i VOOR DE VROUWEN. 1
1
DE VROUW IN DE KEUKEN.
Teen wij den vorigen keer, geacht© leze
ressen, - zoo druk aan liet koken waren',
beloofde ik u een volgende maal theoretisch
te onderhouden over den aardappel. Wij
plaatsen ons dus in een kring om de tafel,
en zetten nu alle werk eens uit ons hoofd.
Kil ligt het niet in mijn bedoeling lang uit
te weiden over de voedingswaard© van den
aardappel of een ingewikkelde scheikundige
verhandeling u te slikken te geven.
Keen, dames, zakelijk willen wij eens
over den aardappel praten, als hehoorende
tot ons nationaal voedsel, ja voor velen
bijna het hoofdvoedsel bij het middagmaal.
Daarom acht ik het niet van belang ont
bloot, als ieder van u, weet wat zij aan den
aardappel heeft, als voedingsstof en hoe
veel zijn voedingswaarde door bereiding
ie verhoogen is. En als er nog tijd over is
wil ik u vertellen hoe ik in Engelsche. Fran-
iohc, Duitsche en Amerikaansche keukens,
den aardappel heb leeren bereiden.
Scheikundig ontleed, is de aardappel op
«ich zelf niet veel zaaks. Ziehier een gezon-
ie Meiaardappel scheikundig ontleed;
Watergehalte 75.50 pet.
Fosfor en stikstof 2.pet.
Vetgehalte 0,15 pet.
Suikergehalte 0.0 pet.
Hydrocarbonis {eiwit) 20.pet-.
Mineralis (houtvezels) 0.75 pet.
Asch gehalte 1.pet.
Als men nu aanneemt, dat een product in
voedingswaarde stijgt, naarmate er meer
vet, suiker, en eiwitgehalte aanwezig is,
dan komt men tot do overtuiging, dat de
aardappel als voedsel alleen, -niet veel om
net lijf heeft.. En toch, denk de aardappel
eens weg van onze Hollandsche tafel, wat
sen, gekerm zou er in het heele land zijn.
Men is zelfs tot medelijden gestemd wan
neer iemand ons komt vertellen, dat hij of
zij in een geheele week geen aardappel ge
proefd heeft. Dus, zult ge zeggen, heeft de
aardappel zeker aanspraak ep onze sympa
thie- als voedingsmiddel? Zeker, dames.
Aardappelen worden vooreerst altijd als
warme schotel opgediend, en eens per dag
hebben wij ©enigszins behoefte aan warm
voedsel. Ten tweede wordt de aardappel
nooit zoo genuttigd als zij gekookt is, doch
altijd met bijvoeging van vet, heter of jus
en groenten. Dan komt de aardappel tot
zijn recht, en daarom heeft de aardappel bij
ons, Hollanders, zooveel in te brengen.
Zoo komen wij dan tot dit besluit: De
aardappel op zichzelf is niet veel bijzonders;
doch daar hij altijd genuttigd wordt met
bijvoeging van die voedingsdeelen welke
voor ens noodzakelijk en bij den aardappel
niet aanwezig zijn, daarom vooral is onze
hoofdschotel hij het middagmaal de aard
appel. Is heb in andere landen gebruik, om
de aardappel in verschillende variaties te
eten, -wii Hollanders brengen den aardap
pel nog heb meest tot zijn recht door hem
te koken met bijvoeging van vet, boter of
jus, of als hutspot. Denk maar eens aan
onzen winterkost, aardappelen met zuur
kool, met snijboonen, met boerenkool, met
wortelen en uien enz. Ook gekookt en dan
aan schijfjes gesneden en gebakken in het
vet, is de aardappel een aangenaam en
goed voedsel.
