■weken over soorten d r i n k w a t e r
(regenwater, oppervlaktewater en grond
water) over waterverontreini
ging, waterleidingen en ont
smetting v a n w a t e r heeit intus-
sehen de wekenlange regenbui (de aanlei
ding voor dit onderwerp) opgehouden en
zullen wij voor de volgende week een
„droger" onderwerp kiezen.
Een watermop.
Het spreekwoord zegt: „Over dc smaak
valt niet te twisten". Hit schijnt ook voor j
water waar (c zijn. Zoo was ik eenigen
tijd geleden bij een landbouwer, wonende
cp een plekje hier in den omtrek algemeen
bekend bij liefhebbers van watersport.
Vooral des Zondags komen daar velen hun
r.er om aldaar hun watervoorraad aan
boord aan te vullen en algemeen, 7.00 werd
mij gezegd, riep men over het heerlijke
zeldzame drinkwater daar te krijgen.
„Beertje, Boertje, zoo was de algemeene
roep der sportliefhebbers, wat heb jij toch
een heerlijk drinkwater, zoo drinken wij
het in de stad nooit."
Ik verwenderde mij hierover, want goed
drinkwater is in mijn gemeente een witte
raaf. Op mijn vraag aan den .eigenaar of
hij dan zulk een goede welput had. lachte
de man eens fijntjes en antwoordde hij:
„Weineen, ik schep daags te voren uit de
vaart 4 a 5 groo-.e mclkketels vol en zet
die op „de kaai" ter beschikking van de
dames en heeren uit de stad. Zij drinken
het. water met smaak en vinden het zeker
erg lekker, want zij komen trouw terug".
(Historisch).
W. W.
OUD-HOLLANDSCME WIJSHEID.
Over water.
Niet- allerhande nat en dient tot dranck
[bereijt,
Dus maeckt in dit geval een noodigh
[ondergcheijt.
Het water was voor eerst, een dranek
[voor alle menschen.
En niemant van het volek en kond.e beter
[wenschen.
Het bier was onbeként dat lieden wonder
[doet,
En daer en werdt geen druiif getreden
[met den voet.
Men wist geen honigh-raet met water
[op te zieden,
Pm voor een soeten dranck de gasten
[aan te bieden,
Heen, neen, een suijver nat was
[dicnstigli aan den mont
Het was gemeenen dranck-en iieder
[bleef gesont;
Doch naer het. eerste" volck van Godt is
[afgeweken,
800 woont' er slim vergif oook in de
[reijne beken.
Hier vindt men seltsaem vocht dat
[suur en bitter smaeckt,
En elders killigh nat dat dicke droppen
[maeckt.
Ghy, wilje na de kunst gesonde waters
[kiezen,
Waervoor haer Tchoone verw geen
[maeght en sal verliesen.
Geen man sijn jeugdigh bloetsoo komt
[geminde vrient,
En leest hier wat gekooekt of ran
[gedroneken dient.
Idem.
XVI.
Zeg u het anders maar gerust, als ik
u verveel, mevrouw. Ik ben een beetje lang
dradig; als ik eenmaal op mijn praatstoel
zit, weet ik soms van geen ophouden. Nu
dan! Dat tijdperk van mijn leven staat mij
zoo levendig voor den geest, dat ik ware
ik schilderes dit stap voor stap kon in
beeld brengen, of had ik de kunst om te
schrijven, dan zou ik een roman dichten,
zoo naar de natuur geteekend, dat allen,
die mij gekend hebben, mij zouden terug
gevonden hebben, uitgebeeld tot in de
kleinste bijzonderheden. Doch wat hol ik.
door! Ik schaam mij zooveel beslag te leg
gen op uwen, misschien kostbaren tijd en
....u zoo te zullen vervelen.
Neen, neen vrouwtjeU verveelt mij
volstrekt niet. Ik zei het reeds. Ik vind al
les zoo interessant, dat u me werkelijk
verplichten zult met uw verhaal voort to
zetten, als het vele spreken u tenminste
niet al te zeer vermoeit en niet al te veel
van uw krachten vergt.
