Tweede BSad Zaterdag 30 Juni 1923 Over de inrichting van Arbeiderswoningen. door Dr. M. D. Horst, Directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst. De invloed van de woning op do volks gezondheid to bepalen, is zeer moeilijk gebleken. Veelal is men geneigd te veron derstellen dat in zeer bekrompen wonin gen in het algemeen de gezondheidstoe stand der bewoners persé slechter zal we zen dan in ruim gebouwde huizen. De praktijk leert dat het anders is. De leef wijze, vooral de voeding, de aard en de Sndeeiing van don arbeid, en de betere of slechtere hygiënische verhoudingen in de streek, de stad of hot dorp, zijn zeker van even groote beteekenis voor de volks gezondheid, als do moer of mindere wo- AÏngruimte, terwijl bovendien de wijze waarop een woning bewoond wordt voor de gezondheid van het grootste belang moet worden geacht. Over dit laatste, over do woonzeden, uit geneeskundig oogpunt beschouwd, zal hier een en ander worden medegedeeld, waarbij in het bijzonder de arbeiderswoning ter sprake zal komen. Velen zullen verrast zijn dat hier ter slede de Overheid zich reeds jaren gele den met dit onderwerp heeft beziggehou den. Het blijkt mij althans vaak, dat do Verordening van den 22sten October 1903, houdende voorschriften nopens behoorlij ke bewoning van woningen, aan weinigen bekend is. Deze verordening regelt het aantal bewoners in verband met de grootte van het huis, hot aantal personen per slaapkamer, de verlichting, de venti latie, en geeft bovendien bepalingen be treffende het schoonhouden. Aan een be hoorlijke toepassing dezer voor de volks gezondheid zoo belangrijke voorschriften, 7alt door den woningraad helaas in vele gevallen niet te denken, maar het kan locli zijn nut hebben er ^ens op te wijzen, dat de bewoners van een huis niet alleen -rechten, doch ook verplichtingen hebben ■Jen opzichte van po bewoning, en dat -leze verplichtingen van Overheidswege rijn erkend. Uit den aard der zaak regelt genoemde verordening slechts enkele hoofdpunten. trerdcr kunnen de bewoners zelve hun huis naar eigen inzicht inrichten, en het eerste wat daarbij ter sprake komt is de verdeeling der beschikbare ruimte, Zal men, om maar eens iets te noemen, wan neer er een vóór- en een achterkamer zijn, «óor of achter gaau wonen, vóór of ach ter gaan slapen? Zal men eon der kamers voor ontvangkamer inrichten en dus wei nig gebruiken, of zal men deze voor slaap kamer gebruiken en de woonkamer zoo inrichten, dat deze ook voor ontvangst van gasten kan .worden gebruikt? Het spreekt vanzelf, dat de grootte van het gezin hier den doorslag zal moeten gev(%. Jonggehuwden zullen bij het be trekken van een huis vaak in do gelegen heid zijn een kamer als z.g. mooie kamer, die weinig gebruikt wordt, in te richten. Wordt het gezin echter grooter, dan of- fcre men zoo noodig de mooie kamer op pui aan de kinderen betere slaapgelegen heid te bezorgen. Het is volkomen begrij pelijk, dat do huismoeder, die hart voor naar meubeltjes heeft, hiertoe soms slechts noode zal overgaan, maar het belang der Kinderen moet hier den doorslag geven. Hierbij kan nog worden opgemerkt dat, Pok in den middenstand, de salon aan bet verdwijnen is, als gevolg van oen zich vrij snel voltrekkende ommekeer in onze levenswijze. Hel lijdt geen twijfel ef men is, althans in de steden, bezig het huishouden belangrijk te vereenvoudigen. De groote huizen hebben afgedaan, niet alleen om de kostefi, doch ook om do be slommeringen, en in verband hiermede 'riet men meer en meer ontvangkamer en huiskamer, of studievertrek en ontvang kamer vereenigd. Voor een arbeidersgezin met kinderen, Jat verhuist, geldt