Tweede BSad
Zaterdag 30 Juni 1923
Over de inrichting van
Arbeiderswoningen.
door Dr. M. D. Horst, Directeur van den
Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst.
De invloed van de woning op do volks
gezondheid to bepalen, is zeer moeilijk
gebleken. Veelal is men geneigd te veron
derstellen dat in zeer bekrompen wonin
gen in het algemeen de gezondheidstoe
stand der bewoners persé slechter zal we
zen dan in ruim gebouwde huizen. De
praktijk leert dat het anders is. De leef
wijze, vooral de voeding, de aard en de
Sndeeiing van don arbeid, en de betere of
slechtere hygiënische verhoudingen in de
streek, de stad of hot dorp, zijn zeker
van even groote beteekenis voor de volks
gezondheid, als do moer of mindere wo-
AÏngruimte, terwijl bovendien de wijze
waarop een woning bewoond wordt voor
de gezondheid van het grootste belang
moet worden geacht. Over dit laatste, over
do woonzeden, uit geneeskundig oogpunt
beschouwd, zal hier een en ander worden
medegedeeld, waarbij in het bijzonder de
arbeiderswoning ter sprake zal komen.
Velen zullen verrast zijn dat hier ter
slede de Overheid zich reeds jaren gele
den met dit onderwerp heeft beziggehou
den. Het blijkt mij althans vaak, dat do
Verordening van den 22sten October 1903,
houdende voorschriften nopens behoorlij
ke bewoning van woningen, aan weinigen
bekend is. Deze verordening regelt het
aantal bewoners in verband met de
grootte van het huis, hot aantal personen
per slaapkamer, de verlichting, de venti
latie, en geeft bovendien bepalingen be
treffende het schoonhouden. Aan een be
hoorlijke toepassing dezer voor de volks
gezondheid zoo belangrijke voorschriften,
7alt door den woningraad helaas in vele
gevallen niet te denken, maar het kan
locli zijn nut hebben er ^ens op te wijzen,
dat de bewoners van een huis niet alleen
-rechten, doch ook verplichtingen hebben
■Jen opzichte van po bewoning, en dat
-leze verplichtingen van Overheidswege
rijn erkend.
Uit den aard der zaak regelt genoemde
verordening slechts enkele hoofdpunten.
trerdcr kunnen de bewoners zelve hun
huis naar eigen inzicht inrichten, en het
eerste wat daarbij ter sprake komt is de
verdeeling der beschikbare ruimte, Zal
men, om maar eens iets te noemen, wan
neer er een vóór- en een achterkamer zijn,
«óor of achter gaau wonen, vóór of ach
ter gaan slapen? Zal men eon der kamers
voor ontvangkamer inrichten en dus wei
nig gebruiken, of zal men deze voor slaap
kamer gebruiken en de woonkamer zoo
inrichten, dat deze ook voor ontvangst
van gasten kan .worden gebruikt?
Het spreekt vanzelf, dat de grootte van
het gezin hier den doorslag zal moeten
gev(%. Jonggehuwden zullen bij het be
trekken van een huis vaak in do gelegen
heid zijn een kamer als z.g. mooie kamer,
die weinig gebruikt wordt, in te richten.
Wordt het gezin echter grooter, dan of-
fcre men zoo noodig de mooie kamer op
pui aan de kinderen betere slaapgelegen
heid te bezorgen. Het is volkomen begrij
pelijk, dat do huismoeder, die hart voor
naar meubeltjes heeft, hiertoe soms slechts
noode zal overgaan, maar het belang der
Kinderen moet hier den doorslag geven.
Hierbij kan nog worden opgemerkt dat,
Pok in den middenstand, de salon aan
bet verdwijnen is, als gevolg van oen
zich vrij snel voltrekkende ommekeer in
onze levenswijze. Hel lijdt geen twijfel
ef men is, althans in de steden, bezig het
huishouden belangrijk te vereenvoudigen.
De groote huizen hebben afgedaan, niet
alleen om de kostefi, doch ook om do be
slommeringen, en in verband hiermede
'riet men meer en meer ontvangkamer en
huiskamer, of studievertrek en ontvang
kamer vereenigd.
