Tweede Blad 1 Ie Koninklijke Koopman. Zaterdag 4 Augustus SS23 )3 geheimen der Theosofie. Te Benares, die vreemde heilige stad n ({0 heilige rivier de Ganges, die voor groot deel gevoed wordt van hot water ,it Beudiia's geboorteland, heeft Anna Besant, de tweede stichtsier van de thco- lofie veel gewoond. Daar staan de tallooze heiligdommen pol hooge facaden en angstig smalle orenfjes naast elkander gedrukt aan hot iPiligc water. Daar heeft de profetes der theosofie de eiiige wasschingen zien gebeuren, daar iceft zij hespied de wijdingen en offeran den dei- Brahmanen, daar heeft zij zich rgjdicpt in de afgetrokkenheden van de Joiulhistische bespiegeling eb misschien laar heeft zij ten volle begrepen, dat het, brahmanisme met zijn nuanceeringen van tlgodendom tot de erkenning van één god ien beteren grond biedt voor een stelsel, lat zijn volgelingen in allo godsdiensten inden wil, dan het Boudhisme, dat min- itens atheïstisch is getint. In 1875 heeft mevr. Blavatsky de theo- ïofische vereeniging gesticht en toen zij ja '05 stierf was mevrouw Besant haar nbeslreden opvolgster. Deze dame is door de phasen van evan- - -h geloof, van mystiek getint ritualis- van broadchurch liberalisme, van .ral ongeloof en materialisme heenge- aan, en heeft zich ten slotte, haar eerste nystieko (in den kwaden zin) neigingen etrouw, toegelegd op occultisme en zich ïgcsloten aan die vereeniging voor de osofio, welke haar adepten initieert in geheimzinnige wijsheid van Indië. Mevr. Besant werd in 1904 te Madras evierd op con Hindoe-congres, waar de jrsto minister van den rajah van Travan- are haar begroette als de incarnatie van godin Sarasvali. Het anti-godsdienstige van de Vereeni- :g voor llieosofie blijkt al dadelijk uit luidruchtige proclamatie, dat zij geen ogma's opzet en dat theosofie geen gods- ienst is. Hoe zoo'n verklaring moet wor- sn opgevat is op to maken uit een theoso- schen roman van Pierre de Coulevain een vrouw), waarin de hoofdpersoon zegt: lie liefdezuster is misschien bang, dat ik et land heb aan den godsdienst. De Heer iwaro me! Ik keur heelemaal niet goed at die Japansche kinderen doeft, die bij uitgaan van de school, den Vos-afgod, hun ouders aanbaden,het gezicht stuk .In die vereniging is plaats voor rnaho- Klaari én jood," voor kafhóïiek of mor- loon: allen kunnen als gelijk gerechtigden land der Indische wijsheid binnen- n. Of liever allen kunnen in de thcoso- sche school gaan putten uit die geheim- nnige bronnen, waaruit alle godsdiensten (s genomen hebben, uit het moeder- in alle wijsheid, die door de gods- enstige stelsels der wereld henenstroomt De eerste trede tot de theosofie beklim- en zij, die zich toeleggen op de studie n d? Ooslersche letterkunde en wijsbe- lerle en van de geheime krachten, die er staan in den mensch cn in de omringen- natuur. De theosofische neophyten worden ver- h door de mysterieuse Oostersche atmos- ier, zooals de bezoekers van een bioscoop oor vreemde en grillig-kleurïge licht- fecien. Vooral dc openbaring van ge- lirazinhige krachten bevredigt het hijge rig instinkt van lien, die reeds lang *n vast geloof meer bezaten. Het tweede stadium hereiken zij, die loovend in do Mahalma's of Meesters en Mevr. Blavatsky als hun zendelinge, [op deel hebben van de mededeeling der jsheid. Het derde stadium hereiken slechts én- len, die in zich alle wijsheid opnemen; ter,reeds in het Nirwana verblijvend,zijn staat zich uit medelijden te incar- wen om hun mede-menschen op aarde de wijsheid to verkondigen. Boudha was zoom wijze of Mahatma en Christus dur ven zij ook hij die Mahalma's te rang schikken met Mozes en St. Paulus. Toch heeft Anna Besant, ook ingewijd door de Mahalma's zelve, in eene confe