i voor de vrouwe
1
1
ei mis
j
'dweept, dat pi just en mijmert, dat juicht
en jubelt, dat schatert en davertO,
wat ■zou de mensch, wat zou de wereld
zijn zonder het lied, zondes de verruk
king der melodie, en het mooist is al
tijd de melodie, wanneer zij na haar ver
rukking te hebben uitgejubelt zich oplost
in den droom.
Albertine StoenhoffSmulders zingt:
Door 't koren. i
Ik weet geen liever weg
In lichten avondstond,
Dan al maar 't koren door
Door 't koren hoog en blond;
Omhoog alleen de lucht
Vol leeuwerik-gefluit,
Omlaag het koren weer
,Vo? ritselend geluid.
't Is in de zomerzon.
Eén glinstering van goud,
Der aarde rijke tooi
..Waarin ze hoogtij houdt,
i Maar in het avondlicht
Wordt, langs den heuvelrand,
De weg door 't korenland
Een weg naar 't droomenland.
Zoo'n Geldersch of Limburgsch korcn-
?eld is een verrukking voor de oogen. Die
bronsgroene halmenzee met zijn wuiven
de en trainende arengolven, bevat een
rijkdom van planten en bloemen, die de
ioer met een tikje wrevel ohkraid noemt,
üaar de dichter en de schoonheidsmin
naar zouden het niet gaarne missen.
Daar bloeien aan de randen de felle
vlammen der roode klaprozen; daar bloeit
het prachtige, ietwat weemoedig blauw
der korenbloemen; kamilles heffen de hoo-
ge gele hartjes; het zachte paars der ar
chitectonisch gevormde bolderiken droomt
er tusschen het grijsgroen der lange kelt-
slippen. Er is een subtiele kleurenvreug-
de in 't bloeiend korenveld, een harmonie
van tinten, die wonderlijk overeenstemt
met Hollands wolkenluchten nu eens fon-=
kelend van zonnegloed dan weer alles hul
lend in tecro reflexen en een droomend
spel van immer wisselende schaduw- en
lichtpartijen. Maar het meest treft toch
wel het blauw der korenbloemen, de
blauwe juweelen van den zomertijd.
Ook hierover dichtte Alb. Steenhoff^;
Smulders: j .aixi
De zoete zomer, de zonnetijd,
Met zijn roodgouden mantel, zijn
[glinsterend habijt,
En zijn heldre kroon van saffieren,
Is door het wuivende graan gegaan,
Waar de lustige leeuwerik zijn nestje
[heeft staan
- -
En de vluchtige vlindertjes zwieren.
De zoele zomer, de zonnezoon,
Vlocht van goudblonde aren een
[princelijke kroon
Als hij ging door het ruischendc koren;
Nam zijn blauwe juweelen bijeen
En hij wierp ze stil lachende ver van
[zich heen,
Dat ze niemand meer zouden behooren.
Maar telken maal als de zonnezoon
Met zijn roodgouden mantel en
[goudblonde kroon,
Zijn hoogtijdag houdt in het koren,
Ziet hij er tusschen 't ritslende graan
Al maar helblauwe, peinzende bloeme-
[kens staan,
In droomerigen weemoed verloren.
hebben geleerd, van onzen vader hebben
gehoord
Zal ons kind achterlijk blijven in gees
telijke ontwikkeling bij anderen, als wij
het niet voor den wettelijken tijd aan do
school overdoen?
"Wij willen 't niet gelooven, het jonge
kind zal juist onder de liefdevolle, ver
standige leiding van vader en moeder rij
ker en rijper ontwikkeld worden.
Onze ouders zijn tegenwoordig zelve ont
•wikkeld genoeg om tegen het fröbelonder
wijs van onze dagen te kunnen opwegen.
Daarbij is toch het schoolsche onderwijs
slechts een voortzetting van de taak der
ouders, maar dan moeten dezen zich niet
te spoedig aan deze zaak onttrekken.
Als Hildebrand over kinderrampen
schrijft, noemt hij als de eerste" en groot
ste, met verlof van Pestallozzi en Prinsen,
de school.
In onze dagen zouden wij er bij kunnen
voegen, met verlof ook van dr. Montessori.
Maar staat deze, een vrouw, niet juist
boven alles voor de vrije ontwikkeling van
het kind? En waar zal het jonge kind
vrijer en blïjder ontwikkelen dan juist on
der de liefdevolle en zorgzame leiding van
de moeder?
