I ierde Blad. irdag 18 Augustas 8923 MENDER DER WEEK [js] ESS=£SI3^-.«=<M=r-o- i Als niet anders wordt aang^vca n deze week iedere H. Mis Gloria «n on de Prefatie van de Allerheiligste (Invullen: En U in de ten Hcmcl- AG 19 Aug.: 13e Zondag na. ster on. Mis: Respice. 2e gebed octaaf van Maria's ten Hemelop- g Pref. van de H. Drievuldigheid. Ici'ofte van Christus (de hemel) wordt fl ju hen, die in Christus gelooven. cl) Daarom vragen wij aan God, dat .eerziet op Zijn" (nieuw) Verbond. [1uq Graduale) en ons geven wil ver van geloof (Gebed)een geloof, erl; als dat der tien melaalschen, die,, nog genezen te zijn, op weg gingen icli V vertoonen aan de priesters Vertrouwende, dat ons ge- Ins gezond zal maken naar de ziel, jn wij ons offer, dat naar wij hopen tehvillend zal aanvaarden. (Offer- Stilgebed) wetend, dat het geloof [leven door de hoop en vooral door [de, bidden 'wij dat het Brood, dat is gegeven heeft in de H. Communie irtróuwen op de vervulling der he al versterken en bovenal in ons zal langroeien de liefde (Gebed). INDAG, 20 Aug. Mis van den II. ar cl us, Belijder en Kerkleeraar. (Uit het Gemeenschappelijke der beraren; 2e Epistel)" 2e gebed van het F. Kleur: Wit.. [H. Bernardus is een der gTOolste en der kerk. Buitengewoon was zijne nicht en liefde tot Maria. Zijne ge len staan vol van Maria. Iedereen „hel gebed van den H. Bernardus", 0 treffend mooie: Memorare (Gedenk srheiligste Maagd enz.) Bernardus onder Maria's Bescherming 20 Aug. onder liet Octaaf van Maria Hemel- als Abt van Clairvaux. Hij is de r yin do Ordo der Gisterciënsers listen). ISDAG, 21 Aug.: Mis van de H. na Fransisca Fremiot do tal, Weduwe. Cognovi (Uitliet ^schappelijke voor eene Maagd noch ires) Gebed. Stilgebed en Postcom- eigen; 2e gebed van het Octaaf. W i t. heilige Vrouw, in haar echtelijk oen toonbeeld van echtelijke deugd, 1 na den dood van haren echtgenoot leiding van den H. Franciscus v. de Orde der Visitandinnen. Zij was orbceld van daadwerkelijke christo- aastenlicfde. ENSDAG, 22 Aug.: Octaafdag Maria's ten Hemeïop- ïi g. Mis: Gaudeamus (als op 15 2e gebed van den H H. (fimotKeus, lytus en Svmpliorianus, Martelaren. Wit. ia heeft het beste deel verkozen,, dat liet zal worden ontnomen in eeuwig- Communio) 1DERDAG, 23 Aug.: Vigilie van Bartholomeus, Apostel, an den H. Philippus Benitius, Be- Justus ut palma. (Uit het Gemeen- lelijke van een Belijder op de 2e le gebed eigen; 2e gebed van de Geen Credo. Gewone Prefatie. Wit. mag gelezen worden: de Mis v. d. Ego autem. Geen Gloria en Credo; lgd v. d. H. Philippus. Gewone Pre- Kleur: Paars. ïen bijzonder visioen door Maria ge-: tot de orde barer dienaren (Servie- arvus: dienaar), onderscheidde Phi- zicli door een bijzondere godsvrucht zeven Smarten. Groot ook was zijne lartiglieid jegens de armen. Velen, iep gevallen, bracht hij tot inkeer. 'JDAG, 24 Aug.: Feestdag v. d. jhirtliolomeus, Apostel. Mis: autcm. Pref. v. d. Apostelen. Kleur: H, Bartholomeus predikte in Voor- en Armenië. Verbitterd om de be te van Koning Polymius en diens ge en van twaalf steden, hitsten do •priesters Astyages, Polymius' broe- dio Bartholomeus levend liet villen, wetke marteling hij bezweken is. TcRDAG, 25 Aug.: Mis v. d. H. >orius, Belijder, Bisschop van it. erdoles. (Zie in het Feesteigen der en v. h. Bisdom Haarlem) le gebed ,'"e Sebed v. d. H. Lodewijk, Koning rnnkrijk, 3e A Gunctis; 4e Voor den beon Credo. Gewone Prefatie. Kleur: H. Grogorius heeft door de omstan- en van zijn tijd, nooit de Bisschops- ontvangen. Ongeveer 20 jaren be- b'J het Bisdom Utrecht met ver- e herderlijke waakzaamheid. Lodewijk dankt zijne heiligheid e zeker aan zijne opvoeding door O0(ïer de H. Blanee v. Castilië. r