hetzelfde. Stel b.v. een -gezin met 5 kinderen, twee jongens en ISrie meisjes, dat verhuizen gaat naar een 'Ier nieuwe, door de Gemeente te bouwen woningen. Het grootste type dezer wo ningen bestaat uit woonkamer, keuken, en drie slaapkamers. Eén slaapkamer voor ouders, één voor de meisjes en éen voor de jongens is de aangewezen ïndee- ïing. Wil men een kamertje uitsparen, dan komt men tot overvulling van slaap kamers, slapen in voorkamer of keuken, Df andere nog minder gewenschte toe- elanden. De woonkamer dient hier tevens als ontvangkamer gebruikt te worden. Heeft raen de keus, dan verdient het in óns klimaat aanbeveling de slaapkamers ;an de Zuidzijde van het huis le kiezen. 'Men heeft dan het minst last van regenen wind, kan dus het best de ramen open houden, terwijl do zon, als zij zich ver- loont, het afgehaalde beddegoed kan be schijnen. Op dagen van groote hitte de slaapka mers betrekkelijk koel te kunnen houden, ?s een groot voorrecht, doch gelukt alloen ■door middel van luiken of zonneschermen, •lie do directe bestraling van het venster weren. Gordijnen zijn hiervoor niet vol doende. Toch zal men de gordijnen zoo kiezen, dat zij het licht zooveel mogelijk afsluiten, hetgeen do slaap rustiger maakt. Verder moeten zij gemakkelijk af neembaar en schoon te maken zijn. Ge wone lancaster rolgordijnen voldoen ten deele aan deze cischen, en kunnen daarom voor de slaapkamer worden aanbevolen. Nog beter is een dikker gordijn van ka toen, b.v., voor het rolgordijn te hangen. De kamer wordt dan donkerder, i Terloops zij bier oo do slechte gewoonte gewezen, kinderen bij kunstlicht te laten slapen. Alle kinderartsen zijn hot. er over eens, dat dit afkeuring verdient. De slaap is minder diep, minder verkwikkend; de kinderen worden zenuwachtig. Men wenne ze van jongs af aan in het donker te slapen. Hoogstens kan ingeval van ziekte een Verkade-lichtje of iels dergelijks noo dig zijn. Ook liet overige meubilair der slaapka mers dient zoo te zijn, dat het gemakke lijk gereinigd kan worden en in dit op zicht gaat er niets boven een ijzeren ledi kant met staaldraadmatras. Op den vloer een zeil, dat geboend kan worden, en een matje voor het bed, want met bloole voe ten op een koud zeil le wandelen, is on- pleizierig. Is voor zeil geen geld beschik baar, dan voldoet een gebeitste of ge verfde vloer evengoed en is bovendien warmer dan zeil. In verreweg do meeste arbeidersgezin nen wascht men zich in do keuken. Daar is de kraan van de waterleiding en boven dien wordt 's ochtends in de keuken of de aangrenzende woonkamer het eerst ge stookt. Uit hygiënisch oogpunt verdient was- schen in de keuken geen aanbeveling, doc.li men zie ni«t over het hoofd, dat vaak do beschikbare ruimte of de geldmiddelen niet toelaten waschtafels in dc slaapka mers te plaatsen. Waar dit wel kan, ver dient het in alle opzichten aanbeveling; men kan zich rustiger en daardoor beter wasschen en behoeft niet gedeeltelijk ge kleed door het huis te loopen. Men slape zoo mogelijk met open ramen. Zuigelingen slapen gewoonlijk in de slaapkamer bij de ouders. Men lette er echter op, dat in den warmen tijd, den tijd van de grootste zuigelingensterfte, 't kind in de koelste kamer van liet huis ligt, en zoo noodig in den loop van den dag worde verplaatst. Aan de woonkamer zijn natuurlijk an dere eischen te stellen dan aan de slaap kamers. Men neemt hiervoor gewoonlijk de grootste kamer, meestal grenzende aan do keuken. Over het al.of niet wensche- lijke van een keuken-woonkamer is veel gestreden. In do praktijk, vooral op het platteland, is deze veel in gebruik. Mijns inziens zijn de vertrekken