Voor een arbeidersgezin met kinderen,
Jat verhuist, geldt hetzelfde. Stel b.v. een
-gezin met 5 kinderen, twee jongens en
ISrie meisjes, dat verhuizen gaat naar een
'Ier nieuwe, door de Gemeente te bouwen
woningen. Het grootste type dezer wo
ningen bestaat uit woonkamer, keuken, en
drie slaapkamers. Eén slaapkamer voor
ouders, één voor de meisjes en éen
voor de jongens is de aangewezen ïndee-
ïing. Wil men een kamertje uitsparen,
dan komt men tot overvulling van slaap
kamers, slapen in voorkamer of keuken,
Df andere nog minder gewenschte toe-
elanden. De woonkamer dient hier tevens
als ontvangkamer gebruikt te worden.
Heeft raen de keus, dan verdient het in
óns klimaat aanbeveling de slaapkamers
;an de Zuidzijde van het huis le kiezen.
'Men heeft dan het minst last van regenen
wind, kan dus het best de ramen open
houden, terwijl do zon, als zij zich ver-
loont, het afgehaalde beddegoed kan be
schijnen.
Op dagen van groote hitte de slaapka
mers betrekkelijk koel te kunnen houden,
?s een groot voorrecht, doch gelukt alloen
■door middel van luiken of zonneschermen,
•lie do directe bestraling van het venster
weren. Gordijnen zijn hiervoor niet vol
doende. Toch zal men de gordijnen zoo
kiezen, dat zij het licht zooveel mogelijk
afsluiten, hetgeen do slaap rustiger
maakt. Verder moeten zij gemakkelijk af
neembaar en schoon te maken zijn. Ge
wone lancaster rolgordijnen voldoen ten
deele aan deze cischen, en kunnen daarom
voor de slaapkamer worden aanbevolen.
Nog beter is een dikker gordijn van ka
toen, b.v., voor het rolgordijn te hangen.
De kamer wordt dan donkerder,
i Terloops zij bier oo do slechte gewoonte
gewezen, kinderen bij kunstlicht te laten
slapen. Alle kinderartsen zijn hot. er over
eens, dat dit afkeuring verdient. De slaap
is minder diep, minder verkwikkend; de
kinderen worden zenuwachtig. Men wenne
ze van jongs af aan in het donker te
slapen. Hoogstens kan ingeval van ziekte
een Verkade-lichtje of iels dergelijks noo
dig zijn.
Ook liet overige meubilair der slaapka
mers dient zoo te zijn, dat het gemakke
lijk gereinigd kan worden en in dit op
zicht gaat er niets boven een ijzeren ledi
kant met staaldraadmatras. Op den vloer
een zeil, dat geboend kan worden, en een
matje voor het bed, want met bloole voe
ten op een koud zeil le wandelen, is on-
pleizierig. Is voor zeil geen geld beschik
baar, dan voldoet een gebeitste of ge
verfde vloer evengoed en is bovendien
warmer dan zeil.
In verreweg do meeste arbeidersgezin
nen wascht men zich in do keuken. Daar
is de kraan van de waterleiding en boven
dien wordt 's ochtends in de keuken of de
aangrenzende woonkamer het eerst ge
stookt.
Uit hygiënisch oogpunt verdient was-
schen in de keuken geen aanbeveling, doc.li
men zie ni«t over het hoofd, dat vaak
do beschikbare ruimte of de geldmiddelen
niet toelaten waschtafels in dc slaapka
mers te plaatsen. Waar dit wel kan, ver
dient het in alle opzichten aanbeveling;
men kan zich rustiger en daardoor beter
wasschen en behoeft niet gedeeltelijk ge
kleed door het huis te loopen.
Men slape zoo mogelijk met open ramen.
Zuigelingen slapen gewoonlijk in de
slaapkamer bij de ouders. Men lette er
echter op, dat in den warmen tijd, den
tijd van de grootste zuigelingensterfte, 't
kind in de koelste kamer van liet huis
ligt, en zoo noodig in den loop van den
dag worde verplaatst.
Aan de woonkamer zijn natuurlijk an
dere eischen te stellen dan aan de slaap
kamers. Men neemt hiervoor gewoonlijk
de grootste kamer, meestal grenzende aan
do keuken. Over het al.of niet wensche-
lijke van een keuken-woonkamer is veel
gestreden. In do praktijk, vooral op het
platteland, is deze veel in gebruik. Mijns
inziens zijn de vertrekken in onze arbei
derswoningen hiervoor te klein. Wordt er
gekookt, dan maakt dit de lucht te be
dompt. Waar bovendien vaak 'n ontvangka-
mertje zal ontbreken, dient de huiskamer
gezellig en netjes te zijn, en is er voor een
kookkachel, potten en pannen geen plaats.
