"weede Blad ie Koninklijke Koopman. Dinsdag 31 Juli 1923 gemeenteraad. (Vervolg.) <)o. Voorstel: tot beëindiging van de liuurovcrcon- m8t I. Snoels, betreffende de ho fwoning van het perceel Vischmarkt b lot verhuring van die bovenwoning ,q de Wed. D. Verzijden—Willemsen. Aldus besloten. I0o Voorstel tot overneming in eigen- )IÜ en onderhoud bij de gemeente van (rgdeelte grond aan den Haarlemmer- U vóór perceel Sectie K no. 2699. Goedgekeurd. Ho. Verordening, houdende wijziging in de verordening vc a 14 Januari 1915, iemcenteblad No. 2) beireffendo het toe ten van kinderen tot Lichtbeeldenver- oniugen. De verordening wordt goedgekeurd. 12o. Verordening, houdende wijziging in de verordening van 18 Januari 1917 lorceenteblad No. 5) op Vergunnings- t Yerlofslocaliteiten en Logementen. .Wordt eveneens goedgekeurd. 13o. Verordening, houdende wijziging en de verordening van 28 April 1898 jemeenteblad No. 9) op openbare ver- akelijkheden en bijeenkomsten. Goedgekeurd. 14e. Voorstel tot onbewoonbaarverkla- ng van een 28-tal woningen. Hierbij komt tevens aan de orde: lóo. Interpellatie van den beer Dub- 1 eldeman, inzake do woningtoestanden in i gemeente. Do heer Dubbeldeman zegt dat er j hem een gevoel van onbehaaglijkheid |s. Niemand weet eigenlijk hoe de toe- I landen hier zijn. Er moet hier licht ko- Als E. en W. het ook niet weten, an wordt het tijd dat een onderzoek 1 oidt ingesteld. Er is hier wel wat ge- aan. De beer v. d. Pot heeft goed werk 1 yleverd; toen is de zaak geluwd en daar- i heeft de burgemeester do zaak aange- ikt waardoor er vreer wat is gedaan. Spr. meent dat de toestand onhoudbaar Yan dit collego verwacht hij niet veel ndat het alle hoop gevestigd heeft op »t particulier initiatief. Op die wijze rijgt men echter niet de woningen die >odig zijn. Wat vraag 2 betreft, zegt Spr., dat I lar hij vernam tal van huizen dubbel 1 orden bewoond. De huizen van de juwvercenigingen zijn echter gebouwd et het doel, dat de menschen eon be-; lorlijke woning zullen hebben. Dubbele woning is ongeoorloofd, maar om in te rijpen, moeten wo eerst de oorzaken rnnen. Bij vraag 3 zegt Spr. het op prijs te ellen als kon worden nagegaan hoeveel an verhoogde huren, zelfs van kleine onen moet worden uitgegeven. Het heet Itijd dat de arbeiders teveel verdienen aar daarom zou het interessant zijn te irnomen hoeveel daarvan aan de huis- genaren ten goede komt. Voorts zou pr gaarne weten of B. en W. pogingen ebben gedaan om Leiden gerangschikt krijgen bij die gemeenten, waar de hu- en met niet meer dan 30 of 40 pet. ver- oogd mogen worden. Verder vraagt Spr. of B. en W. bereid ijn op groote schaal krotten onbewoon- aar te verklaren. Voor een deel is die vraag reeds be- aUvoord door het voorstel om 28 wonin- m onbewoonbaar te verklaren, welk ge il Spr. echter veel te klein acht. Be heer M u 1 d o r, weth., spreekt zijn bvreemding uit over de uitspraak, dat icr eigenlijk niets zou zijn gedaan, daar r toch geen plaats is in Nederland waar et tekort zoo klein als hier. Emdo 1919 bedroeg het tekort 853. laarna klom door huwelijken, onbewoon- parverklaring, enz. het tekort tot 2068. n 1920 en '21 werden 543 huizen gebouwd In'22 waren 603 woningen in aanbouw,zoo dat er nu nog een tekort is van ruim 900 woningen. In voorbereiding of uitvoering zijn nu nog in totaal 904 woningen. Het aantal samenwoningen bedraagt thans 1053. Zijn de aanhangige plannen voltooid, wat dit jaar wel niet het geval zal zijn, is het tekort tamelijk wel ingehaald. Een onderzoek naar «e samenwoningen heeft daarom thans weinig zin. Wat betreft vraag 3 en 4, zegt spr., na herinnerd to hebben aan de wettelijke be palingen, dat men steeds