Daarom, zou ik weer met Hildebrand
willen verzoeken: „Hebt deernis met bet
lot uwer telgen!"
„Ontziet als iets heiligs het levensgenot
uwer kinderen. Zij moeten alien school
gaan; dat is de natuurwet, zoo zeker als
die volgens welke zij allen ingeënt, wij al
len sterven moeten; maar even gelijk
wij, naar den gewonen loop der dingen,
niet- sterven moeten op ons achttiende'
jaar, wilde ik ook niet dat hun de school
overviel voor hun achtste."
Bescherming van vrcisiWen- ren kinder
arbeid in Polen.
In 1921 had de Poolscbe minister van
arbeid bij den landdag een wetsontwerp
ingediend betreffende de bescherming
van den arbeid van vrouwen en on vol
wassenen.
Dit ontwerp, dai niet in stemming kon
worden gebracht voor liet einde der wet
gevende periode, zal binnenkort aan den
ministerraad worden voorgelegd, om
daarna opnieuw aan den tegenwoordigen
landdag te worden toegezonden. Het
strookt in bet bijzonder met de voor
schriften van de Berner-conferentie van
1906, welke de Poolsche regeering in 1922
onderteekend heeft.
i Uit het eerste hoofdstuk van liet ont
werp blijkt, dat behalve de bescherming,
voorzien in de Iwlet van 18 December 1919
op den orbeidsduur (in overeenstemming
met het internationaal arbeidsbureau)
een bijzondere bescherming zal worden
ingevoerd voor vrouwen en minderjari
gen, die werkzaam zijn in industrieels en
commercieele ondernemingen, bedoeld in
art. I van deze wet (nl. ondernemingen
waar de arbeid schadelijk is voor de ge
zondheid enz.)
In het algemeen is het verboden vrou
wen en minderjarigen te gebruiken voor
werkzaamheden, die bijzonder schadelijk
voor de gezondheid, uitputtend of gevaar
lijk zijn. De minister van arbeid is be
last om, in overleg met de andere betrok
ken ministers, een lijst van deze werk
zaamheden op te stellen.
Arbeid van minderjarigen: Als minder
jarigen worden beschouwd alle arbeiders
beneden de achttien paar. Leerlingen val
len echter slechts krachtens een speciale
beschikking van den ministerraad onder
de wet. Het is verboden kinderen van be-;
neden do 15 jaar in loonarbeid to gebrui
ken. Het tewerkstellen van minderjarigen
boven de 15 jaar is toegestaan, zoo zij de
school hebben afgeloopen en indien bij
geneeskundig onderzoek gebleken is, dat
de voorgenomen arbeid hunne krachten
niet te bovengaat en hun lichamelijke
ontwikkeling niet benadeelt. Het genees
kundig onderzoek geschiedt op kosten van
den ondernemer.
Op verlangen van den inspecteur van
den arbeid zijn de werkgevers verplicht
DE OPVOEDING DER JEUGD.
Aan het Weekpraatje der „Msb." ont
kenen we het volgende:
Do 98-jarige moeder van den bekenden
lord Haldane heeft een boek met baar le-
vensmemoires gepubliceerd onder den ti
tel „Hy 98 Years".
Daarin schrijft zij ook over de opvoe
ding der kinderen in de dagen barer jeugd,
en dan deelt zij mede dat het in dien tijd
geen gebruik was om de kinderen heel
jong naar school te sturen.
Ook in zijn veelgelezen boek „This Free
dom" vertelt de populaire Engelsche schrij
ver Hutchinson van een moeder, die haar
vele kinderen allen tot aan hun achtste
jaar zelf onderwees.
In onzen tijd zijn de ouders gewoon hun
jonge kinderen zoo vroeg mogelijk naar
school te sturen, hetzij uit vrees, dat zij
anders bij andere kinderen achteraan zul
len raken, hetzij uit gemakzucht om ze zoo
spoedig mogelijk van den vloer te hebben
en ze veilig heel den dag opgeborgen te
weten bij 'de juffrouw van de school.
Zou 't een al te ouderwetsch idee zijn
om te mecnen, dat men zijn kinderen
eigenlijk zoo lang mogelijk onder eigen
hoede moest houden.
Wat is eigenlijk ouderwetsch?
Wij zijn zuinig en trots op mooie oude
dingen, oude zilveren sieraden, oud blauw
percelein, oude meubelen, oude schilderijen.