in onze arbei derswoningen hiervoor te klein. Wordt er gekookt, dan maakt dit de lucht te be dompt. Waar bovendien vaak 'n ontvangka- mertje zal ontbreken, dient de huiskamer gezellig en netjes te zijn, en is er voor een kookkachel, potten en pannen geen plaats. Een klein buffet geeft aan de huisvrouw een groot gemak. Zeil op den vloer, met desnoods een flinko mat onder de tafel, stevige stoelen en niet tc kleine tafel met uitschuifbaar blad, zijn onmisbaar. Door dat er voel wordt geloopen, zien gebeitste of geverfde vloeren er al gauw ontoon baar uit. Een eenvoudige kachel, die dag en nacht aanblijft, is bet doelmatigst en goed koopst. De pijp zij plat, zoodat er iets op kan worden warm gehouden. Gewaar schuwd moet worden tegen een bewegelijke schuif in den pijp. Deze schuiven vallen vaak vanzelf dicht, waardoor het vuur gaat smeulen en de kolendamp in de kamer komt. Men kan het vuur voldoende regelen door dc schuiven voor aan de kachel te openen of te sluiten. Aan de verlichting der huiskamer dient zorg te worden besteed, vooral wanneer de kinderen grooter worden en huiswerk krijgen. Met een flinke clcctrische lamp kan men volstaan, mits die midden boven de tafel hangt, terwijl een kap bet licht op de tafel bijeenhoudt. De hoeken van het vertrek zijn dan minder verlicht, hetgeen rust geeft aan do oogen. De onderste helft van de gloeilamp moet mat zijn, zoodat men, opkijkende, niet in het felle licht van den gloeienden draad staart. Een rolgordijn, met daarvoor een ka toenen schuifgordijn van vroolijk pa troon, geven aan do kamer een gezellig voorkomen. Zoo noodig kan men voor oudere kinderen, die veel huiswerk heb ben, een klein tafeltje op een der slaap kamers zetten. Alsdan is daar in den winter een petroleumkacheltje noodig. Do kamer dient dan voor het naar bed gaan gelucht te worden. De keukentjes, die bij de tegenwoordige arbeiderswoningen worden gebouwd, gren zen meest, aan do woonkamer, bieden plaats voor. een fornuis, en zijn voorzien van een flinken gootsteen en grenzen aan den tuin. Op de bovenwoning is geen uitgang naar den tuin, hetgeen met het oog op do wasch lastig is voor de huis vrouw. Een handige huisvrouw kan evengoed op een of meer petroleumstellen koken als op een fornuis. Koken op gas wordt tegenwoordig zeer aangeprezen, vooral vanwego do gasfabriek. Ondergeteeken&e rekent zich niet tot de deskundigen op kookgebied, doch hem is van bevoegde zijde verzekerd, dat koken op gas moei lijker is dan op petroleumstel of fornuis. Meestal zal bij do keuze wel beslissend zijn wat do buisvrouw geleerd heeft, zoo dat het moeilijk is hier een bepaald iets aan te bevelen. Het gebruik van gas in de keuken is zonder twijfel zeer zindelijk. Het ware le wenschen, dat geen meisje trouwde voor zij behoorlijk had leeren koken. Er wordt tegenwoordig in vele arbeidersgezinnen slechter gegeten dan noodig is, doordat do vrouw niet koken kan en het voedsel niet met oordeel weet tc kiezen. Er bestaat togenwoordig een groote keuzo in potten en pannen. IJzer en aarde werk zijn altijd goed, mits het glazuur van de laatste geen lood bevat. Hiertegen waakt de keuringsdienst, die ook toezicht houdt op lepels en vorken. Ook do aluminiumpannen, die men te genwoordig veel ziet, zijn onschadelijk, mits men zo niet voor zure spijzen ge bruikt.. Bij geëmailleerd vaatwerk dient er op te worden gelet, dat het email onge schonden is. Ten slotte nog een woord over het sto ken. In de meeste .arbeiderswoningen wordt veel te veel gestookt. De tempera tuur in de woonkamer is 's winters bijna doorloopend te hoog, hetgeen elke fonds dokter mij zal beamen. Het is slechts mo