Tweede Blad 1
Ie Koninklijke Koopman.
Zaterdag 4 Augustus SS23
)3 geheimen der Theosofie.
Te Benares, die vreemde heilige stad
n ({0 heilige rivier de Ganges, die voor
groot deel gevoed wordt van hot water
,it Beudiia's geboorteland, heeft Anna
Besant, de tweede stichtsier van de thco-
lofie veel gewoond.
Daar staan de tallooze heiligdommen
pol hooge facaden en angstig smalle
orenfjes naast elkander gedrukt aan hot
iPiligc water.
Daar heeft de profetes der theosofie de
eiiige wasschingen zien gebeuren, daar
iceft zij hespied de wijdingen en offeran
den dei- Brahmanen, daar heeft zij zich
rgjdicpt in de afgetrokkenheden van de
Joiulhistische bespiegeling eb misschien
laar heeft zij ten volle begrepen, dat het,
brahmanisme met zijn nuanceeringen van
tlgodendom tot de erkenning van één god
ien beteren grond biedt voor een stelsel,
lat zijn volgelingen in allo godsdiensten
inden wil, dan het Boudhisme, dat min-
itens atheïstisch is getint.
In 1875 heeft mevr. Blavatsky de theo-
ïofische vereeniging gesticht en toen zij
ja '05 stierf was mevrouw Besant haar
nbeslreden opvolgster.
Deze dame is door de phasen van evan-
- -h geloof, van mystiek getint ritualis-
van broadchurch liberalisme, van
.ral ongeloof en materialisme heenge-
aan, en heeft zich ten slotte, haar eerste
nystieko (in den kwaden zin) neigingen
etrouw, toegelegd op occultisme en zich
ïgcsloten aan die vereeniging voor de
osofio, welke haar adepten initieert in
geheimzinnige wijsheid van Indië.
Mevr. Besant werd in 1904 te Madras
evierd op con Hindoe-congres, waar de
jrsto minister van den rajah van Travan-
are haar begroette als de incarnatie van
godin Sarasvali.
Het anti-godsdienstige van de Vereeni-
:g voor llieosofie blijkt al dadelijk uit
luidruchtige proclamatie, dat zij geen
ogma's opzet en dat theosofie geen gods-
ienst is. Hoe zoo'n verklaring moet wor-
sn opgevat is op to maken uit een theoso-
schen roman van Pierre de Coulevain
een vrouw), waarin de hoofdpersoon zegt:
lie liefdezuster is misschien bang, dat ik
et land heb aan den godsdienst. De Heer
iwaro me! Ik keur heelemaal niet goed
at die Japansche kinderen doeft, die bij
uitgaan van de school, den Vos-afgod,
hun ouders aanbaden,het gezicht stuk
.In die vereniging is plaats voor rnaho-
Klaari én jood," voor kafhóïiek of mor-
loon: allen kunnen als gelijk gerechtigden
land der Indische wijsheid binnen-
n. Of liever allen kunnen in de thcoso-
sche school gaan putten uit die geheim-
nnige bronnen, waaruit alle godsdiensten
(s genomen hebben, uit het moeder-
in alle wijsheid, die door de gods-
enstige stelsels der wereld henenstroomt
De eerste trede tot de theosofie beklim-
en zij, die zich toeleggen op de studie
n d? Ooslersche letterkunde en wijsbe-
lerle en van de geheime krachten, die er
staan in den mensch cn in de omringen-
natuur.
De theosofische neophyten worden ver-
h door de mysterieuse Oostersche atmos-
ier, zooals de bezoekers van een bioscoop
oor vreemde en grillig-kleurïge licht-
fecien. Vooral dc openbaring van ge-
lirazinhige krachten bevredigt het hijge
rig instinkt van lien, die reeds lang
*n vast geloof meer bezaten.
Het tweede stadium hereiken zij, die
loovend in do Mahalma's of Meesters en
Mevr. Blavatsky als hun zendelinge,
[op deel hebben van de mededeeling der
jsheid.