Om nu de aardappel a-ls toespijs voor
oen tweede schotel bij feestmaaltijden te
leeren bereiden moeten rwij" bij andere lan
den te rade gaan. En daar ik vandaag niets
geen zin heb cm te werken, zullen wij ons
vergenoegen met eenige- manieren op te noe
men waarop de aardappel innndere lan
den wordt bereid. Een volgenden keer zul
len wij verschillende van 'die variaties zelf
bereiden.
Wij zullen beginnen met de Fransche
keuken. Ziehier eenige bereidingswijzen:
Pommes de terre de luxe.
Pommes de terre Boulangère.
Pommes de terre h la Chauubéry.
Pommes de terre a la Chautauillard.
Pcmmes de terre la Parisienne,
Pommes de terre a la Dauphine.
Pcmmes de terre Ia Duchesse,
Pommes de terre la Godard. 1
Pommes de terre aux Gratïn.
Pommes de terre a la Lyonnaise.
Pcmmes de terre a la Pont Keu£
Pommes de terre a la Frité.
Pommes c!e terre la Paille. i
Pommes de- terre a la Surprise.
Pommes de terre aux purees diverses.
Al deze bereidingen van aardappelen wor
den in de Fransche keuken gebezigd, als
garnituur voor vlèeschschotels en indien wii
er gelegenheid toe hebben, gaan wij op al
deze verschillende manieren aardappelen
bereiden. Al is het niet in den smaak van
onze Hollandsche tafel, het is toch wel eens
leuk het te kennen.
Ook in de Engelsche en Amerikaansche
Jteukens ziin vele variaties, o. a.Mashed
Potatoes, Boiled Potatoes, Jaeked Potatoes
Souter Potatoes, English Potatoes, Scottish
Potatoes, Irish Stew, Demockla Potatoes,
Roasted Potatoes.
In Engeland nuttigt men deze variaties
hoofdzakelijk 's morgens bij het ontbijt.
Voor het middagmaal, hetwelk in Enge
land nooit vroeger opgediend wordt dan te
d of 7 uur, gebruikt men de aaidappel be
reid volgens Hollandsche of Fransche me
thode. Bij gelegenheid zullen wij ook eens
yp z'n Engelsch aardappelen bereiden.
Ku kijken wij nog even in de Duitsche
ieuken wat zij daar van den aardappel
diaken. Ook al vele soorten, zooals: Kartof-
Telsalade, Kartoffelkuchen, Gereibehkuchen,
•Sartoffelsuppe.
Ook in de Duitsche keuken bedient men
■TiCh bij het middagmaal van de Holland-
jebe en Fransche methode, terwijl boven
staande variaties op zichzelf bereid en bij
de lunch of 's avonds voor toegerecht wor
den opgediend.
Zoo ziet u, geachte lezeressen, dat de
aardappel nog al verschillend, bereid
wordt,, doch alle bereidingen komen hierin
.overeen, dat men door toevoeging van vet-
èieelen, suiker- en eiwitdeelen, de aardappel
werkelijk tot een groot voedingsmiddel
maakt, ja, bij sommige Fransche bereidings
methodes wordt hij te machtig om te genie
ten.
Een volgende gelegenheid, doen wij eens
niets anders dan aardappelen bereiden, vol
gens bovenstaande methodes. Ook zullen
wij den aardappel nog behandelen in be
trekking met de industrie, waardoor aard
appelmeel en stijfsel in den handel gebracht
worden.
L. G. BOL.
ORDELIJKHEID.
Het is een eigenaardig verschijnsel dat
de uiterlijke aanblik van twee huisgezin
nen welke in gelijke omstandigheden ver-
keeren wat betreft huisvesting, inkom
sten, kindertal enz., dikwijls zoo geheel
verschillend zijn. Terwijl over het eene
een glans van welvaart 'ligt, vertoont het
andere teekenen van armelijkheid.
Waarvandaan dit onderscheid te ver
klaren?
Hiervoor kunnen verschillende redenen
gelden, maar een der voornaamste en
wel meest voorkomende reden is, dat er
in het eene ordelijkheid heerscht en in
het andere niet.