Yan geslacht op geslacht tracht men ze in
de familie te houden, en kostert ze als din
gen van hoog© kostbare waarde.
Waarom zouden dan ouderwetsche ideeën
ook niet even waardevol zijn?
„Het volk snakt naar nieuwe vormen",
heeft dr. Cassanius Hentzen dezer dagen
in een vergadering van werkgevers gezegd,
èn „de Nieuwe Eeuw" teekent daarbij aan,
dat deze nieuwe vormen wel een terugkeer
fcullen beteekenen naar de goede oude.
Waarom zouden een vader en moeder
hun jonge kinderen niet zelf in de allereer
ste jaren onderwijs en onderricht kunnen
geven in stede vaa ze zoo spoedig mogelijk
naar de school te expedieeren.
Met hun kinderen zoo jong mogelijk aan
de school over te doen, geven vader en
moeder de schoonste taak van hun ouder
plicht af. En toch, hoe inconsequent han
delen zij vaak daarmee.
Een zorgzame huisvrouw wascht haar
kostbaar kristal en porcelein meestal zelf
iri de kamer af, omdat zo vreest, dat ze
het anders in de keuken zullen breken.
Maar het veel teedere en oneindig kost
bare gemoed van haar jonge kind laat ze
maar zorgeloos aan de hoede van vreem
den over, vergetend, dat de eerste indruk
ken, die het kind van vader en moeder
ontvangt, vaak beslissend zijn voor het
leven.
„Mijn leeren is spelen", "wildé vader
Yan Alpben ons al doen gelooven. maar
dan zeker niet op school, alleen de moe
der kan het kind al spelende doen leeren.
Het kind zelf geeft vader en moeder de
paedagogie aan. wat het op school niet
durft te doen-, uit vrees voor de juffrouw,
voor wie het Bteeds met de handjes recht
uit zwijgend moet toeluisteren; aan vader
en moeder stelt het heel den dag door de
wijste vragen: ..waarom is dat?" en „wat
beteekent dat?". Zit maar met een jong
kind in den trein, het merkt alles op, het
ziet alles, en vraagt eindeloos om uitleg en
verklaring.
Een lieve moeder, "een verstandige vader
Weet den weetlust van een kind te voldoen
Nooit is hun het vragen te veel. nooit zul
len zij het kind afstooten, want het is
Immers hun bloedeigen kind?
Welke schoolbank is leerzamer dan moe
ders knie. waarop het kind vertrouwelijk
zijn boekje openvouw1, opdat moeder het
zal voorlezen en vertelllen.
En geeft het den ouders zeiven niet de
hoogste voldoening, als zij dagelijks kun
nen constateeren. hoe hoofd cn verstand
van het kind onder hun eigen leiding als
een bloem voor het zonnelicht opengaan?
Wat is ons mc-er bijgebleven in het leven
dan juist dat, wat wij van onze moeder
de minderjarigen te onderwerpen aan een
gratis geneeskundig onderzoek, dat zal
geschieden door een geneesheer, welken
de inspecteur aanwijst. Op advies van
den geneesheer kan de inspecteur van den
arbeid het gebruik van een minderjarige
voor zekere werkzaamheden verbieden en
die werkzaamheden aangeven, welke voor
hem in de termen vallen. De minderjari
ge, zijn ouders of zijn voogd kunnen
evenwel, in hoogcr instantie opkomen
tegen de beslissing van den inspecteur
van den arbeid,
De nachtrust der minderjarigen moet
minstens 11 achtereenvolgende uren. be
dragen en in deze 11 uren moet begrepen'
zijn het tijdsverloop tusschen 8 uur
's avonds en C uur 's morgens in die on
dernemingen, welke met een ploeg wer
ken, en! van 11 uur 's avonds tot 9 uur
's morgens in ondernemingen, die met
twee ploegen arbeiden. Laatstgenoemd
voorschrift heeft geen betrekking op man
nelijke minderjarigen in ondernemingen
met .voortgezet bedrijf en' evenmin op dio
gévallen, waarvoor de wet op den ar
beidsduur van 18 December 1919 een ver
lenging van den werktijd voorziet, in dit
geval zal de minister van arbeid, in over-,
eenste-mming met de betrokken ministers,
den duur van de nachtrust der minder
jarigen voorstellen, in overeenstemming
met de internationale conferenties, wel
ke ®p deze aangelegenheid betrekking
hebben.