Het derde stadium hereiken slechts én-
len, die in zich alle wijsheid opnemen;
ter,reeds in het Nirwana verblijvend,zijn
staat zich uit medelijden te incar-
wen om hun mede-menschen op aarde
de wijsheid to verkondigen. Boudha was
zoom wijze of Mahatma en Christus dur
ven zij ook hij die Mahalma's te rang
schikken met Mozes en St. Paulus.
Toch heeft Anna Besant, ook ingewijd
door de Mahalma's zelve, in eene confe
rentie te Madras gehouden, de Hindoes
gewaarschuwd den westerschen godsdienst
het Christendom dus, als don vijand te be
schouwen, wat wel erg aangenaam moet
zijn geweest voor den Mahatma Christus.
Dat de theosofie niet anti-godsdienstig
zou zijn wordt aldus vanzelf weerlegd in
haar allereersten schemalischen opzet en
in de eigen woorden van haar tweeden
stichtster.
De vervallen godsdienstzin in Europa,
vooral ook in een land als Engeland, en de
geest van aanpassing aan bestaande stel
sels, die in de theosofie aanwezig is, zijn
wel de twee groote factoren, waardoor zoo-
velen, zelfs Katholieken, gewonnen worden
voor de schijnwijsheid der theosofie.
Wanneer liet godsdienstig inzicht ver
flauwt, ontstaan vanzelf de waanbegrippen
van allerlei bijgeloovigheid.
Gedeeltelijk uit gewoonte, gedeeltelijk
uit een inwendig gevoelde behoefte, onder
werpt zich do godsdienstlooze aan „hoo-
gere machten", al is het dan'ook maar de
macht van het dertiental, van spie°gel,
fëtisch of van den Vrijdag.
Die geheimzinnige macht -verschaft ook
de theosofie. De theosofie geeft zelfs de
regelen en middelen om tot communicatie
met die hoogere macht te geraken. Van
daar haar studie van de occulte krachten
in de natuur en in den mensch.
De Mahalma's doen de leukste dingen
om iemand van hun' wijsheid te overtuigen
en liefst zoo mysterieus mogelijk. Aldus
wordt naast de hang tot bijgeloovigheid
ook de lust tot sensaiie bevredigt bij al
diegenen, die reeds sedert lang elke gods
dienstige emotie misten.
Bij dezen eersten factor voegt zich als
tweede, de geest van verzoeningsgezind
heid tegenover cllc stelsel. Allo schakce-
ring van pantheïsme lot monisme, agnos-
ticist en atheïst, dus zij, die alios god noe
men of die één godheid erkennen en ook
zij die niet weten of zij een god moeten
aannemen,, of hoe zij zich dien -denken
moeten, vinden mét de ontkenners van de
godheid een plaats in de mysterieuse hal
len der theosofie, En zelfs de twijfelachti-
gen en afvalligen van den Ghristelijken
godsdienst vinden in het samenvoegsel
van Ieeringc-n hun Christus toch nog te
rug, al is het "dan ook Christus, erger mis
handeld-door dezo moderne heidenen, dan
door hun voorvaderen van voor negentien
eeuwen.
Voor hen, die iets meer zoeken dan sen
satie geeft de theosofie een stelsel, dat de
groote problemen, waaromtrent de mensch
niet onverschillig is, behandelt.
Een zekere grootschheicl van bouw
maakt óp het eerste gezicht eenigen indruk
Maar de grondslagen blijken zoo wankel
en de constructie zoo willekeurig, dat het
geheel meer op oen sprookjespaleis in een
rimpelenden vijver, dan op een arduinen
wereld-houw, staande op eeuwig graniet,
gelijkt.
Dit systeem dan is vooral voor hen,
die zich willen laten leiden door de Ma-
halma's, voor hen, die reeds verlokt door
de kennismaking met de sensationeele on
dervinding van het occulte, zich overgeven
aan de verdere initiatie.