r i1S -aar heilig prachtwoord tot odewijk: „Ik bemin U, als de appel Un oog, maar liever toch zag ik u une voeten sterven, als ik wist, dat e°ne doodzonde zoudt bedrijven". ^tering. A. M. KOK, - Pr. MISBRUIK-MAKEN VAN HET VOORBEELD. ?Iu gaan we zien, of er denkflaters ge slagen worden door misbruik te maken van voorbeelden. Zooals een ieder aan stonds begrijpt, hebben we bet hier niet over voorbeelden, welke worden aange haald, om den zin van iels le verduide lijken. Ook hebben we het niet over na volgenswaardige en afschrikwekkende voorbeelden. Als ze onze bewondering wekken, zoöals do levens der heiligen, dan kunnen we* er nooit genoeg gebruik van maken; zoo is het ook met die voorbeel den, die ons een groolen afkeer voor de zonde indrukken. Ook liierhij is geen misbruik te vreezen. Doch we hebben nog een ander gebruik van voorbeelden, waaruit we n.l. beslui ten trekken, en die ons minder of meer waarschijnlijkheid geven. Go hebt iemand gedurende 50 dagen voorbij zien gaan; hieruit maakt go het besluit, dat hij den ölsten dag ook wel voorbij zal komen Een uitstekende redenatie, hoor, zonder het minste spoor van misbruik, als men maar zoo goed is, om zijn besluit niet als volkomen zeker le beschouwen. Of we echter van een dergelijke manier van doen ook misbruik kunnen maken? Denkt dan eens een oogenblik aan die onbekookte oordeclen van sommige dag blad-correspondenten, die bij een verblijf van een paar weken in een vreemd land, na met ongeveer 50 menschen in kennis to zijn gekomen, klakkeloozè beweersels neerschrijven over een lieele natie. Denkt eens aan de inwoners van bet buitenland, die op het zien van een Volendammer briefkaart meenen, dat alle Hollanders in wijde broeken loopen, Denkt eens aan de gruweldaden, die plaats grepen -tijdens den inval in België door de Duitschers, om dan liet besluit te maken, dat alle Duitsche soldaten niet deugen. En aanstonds springt.u in het oog, dat er een fout wordt begaan. Deze flater noemt men: genera liseoren. Een aardig staaltje van zulk een fout is het volgende: Ec-n plattelander komt zoo nu en dan in de stad; daar ziet hij do eleclrische trams langs de straten snorren. Het toeval wil, dat hij nog een paar ataxen ontmoet, en nu-redeneert de boer: in do stad 'zijn de paarden afge schaft; daar gaan de wagens met elec- triciteit. Och neen, als hij even zijn on derzoek had doorgezet, dan was hij zeer gemakkelijk tot het besluit gekomen, dat er ook in de stad nog wagens door paar den getrokken worden. .Maar hu ter zake ten opzichte van de opwerpingen, tegen do Katholieke Kerk. Men kent de lijders aan illusies en hallucinaties. Door oen ovërprikke"/ ze nuwgestel beelden zij zich allerlei dingen in, hooren zij geluiden, zien zij verschij ningen, die toch in werkelijkheid niet bestaan. Wat doet nu de onwetenschappelijke Jau Kalebas? Hij generaliseert, en maakt één, twee, drie de volgende redenatie: Al- de menschen uit de gestichten hebben hun verschijningen te danken aan een over prikkeld zenuwgestel, aan verbijstering van het verstand, dus en hier begaat Jan Kalebas met. zijn „dus" den flater dus alle verschijningen kun nen we daaraan toeschrijven. Zoo zegt Jan, zoo is het ook met de 'verschijnin gen van den verlezen Christus; niets meer dan inbeeldingen, hoor. Christus zelf is aan de Apostelen biet verschenen. O Jan Kalebas!!! Beeldde zich soms Napoleon in, dat hij Napoleon was, omdat na hem ook hon derden fcich- ingebeeld hebben, dat zij Napoleon waren? Een ieder zal het belachelijke hiervan inzien, eenvoudig, omdat eèh ieder weet, dat de eerste, echte, eigenlijke Napoleon de ware Napoleon geweest is. Maar zoo staat "het ook met de Verrij zenis :van