i voor de vrouwe 1 1 ei mis j 'dweept, dat pi just en mijmert, dat juicht en jubelt, dat schatert en davertO, wat ■zou de mensch, wat zou de wereld zijn zonder het lied, zondes de verruk king der melodie, en het mooist is al tijd de melodie, wanneer zij na haar ver rukking te hebben uitgejubelt zich oplost in den droom. Albertine StoenhoffSmulders zingt: Door 't koren. i Ik weet geen liever weg In lichten avondstond, Dan al maar 't koren door Door 't koren hoog en blond; Omhoog alleen de lucht Vol leeuwerik-gefluit, Omlaag het koren weer ,Vo? ritselend geluid. 't Is in de zomerzon. Eén glinstering van goud, Der aarde rijke tooi ..Waarin ze hoogtij houdt, i Maar in het avondlicht Wordt, langs den heuvelrand, De weg door 't korenland Een weg naar 't droomenland. Zoo'n Geldersch of Limburgsch korcn- ?eld is een verrukking voor de oogen. Die bronsgroene halmenzee met zijn wuiven de en trainende arengolven, bevat een rijkdom van planten en bloemen, die de ioer met een tikje wrevel ohkraid noemt, üaar de dichter en de schoonheidsmin naar zouden het niet gaarne missen. Daar bloeien aan de randen de felle vlammen der roode klaprozen; daar bloeit het prachtige, ietwat weemoedig blauw der korenbloemen; kamilles heffen de hoo- ge gele hartjes; het zachte paars der ar chitectonisch gevormde bolderiken droomt er tusschen het grijsgroen der lange kelt- slippen. Er is een subtiele kleurenvreug- de in 't bloeiend korenveld, een harmonie van tinten, die wonderlijk overeenstemt met Hollands wolkenluchten nu eens fon-= kelend van zonnegloed dan weer alles hul lend in tecro reflexen en een droomend spel van immer wisselende schaduw- en lichtpartijen. Maar het meest treft toch wel het blauw der korenbloemen, de blauwe juweelen van den zomertijd. Ook hierover dichtte Alb. Steenhoff^; Smulders: j .aixi De zoete zomer, de zonnetijd, Met zijn roodgouden mantel, zijn [glinsterend habijt, En zijn heldre kroon van saffieren, Is door het wuivende graan gegaan, Waar de lustige leeuwerik zijn nestje [heeft staan - - En de vluchtige vlindertjes zwieren. De zoele zomer, de zonnezoon, Vlocht van goudblonde aren een [princelijke kroon Als hij ging door het ruischendc koren; Nam zijn blauwe juweelen bijeen En hij wierp ze stil lachende ver van [zich heen, Dat ze niemand meer zouden behooren. Maar telken maal als de zonnezoon Met zijn roodgouden mantel en [goudblonde kroon, Zijn hoogtijdag houdt in het koren, Ziet hij er tusschen 't ritslende graan Al maar helblauwe, peinzende bloeme- [kens staan, In droomerigen weemoed verloren. hebben geleerd, van onzen vader hebben gehoord Zal ons kind achterlijk blijven in gees telijke ontwikkeling bij anderen, als wij het niet voor den wettelijken tijd aan do school overdoen? "Wij willen 't niet gelooven, het jonge kind zal juist onder de liefdevolle, ver standige leiding van vader en moeder rij ker en rijper ontwikkeld worden. Onze ouders zijn tegenwoordig zelve ont •wikkeld genoeg om tegen het fröbelonder wijs van onze dagen te kunnen opwegen. Daarbij is toch het schoolsche onderwijs slechts een voortzetting van de taak der ouders, maar dan moeten dezen zich niet te spoedig aan deze zaak onttrekken. Als Hildebrand over kinderrampen schrijft, noemt hij als de eerste" en groot ste, met verlof van Pestallozzi en Prinsen, de school. In onze dagen zouden wij er bij kunnen voegen, met verlof ook van dr. Montessori. Maar staat deze, een vrouw, niet juist boven alles voor de vrije ontwikkeling van het kind? En waar zal het jonge kind vrijer en blïjder ontwikkelen dan juist on der de liefdevolle en zorgzame leiding van de moeder? Daarom, zou ik weer met Hildebrand