gebleven is on der do gestelde grens. Over 't algemeen kan gezegd dat de huurprijs van 1 Jan. 1916 met 30 a 45 pet. is verhoogd. Thans zijn de bepalingen gewijzigd zoo dat nu nog een kleine verhooging kan wor den verwacht, n.l. 7* en 5 pet. Voor bepaalde gemeenten zijn uitzon deringen gemaakt, maar ook dan kan de Huurcommissie geleidelijk verhooging toestaan. Voor Leiden zou liet van betrek kelijk weinig beteekenis zijn onder deze regeling te vallen. Een statistiek van de verhooging be staat niet. Verder zegt spr. dat het aantal bewoon de onbewoonbaar-verklaarde woningen thans 139 bedraagt. Verdere onbewoon baar-verklaringen zijn in voorbereiding. Spr. vermoedt dat de heer Dubbeldeman tevreden zal zijn en zijn beschuldiging dat hier niets gedaan wordt, zal willen in trekken. De groote nood is nu voorbij. Het tekort wordt echter grooter door vestiging van buiten en huwelijken (onge veer 20 per maand). Dubbelbewoning is, naar spr. meent, niet alleen een gevolg van den woningnood. Spr. merkt nog op, dat in 10 jaren tijds het aantal inwoners dat zich vestigde met 3000 is toegenomen De heer Dubbeldeman zegt dat de wethouder nog al zijn best hoeft gedaan. Spr. is echter niet tevreden. De voorstel ling is te optimistisch, doordat steeds ge schermd wordt met plannen die in voor bereiding zijn. Ook weten we niet aan wolk soort woningen behoefte is. Daar om kunnen ook geen maatregelen geno men worden. Alles wordt afgeschoven op de woningbouwvereenigingen, die echter gedwongen worden maar steeds de plan nen te verslechteren. Spr. blijft volhouden dat na liet heen gaan van den heer v. d. Pot weinig is ge daan en dat nooit moeite wordt gedaan den Raad op cle hoogte te stellen. Overigens zegt spr. in de gegeven cij fers weinig vertrouwen te hebben. Van veel belang is, de wijze waarop de cijfers verkregen zijn. Veel vertrouwen heeft spr. daarin niet. Groote woorden meent spr. niet gebruikt te hebben. De heer v. d. Lip: Neon, dat doet u nooit. De heer Dubbeldeman vraagt ver der hoelang het nog duurt dat er een eind komt aan de bewoning van onbe woonbaar verklaarde woningen. Als do gegeven cijfër3 juist zijn, is er toch nog geen enkele woning voor hen die in der gelijke krotten verblijven. Het spijt Spr. dat geen poging is gedaan, Leiden onder de uitzonderingsmaatregelen te laten val len. Do verhuurders zullen natuurlijk trachten binnen te halen wat zij kunnen. Voor 80 pet. zullen die verhoogingen on gemotiveerd zijn, daar nooit iets tot ver betering wordt gedaan, wat Spr. met voorbeelden tracht aan te toonen. In do Hansenstraat b.v. liet men de be woners de huizen verbeteren, om daarna de huren te verhoogen. Spr. is niet bevredigd en stelt een mo tie voor, waarin de wenschelijkheid wordt uilgesproken den Minister te ver zoeken de huren zonder toestemming van de Huurcommissie hier hoogstens tot 40 resp. 30 pet. te mogen verhoogen. De heer Knuttel acht de gegeven cijfers wel wat optimistisch, daar het nog lang zal duren oer de plannen zijn afge werkt. Een verwijzing naar andere ge meenten heeft geen zin, daar de menschen daardoor toch niet geholpen worden. Sa menwoning zal naar spr. vreest bestendigd blijven, omdat de huren voor arbeiders niet te betalen zijn. Er zal dus gezorgd moeten worden, dat de huren verlaagd worden. Spr. hoopt overigens, dat de wo ningen nu eindelijk niet alleen onbewoon baar worden verklaard, maar dat ze ook" zullen worden ontruimd. De h^gr Van Stralen betreurt het, dat hier in Leiden geen woningbeurs be staat, zoodat we nooit betrouwbare cijfers hebben. Alles berust bier, naar Spr. meent, op schattingen, waarom hij op de stich ting van een woningbeurs aandringt. Dit is temeer