i VOOR DE VROUWEN. 1 1 DE VROUW IN DE KEUKEN. Teen wij den vorigen keer, geacht© leze ressen, - zoo druk aan liet koken waren', beloofde ik u een volgende maal theoretisch te onderhouden over den aardappel. Wij plaatsen ons dus in een kring om de tafel, en zetten nu alle werk eens uit ons hoofd. Kil ligt het niet in mijn bedoeling lang uit te weiden over de voedingswaard© van den aardappel of een ingewikkelde scheikundige verhandeling u te slikken te geven. Keen, dames, zakelijk willen wij eens over den aardappel praten, als hehoorende tot ons nationaal voedsel, ja voor velen bijna het hoofdvoedsel bij het middagmaal. Daarom acht ik het niet van belang ont bloot, als ieder van u, weet wat zij aan den aardappel heeft, als voedingsstof en hoe veel zijn voedingswaarde door bereiding ie verhoogen is. En als er nog tijd over is wil ik u vertellen hoe ik in Engelsche. Fran- iohc, Duitsche en Amerikaansche keukens, den aardappel heb leeren bereiden. Scheikundig ontleed, is de aardappel op «ich zelf niet veel zaaks. Ziehier een gezon- ie Meiaardappel scheikundig ontleed; Watergehalte 75.50 pet. Fosfor en stikstof 2.pet. Vetgehalte 0,15 pet. Suikergehalte 0.0 pet. Hydrocarbonis {eiwit) 20.pet-. Mineralis (houtvezels) 0.75 pet. Asch gehalte 1.pet. Als men nu aanneemt, dat een product in voedingswaarde stijgt, naarmate er meer vet, suiker, en eiwitgehalte aanwezig is, dan komt men tot do overtuiging, dat de aardappel als voedsel alleen, -niet veel om net lijf heeft.. En toch, denk de aardappel eens weg van onze Hollandsche tafel, wat sen, gekerm zou er in het heele land zijn. Men is zelfs tot medelijden gestemd wan neer iemand ons komt vertellen, dat hij of zij in een geheele week geen aardappel ge proefd heeft. Dus, zult ge zeggen, heeft de aardappel zeker aanspraak ep onze sympa thie- als voedingsmiddel? Zeker, dames. Aardappelen worden vooreerst altijd als warme schotel opgediend, en eens per dag hebben wij ©enigszins behoefte aan warm voedsel. Ten tweede wordt de aardappel nooit zoo genuttigd als zij gekookt is, doch altijd met bijvoeging van vet, heter of jus en groenten. Dan komt de aardappel tot zijn recht, en daarom heeft de aardappel bij ons, Hollanders, zooveel in te brengen. Zoo komen wij dan tot dit besluit: De aardappel op zichzelf is niet veel bijzonders; doch daar hij altijd genuttigd wordt met bijvoeging van die voedingsdeelen welke voor ens noodzakelijk en bij den aardappel niet aanwezig zijn, daarom vooral is onze hoofdschotel hij het middagmaal de aard appel. Is heb in andere landen gebruik, om de aardappel in verschillende variaties te eten, -wii Hollanders brengen den aardap pel nog heb meest tot zijn recht door hem te koken met bijvoeging van vet, boter of jus, of als hutspot. Denk maar eens aan onzen winterkost, aardappelen met zuur kool, met snijboonen, met boerenkool, met wortelen en uien enz. Ook gekookt en dan aan schijfjes gesneden en gebakken in het vet, is de aardappel een aangenaam en goed voedsel. Om nu de aardappel a-ls toespijs voor oen tweede schotel bij feestmaaltijden te leeren bereiden moeten rwij" bij andere lan den te rade gaan. En daar ik vandaag niets geen zin heb cm te werken, zullen wij ons vergenoegen met eenige- manieren op te noe men waarop de aardappel innndere lan den wordt bereid. Een volgenden keer zul len wij verschillende van 'die variaties zelf bereiden. Wij zullen beginnen met de Fransche keuken. Ziehier eenige bereidingswijzen: Pommes de terre de luxe. Pommes de terre Boulangère. Pommes de terre h la Chauubéry. Pommes de terre a la Chautauillard. Pcmmes de terre la Parisienne, Pommes de terre a la Dauphine. Pcmmes de terre Ia Duchesse, Pommes de terre la Godard. 