Heelemaal niet mevrouw! Ik voel me
vandaag wonderwel. En nooit werden me
dergelijke -woorden in den mond gelegd,
zooals nu het geval is. Ik meende mijn
geschiedenis te moeten bewaren in het
diepst van mijn hart, maar wat is de
mensch? Gisteren nog zou ik voor nog zoo
veel niet ook maar oen tipje hebben van den
sluier opgelicht, waaronder mijn vorig le
ven als begraven lag en thans licht ik niet
alleen een tipje op, maar schuif den vollen
sluier weg en gun u een blik in mijn ver
leden niettegenstaande ik u niet ken en
niet meer weet van u, dan dat uw woorden
spraken tot mijn hart en uw goedige blik
ken drongen tot in mijn ziel en daar het
vertrouwen wakker riepen in den even-
meniseli. Ja mevrouw, 700 is dc toestand en
200 staan wij zonder het te weten, nader
tot elkaar als voor twee vreemden moge
lijk geacht wordt te kunnen tot elkaar
staan
Marietje heeft do breikous zachtkens aan
,°P baar schoot gelegd en ziet over de gore
daken der huizenreeksen, die zich daar
uitstrekken, zoover haar oog reikt. Maar
Wat iedere maand tc doen geeft.
(lste helft Juli.)
Juli: Hooimaand. Juni heeft aan zijn
naam „Zomermaand" weinig beantwoord,
meer willen we er maar niet van zeggen.
Moge Juli een meer zomersch karakter
dragen! Het ongunstige weer der laatste
weken belemmert en vertraagt de werk
zaamheid zeer; nu moet men dientengevol
ge op den akker en in t hooiland tegelijk
zijn. Allèrwege vragen de bietenvelden ver
zorging, vele staan er door de veelvuldige
regens slecht voor. Aanbeveling verdient
het de leege plaatsen aan te vullen met
koolrapen, men mag dan een beteren oogst
vorwachlen dan bij aanvulling met man
gels (voederbieten) zelf, die dan in den re
gel slechts een halve vrucht geven. Tus-
schen de bieten zoowel bij dc suiker
als bij de voederbieten moet herhaalde
lijk ge-schoffelcl worden ter vernietiging
van het onkruid; met een scboffelmachine
gaat dit vlug en goedkoop; bij nat weer
late men het na, men zou den grond slechts
vastfcrappen. Ook de aarclappe'.akkers ver-
eirschen in de volgende weken onze aan
dacht en zorg. Men houdo ze ook zooveel
mogelijk vrij van onkruid, eerst door er in
te schoffelen; gaat dat later niet meer,
dan plukke men de groote onkruidplanten,
als melde, kruiskruid, herik, dauwnetel
e.a. met de hand. uit. Geen onkruid, dat
zaad draagt, mag naar de mestvaalt wor
den gebracht; op die manier zou men het
volgende jaar onkruid zaaien. Voorts passo
men bij aardappels selectie toe: men mer-
ke de lDeste struiken, b.v. met gekleurde
stokjes, en de slechte stoelen met onge
kleurde. Zulke planten verwijdere men,
eveneens de bruinplanten, die besmet kun
nen zijn. Bestrijding der gewone aardap
pelziekte geschiedt steeds aigemeener en
met goede resultaten, n.l. door besproeiing
met Bordeauxsche of Bourgondische pap.
In den hof: Hebt ge misschien in uw
bloemenhof een mozaikperk? Zie het dan
wekelijks na. Zoo n perk bestaat uit plan
ten van verschillende kleur; men ziet er
ook wel bloeiende planten in, maar dan
kan het den naam van mozaikperk niet
meer dragen. De planten moeten van ge
lijke hoogte blijven; te hoog opschietende
moeten worden ingeknepen. De kleuren
komen dan beter uit. Gieten zoolang de
plantjes Hein zijn. Is liet perk volgegroeid
dan is dit niet zoo noodig meer, omdat de
grond dan net zooveel meer uitdroogt!
Bij mooi zomerweer zijn er in dezen tijd
volop rozen in bloei. Om den anderen dag
worden ze nagezien, de uitgebloeide wor
den verwijderd; doet men dit niet dan
kunnen ze bij aanraking de andere be
smetten. Verwijder de uitlocpers aan den
stam. Pluk oolc op de andere bloemper
ken geregeld de uitgebloeide bloemen af,
de overigen bloeien des te rijker en mooier
verwijder eveneens de gele bladeren, die
men bij nat weer het meest aantreft.