noodig, omdat het aantal wo ningen in verband motde hooge huren niet alles zegt. Wat betreft den stand van do huurverhoogingen, zegt Spr., dat de cijfers zeer onvolledig zijn. In elk geval is het onjuist dat do verhoogingen hier gemiddeld tot 45 pCt. gestegen zijn. In vele gevallen is men op een veel lager percentage -ge- bleven. waardoor de invloed van de wets wijziging veel groctcr is, dan do wethou der voorgeeft. Spr. wijst cr vorder op, dat bij verre weg de meeste krotten de verhooging niet meer bedroeg dan 20 pCt. Honderden wo ningen zullen dus met 30 pCt. verhoogd kunnen worden, zonder dat de Huurcom missie daaraan iets kan doen. 't Is dus wel degelijk noodig hier ontheffing to vra gen, vooral nu do levensstandaard dalen de is. De heer Kooi s tra zegt dat er in 1919 volgens den wethouder 853 woningen te kort waren. Hoe komt men aan deze cij fers? Verder zegt Spr., dat het niet aan gaat nu al te gaan rekenen met plannen, die nog in voorbereiding zijn en die zeker niet voor 1925 gereed zullen zijn. Ook dan echter is er volgens de berekening, van Spr. een tekort van 800 woningen. De juistheid van de gegeven cijfers meent hij in twijfel te mogen trekken, daar geen re kening is gehouden met de dubbelbewo- ningen. De heer Mulder, weth., zegt, niet op alles wat gezegd is, to zullen antwoorden. Men bewijst niets, maar spreekt van schat tingen en vermoedens. Spr. geeft toe, dat het wel einde 1924 zal worden eer de plan nen afgewerkt zijn. Al bouwen we 500 woningen, dan zal er later weer een tekort zijn. We zouden dan wel aan den gang kunnen blijven. De heer Dubbeldeman: Ja, dat moet ook. De heer M u 1 d er: Zeker, maar met ver stand. Spr. wijst cr verder op, dat het juiste cijfer wel nooit precies aangegeven zal kunnen worden, Dat de huren to hoog zijn, geeft Spr. toe, maar dat heeft hij altijd al gezegd. Als er echter een voor stel komt om woningen te bouwen, die be taalbaar zijn, dan slaan de heeren op hun achterste beenen. Wat de cijfers betreft, zegt Spr., dat men hier die niet bij de bouwvereenigingen heeft gevraagd. Om trent de onbc hvoonba arverklaringen zegt Spr., dat de heer Dubbeldeman daartegen heeft geadviseerd. Nu echter profiteeren we daarvan. De noodzakelijkheid van een woning beurs ziet Spr. niet in. Wat de vraag van den heer Kooistra betreft, zegt Spr., dat die cijfers verkregen zijn van de Huurcommissie en hot B.- en W.-toezicht. Uit een officieel schrijven van de Huurcommissie loont Spr. tegenover den heer Van Stralen aari, dat de door hem gegeven cijfers ordtrent hot toegestane per centage der huurverhoogingen, juist zijn. De noodzakelijkheid om voor Leiden een uitzondering te maken, ziet de groote meer derheid niet in. De heer Huurman vindt het eigen aardig, dat aan de cijfers, die hier worden gegeven, altijd wordt getwijfeld. Men kan toch wel aannemen, dat die ambtenaren onpartijdig zijn. Toch zegt men maar klakkeloos, dat de cijfers niet juist zijn. Spr. wijst er verder op, dat de heer Dub beldeman door don heer Van Stralen is tegengesproken. De verhoogingen in de Hansenstraat werden door en onpartijdig lichaam als de Huurcommissie. toch goed- gekourd. Dat is heel anders, dan de heer Dubbeldeman het voorstelt. De heer Ecrdmans vraagt of veel bouwvakarbeiders als werkloozen gesteund worden. De heer Dubbeldeman komt er te gen op, dat de wethouder zijne gegevens niet ter inzage .heeft gelegd, zoodat bestu deering niet mogelijk is. Waarom wordt nooit materiaal ter beschikking van den Raad gesteld? Men blijft maar altijd wach ten op het particulier initiatief, maar er komt nooit iets van. De heer Huurman: Een plan voor 150 woningen is al door B. en W. goedge keurd. De heer Dubbeldeman: Men bouwt FEUILLETON (Nadruk verboden). f) En in Jon winter het ijs, wanneer itrcom en meer bevroren zijn en glad als 2 een spiegel, viel het meisje in En dan de 0112g Alderich van Mahlen, die niet te Nsch is om mij in het kleine handsleedje ver het ijs te duwen, dat ik hot uit zou pree uwen van angst en toch kon jubelen Jan louter vreugd! 