rentie te Madras gehouden, de Hindoes gewaarschuwd den westerschen godsdienst het Christendom dus, als don vijand te be schouwen, wat wel erg aangenaam moet zijn geweest voor den Mahatma Christus. Dat de theosofie niet anti-godsdienstig zou zijn wordt aldus vanzelf weerlegd in haar allereersten schemalischen opzet en in de eigen woorden van haar tweeden stichtster. De vervallen godsdienstzin in Europa, vooral ook in een land als Engeland, en de geest van aanpassing aan bestaande stel sels, die in de theosofie aanwezig is, zijn wel de twee groote factoren, waardoor zoo- velen, zelfs Katholieken, gewonnen worden voor de schijnwijsheid der theosofie. Wanneer liet godsdienstig inzicht ver flauwt, ontstaan vanzelf de waanbegrippen van allerlei bijgeloovigheid. Gedeeltelijk uit gewoonte, gedeeltelijk uit een inwendig gevoelde behoefte, onder werpt zich do godsdienstlooze aan „hoo- gere machten", al is het dan'ook maar de macht van het dertiental, van spie°gel, fëtisch of van den Vrijdag. Die geheimzinnige macht -verschaft ook de theosofie. De theosofie geeft zelfs de regelen en middelen om tot communicatie met die hoogere macht te geraken. Van daar haar studie van de occulte krachten in de natuur en in den mensch. De Mahalma's doen de leukste dingen om iemand van hun' wijsheid te overtuigen en liefst zoo mysterieus mogelijk. Aldus wordt naast de hang tot bijgeloovigheid ook de lust tot sensaiie bevredigt bij al diegenen, die reeds sedert lang elke gods dienstige emotie misten. Bij dezen eersten factor voegt zich als tweede, de geest van verzoeningsgezind heid tegenover cllc stelsel. Allo schakce- ring van pantheïsme lot monisme, agnos- ticist en atheïst, dus zij, die alios god noe men of die één godheid erkennen en ook zij die niet weten of zij een god moeten aannemen,, of hoe zij zich dien -denken moeten, vinden mét de ontkenners van de godheid een plaats in de mysterieuse hal len der theosofie, En zelfs de twijfelachti- gen en afvalligen van den Ghristelijken godsdienst vinden in het samenvoegsel van Ieeringc-n hun Christus toch nog te rug, al is het "dan ook Christus, erger mis handeld-door dezo moderne heidenen, dan door hun voorvaderen van voor negentien eeuwen. Voor hen, die iets meer zoeken dan sen satie geeft de theosofie een stelsel, dat de groote problemen, waaromtrent de mensch niet onverschillig is, behandelt. Een zekere grootschheicl van bouw maakt óp het eerste gezicht eenigen indruk Maar de grondslagen blijken zoo wankel en de constructie zoo willekeurig, dat het geheel meer op oen sprookjespaleis in een rimpelenden vijver, dan op een arduinen wereld-houw, staande op eeuwig graniet, gelijkt. Dit systeem dan is vooral voor hen, die zich willen laten leiden door de Ma- halma's, voor hen, die reeds verlokt door de kennismaking met de sensationeele on dervinding van het occulte, zich overgeven aan de verdere initiatie. Zoo voegen zich ook geblaseerde mate rialisten bij de beoefenaars der theosofie, hopend voor hun stoffelijke beschouwin gen iets geestelijks te ontvangen. J. G. BOEKENSCHOUW. 'fc Is inderdaad onbegrijpelijk, hoe de wereld nog kan bestaan bij den zondvloed van slechte boeken, die ons tegenwoordig overstroomt. Lacordaire. „H n'y a rien de plus beau qu'un beau livre", heeft Joubert gezegd. Heb lezen van een waarachtig schoon boek is als het gaan door eene rijke natuur, met bloemen en bocmen en vlakten-, alles in zonnigen gloed. Men geniet en bewondert. Telkens staat men stil, langzaam, indrinkend nieu we, verrassende schoonheid. Maar vele boeken gelijken den moerasplaaisen, waar uit U ziekte en dood tegenavalmen. Nie mand ademt straffeloos in die bedorven atmosfeer. De verpeste lucht dringt de longen