In den moestuin is ook geregeld werk:
Men schoffele de paden, en tussclien de
regels (rijen.) der verschillende gewassen:
dit laatste niet alleen tor wille der net-
heid, maar ook om den groei te bevorde-
racn. Daarmee ligt men ver voor. De rup
sen vertoonen zich weer; het beste middel
blijft: afzoeken, waarmee men niet moet
wachten tot er veel zijn. Men begint als
men de eerste opmerkt. Bind al het zo-
morlot van uw perzikboomen aan. Is er
zeer veel hout aan, dan moet wat worden
weggesneden. Verwijder het wild of z.g.
aterlot, of snijd het in, naar omstandighe
den. Ge kunt nu kool planten, selderij
en prei. Zet de kool met den kop naar heb
noorden, door de zon worden ze dan recht
getrokken; dit zal u best bevallen, als ge
b.v. boerenkoclplantcn hebt, die al vrij
groot zijn geworden. Ge krijgt dan later
mooie kroeze, niet al te hoog opschietende
planten. Vele bconen zijn tot heden
door dc natte koude mislukt; meerdere
legsels soms na elkaar. Een boon moet
met wg-rmte den grond uitkomen, bet gaat
dan heel vlug. Wie er nog niet voldoende
heeft, of te veel met* kwade harten enz.,
kan nu nog vroege stamprincessen leggen;
bij gunstig zomerweer, dat niet te vroeg
eindigt, kan nog een goede opbrengst ver
wacht worden. Voor Etokboonen is het te
laat.
Aan het tuinbouw-weckblad „Floralia"
(Assen) ontleenen wij de volgende prac-
tische wenken.
Rhododendrons cn Azalea's.
Het was dit jaar laat aleer de bloei van
Rhododendrons cn bladverliezende Azalea
was afgclcopen, maar nu zal het met de
meeste wel gedaan zijn. Laat de uitge
bloeide bloemen niet zitten, zoodat dezo
zaad gaan vormen, maar verwijder die
restanten zoo gauw mogelijk. Het is in de
eerste plaats een leelijk gezicht, ten tweede
hindert het den heester in het vormen van
knoppen voor volgend jaar, terwijl de
zaadvorming gaat ten koste van de plant
en in mindering van een volgenden bloei.
Aanbeveling verdient het nu wat vloei-
mest tusschen de heesters te brengen.
Ook bij andere uitgebloeide heesters
handelen we eveneens zoo.
Stokken bij Dahlia's.
Hoewel de groei der Dahlia's nog wel
niet van dien aard is dat ze aangebonden
moeten worden, is het toch gewenscht er
nu vast de stokken bij te zetten, voor zoo
ver men liet niet direct bij het planten
deed. "Wie groote en mooi gevormde bloe
men op een stevigen stengel wenscht, laat
niet meer dan hoogstens drie, beter een
of twee scheuten per plant, de overtollige
worden verwijderd. Beter is het zelfs nog
maar een scheut te laten doorgroeien.
Staan de stokken er bij, dan kunnen zoo
noodig de verste scheuten worden aange
bonden welke anders bij den velen wind der
laatste weken gauw zullen afbreken.
Leirozen aanbinden.
Bij een goede ontwikkeling hebben vele
leirozen reedsflinke jonge scheuten ge
maakt. Het is zaak. deze zooveel mogelijk
aan te binden, bij wind loopt men anders
veel kans dat ze afBï^kcn en liet zijn juist
deze scheuten waa.r'vau we een volgend
jaar bloemen verwachten. Bovendien
staan die wapperende scheuten langs
waranda of gevel minder fraai.
Boonen.
Door het ongekend slechte weer staan
Maar ik gaf Frits geen toestemming,
bang als ik was, dat hij te woest en te
ver rijden zou en ik hem alsdan uit 't oog
zou verliezen en nog banger, dat de bok,
koppig, als hij was, in den vijver zou te
recht komen als hij de zweep van Frits
voelde en een zijsprong maken zou.
De Redacteur.
(Wordt vervolgd.)
CORRESPONDENTIE.
Lieve kinderen!
de boon en overal zeer slecht cn als dc
tweede helft van Juni en de volgende
maanden niet goed maken wat do zomer
tot nu toe bedierf, komt er van de boonen
en andere warmte verlangende gewassen
niet veel of niets terecht. Voor bet leggen
van stokboonen is het reeds te laat, alleen
stamboonen op een beschutte plaats kau
nog en dan is het gewenscht, dat er zoo
gelegd wordt, dat er later ramen of mat
ten over de bedden gebracht kunnen wor
den, want een vroege nachtvorst kan in
één nacht het geheele gewas vernielen.