Bezie eens een huisgezin, waar alle or
delijkheid afwezig is. Vader komt niooit
op den afgesproken tijd thuis. Moeder is
nimmer' op den beloofden, tijd met tót
eten klaar. De kinderen staan op en gaan
naar bed, wanneer ze 'willen. Geen enkel
stuk huisraad heeft een vasto plaats.
Heeft men iets noodig, dan is het nergens
te vinden. Eerst verliest men tijd met
zoeken, dan verliest men z'n goede hui
uit ongeduld, ten slotte verliest men z'n
geld, omdat men voor de zooveeiste maal
door slordigheid weer verloor.
Bezie daarentegen een huisgezin, waar
ordelijkheid heerscht. Vader is een man
van de klok. Men staat er op tijd op, men
eet en drinkt er op tijd, men gaat op tdjd
uit en men komt op tijd thuis. Alles heeft
er z'n vaste plaats. Men ziet er nooit een
kleedingstuk, nooit een brief, geen cent
zelfs slingeren. Van alles geeft men zich
rekenschap, en daarom leeft men niet
weinig gelukkig, is de binnenkamer voor
Weinig geld keurig en gezellig, en, waar
alles zijn eigen ruimte heeft, wordt ge
makkelijk hij allen de opgeruimdheid des
harten gewekt en onderhouden.
Er gaat een groote weldoende kracht
uit van de ordelijkheid: zij bevordert de
welvaart, brengt een aangename stem
ming in het huisgezin en is een onmis
baar element in de opvoeding, want door
de ordelijkheid leeren wij de waarde van
den tijd, de waarde van het geld, de
waarde van het bezit en de waarde van
gehoorzaamheid aan eens gestelde wet
ten, merkt de „Volkskrant", waaraan wij
het bovenstaande onleenen, terecht op.
NUTTIGE WENKEN.
Gordijnen repareeren.
Oude tullen gordijnen waar de tand des
tijds aan heeft geknaagd, behoeft men
niet weg to deten, noch „bij elkaar to ha
len1" met naald en draad, hetgeen ze zel
den; mooier maakt, doch men. kan ze op
de volgende wijze repareeren. Leg op het
gat een lapje tulle, liefst van 't zelfde
patroon der gordijnen, ma-ar anders effen,
dat iets grooter is dan het gat, welk lap
je men te voren aan de randen heeft voch
tig gemaakt met een papje van wat aard
appelmeel met melk cif water. Dit kleeft
men aan de randen van het gat, laat het
drogen en knipt later de overtollige stuk
je-s van het lapje af.
Wollen handschoenen.
Deze zullen niet krimpen wanneer men
het volgend middel toepast: Men neemt
5 L. water, een kinderlepel terpentijnolie,
even zooveel geest van salmiak en tweo
tot drie schijfjes witte zeep; het water
moet heet zijn. In dit mengsel legt men
de handschoenen slechts een half uur,
spöelt ze daarna met koud water na en
laat ze drogen1.
Het wasschen van fluweel.
Week fluweel ongeveer 1/4 uur in bijna
koud water; indien noodig is, in water met
zout, of in een aftreksel van houtzeep.
Klop het in een bijna koud zeepsop van
Spaansche Marseille of houtzeep
heen enl weer. Wasch, druk o{f knijp het
fluweel niet. Wasch alleen den binnenkant
van boord en mouwen van een japon, spoel
het eenige malen in bijna koud water na.
Hang het nat te drogen,, zonder het eerst
uit te drukken of te wringen.
Rek het onder het drogen telkens op,
zoödat een kleedingstuk den go'eden vorm
behoudt, cn glad en zonder kreukels op
droogt, en. duim groote kleedingstukken en
tafelkleeden.