Een klein buffet geeft aan de huisvrouw
een groot gemak. Zeil op den vloer, met
desnoods een flinko mat onder de tafel,
stevige stoelen en niet tc kleine tafel met
uitschuifbaar blad, zijn onmisbaar. Door
dat er voel wordt geloopen, zien gebeitste
of geverfde vloeren er al gauw ontoon
baar uit.
Een eenvoudige kachel, die dag en
nacht aanblijft, is bet doelmatigst en goed
koopst. De pijp zij plat, zoodat er iets op
kan worden warm gehouden. Gewaar
schuwd moet worden tegen een bewegelijke
schuif in den pijp. Deze schuiven vallen
vaak vanzelf dicht, waardoor het vuur
gaat smeulen en de kolendamp in de
kamer komt. Men kan het vuur voldoende
regelen door dc schuiven voor aan de
kachel te openen of te sluiten.
Aan de verlichting der huiskamer dient
zorg te worden besteed, vooral wanneer
de kinderen grooter worden en huiswerk
krijgen. Met een flinke clcctrische lamp
kan men volstaan, mits die midden boven
de tafel hangt, terwijl een kap bet licht
op de tafel bijeenhoudt. De hoeken van het
vertrek zijn dan minder verlicht, hetgeen
rust geeft aan do oogen. De onderste helft
van de gloeilamp moet mat zijn, zoodat
men, opkijkende, niet in het felle licht
van den gloeienden draad staart.
Een rolgordijn, met daarvoor een ka
toenen schuifgordijn van vroolijk pa
troon, geven aan do kamer een gezellig
voorkomen. Zoo noodig kan men voor
oudere kinderen, die veel huiswerk heb
ben, een klein tafeltje op een der slaap
kamers zetten. Alsdan is daar in den
winter een petroleumkacheltje noodig. Do
kamer dient dan voor het naar bed gaan
gelucht te worden.
De keukentjes, die bij de tegenwoordige
arbeiderswoningen worden gebouwd, gren
zen meest, aan do woonkamer, bieden
plaats voor. een fornuis, en zijn voorzien
van een flinken gootsteen en grenzen aan
den tuin. Op de bovenwoning is geen
uitgang naar den tuin, hetgeen met het
oog op do wasch lastig is voor de huis
vrouw.
Een handige huisvrouw kan evengoed
op een of meer petroleumstellen koken
als op een fornuis. Koken op gas wordt
tegenwoordig zeer aangeprezen, vooral
vanwego do gasfabriek. Ondergeteeken&e
rekent zich niet tot de deskundigen op
kookgebied, doch hem is van bevoegde
zijde verzekerd, dat koken op gas moei
lijker is dan op petroleumstel of fornuis.
Meestal zal bij do keuze wel beslissend
zijn wat do buisvrouw geleerd heeft, zoo
dat het moeilijk is hier een bepaald iets
aan te bevelen. Het gebruik van gas in de
keuken is zonder twijfel zeer zindelijk.
Het ware le wenschen, dat geen meisje
trouwde voor zij behoorlijk had leeren
koken. Er wordt tegenwoordig in vele
arbeidersgezinnen slechter gegeten dan
noodig is, doordat do vrouw niet koken
kan en het voedsel niet met oordeel weet
tc kiezen.
Er bestaat togenwoordig een groote
keuzo in potten en pannen. IJzer en aarde
werk zijn altijd goed, mits het glazuur van
de laatste geen lood bevat. Hiertegen
waakt de keuringsdienst, die ook toezicht
houdt op lepels en vorken.
Ook do aluminiumpannen, die men te
genwoordig veel ziet, zijn onschadelijk,
mits men zo niet voor zure spijzen ge
bruikt.. Bij geëmailleerd vaatwerk dient er
op te worden gelet, dat het email onge
schonden is.