Zoo voegen zich ook geblaseerde mate
rialisten bij de beoefenaars der theosofie,
hopend voor hun stoffelijke beschouwin
gen iets geestelijks te ontvangen.
J. G.
BOEKENSCHOUW.
'fc Is inderdaad onbegrijpelijk,
hoe de wereld nog kan bestaan
bij den zondvloed van slechte
boeken, die ons tegenwoordig
overstroomt. Lacordaire.
„H n'y a rien de plus beau qu'un beau
livre", heeft Joubert gezegd. Heb lezen van
een waarachtig schoon boek is als het gaan
door eene rijke natuur, met bloemen en
bocmen en vlakten-, alles in zonnigen
gloed. Men geniet en bewondert. Telkens
staat men stil, langzaam, indrinkend nieu
we, verrassende schoonheid. Maar vele
boeken gelijken den moerasplaaisen, waar
uit U ziekte en dood tegenavalmen. Nie
mand ademt straffeloos in die bedorven
atmosfeer. De verpeste lucht dringt de
longen in, vergiftigt het bloed.
Wel sehrikbarenden invloed oefent slech
te loctuur uit. Zij is voor een niet gering
deel schuld van den' godsdienstigen en ze-
deiijken achteruitgang, die zich tegen
woordig alom openbaart. „Slechte boeken
zijn de ondergang der Kerk", zei reeds de
II. Ckrysostcmus. Zelfs een' Voltaire
schreef aan dien! koning van Denemarken
over de ongedsdienstighoid en het zeden
bederf der hoogere kringen: „Les livres
ont tout fait." „Men bedriegt zich niet
zoo sprak Leo XIII als men den treuri-
gen toestand, waartoe wij geraakt zijn, op
rekening zet van de slechte pers." „En"
zegt Kardinaal Pic, Bisschop van Poitiers,
„al zou een volk nog zoo godsdienstig
zijn, het gedsdienstigste zelfs ter wereld, al
zou dit volk zich geregeld cm den predik
stoel scharen en naar de schoonste pree-
ken luisteren: leest het volk slechte boe
ken en bladen, na dertig jaar zou het een
volk van goddelóozen en oproerlingen
zijn geworden. Menschelijker wijze gespro-
kefy is er geen prediking die heb uithoudt
tegen de slechte pers".
„Liever ZOu ik dit stuk (het
gouden paus-kruis) te gelde ma-
i ken, dan dat de roomsche pers
een kwijnend beslaan zou moe
ten lijden." (Paus Pius X.)
I - jjDe slechte lectuur ia een
langzaam werkend vergif, het
welk de jeugdige mensch in
drinkt en dat vroeg of laat zijn
heillooze, moordende werking
doet gevoelen en geest en hart
bederft." (Paus Leo XIII.)
„Wie weet niet, hoezeer de
reinheid wordt belaagd,door
slechte boeken cn geschriften,
door zedelooze roman3, waarover
zoovele aankomende jongens en
meisjes mijmerend neerzien en
het gif der onreinheid inademen.
(Mgr. Hopmans.)
„Gestadige lezing van ongods
dienstige of anti-godsdienstige
lectuur, die geen rekening houdt
met de christelijke moraal,
brengt den katholiek er ten slot-
te toe zijn zedelijkheidsbegin.se-
len op te offeren."
(Mgr. Schrijnen.)