Wie ledige bakken heeft, kan daarin
zaaien en als het weer nog ongunstig is,
kan het glas er op. 't Is te hopen dat dit
niet noodig is.
Spruiikool planten.
Spruitkool wordt veelal geplant tus
schen andere gewassen, die in dezen tijd
het veld ruimen, als vroege aardappelen,
tuinboonen, erwten en peulen. Ze zullen
dit jaar wel iets langer de ruimte moeten
doelen, want alles is ten achter in ont
wikkeling. Lang wachten mot het uitplan-
ten is niet gewenscht. De koolplanten zijn
niet slecht ontwikkeld en ze worden spoe
dig te lang en slap. We gaven vroeger
aan om tuinboonen te zaaien op dubbele
rijen en tusschen die rijen een strook van
1.20 M. open te laten. Daar kunnen nu
twee rijen spruiten komen. Tusschen
vroege aardappelen kan ook, vooral als
daar met het planten op gerekend is door
de derde rij iets ruimer te nomen. Daar
komt nu de spruit te staan. Verder kun
nen ze staan tusschen vroege bloemkool.
Een goede maat voor spruitkool is GO
c.M.
Prei.
Wanneer er een hoekje tuin of eenigo
bedden vrij komen, kan daar prei geplant
worden. Prei kan niet of slecht tusschen
vroege groenten, 't Land wordt gespit en
zoo noodig gemest. De rijen geven we 30
c.M. afstand en op de rij 10 a 15 c.M. Het
planten gaat goed met een zwaar poot-
hout, bijv. een stuk schoppensteel. Er kun
nen dan diepe gaten gemaakt worden, die
open blijven als de planten er in staan.
De wortels van de preiplanlen snijden we
af op een paar c.M. en als het blad lang
is, korten we dit ook wat in. Door dit die
pe planten wordt de prei langer en is het
blanke gedeelte grooter.
Late Bloemkool.
Wat we schreven over spruitkool, gaat
ook op voor de lierfstbloemkool, alléén
moet er iets ruimer geplant worden.Vooral
de reuzenkool, als Lombokkers en Veitch
Autumn Giant vragen veel ruimte cn 80
c.M. is wel de minimum afstand.
DE ZAK MET RIJST,
„Zoo, kinders!"
„Dag, Juffrouw!"
Vriendelijk; klonken de stemmen door
het lokaal, 't Was taalles, waarin ze al
tijd werk maakten, en waarbij de Juffrouw
uit .de derde rondliep en oplette; dc Zus
ter gaf dan handwerken aan de" klanten
van de Juffrouw. Even keek ze wat zc doen
moesten. Een versje was 't! 'n Prachtig
gedicht van veel coupletjes. „Plicht" stond
er met statige letters boven. Haar plicht!
Ja, ze moest van deze kleinen, „menschen"
maken, menschen bestand tegen storm en
ook had. Dat klinkt gek, maar het was
zoo
Er was zooveel stof, dat op plaatsing
wachtte. Daarbij zou het zonde geweest
zijn, als we Goud-Elsje niet aan 't woord
hadden gelaten en Oom Wim konden we
toch ook niet aan de deur laten staan, is
niet zoo? Maar jij komt vandaag in de
krant en danspringt Carl van ple
zierop het land. Dat rijmt ook nog
vriendje. En hoe is het met de raadsels?
Ik verwacht ze van jullie allemaal vriend,
en ga ook eens bij je buurman informeeren
hoe die er mee staat? De lijst moet vol,
weet dat wel. Dag C'arl! Veel groetjes
thuis.