Ten slotte nog een woord over het sto
ken. In de meeste .arbeiderswoningen
wordt veel te veel gestookt. De tempera
tuur in de woonkamer is 's winters bijna
doorloopend te hoog, hetgeen elke fonds
dokter mij zal beamen. Het is slechts mo
gelijk dc juiste maat te houden als men
volgens een vast plan te werk gaal. Men
koopt een thermometer (prijs ongeveer
f 1) en laat de temperatuur in de woon
kamer niet hoogor komen dan GO65
graden Fahrenheit. Dit is voldoende en
voorkomt koude vatten.
Natuurlijk is het niet mogelijk in één
artikel alles wat bij de woonhuizen ter
sprake kan worden gebracht, uitvoerig
te behandelen, doch dat er op dit gebied
nog veel ten goede kan veranderen, staat
bij mij vast. Het leek mij daarom een
zeer gelukkig denkbeeld van den Roomsch-
Katholieken Volksbond deze zaak eens ter
sprake te brengen. Moge dit schrijven er
een steentje toe bijdragen de tentoonstel
ling in het gebouw op het Steenschuur te
doen slagen, in het belang der Leidsche
arbeidersbevolking.
Draadloos brieven overseinen.
in.
Wij zijn den vorigen keer blijven zit
ten met onze stroomvairiaties in den
draad. Wij hebben gezien hoe op een
vernuftige en toch hoogst eenvoudige ma
nier licht en donker werd omgezet in
zwakker of sterker stroom, het eenige
waarmede tot nog toe langs electrischen
weg te werken valt.
Nu moeten wij gaan zien, hoe aan het
andero einde van de draad, aan het ont-
vang-station, die stroomveranderingen
weer worden omgezet in lichfmodulaties.
Ook hier had men weer niets nieuws
uit to vinden. Juist het instrument, dat
men noodig had, was aanwezig.
Om de aanwezigheid van electrischen
stroom te constateeren heeft men dikwijls
zeer gevoelige instrumenten noodig. Dat
kunnen wij lang niet altijd voelen. Zeker,
als wij per ongeluk met de vinger aan
een blank contact van de electrischo licht-
leiding komen, voelen wij den stroom
heel duidelijk, al te duidelijk zelfs. Maar
dat ik ook een sterke stroom. Id do prac-
tijk heeft men echter vaak met zulke mi
nieme stroompjes te werken, dat een
zeer gevoelig instrument slechts de aan
wezigheid verraadt.
Een van zulke instrumenten nu is een
spiegeltje, dat geplaatst is tusschen de
polen van een electromagnoet. Bij elke
stroomverandering schommelt dat spie
gelt je en laat oen bundeltje lichtstralen,
dat er door een lamp op geworpen wordt,
heen en weer dansen. U kunt precies het
zelfde doen door een spiegeltje in de- zooi
te houden en door de weergekaatste zon
nestralen op den muur meten hoe vast
uw hand is. De lichtplek op den muur
geeft precies het beven van de hand
weer.
Zoo doet men ook bij hot opvangen van
de geseinde foto's. Men laat dan de licht-
De lichtstralen worden geworpen op
liet uiterste, meest lichte gedeelte van de
glasplaat, gaan er alle onverzwakt door
en maken een krachtigen lichtindruk op
het gevoelige papier.
Voor een lichte plek is alles precies
omgekeerd.
Nadat het papier ontwikkeld is en ge
fixeerd op dezelfde manier als een ge
wone foto, heeft men een afdruk van het
portret. Want een portret bestaat uit
aaneengesloten donkere en lichte plek
ken.
Bij een brief gaat men eenigszins an
ders te werk.
Op de postkantoren, waar deze metho
de (de methode-Belin) van brieven over
seinen reeds in gebruik genomen is,
krijgt men een formulier en een bijzon
der soort inkt. Op dat formulier schrijft
mon z'n gewone hand, echter niet te dicht
opeen, want dan bestaat do kans dat het
onduidelijk wordt. De inkt wordt niet met
een vloeitje gedroogd, maar met een be
paald poeder.
Dit formulier wordt nu gestel in een
z.g. emailleer-oven. Boven stoom wordt
de gedroogde inkt weer geweekt, cr wordt
gom-poeder op gestrooid en dat gom
•wordt in een heet oventje vloeibaar ge
maakt en daarna afgekoeld. Nu staan de
letters in gom en relief op het papier, op
dezelfde wijze als de suikerletters op een
taart. Het papier met de gomletters
wordt nu op de cylinder gespan/nen en
daar de gomletters evenals het gelatine-
laagjo bergen en dalen vormt, gaat de
wijze van overbrenging verder precies
als bij de foto's.