willen verzoeken: „Hebt deernis met bet lot uwer telgen!" „Ontziet als iets heiligs het levensgenot uwer kinderen. Zij moeten alien school gaan; dat is de natuurwet, zoo zeker als die volgens welke zij allen ingeënt, wij al len sterven moeten; maar even gelijk wij, naar den gewonen loop der dingen, niet- sterven moeten op ons achttiende' jaar, wilde ik ook niet dat hun de school overviel voor hun achtste." Bescherming van vrcisiWen- ren kinder arbeid in Polen. In 1921 had de Poolscbe minister van arbeid bij den landdag een wetsontwerp ingediend betreffende de bescherming van den arbeid van vrouwen en on vol wassenen. Dit ontwerp, dai niet in stemming kon worden gebracht voor liet einde der wet gevende periode, zal binnenkort aan den ministerraad worden voorgelegd, om daarna opnieuw aan den tegenwoordigen landdag te worden toegezonden. Het strookt in bet bijzonder met de voor schriften van de Berner-conferentie van 1906, welke de Poolsche regeering in 1922 onderteekend heeft. i Uit het eerste hoofdstuk van liet ont werp blijkt, dat behalve de bescherming, voorzien in de Iwlet van 18 December 1919 op den orbeidsduur (in overeenstemming met het internationaal arbeidsbureau) een bijzondere bescherming zal worden ingevoerd voor vrouwen en minderjari gen, die werkzaam zijn in industrieels en commercieele ondernemingen, bedoeld in art. I van deze wet (nl. ondernemingen waar de arbeid schadelijk is voor de ge zondheid enz.) In het algemeen is het verboden vrou wen en minderjarigen te gebruiken voor werkzaamheden, die bijzonder schadelijk voor de gezondheid, uitputtend of gevaar lijk zijn. De minister van arbeid is be last om, in overleg met de andere betrok ken ministers, een lijst van deze werk zaamheden op te stellen. Arbeid van minderjarigen: Als minder jarigen worden beschouwd alle arbeiders beneden de achttien paar. Leerlingen val len echter slechts krachtens een speciale beschikking van den ministerraad onder de wet. Het is verboden kinderen van be-; neden do 15 jaar in loonarbeid to gebrui ken. Het tewerkstellen van minderjarigen boven de 15 jaar is toegestaan, zoo zij de school hebben afgeloopen en indien bij geneeskundig onderzoek gebleken is, dat de voorgenomen arbeid hunne krachten niet te bovengaat en hun lichamelijke ontwikkeling niet benadeelt. Het genees kundig onderzoek geschiedt op kosten van den ondernemer. Op verlangen van den inspecteur van den arbeid zijn de werkgevers verplicht DE OPVOEDING DER JEUGD. Aan het Weekpraatje der „Msb." ont kenen we het volgende: Do 98-jarige moeder van den bekenden lord Haldane heeft een boek met baar le- vensmemoires gepubliceerd onder den ti tel „Hy 98 Years". Daarin schrijft zij ook over de opvoe ding der kinderen in de dagen barer jeugd, en dan deelt zij mede dat het in dien tijd geen gebruik was om de kinderen heel jong naar school te sturen. Ook in zijn veelgelezen boek „This Free dom" vertelt de populaire Engelsche schrij ver Hutchinson van een moeder, die haar vele kinderen allen tot aan hun achtste jaar zelf onderwees. In onzen tijd zijn de ouders gewoon hun jonge kinderen zoo vroeg mogelijk naar school te sturen, hetzij uit vrees, dat zij anders bij andere kinderen achteraan zul len raken, hetzij uit gemakzucht om ze zoo spoedig mogelijk van den vloer te hebben en ze veilig heel den dag opgeborgen te weten bij 'de juffrouw van de school. Zou 't een al te ouderwetsch idee zijn om te mecnen, dat men zijn kinderen eigenlijk zoo lang mogelijk onder eigen hoede moest houden. Wat is eigenlijk ouderwetsch? Wij zijn zuinig en trots op mooie oude dingen, oude zilveren sieraden, oud blauw percelein, oude meubelen, oude