2iet ge, nu zijn we midden in j§ ;?''S0-dand, zei Meester Hillêr lachend. parlijk, ook hier zult ge menig jong Jf Li ontmoeten, die u zoete woordjes al toelluinteren; doch zie hem in het oog «ge zult den spiegel van het eerlijke paitsclie hart missen. Wees voorzichtig, *-ind, tegen mijn zin strooi ik het TaQ vrantrouwen in uw ziel, doch haa:s en tijd maken het noodig. Gij komt d voorname kringen; Lauretta Tamhuri- J) uw vriendin, die u wacht, behoort tot E«»pte patriciërs. Hoe voornamer het zeischap waarin ge verkeert, hoe meer m°el letten op uw woorden! Niet altijd n bij u zijn, Eva, doch houd zelfs in J orence oogen on ooren goed opeen ten paon tijde! bi roaakt mij bijna angstig, vader, Lr* meisj0 schuchter. Zoo hoorde ik u sProken. Hebben wij dan in Floren- j), i6s 'e yreezen? Waren niet de goede, L j ^orkies Tamburini en diens doch- roovlfUu,ta ouze Sasten in Neurenberg en widen van eerbaarheid en deugd? Dat waren zij; had ik u anders aan hun hoede toevertrouwd? Doch zoo ik hoorde is Lauretta Tamburini de bruid van een Albizzi. Ik ken den voor haar bestem de niet, ik weet wel, hoe oud en edel.bet geslacht is en toch wekt van oudsher deze naam geen vertrouwen in mijn borst; want het zijn vijanden van het edele huis der Medici, do strijd duurt reeds jaren, die hun tegenstanders ten val moet bren gen tot heden tevergeefs. God geve, dat het voor immer zij! Maar de verloofde van de edele Lau retta kan niet slecht zijn, merkte het jon ge meisje op, en zou het zaad van dien ouden haat ook kiemen in zijn ziel, zijn lieve bruid zou dat wel weten to verstik ken. Sprak zij zelf niet met u over het edele geslacht der Medici en hun ijveren voor het welzijn van Florence?? Ja, zij hebben gewerkt en zullen blij ven werken, wanneer de haat en nijd hun ner vijanden den fieren eik niet doen wan kelen, die zijn verkwikkende schaduw uitspreidt over de Republiek. Ik lieb in mijn jonge jaren nog den vader van het nu levend hoofd der familie gezien, was er getuige van hoe het slechts aan hem lag, Florence geboren aan zijn voeten te zien. Maar zij weerstonden de verleiding. Ik zag het tegenwoordige hoofd van het geslacht, Cosimo de Medici, meer dan eens in den raad dor Signoria, hét welzijn van zijn vaderland bepleiten. Ik zag hem te midden zijner koopmansgoederen, zijn eigenlijk arbeidsveld, een koninklijke kop oman, inderdaad. Meisje, meisje, wat go ook hooren moogt, waarmee men ook pogen zal uw oordeel te beïnvloeden houd de Medici in eerel Ik zal het doen, vader, ik beloof het u, bevestigde Eva. Ik zal ze nu zelf van aangezicht tot aangezicht zien, die mach tige heeren, en wellicht is het mij ver gund. rï Een 'schrille kreet verbrak de nachte lijke stilte. 1 Heilige Maagd, wat is dat? De juwelier wierp oen blik op zijn gor del, waar zijn wapenen hingen en wendde zich tot den hem volgenden bediende. Het was een reeds bejaarde man, van herculi sche gestalte. Gregorius, hebt ge het gehoord! Ik h-hoor het, meester Hil-Hilles, antwoordde de dienaar, terwijl hij zijn met ijzer beslagen stok ophief, bereid om te slaan; tegen dr-drie neemt de oude Gre-Gregorius het nog opl Reeds sinds zijn jeugd leed de bediende van den juwelier aan een spraakgebrek, doch des te beter wist hij ingeval van nood zijn vuisten te gebruiken, al was hij dan ook geenszins een