De Grieken en Romeinen) hadden af
schrik van slechte booken. Zij lieten ze op
eene openbare platas verbranden- De
schrijvers werden ter dood veroordeeld of
in ballingschap gezonden, Zoo innig besef
ten reeds de heidenen 't ontzaglijk kwaad,
door goddelooze en zedenlooze lectuur ge
sticht. Zijn de katholieken wel voldoende
hiervan doordrongen? Worden inderdaad
katholieke uitgaven mogelijk gèmaakt
door ze te kocpen? Is er lofwaardiger mis
siewerk denkbaar dan het tegengaan der
slechte en het bevorderen der goede lec
tuur? Is men er voldoende van overtuigd
dat men het aan zich zelf, aan hen voor
wie men te zorgen heeft, aan zijn even
naaste verplicht is het eeni^te katholieke^
boeken recênaëèreridó tijdschrift, Boeken
schouw te steunen door abonnementen en
propaganda^ opdat het slechte boek worde
geweerd
Z. D. H. Hiemicus van dc Wetering,
Aartsbisschop van Utrecht schrijft dan
ook:
„Nu tegenwoordig bijna iedereen leest
en lezen wil en dientengevolge zoo ontzag
lijk veel lectuur geboden wordt, acht ik
een maandschrift als Boekenschouw niet
alleen nuttig, maar, ik durf gerust te zeg
gen, noodzakelijk. Door Boekenschouw
toch blijven wij op de hoogte van zooveel
wat uitgegeven wordt, en wat meer zegt,
wii hebben in dat tijdschrift een. veiligen
gids bij de keuze onzer lectuur. En zoo'n
gids in onontbeerlijk, nu er, helaas, zoo
veel geschreven wordt, dat onder voorwend
sel van kunst en bclletrie, niet anders be
oogt, dan alle begrip van zedelijkheid en
oigenwaarde te verdoezelen, terwijl juist
die lectuur zooveel aantrekkelijks heeft,
omdat zij de hartstochten prikkelt.
Moge daarom de arbeid van allen, die
daaraan medewerken de zóo verdiende
waardeering vinden en het Maandschrift
Boekenschouw meer en meer verspreid
worden."
Men blijve toch niet doof voor deze
stemmen. Door heb nemen van een abonne
ment, verzekert men zich niet alleen] gees
telijk genot en letterkundige beschaving,
(men wil toch graag op de hoogte zijn,
van wat er zoo al in binnen- en buiten
land verschijnt!) doch men doot ©en edel
werk, van niet te onderschatten beteekenis
doordat men medewerkt aan den zegenrij-
(ben arbeid van Boekenschouw era prac-
tisch mogelijk maakt do bestrijding van
heb slechte boek! Men late het niet bij den
goeden, wil alléén, men stelle niet uit,
doch men' abonneere zich nog heden.
De abonnementsprijs bedraagt voor Ne
derland en Koloniën (zeepost) per jaar
slechts f 5.45 plus 50 cent aan expeditie per
post. Is men reeds abonné, men .tracht©
nieuwe abonné's aan te werven. ,,Wie
goede lectuur helpt verspreiden is een
apostel", zegt de beroemde Duitscho Je-
zuiet Pater Rok. Wil men zich speciaal op
het aanworven van nieuwe abonné's toeleg
ger!, zoo wende men zich tob de admini
stratie.
De 17e jaargang (aanvang 15 Mei) zal
oa. de volgende artikelen bevatten:
Kunst en Leven De Regelen der Ka
tholieke Kritiek Meesterwerken der Li
teratuur Letterkundige Stroomingen
Kunstbeschouwingen en Modegrillen
Het gevaarlijke Aesthetendom Do lamst
om in het openbaar te spreken Heb
Boek van de Maand Bijdragen over Hon
gaarsche Letterkunde Waarom bloeit in
geen enkel land ©en Katholieke Litera
tuur? enz.
UIT PE FEftg
NiET MEER GEGEVENS rJüOCfG
De Volkskrant schrijft:
In „Do Maasbode" heeft de heer Van
"Wijnbergen een artikel geschreven in ver
band met de Vlootwet-crisis.
Veel van hetgeen daarin wordt aange
voerd is juist.
Zóó, dat de groote beteekenis der kolo
niën voor het moederland niet uit het oog
mag worden verloren.
Zóó, dat een redelijk vertrouwen moet
worden gesteld in de regoering.
Niet geheel eens zijn wij het met den
lieer Van "Wijnbergen, als hij meent, dat
men niet moet zeggen, „dat eerst nog
meer gegevens door de regoering zullen
moeten worden verstrekt".