De uren, gewijd aan vakonderwijs of
voortgezet onderwijs der minderjarigen
zijn begrepen in de arbeidsuren.
De ondernemingen moeten een lijst op
maken van de bij baar werkzame min
derjarigen. Deze lijst, welke ook de uren
moet aangeven, waarop de arbeid der
minderjarigen aanvangt en eindigt, moet
worden geafficheerd.
Arbeid .van vrouwen; Vrouwenarbeid
is verboden! in de mijnen. Do nachtrust
der vrouwen is geregeld op dezelfde wij
ze als die der onvolwassenen. In de sei
zoenindustrieën en in die ondernemingen,
waar deze maatregel noodzakelijk is ge
bleken, kan evenwel de nachtrust der
volwassen vrouwen, na voorafgegane
machtiging van den inspecteur van den
arbeid, verminderd worden tot 10 uren,
gedurende 60 dagen per jaar en per ar
beidsdag.
Alle ondernemingen, welke vrouwen te
werkstellen, zijn verplicht voor apparte
waschgelegenheden en W.C.'s te zorgen.
"Ondernemingen met meer dan 100 vrou-
Ven moeten een badinrichting en een
Idouche bezitten. Vrouwen, die haar kin-
kleren voeden, hebben recht op tweemaal
■een half uur onderbreking van den ar
beid, welke onderbreking tot den ar
beidstijd zal worden' gerekend. Zwangere
•vrouwen zijn gemachtigd haar werk te
iverlaten op vertoon van een medisch at
test, waarin verklaard wordt, dat haar
bevalling waarschijnlijk binnen 6 weken
izal plaats hebben; hot is den werkgevers
herboden arbeidsters gedurende de 6 we
iken volgende op haar bevalling te doen
[werken. Gedurende deze periode kan. de
'werkgever het contract der arbeidster
niet opzeggen en haar niet ontslaan.
I De directeuren van ondernemingen, die
'zich schuldig maken aan inbreuk op de
ze wet kunnen worden gestraft met
hoogstens 6 weken gevangenisstraf of
boete. De beide straffen kunnen ook wor
den vereenigid.
KOUDE DRANKEN.
Cifrcenlimonade.
1 K.G. suiker, Y* L. water. 40 gr.
citroenzuur. 15 gr. citroenspiritus.
Bereiding: Het water met de suiker
en bet citreonzuur koken tot de massa
strooperig is geworden; ze daarna door
een neleldoeksch lapje laten loopen; na
bekoeling den citroenspiritus toevoegen
en alles dadelijk in flesscben doen.
Frambozenlimonade.
500 gr. frambozen. 1 flescli azijn.
1 flesch bessensap. suiker.
Bereiding; Zoek de frambozen uit;
wasch ze; maak ze fijn en doe er den azijn
bij. Laat ze één nacht zoo staan; plaats
ze vervolgens op een doek en laat ze
enkele uren staan om uit te lekken. "Weeg
dit vocht mot de bessensap: neem even
veel suiker, en kook dit alles te zameu
tot de massa strooperig is. Giet ze dan
warm in de iiesschen en bewaar ze flink
gekurkt.
Kersen-likeur.
300 gr. kersen. 300 gr. morellen.
Yi L. Franscbe brandewijn. 100 gr.
suiker. 10 gr. pijpkaneel. citroen
schil.
Bereiding: De vruchten wasscben
en fijnmaken; de pitten stampen. Deze fijn
gemaakte massa met den brandewijn, de
suiker, de citroenschil en do kaneel 3 a 4
weken laten trekken; daarna de massa
door een doek laten loopen.
Sorbets.
De sorbets onderscheiden zich van de
ijssoorten doordat zij minder zoet zijn en
ongeveer 1/5 alcohol bevatten.
Bij het gereed maken moet men zich
vooral geheel aan het voorschrift dezer
recepten houden en den alcohol eerst toe
voegen als de massa bevroren is.
De massa moet voortdurend in beweging
worden gebracht, of door draaiing, of door
middel van de spatula, opdat er géén
klontjes in de sorbc-ls worden gevormd.
Zoodra alles bevroren is, wordt de al
cohol in welken vorm ook, toegevoegd.
Daarna laat men opnieuw dc koude in
werken; de duur dezer bevriezing hangt
af van de ijsmacbino en van den alcohol.