in, vergiftigt het bloed. Wel sehrikbarenden invloed oefent slech te loctuur uit. Zij is voor een niet gering deel schuld van den' godsdienstigen en ze- deiijken achteruitgang, die zich tegen woordig alom openbaart. „Slechte boeken zijn de ondergang der Kerk", zei reeds de II. Ckrysostcmus. Zelfs een' Voltaire schreef aan dien! koning van Denemarken over de ongedsdienstighoid en het zeden bederf der hoogere kringen: „Les livres ont tout fait." „Men bedriegt zich niet zoo sprak Leo XIII als men den treuri- gen toestand, waartoe wij geraakt zijn, op rekening zet van de slechte pers." „En" zegt Kardinaal Pic, Bisschop van Poitiers, „al zou een volk nog zoo godsdienstig zijn, het gedsdienstigste zelfs ter wereld, al zou dit volk zich geregeld cm den predik stoel scharen en naar de schoonste pree- ken luisteren: leest het volk slechte boe ken en bladen, na dertig jaar zou het een volk van goddelóozen en oproerlingen zijn geworden. Menschelijker wijze gespro- kefy is er geen prediking die heb uithoudt tegen de slechte pers". „Liever ZOu ik dit stuk (het gouden paus-kruis) te gelde ma- i ken, dan dat de roomsche pers een kwijnend beslaan zou moe ten lijden." (Paus Pius X.) I - jjDe slechte lectuur ia een langzaam werkend vergif, het welk de jeugdige mensch in drinkt en dat vroeg of laat zijn heillooze, moordende werking doet gevoelen en geest en hart bederft." (Paus Leo XIII.) „Wie weet niet, hoezeer de reinheid wordt belaagd,door slechte boeken cn geschriften, door zedelooze roman3, waarover zoovele aankomende jongens en meisjes mijmerend neerzien en het gif der onreinheid inademen. (Mgr. Hopmans.) „Gestadige lezing van ongods dienstige of anti-godsdienstige lectuur, die geen rekening houdt met de christelijke moraal, brengt den katholiek er ten slot- te toe zijn zedelijkheidsbegin.se- len op te offeren." (Mgr. Schrijnen.) De Grieken en Romeinen) hadden af schrik van slechte booken. Zij lieten ze op eene openbare platas verbranden- De schrijvers werden ter dood veroordeeld of in ballingschap gezonden, Zoo innig besef ten reeds de heidenen 't ontzaglijk kwaad, door goddelooze en zedenlooze lectuur ge sticht. Zijn de katholieken wel voldoende hiervan doordrongen? Worden inderdaad katholieke uitgaven mogelijk gèmaakt door ze te kocpen? Is er lofwaardiger mis siewerk denkbaar dan het tegengaan der slechte en het bevorderen der goede lec tuur? Is men er voldoende van overtuigd dat men het aan zich zelf, aan hen voor wie men te zorgen heeft, aan zijn even naaste verplicht is het eeni^te katholieke^ boeken recênaëèreridó tijdschrift, Boeken schouw te steunen door abonnementen en propaganda^ opdat het slechte boek worde geweerd Z. D. H. Hiemicus van dc Wetering, Aartsbisschop van Utrecht schrijft dan ook: „Nu tegenwoordig bijna iedereen leest en lezen wil en dientengevolge zoo ontzag lijk veel lectuur geboden wordt, acht ik een maandschrift als Boekenschouw niet alleen nuttig, maar, ik durf gerust te zeg gen, noodzakelijk. Door Boekenschouw toch blijven wij op de hoogte van zooveel wat uitgegeven wordt, en wat meer zegt, wii hebben in dat tijdschrift een. veiligen gids bij de keuze onzer lectuur. En zoo'n gids in onontbeerlijk, nu er, helaas, zoo veel geschreven wordt, dat onder voorwend sel van kunst en bclletrie, niet anders be oogt, dan alle begrip van zedelijkheid en oigenwaarde te verdoezelen, terwijl juist die lectuur zooveel aantrekkelijks heeft, omdat zij de hartstochten prikkelt. Moge daarom de arbeid van allen, die daaraan medewerken de zóo verdiende waardeering vinden en het Maandschrift Boekenschouw meer en meer verspreid worden." Men blijve toch niet doof voor deze stemmen. Door heb nemen van een abonne ment, verzekert men