Wel is de heer Van Wijnbergen van
oordeel, dat hij de behandeling van het
ontwerp zeker nog menig ophelderend
woord zal kunnen worden gesproken,
maar, zoo vindt hij, wat tot heden hekend
i9, levert voldoende stof tot juist© oriën
teering wat de hoofdzaken betreft.
Nu is het wel opmerkelijk, dat een zeer
groot deel der katholieke pers op het
verstrekken van meer gegevens door de
regeering heeft aangedrongen blijkbaar
dus- van oordeel, dat hetgeen tot heden
bekend was, haar niet in staat stelde, de
kwestie volledig en objectief te bezien.
Men wensehto to weten, wat do regee
ring plotseling heeft genoopt, op onver
wijlde aanneming en uitvoering der Vloot
wet aan te dringen en daarvoor den mi
nister van Financiën prijs te geven.
'Mén wil ook zekerheid hebben, dat niet
het finaneieel-ecónojiiische plan van do
commissie-Patijn zal worden aanvaard,
die heeft Verklaard, dat om de Vlootwet
mogelijk te maken, de sociale wetgeving
moet worden buiten werking gesteld, het
onderwijs verslechterd cn zooveel meer,
wat een groot deel van het volk niet
wenscht prijs to geven.
Do vraag om opheldering heeft dus wel
reden van bestaan, ook al gaat men, zoo
als do katholieke pers vrij algemeen ge
daan heeft, van de veronderstelling uit, dat
do regeering niet lichtvaardig en licht
hartig haar lot aan het tot stand komen
en uitvoeren dek* Vlootwet heeft ver
bonden.
Do Vlootwet is in zich een belangrijke
aangelegenheid, en er zit aan do Vlootwet
van alles vast, reden te over om het
beschikken oyer allo gegevens en ophelde
ringen niet alleen wenscholijk, maar ge
biedend noodzakelijk to doen zijn.
aiiagSEMLafiiia
De jubileumfeesten tc Baarn.
Gistermorgen om 9 uur heeft een koor
van ruim 300 zangeressen der Koningin
een aubade gebracht ten paleize Saestdijk,
onder leiding van den heer S. Th. Nieuw-
sladt. Toen de Koningin, do Koningin-
Moeder en Prinses Juliana op liet baleon
plaats namen, steeg uit de talrijke menig
te, die zich voor het hek bevond, een geest
driftig gejubel op. Na het zingen van het
oude Wilhelmus werd hot jubileumslied
gezongen. Tot slot werd gezongen een aria
uit Judas Macabaeus, van Handel. Dc Ko
ningin deed na afloop door den voorzitter
van het feestcomité, den heer D. W. EL
Patijn, en den burgemeester zich don di
recteur en do leden der aubadecommissio
voorstellen. Om 10 uur bracht de Konink
lijke familie met gevolg een bezoek aan de
bloemententoonstelling van do vereeniging
Floralia, waar zij door den voorzitter, den
heer G. A. Woltman Elpors, en den bur
gemeester werden rondgeleid. Aan de Kck
ningin, Koningin-Moeder en Prinses Ju
liana werden bloemruikers aan gebod n.
Rijkssteun voor woningbouw.
Naar de „Ned." verneemt, heeft do mi
nister van Arbeid bepaald, dat er in da
maand Augustus geen steun vanwege het
rijk verleend mag worden voor den bouw
van groote complexen woningen, in ver
band met de zeer hooge steenprijzen, die
in den laatsten tijd met ongeveer f 10 per
1000 zijn opgeloopen. Dit besluit geldt
zoowel voor don bouw ingevolge de Wo
ningwet als voor den premiebouw.
Wachtposten.
Wegens de bezuiniging bij de Nederl.
Spoorwegen zullen alleen reeds in den om
trek van Roermond 30 wachtposten wor
den opgeheven.
De werkzaamheden van bet
Ned. R.-K. Huisvesiings-Comité.
In de eerste helft van 1923 heeft het Ned.