1 Pommes de terre aux Gratïn. Pommes de terre a la Lyonnaise. Pcmmes de terre a la Pont Keu£ Pommes de terre a la Frité. Pommes c!e terre la Paille. i Pommes de- terre a la Surprise. Pommes de terre aux purees diverses. Al deze bereidingen van aardappelen wor den in de Fransche keuken gebezigd, als garnituur voor vlèeschschotels en indien wii er gelegenheid toe hebben, gaan wij op al deze verschillende manieren aardappelen bereiden. Al is het niet in den smaak van onze Hollandsche tafel, het is toch wel eens leuk het te kennen. Ook in de Engelsche en Amerikaansche Jteukens ziin vele variaties, o. a.Mashed Potatoes, Boiled Potatoes, Jaeked Potatoes Souter Potatoes, English Potatoes, Scottish Potatoes, Irish Stew, Demockla Potatoes, Roasted Potatoes. In Engeland nuttigt men deze variaties hoofdzakelijk 's morgens bij het ontbijt. Voor het middagmaal, hetwelk in Enge land nooit vroeger opgediend wordt dan te d of 7 uur, gebruikt men de aaidappel be reid volgens Hollandsche of Fransche me thode. Bij gelegenheid zullen wij ook eens yp z'n Engelsch aardappelen bereiden. Ku kijken wij nog even in de Duitsche ieuken wat zij daar van den aardappel diaken. Ook al vele soorten, zooals: Kartof- Telsalade, Kartoffelkuchen, Gereibehkuchen, •Sartoffelsuppe. Ook in de Duitsche keuken bedient men ■TiCh bij het middagmaal van de Holland- jebe en Fransche methode, terwijl boven staande variaties op zichzelf bereid en bij de lunch of 's avonds voor toegerecht wor den opgediend. Zoo ziet u, geachte lezeressen, dat de aardappel nog al verschillend, bereid wordt,, doch alle bereidingen komen hierin .overeen, dat men door toevoeging van vet- èieelen, suiker- en eiwitdeelen, de aardappel werkelijk tot een groot voedingsmiddel maakt, ja, bij sommige Fransche bereidings methodes wordt hij te machtig om te genie ten. Een volgende gelegenheid, doen wij eens niets anders dan aardappelen bereiden, vol gens bovenstaande methodes. Ook zullen wij den aardappel nog behandelen in be trekking met de industrie, waardoor aard appelmeel en stijfsel in den handel gebracht worden. L. G. BOL. ORDELIJKHEID. Het is een eigenaardig verschijnsel dat de uiterlijke aanblik van twee huisgezin nen welke in gelijke omstandigheden ver- keeren wat betreft huisvesting, inkom sten, kindertal enz., dikwijls zoo geheel verschillend zijn. Terwijl over het eene een glans van welvaart 'ligt, vertoont het andere teekenen van armelijkheid. Waarvandaan dit onderscheid te ver klaren? Hiervoor kunnen verschillende redenen gelden, maar een der voornaamste en wel meest voorkomende reden is, dat er in het eene ordelijkheid heerscht en in het andere niet. Bezie eens een huisgezin, waar alle or delijkheid afwezig is. Vader komt niooit op den afgesproken tijd thuis. Moeder is nimmer' op den beloofden, tijd met tót eten klaar. De kinderen staan op en gaan naar bed, wanneer ze 'willen. Geen enkel stuk huisraad heeft een vasto plaats. Heeft men iets noodig, dan is het nergens te vinden. Eerst verliest men tijd met zoeken, dan verliest men z'n goede hui uit ongeduld, ten slotte verliest men z'n geld, omdat men voor de zooveeiste maal door slordigheid weer verloor. Bezie daarentegen een huisgezin, waar ordelijkheid heerscht. Vader is een man van de klok. Men staat er op tijd op, men eet en drinkt er op tijd, men gaat op tdjd uit en men komt op tijd thuis. Alles heeft er z'n vaste plaats. Men ziet er nooit een kleedingstuk, nooit een brief, geen cent zelfs slingeren. Van alles geeft men zich