uit en weldra lag ik in een warmen doek gewikkeld in zijn. armen.. Wij gingen door de donkere stra ten, telkens oen andere. Boven ons niets dan sterren en ik keek van de eene naar de andere. „Wie woont daarboven?" vroeg ik aan vader en vader zeide: „De lieve God, Die zal je nooit vergeten". Ik keek weer naar de sterren en ze zagen allen zoo stil en zacht op mij. neer. „Vader", zei ik, „vraag God een klein stukjo brood voor van avond". Ik voelde oen warme druppel op mijn hoofd: „Die komt van den lioven God", dacht ik. Ik weet dat ik nog hon ger had, doch ik sliep rustig in mijn bedje". Zij zweog oen oogenblik terwijl wij langzaam verder wandelden. „Uit den lijd dat Moeder leefde, herin-» ner ik mij alleen een besten vader, en tevergeefs zoek ik cr mij van los te maj ken". Zij knielde plotseling om een handje vol kleine, roode immortellen te plukken, die op den kalen zandgrond stonden, en toen wij verder wandelden begon zij er een kransje van te vlochten. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 7