Tweede Blad
13 October 1923
UIT DE PERS
onze zelfstandigheid.
fl(jpr bovenstaand opschrift 6chrijft
tCentrum:
minister-president heeft gisteren in
antivoord aan den heer Troelstra
vollen nadruk gelegd op de zclflstan-
heid van onze buitenlandsche politiek.
tXCi was op dit punt zoo positief
f^de Nederlandiscthe staatkunde is
plaats voor buitenlandsche pressie,
joiilieke obligo's. Onze buitenlandsche
lek wordt beheerscht door het zelf-
verklaring ligt wel het zwaar
der eergisteren gehouden bespre-,
en zij kan niet anders dan een
'menden indruk maken,
ie nog twijfelen mooht weet het nu.
sderland gaat zijn eigen weg.
begeeft zich niet op avontuurlijke
het dringt zioh niet aan anderen,
de regeering maakt geen bezwaar
openbare zitting, ten aanhoore van
jn haar standpunt te dezer zake
"en onomwonden aan te geven,
is verheugend en dit is edht Ne-
ndsch.
kan ook niet anders, aan een g
maken naar huiten, en het ver-
verhoogen, dat men elders in on-
wding stelt,
t te meer, daar men wel als vast-
oiag aannemen, dat er geen partij
p van beteekenis in ons land ge
wordt, die een tegenovergestelden
zou willen uitgaan,
de minister uitsprak leeft in het
des vclks, heeft zijne warme en vol-
instemming.
voor de behandeling der Vlootwet
de ministerieel© verklaring dit Voor-
opgeleverd, dat bij voorbaat een e'c-
uit het debat is verwijderd, hetwelk
niverheid van beo orde eling dreigde
•troebelen.
ichouwingen, beweringen, insdnua-
mtrent buitenllandsohe inmenging of
landscbe pressie belmoren nu al
geheel achterwege te worden gela
geen reden voor, en ze verra-
s jibr. Ruys het uitdrukte, een
behalve juist begrip van de Neder-
Sfaatkunde.
IJK
IT DE OB8BEHI8IB
ALKEMADE.
School te Oude-Wetering.
delijk is de lang verwachte uit-
van de Kroon gekomen. Zes maan-
mg heeft men in Don Haag zitten
d over de vraag: Zullen we het
lesluit goedkeuren, ja of neen; zul-
e heeren Ged. Staten gelijk geven ja
ra? We gelooven vast en zeker dat
eren daar het' zelf niet wisten en
m hebben ze er maar een draai aan-
m en gezegd: „Gemeentebestuur van
ade, je bent te laat"!, doch Alkèma-
ls niet te laat; er is groot onreoht
ed. Ged. .Staten van Zuid-Holland
bij hun besluit van 31 Juli/15
ilus 1922 hgt raadsbesluit tot ophef-
an de 0. L. School niet goedgekeurd
aad van' Alkemade maakte gebruik
rlikel 200 van de Gemeentewet, waar
staat dat binnen 30 dagen na dag
ing van het besluit van Ged. Staten
bij de Kroon kan worden
De Raad nam op 31 Augus-
het besluit om in beroep te gaan
idres werd 1 September pér morgen-'
erzonden en kwam eerst 4 Septem-
den Haag aan. Het aantal kinderen
0. L. School te Oude-Wetering dat
Jjn herwijs verlangde,was intus-
in plaats van grooter, kleiner *ge-
de kans voor de gemeente
Alkomade om te winnen, nog grooter was
Doch wat gebeurde er? Aan den datum
van het besluit van Ged. Staten werd die
beteekenis gegeven, dat 31 Juli de datum
was van het besluit door Ged. Staten ge
nomen en 15 Augustus de datum van
verzending van het besluit. 15 dagen heeft
men op de griffie in Den Haag noodig ge
had om een brief te verzenden. We zullen
hier maar een grcot vraagteeken achter
zetten, doch kunnen niet nalaten hieron
der 'te laten volgen een stukje uit de ver
dediging door den secrètaris der gemeente
hij den Raad van State naar voren ge
bracht en luidende als volgt:
In het sohrijven van Ged. Staten d.d. 16
Januari/25 Januari 1923 B, No. 405,
merken Ged. Staten op dat de Raad in
zijn beroep niet ontvankelijk zal moeten
worden verklaard, aangezien niet is in
acht genomen de in artikel 2Ö0 der Ge
meentewet genoemde termijn.