rekenschap, en daarom leeft men niet weinig gelukkig, is de binnenkamer voor Weinig geld keurig en gezellig, en, waar alles zijn eigen ruimte heeft, wordt ge makkelijk hij allen de opgeruimdheid des harten gewekt en onderhouden. Er gaat een groote weldoende kracht uit van de ordelijkheid: zij bevordert de welvaart, brengt een aangename stem ming in het huisgezin en is een onmis baar element in de opvoeding, want door de ordelijkheid leeren wij de waarde van den tijd, de waarde van het geld, de waarde van het bezit en de waarde van gehoorzaamheid aan eens gestelde wet ten, merkt de „Volkskrant", waaraan wij het bovenstaande onleenen, terecht op. NUTTIGE WENKEN. Gordijnen repareeren. Oude tullen gordijnen waar de tand des tijds aan heeft geknaagd, behoeft men niet weg to deten, noch „bij elkaar to ha len1" met naald en draad, hetgeen ze zel den; mooier maakt, doch men. kan ze op de volgende wijze repareeren. Leg op het gat een lapje tulle, liefst van 't zelfde patroon der gordijnen, ma-ar anders effen, dat iets grooter is dan het gat, welk lap je men te voren aan de randen heeft voch tig gemaakt met een papje van wat aard appelmeel met melk cif water. Dit kleeft men aan de randen van het gat, laat het drogen en knipt later de overtollige stuk je-s van het lapje af. Wollen handschoenen. Deze zullen niet krimpen wanneer men het volgend middel toepast: Men neemt 5 L. water, een kinderlepel terpentijnolie, even zooveel geest van salmiak en tweo tot drie schijfjes witte zeep; het water moet heet zijn. In dit mengsel legt men de handschoenen slechts een half uur, spöelt ze daarna met koud water na en laat ze drogen1. Het wasschen van fluweel. Week fluweel ongeveer 1/4 uur in bijna koud water; indien noodig is, in water met zout, of in een aftreksel van houtzeep. Klop het in een bijna koud zeepsop van Spaansche Marseille of houtzeep heen enl weer. Wasch, druk o{f knijp het fluweel niet. Wasch alleen den binnenkant van boord en mouwen van een japon, spoel het eenige malen in bijna koud water na. Hang het nat te drogen,, zonder het eerst uit te drukken of te wringen. Rek het onder het drogen telkens op, zoödat een kleedingstuk den go'eden vorm behoudt, cn glad en zonder kreukels op droogt, en. duim groote kleedingstukken en tafelkleeden. Schuif den verkeerden kent van het fluweel, wanneer bet bijna geheel droog is, over den platten kant van een warm strijkijzer, zoo regelmatig mogelijk, cf schuif heb over het ijzer heen en weer, en borstel het tegelijkertijd met den draad mee gedurende of na het s brij leen!; gebruik een vrij zachten borstel. Bij rokken of blouses gaat dit rt gemakkelijkst met twee personen; do-een houdt het ijzer met den platten leant naar boven vast, en^de an dere schuift het goed er over heen en weer Ook kan men deze bewerking alléén doen, door het strijkijzer met den platten kant boven in een. treeftjo te hangen, en dit b.v. op een mouwenplankje te zetten, dat op zij is gelegd; terwijl men mouwen zeer goed over een warme kruik kan heen eni weer schuiven. Strijk nooit op fluweel. Borstel het wanneer dit noadig is, met een vrij zachten borstel na. Aan te raden is het, eerst met een lapje de proef te nemen, daar enkele soorten fluweel b.v. met satijnen achterkant, niet altijd bij wasschen mooi blijven. if De gemeente Boekhorst, jjj .Waar deze ligt? Kergens. Waar ze gelegen heeft? Op het grondgebied van Alkemade, waar nog wel de naam ©ener buurtschap er aan zal herinneren. Hoe groot ze was? 