De sorbets worden min of meer vloei
baar gepresenteerd in zoogenaamde sor
betglazen.
'Aai'dbeien-scrbet.
Yi K.G. aardbeien. K.G. fram
bozen. Yi L. suikerstroop. Vi flesch
champagne of Vi flesch Bordeaux, of A
flesch Bourgogne.
Bereiding: Klop het eiwit zeer
stijf en vermeng het met bovengenoemde
ingrediënten, behalve de ma.rasquin;
plaats alles in de ijsmachine en laat do
massa bevriezen^ Vcegj de marasquin!
toe zoodra alles bevroren is, en laat de
massa dan opnieuw bevriezen.
der Katholieken in Nederland
J. G. Le Sage ten Broek.
Deze baanbreker voor onze herleving en
erkenning werd geboren in 1775 te Gro
ningen (waar zijn vader professor en pre
dikant was) en maakte dus als jongeling
heel den rumoerigen tijd van overgang
mede, waarin hij als protestant niet be
hoefde te schromen zijn meening te uiten.
En hij overleed pas in 1847, zoodat hij
de Katholieke Staatspartij, welke zooveel
aan hem te danken beeft, in baar opkomst
nog mocht aanschouwen.
Het is stellig niet ondienstig, liet welbe
steed leven van dezen grooten voorganger
hier eens in herinnering te brengen wat
wo doen aan de band eener uitvoerige bio
grafie. verschenen in het elfde jaarverslag
(1897) van het R.-K. Blindeninstituut te
Grave.
Nadat Le Sage zijne rechtsgeleerde stu
diën grootendeels bad voltrokken, trad bij
den 3den September 1800 in het huwelijk.
Door zijne familiebetrekkingen en zijne
studiën was bij voortdurend in aanraking
met protestantscho leeraren en andere
uitstekende geleerden, die deels reeds de
hoogste waardigheden in den lande be
kleedden en deels later bekleeden zouden.
Dat hemelsbreed verschil van gevoelen
over den godsdienst tusschen de geleerdste
protestanten onderling, dat twisten over
do Sacramenten en de noodzakelijkste
middelen Ier zaligheid tusschen de ver
schillende secten bracht Joachim, nu zijn
leeftijd begon te rijpen, tot dieper en die
per nadenken. Zoowel in het vaderlijk
buis als bij den „stoel der waarheid",
zoowel in den gemeenzamen vriendenkring
als in openbare geschriften was bij getui
ge van verregaande verdeeldheid over de
gewichtigste waarheden en de grondsla
gen van eiken godsdienst. Meermalen
hoorde hij op denzelfden kansel en op
denzelfden dag als grove dwaling veroor-
deelen wat even te voren als onomstoot
bare, eeuwige waarheid was voorgesteld.
Destijds begon zich reeds onder de predi
kanten de loochening van Christus te
openbaren en in hunne geschriften uitte
schijnen. Dit alles schokte het geloovigen
waarheidlievend hart van den jongen man
zoo sterk, dat bij niet kon blijven volhar
den in den godsdienst, waarin hij was
geboren en opgevoed. Hij zocht waarheid,
bleef die zoeken, doch in bet protestantis-
mus vond hij ze niet.
Eindelijk in 1806 was dc teerling ge
worpen: aan den hevigen drang zijns har
ten, aan zijn nu vaste overtuiging kon hij
niet langer weerstand bieden en hij be
sloot de katholieke leer te volgen.
Heel zijn volgend leven strekte ten be
wijze, dat zijne bekeering uit zuivere over
tuiging geschiedde; tijdelijke beweegrede
nen konden hierbij niet in aanmerking
komen. Hij was gehuwd met eene protes-
tantscbe echtgenoote en bij zijne bekee-
ring kon hij niets winnen, maar veel ver
liezen.
Le Sage beeft bij de Eerw. paters Fran
ciscanen in de Leeuwenstraat te Rotter
dam, zijne dwaling afgezworen en de ka
tholieke geloofsleer omhelsd. Ofschoon
zulks in stilte was geschied, werd de ge
beurtenis niettemin spoedig ruchtbaar.
Groot was de verbittering onder zijn voor
malige geloofsgenooten. Om den harts
tocht tijd tot bedaren te geven, werd Le
Sago geraden, zicli eenigen tijd te ver
wijderen. Hij begaf zich naar Megen en
leefde daar verscheidene maanden, in
stille afzondering zich aan de ongestoorde
studie der geloofswaarbeden, die bij om
helsd bad, overgevende.