Schuif den verkeerden kent van het
fluweel, wanneer bet bijna geheel droog
is, over den platten kant van een warm
strijkijzer, zoo regelmatig mogelijk, cf
schuif heb over het ijzer heen en weer, en
borstel het tegelijkertijd met den draad
mee gedurende of na het s brij leen!; gebruik
een vrij zachten borstel. Bij rokken of
blouses gaat dit rt gemakkelijkst met twee
personen; do-een houdt het ijzer met den
platten leant naar boven vast, en^de an
dere schuift het goed er over heen en weer
Ook kan men deze bewerking alléén doen,
door het strijkijzer met den platten kant
boven in een. treeftjo te hangen, en dit
b.v. op een mouwenplankje te zetten, dat
op zij is gelegd; terwijl men mouwen zeer
goed over een warme kruik kan heen eni
weer schuiven. Strijk nooit op fluweel.
Borstel het wanneer dit noadig is, met
een vrij zachten borstel na.
Aan te raden is het, eerst met een lapje
de proef te nemen, daar enkele soorten
fluweel b.v. met satijnen achterkant, niet
altijd bij wasschen mooi blijven.
if De gemeente Boekhorst, jjj
.Waar deze ligt?
Kergens.
Waar ze gelegen heeft?
Op het grondgebied van Alkemade,
waar nog wel de naam ©ener buurtschap
er aan zal herinneren.
Hoe groot ze was?
't Was heuscli geen wereldstad. Er
woonden laatstelijk: drie boertjes, drie
baggerlui-daggelders, een „flessiaan"
(drankverkooper), een schoenmaker en
een die niets of van alles was.
Waarom wijlen deze gemeente hier her
dacht wordt?
Omdat ze een eigen armenfonds heeft
bezeten, waarvan de geschiedenis wel
eigenaardig is.
Deze werd in '1881 door pastoor J. P.
Görtz van Oud-Ade medegedeeld in de
Haarlemsche „Bijdragen" en daaraan is
nu het volgende ontleend.
Het armenfonds van. de Vrije en Lage
Boekhorst dezo weidsche naam droeg
de buurtschap indertijd dateert van 1
Januari 1751.
De oprichting ging notarieel, hetgeen
blijkt uit het nog aanwezige rekenboek,
waarvan de eerste bladzijde de officicele
stichtingsoorkonde vermeldt.
Deze luidt:
Anno 1751.
Consept en Resolutie van alle burgers
en ingezetenen van Vrije en Lage Boek
horst mfet kennes en overleg van de heer
en meester Josue Lange (d.i. l'Ange, een
Lejidsche notaris uit dien. tijd) Josue
zoon, Balliuw en schoudt.
Jan van Dregt en Claas Aars Coleyn,
schepenen, Crientje Pieters van Zeyl,
weeduwe Willem Endelstraet, Reynier
Gornelis Groeneweegen, Pieter Mouwririg
van Zeyl, deese als eigenaars, Dirk Baa-
rens Hooman, Gerridt Louwkamp en Lu
cas Aarse Vermey, als huurders, hebben
goedgevonden en geresolveerd: in Godts
Kaam door den Zeegen en bijstand van
Godt den H. Geest te colleeteeren en te
maaken een beurs, waar nyt- te kunnen
onderschragen ende eenigszins te onder
houden de Armen of behoeftigen, die al
daar in teydt en weylemogto seyn en
seyn voor eerst bey proviesio tot Arm-
meesters verkooren en aangesteld Jan van
Dregt en Cla.es Coleyn."
Ziedaar de saamhoorigheid der oude
buurtschap ten voeten uit. Dat handjevol
Roomschen want. dat waren ze alle
maal woonden daar op een klein plek
je grond! bijeen en besloten, onderling
een armenfonds te stichten: dan hadden
ze niemand van huiten noodig.
En ze lieten er geen gras over groeien
ook!
Datzelfde rekenhoek bevat al deze eer
ste jaarrekening.
„Anno 1751. Primo January.