Ella, Oegsigeest. Dank je wel, mijn
vriendinnetje, al is het nu juist geen wa
gon vol, het zijn er toch 10 en de oplossin
gen er bij. Dat laatste vooral vind ik flink
van je, want er waren moeilijke bij, moei
lijker dan die, ik als prijsraadsel heb op
gegeven. Je bent zeker op dit oogenblik al
klaar en broertje zeker ook wel! Ik ben
weer eens benieuwd, wie de gelukkigen zul
len zijn. Je moet maar eens goed bidden,
misschien? Men kan nooit weten? Een
prijsje was anders niet te versmaden, bé
Ella! Nogmaals dank! Ik houd me voor
nog meer raadsels en oplossingen aanbevo
len
Marietje de Hosson, Haagschc
Schouw. Zoo Marietje, kom jc ook weer
eens met een mooi versje aandragen? Om
je de waarheid te zeggen, ik ruiste je en
dacht: „nou maar, dat Marietje kon
ook wel eens wat laten van zich hooren en
toenhet was net, alsof heb zoo wou
zijn, daar kwam je briefje en ik natuurlijk
blijEn heb je dat nu heelemaal alleen
gemaakt. Z-oo ja! dan vind ik dit een kra
nig stuk werk en laat het drukken ook.
Probeer nu eens gauw aan onze raadsels
en vraag al je vriendinnetjes en schoolka
meraadjes of ze er al mee klaar zijn. De
prijzen lachen jullie al tegen! Dag Ma
rietje
Adriaan v. d. Voort, Leiden. Wel,
Heine baas! dat heb je d'r goed afge
bracht! Je hebt bet heel goed onthouden,
wat Mijnheer in school verteld heeft, of
vergis ik me? Zoodra er plaats is kom jij
cn Willem Jansen, die liet eerste deel in
leverde van zijn vertelling vast aan de
beurt. Maar.jullie moeten nog een beetje
geduld hebben en nu al vast beginnen met
de raadseltjes op to sturen. Por do andere
jongens van de 4de Has eens aan Adriaan
en jj ook Willem, want ik verwacht jullie
allemaal bij me op visite, ik wil zeggen ik
verwacht van alle vriendjes de goede op
lossingen? En nu zal ik eer.s zien, wie een
prijsje waard is. Dag jongens!
En nu lieve vrienden, ben ik voor van
daag uitgepraat. Zooals ilc gezegd heb.
noodweer, tegen 't wel en wee van 't da-
gclijksck beslaan. Vechters voor God cn
godsdienst, degelijke bravo Katholieken,
Zou zo T kunnen Zc ras zelf zwak en zo
meest hun in alles oen voorbeeld geren
Zwaar drukte vaak die verantwoording,
maar toch vol vertrouwen werkto ze, gaf
zo zich aan de kinderen en dan moest On
ze Lievo Keer dc rest maar doen. Ilij
zou ieder wel op haar bestemming bren
gen„Plicht!" een. echt vers voor die
peuters van zeven, acht jaar! Zouden 7.' er
iels van begrijpen. Straks eens vragen hier
en daar! Eerst moesten zo 't af hebben,
want wat opgegeven is, kan af. zei ze al
tijd, en zc hield er zich aan. Menigmaal
zat oen slordige Hant na school in 't
groolc leege lokaal 't werk over tc maken,
want 't moest netjes zijn ook, zonder vlek
ken of doorhalen. Zo konden zooiets best
vermijden, als zo een beetje oplettend wa
ren. Veelal werkten ze to vlug, maakten
gauw, gauw 't werk af cn dan was het na
tuurlijk slordig, gevlekt of met groote
doorhalen van verkeerde cijfers en woor
den. Onverbiddelijk moesten ze dan na
school boeten! Ja, zelf had de Juffrouw
nooit netjes gewerkt, zoover ze 't zich
herinneren kon, zelfs in de „vierde" van do
kweek, deed ze 't roef, roef met hanepoo-
ten, al was 't zonder vlekken. Nu kon ze
zich wel indenken, dat ze vaak wanhopig
haar schrift hadden neergegooid! Enfin, ze
had nu zelf ook zulke klanten. Jc kreeg
immers altijd kinderen, diö je eigen fou
ten en streken uithaalden. Veel last had
z' er nog niet van, maar, 't kon nog ko
men
Wat was 't angstig voor 'n kind, als 't
na school alleen, héél alleen, in 't groote
holle lokaal zat; elk geluid van zich zelf,
't krassen van de pen, 't omslaan van 'n
blad zoo duidelijk boorde. Ze had vaak ge
zien, hoe ze dan telkens even opkeken,
bang, dat er nog iemand was. Je kon :t
nooit weten! Als ze 't zag, door 't raam
in de gang, kon ze er niet langs gaan,
wipte even binnen, keek naar 't werk. en
als 't Hnd, maar een beetje goede wil
toonde (en dat deed 't altijd!) werd het
andere gedeelte, wat nog niet was overge
maakt, vergeven envergeten! Ja.