Men kan bij brieven de iuicrophoon
best weglaten, als men daarvoor in de
plaats een toestelletje maakt, dat bij
iedere relief lel ter, bij iedere hoogte den
stroomkring sluit. Wij krijgen dan geen
slroomvariaties maar eenvoudig verbre
ken en inschakelen van den stroom.
Op gelijke wijze kan men zoo ook de
verschillend gekleurde glazen plaat weg
laten. Is de stroom afgesloten, dan moet
het spiegeltje zoo geplaatst zijn, dat het
z'n lichtbundeltjes naast de opening
weerkaatst; terwijl het de bundel precies
door de opening zal schieten wanneer er
stroom doorgaat.
Vanaf het o-ogenblik, dat het formulier
in de „emaille-oven" gaat, totdat het ge
heel verzonden is, verloopen er precies 4
minuten. Meer dan 100 woorden, nor
maal geschréven, kan het formulier be
vatten. Gebruikt men daarentegen ste
nographic dan gaan er natuurlijk nog veel
meer woorden op, die, wanneer zij op de
gewone manier getelegrapheerd moesten
worden, veel meer tijd in beslag zouden
nemen.
Een volgende maal zullen wij zien hoe
men hetzelfde bereiken kan langs draad-
loozen weg. H. G.
stralen natuurlijk niet dansen op een
muur, maar op een glazen plaat, van
verschillende helderheid. Aan het oene
einde is de plaat donker en laat nagenoeg
geen licht door. Maar hoe verder naai
den anderen kant, des te lichter wordt
do plaat en des te meer licht laat zij
door. Is het spiegeltje nu in rust, dan
weerkaatst het de lichtbundel van do
electrische lamp op het donkerste gedeel
te, waar de lichtbundel niet wordt door
gelaten. Komt er echter een flinke
stroomstoot, dan schiet het spiegeltje
op eens uit en werpt het licht op het hel
dere gedeelte van de plaat. Het licht
gaat er dan doorheen, wordt door een
lens geconcentreerd en komt door een
kleine opening te vallen op een cylinder,
Waaromheen gevoelig papier is gelegd.
Oogenhlikkelijk werkt dan het licht in
op dit lichtgevoelig papier-dat den licht
indruk meteen vastlegt.
Deze cylinder draait met gelijke snel
heid als de afzendcylinder en schuift
evenals deze laatste na elke omwente
ling op, zoodat iedere plek van het ge
voelig papier een oogenblik voor het
gaatje komt on daar den lichtindruk ont
vangt, die de stroom variatie voor hem
meebrengt.
In bovenstaande leckening ziet u behal
ve het reeds geplaatste afzendapparaat
•ook het ontvangtoestel. Tusschen de
twee deelen van de clectromagneet ziet u
het kleine spiegeltje s. waarop het licht
valt van de lamp E. Bij g. ziet u de glas
plaat. die aan do ecne zijde al het licht
tegenhoudt, en aan de audere zijde al het
licht doorlaat, waartusschen in nog ver
schillende graden van doorschijnendheid
liggen. Op den cylinder O., die natuur
lijk in een donkere kast raoet zitten, val
len do teruggekaatste lichtstralen door
de kleine opening.
Laten wij nu eens even nagaan de ge
daanteverwisselingen, die een donkere
stip b.v. d-cormaakt voordat deze is
overgeseindt en op het gevoelige papier
is terecht 'gekomen.
Een donkere stip of vlek zendt geen of
weinig lichtstralen uit, werkt dus niet
of weinig in op de photographische plaat
en laat dus op 't negatief een witte plek
achter. De gelatine die later achter het
glazen negatief gelegd wordt, ontvangt
veel licht door die witlo plek, wordt daar
sterk verhard en doet dus na afwassching
een bergje ontstaan. Op do cylinder ge
spannen, zal dat harde gelatine knobbel
tje de stift van de microphoon achteruit
duwen en daardoor een krachtiger stroom
doen gaan langs do draad. Krachtiger
stroom. krachtiger afwijking van het
spiegeltje.
UIT DE PERS
RUSSISCH VISIOEN.
Criticaster schrijft in De Residen
tiebode:
De arbeiders zijn stom, zoo heeft Troel-
slra vroeger eens van zijn volgelingen ge
zegd. Me dunkt, daar is beterschap te be
speuren, vooral onder de allerroodston.