Jan Broekmeyer Jan
Coenraadszoon geeft
dit boek f 1. 6.0
en een Kiewe yke
kist met twee sloote
kost f 5.16.0
Kog aan geld bij collecte f 8. 1.0
6 January Armmeesters voor
eerste collecte f 7.19.0
en Kr. Pieters geeft voor het
eerst f 115. 5.0
Kog ontvang© f 0. 9.0
Mey 12 Gecollecteerd f 28.16.0
Kr. Pieters geeft f 18.12.0
September gecollecteerd f 6. 0.8
December 12 gecolecteert f 4.10.0
f 186.72.8"
Dat ging best voor een begin, gezien
vooral het kleine buurtjo cn do geldswaar
de van dien tijd.
Kreyntje Pieters van Zeyl was blijk
baar do rijks to ingezetenen, die wel wat
kon missen ook. Maar.... het moest
blijkbaar nadrukkelijk vermeld, in stede
dat zij het bescheidenlijk in de collecte
bus deed. Wat zal die Kreyntje de heel9
buurt bemoederd bobben!
Kiet slechts uit do gewone collecten,
die aanvankelijk viermaal 's jaars. werden
gedaan, ook uit andero bronnen vloeide
soms iets in de kas van bet armenfonds
over, zooals:
„Anno 1759 den lOden Juni
ontvangen wcegens de aal
missen bet Jubiló cle som van f 10. 0.Q
„1770 den 14 Juny gecollec-
teert weegens het Jubilé ..f5. 5.0
..1847 op Roomsch Gatholiek
Kerkhof op Ouda gecollec
teerd f 4.60.0"
Uit dit laatste postje blijkt dat het ar
menfonds in het midden der vorige eeuw
nog intact was, maar toch had het al ccni-
go verandering ondergaan, hetgeen we
straks zullen uitleggen.
Eerst moeten we echter nog vertellen,
dat onder de inkomsten sedert 1784 ook
sprake is van een rento eener kusting
(hypotheek), groot 800 gulden, rustende
op het Bocckhorster perceel, bekend als
bierstekerij en rechthuis, uit welke post
blijkt, dat het-fonds al aardig was aange
groeid. Voorts werd aan de armen van do
Boekhorst ock vermaakt buis, erf en
inboedel van den inwoner Cornelis van
Groenewegen, zoon van den medestichter
van het fonds Reynier Cornelisz.
Geen wonder, dat op die manier het zoo
bescheiden aangevangen fonds per slot
van rekening niet minder dan 12 mille
had staan op het Groothoek der Kationale
Schuld, rentende pCt
En nu de verdere geschiedenis van
bet fonds.
In de eerste 25 jaren na do oprichting
gaat alles gewoon zijn gangetje. De arm
meesters blijven twee in getal; jaarlijks
treedt de eerst-aangewezeno af, wordt
door een ander vervangen, doch er
was weinig verschot soms spoedig
daarna en meermalen herkozen. Viermaal
's jaars houden zij collecte, teekenen liet
bedrag in bet Rekenboek aan en leggen
bet geld in d kif t. Dat vonden ze maar
bet secuurste. Het werd evenwel niet
maar zoo op een hoopje gegooid! Keen:
alle penningen gingen soort bij soort in
verzegelde zakjes. En daar kruimeltjes
ook brood is, was daar ook een zakje bij
voor waardeloozo munt waaruit tevens
valt af te leiden, dat zelfs in die kleine
gemeente dezo of gene wel eens zijn
waardigheid ophield met een knoop of wat
daarmede gelijk stond in het zakje te
werpen.
In 1773 naderde echter do verandering
Aan de Vrije en Lage Boekhorst waren
Heerlijkheidsrecliten verbonden, welko in
dat jaar van een buitehlandscben prins
boe kwam de man er aan! met een
deel der vaste goederen, overgingen op mr.