R.-K. Huisvestings-Comité in geldelijke
giften van het Nederlandsche Katholieke
volk ten behoeve van do verschillende»
hulpacties van het comité ontvangen ee:i
bedrag van f 69.387.35 J4wat de. giften in
de overeenkomstige periode van het jaar
1922 overtreft. Er werd uitgegeven een be
drag van f 60,330.88.
Onder het ontvangen bedrag was oen
som vap £38,352.50/-? aan .giften van
particulieren, instellingen cn comité's
Voor de gffcamenlijko acties is hiervan
bestemd een bedrag van f 9511.68 K-, voor
de Hongaarsche afdeeling f 8477.41, voor
de Duitscho f9353.71, voor de Oostenrijk-
sche f 7859.85, terwijl het comité een be
drag van f3118.85 kon bestemmen voor
de actie voor Nederlandsche kinderen.
In de reiskosten der kinderen werd door
de pleegouders nog bijgedragen f 18,157.99,
waarvan f 6320.55 voor I-Iongaarsch©
f2177.30 voor Duitsche en f 9660.14 voor
Ooslenrijkscho kinderen.
Voor de Kinderheimc werd ontvangen
f 9508, waarvan de schenkers bestemden
f 8900 voor Kinderheimc in Oostenrijk,
£528 voor die in Duitschland en f 160 voor
die in Hongarije.
Zoodat door de schenkers werd bestemd
in totaal: voor Oostenrijk f 27,564.65, voor
Hongarije f 15,023.56, voor Duitschland
f 12,226.7714, voor Nederlandsche kinderen
f 3118.85, terwijl met géén bestemming
werd gegeven een bedrag van f 11,422.52.
Van 't uitgegeven bedrag van f 60,320.83
kwam f 25,916.24 ten bate van Oostenrijk,
f17,610.95 van Hongarie, f 6671.63 K- van
Duitschland, f 1745 van Nederlanders in
den vreemde en f8387.00;i ten bate der
verschillende acties samen.
De reiskosten vorderden f 17,4-7.0.'., zie
kenverpleging f 724.45, diversen f 7797.82.
Aan giften werden verzonden f 19,417.85,
Voor do Kinderheimc werd iii'.gegev^V-i
f 10,900.
Het aantal kinderen, dat in het eerste
halfjaar naar ons land word overgebracht,
bedroog 2386, waarvan 470 Oostonrijkscho
1439 Hongaarsche en 657 Duitsche.
Naar hun land werden teruggevoerd
2770 kinderen, waarvan 1100 Oostenrij-
sche, 1580 Hongaarsche en' 90 Duitsche.
Bij de matige raming, die het comité
voor de kosten van verpleging dor kinde
ren heeft aangenomen, vertegenwoordigt
dit deel der hulpverleening een bedrag
van f 357.900. De liefdegaven, welke de
kinderen mee naar huis kregen, zijn matig
op een som van f 138,500 te ramen.
Na dó groote aardappelcnverzendlng in
de laatste maanden van het "vorige jaar
werden in de eerste maanden van dit jaar
nog 32 wagons (319.500 K.G.) naar Duitsch
land en 4 wagons (40.000 K.G.) naar Oos
tenrijk verzonden. Geraamde v.aarde
f S987.50).
Daarnaast worden nog afzonderlijk ver-
FEUILLETON
(Nadruk verboden).