goed was 'b niet heelemaal; paedagogisch
heel niet „men moet zich immers houden,
aan wat men gezegd lieeft", maar, ja voor
een Hnd in een groot, hol lokaal, zoo
angstig alleen, jadaarvoor bezweek
ze heusch. Of 't niet goed was, daar dacht
ze maar niet aan; 't kind boette door haar
angst toch ook veel uit en dat zou nog wel
betere straf geweest zijn, dan 't keurig
overschrijven van een lesje, of 't maken
van een rijtje sommen!
Ze liep nu rond tusschen dc rijer.. Ze
schoten toch wel op, de kleine vingers
Wat 'n toer toch om zoo'n hand in be
dwang te houden, en wat beefden velen
bij de lange ophalen, vooral de f was zoo
moeilijk! Wat hadden die twee daar
toch? Ze had ze al eer;s verboden, 't moest
uit zijn!
„Greet doorwerken!" klonk 't.
'n Verschrikt gezicht keek om, even mof
felde ze wat, en pakte haar pen weer.
„Wat heb je daar toch? Kom 's hier!"
Schuldbewust ging dadelijk 't hoofd op
de arm en een harverscheurend snikken
stoorde plots de rustige stilte.
Hè, wat een gewoonte toch, ic kon niet
verbieden of het hoofd ging op de bank,
en ze huilden, huilden of ze vermoord wer-
hoop ik u allen te ontmoeten envan
u allen een keurig briefje te ontvangen
met goede oplossingen en geschreven? zoo
mooi, nog mooier dan ik het zou kunnen.
Met de beste groeten, en veel succes
wenscht u allen:
De Redacteur v. d. Kinderrubriek.
Jan de Poëet.
Zie hem daar zitten, dat Jantje, mijn broer
Lijkt bij niet sprekend een ernstige boer?
Hij tuurt in de krant nu bier cn dan daar
En zoekt heel iets bijzonders, dat :s nogal
[Haar.
Daar beeft ie gevonden, dat hij zoekt naar
['k meen:
„Voor onze kinderen' leest ie en lacht al
[meteen
Zijn naam prijkt daar zeker of zijn schuil
naam gewis.
Laten we eens hooren, of het werkelijk
[zoo is?
Waarachtig, daar is het, daar staat het
[gedrukt.
Gedrukt is het. oh heerlijk; de proef is
[gelukt
Het had moeite gekost en lang ook niet
[min:
Maar moeilijk is immers ja ieder begin.
Hij voelt zich nu sterk: hi] wordt een
[poët;
Een.dichter van naam en God alleen weet,
Hoe ver hij 't brengen zal in d'edele kunst:
Die God hem toch schonk als 'n heel hooge
[gunst.
Nu gaat hij vast rijmen des nachts in den
[droom,
Of als hij de vogels ziet vliegen in den
[boom.
Of als hij in school zit en rekent uit het
[boek,
Dan zullen de versjes wel komen uit den
[boek.
Hij zal rijmen bij 't eten en rijmen bij t
[spel,
't Is immers zoo eenvoudig, zoo makk lijk,
[is 't wel?
Wio dit nu niet kent, is Jan veel tc min.
Met zoo iemand spreken, heeft vanzelf
[geen zin.
Zoo denkt nu ons Jantje, dat broertje van
[mij,
En meent al Leel wat met z'n rijmelarij.
Maar is dit wel netjes te spreken, zoo bij
[doet
Een werkelijk dichter is bescheiden,zoo 't
Oom WIM.
zij is met hart en ziel bij 't gesprek liarer
moeder en volgt zonder een woord te mis
sen den draacl vandiaar verhaal en hoe zou
het anders zijn! Twee menschen die zoo
met en voor elkander leven als -Marietje
met haar zieke moedertje, moeten wel in
elkander opgaan; beide levens moeten wel
samenvloeien of evenwijdig stroomen naar
één doel, moeten zeg ik belangstellen in
dezelfde mate, in alles, wat één der beiden
raakt.