Nicolaas Cornelis de Stoppelaar, notaris
to Leiden, wonende aan de Oudc-Vcst, die
daarmede Vrijheer van de Boekhorst
werd.
Evenals zijn voorgangers bad bij voor
zijn heerlijkheid een „bailluw-en-scbout",
doch spoedig dankte bij 't was er
rustig genoeg dezen ondergeschikte af
en fungeerde daarvoor voortaan zelf. Ook
hij „bekleedenöe liet secretarisambt in de
Boekhorst", was hij „door den Hove van
Holland geadmitteerd notaris in de Boek
horst" cn „gequalificeerd geerder" (d. i.
gaarder) van de Rijks- en Rijnlandsbelas-
tingen aldaar. Een heele Piet dus!
Het moet gezegd, dat bij de wereldsche
belangen van zijn gebiedje goed verzorgde.
Hij deed de Bbekhorstvaart graven, zorg
de voor de openbare veiligheid en zinde
lijkheid, verdedigde de vrijheden zijner
onderzaten tegen de afpersing van een
aangrenzend ambacht, behandelde per
soonlijk de huwelijkszaken, gijzelde eenige
jachtstroopers, biel bij openbare verkoo-
pingen een opgeld voor de armen', bief
van winkeliers, die van eldeeirs in de
Boekhorst bun klanten kwamen bedienen,
een jaarlijksche recognitie (bakker en
grutter ieder 1 gld.) en gaf den
armmeesters van ons fonds te verstaan,
dat zij de armen te kort deden door bet
geld renteloos in de kist te laten.
Eigenlijk ging dit mr. De Stoppelaar
niets aan, want bet fonds was volkomen
particulier bezit. Als echter zoo'n mach-c.
.tig heer hulp biedt, nietwaar En zoo
gebeurde het, dat op den Gden Februari
1776 de dierbare kist onder de bedstede
vandaan werd gehaald en ontsloten, om
den inhoud dook den Vrijheer van de
Boekhorst te laten monsteren. De arm
meesters van dat jaar waren Lucas van
der Mey of Vermey zoo precies wist
men dat toen zelf nog niet mede-op-
.richter van bet fonds, en Hendrik de
Haas, als boerenknecht uit Pijnakker in
de Boekhorst gekomen en daar getrouwd.
De een kon niet te best, do ander heele-
maal niet schrijven. De Stoppelaar zou
het dus maar voor hen noteeren.
„Heel best, vrijheer", hooren we hen
zeggen. Alles ging secuur en eerlijk,
maar de brave armmeesters raakten toch
den kluts kwijt toen het geld moest be
legd worden, zoodat ze wel blij toe zul
len zijn geweest r1at de vrijheer van den
inhoud der kist een hypotheek maakte op
zijn bierstekerij en rechthuis, boven ver
meld, waarvan bet bewijsstuk nu in de
kist werd gesloten.
Met dat al waren de armmeesters do
teugels van bun bewind kwijt. Op vrij
heer De Stoppelaer volgde vrijheer mr. Ki-
colaas Hartingh (1787), raad en presi
dent-schepen der stad Leiden, die it de
boeken niet anders meende te kunnen op
maken, dan dat do armmeesters aan hem
rekenschap verschuldigd waren. Zoo vast
was bij hiervan overtuigd, dat L.j de
armmeesters aanwees en dit na 1791
zelfs heelcmaal niet meer noodig vond:
zijn schout, zekere Van Waalwijk, zou
bet zaakje voortaan wel opknappen.
Zoo was bet aanvankelijk particuliere
fonds heelemaal in beheer overgegaan bij
de overheid, hetgeen in de hand werd ge
werkt door het feit, dat in do Boekhorst
ook 'n gereformeerd gezinshoofd was ko
men wonen: Jacob van Bos telen, dien men
met de collecte-bus natuurlijk niet voor
bijging, maar waardoor tevens het
Roomsch karakter van het fonds to loor
ging.- Ka het aftreden van Van Waalwijk
hernamen armeesters wel weer bun func
tie, doch hun onafhankelijk karakter was
toch zoek geraakt. Zij moesten jaarlijks
rekening en verantwoording doen!