schilderijen. Yan geslacht op geslacht tracht men ze in de familie te houden, en kostert ze als din gen van hoog© kostbare waarde. Waarom zouden dan ouderwetsche ideeën ook niet even waardevol zijn? „Het volk snakt naar nieuwe vormen", heeft dr. Cassanius Hentzen dezer dagen in een vergadering van werkgevers gezegd, èn „de Nieuwe Eeuw" teekent daarbij aan, dat deze nieuwe vormen wel een terugkeer fcullen beteekenen naar de goede oude. Waarom zouden een vader en moeder hun jonge kinderen niet zelf in de allereer ste jaren onderwijs en onderricht kunnen geven in stede vaa ze zoo spoedig mogelijk naar de school te expedieeren. Met hun kinderen zoo jong mogelijk aan de school over te doen, geven vader en moeder de schoonste taak van hun ouder plicht af. En toch, hoe inconsequent han delen zij vaak daarmee. Een zorgzame huisvrouw wascht haar kostbaar kristal en porcelein meestal zelf iri de kamer af, omdat zo vreest, dat ze het anders in de keuken zullen breken. Maar het veel teedere en oneindig kost bare gemoed van haar jonge kind laat ze maar zorgeloos aan de hoede van vreem den over, vergetend, dat de eerste indruk ken, die het kind van vader en moeder ontvangt, vaak beslissend zijn voor het leven. „Mijn leeren is spelen", "wildé vader Yan Alpben ons al doen gelooven. maar dan zeker niet op school, alleen de moe der kan het kind al spelende doen leeren. Het kind zelf geeft vader en moeder de paedagogie aan. wat het op school niet durft te doen-, uit vrees voor de juffrouw, voor wie het Bteeds met de handjes recht uit zwijgend moet toeluisteren; aan vader en moeder stelt het heel den dag door de wijste vragen: ..waarom is dat?" en „wat beteekent dat?". Zit maar met een jong kind in den trein, het merkt alles op, het ziet alles, en vraagt eindeloos om uitleg en verklaring. Een lieve moeder, "een verstandige vader Weet den weetlust van een kind te voldoen Nooit is hun het vragen te veel. nooit zul len zij het kind afstooten, want het is Immers hun bloedeigen kind? Welke schoolbank is leerzamer dan moe ders knie. waarop het kind vertrouwelijk zijn boekje openvouw1, opdat moeder het zal voorlezen en vertelllen. En geeft het den ouders zeiven niet de hoogste voldoening, als zij dagelijks kun nen constateeren. hoe hoofd cn verstand van het kind onder hun eigen leiding als een bloem voor het zonnelicht opengaan? Wat is ons mc-er bijgebleven in het leven dan juist dat, wat wij van onze moeder de minderjarigen te onderwerpen aan een gratis geneeskundig onderzoek, dat zal geschieden door een geneesheer, welken de inspecteur aanwijst. Op advies van den geneesheer kan de inspecteur van den arbeid het gebruik van een minderjarige voor zekere werkzaamheden verbieden en die werkzaamheden aangeven, welke voor hem in de termen vallen. De minderjari ge, zijn ouders of zijn voogd kunnen evenwel, in hoogcr instantie opkomen tegen de beslissing van den inspecteur van den arbeid, De nachtrust der minderjarigen moet minstens 11 achtereenvolgende uren. be dragen en in deze 11 uren moet begrepen' zijn het tijdsverloop tusschen 8 uur 's avonds en C uur 's morgens in die on dernemingen, welke met een ploeg wer ken, en! van 11 uur 's avonds tot 9 uur 's morgens in ondernemingen, die met twee ploegen arbeiden. Laatstgenoemd voorschrift heeft geen betrekking op man nelijke minderjarigen in ondernemingen met .voortgezet bedrijf en' evenmin op dio gévallen, waarvoor de wet op den ar beidsduur van 18 December 1919 een ver lenging van den werktijd voorziet, in dit geval zal de minister van arbeid, in over-, eenste-mming met de betrokken ministers, den duur van de nachtrust der minder jarigen voorstellen, in