Na zich aldus in het Geloof te hebben
versterkt, keerde hij naar Rotterdam te
rug, legde zich bijna twee jaren op bet
notaris-ambt toe en bekwam, na eervol
afgelegd examen, onder de regeering van
Koning Lodewijk Napoleon, in 1808 de
koninklijke aanstelling tot notaris, eerst
te Rotterdam, in 1813 te Naaldwijk.
Tot nu toe bad hij in stille berusting
de beleedigingen, hem en ter wille van bom
de H. Kerk aangedaan, onbeantwoord ge
laten; maar zie, in 1815 bij het naderen
van het derde eeuwfeest der hervorming,
sloegen de lastering cn de verguizing der
katholieke geloofsleer door onbekende pro-
testantsche ijveraars tot blind fanatismus
over en nu meende Le Sage, dat hij be
kwaam en sterk genoeg was, om de wape
nen te hantecren en dat het zijn plicht
was, als een getrouw kind der Kerk do
eer zijner Moeder te handhaven en een ge
loofsleer te verdedigen, die hem boven al
les dierbaar en heilig was.
Hij gaf zijn eerste apologetisch ge
schrift uit: „De voortreffelijkheid van de
leer der Roomsch-Katholieke Kerk ge
schetst". Hierin spreekt bij met het vuur
zijner innigo overtuiging, ma.ar tevens
met bescheidenheid en gemoedelijkheid de
protestanten toe en tracht hun de kennis
van den katholieken godsdienst, liefde en
verdraagzaamheid jegens liunne katholie
ke landgenooten in te boezemen. Met de
grootste belangstelling werd dit verdedi
gingsgeschrift door de katholieken van
Nederland, die in de laatste tijden niets
dan verguizing gewoon waren, ontvangen
en blijde toegejuicht. Spoedig bevond bet
zich in de handen van duizenden.
Een geschrift, uit deze pen gevloeid,
moest de gemoederen der protestantscbe
schrijvers in geweldige beweging brengen
en kon niet onbeantwoord blijven. Van
allo kanten verschenen schampere tegen-
schriften in bet licht en Lc Sage beant
woordde die met eenvoudigheid en beza
digdheid, maar tevens met innige overtui
ging. Zijne vijanden voelden, dat de groncl
hun onder de voeten wegzonk en toonden
door hunne manier van bestrijden, dat het
eene bopeloozo poging was, hunne slechte
zaak tegen Le Sage te verdedigen.
P. G. "VVitsen Geijsbeek maakte op bo
vengenoemde brochure van Le Sage vol
te"
gend puntdicht, dat als motto in de z(
uitgave prijkt:
„Bedild, veracht, hespot, mishandeld,
aangespoj it
Le Sage, trof uw werk slechts smaad c;
oogt?)
Men schreeuwt en scheldt en schimpt,
uw geduld ten eind!
Gij antwoordt - door een vijfden dm*
Uit al deze polemische schriften en
terbladen behaagde het den algoeden
veel goeds te doen voortkomen. We]<|T
keerden verscheidene protestanten tei
in den schoot der Katholieke Kerk, aci
ren begonnen te twijfelen. Le Sage m
deze gelegenheid waar en gaf in het li
een werkje: „Raadgevingen aan twijfel
de Protestanten".
Langzamerhand kwam Le Sage in o h
respondentie met voorname katholit t]
geestelijken en leeken en allen waren
daarover eens, dat het boog noodig i
in Holland een katholiek tijdschrift op
richten. Een periodiek orgaan, om
rechten der Kerk te verdedigen on de aid
vallen der vijanden af te slaan, bestond
niet en de katholieken moesten zicli
palen tot brochures, die aan velen oi
kend bleven.
Hij had een plan ter verdedigin
de R.-K. Leer ontworpen en zou het e
onuitgevoerd laten.
Eenigo redevoeringen in het jaar li
bij gelegenheid van het eeuwfeest der hi
vorming uitgesproken en in druk geget]
en andere brochures, welke bij die geti
genheid het licht zagen, stelden de kali v
lieke lèer in een alleszins verkeerd da cl
licht, terwijl vele dier stukken het
merk van Onkunde en vooroordeel dro
Dit gaf aanleiding tot de uitgave van
Godsdienstvriend", welke, aan de ver de
ging der katholieke leer gewijd, natuurj
van polemischen aard moest zijn.