Wol hebben ook de S. D. A. P.-ers een
hunner Raadsleden laten vallen en zo heb
ben dus blijkbaar ingezien, dat de groote
meerderheid der fractie daar ook niet van
de slimste is, maar ze hebben toch. nog
in groolen getale op hen gestemd. Maar
de volgelingen van Wijnkoop hebben blijk
baar voorgoed hun stomheid afgelegd,
bun oogen zijn opengegaan en ze zijn van
de Wijnkoopers en De Visser in grooten
getale gedeserteerd.
Tocli is het wel te verwonderen. Het
werd hun toch allemaal zoo lekker voor
gespiegeld. Maandenlang heeft de Com
munistische lectuur de fijnste beschrijvin
gen gegeven van het Russische Paradijs.
En nu bij de Haagsche verkiezing heeft
men de apotheose vertoond. Heeft men de
beroemde „reclame"-plaat van de Commu
nisten gezien? Een vrij goed geteekend
Binnenhof, van den Vijverkant genomen;
daarboven steekt, reusachtig groot, het
bovenlijf van een arbeider uit, met een
grijnzenden kop, met grijpklauwen en 't
geheel is bloederig rood gekleurd, als
stak daar de duivel zelf zijn handen naar
bet regeékasteel uit. Als dat niet pakt
wat moet dan wél inslaan? Bij het zien
van die plaat moet iedereen onwillekeurig
denken aan Rusland, waar de sovjelduivcl
het land verwoestte, de bevolking over de
kling joeg, den hongersnood ontketende,
priesters en bisschoppen vermoordde, de
industrie doodde, kortom een schrikbe
wind organiseerde, waarbij de Fransche
revolutie nog maar kinderspel was.
En toch de arbeiders, de „stomme" ar
beiders zijn niet door die „reclame" inge
pakt, maar ze zijn in massa voor dat
duivelachtig visioen weggevlucht. Die
nuchtere Hollanders Zouden ze einde
lijk wijs zijn ook?
EEN VONNIS.
In De Volkskrant wijst K(uiper)
op het debat, dat in den Amsterdamschen
gemeenteraad gevoerd is over de voor
dracht tot invoering van de 48-urige
werkweek. Hij schrijft:
Merkwaardig was vooreerst, dat Neer-
lands opper-communist werd gesteund
door Colly, zijn verstootcling en door
Zuurbier.
Dit drietal is wel zoo ongevoer aan el
kaar gewaagd, want ook de heer Zuur
bier heeft zich ditmaal waardig bij dq
communistische banaliteiten aangesloten.
Maar er zijn ook verstandige dingen
gezegd, en dat is te merkwaardiger, om
dat ze óók kwamen van sociaal-dcmocra*
tischen kant, en nog wel van den voor
zitter der S.D.A.P. zelf.
Na zeer terecht opgemerkt te hebben
dat de heer Wijnkoop in de Kamer tegen
de 8-urenwet heeft gestemd, heeft do lieer
Vliegen in den Amsterdamschen Raad de
48-urige werkweek verdedigd.
Wij citeeren het Vol k-verslag:
„Spreker betwist, dat in deze voor
dracht een aanslag op den 8-urendag ge
legen is. Zes werkdagen van 8 uren,
maakt 48 uren, en bij onze propaganda
hebben wij ons er nooit om bekommerd
of er 5 dagen in de week 8i uur zouden
worden gewerkt en 1 dag 5* uur, of G da
gen precies 8 uren. Als de arbeidstijd lan
ger dan 48 uren per week zou ziju, dan
kon worden gesproken van een aanslag
op den 8-urendag".
Dat is inderdaad logisch geredeneerd
en bovendien de ongeschonden nuchtere
waarheid.
Wat de heer Vliegen in den Amsterdam
schen gemeenteraad zeide, lijkt als twee
druppels water op hetgeen wij het vorig
jaar bij de herziening der Arbeidswet in
de Kamer hebben gezegd
Maar toen schreeuwden de sociaal-de
mocraten in de Kamer, zoo mogelijk nog
harder over verkrachting van don 8-uren
dag, dan nu Wijnkoop in den Amster
damschen raad.
Toen werd do belachelijk-demagogische
wijze uitgekreten, dat minister Aalberso
zijn eigen kind den 8-urendag om
hals bracht.