overeenstemming met de internationale conferenties, wel ke ®p deze aangelegenheid betrekking hebben. De uren, gewijd aan vakonderwijs of voortgezet onderwijs der minderjarigen zijn begrepen in de arbeidsuren. De ondernemingen moeten een lijst op maken van de bij baar werkzame min derjarigen. Deze lijst, welke ook de uren moet aangeven, waarop de arbeid der minderjarigen aanvangt en eindigt, moet worden geafficheerd. Arbeid .van vrouwen; Vrouwenarbeid is verboden! in de mijnen. Do nachtrust der vrouwen is geregeld op dezelfde wij ze als die der onvolwassenen. In de sei zoenindustrieën en in die ondernemingen, waar deze maatregel noodzakelijk is ge bleken, kan evenwel de nachtrust der volwassen vrouwen, na voorafgegane machtiging van den inspecteur van den arbeid, verminderd worden tot 10 uren, gedurende 60 dagen per jaar en per ar beidsdag. Alle ondernemingen, welke vrouwen te werkstellen, zijn verplicht voor apparte waschgelegenheden en W.C.'s te zorgen. "Ondernemingen met meer dan 100 vrou- Ven moeten een badinrichting en een Idouche bezitten. Vrouwen, die haar kin- kleren voeden, hebben recht op tweemaal ■een half uur onderbreking van den ar beid, welke onderbreking tot den ar beidstijd zal worden' gerekend. Zwangere •vrouwen zijn gemachtigd haar werk te iverlaten op vertoon van een medisch at test, waarin verklaard wordt, dat haar bevalling waarschijnlijk binnen 6 weken izal plaats hebben; hot is den werkgevers herboden arbeidsters gedurende de 6 we iken volgende op haar bevalling te doen [werken. Gedurende deze periode kan. de 'werkgever het contract der arbeidster niet opzeggen en haar niet ontslaan. I De directeuren van ondernemingen, die 'zich schuldig maken aan inbreuk op de ze wet kunnen worden gestraft met hoogstens 6 weken gevangenisstraf of boete. De beide straffen kunnen ook wor den vereenigid. KOUDE DRANKEN. Cifrcenlimonade. 1 K.G. suiker, Y* L. water. 40 gr. citroenzuur. 15 gr. citroenspiritus. Bereiding: Het water met de suiker en bet citreonzuur koken tot de massa strooperig is geworden; ze daarna door een neleldoeksch lapje laten loopen; na bekoeling den citroenspiritus toevoegen en alles dadelijk in flesscben doen. Frambozenlimonade. 500 gr. frambozen. 1 flescli azijn. 1 flesch bessensap. suiker. Bereiding; Zoek de frambozen uit; wasch ze; maak ze fijn en doe er den azijn bij. Laat ze één nacht zoo staan; plaats ze vervolgens op een doek en laat ze enkele uren staan om uit te lekken. "Weeg dit vocht mot de bessensap: neem even veel suiker, en kook dit alles te zameu tot de massa strooperig is. Giet ze dan warm in de iiesschen en bewaar ze flink gekurkt. Kersen-likeur. 300 gr. kersen. 300 gr. morellen. Yi L. Franscbe brandewijn. 100 gr. suiker. 10 gr. pijpkaneel. citroen schil. Bereiding: De vruchten wasscben en fijnmaken; de pitten stampen. Deze fijn gemaakte massa met den brandewijn, de suiker, de citroenschil en do kaneel 3 a 4 weken laten trekken; daarna de massa door een doek laten loopen. Sorbets. De sorbets onderscheiden zich van de ijssoorten doordat zij minder zoet zijn en ongeveer 1/5 alcohol bevatten. Bij het gereed maken moet men zich vooral geheel aan het voorschrift dezer recepten houden en den alcohol eerst toe voegen als de massa bevroren is. De massa moet voortdurend in beweging worden gebracht, of door draaiing, of door middel van de spatula, opdat er géén klontjes in de sorbc-ls worden gevormd. Zoodra alles bevroren is, wordt de al cohol in welken vorm ook, toegevoegd. Daarna laat men opnieuw dc koude in werken; de duur dezer bevriezing hangt af van de ijsmacbino en van den alcohol. De sorbets worden min of meer vloei baar gepresenteerd in zoogenaamde sor betglazen. 