B. en W. van Alkomade kunnen tot hun
nen spijt het. standpunt van Ged. Staten
niet deelen, daar de beslissing van Ged,
Staten niet werd genomen in de vergade
ring van 31 Juli 1922, doch in de verga
dering van 31 Juli/15 Augustus 1922. De
dagteekening van het aan ons toegezon
den besluit luidt dan ook: 31 Juli/15
Augustus. Zelfs Uw Raad is naar onze
meen ing dezelfde denkwijze toegedaan als
ona Collego, daar in den oproep van den
Raad van State d.d. 6 Maart j.l. no. 187
ook wordt gesproken van het besluit van
Ged. Staten van 31 Juli/15 Augustus, zoo
dat van een te laat in beroep gaan geen
sprake kan zijn. Wij mogen toch wel terecht
veronderstellen dat de wetgever den be
roepstermijn van 30 dagen als bedoeld
in art. 200 der Gemeentewet, wel zoo heeft
gesteld, dat aan het lichaam dat in be
roep toch wel een tijdsverloop van 30 da
gen zal gegeven worden en niet van 13
dagen, zooals blijkt uit den datum van het
ingekomen stuk. Nergens is in het besluit
van Ged. Stateu, houdende niet-goedkeu-
ring te lezen, dat het besluit is geno
men in de vergadering van 31 Juli, dooh
wel in die van 31 Juli/15 Augustus 1922.
Indien de bewering van Ged. Staten zou
blijken juist te zijn dat het bewuste stuk
15 dagen op de griffie is blijven liggen,
dan betreuren wij ten zeerste den gang
van zaken op die griffie en zal het hoog
tijd worden, dat art. 200 der Gemeente
wet een belangrijke wijziging ondergaat.
Doorredeneerende zouden Ged. Staten een
stuk wel drie weken en nog langer op de
griffie kunnen laten liggen en de Raad
zou geen recht meer hebben om in beroep
te komen. We gelooven niet dat dit de be
doeling van art. 200 der Gemeentewet zal
zijn geweest. Ook de heeren rechtsgeleer
den, met wie wij hebben geconfereerd,
zijn onze meening toegedaan. Wij blijven
derhalve ons vasthouden aan den datum
van 15 Augustus 1922, zoodat wij nog den
tijd hadden met reclameeren tot 14 Sep
tember 1922.
En nu komt het Kon. Bosl., houdende
niet-ontvankelijk verklaring van hetraads
besluit, luidendo o.ui. als volgt: Wij Wil-
helmina enz. Beschikkende op het beroep
ingesteld door den Raad der gemeente
Alkemade tegen het besluit van Ged. Sta
ten van 31 Juli/15 Augustus 1922, waar
bij goedkeuring is onthouden aan het
Raadsbesluit;
den Raad van State gehoord; enz.
dat GedT Staten van Zuid-Holland hij
besluit van 31 Juli/15 Augustus 1922, met
toepassing van art. 23, eerste lid der L.
O.-wet, aan het raadsbesluit hunne goed
keuring hebben onthouden;
dat het Gemeentebestuur binnen 30 da
gen, te rekenen van de dagteekening van
de beslissing (zijnde niet anders Jan 31
Juli/15 Augustus) bij ons voorziening
kan vragen;
dat deze termijn niet is in acht geno
men, vermits het bestreden besluit op 31
Juli is genomen (en verzonden op 15
Augustus 1922) en het beroepschrift eerst
op 4 September bij ons is ingekomen;
hebben goedgevonden den appellant in
zijn beroep niet-ontvankelijk te verklaren
Een prachtig en handig ingekleed be
sluit. Tot tweemaal toe wordt in het Kon.