't Was heuscli geen wereldstad. Er woonden laatstelijk: drie boertjes, drie baggerlui-daggelders, een „flessiaan" (drankverkooper), een schoenmaker en een die niets of van alles was. Waarom wijlen deze gemeente hier her dacht wordt? Omdat ze een eigen armenfonds heeft bezeten, waarvan de geschiedenis wel eigenaardig is. Deze werd in '1881 door pastoor J. P. Görtz van Oud-Ade medegedeeld in de Haarlemsche „Bijdragen" en daaraan is nu het volgende ontleend. Het armenfonds van. de Vrije en Lage Boekhorst dezo weidsche naam droeg de buurtschap indertijd dateert van 1 Januari 1751. De oprichting ging notarieel, hetgeen blijkt uit het nog aanwezige rekenboek, waarvan de eerste bladzijde de officicele stichtingsoorkonde vermeldt. Deze luidt: Anno 1751. Consept en Resolutie van alle burgers en ingezetenen van Vrije en Lage Boek horst mfet kennes en overleg van de heer en meester Josue Lange (d.i. l'Ange, een Lejidsche notaris uit dien. tijd) Josue zoon, Balliuw en schoudt. Jan van Dregt en Claas Aars Coleyn, schepenen, Crientje Pieters van Zeyl, weeduwe Willem Endelstraet, Reynier Gornelis Groeneweegen, Pieter Mouwririg van Zeyl, deese als eigenaars, Dirk Baa- rens Hooman, Gerridt Louwkamp en Lu cas Aarse Vermey, als huurders, hebben goedgevonden en geresolveerd: in Godts Kaam door den Zeegen en bijstand van Godt den H. Geest te colleeteeren en te maaken een beurs, waar nyt- te kunnen onderschragen ende eenigszins te onder houden de Armen of behoeftigen, die al daar in teydt en weylemogto seyn en seyn voor eerst bey proviesio tot Arm- meesters verkooren en aangesteld Jan van Dregt en Cla.es Coleyn." Ziedaar de saamhoorigheid der oude buurtschap ten voeten uit. Dat handjevol Roomschen want. dat waren ze alle maal woonden daar op een klein plek je grond! bijeen en besloten, onderling een armenfonds te stichten: dan hadden ze niemand van huiten noodig. En ze lieten er geen gras over groeien ook! Datzelfde rekenhoek bevat al deze eer ste jaarrekening. „Anno 1751. Primo January. Jan Broekmeyer Jan Coenraadszoon geeft dit boek f 1. 6.0 en een Kiewe yke kist met twee sloote kost f 5.16.0 Kog aan geld bij collecte f 8. 1.0 6 January Armmeesters voor eerste collecte f 7.19.0 en Kr. Pieters geeft voor het eerst f 115. 5.0 Kog ontvang© f 0. 9.0 Mey 12 Gecollecteerd f 28.16.0 Kr. Pieters geeft f 18.12.0 September gecollecteerd f 6. 0.8 December 12 gecolecteert f 4.10.0 f 186.72.8" Dat ging best voor een begin, gezien vooral het kleine buurtjo cn do geldswaar de van dien tijd. Kreyntje Pieters van Zeyl was blijk baar do rijks to ingezetenen, die wel wat kon missen ook. Maar.... het moest blijkbaar nadrukkelijk vermeld, in stede dat zij het bescheidenlijk in de collecte bus deed. Wat zal die Kreyntje de heel9 buurt bemoederd bobben! Kiet slechts uit do gewone collecten, die aanvankelijk viermaal 's jaars. werden gedaan, ook uit andero bronnen vloeide soms iets in de kas van bet armenfonds over, zooals: „Anno 1759 den lOden Juni ontvangen wcegens de aal missen bet Jubiló cle som van f 10. 0.Q „1770 den 14 Juny gecollec- teert weegens het Jubilé ..f5. 5.0 ..1847 op Roomsch Gatholiek Kerkhof op Ouda gecollec teerd f 4.60.0" Uit dit laatste postje blijkt dat het ar menfonds in het midden der vorige eeuw nog intact was, maar toch had het al ccni- go verandering ondergaan, hetgeen we straks zullen uitleggen. Eerst moeten we echter nog vertellen, dat onder de inkomsten sedert 1784 ook sprake is van een rento eener kusting (hypotheek), groot 800 gulden, rustende op het Bocckhorster perceel, bekend als bierstekerij en rechthuis, uit welke post blijkt, dat het-fonds al aardig was aange groeid. Voorts werd aan de armen van do Boekhorst ock vermaakt buis, erf