vechtersbaas, en zijn bescherming gold meermalen meer dan een wapen. Eva, mijn kind! Haar vader sprak zacht en fluisterend wanneer wij over vallen worden, bekommer u niet over mij; Gregorius zal u beschermen, houd u dus aan hem! Hallo, halt! Een pijl snorde door de lucht, gelukkig zonder iemand te treffen, terzelfdertijd {loken er verwilderde gestalten tusschen de hoornen op, en wierpen zich op de paarden om dezen tot staan te brengen. Halt, of ge zijt des doods! klonk een donderende stem. Geef ons uw mantel zak, meester, en ga dan in vrede uws met mate öm de huren op peil te kunnen kunnen houden. De Voorzitter zegt, dat de heer Dubbeldeman ten onrechte meent, dat B. en W. hem dwarsboomen. Voor een deel is1 dat hierdoor te verklaren, omdat men blijkbaar de stukken niet leest. Deed men het wel, dan zou men anders spreken. "Wat de cijfers betreft, zegt Spr., dat die altijd onzuiver blijven, omdat men van allerlei factoren afhankelijk is. Als do aan- hangigo plannen afgewerkt zijn, is er on getwijfeld nog een tekort, maar we zitten ook niet stil. Erzijn nog nooit zoo veel woningen ontworpen als in 1 9 2 3. De heer P e r a, weth., antwoordt op de vraag van den heer Eerdmans en geeft enkele cijfers omtrent het aantal werk loozen. De heer Eerdmans zou die menschen dan aan hot bouwen van woningen willen zetten. De Voorzitter sluit de interpellatie en brengt de motie-Dubbeldeman in stem ming, die met 14 tegen 11 stemmen wordt aangenomen. Vóór do heeren Heemskerk, Schoneveld, Wilbrink, Kuivenhoven, Wilmer, Eiker bout, Bisschop, Knuttel en de Soc.-Dem. Het voorstel vau B. en W. wordt goed gekeurd. 16o. Verordening, tot heffing van schoolgeld voor het Lager Onderwijs in do gemeente Leiden. De lieer Van Stralen vraagt of niet een artikel kan worden ingelascht, dat B. en W. ontheffing van betaling kunnen ver- lecnen aan zieken en werkloozen. Den heer Groenevold doet het ge noegen, dat B. en W. thans met de veror dening in Zijn lijn komen. Alleen De Voorzitter: U bent al aan punt 17 bezig. Zoover zijn we nog niet. De heer Groeneveld zegt, dat hij binnen de orde is. De Voorzitter ontkent dit. De heer Groeneveld komt dan lot de tabel. De Voorzitter: Maar u begint nu aan de artikelen. De heer Groeneveld begrijpt niet, dat hij pver dit punt thans niet kan spre ken. U bent, zegt hij, altijd dwars. De Voorzitter ontkent dit. De heer v. d. L i p, weth., zegt, dat toch de goede orde in acht moet worden geno men. In antwoord aan den heer v. Stralen zegt spr., dat zulk een bepaling niet mo gelijk is, daar in gevallen van onvermogen reeds voorzien is. Het gaat niet aan hier bepaalde gevallen te noemen. Art. 1 wordt goedgekeurd. Bij art. 2 «egt de heer v. Stralen, dat hij tot grondslag wenscht te nemen niet een laat- 6ten aanslag in de R.- I.-belasting, maar het laatst vastgestelde kohier. De heer v. d. Lip, weth., zegt, deze zaak niet ineens te kunnen overzien. Naar het hem voorkomt is deze wijziging niet noo dig. De heer v. Stralen zegt, dat de betref fende dienst alleen rekening houdt met het geldende kohier hij den aanvang van het schooljaar» De lieer Eerdmans meent, dat een andere regeling, dan de thans geldende, niet mogelijk is, daar dan elk jaar twee maal het schoolgeld vastgesteld zou moeten worden. De heer v. d. L i p, weth., zegt, dat men bij een aanslag toch een bepaalden datum moet nemen. Een andere regeling acht hij niet wel mogelijk. De Voorzitter spreekt in denzelfden geest. V/o hebben hier hetzelfde bezwaar als bij heel onze belasting. De heer Knuttel vraagt of het niet zoo kan, dat men het schoolgeldjaar met het kalenderjaar liet samenvallen. Het artikel wordt goedgekeurd. Bij art. 5 zegt de heer M e y n e n be zwaar te hebben tegen de verhooging van de maxima. Bij de vorige vaststelling stond in de stukken, dat de kostende prijs was f 105.per jaar en voor U. L. O. f 150. B. en W. meenden toen, dat de getallen f 100.en f 150.dus als maxima kon den gelden. Toen heeft men echter de verhouding veranderd en is het geworden f 120.