Besluit gesproken van besluit van Ged.
Staten van 31 Juli/15 Augustus, m.a.w.
Zij erkennen zelf dat het standpunt van
het Gemeentebestuur de juiste is, doch
ondanks dat laten zij hét onrecht boven
het recht gaan. Doch wat is hiervan nu
FEUILLETON
611 Ki d der Smarte.
jhetDuitsch naverteld door V. W.
(Nadruk verboden).
w&r heb ik het niet gebracht. Ik
iflvoudig advocaat en woon Ik
mijn woonplaats, en de vrouw
nd(jl ïörrast op, cn ik voelde haar oogen
Aekend op mij rusten,
at is er vrouw", vroeg de houtves-
j|J is oen eenvoudig advocaat good
«>k zeide zij, en gaf mij een
ofhe, waarvan de geur alleen mij
genoegen deed nemen. Zij
A®Pi strooide een handvol kruimels
°Peu raam en ging weer zitten.
Kwam een vlucht duiven van het
musschen uit de boomen, om
efeng en' zoodat het een leven was
hc^ het goed", zeide de hout-
..sedert Paul in Rühla is. Zij kan
aten voor de altijd hongerigen
*UUDeh te strooien; of het voor on-
V Jen V00r de deugnieten is
rustig haar koffie op en
l~' ""oor den jongen alleen? Of
€r ook niet bijhoort?"
oudje', .zei<je do houtvester, "ik
^Baluiten" te slim zullen
du VÊrder spraken, kon ik niet
OfiV k i vrouw aan te zien,
tKh ia0 trekken in het gelaat
cikens dacht ik weor: vNeen,
olie ken je niet, je hebt ze nooit gezien".
Ook in haar spraak: het verwisselen van
gelijkluidende medeklinkers merkte ik niets
al dacht ik soms do. scherpe s voor de z
to hooren, maar niet org.
Denzelfden morgen nog, ging ik mot
den houtvester in het woud. Hij wees mij
do hoornen, de eeuwenoude eiken aan, de
hoornen die weg moeten en die nu geplant
waren; hij legde mij zijn systeem van
houtcultuur uit. Wij zagen een hert met
16 takken, een paar reeën en uit een moe
ras stak zelfs de kop van een wild zwijn,
dat ons anet zijn kleino oogjes begluurde.
Er waren geen honden hij ons en daarom
konden wij zonder gevaar ronddolen.
Na het middageten bracht mijn gast
heer mij op de logeerkamer: „Het is de
kamer van mijn jongen", zeide hij, „het
is or koel en stil; je wilde nog schrijven,
alles is hier".
Hij liaan mij moe naar het openstaan
de raam: „Hier zie je een stuk van den
tuin, de vijver gaat er achter langs, dan
een weiland, dan een het donkere woud.
Nu rust je eerst uit van de morgenwan
deling".
Ik volgde zijn raad en oen tijdje later
hoorde ik zelfs de stemmen van de vogels
niet meer. Het was vijf uur voor ik wak
ker werd. Ik had lang geslapen en haastte
mij nu den brief te schrijven. Om 6 uur
toch nam de knecht hem mee naar de stad
Toen ik beneden kwam, zat mevrouw in
do schaduw der linden met een naaiwerk
„Dat is voor Paul", zeide zij, „hij is
nog jong en wild cn slijt veel, maar 't is
een goedo jongen. U hebt zeker goed ge
slapen, na do morgenwandeling? De Zon
gaat ol onder".
het gevolg? De gemeente zal pl.m. f45000
hebben uit t© geven voor een nieuwe
school aan het R.-K. Kerkbestuur, dat ge
noegen wilde nemen met een oude school
mot het oog op de bezuiniging. De oude
schoolbal opgeknapt moeten worden, want
deze ziet er niet al te bost uit en dat voor
9 kinderen. Een onderwijzeres zal dan
op wachtgeld komen, terwijl het Rijk zal
moeten betalen de jaarwedde voor het
hoofd der school voor die 9 leerlingen.