Mix-r dan eens was 't een sterke geweest
jPr de Republiek, tot het volk zijn muren
Stormde en met gewapende hand de ge-
'.0lde vrijheid terugvorderde. Hoeveel in-
fgues, hoeveel duistere plannen verborg
ae jachtige ruimte met zijn oude hallen
1 z^Gn; Want hier woonden de Albizzi,
cn (ter invloedrijkste en oudste geslachten
•Republiek. Meer dan eenmaal, als
huis der Medici, is hun machtsont-
houng gebroken en toch weer zooals het
sndelijk geslacht zich met taaie kracht
stellend! Maar een vruchtbaar koren-
er aIk-8 ^U1S ^er ^edici, het geslacht
Albizzi een verderfelijke liane, die niet
oi te roeien, zich steeds weer slingerde
D(j cn ^elen stam, zijn groei belemme-
dn een der eenvoudigste zalen van het
waren enkele mannen bijeen, de
vau kei droegen naar oud-Ita-
sed zet^en een togavormig onder-
waarover 'n mantel zonder mouwen,
ed a aU kostbaarste stof vervaar-
L Jj1,1:1 k met goud en trots de Ita-
rsièrrl16 Xvai!mte met 'kostbaar bont
})iZ2j 0 3°igeren, onder wie Roberto
ndp 'J!ar?,in wamHuis en nauw slui-'
i'io v, ,ecdinff' eveneens rijk met
ere ]-,metaal voorzien, dat bij
Id hntWG^inf. 0°gverbliiKlend schil ter-
sierlijk gekrulde haar ontbrak
de gouden band niet, die bij afwezigheid
van een haard de uitdrukking, zelfs vau
krachtige jongelingen, iets vrouwelijks
gaf.
Het was een sombere dag, de jalouziën
der vensters waren geheel geopend, maar
de lucht, die van buiten binnendrong, was
zwaar en drukkend. De zen was reeds lang
achter de donkere wolken schuil gegaan,
cn af en toe flitste cr een gele lichtstraal,
die het vertrek en de aanwezigen fantas
tisch belichtte.
De meuhilecring was zeer eenvoudig, en
toch naar den smaak van dien tijd kost
baar te noemen, lioogo kasten, kunstval
gebeeldhouwd, en gevuld met perkamen
ten rollen en folianten stonden in de nis
sen, zware stoelen van donker hout met
goudleer hekleed stonden langs de met
tapijten behangen wanden. In het midden
der zaal bevond zich een zwaar eikenhou
ten tafel met een jachttafereel ingelegd,
prachtvolle heelden een schepping van
Donatelli aan beide zijden van den in
gang, toonden de rijkdom en macht van
den bezitter aan.
Aan deze tafel, op een met armleunin
gen voorzienen stoel de overigen waren
maar als gewone zetels te beschouwen
had de bewoner plaats genomen, het man
nelijke hoofd van het machtige geslacht
Ricciardo Albizzi. Hij zal ongeveer vijf
tig jaren hebben geteld; en in tegenstelling
met het heerschend gebruik droeg bij een
reeds sterk grijzenden baard, Zijn gelaat
was somber. Zijn oog was ge
richt op een zandlooper, die op een bron
zen voetstuk voor hem stond. Hij wendde
zich tot den naast hem zittende, een man
van ongeveer gelijken leeftijd» gekleed iu
zwart fluweel met rijke zilveren versier
selen.
Het was het hoofd der Republiek, de
Gonfaloniere, die in de Signoria het voor
zilterschap bekleedde, wiens stem beslis
send was en die alle vijf jaren door het volk
opnieuw moest worden gekozen. Hoewel
hij tot het huis der Albizzi behoorde, had
den toch de Medici hun stem op hem uit
gebracht, want het was bekend, dat Edo-
ardo Guadagni ijverde voor liet welzijn
der Republiek.
Wij hebben nog tijd genoeg, nam
Ricciardo het woord om over onze plan
nen tot overeenstemming te komen, voor
de klaroen ons tot de riddersaal roept, om
de inwijding van Edmondo Bernardolli in
ons huis bij te wonen. Gonfaloniere Gua
dagni vergeet uw ambt en waardigheid en
denk er aan, dat het welzijn en de toe
komst van ons geslacht op de eerste
plaats moet staan.
Ik behoor tot het huis der Albizzi,
Ricciardo, antwoordde Guadagni, ik heb
in do plechtige bijeenkomst van ons ge
slacht gezworen uw besluiten en de wil
yau onze stamvrouw, Signora Beatrice, te
gehoorzamen; ik hoop, dat gij niets be
slist of hebt besloten, dat ik met mijn ge
weten en mijn ambt niet in overeenstem
ming kan brengen.