Ei hoor! 'Moeder neemt den draad op
van haar verhaal en vervolgt dan
Op zekeren dag ging vrouw van Baar-
le verder op zekeren dag zouden we
naar 't park gaan. Frits stond met den
netjes opgetuigden bokkewagen voor en
de Heine Annette klapte in de handjes van
plezier, dat ze een toertje zou maken in
haar rijtuigje, zooals zij den bokkewagen
beliefde te noemen.
Mevrouw Wagner knikt met haar hoofd
ten teeken, dat zij heel en al oor is en
met aandacht volgt maar te meer, daar zij
weer een der gebeurtenissen gaat verne
men, waaraan zij in jaren niet meer ge
dacht heeft, omdat bij haar andere, voor
haar meer gewichtiger gebeurtenissen
plaats grepen, waardoor dergelijke „klei
nigheden' zoo gauw in het geheugen uit-
gewischt worden.
Frits op den bok, mot do zweep in de
hand als een echte ruiter enzus in den
wagen, terwijl ik moeite had liet spannetje
bij te houden, zoo kwamen we eindelijk in
het park, waar halt werd gehouden en de
bok even mocht rusten, net als zijn baas.
We vonden net een onbezet bankje én
nu gingen wij drietjes even uitblazen ter
wijl Frits den bok vastbond aan de leu
ning der bank, waarop wij hadden plaats
gencmen.
Maar lioe gaat het bij kinderen?
Zij kunnen geen tien minuten stil zitten
en Frils vooral sprong zoo op, voor hij
behoorlijk zat en wilde weer onmiddellijk
op stap-en door do lanen van het heerlijke
park rijden. Het spreekt vanzelf, dat zus
toen ook geen rust meer had en van de
partij wilde zijn, temeer daar zij heelemaal
niet moe was en het rijden, zoo heel, heel
leuk vond.
Nog wil ik jullie even attent maken op
de opgegeven prijsraadsels van verleden
Zaterdag. Den 15den dezer is de laatste
datum, dat ik de oplossingen in ontvangst
neem. Naar aanleiding van de opgegeven
raadsels een paar opmerkingen.
In raadsel no. 5 (voor de kleinen) is een
fout ingeslopen. De meesten hebben het
foutje wel gesnapt. Er staat met z ben ik
rond, dit moet zijn met b ben ik rond enz.
De rest is goed.
In no. 1 voor de Grooten gaf ik te zoeken
50 uitdrukkingen en spreekwoorden, waar
in een diernaam voorkomt. Ik wil even
helpen.
Zoo dom als een ezel; zoo stom als een
visch, enz. zijn ook goed. Dergelijke zegs
wijze tel ik mee; anders vrees ik, dat jullie
dr moeilijk 50 bij elkaar zult halen.
Toch ben ik eens benoeuwd, wat jullie
er van terecht brengt. Er zijn er binnen,
die aardig wat goede uitdrukkingen en
spreekwoorden opgestuurd hebben. Ik zal
later een stel goeie spreekwoorden laten
afdrukken, dab is leerzaam voor allen, en
dan kuüüen. jullie meteen eens zien, of je
ze alle wel verstaat waar ik nog zoo zeker
niet van ben. Doch dat is zoo heel erg niet
ik zal in „de Vragenbus" de moeilijke uit
drukkingen bij tijd en gelegenheid zelf
verklaren.
En nu vriendjes, met fikschen moed aan
het werk Laat mij eens kijken, wat je kent
en.wie zoo vriendelijk is met mij mee
te werken. Thans rest mij nog een paar
brieven te beantwoorden.
Jodokus, Voorschoten. Ik heb heele
maal niets tegen je schuilnaampje. Inte
gendeel ik vind hem verbazend origineel
en ik verzeker je, dat van al de kinderen
uit Centrum én deze krant gc-en enkel dien
schuilnaam gekozen heeft. Het versje vind
ik heel aardig terneer daar ie nog tijd ge-
vond enhebt bij jc drukke bezigheden 0111
mij ter wille te zijn. Braaf zoo, mijn kind!
Heb je de raadsle3 al opgelost? Niet ver
geten hoor en vooral niet te laat komen.
Hét versje staat er al, kijk maar! Dag
Jodokus!
C a r 1 Yv esterma n. Dat was Zater
dag een teleurstelling hé! Ja vriendje, ik
had geen plaats meer, hoeveel plaats ik