En dat alles in een tijd, dat de regeering
zoo schreeuwt om bezuiniging. Hier kon
bezuinigd worden zonder aantasting van
de rechten der ambtenaren, doch de regee
ring bezuinigt zooals uit het bovenstaan
de duidelijk blijkt, op die posten waar
niet op bezuinigd kan worden en gooit met
geld waar bezuinigd moet worden.
Tot slot nog deze opmerking. Het boven
staande is geschreven om don ingezetenen
van Alkemade een juist beeld te geven
van den gang van zaken in deze zoo vaak
besproken kwestie. Er zijn teeds enkele
personen geweest, die dadelijk, toen zij
hoorden dat Alkemade het verloren had
op grond., dat do beroepstermijn niet in
acht was genomen, uitriepen: „Dat is
zeer stom van het gemeentebestuur"; doch
het gemeentebestuur is niet stom en heeft
gedaan wat zij moest doen, goed wetende
wat er in art. 200 der Gemeentewet staat.
X.
LEIMUIDEN.
Kookdemonstratie. Namens de direc
tie der Sted. Fabrieken van gas en elec-
triciteit te Leiden werd op Woensdag en
Donderdag, 10 cn 11 October, een de
monstralie van electriciteits-artikelen ge
houden in café Sneeboer.
's morgens van 10112i en van 's mid
dags van 2—5 waren d9 verschillende ar
tikelen te bezichtigen en werden tevens
gedemonstreerd, 's Avonds van 7*10 uur
werd door mevrouw Meeuwse gekookt en
gebakken op electr. comforen en even en
werd een maaltijd voor 4 personen klaar
gemaakt, bestaande uit soep, vleesch, aard
appelen, groenten cn vla. Hierna werd
Koninginnekoek en tulband gebakken. De
lieer Meeuwse hield gedurende dien tijd
een zeer duidelijke en uitvoerige lezing,
waarin hij de verschillende artikelen de
revue liet passeern voor een zeer aandach
tig gehoor. Dat do toehoorders tevreden
waren bleek toen de lezing beëindigd was
en den heer en mevr. Meeuwse een luid
applaus werd gebracht. De spijzen, in kor
ten tijd bereid, werden door verschillen
de personen beproefd en heerlijk bevonden
Na do demonstratie werden enkele films
vertoond, w.o. de jubileumfilm der Sted.
Fabrieken, die zeer in den smaak vielen
Wij kunnen niet anders zeggen, dan dat
deze demonstratie schitterend is geslaagd
Het spreekwoord is hier zeer zeker op
zijn plaats: „Zilver zaad, gouden vrucht"
Do burgemeester was heide avonden hij
de demonstraties tegenwoordig.
SASSENHEIM.
Opgraving. Bij <13 restauratie der
Ned. Herv. Kerk alhier kwamen bij 't
opbreken der vloer verschillende grafzer
ken bloot. Zooals hekencl is werd vroeger
in do kerk hegraven. Twee zerken zijn
mooi bewerkt. Op do een, van 1739, staat
vermeld de naam Jan Elzevier van Bun-
scfroten^ Boven den naam bevinden zich
tweo wapens. Het eene is verdeeld in vier
velden, waarin twee met lelies en twee
met tulpen. Het andero wapen is ook in
vieren verdeeld, waarin lelies en leeuwen
't Geheel is gedekt met een kroon van 13
parels.