gelijk dc juiste maat te houden als men volgens een vast plan te werk gaal. Men koopt een thermometer (prijs ongeveer f 1) en laat de temperatuur in de woon kamer niet hoogor komen dan GO65 graden Fahrenheit. Dit is voldoende en voorkomt koude vatten. Natuurlijk is het niet mogelijk in één artikel alles wat bij de woonhuizen ter sprake kan worden gebracht, uitvoerig te behandelen, doch dat er op dit gebied nog veel ten goede kan veranderen, staat bij mij vast. Het leek mij daarom een zeer gelukkig denkbeeld van den Roomsch- Katholieken Volksbond deze zaak eens ter sprake te brengen. Moge dit schrijven er een steentje toe bijdragen de tentoonstel ling in het gebouw op het Steenschuur te doen slagen, in het belang der Leidsche arbeidersbevolking. Draadloos brieven overseinen. in. Wij zijn den vorigen keer blijven zit ten met onze stroomvairiaties in den draad. Wij hebben gezien hoe op een vernuftige en toch hoogst eenvoudige ma nier licht en donker werd omgezet in zwakker of sterker stroom, het eenige waarmede tot nog toe langs electrischen weg te werken valt. Nu moeten wij gaan zien, hoe aan het andero einde van de draad, aan het ont- vang-station, die stroomveranderingen weer worden omgezet in lichfmodulaties. Ook hier had men weer niets nieuws uit to vinden. Juist het instrument, dat men noodig had, was aanwezig. Om de aanwezigheid van electrischen stroom te constateeren heeft men dikwijls zeer gevoelige instrumenten noodig. Dat kunnen wij lang niet altijd voelen. Zeker, als wij per ongeluk met de vinger aan een blank contact van de electrischo licht- leiding komen, voelen wij den stroom heel duidelijk, al te duidelijk zelfs. Maar dat ik ook een sterke stroom. Id do prac- tijk heeft men echter vaak met zulke mi nieme stroompjes te werken, dat een zeer gevoelig instrument slechts de aan wezigheid verraadt. Een van zulke instrumenten nu is een spiegeltje, dat geplaatst is tusschen de polen van een electromagnoet. Bij elke stroomverandering schommelt dat spie gelt je en laat oen bundeltje lichtstralen, dat er door een lamp op geworpen wordt, heen en weer dansen. U kunt precies het zelfde doen door een spiegeltje in de- zooi te houden en door de weergekaatste zon nestralen op den muur meten hoe vast uw hand is. De lichtplek op den muur geeft precies het beven van de hand weer. Zoo doet men ook bij hot opvangen van de geseinde foto's. Men laat dan de licht- De lichtstralen worden geworpen op liet uiterste, meest lichte gedeelte van de glasplaat, gaan er alle onverzwakt door en maken een krachtigen lichtindruk op het gevoelige papier. Voor een lichte plek is alles precies omgekeerd. Nadat het papier ontwikkeld is en ge fixeerd op dezelfde manier als een ge wone foto, heeft men een afdruk van het portret. Want een portret bestaat uit aaneengesloten donkere en lichte plek ken. Bij een brief gaat men eenigszins an ders te werk. Op de postkantoren, waar deze metho de (de methode-Belin) van brieven over seinen reeds in gebruik genomen is, krijgt men een formulier en een bijzon der soort inkt. Op dat formulier schrijft mon z'n gewone hand, echter niet te dicht opeen, want dan bestaat do kans dat het onduidelijk wordt. De inkt wordt niet met een vloeitje gedroogd, maar met een be paald poeder. Dit formulier wordt nu gestel in een z.g. emailleer-oven. Boven stoom wordt de gedroogde inkt weer geweekt, cr wordt gom-poeder op gestrooid en dat gom •wordt in een heet oventje vloeibaar ge maakt en daarna afgekoeld. Nu staan de letters in gom en relief op het papier, op dezelfde wijze als de suikerletters op een taart. Het papier met de gomletters wordt nu op de cylinder