Chi-istus. Daarvan is het ook allerduidelijkst, dat Hij zelf, verrezen zijnde op den derden dag, in werkelijkheid en niet in schijn, zich zelf aan zijn leerlingen heeft vertoond Laten we eens niet doen als het op pervlakkige hoertje in de stad, maar een nader onderzoek instellen. Wo willen echter, leek en als we- zijn in de geneeskundige vakken, natuurlijk geen verhandeling aanmatigen over hal lucinaties en dergelijke. Toch meenen we, veilig genoeg te kunnen zeggen, dat iemand, die een waan voorstelling heeft, daarin meestal alleen staat. Dat meerderen het 'slachtoffer wor den van een en denzelfdon waan, kan desnoods worden toegegeven, als hetgeen wordt waargenomen, iets vaags, iets al gemeens is, b.v. een geluid, zonder dat de waal-nemers weten to zeggen, welko be paalde klanken dat geluid voortbrengt, of wel als de een er dit, de ander er dat van maakt. Wij kunnen hetzelfde echter al zeer moeilijk toegeven, als meerderen vol komen overeenstemmen in do beschrijving van de kleinste bijzonderheden, die zij op merken. Ook is het niet redelijk, aan te nemen, dat er waan in het spel is, als degene, wien zulk een verschijning over komt, telkens weer door anderen, gewone nuchtere menschen, wordt omgeven, die dezelfde gewaarwordingen opdoen; welke waarnemingen niet alleen het gezicht, maar ook het gevoel en het gehoor be treffen.' Het moet een pure onmogelijk heid genoemd worden, van waan te spre ken, als telkenmale door alle omstanders juist dezelfde waarnemingen worden ger daan tot in do kleinste bijzonderheden toe, voornamelijk als men eerst voorzich tig leeft getwijfeld aangaande hetgeenf men waarneemt, en eerst na onderzoek tot overtuiging komt. Welnu, als na do Verrijzenis, bij de verschijningen van Christus al deze om standigheden te zamen kwamen, als de Apostelen eerst twijfelden aan hetgeen} zij waarnamen, op getuigenis van anderen niet wilden gelooven, maar bij nader on derzoek lot zekerheid kwamen, als zij telkens dezelfde woorden hoorden, het zelfde zagen, hetzelfde betastten, als nu eens de leerlingen van Emmaus, dan weer do vrome vrouwen, dan weer de elf zonder Thomas, daarna dezelfden met hem mee, dan weer vijfhonderd anderen, later nog Saulus, die daardoor de H. Paulus werd, dezelfde verschijning ontvingen, met dit gevolg, dat de Apostelen, wel verre van als ziekelijke geesten opname in een ge sticht te behoeven, de verbreider£ werden van dat Christendom, dat millioenen en millioenen onder zijn aanhangers telt, steunend op de vaste overtuiging van .een waarlijk verrezen en waarlijk verschenen Zaligmaker, dan vragen wo in gemoede: lijdt hij niet aan armzaligen anti-gods dienst-waanzin, die het voor mogelijk houdt, dat al die menschen, in die om standigheden, telkens allen, die tegen woordig wareu, het slachtoffer zouden ge weest zijn van een waanvoorstelling? Dan ligt ook 'het besluit voor de hand, dat hetgeen de leerlingen zagen, niet het voorwerp was hunner verbeelding, maar veroorzaakt werd door. den werkelijk ver rezen Christus. Maar dan vervalt ook de beruchte theorie van Renan, als zou de hoopvolle verwachting den leerlingen den waan hebben voorgespiegeld. In de Manuel Bihlique van Vigouroux, Bacuez en Brassac, 2de deel lezen we op bklz. 566. „Noch de leerlingen, noch do vrouwen verwachtten een wonderbaren iterugke»er van Jezus tot het leven. Nicodemus en Jozef van Arimathca balsemden hun meestor en sloten de opening van het graf met een zwaren steen. (Luc. 23: 51 53). De heilige vrouwen (gingen op Zon dagmorgen do balseming voltooien. (Mare. 16, 1); welnu, men balsemt geen lichaam, waarvan men op oen of ander oogenblik de verrijzenis verwacht. Magdalena, aan wie men den roem van de verrijzenis toeschrijft, geloofde, toen zij het graf leeg zag, dat het lichaam was gestolen. (Joan. 20, 1, 2.). Toen do heilige vrouwen de verrijzenis vertelden, be schouwden de Apostelen hun woorden als droomerijen en geloofden niet. (Luc. 24. 