— en f 150.—. Deze cijfers waren gegrond op de kos ten in 1920, wat een zeer duur jaar was, zoodat er reden is te golooven, dat sinds dien de kostende prijs zeker niet verhoogd is. Daarom heeft het Spr. teleurgesteld, dat in dit ontwerp wel van hooger maxima Laat mij met rust, riep meester Hil- los, wiens paard steigerde onder den greep van Savello. Wij zijn vreedzame lieden en staan onder bescherming der Republiek. Maar met die bescherming der Repu bliek zag het er treurig uit. Nog vóór de soldaten er toe kwamen van hun wapens gebruik te maken waren zij daarvan be roofd, onder hoongelach van Savello's ge zeilen waren zij van hun paarden gewor pen en de plundering begon. Meer moeite hadden zij met Gregorius, hoewel hij bloedvergieten schuwde om ziju meester niet aan de wraak der ban dieten op te offeren. Hij was van zijn paard gesprongen en worstelde nu met eenige der roovers. Ook de juwelier en zijn dochter waren op den grond gesleurd en haastig had Savello zich van den mantelzak vem den Duitscher weten meester te maken, on danks diens hevig verzet. Op Eva trad een toe, wiens gelaat met een zwart ondoordringbaar masker was bedekt; de donkere oogen, die als kolen vuur door de openingen vonkelden, deden het meisje van angst ineenkrimpen. 1 Nu, lief, blond meisje! klonk het hoonend, hebt ge geen aandenken voor den zwarten ridder, opdat hij zich het uur herinnert, toten het geluk u hem deed ontmoeten? Zie, daar glanst een heerlijke armband aan uw arm, de edelsteen daar in schittert als uw oogen. Geef ze mij, lieve Tedescu, en wees niet weerspannig! Mot geweld trok hij Eva's arm naar zich toe en rnkte haar den armband een geschenk haars vaders af. Het sprake is, rfegp. f 140.en f 175. meent niet, dat het verstandig In, ile be staande maxima to vorhocgen. Verder vreest spr., dat hivrnujo zou in gevoerd worden een nieuw principe, n.l dat men komt boven den koslenden prijs, wat hij niet billijk acht, daar dan een deel der ouders in het tekort van anderen hij moet dragen. Dit acht Spr. niet juist. Daar het hier een tak van dienst voor do go- keele gemeenschap betreft, moet ook dio gemeenschap do tekorten dokken. Spreker merkt hierbij nog op, dat het schoolgeld dient ter tegemoetkoming in de kosten. Verder betoogt Spf., dat het uitgebreid lager onderwijs minder kost, dan het on derwijs aan H. B. S. en Gymnasium, wat lot uitdrukking moet komen in 't school geld. Het U. L. O. heeft zich sterk uitge breid de laatste jaren en we doen wel als we het niet in benarde omstandigheden brengen. Spr. ziet hier 't gevaar dat 't U. L. on< derwijs zal worden geschaad ten koste- van II.B.S. en Gymnasium. Dit zou teven* niet zijn in 't financieel belang van df gemeente. Om tot zijn doel te komen, wil spr. m(y de namens den heer Huurman een motie indienen waarin de Raad B. en W. vei*, zoekt met nieuwe tabellen te komen waat bij als maxima gelden resp. f 120 en fl.50 De heer Groeneveld heeft in tegen stelling met den heer Mcijnen tegen de voorgestelde tabellen geen bezwaar. Waar om moeten nu juist de zeer rijke men schen worden ontlast? De wethouder heeft in de stukken gezegd dat de totaal op brengst niet hooger zal zijn. Spr. kan dit niet narekenen, maar toch betwijfelt hij do juistheid. In elk geval zou hij met oen lager bedrag willen beginnen. De heer Eerdmans heeft met