gespan/nen en daar de gomletters evenals het gelatine- laagjo bergen en dalen vormt, gaat de wijze van overbrenging verder precies als bij de foto's. Men kan bij brieven de iuicrophoon best weglaten, als men daarvoor in de plaats een toestelletje maakt, dat bij iedere relief lel ter, bij iedere hoogte den stroomkring sluit. Wij krijgen dan geen slroomvariaties maar eenvoudig verbre ken en inschakelen van den stroom. Op gelijke wijze kan men zoo ook de verschillend gekleurde glazen plaat weg laten. Is de stroom afgesloten, dan moet het spiegeltje zoo geplaatst zijn, dat het z'n lichtbundeltjes naast de opening weerkaatst; terwijl het de bundel precies door de opening zal schieten wanneer er stroom doorgaat. Vanaf het o-ogenblik, dat het formulier in de „emaille-oven" gaat, totdat het ge heel verzonden is, verloopen er precies 4 minuten. Meer dan 100 woorden, nor maal geschréven, kan het formulier be vatten. Gebruikt men daarentegen ste nographic dan gaan er natuurlijk nog veel meer woorden op, die, wanneer zij op de gewone manier getelegrapheerd moesten worden, veel meer tijd in beslag zouden nemen. Een volgende maal zullen wij zien hoe men hetzelfde bereiken kan langs draad- loozen weg. H. G. stralen natuurlijk niet dansen op een muur, maar op een glazen plaat, van verschillende helderheid. Aan het oene einde is de plaat donker en laat nagenoeg geen licht door. Maar hoe verder naai den anderen kant, des te lichter wordt do plaat en des te meer licht laat zij door. Is het spiegeltje nu in rust, dan weerkaatst het de lichtbundel van do electrische lamp op het donkerste gedeel te, waar de lichtbundel niet wordt door gelaten. Komt er echter een flinke stroomstoot, dan schiet het spiegeltje op eens uit en werpt het licht op het hel dere gedeelte van de plaat. Het licht gaat er dan doorheen, wordt door een lens geconcentreerd en komt door een kleine opening te vallen op een cylinder, Waaromheen gevoelig papier is gelegd. Oogenhlikkelijk werkt dan het licht in op dit lichtgevoelig papier-dat den licht indruk meteen vastlegt. Deze cylinder draait met gelijke snel heid als de afzendcylinder en schuift evenals deze laatste na elke omwente ling op, zoodat iedere plek van het ge voelig papier een oogenblik voor het gaatje komt on daar den lichtindruk ont vangt, die de stroom variatie voor hem meebrengt. In bovenstaande leckening ziet u behal ve het reeds geplaatste afzendapparaat •ook het ontvangtoestel. Tusschen de twee deelen van de clectromagneet ziet u het kleine spiegeltje s. waarop het licht valt van de lamp E. Bij g. ziet u de glas plaat. die aan do ecne zijde al het licht tegenhoudt, en aan de audere zijde al het licht doorlaat, waartusschen in nog ver schillende graden van doorschijnendheid liggen. Op den cylinder O., die natuur lijk in een donkere kast raoet zitten, val len do teruggekaatste lichtstralen door de kleine opening. Laten wij nu eens even nagaan de ge daanteverwisselingen, die een donkere stip b.v. d-cormaakt voordat deze is overgeseindt en op het gevoelige papier is terecht 'gekomen. Een donkere stip of vlek zendt geen of weinig lichtstralen uit, werkt dus niet of weinig in op de photographische plaat en laat dus op 't negatief een witte plek achter. De gelatine die later achter het glazen negatief gelegd wordt, ontvangt veel licht door die witlo plek, wordt daar sterk verhard en doet dus na afwassching een bergje ontstaan. Op do cylinder ge spannen, zal dat harde gelatine knobbel tje de stift van de microphoon achteruit duwen en daardoor een krachtiger stroom doen gaan langs do draad. Krachtiger stroom. krachtiger afwijking van het spiegeltje. UIT DE PERS RUSSISCH VISIOEN. Criticaster schrijft in De Residen tiebode: De arbeiders zijn stom, zoo heeft Troel- slra vroeger eens van zijn volgelingen ge zegd. Me dunkt, daar is beterschap te be speuren, vooral onder de allerroodston. Wol hebben ook de S. D. A. P.