11.) De leerlingen van pmmaus waren zoo bedroefd, dat Onze Heer hun de rédenen vroeg van hun diepe droefheid (Luc. 24. 17). De H. Thomas weigert te gelooven, alvorens de wonden te hebben gezien. (Joan. 20. 25) In het eerst her kennen de leerlingen, de heilige vrouwen hun Meester niet. (Joan. 20. 11). In deze omstandigheden zelfs, als wo toegeven, dat de verwachting haar voorwerp te voorschijnroept, is het onmogelijk, dat de leerlingen zich ingebeeld hebben, Jezus te zien, en zich zelf zijn tegenwoordigheid hebben te voorschijn geroepen." Was droefheid dan misschien do moe der van den waan? En wij antwoorden met? Ladeuze: „Als zenuwachtige uitput ting en opwinding, ten gevolge der ge beurtenissen, in staat waren geweest hun visioenen voor te toovereri, dan zouden liet visioenen zijn geweest yanschande en wanhoop. Een gevoel, een gewaarwor ding van den triomf des Gekruisten kon tien zij niet hebben." Wat valt er dus uit dit alles te beslui ten? Dat we geen denkfout bekooren te begaan door te gencraliseeren. Dat er in de stad ook nog wagens loo pen, door paarden gelrokken; dat er in Holland ook nog heeren worden gevon den, die een andere dan een wijde broek dragen; dat er bij alle slechte, toch ook nog goedo Duitschers worden gevonden, en dat er ook nog verschijningen be staan, die een ander karakter hebben dan die, welke do waanzinnigen plegen to krijgen. J. J. v. SANTÉ, Pr. WAAROM IK KATHOLIEK WERD. In „Der Eucharistische Völkerbund" i3 de volgende brief opgenomen, waarin een jeugdig bekeerling met beider hoofd en edel hart aan zijn protestantsehe moeder zijn „terugkeer" mededeelt, met eenige re denen, die hem tot de gewichtige stap heb ben beweger. Hier volgt de getrouwe ver taling, die p2ter J. Alb. Thijm S. J. geeft in „Het Schild." „Deze brief zal u een verrassing, mis schien een onaangename verrassing zijn, daarom schrijf ik hein met beklemd ge moed. Ik wil u, lieve moeder, mededeeling doen van een beslissenten stap, dien ik na rijp overleg en langdurig gebed, met een opgewekt en blij hart'heb gedaan, zelfs bij het vooruitzicht, dat gij er u niet over ver heugen zoudt. Maar daar ik God meer dan vader en moeder moot beminnen, kon geen bedenking van natuurlijken, zij 't ook van den teedersten aard, mij langer weerhou den dien stap te zetten. Lief, dierbaar moedertje, heden ben ik in de parochiekerk te H. teruggekeerd in der. schoot der Katholieke Kerk. Ik zeg met nadruk „teruggekeerd", niet „overge gaan", daar immers al onze voorouders, althans voor de zoogenaamde Hervorming, misschien ook nog daarna, Katholiek wa ren. In do apostolische geloofsbelijdenis, .die zeer zeker uit de le eeuw dagteekent, zeggen wij immers: „Ik geloof in eene hei lige, Katholieke Kerk". Toen reeds werd de Kerk van Christus „Katholiek", d. i. al gemeen, genoemd, omdat zij de heilsin- richting voor alle menschen van alle tijden en landen zijn moest en is. Katholiek wa ren de apostelen en hun opvolgers, Katho liek de martelaren en heiligen. In de Cata comben hebben zij dezelfde EL Eucharis tie ontvangen, welke ik vandaag ontving, zij geloofden in betzelfde Pausdom, waar aan ik heden trouw heb beloofd. Ik verzoek u, lieve moeder, mij zonder opgewondenheid of verbittering zoo rustig mogelijk aan te hooren. Gij zeidet vaak, dat een fatsoenlijk mensch moet blijven, wat hij is. Nu, Luther is niet Katholiek gebleven. Nemen wij aan, dat hij uit over tuiging heeft gehandeld. Ik maak voor mij van