Na wegneming van den grafsteen, kwam
do ingang lot een grafkelder vrij. In den
kelder stonden tweo kisten, waarvan hout
en inhoud zoogoed als verteerd waren.
De tweede steen met 't jaartal 1635,
bevat de wapeim van Alkemade, Van Haeff,
Van Berckenrode en Van Hoorn. Tussohen
deze wapens bevindt zich een leeuw,
waarboven em helm en hierboven een
leeuw, die aan het Z($puwsche wapen her
innert.
Op de steen is geeD inschrift, wat waar
schijnlijk weggebeiteld is. Onder deze
steen bevindt zich c m flinke, gewelfde
grafkelder, waarin 7 personen zijn begra
ven. Een derde graf werd geopend, waarin
zich tweo kisten bevonden, beiden van
vóór 1800. C'p de een slaat den naam
Huijgens cn op die kisten werden twee
naamplaatjes gevonden van Huijgens en
Ik vroeg naar den opperhoutvester.
„Mijn man is voor zaken uit Wij moes
ten maar kennis maken, zeide hij, endoor
liet hakhout naar het denuenbosch aan
do andere zijde gaan. Hij zou ons daar
troffen".
Wij spraken nog eenigen tijd samen en
wandelden toen naar do hoogo dennen,
waarvan de eene zijde nog door de zon
beschenen werd. Wij waren heiden stil.
Onopgemerkt keek ik haar nu en dan aan,
doch het maakte mij niet wijzer.
„Mevrouw", sprak ik, „mag ik zoo
vrij zijn u eens iets te vragen? U weet hoe
in den vreemde de geboorteplaats ons al-s
tijd blijft trekken".
„Wat belieft u?"
„Ik geloof", begon ik, „dat u verrast
opkeek toen ik vanmorgen mijn geboorte
plaats noemde. Hadt u er vroeger mijn
naam reeds gehoord. Mijn vader was al
gemeen heleend in mijno geboorteplaats".
Zij hoog het hoofd en zeide: „Ja, ik
herinnerde mij als kind uw naam gehoord
to hebben".
Ik noemdo nogmaals mijn geboorte-
tevens woonplaats. Zij bleef plotseling
staan, keek mij aan en de tranen kwa
men in haar oogen.
Ik verschrikte: „Vergeef mij, het was
mijn doel niet u te kwetsen, maar de
waard uit „Den Beer", die mijn naam en
woonplaats in het vrccmdelingenboek zag,
zeide dat u uit dezelfde plaats afkomstig
waart".
Zij zuchtte diep en zeide: „Ja, als gij
daar geboren zijt, zijn wij plaatsgenooten"
„En toch", zeide ik, „kan ik u niet
thuisbrengen, ofschoon ik al de families
van. do stad ken".
Huijgensvan Dam. Nog werd een steen
blootgelegd die tot dekking diende van een
gewoon graf. Op deze staat gebeiteld: Jan
Glaezs. Bleycqer, sterf den 30 Maert 1636.
Annetghen Jans Synre, sterf den 12 Juni
1642 en Gornelis Jansz. Blijcker zijn zoon
sterf den 8 November 1656. Maerle Teuns,
dochter van Telioe, sterf den 15 Sept. 1646
en haar man Pieter Dirckz. Gortsnayer,
sterf den 29 April 1647. Volgens de boeken
moeten zich in de kerk 75 grafkelders en
zandgraven bevinden. Bij het sloopen der
banken werden nog 3 bidbankjes gevonden
die tot gewone banken hervormd waren.
Voorwerpen van waarde zijn niet gé-
vonden.
De kerk, of liever de bouwtrant dateert
waarschijnlijk uit de 12de eeuw, daar aan
t muurwerk nog de Botische bouwstijl
te erkennen is.Naast den ouden ingang der
kerk is eene ruimte, die er op wijst dat het
-vroeger oen bidkapelleje is geweest.
Kortom, alles spreekt wederom van het
heerlijke Kath. geloof onzer Voorvaderen.