1 Onze oom, de Gonfaloniere, merkte
Roberto op met lichten hoon, deugt 'slecht
voor Albizzi, wien de belangen van hun
naam boven alles gaan moet. Een geluk,
dat de jongere spruitjen van het huis be
reidwilliger zijn en ijveriger streven om
de oude grootheid, die het huis eens be
zat, en naar wij hopen weer bezitten zal,
te herstellen.
Ik heb alles overlegd, hernam Ric
ciardo, met onze stamvrouw, Signora
Beatrice, ben ik één van gevoelen. De dag,
waarop de verkiezing voor de Signoria
plaats heeft, 2al de vrucht doen rijpen,
dan zal de hindernis vallen, die ons al
tijd in den weg staat, het gehate ge
slacht dei' Medici! Slechts één wil zal Flo
rence kennen, slechts één wil gehoorza
men, de wil der Albizzi!
En ware het voor dc eerste maal, dat
de Albizzi omhoog stegen, om kort daar
op des te dieper te zinken? liet zich een
scherpe mannenstem liopren. Het was An
tonio Malovolli, een lid van het geslacht,
die zoo sprak.
Ricciardo had voor den spreker slechts
een hatelijken blik, de overigen overstem
den den koenen vrager met den dreigen
den kreet:
Vallen moet Cosimo met de zijnen!
En het volk? vroeg Malovoti nog
eens. Vergeet gij, dat het zich niet zoo,
zonder meer, zijn koninklijken koopman,
zooals zij Cosimo noemeh, laat ontnemen?
De Albizzi verstonden den nek van het
Florentijnsche volk te buigen, de Medici
daarentegen de harten!
Het volk! zei Roberto, verachtelijk
den mond vertrekkend.
Het volk! herhaalde Ricciardo met
minachtend gebaar. Meent gij die trage,
losse massa, die zich aan den gene geeft
die het verstaat te vleien en te verblinden?
Waarlijk, indien het slechts het volk was
heeft het de Medici beschermd, toen in
het jaar 1400 het geslacht werd verban
nen, omdat men reden had te gelooven,
dat zij samenspanden met den hertog van
Milaan tot den val der Republiek? Het
was het werk der Albizzi, en wat onze va
deren deden, dat willen thans ook de zo
nen, en het volk zal den verrader Medici
heden eveneens beschermen als voorheen.
Guadagni stoof op.
Verrader?, Wie kan do Medici deze
misdaad bewijzen?
Wie? Ricciardo lachte verachtelijk.
O, wijs hoofd der trótsche Républiek,
hoort gij het niet reeds fluisteren op pici
nen en straten door de onzichtbare Hy
dra, met giflzware tong, die onvatbaar,
hem tot in het hart treft op wie zij is los
gelaten: het gerucht? Laat Cosimo de Me
dici weldaden in het rond verspreiden
zoo veel hem goeddunkt een stoentje,
door mijn hand geworpen, wordt tot een
kolossus dat hem en al de zijnen verplet
tert. En dat steentje het is deze brief
die onder het volk in afschrift de rondte
doet, die onze geheime bondgenoolen tel
kens en telkens herhalen aan hen. die
niet kunnen lezen. Lees gij, waarde Gon
faloniere, wat achter den rug vau bet
hoofd der Republiek wordt gedacht en be
sproken!
Met deze woorden reikte hij Guadagni
een beschreven perkament.
Verbaasd, met een uitdrukking van pijn
lijke verrassing, doorliep de patriciër den
inhoud.
Ik kan hot niet gelooven, riep hij,
Cosimo de Medici een verrader? Dit schrij
ven aan den markies Alfonzo van Ferra-
ra, den vijand der Republiek gericht,
biedt hem de hulp der Medici aan, op.
voorwaarde dat hij hem een handelsmo-;
nopolie bij den Duitsch on Keizer verschaft
(Wordt vervolgd).