-ers een hunner Raadsleden laten vallen en zo heb ben dus blijkbaar ingezien, dat de groote meerderheid der fractie daar ook niet van de slimste is, maar ze hebben toch. nog in groolen getale op hen gestemd. Maar de volgelingen van Wijnkoop hebben blijk baar voorgoed hun stomheid afgelegd, bun oogen zijn opengegaan en ze zijn van de Wijnkoopers en De Visser in grooten getale gedeserteerd. Tocli is het wel te verwonderen. Het werd hun toch allemaal zoo lekker voor gespiegeld. Maandenlang heeft de Com munistische lectuur de fijnste beschrijvin gen gegeven van het Russische Paradijs. En nu bij de Haagsche verkiezing heeft men de apotheose vertoond. Heeft men de beroemde „reclame"-plaat van de Commu nisten gezien? Een vrij goed geteekend Binnenhof, van den Vijverkant genomen; daarboven steekt, reusachtig groot, het bovenlijf van een arbeider uit, met een grijnzenden kop, met grijpklauwen en 't geheel is bloederig rood gekleurd, als stak daar de duivel zelf zijn handen naar bet regeékasteel uit. Als dat niet pakt wat moet dan wél inslaan? Bij het zien van die plaat moet iedereen onwillekeurig denken aan Rusland, waar de sovjelduivcl het land verwoestte, de bevolking over de kling joeg, den hongersnood ontketende, priesters en bisschoppen vermoordde, de industrie doodde, kortom een schrikbe wind organiseerde, waarbij de Fransche revolutie nog maar kinderspel was. En toch de arbeiders, de „stomme" ar beiders zijn niet door die „reclame" inge pakt, maar ze zijn in massa voor dat duivelachtig visioen weggevlucht. Die nuchtere Hollanders Zouden ze einde lijk wijs zijn ook? EEN VONNIS. In De Volkskrant wijst K(uiper) op het debat, dat in den Amsterdamschen gemeenteraad gevoerd is over de voor dracht tot invoering van de 48-urige werkweek. Hij schrijft: Merkwaardig was vooreerst, dat Neer- lands opper-communist werd gesteund door Colly, zijn verstootcling en door Zuurbier. Dit drietal is wel zoo ongevoer aan el kaar gewaagd, want ook de heer Zuur bier heeft zich ditmaal waardig bij dq communistische banaliteiten aangesloten. Maar er zijn ook verstandige dingen gezegd, en dat is te merkwaardiger, om dat ze óók kwamen van sociaal-dcmocra* tischen kant, en nog wel van den voor zitter der S.D.A.P. zelf. Na zeer terecht opgemerkt te hebben dat de heer Wijnkoop in de Kamer tegen de 8-urenwet heeft gestemd, heeft do lieer Vliegen in den Amsterdamschen Raad de 48-urige werkweek verdedigd. Wij citeeren het Vol k-verslag: „Spreker betwist, dat in deze voor dracht een aanslag op den 8-urendag ge legen is. Zes werkdagen van 8 uren, maakt 48 uren, en bij onze propaganda hebben wij ons er nooit om bekommerd of er 5 dagen in de week 8i uur zouden worden gewerkt en 1 dag 5* uur, of G da gen precies 8 uren. Als de arbeidstijd lan ger dan 48 uren per week zou ziju, dan kon worden gesproken van een aanslag op den 8-urendag". Dat is inderdaad logisch geredeneerd en bovendien de ongeschonden nuchtere waarheid. Wat de heer Vliegen in den Amsterdam schen gemeenteraad zeide, lijkt als twee druppels water op hetgeen wij het vorig jaar bij de herziening der Arbeidswet in de Kamer hebben gezegd Maar toen schreeuwden de sociaal-de mocraten in de Kamer, zoo mogelijk nog harder over verkrachting van don 8-uren dag, dan nu Wijnkoop in den Amster damschen raad. Toen werd do belachelijk-demagogische wijze uitgekreten, dat