hetzelfde recht als hij gebruik, om mijn overtuiging te volgen, ook wanneer zij van die van mijn lieve moeder afwijkt. Luther gaf dus het recht tot vrij onder zoek. Of hij logisch handelde met "zelf een catechismus op „te stellen cn zijn persoon lijke overtuiging anderen op te dringen, in plaats van hun de vrijheid te laten, zich zelf uit den Bijbel een geloofsovertuiging te vormen, laat ik daar. Ik heb mij bij „aanneming" beloofd aan mijn geloof trouw te blijven, wijl ik toen mijn geloof voor bet ware hield. Dat is juist, als wan neer iemand zijn moeder belooft een kost baren edelsteen, een oud familiestuk, te bewaren en niet in vreemde handen te doen overgaan; bp hetzelfde oogenblik, dat die edelsteen geen echte, maar een nage maakte blijkt te zijn, bindt die belofte niet meer. Het gaat hier om de volle waar heid te volgen. Mijn verloofde was voor mij slechts do aankiding om do Ljaiholie- ko Kerk grondiger to leeren kennen. Mijn geloof is het werk van Gods genade en van mijn goeden wil. Togen de genade Gods mag ik mij niet verzetten. Lief moedertje, gij zult mij toegeven!, dat een goed Protestant beter is dan oen on- geloovig, slecht Katholiek en zoo ook, een geloovig Katholiek beter dan ee& onge- loovig Protestant. Welnu, heb protesteeren tegen de Katholieke kerk heb ik sinds lang opgegeven en sta dus al lang niet meer op protcstantschen bodöÈa. Een Lu theraan ben ik toch nooit geweest. En de Evangelische „Landskerk" 'is evenzeer menschenwerk en nog veel meer, daar zij oen compromis en oen mengsel is van twee protestantsehe secten. Ik had mij, volgens protestantsch beginsel, even goed bij de eene of andere protestantsehe secto kun nen aansluiten, zelfs bij de Adventisten van den 7en dag, die niet eens aan de God heid van Christus noch aan de hel geloo ven. Yan al die scheuringen in het Protes tantisme had ig genoeg. Het ongeloof zoo- veler protestantsehe dominé's, die niet ia den Zoon Gods en Zijn doopsel gelooven, was mij bekend. Bij ongeloovigc profes soren, als Harnack, gingen onze voorgan gers in de leer. Het hoofd der Evangeli sche Landskerk, de Keizer, is afgezet en eigenlijk hebben de Evangelischen geen zichtbaar Opperhoofd meer. Tronen stor ten omver, kronen rolden in 't stof, maar de troon van Petrus staat, wijl de poorten der hel hem niet zullen overweldigen. Dat alles heeft mij te denken gegeven, en daarom weigerde ik met Paschen nog mee ten Nachtmaal te gaan, hoe onaange naam U, lief, vroom moedertje, die weige ring ook heeft aangedaan. Gij zult toch uw zoon wel liever hebben als geloovig Katholiek, dan als ongoloovig Protestant. Yoor U blijf ik wat ik was, Uw trouwe, U innig liefhebbende zoon, ja nog meer dan vroeger. Als Katholiek ontvang ik niet een symbool van Christus' lichaam, brood en wijn, maar het waarachtig Lichaam en Bloed des Heeren, die waarlijk, werkelijk en zelfstandig tegenwoordig is onder dq gedaanten van brood en wijn. Mijne .eer ste H. Communie heb ik voor U opgedra gen en ik heb den lieven Heer Jezus gebe den U te zegenen en te beschermen tot aan Uw dood en mij eens de genade te geven U in den hemel weer te zien. Mijn bijbelgeloof behoud ik, ja nog vas ter, met nog meer overtuiging, laat ik „heb Woord staan." Luther en de andere Hervormers hebben den Bijbel immers van de Katholieke Kerk overgenomen. Deze Kerk verdient geloof of niet. Zoo niet, dan hangt mijn heele Bijbel -in de lucht en weet ik niet, of de Katholieke Kerk den Bijbel niet vervalscht heeft in den loop der 15 eeuwen voor Luthers komst. Voor Luther bestonden er reeds meer dan 20 Duitsche Bijbelvertalingen. Hij heeft den Bijbel niet onder de bank vandaan ge haald. Katholieken hebben hem gemaakt, want de