In Mei 1818 verscheen het eerste ns
mer van het maandschrift „De Godsdiej
vriend", waarvan Le Sage dertig
lang, tot aan zijn dood, de verdiensteli
hoofdredacteur was en waarvan hij
veel zorg het voortbestaan ook na
dood had verzekerd. Er is misschien g 3
tijdschrift geweest, dat zooveel nut
katholieken van Nederland heeft gesti
als „De Godsienstvriend". De klachten
katholieken werden daardoor bekc
hunne rechten er in verdedigd; de hau
lingen der regeering werden naar verdi
sle aan de kaak gesteld, geheime bedoel
gen ontsluierd, de katholieken gewa
sehuwd, aangemoedigd, de man;
werden geteld, de batterijen opgesteld,
de vijand kreeg eerbied voor dat leger
oefening.
Behalve aan „De Codsdicnstvries
schonk de blakende ijver van Le Sage
leven aan andere katholieke organen,
was in 1820 de vurigste voorstander,
de-oprichter en secretaris van „De R.
Maatschappij ter bevordering van
dienstige wetenschap en goede zeden v.
het Koninkrijk der Nederlanden"
Het doel dezer maatschappij
verspreiding te bewerken van nuttige
schriften, die naar de vatbaarheid
alle klassen geschikt zijn door juist!
van denkbeelden en eenvoudigheid
stijl; onderwerpen aan te wijzen,
den gewichtigsten invloed op de verii
ting des volks kunnen hebben; liefde v
den godsdienst, gehoorzaamheid
H. Kerk, getrouwheid aan den Koni
onderwerping aan de wetten en eert
voor de zeden in te boezemen; allo v
deugden als hot ware de ziel en het
zen van het katholicismus zijn".
Waarlijk gegronde vrees voor de I
zame werking dezer maatschappij
oorzaak, dat het toenmalig gouvemem
haar na een kort bestaan van een
jaren wederrechtelijk supprimeerde
Koninkl. besluit van 21 Aug. 1S23.
Terstond zette Le Sage onder een
ren titel: „Godsienstigc -en zedekun
mengelingen" den arbeid der ges up
meerde Katholieke Maatschappij geöa
lijk voort door het uitgeven van ca
scheidene werkjes in verschillend fors
in 't Fransch en Jt Hollandsch.
In hetzelfde jaar ondernam hij een
stekend liefdewerk, dat hij later op 1
nere schaal bijna tot aan zijn dood L?
voortgezet, 't Is niet onbelangrijk te
nemen, met welk een kleingeestige acl
docht hij ook hierin werd bespied. We
len Le Sage zelf het woord geven.
„Sedert een gemimed tijd, oplettent
de verbastering der arme jeugd, bcslool
na deswege met een paar vrienden ge
respondeerd te hebben, eenige zeer 's
zoo mogelijk ouderloozo of verlatene
deren bij mij te nemen, zoodra ik
daarvoor geschikte woning vinden koü
hun eene goede opvoeding te geven
Nauwelijks had ik de zekerheid
woning te kunnen, betrekken, alwaa:
mijn voornemen kon ten uitvoer brei
of ik sprak met cenige vrienden over
ontwerp en weldra werden de zondert
ste vertelsels wegens mijn voornomen
spreid. Do een zcide, dat ik een nofl
klooster wilde stichten; een ander, dal
een Trappistenklooster worden zou;
derde, dat ik een seminarie v. iide op]
ten, enz. enz., en daar toch de Jesai
overal moeten bij gesleept worden,
er ook verteld, dat ik con Jesr.ïclen-cd
in mijn huis wilde vestigen".
Hij nam eenige kinderen aan én
ook in zijn huis een paar amba'cM
den opgenomen, om den jongens een
bacht te leeren. ..Nu vermeerderden
ruchten nog sterker; mon zog de lcii
en werklieden naar de kerk gaan -
of hij toch uitvoert? was do vraag
nieuwsgierigheid en, zou men het km
gelooven?, men beweerde, dat een
c-envoudigo ambach! "lieden Ere.ban'
Jesuïeten waren". J
Schout en Secretaris van Lcosdi
riepen Le Sago op hun kantoor cn 1">
hem voor, wat er zoor 1 vovicM wor:
zijne inrichting op Mcer-cn-Boseh