vee! instemming den heer Meijnen gehoord. Hij voegt er aan toe, dat hot van veel b(x lang is, als de gegoede menschen door eez laag schoolgeld worden aangetrokken. Do heer Knuttel heeft zich verwon derd over de beschouwingen van den heer Meijnen, die juist de hooge inkomens wil ontlasten. Spr.'s ideaal is, dat het onder wijs geheel vrij wordt, maar dan moet dc progressie van de Ink.helasting veel ster ker v/orden. De geschetste gevaren voot het M.h.O. ducht spr. niet. Spr. meent wel* dat het tarief aan de andere zijde moef worden verkort, door inkomens tot f 140Ö geheel vrij te stellen. De heer Oostdam acht verlaging van het schoolgeld voor het U.L.O. van veel belang, om op die wijze wat minder kinde ren te sturen naar II.B.S. en Gymnasium. Daarom zal spr. zijn. stem aan het voor* stel-Meijnen geven. De heer v. d. Lip, weth., zegt, dat d$ heer Meijnen gezegd heeft, dat de voorge-* stelde wijziging hem niet aangenaam zou zijn, omdat het ontwerpen van een gewij< zigde schaal veel werk geeft. Laat hij och-; ter gerust zijn. Wanneer een motie of voor stel wordt aangenomen, waardoor het onte werpen van een andere schaal noodig is, dan zal spr. zoo vrij zijn, dat aan zijn opvolger over te laten. Als spr. bezwaar heeft tegen de motie dan is dat omdat ze, terwijl do voordracht toch vroeg genoeg verscheen, niet tijdig is ingediend, zoodat hij niet in staat is za te overzien. Hij hoopt dat zijn opvolger in dit opzicht gé lukkiger zal zijn (gelach). Wat nu hot amendement zelf heïreft, zegt spr., dat do hoer Meijnen niet verder wil gaan dan de kostprijs. Spr. zic-t hierin echter niets onbillijks, miis men blijft be neden het bedrag dat Rijk en Gemeente daarvoor uitgeven. De Wet geeft daartoe trouwens gelegen heid. En nu bedragen de kosten hier resp f 170 en f 260. En dan mag men ook niet letten op de vele onderwijskosten, die hij deze berekening verwaarloosd zijn, zooals b.v. de bouw van scholen? Spr. kan dus ook in dit opzicht niet met den heer Meijnen sympalhiseeren. Waar-< om zouden we juist bij f 10.000 moeten uitscheiden? En is f 140 voor iemand met een inkomen van f 14000 nu werke lijk te veel? De heeren hebben v.n.l. bezwaar tegen de schaal van het U.L.O. omdat men dan lo dicht nadert het schoolgeld voor HB. S. en Gymnasium. Spr. gelooft echter dat hier andere factoren werken. Bovendien er blijkt toch nog steeds een belangrijk verschil zooals spr. met cijfers aantoont meisje uitte een kreet van .smart en spijt El-Ellendeling, wat w-wilt gs doen? Met een geweldigen ruk had Gregorius zich van zijn tegenstanders los gerukt en wierp zich tusschen Eva en haar aan valler; door de overmacht van zijn wap:-n beroofd, greep hij hem met beide vuisten aan, zoodat de gemaskerde zich met moei te slaande hield. In de worsteling brak de hand, dio het masker vasthield en zag Gregorius in het bleeke, van woede ver wrongen gelaat van een jongeling. Het volgende oogenhlik tuimelde hij echter achteruit en sloeg ter aarde. Roberto Albizzi had nog juist zijn mas ker in het vallen kunnen grijpen, terwijl hij met de andere hand een geweldigen slag op het hoofd van den Duitscher toe bracht, die den beschermer van Eva hui ten gevecht stelde. IJlings zijn masker op nieuw bevestigend, poogde hij andermaal Eva te naderen, toen een der mannen riep: - Hoofdman, ik hoor onraad, een rui ter nadert, cr is gevaar! De jeugdige hoofdman keerde zich nog eens tot den in het gras liggonden Grego rius en mompelde: i Die heeft genoog gehad en zal mij niet verraden! 1 Daarop gaf hij oen seiu op een zilve ren fluitje en verdween vlug als de wind, tusschen de hoornen. (Wordt vervolgd)";

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5