zich niet alleen] gees telijk genot en letterkundige beschaving, (men wil toch graag op de hoogte zijn, van wat er zoo al in binnen- en buiten land verschijnt!) doch men doot ©en edel werk, van niet te onderschatten beteekenis doordat men medewerkt aan den zegenrij- (ben arbeid van Boekenschouw era prac- tisch mogelijk maakt do bestrijding van heb slechte boek! Men late het niet bij den goeden, wil alléén, men stelle niet uit, doch men' abonneere zich nog heden. De abonnementsprijs bedraagt voor Ne derland en Koloniën (zeepost) per jaar slechts f 5.45 plus 50 cent aan expeditie per post. Is men reeds abonné, men .tracht© nieuwe abonné's aan te werven. ,,Wie goede lectuur helpt verspreiden is een apostel", zegt de beroemde Duitscho Je- zuiet Pater Rok. Wil men zich speciaal op het aanworven van nieuwe abonné's toeleg ger!, zoo wende men zich tob de admini stratie. De 17e jaargang (aanvang 15 Mei) zal oa. de volgende artikelen bevatten: Kunst en Leven De Regelen der Ka tholieke Kritiek Meesterwerken der Li teratuur Letterkundige Stroomingen Kunstbeschouwingen en Modegrillen Het gevaarlijke Aesthetendom Do lamst om in het openbaar te spreken Heb Boek van de Maand Bijdragen over Hon gaarsche Letterkunde Waarom bloeit in geen enkel land ©en Katholieke Litera tuur? enz. UIT PE FEftg NiET MEER GEGEVENS rJüOCfG De Volkskrant schrijft: In „Do Maasbode" heeft de heer Van "Wijnbergen een artikel geschreven in ver band met de Vlootwet-crisis. Veel van hetgeen daarin wordt aange voerd is juist. Zóó, dat de groote beteekenis der kolo niën voor het moederland niet uit het oog mag worden verloren. Zóó, dat een redelijk vertrouwen moet worden gesteld in de regoering. Niet geheel eens zijn wij het met den lieer Van "Wijnbergen, als hij meent, dat men niet moet zeggen, „dat eerst nog meer gegevens door de regoering zullen moeten worden verstrekt". Wel is de heer Van Wijnbergen van oordeel, dat hij de behandeling van het ontwerp zeker nog menig ophelderend woord zal kunnen worden gesproken, maar, zoo vindt hij, wat tot heden hekend i9, levert voldoende stof tot juist© oriën teering wat de hoofdzaken betreft. Nu is het wel opmerkelijk, dat een zeer groot deel der katholieke pers op het verstrekken van meer gegevens door de regeering heeft aangedrongen blijkbaar dus- van oordeel, dat hetgeen tot heden bekend was, haar niet in staat stelde, de kwestie volledig en objectief te bezien. Men wensehto to weten, wat do regee ring plotseling heeft genoopt, op onver wijlde aanneming en uitvoering der Vloot wet aan te dringen en daarvoor den mi nister van Financiën prijs te geven. 'Mén wil ook zekerheid hebben, dat niet het finaneieel-ecónojiiische plan van do commissie-Patijn zal worden aanvaard, die heeft Verklaard, dat om de Vlootwet mogelijk te maken, de sociale wetgeving moet worden buiten werking gesteld, het onderwijs verslechterd cn zooveel meer, wat een groot deel van het volk niet wenscht prijs to geven. Do vraag om opheldering heeft dus wel reden van bestaan, ook al gaat men, zoo als do katholieke pers vrij algemeen ge daan heeft, van de veronderstelling uit, dat do regeering niet lichtvaardig en licht hartig haar lot aan het tot stand komen en uitvoeren dek* Vlootwet heeft ver bonden. Do Vlootwet is in zich een belangrijke aangelegenheid, en er zit aan do Vlootwet van alles vast, reden te over om het beschikken oyer allo gegevens en ophelde ringen niet alleen wenscholijk, maar ge biedend noodzakelijk to doen zijn. aiiagSEMLafiiia De jubileumfeesten tc Baarn. Gistermorgen om 9 uur heeft een koor van ruim 300 zangeressen der Koningin een aubade gebracht ten paleize Saestdijk, onder leiding van den heer S. Th. Nieuw- sladt. Toen de Koningin, do