Evangelisten zijn geen Protestan ten geweest. Zoo blijf ik Evangelisch in den waren zin des woords, cLw.z. trouw aan het Evangelie. De Bijbel heeft alleen gezag voor wie geloof en vertrouwen heeft in de Katholieke Kerk. En plaatst men zich met het heele Bijbelgeloof op Katho lieken bodem, waarom dan niet in andere, minder wezenlijke punten? Christus heeft aan de wereld geen papieren, maar een le venden Paus gegeven. Op tl© Petrusrota heeft Hij Zijn Kerk gegrondvest, niet cp een boek, al was dat nog zoo heilig als de Bijbel is. Niet om te schrijven, maar om te onderwijzen heeft Hij zijn Apostelen over de wereld uitgezonden. Heb geloof komt van het hooren, niet van het Bijbel lezen. De Bijbel zegt immers zelf niet eens wat tot den Bijbel behoort. Dat zegt ons de Kerk, en naar baar moet ik luisteren, of ik ben gelijk aan een heiden en open baar zondaar. De uitspraak „geloof alleen wat in den Bijbel staat", is in den heelcn Bijliel niet te vinden. Integendeel, de H. Paulus geeft ook de Overlevering als ge loofsbron aan. Do Bijbel zelf zegt aan het slot van het Sint Jans-Evangelie, dab niet alles wat Christus gedaan heeft, in den Bijbel staat opgeteekend. Maar nu ver langt toch dezelfde Bijbel, dat wij alles ge looven wat Christus gedaan heeft; derhal ve zijn er dingen, die niet in den Bijbel staan en toch door ons geloofd moeten worden. Alleen do Kerk is in staat de leem ten van den Bijbel aan te vullen. Heeft-verder de Zaligmaker niet gezegd, dat Hij bij ons wildo blijven tot bet einde der wereld? Wanneer Hij woord heeft ge houden, dan mocht Hij niet verdwijnen voor de Reformatie; de Kerk mocht met in dwaling vervallen, andere had do macht der hel haar, tegen alle beloften van Chris tus in, overwonnen. Vergun mij, lief moedertje, nog één grond voor mijn terugkeer aan te geven. De profeet Malachias spreekt van een „rein spijsoffer, dat eens op alle plaatsen zal worden opgedragen." Nu vraag ik: welke godsdienst heeft ook nog maar een offer een rein spijsoffer?' De Joden heb ben het niet, de Protestanten ook niet. Moet ik den profeet niet gelooven, dan zou ik ook andere profeten niet behoeven te gelooven, dan was het met mijn geloof aan den Messias gedaan, ik zou niet eens Pro testant, ja zelfs zonder het geloof aan de profeten geen geloovige Jood kunnen zijn. Christus heeft bij de belofte van het laat ste Avondmaal zoo duidelijk gezegd, dat Zijn vleesch waarachtig spiys en Zijn bloed waarlijk drank is, cn Hij heeft bij do in- ONS HOEKJE OVER OPVOEDING. ONZE NATIONALE EN INTER- NATIONALE HELDEN. (Slot) ni „Wilt gij een volk beoordeclen, Iet dan op de belden, die bet eert.* De belangrijkheid van het voorhouden der groote karakterhclden aan de jerjd, vooral aan de rijpere jeugd, doet mij nog eens terugkomen met dit onderwerp. Van daag echter hebben wij met elkander een geheel ander soort heldhaftigheid te be spreken. Veel heldendom moet om de beperkte ruimte worden overgeslagen. Vroeger reeds spraken wij van de pantoffelheldhaftigheid der vaders en de heldhaftigheid der huis zittende slavernij der moeders, waardoor in vele gezinnen de kinderen zulk een ver heven en verheffend opvoedkundig voor beeld dagelijks voor oogen zien". Over dei verhèerlijking der excessieve sport-heldhaf- tigheid en strijd-om-kampioenschappen heb' ben wij reeds genoeg gesproken. Dit is veelal ook de heldhaftigheid die de vrij metselarij aan de jeugd wil opdringen:! „Tot eiken prijs moeten wij de kerken leeg maken en het is juist door feesten, wed strijden en volksvermakelijkheden op zon en feestdagen, dat wij daartoe zeker zul len komen". Er is echter nog een andere heldhaftig heid, naar het oordeel van ervaren mensch- kundigen de moeilijkste