minister Aalberso zijn eigen kind den 8-urendag om hals bracht. En dat deden de sociaal-democraten, die nu bij monde van hun voorzitter plech tig verklaren, dat van een aanslag op den 8-urendag absoluut geen sprake is. Inderdaad, do heer Vliegen heeft ge lijk; zijn politieke kornuiten hebben ver leden jaar in de Kamer te keer gegaan als kippen zonder kop. De eenige verontschuldiging is, dat toen de Kamerverkiezingen voor do deur stonden en thans de raadsverkiezingen, achter den rug zijn. Dit plaatst echter de houding der so ciaal-democraten, zooals zij die in de Ka mer aannamen, in een des te onwaardiger licht. Zij moesten zich maar niet te veel er geren aan de communistische strijdme- thode, want zij zijn zelf herhaaldelijk even stumperachtig klein. Dc verstandige, logische redeneering- van den heer Vliegen is in tusschen een schitterend rehabilitatie van minister Aal berso en een vernietigend vonnis voor de sociaal-democratische Kamer-oppositie tegen de 48-urige werkweek. De heeren kunnen alleen hun waardig-* held redden met zich oprecht te schamod en beterschap te beloven. ¥an m'ra BoekentafeS Loyola's Heicienzonsn. Een klein Iiulianen-rcmannetje heeft da St. Joseph-Missiekring van de St. Jozefs CongT. van Mill Ilil'l doen verschijnen in. dit boekske, da-t- ingeleid wordt door dr. Al Slijper S. J. Het is oen vertaling van father Lefeber uit het Engelsche werkje „For the Faith", dat geschreven is door een Protestante zendelinge, die met klimmend enthousiasme het heldenwerk der Jezuïeten onder de Indianen heeft gadegeslagen. Hier ziet men een stukje Indianen ge schiedenis, zooals in geen ander Indianen- hoek te vinden is. Hier wordt getoond de keerzijde van de medaille, de strijd van Loyola's heldenzonen en hun roemvolle ondergang, die niet voor een gering deel te rijten is a-an hun blanke medo-Ch ris tenen, de kolonisten uit Europa. Het boekje, dat nu eens niet over da „zwartjes" sipreekt, maar over een missie gebied, waarvan do meesten zoo weinig vernemen, is interessant genoeg voor ieder een, om het zich togen den zeer geringen kostprijs aan tc schaffen. Handleiding voor Radio-amateurs. Bij do N. V. Uitgeversvcnnootschap „Fu ture." Leiden, is verschenen een Handlei ding voor Radio-Amateurs, samengesteld door S. L. A. Langendam. Blijkens de in leiding heeft do schrijver zich ten doel ge steld, degenen, die vrijwel leek zijn op hot gebied der draadlooze, zoover te brengen, dat zij in staat zijn zich zelf tc helpen. De lezers van dit boekje moeten echter „vrij wel geen leek" zijn op het gebied der phy- sica, willen zij ecnig idee krijgen van do verschillende onderdeden van do draadloo ze toestellen, wotko onderdeden omwille der beknoptheid gewoonlijk als bekend worden verondersteld. In een 40-tal pagina's groote druk be spreekt het boekje: het zenden, dc radio golven, het ontvangen, practischo aanvul lingen en enkele typen ontvang- en ver- sterfringstoes'telicn; voer den „vrijwel" leek precies genoeg om cr na doorlezing „iöts meer" van te willen weten. VRAGENBUS Vraag: Welke is de gemakkelijkst® reis naar Lomm (L.) Wat de gemakke lijkste reis naar Venlo, beiden vanaf Lei* den? Wat kost het Hnitscho pasVirum. Antwoord: Beide eerste vragen la* ten zich ineens beantwoorden, daar Lomm het best te bereiken is door uit Venlo per tram daarheen te gaan, wil men ten miuste niet van Mook af per tram reizen, hetgeen, wijl de afstand on-* geveer 40 K.M. is, nu niet all eraan ge* naamst zal zijn. Een goede trein van Leiden naar Venlo is: vertrek Leidon 8.29 over den Haag. [Vertrek R'dam 9.38, Breda 10.38. Aank.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 7