Koningin- Moeder en Prinses Juliana op liet baleon plaats namen, steeg uit de talrijke menig te, die zich voor het hek bevond, een geest driftig gejubel op. Na het zingen van het oude Wilhelmus werd hot jubileumslied gezongen. Tot slot werd gezongen een aria uit Judas Macabaeus, van Handel. Dc Ko ningin deed na afloop door den voorzitter van het feestcomité, den heer D. W. EL Patijn, en den burgemeester zich don di recteur en do leden der aubadecommissio voorstellen. Om 10 uur bracht de Konink lijke familie met gevolg een bezoek aan de bloemententoonstelling van do vereeniging Floralia, waar zij door den voorzitter, den heer G. A. Woltman Elpors, en den bur gemeester werden rondgeleid. Aan de Kck ningin, Koningin-Moeder en Prinses Ju liana werden bloemruikers aan gebod n. Rijkssteun voor woningbouw. Naar de „Ned." verneemt, heeft do mi nister van Arbeid bepaald, dat er in da maand Augustus geen steun vanwege het rijk verleend mag worden voor den bouw van groote complexen woningen, in ver band met de zeer hooge steenprijzen, die in den laatsten tijd met ongeveer f 10 per 1000 zijn opgeloopen. Dit besluit geldt zoowel voor don bouw ingevolge de Wo ningwet als voor den premiebouw. Wachtposten. Wegens de bezuiniging bij de Nederl. Spoorwegen zullen alleen reeds in den om trek van Roermond 30 wachtposten wor den opgeheven. De werkzaamheden van bet Ned. R.-K. Huisvesiings-Comité. In de eerste helft van 1923 heeft het Ned. R.-K. Huisvestings-Comité in geldelijke giften van het Nederlandsche Katholieke volk ten behoeve van do verschillende» hulpacties van het comité ontvangen ee:i bedrag van f 69.387.35 J4wat de. giften in de overeenkomstige periode van het jaar 1922 overtreft. Er werd uitgegeven een be drag van f 60,330.88. Onder het ontvangen bedrag was oen som vap £38,352.50/-? aan .giften van particulieren, instellingen cn comité's Voor de gffcamenlijko acties is hiervan bestemd een bedrag van f 9511.68 K-, voor de Hongaarsche afdeeling f 8477.41, voor de Duitscho f9353.71, voor de Oostenrijk- sche f 7859.85, terwijl het comité een be drag van f3118.85 kon bestemmen voor de actie voor Nederlandsche kinderen. In de reiskosten der kinderen werd door de pleegouders nog bijgedragen f 18,157.99, waarvan f 6320.55 voor I-Iongaarsch© f2177.30 voor Duitsche en f 9660.14 voor Ooslenrijkscho kinderen. Voor de Kinderheimc werd ontvangen f 9508, waarvan de schenkers bestemden f 8900 voor Kinderheimc in Oostenrijk, £528 voor die in Duitschland en f 160 voor die in Hongarije. Zoodat door de schenkers werd bestemd in totaal: voor Oostenrijk f 27,564.65, voor Hongarije f 15,023.56, voor Duitschland f 12,226.7714, voor Nederlandsche kinderen f 3118.85, terwijl met géén bestemming werd gegeven een bedrag van f 11,422.52. Van 't uitgegeven bedrag van f 60,320.83 kwam f 25,916.24 ten bate van Oostenrijk, f17,610.95 van Hongarie, f 6671.63 K- van Duitschland, f 1745 van Nederlanders in den vreemde en f8387.00;i ten bate der verschillende acties samen. De reiskosten vorderden f 17,4-7.0.'., zie kenverpleging f 724.45, diversen f 7797.82. Aan giften werden verzonden f 19,417.85, Voor do Kinderheimc werd iii'.gegev^V-i f 10,900. Het aantal kinderen, dat in het eerste halfjaar naar ons land word overgebracht, bedroog 2386, waarvan 470 Oostonrijkscho 1439 Hongaarsche en 657 Duitsche. Naar hun land werden teruggevoerd 2770 kinderen, waarvan 1100 Oostenrij- sche, 1580 Hongaarsche en' 90 Duitsche. Bij de matige raming, die het comité voor de kosten van verpleging dor kinde ren heeft aangenomen, vertegenwoordigt dit deel der hulpverleening een bedrag van f 357.900. De liefdegaven, welke de kinderen mee naar huis kregen, zijn matig op een som van f 138,500 