WOERDEN.
De Hanze. Deze week vergaderde de
Hanze in de Stadsherberg.
De Voorzitter opent de vergadering
met den Christelijken groet, waarna hij
memoreert het zilveren feest van den Z.
Eerw. adviseur, de vorige week gevierd.
De Hanze was niet in staat een groot
feest to organiseeren, daarom hebben wij
U op Uw fesldag als blijk van onze sym-
pahtie U een bloemstuk gezonden. Al moge
dit weinig zijn, bedenk dan dat het tQch
is gegeven met een goed hart. Moge het
U gegeven zijn nog vel© jaren met dezelfde
ambitie zoo mogelijk in Woerden werk
zaam te zijn. Hierna doet de Voorz. eenige
mededeelingen van huish oudelij ken aard.
Do4 notulen worden ongewijzigd goed
gekeurd. De Voorz. deelt mede dat de
klachten in do vorige vergadering geuit,
betreffende handel rijksambtenaren, door
het Centraal Bureau nog tijdig aan den
Middenstandsraad is overgemaakt. De
klachten betreffende het Gemeentelijk
Elcctricifeitsbedrijf is met do betreffende
leiders besproken. Vervolgens geeft de
Voorz. ccn uitvoerig verslag van de gehou
den Kringvergadering te Gouda.
Hierna werd behandeld de agenda Gen
trale Raadsvergadering.
Tot afgevaradigde werd benoemd de
heer B. de Mol. Do afgevaardigde werd op
gedragen de candidaat van de afdeeling
Rotterdam to steunen.
Met algemcene stemmen sprak men zich
uit voor het blijven een een verplicht or
gaan.
Bij de behandeling begrooting Centraal
Bureau wenschte men inlichtingen betref-
feide het groote bedrag voor salarissen
enz. De afgevaardigde zal trachten hier
over nadere inlichtingen te krijgen; voor
de overige voorstellen werd vrij mandaat
gegeven.
De WelEerw. adviseur brengt hierna
dank voor wat De Hanze met zijn feest
heeft gedaan; spreker acht niet altijd het
veler wat gegeven, doch vooral hoe het ge
geven wordt, daar komt het op aan. Het
doet goed dat men weet vrienden te heb
ben, dio het goed met je meenen.. Spreker
hoopt nog menigmaal met De Hanze sa
men te werken en nog menige vergadering
als deze bij to wonen.
Bij do rondvraag werd de wenschelijk-
heid besproken om wederom een gezellige
avond te organiseeren. Over dit punt ont
spon zich een levendige discussie, waar
hij verschillende voorstellen werden ge
daan. Het Bestuur zal na onderzoek van
den toestand der kas met nadere voor
stellen komen. De tieer G. v. Rooijen
vraagt naar de reden dat De Hanze dit
jaar geen medaille voor den étalagewed
strijd heeft beschikbaar gesteld. De Voorz
zegt dat het Bestuur geen aanvrage zoo
als andere vereenigingen heeft ontvangen.
Na eenige mededeelingen bleek dat dit
verzuim buiten de schuld van het Hanze-
hestuur lag, doch te wijten was aan sa
menloop van omstandigheden.
Hierna werden- nog eenige belangrijke
zaken in huishoudelijke bijeenkomst be
sproken.
Gedenkteeken. Zaterdag 20 October
zal het gedenkteelcen Ier gedachtenis van
bet 50-jarig bestaan van het Centraal Ma
gazijn, officieel worden onthuld. Deze
plechtigheid zal worden bijgewoond door
Z.Exc. don Minister van Oorlog, verschil
lende hoofdofficieren en tal rtCh autoxfc
teiten. Zoowel voor het personeel als
hunne kinderen zal een feest worden gfr
organiseerd.
ZOETERWOUDE (Hooge Rijndijk).