'Aai'dbeien-scrbet. Yi K.G. aardbeien. K.G. fram bozen. Yi L. suikerstroop. Vi flesch champagne of Vi flesch Bordeaux, of A flesch Bourgogne. Bereiding: Klop het eiwit zeer stijf en vermeng het met bovengenoemde ingrediënten, behalve de ma.rasquin; plaats alles in de ijsmachine en laat do massa bevriezen^ Vcegj de marasquin! toe zoodra alles bevroren is, en laat de massa dan opnieuw bevriezen. der Katholieken in Nederland J. G. Le Sage ten Broek. Deze baanbreker voor onze herleving en erkenning werd geboren in 1775 te Gro ningen (waar zijn vader professor en pre dikant was) en maakte dus als jongeling heel den rumoerigen tijd van overgang mede, waarin hij als protestant niet be hoefde te schromen zijn meening te uiten. En hij overleed pas in 1847, zoodat hij de Katholieke Staatspartij, welke zooveel aan hem te danken beeft, in baar opkomst nog mocht aanschouwen. Het is stellig niet ondienstig, liet welbe steed leven van dezen grooten voorganger hier eens in herinnering te brengen wat wo doen aan de band eener uitvoerige bio grafie. verschenen in het elfde jaarverslag (1897) van het R.-K. Blindeninstituut te Grave. Nadat Le Sage zijne rechtsgeleerde stu diën grootendeels bad voltrokken, trad bij den 3den September 1800 in het huwelijk. Door zijne familiebetrekkingen en zijne studiën was bij voortdurend in aanraking met protestantscho leeraren en andere uitstekende geleerden, die deels reeds de hoogste waardigheden in den lande be kleedden en deels later bekleeden zouden. Dat hemelsbreed verschil van gevoelen over den godsdienst tusschen de geleerdste protestanten onderling, dat twisten over do Sacramenten en de noodzakelijkste middelen Ier zaligheid tusschen de ver schillende secten bracht Joachim, nu zijn leeftijd begon te rijpen, tot dieper en die per nadenken. Zoowel in het vaderlijk buis als bij den „stoel der waarheid", zoowel in den gemeenzamen vriendenkring als in openbare geschriften was bij getui ge van verregaande verdeeldheid over de gewichtigste waarheden en de grondsla gen van eiken godsdienst. Meermalen hoorde hij op denzelfden kansel en op denzelfden dag als grove dwaling veroor- deelen wat even te voren als onomstoot bare, eeuwige waarheid was voorgesteld. Destijds begon zich reeds onder de predi kanten de loochening van Christus te openbaren en in hunne geschriften uitte schijnen. Dit alles schokte het geloovigen waarheidlievend hart van den jongen man zoo sterk, dat bij niet kon blijven volhar den in den godsdienst, waarin hij was geboren en opgevoed. Hij zocht waarheid, bleef die zoeken, doch in bet protestantis- mus vond hij ze niet. Eindelijk in 1806 was dc teerling ge worpen: aan den hevigen drang zijns har ten, aan zijn nu vaste overtuiging kon hij niet langer weerstand bieden en hij be sloot de katholieke leer te volgen. Heel zijn volgend leven strekte ten be wijze, dat zijne bekeering uit zuivere over tuiging geschiedde; tijdelijke beweegrede nen konden hierbij niet in aanmerking komen. Hij was gehuwd met eene protes- tantscbe echtgenoote en bij zijne bekee- ring kon hij niets winnen, maar veel ver liezen. Le Sage beeft bij de Eerw. paters Fran ciscanen in de Leeuwenstraat te Rotter dam, zijne dwaling afgezworen en de ka tholieke geloofsleer omhelsd. Ofschoon zulks in stilte was geschied, werd de ge beurtenis niettemin spoedig ruchtbaar. Groot was de verbittering onder zijn voor malige geloofsgenooten. Om den harts tocht tijd tot bedaren te geven, werd Le Sago geraden, zicli eenigen tijd te ver wijderen. Hij begaf zich naar Megen en leefde daar verscheidene maanden, in stille afzondering zich