te ramen. Na dó groote aardappelcnverzendlng in de laatste maanden van het "vorige jaar werden in de eerste maanden van dit jaar nog 32 wagons (319.500 K.G.) naar Duitsch land en 4 wagons (40.000 K.G.) naar Oos tenrijk verzonden. Geraamde v.aarde f S987.50). Daarnaast worden nog afzonderlijk ver- FEUILLETON (Nadruk verboden). Mix-r dan eens was 't een sterke geweest jPr de Republiek, tot het volk zijn muren Stormde en met gewapende hand de ge- '.0lde vrijheid terugvorderde. Hoeveel in- fgues, hoeveel duistere plannen verborg ae jachtige ruimte met zijn oude hallen 1 z^Gn; Want hier woonden de Albizzi, cn (ter invloedrijkste en oudste geslachten •Republiek. Meer dan eenmaal, als huis der Medici, is hun machtsont- houng gebroken en toch weer zooals het sndelijk geslacht zich met taaie kracht stellend! Maar een vruchtbaar koren- er aIk-8 ^U1S ^er ^edici, het geslacht Albizzi een verderfelijke liane, die niet oi te roeien, zich steeds weer slingerde D(j cn ^elen stam, zijn groei belemme- dn een der eenvoudigste zalen van het waren enkele mannen bijeen, de vau kei droegen naar oud-Ita- sed zet^en een togavormig onder- waarover 'n mantel zonder mouwen, ed a aU kostbaarste stof vervaar- L Jj1,1:1 k met goud en trots de Ita- rsièrrl16 Xvai!mte met 'kostbaar bont })iZ2j 0 3°igeren, onder wie Roberto ndp 'J!ar?,in wamHuis en nauw slui-' i'io v, ,ecdinff' eveneens rijk met ere ]-,metaal voorzien, dat bij Id hntWG^inf. 0°gverbliiKlend schil ter- sierlijk gekrulde haar ontbrak de gouden band niet, die bij afwezigheid van een haard de uitdrukking, zelfs vau krachtige jongelingen, iets vrouwelijks gaf. Het was een sombere dag, de jalouziën der vensters waren geheel geopend, maar de lucht, die van buiten binnendrong, was zwaar en drukkend. De zen was reeds lang achter de donkere wolken schuil gegaan, cn af en toe flitste cr een gele lichtstraal, die het vertrek en de aanwezigen fantas tisch belichtte. De meuhilecring was zeer eenvoudig, en toch naar den smaak van dien tijd kost baar te noemen, lioogo kasten, kunstval gebeeldhouwd, en gevuld met perkamen ten rollen en folianten stonden in de nis sen, zware stoelen van donker hout met goudleer hekleed stonden langs de met tapijten behangen wanden. In het midden der zaal bevond zich een zwaar eikenhou ten tafel met een jachttafereel ingelegd, prachtvolle heelden een schepping van Donatelli aan beide zijden van den in gang, toonden de rijkdom en macht van den bezitter aan. Aan deze tafel, op een met armleunin gen voorzienen stoel de overigen waren maar als gewone zetels te beschouwen had de bewoner plaats genomen, het man nelijke hoofd van het machtige geslacht Ricciardo Albizzi. Hij zal ongeveer vijf tig jaren hebben geteld; en in tegenstelling met het heerschend gebruik droeg bij een reeds sterk grijzenden baard, Zijn gelaat was somber. Zijn oog was ge richt op een zandlooper, die op een bron zen voetstuk voor hem stond. Hij wendde zich tot den naast hem zittende, een man van ongeveer gelijken leeftijd» gekleed iu zwart fluweel met rijke zilveren versier selen. Het was het hoofd der Republiek, de Gonfaloniere, die in de Signoria het voor zilterschap bekleedde, wiens stem beslis send was en die alle vijf jaren door het volk opnieuw moest worden gekozen. Hoewel hij tot het huis der Albizzi behoorde, had den toch de Medici hun stem op hem uit gebracht, want het was bekend, dat Edo- ardo Guadagni ijverde voor liet welzijn der Republiek. Wij hebben nog tijd genoeg, nam Ricciardo het woord om over onze plan nen tot overeenstemming te komen, voor de klaroen ons tot de riddersaal roept, om de inwijding van Edmondo Bernardolli in ons huis bij te wonen. Gonfaloniere Gua dagni vergeet uw ambt en waardigheid en denk er aan, dat het welzijn en de toe komst van ons geslacht op de eerste plaats moet staan. Ik behoor tot het huis der Albizzi, Ricciardo, antwoordde Guadagni, ik heb in do plechtige bijeenkomst van ons ge slacht gezworen uw besluiten en de wil yau onze stamvrouw, Signora Beatrice, te gehoorzamen; ik hoop, dat gij niets be slist of hebt besloten, dat ik met mijn ge weten en mijn ambt niet in overeenstem ming kan brengen. 