Missie-week. Door den ijver der rcw
latricen zijn in de afgeloopen week den,
groot aantal programma's aan de huizeS
verkocht, ieder gezin is er van voorzien.
Gistermorgen werd een algemeeno H.
Communie gehouden der kinderen on*
Gods zegen over de Katholieke Missies af
te smeeken. Om kwart over negen trokken
de kinderen onder geleide naar de ten
toonstelling in de groote Stads-gehoorzaal
te Leiden.
Zondag, 's Morgens half acht uur on-?
der H. Mis Algemeeno H. Communie om
Gods zegen over de Katholieke Missies af
to smeeken, onder beide H. Missen Preek
en collecte ten bate der Katholieke Mis
sie.
Zondagavond te 7.30 uur: causerie met
lichtbeelden over melaatschcn-verplegir.fc
en missiewerk onder do Indianen en Nc-<
gers in Suriname, door Pater Mols, Ro
demptorist.
Maandag 15 October, des namiddags te
4 uur voor de kinderen: causerie met
lichtbeelden over „Een blik in China",
door Pater Populier, van do Congregatie
v. h. Onb. Hart van Maria.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Gemeenteraad.
De Raad vergaderde gistermiddag to
2 uur. Voorzitter burgemeester dr. Lovink
Aanwezig alle leden.
Na opening met gebed worden de notu
len onveranderd vastgesteld en doet de
Voorz. mededeeling van de ingekomen
stukken, w.o. verschillende door Ged. Sta
ten goedgekeurd.
Naar aanleiding van een'door den keet
D. v. Leeuwen in een der vorige vergade
ring gestelde vraag inzake herziening de>-
verordening op de vleeschkeuring, deep
de Voorz. mede, dat B. en W. voorsteller
te dezer zake een commissie te benoemen,
die zal hebben na te gaan in hoeverre wij
zigingen of decentralisatie kunnen plaats
hebben. In deze commissie worden be
noemd de heeren D. v. Leeuwen, Rijlaars
dam en G. Cox.
Hierna beeft aanbieding olaats der ge-
meente-begrooling voor 1924. Aan belas
tingen zal het volgend jaar moeten opge
bracht worden oen bedrag van f 210.000
(vorige jaar f220.000). Het vermenigvul-
digingscijfer wordt in verband hiermede
teruggebracht van 1.4 tot 1.3.
Ingekomen is tenslotte een schrijven
van de familie Zaalberg, kinderen van
wijlen den heer A. P. Zaalberg, in leven
burgemeester van Alphen aan den Rijn en
Aarlanderveen, in welk schrijven den ge
meenteraad gevraagd wordt te willen aan
vaarden een steenen bloemenvaas, te
plaatsen in het bij de burgemeester Zaal
berg-straat aangelegde park. Het .schrij
ven wordt gerenvoyeerd naar B. en"W.
om advies.
Hierna is do agenda aan de orde.
1. Voorstel van B. en W. tot wijziging
van de Algemeene Politieverordening.
Verschillende leden voeren het woord
over de voorgestelde wijziging om de maxi
mum-snelheid voor automobielen in de
bebouwde kom der gemeente terug te
brengen van 20 tot 15 K.M.
De heer den Ouden vindt de kom veel te
uitgebreid en zou haar gaarne ingekrom
pen willen zien. De heer v. Dijk wil on
derscheid gemaakt zien tusscken vracht
auto's en personenauto's. De heer Hern-
green tenslotte weet niet .vaar het noodig
voor is om de snelheid felkens te veran
deren. Do Voorz. zegt het door den eer
sten spr. geopperde la zullen overwegen.
Wat het tweede betreft, zegt de Voorz..
dat B. én W. geen onderscheid mogen ma
ken, omdat zulks wettelijk geregeld is. Ten
slotte zegt hij, dat do politie strenge in
structies zal krijgen om de hand aan deze
verordening te ho-iden.