Aan wie? Aan zekeren Willem Bur-
chart Huygens, die gedurende een halve
eeuw (18051855) in verschillende be
trekkingen ter Boekhorst werkzaam was.
Hij was er belastinggaafder, rentmees
ter van den Vrijheer, secretaris en schout,
welke laatste functie hij mede waarnam
te Sassenbeim, waar hij woonde, terwijl
bij ook nog griffier van het kantonge
recht te Koord wijk was.
En boe is bet nu met bet fonds, zal
men wellicht vragen. Waar zijn de dub
beltjes gebleven?
In 1855 hield do Boekhorst op, een
zelfstandige gemeente te wezen; bij wet
van 11 April werd zij verklaard tot do
gemeente Alkemade te belmoren. Zij
bleef nogtbans het armenfonds met twee
armmeesters uit de buurtschap gekozen
.voor do buurtschap zelve behouden, doch
op den voet der voor de burgerlijke arm
besturen. bestaande voorschriften.
Bij gelegenheid der oprichting' van
het parochiaal armbestuur in Oud-Ade,
in betzelfde jaar 1855, is nog in der
minne sprake geweest over aard en be
stemming van bet fonds. Pastoor Mós
mans gaf den armmeesters van de Boek
horst als zijn meening to kennen en
zoo dacht er eigenlijk ook iedereen over
-dat, wijl do Boekhorst van ouder tot
ouder een Katholieke buurtschap der Ka
tholieke gemeente Oud-Ado was geweest,
bet fonds ook onder het beheer van het
parochiaal armbestuur behoordo over te
gaan Dit zou ook wel zijn gelukt, indien
niet een der twee armmeesters van do Boek
borst bezwaar bad gemaakt tpe te tre
den tot bet parochiale-bestuur,1 meenende
bij, dat zijn armbestuur eigenlijk burger
lijk was, omdat ook" wel eens uen
testant armmeester was geweest
dan pas in den lateren tijd.
Men beeft toen de zaak maar Iain,
ten, „dewijl niet bleek" enz. In(u
wist men bet toen nog niet zoo r0J
wij nu, dank zij de bronnenstudie
pastoor Görtz, die de oude oorkonde
bescheiden aan liet licht heeft gc
Maarc toen bij dit deed 1881
er al weer zooveel tijd over den staat
zaken heengegaan dat men er ook
in berust zal hebben.
Mocht iemand er nog wat nadars
weten, gaarne, zullen wo 't verneem,'
vermelden.
sGHoomeiDa®
SIllllWAnilM
DE ROZENKRAFJS.
De rozen van den zomer zijn
bloeid; en zoo ze nog niet geheel vork
zijn, dan zijn een paar vorstige Ocb
nachten voldoende om bet laatste
van deze zomorglorie te vernietigen,
ons in bloemenwinkels en elders no'e
rozen geboden wordt, hebben we tel
ken aan kweekerskunst, niet
bet jaargetijde.
De rozen zijn verbloeid. Wac.
zij ook weer het symbool? Is een ij
knop niet het beeld der ontluikende ji
liefde, die bezit neemt van jonge haii
Is een roos, die haar blaadjes onfo
en haar" geuren lieflijk uitzendt niel'
symbool van de liefde tusschen twee;
schenkinderen, die de wereld nog in i
neglans zien en zich verschieten
men van allerpuurat geluk? Móge
roos hunner liefde nimmer'door dei
nachten van den herfst ontbladerd i
den.
Maar de roos is meer nog dan ditj
ters, die in haar gezien hebben het
bool der aardsche liefde, hebben
wonderbare schoonheid ook weten te
nutten tot symbool der geestelijke li:
Als zij dachten aan den GekruistenC:
tus, dan dachten ze ook aan de ut
wonden van den Hoer, waaruit het f
bloed leekte cn op de aarde neder ar?