en inboedel van den inwoner Cornelis van Groenewegen, zoon van den medestichter van het fonds Reynier Cornelisz. Geen wonder, dat op die manier het zoo bescheiden aangevangen fonds per slot van rekening niet minder dan 12 mille had staan op het Groothoek der Kationale Schuld, rentende pCt En nu de verdere geschiedenis van bet fonds. In de eerste 25 jaren na do oprichting gaat alles gewoon zijn gangetje. De arm meesters blijven twee in getal; jaarlijks treedt de eerst-aangewezeno af, wordt door een ander vervangen, doch er was weinig verschot soms spoedig daarna en meermalen herkozen. Viermaal 's jaars houden zij collecte, teekenen liet bedrag in bet Rekenboek aan en leggen bet geld in d kif t. Dat vonden ze maar bet secuurste. Het werd evenwel niet maar zoo op een hoopje gegooid! Keen: alle penningen gingen soort bij soort in verzegelde zakjes. En daar kruimeltjes ook brood is, was daar ook een zakje bij voor waardeloozo munt waaruit tevens valt af te leiden, dat zelfs in die kleine gemeente dezo of gene wel eens zijn waardigheid ophield met een knoop of wat daarmede gelijk stond in het zakje te werpen. In 1773 naderde echter do verandering Aan de Vrije en Lage Boekhorst waren Heerlijkheidsrecliten verbonden, welko in dat jaar van een buitehlandscben prins boe kwam de man er aan! met een deel der vaste goederen, overgingen op mr. Nicolaas Cornelis de Stoppelaar, notaris to Leiden, wonende aan de Oudc-Vcst, die daarmede Vrijheer van de Boekhorst werd. Evenals zijn voorgangers bad bij voor zijn heerlijkheid een „bailluw-en-scbout", doch spoedig dankte bij 't was er rustig genoeg dezen ondergeschikte af en fungeerde daarvoor voortaan zelf. Ook hij „bekleedenöe liet secretarisambt in de Boekhorst", was hij „door den Hove van Holland geadmitteerd notaris in de Boek horst" cn „gequalificeerd geerder" (d. i. gaarder) van de Rijks- en Rijnlandsbelas- tingen aldaar. Een heele Piet dus! Het moet gezegd, dat bij de wereldsche belangen van zijn gebiedje goed verzorgde. Hij deed de Bbekhorstvaart graven, zorg de voor de openbare veiligheid en zinde lijkheid, verdedigde de vrijheden zijner onderzaten tegen de afpersing van een aangrenzend ambacht, behandelde per soonlijk de huwelijkszaken, gijzelde eenige jachtstroopers, biel bij openbare verkoo- pingen een opgeld voor de armen', bief van winkeliers, die van eldeeirs in de Boekhorst bun klanten kwamen bedienen, een jaarlijksche recognitie (bakker en grutter ieder 1 gld.) en gaf den armmeesters van ons fonds te verstaan, dat zij de armen te kort deden door bet geld renteloos in de kist te laten. Eigenlijk ging dit mr. De Stoppelaar niets aan, want bet fonds was volkomen particulier bezit. Als echter zoo'n mach-c. .tig heer hulp biedt, nietwaar En zoo gebeurde het, dat op den Gden Februari 1776 de dierbare kist onder de bedstede vandaan werd gehaald en ontsloten, om den inhoud dook den Vrijheer van de Boekhorst te laten monsteren. De arm meesters van dat jaar waren Lucas van der Mey of Vermey zoo precies wist men dat toen zelf nog niet mede-op- .richter van bet fonds, en Hendrik de Haas, als boerenknecht uit Pijnakker in de Boekhorst gekomen en daar getrouwd. De een kon niet te best, do ander heele- maal niet schrijven. De Stoppelaar zou het dus maar voor hen noteeren. „Heel best, vrijheer", hooren we hen zeggen. Alles ging secuur en eerlijk, maar de brave armmeesters raakten toch den kluts kwijt toen het geld moest be legd worden, zoodat ze wel blij toe zul len zijn geweest r1at de vrijheer van den inhoud der kist een hypotheek maakte op zijn bierstekerij en rechthuis, boven