Het voorstel van B. en W. wordt ten
slotte aangenomen met 143 stemmen,
die van de heeren v. d. Neut, den Ouden
en v. d. Linden.
2. Voorstel van B. en W. cm te besluiten
het openbaar vervolgonderwijs op te heffen.
De heer v. d. Linden vindt in het feit,
dat dit onderwijs nog gevolgd wordt door
26 personen het bewijs, dat er nog wel
belangstelling voor bestaat.. Laat het de
„Mijn familie zult gij niet gekend heb
ben".
„Dat is vreemd. Wannoer zijt u dan
vertrokken?"
„Zoowat dertig jaar geleden".
„Mij dunkt, dan moet ik u toch kennen"
Zij schudde het hoofd: „Do oorzaak is an
ders, mijne wieg"; zij zweeg even en zei
de: „Ik had or misschien geen, en de hut
waarin ik geboren ben was gehuurd door
een arbeider, cn ik ben zijn dochter". Zij
keek mij met haar heldere oogen aan en
zeido: „Mijn vader was John Hansen".
Ik dacht na. De naam Hansen is bij
ons zoo algemeen als het zand aan de zee
„Ik kendo voel arbeiders", zeide ik, „bij
een kwam ik zelfs elke week, en ben nog
dankbaar voor hetgeen ik van hem leer
de, maar de naam van uw vader is mij
onbekend".
Zij luisterde met alle aandacht en ik
meende lo zien dat haar oogen vochtig
werden.
„Gij hadt hem moeten kennen", zeide
zij, „dan hadt gij nog .meer respect ge
had voor de zoogenaamde arbeiders. Mijn
moeder stierf toen ik drie jaar was, en ik
had slechts mijn vader, die plotseling
stierf toen ik 8 jaar was".
Wij gingen een tijdlang zonder spreken
en lieten <lo takken der denneboomen door
enze hand glijden. Toen keek zij op en
zeide zachtjes: „Ik wil u, mijn landsman,
iets in vertrouwen zeggen. Het is juist
of ik, toen mijn moeder leefde, een ande
xen vader had, die ik vreesde en waar
voor ik mij verstopte, dio hard schold en
mijn moeder sloeg; cn het is toch onmoge
lijk. Ik heb zelfs in het gemeenteboek la
ten zoeken, doch mijn ipoeder was maar
eens gehuwd. Wij hebben samen gebrek ge
leden, honger en koude doorstaan, maar
wij hielden zooveel van elkaar. Eens,
is avonds, in den winter, ik herinner bet
mij nog al was ik toen zes jaar, het was
Zondag, hadden wij bijna geen eten,
's middags en 's avond niet. Vader zag
mij met zijn*Jieve donkere oogen aan, en
ik strekte mijn anmjes uit en weldra lag
ik in een warmen doek gewikkeld in zijn.
armen.. Wij gingen door de donkere stra
ten, telkens oen andere. Boven ons niets
dan sterren en ik keek van de eene naar
de andere.
„Wie woont daarboven?" vroeg ik aan
vader en vader zeide: „De lieve God, Die
zal je nooit vergeten". Ik keek weer naar
de sterren en ze zagen allen zoo stil en
zacht op mij. neer. „Vader", zei ik, „vraag
God een klein stukjo brood voor van
avond". Ik voelde oen warme druppel op
mijn hoofd: „Die komt van den lioven
God", dacht ik. Ik weet dat ik nog hon
ger had, doch ik sliep rustig in mijn
bedje".
Zij zweog oen oogenblik terwijl wij
langzaam verder wandelden.
„Uit den lijd dat Moeder leefde, herin-»
ner ik mij alleen een besten vader, en
tevergeefs zoek ik cr mij van los te maj
ken".
Zij knielde plotseling om een handje
vol kleine, roode immortellen te plukken,
die op den kalen zandgrond stonden, en
toen wij verder wandelden begon zij er
een kransje van te vlochten.
(Wordt vervolgd.)