en zwaarste, die bestaat: 'heldhaftigheid, die den grootsten veldheeren vaak ontbrak; heldhaftigheid, die zeer vele wereldberoemde mannen niet aandurfden; heldhaftigheid, die alleen den mensch w a a r 1 ij k groot, b i ij v e n d groot maakt, omdat zij alléén heldendom is dn den volsten zin van 't woordde held haftigheid der christelijke z'elfbeheersching, dc heldhaftigheid der heiligen Zielesport is veel moeilijker dan lichnams sport. Deugdzaam zijn eischt^meer kracht dan doelpunten maken. Ziele-staling door harde levenswijze en versterving vraagt méér stalen wil dan aanhoudende lichaams training voor den wedstrijd. Eenvoudig zijn plicht doen is zwaarder dan onder toe juichingen en klaterende sport-verslagen zijn sport-carrière maken! Het is vaak aan lokkelijker Zondags uit te gaan voor sport en ander dergelijk vermaak dan voor alles zijn Zondagsplicht te vervullen en daar voor desnoods heb vermaak te bekorten. Wat eischt nu méér heldenkracht van de ziel? Lijden geduldig verdragen is méér een kenmerk van een groote ziel dan zich een sport-roes drinken aan de dwaze lof prijzingen die, geïllustreerd den kampioen, den held van de twintigste eeuw bezin gen. De heiligen, dkt waren helden! Bclcedigd worden en vriendelijk bliiven, zelfs dien sten bewijzen: dèt is heldhaftige beheer- sching van heb moeilijkst te regeeren we zen: het eigen „Ik!"! Geslagen worden ett van harte vergeven gescholden worden en niet terugschelden belasterd worden en zwijgen miskend wbrden en toch stipt zijn plicht doendkt eischt "karak'er- grootheid: daarvoor is enorme, is helden kracht noodig. Zich ontzeg»', en de misschien' kleine makr daarom juist zoo moeilijk te weigeren eischen der natuur: hoe hoogmoet de jongen of het meisie in karakterkracht gevormd zijn om hiero tot de natuur „neen" te durven zeggen Evenveel moeilijker als het ,,neen"-zeg- gen is boven het ..ja"-zeggeiv.evenveel moeilijker is de ziele-heldhnftieheid van het echt-christeliik leven boven de lichaams heldhaftigheid der moderne helden.... Men moest velen orzcr z.g. helden der lichaamscultuur eens kennen zooals zij zijn (ons innerlijk: want daarin ligt de eenige waarde van den mensch!) dan zon men over de heldenkracht der louter-* lichaams-aanbidders en aa abedenen heel anders oordeelen "dan nu door geëxalteer de sport-verslaggeyers vaak wordt gedaan. G. P. J. v. d. BURG, Pr. HageveldVoorhout. stelling van het laatste Avondmaal zoo duidelijk gezegd: „Dat is Mijn Lichaam", dat Hij ons zou bedrogen hebben,, indien Hij in Zijn almacht het wonder der we zensverandering niet had gewrocht, zonder hetwelk Christus' woorden niet waar zou den zijn. Christus was toch Gods Zoon en heeft vooruit gezien, dat men Zijn duide lijk woord ook letterlijk zou opvatten. Christus kan ons niet bedreigen. Dus moet ik in eenige Kerk Zijn waarachtig Lichaam als spijs hebben. Gij ziet dus, lief moedertje, dat ik zwaarwichtige gronden had. eindelijk eens den beslissenden stap te doen. Wanneer u ook deze gronden in hun. beknopten vorm niet terstond zullen overtuigen, zoo verdie nen! zij toch uwo aandacht. In allo geval "zal ik er verder naar streven u aangenaam te zijn en voor u cn inijn goeden vader een trouwe zoon te blijven. Dezen brief heb ik aan u gericht, omdat ik weet, dat. mijn stap voor u een grootcre verrassing zal zijn dan voor onzer, goeden vader. Ik vraag u beiden van. harte om uvf ouderlijken zegen cn verzeker n van mijnt innigste kinderlijke liefde cn dankbaar-^ heid. M Uw U trouw liefhebbende Zoon. WEG NAAR HET GELUK. Vermijden, wat slecht is. Betrachten, wat recht is, Begeeren, wat echt-is, Geeft zegen, die hecht is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 9