ver meld, waarvan bet bewijsstuk nu in de kist werd gesloten. Met dat al waren de armmeesters do teugels van bun bewind kwijt. Op vrij heer De Stoppelaer volgde vrijheer mr. Ki- colaas Hartingh (1787), raad en presi dent-schepen der stad Leiden, die it de boeken niet anders meende te kunnen op maken, dan dat do armmeesters aan hem rekenschap verschuldigd waren. Zoo vast was bij hiervan overtuigd, dat L.j de armmeesters aanwees en dit na 1791 zelfs heelcmaal niet meer noodig vond: zijn schout, zekere Van Waalwijk, zou bet zaakje voortaan wel opknappen. Zoo was bet aanvankelijk particuliere fonds heelemaal in beheer overgegaan bij de overheid, hetgeen in de hand werd ge werkt door het feit, dat in do Boekhorst ook 'n gereformeerd gezinshoofd was ko men wonen: Jacob van Bos telen, dien men met de collecte-bus natuurlijk niet voor bijging, maar waardoor tevens het Roomsch karakter van het fonds to loor ging.- Ka het aftreden van Van Waalwijk hernamen armeesters wel weer bun func tie, doch hun onafhankelijk karakter was toch zoek geraakt. Zij moesten jaarlijks rekening en verantwoording doen! Aan wie? Aan zekeren Willem Bur- chart Huygens, die gedurende een halve eeuw (18051855) in verschillende be trekkingen ter Boekhorst werkzaam was. Hij was er belastinggaafder, rentmees ter van den Vrijheer, secretaris en schout, welke laatste functie hij mede waarnam te Sassenbeim, waar hij woonde, terwijl bij ook nog griffier van het kantonge recht te Koord wijk was. En boe is bet nu met bet fonds, zal men wellicht vragen. Waar zijn de dub beltjes gebleven? In 1855 hield do Boekhorst op, een zelfstandige gemeente te wezen; bij wet van 11 April werd zij verklaard tot do gemeente Alkemade te belmoren. Zij bleef nogtbans het armenfonds met twee armmeesters uit de buurtschap gekozen .voor do buurtschap zelve behouden, doch op den voet der voor de burgerlijke arm besturen. bestaande voorschriften. Bij gelegenheid der oprichting' van het parochiaal armbestuur in Oud-Ade, in betzelfde jaar 1855, is nog in der minne sprake geweest over aard en be stemming van bet fonds. Pastoor Mós mans gaf den armmeesters van de Boek horst als zijn meening to kennen en zoo dacht er eigenlijk ook iedereen over -dat, wijl do Boekhorst van ouder tot ouder een Katholieke buurtschap der Ka tholieke gemeente Oud-Ado was geweest, bet fonds ook onder het beheer van het parochiaal armbestuur behoordo over te gaan Dit zou ook wel zijn gelukt, indien niet een der twee armmeesters van do Boek borst bezwaar bad gemaakt tpe te tre den tot bet parochiale-bestuur,1 meenende bij, dat zijn armbestuur eigenlijk burger lijk was, omdat ook" wel eens uen testant armmeester was geweest dan pas in den lateren tijd. Men beeft toen de zaak maar Iain, ten, „dewijl niet bleek" enz. In(u wist men bet toen nog niet zoo r0J wij nu, dank zij de bronnenstudie pastoor Görtz, die de oude oorkonde bescheiden aan liet licht heeft gc Maarc toen bij dit deed 1881 er al weer zooveel tijd over den staat zaken heengegaan dat men er ook in berust zal hebben. Mocht iemand er nog wat nadars weten, gaarne, zullen wo 't verneem,' vermelden. sGHoomeiDa® SIllllWAnilM DE ROZENKRAFJS. De rozen van den zomer zijn bloeid; en zoo ze nog niet geheel vork zijn, dan zijn een paar vorstige Ocb nachten voldoende om bet laatste van deze zomorglorie te vernietigen, ons in bloemenwinkels en elders no'e rozen geboden wordt, hebben we tel ken aan kweekerskunst, niet bet jaargetijde. De rozen zijn verbloeid. Wac. zij ook weer het symbool? Is een ij knop niet het beeld der ontluikende ji liefde, die bezit neemt van