aan de ongestoorde studie der geloofswaarbeden, die bij om helsd bad, overgevende. Na zich aldus in het Geloof te hebben versterkt, keerde hij naar Rotterdam te rug, legde zich bijna twee jaren op bet notaris-ambt toe en bekwam, na eervol afgelegd examen, onder de regeering van Koning Lodewijk Napoleon, in 1808 de koninklijke aanstelling tot notaris, eerst te Rotterdam, in 1813 te Naaldwijk. Tot nu toe bad hij in stille berusting de beleedigingen, hem en ter wille van bom de H. Kerk aangedaan, onbeantwoord ge laten; maar zie, in 1815 bij het naderen van het derde eeuwfeest der hervorming, sloegen de lastering cn de verguizing der katholieke geloofsleer door onbekende pro- testantsche ijveraars tot blind fanatismus over en nu meende Le Sage, dat hij be kwaam en sterk genoeg was, om de wape nen te hantecren en dat het zijn plicht was, als een getrouw kind der Kerk do eer zijner Moeder te handhaven en een ge loofsleer te verdedigen, die hem boven al les dierbaar en heilig was. Hij gaf zijn eerste apologetisch ge schrift uit: „De voortreffelijkheid van de leer der Roomsch-Katholieke Kerk ge schetst". Hierin spreekt bij met het vuur zijner innigo overtuiging, ma.ar tevens met bescheidenheid en gemoedelijkheid de protestanten toe en tracht hun de kennis van den katholieken godsdienst, liefde en verdraagzaamheid jegens liunne katholie ke landgenooten in te boezemen. Met de grootste belangstelling werd dit verdedi gingsgeschrift door de katholieken van Nederland, die in de laatste tijden niets dan verguizing gewoon waren, ontvangen en blijde toegejuicht. Spoedig bevond bet zich in de handen van duizenden. Een geschrift, uit deze pen gevloeid, moest de gemoederen der protestantscbe schrijvers in geweldige beweging brengen en kon niet onbeantwoord blijven. Van allo kanten verschenen schampere tegen- schriften in bet licht en Lc Sage beant woordde die met eenvoudigheid en beza digdheid, maar tevens met innige overtui ging. Zijne vijanden voelden, dat de groncl hun onder de voeten wegzonk en toonden door hunne manier van bestrijden, dat het eene bopeloozo poging was, hunne slechte zaak tegen Le Sage te verdedigen. P. G. "VVitsen Geijsbeek maakte op bo vengenoemde brochure van Le Sage vol te" gend puntdicht, dat als motto in de z( uitgave prijkt: „Bedild, veracht, hespot, mishandeld, aangespoj it Le Sage, trof uw werk slechts smaad c; oogt?) Men schreeuwt en scheldt en schimpt, uw geduld ten eind! Gij antwoordt - door een vijfden dm* Uit al deze polemische schriften en terbladen behaagde het den algoeden veel goeds te doen voortkomen. We]<|T keerden verscheidene protestanten tei in den schoot der Katholieke Kerk, aci ren begonnen te twijfelen. Le Sage m deze gelegenheid waar en gaf in het li een werkje: „Raadgevingen aan twijfel de Protestanten". Langzamerhand kwam Le Sage in o h respondentie met voorname katholit t] geestelijken en leeken en allen waren daarover eens, dat het boog noodig i in Holland een katholiek tijdschrift op richten. Een periodiek orgaan, om rechten der Kerk te verdedigen on de aid vallen der vijanden af te slaan, bestond niet en de katholieken moesten zicli palen tot brochures, die aan velen oi kend bleven. Hij had een plan ter verdedigin de R.