En dat deden de sociaal-democraten,
die nu bij monde van hun voorzitter plech
tig verklaren, dat van een aanslag op den
8-urendag absoluut geen sprake is.
Inderdaad, do heer Vliegen heeft ge
lijk; zijn politieke kornuiten hebben ver
leden jaar in de Kamer te keer gegaan
als kippen zonder kop.
De eenige verontschuldiging is, dat
toen de Kamerverkiezingen voor do deur
stonden en thans de raadsverkiezingen,
achter den rug zijn.
Dit plaatst echter de houding der so
ciaal-democraten, zooals zij die in de Ka
mer aannamen, in een des te onwaardiger
licht.
Zij moesten zich maar niet te veel er
geren aan de communistische strijdme-
thode, want zij zijn zelf herhaaldelijk even
stumperachtig klein.
Dc verstandige, logische redeneering-
van den heer Vliegen is in tusschen een
schitterend rehabilitatie van minister Aal
berso en een vernietigend vonnis voor de
sociaal-democratische Kamer-oppositie
tegen de 48-urige werkweek.
De heeren kunnen alleen hun waardig-*
held redden met zich oprecht te schamod
en beterschap te beloven.
¥an m'ra BoekentafeS
Loyola's Heicienzonsn.
Een klein Iiulianen-rcmannetje heeft da
St. Joseph-Missiekring van de St. Jozefs
CongT. van Mill Ilil'l doen verschijnen in.
dit boekske, da-t- ingeleid wordt door dr.
Al Slijper S. J. Het is oen vertaling van
father Lefeber uit het Engelsche werkje
„For the Faith", dat geschreven is door een
Protestante zendelinge, die met klimmend
enthousiasme het heldenwerk der Jezuïeten
onder de Indianen heeft gadegeslagen.
Hier ziet men een stukje Indianen ge
schiedenis, zooals in geen ander Indianen-
hoek te vinden is. Hier wordt getoond de
keerzijde van de medaille, de strijd van
Loyola's heldenzonen en hun roemvolle
ondergang, die niet voor een gering deel te
rijten is a-an hun blanke medo-Ch ris tenen,
de kolonisten uit Europa.
Het boekje, dat nu eens niet over da
„zwartjes" sipreekt, maar over een missie
gebied, waarvan do meesten zoo weinig
vernemen, is interessant genoeg voor ieder
een, om het zich togen den zeer geringen
kostprijs aan tc schaffen.
Handleiding voor Radio-amateurs.
Bij do N. V. Uitgeversvcnnootschap „Fu
ture." Leiden, is verschenen een Handlei
ding voor Radio-Amateurs, samengesteld
door S. L. A. Langendam. Blijkens de in
leiding heeft do schrijver zich ten doel ge
steld, degenen, die vrijwel leek zijn op hot
gebied der draadlooze, zoover te brengen,
dat zij in staat zijn zich zelf tc helpen. De
lezers van dit boekje moeten echter „vrij
wel geen leek" zijn op het gebied der phy-
sica, willen zij ecnig idee krijgen van do
verschillende onderdeden van do draadloo
ze toestellen, wotko onderdeden omwille
der beknoptheid gewoonlijk als bekend
worden verondersteld.
In een 40-tal pagina's groote druk be
spreekt het boekje: het zenden, dc radio
golven, het ontvangen, practischo aanvul
lingen en enkele typen ontvang- en ver-
sterfringstoes'telicn; voer den „vrijwel" leek
precies genoeg om cr na doorlezing „iöts
meer" van te willen weten.
VRAGENBUS
Vraag: Welke is de gemakkelijkst®
reis naar Lomm (L.) Wat de gemakke
lijkste reis naar Venlo, beiden vanaf Lei*
den? Wat kost het Hnitscho pasVirum.
Antwoord: Beide eerste vragen la*
ten zich ineens beantwoorden, daar
Lomm het best te bereiken is door uit
Venlo per tram daarheen te gaan, wil
men ten miuste niet van Mook af per
tram reizen, hetgeen, wijl de afstand on-*
geveer 40 K.M. is, nu niet all eraan ge*
naamst zal zijn.
Een goede trein van Leiden naar Venlo
is: vertrek Leidon 8.29 over den Haag.
[Vertrek R'dam 9.38, Breda 10.38. Aank.