jonge haii Is een roos, die haar blaadjes onfo en haar" geuren lieflijk uitzendt niel' symbool van de liefde tusschen twee; schenkinderen, die de wereld nog in i neglans zien en zich verschieten men van allerpuurat geluk? Móge roos hunner liefde nimmer'door dei nachten van den herfst ontbladerd i den. Maar de roos is meer nog dan ditj ters, die in haar gezien hebben het bool der aardsche liefde, hebben wonderbare schoonheid ook weten te nutten tot symbool der geestelijke li: Als zij dachten aan den GekruistenC: tus, dan dachten ze ook aan de ut wonden van den Hoer, waaruit het f bloed leekte cn op de aarde neder ar? Alleen ter liefde der schuldige nes beid liet Onze Heer zich nagelen aan) kruishout en Zijn wonden verschenen] dichterlijken ziener als zoovele Hol rozen en de bloeddruppel en, die ter a dropten waren de rozenblaadjes, wier en roode rozengloed cle menschcn zi den van zonden. Lieflijker dan deze Middeleeuw symboliek is ons die andere die eves uit do Middeleeuwen dateert. In onzoj ria-litanij is Maria de Rosa mystica, mystieke roos. En waarbij past de j riingin der bloemen beter dan bij do' ningin des Hemels, uit wier geopeni zenbart zooveel geur van liefde stri dat zij nimmer den zondaar 'dié'! voorspraak inroept, teleurstelt? Als do Schoonheid der milde' HÏ koningin geprezen moet worden, was zullen wij haar beter vergelijken das een eeuwig bloeiende Roos, die boven de en tijd verheven in Gods liomelss bloeit als het poëtisch 'middelmuit alle zielebloemen van do aard11 c:i plant in Gods Paradijr. De Bloera Bloemen, waarvoor allo bloemen 't hfi buigen en terwille waarvan do jN ze allo met milde liefde aanschouw!. Was bet niet een poëtische gedae| Middeleeuwers het gebed een xoos-k men, een bloeseming van cle ziel M van Maria? En in 't bijzonder I men bier op wat Vondel noemde |ffl gelschogrcetcnis", bet „Wees gei Maria". En door eenigo „Wees. gegroe#'j tereen te bidden, afgewisseld dons „Onze Vader" vlocht men een Bi krans van gebeden, waarmee iöian-| sierde, evenals w.ij thans nog. roos bij hoogliidcn. in letterlijken zin ij Haar bnokl omringen met do zoo'aj van lieflijk kleurende en geurende'! October' Do rozen zijn verbloeit onze tuinen on parken. Maar dej der ziel behoeven geenszins to verb1 Mogen zij in den vorm der gOT deze Rozenkrajnsmaand intenser cu] lemmerder %aar-geuren ten hemelt „Bij Mij is de schoonheid van al' en waarheid, bij Mij allo hoop c? cn deugd. Gelijk een rozenstruik,1 aan waterbeken, licb ik bloesems bracht". Zoo luidt zinrijk bet Offcd van bot Rozenkransfeost, dat do E den 7clen October viert. i "Waarom dat juist op dien dahl schiedt, verdient een kleine schooni ledigo toelichting. Do gscbièdenis van bet ontstaan f Rozenkransgebed verliest zich in deleöuwcn. Men kende do gewoon? zeker aantal Wees-gegroeten te r reeds omstreeks 1200. De tweede Itfj 't "Wces-gegróet werd toen echter schijnlijk nog niet gebeden, daar eerst bij 't Concilie van Trento werd goedgekeurd. In 1470 werd reeds een R°z:i'; broederschap opgericht. Een eeuw 1571 behaalden do Christenen 7dcn October den zege op do Turt Lepanto, welke algemeen aan bel bidden der Rozenkrans werd io$ Paus Pius V stelde toon op bet feest in van Maria's Ovetf dat later den naam Kozend kreeg. Paus Leo XIII stelde het niouff. gebruikelijke officie vast, zooals. do Dominicanen was ontworpen gaf dezo Paus een Rozenkrans uit, waardoor hij de Octoberma^ nadrukkelijk bestemde tot maaip votie tot .0. -L. Vrouw van den ïr Wij laten thans een, gedicht zeil© volgen, waarin hij er je'J!'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 10