-K. Leer ontworpen en zou het e onuitgevoerd laten. Eenigo redevoeringen in het jaar li bij gelegenheid van het eeuwfeest der hi vorming uitgesproken en in druk geget] en andere brochures, welke bij die geti genheid het licht zagen, stelden de kali v lieke lèer in een alleszins verkeerd da cl licht, terwijl vele dier stukken het merk van Onkunde en vooroordeel dro Dit gaf aanleiding tot de uitgave van Godsdienstvriend", welke, aan de ver de ging der katholieke leer gewijd, natuurj van polemischen aard moest zijn. In Mei 1818 verscheen het eerste ns mer van het maandschrift „De Godsdiej vriend", waarvan Le Sage dertig lang, tot aan zijn dood, de verdiensteli hoofdredacteur was en waarvan hij veel zorg het voortbestaan ook na dood had verzekerd. Er is misschien g 3 tijdschrift geweest, dat zooveel nut katholieken van Nederland heeft gesti als „De Godsienstvriend". De klachten katholieken werden daardoor bekc hunne rechten er in verdedigd; de hau lingen der regeering werden naar verdi sle aan de kaak gesteld, geheime bedoel gen ontsluierd, de katholieken gewa sehuwd, aangemoedigd, de man; werden geteld, de batterijen opgesteld, de vijand kreeg eerbied voor dat leger oefening. Behalve aan „De Codsdicnstvries schonk de blakende ijver van Le Sage leven aan andere katholieke organen, was in 1820 de vurigste voorstander, de-oprichter en secretaris van „De R. Maatschappij ter bevordering van dienstige wetenschap en goede zeden v. het Koninkrijk der Nederlanden" Het doel dezer maatschappij verspreiding te bewerken van nuttige schriften, die naar de vatbaarheid alle klassen geschikt zijn door juist! van denkbeelden en eenvoudigheid stijl; onderwerpen aan te wijzen, den gewichtigsten invloed op de verii ting des volks kunnen hebben; liefde v den godsdienst, gehoorzaamheid H. Kerk, getrouwheid aan den Koni onderwerping aan de wetten en eert voor de zeden in te boezemen; allo v deugden als hot ware de ziel en het zen van het katholicismus zijn". Waarlijk gegronde vrees voor de I zame werking dezer maatschappij oorzaak, dat het toenmalig gouvemem haar na een kort bestaan van een jaren wederrechtelijk supprimeerde Koninkl. besluit van 21 Aug. 1S23. Terstond zette Le Sage onder een ren titel: „Godsienstigc -en zedekun mengelingen" den arbeid der ges up meerde Katholieke Maatschappij geöa lijk voort door het uitgeven van ca scheidene werkjes in verschillend fors in 't Fransch en Jt Hollandsch. In hetzelfde jaar ondernam hij een stekend liefdewerk, dat hij later op 1 nere schaal bijna tot aan zijn dood L? voortgezet, 't Is niet onbelangrijk te nemen, met welk een kleingeestige acl docht hij ook hierin werd bespied. We len Le Sage zelf het woord geven. „Sedert een gemimed tijd, oplettent de verbastering der arme jeugd, bcslool na deswege met een paar vrienden ge respondeerd te hebben, eenige zeer 's zoo mogelijk ouderloozo of verlatene deren bij mij te nemen, zoodra ik daarvoor geschikte woning vinden koü hun eene goede opvoeding te geven Nauwelijks had ik de zekerheid woning te kunnen, betrekken, alwaa: mijn voornemen kon ten uitvoer brei of ik sprak met cenige vrienden over ontwerp en weldra werden de zondert ste vertelsels wegens mijn voornomen spreid. Do een zcide, dat ik een nofl klooster wilde stichten; een ander, dal een Trappistenklooster worden zou; derde, dat ik een seminarie v. iide op] ten, enz. enz., en daar toch de Jesai overal moeten bij gesleept worden, er ook verteld, dat ik con Jesr.ïclen-cd in mijn huis wilde vestigen". Hij nam eenige kinderen aan én ook in zijn huis een paar amba'cM den opgenomen, om den jongens een bacht te leeren. ..Nu vermeerderden ruchten nog sterker; mon zog de lcii en werklieden naar de kerk gaan - of hij toch uitvoert? was do vraag nieuwsgierigheid en, zou men het km gelooven?, men beweerde, dat een c-envoudigo ambach! "lieden Ere.ban' Jesuïeten waren". J Schout en Secretaris van Lcosdi riepen Le Sago op hun kantoor cn 1"> hem voor, wat er zoor 1 vovicM wor: zijne inrichting op Mcer-cn-Boseh

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 8