1 Onze oom, de Gonfaloniere, merkte Roberto op met lichten hoon, deugt 'slecht voor Albizzi, wien de belangen van hun naam boven alles gaan moet. Een geluk, dat de jongere spruitjen van het huis be reidwilliger zijn en ijveriger streven om de oude grootheid, die het huis eens be zat, en naar wij hopen weer bezitten zal, te herstellen. Ik heb alles overlegd, hernam Ric ciardo, met onze stamvrouw, Signora Beatrice, ben ik één van gevoelen. De dag, waarop de verkiezing voor de Signoria plaats heeft, 2al de vrucht doen rijpen, dan zal de hindernis vallen, die ons al tijd in den weg staat, het gehate ge slacht dei' Medici! Slechts één wil zal Flo rence kennen, slechts één wil gehoorza men, de wil der Albizzi! En ware het voor dc eerste maal, dat de Albizzi omhoog stegen, om kort daar op des te dieper te zinken? liet zich een scherpe mannenstem liopren. Het was An tonio Malovolli, een lid van het geslacht, die zoo sprak. Ricciardo had voor den spreker slechts een hatelijken blik, de overigen overstem den den koenen vrager met den dreigen den kreet: Vallen moet Cosimo met de zijnen! En het volk? vroeg Malovoti nog eens. Vergeet gij, dat het zich niet zoo, zonder meer, zijn koninklijken koopman, zooals zij Cosimo noemeh, laat ontnemen? De Albizzi verstonden den nek van het Florentijnsche volk te buigen, de Medici daarentegen de harten! Het volk! zei Roberto, verachtelijk den mond vertrekkend. Het volk! herhaalde Ricciardo met minachtend gebaar. Meent gij die trage, losse massa, die zich aan den gene geeft die het verstaat te vleien en te verblinden? Waarlijk, indien het slechts het volk was heeft het de Medici beschermd, toen in het jaar 1400 het geslacht werd verban nen, omdat men reden had te gelooven, dat zij samenspanden met den hertog van Milaan tot den val der Republiek? Het was het werk der Albizzi, en wat onze va deren deden, dat willen thans ook de zo nen, en het volk zal den verrader Medici heden eveneens beschermen als voorheen. Guadagni stoof op. Verrader?, Wie kan do Medici deze misdaad bewijzen? Wie? Ricciardo lachte verachtelijk. O, wijs hoofd der trótsche Républiek, hoort gij het niet reeds fluisteren op pici nen en straten door de onzichtbare Hy dra, met giflzware tong, die onvatbaar, hem tot in het hart treft op wie zij is los gelaten: het gerucht? Laat Cosimo de Me dici weldaden in het rond verspreiden zoo veel hem goeddunkt een stoentje, door mijn hand geworpen, wordt tot een kolossus dat hem en al de zijnen verplet tert. En dat steentje het is deze brief die onder het volk in afschrift de rondte doet, die onze geheime bondgenoolen tel kens en telkens herhalen aan hen. die niet kunnen lezen. Lees gij, waarde Gon faloniere, wat achter den rug vau bet hoofd der Republiek wordt gedacht en be sproken! Met deze woorden reikte hij Guadagni een beschreven perkament. Verbaasd, met een uitdrukking van pijn lijke verrassing, doorliep de patriciër den inhoud. Ik kan hot niet gelooven, riep hij, Cosimo de Medici een verrader? Dit schrij ven aan den markies Alfonzo van Ferra- ra, den vijand der Republiek gericht, biedt hem de hulp der Medici aan, op. voorwaarde dat hij hem een handelsmo-; nopolie bij den Duitsch on Keizer verschaft (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 3