Alleen ter liefde der schuldige nes
beid liet Onze Heer zich nagelen aan)
kruishout en Zijn wonden verschenen]
dichterlijken ziener als zoovele Hol
rozen en de bloeddruppel en, die ter a
dropten waren de rozenblaadjes, wier
en roode rozengloed cle menschcn zi
den van zonden.
Lieflijker dan deze Middeleeuw
symboliek is ons die andere die eves
uit do Middeleeuwen dateert. In onzoj
ria-litanij is Maria de Rosa mystica,
mystieke roos. En waarbij past de j
riingin der bloemen beter dan bij do'
ningin des Hemels, uit wier geopeni
zenbart zooveel geur van liefde stri
dat zij nimmer den zondaar 'dié'!
voorspraak inroept, teleurstelt?
Als do Schoonheid der milde' HÏ
koningin geprezen moet worden, was
zullen wij haar beter vergelijken das
een eeuwig bloeiende Roos, die boven
de en tijd verheven in Gods liomelss
bloeit als het poëtisch 'middelmuit
alle zielebloemen van do aard11 c:i
plant in Gods Paradijr. De Bloera
Bloemen, waarvoor allo bloemen 't hfi
buigen en terwille waarvan do jN
ze allo met milde liefde aanschouw!.
Was bet niet een poëtische gedae|
Middeleeuwers het gebed een xoos-k
men, een bloeseming van cle ziel M
van Maria? En in 't bijzonder I
men bier op wat Vondel noemde |ffl
gelschogrcetcnis", bet „Wees gei
Maria".
En door eenigo „Wees. gegroe#'j
tereen te bidden, afgewisseld dons
„Onze Vader" vlocht men een Bi
krans van gebeden, waarmee iöian-|
sierde, evenals w.ij thans nog. roos
bij hoogliidcn. in letterlijken zin ij
Haar bnokl omringen met do zoo'aj
van lieflijk kleurende en geurende'!
October' Do rozen zijn verbloeit
onze tuinen on parken. Maar dej
der ziel behoeven geenszins to verb1
Mogen zij in den vorm der gOT
deze Rozenkrajnsmaand intenser cu]
lemmerder %aar-geuren ten hemelt
„Bij Mij is de schoonheid van al'
en waarheid, bij Mij allo hoop c?
cn deugd. Gelijk een rozenstruik,1
aan waterbeken, licb ik bloesems
bracht". Zoo luidt zinrijk bet Offcd
van bot Rozenkransfeost, dat do E
den 7clen October viert. i
"Waarom dat juist op dien dahl
schiedt, verdient een kleine schooni
ledigo toelichting.
Do gscbièdenis van bet ontstaan f
Rozenkransgebed verliest zich in
deleöuwcn. Men kende do gewoon?
zeker aantal Wees-gegroeten te r
reeds omstreeks 1200. De tweede Itfj
't "Wces-gegróet werd toen echter
schijnlijk nog niet gebeden, daar
eerst bij 't Concilie van Trento
werd goedgekeurd.
In 1470 werd reeds een R°z:i';
broederschap opgericht. Een eeuw
1571 behaalden do Christenen
7dcn October den zege op do Turt
Lepanto, welke algemeen aan bel
bidden der Rozenkrans werd io$
Paus Pius V stelde toon op
bet feest in van Maria's Ovetf
dat later den naam Kozend
kreeg.
Paus Leo XIII stelde het niouff.
gebruikelijke officie vast, zooals.
do Dominicanen was ontworpen
gaf dezo Paus een Rozenkrans
uit, waardoor hij de Octoberma^
nadrukkelijk bestemde tot maaip
votie tot .0. -L. Vrouw van den ïr
Wij laten thans een, gedicht
zeil© volgen, waarin hij er je'J!'