„8e Leitoie ft—t
Tweede Blad
«tr
Zaterdag 23 Juni 1923
Draadloos brieyen overseinen.
(Nadruk verboden.)
ÏL
Na oen vorige inaal uiteengezet te heb
ben de groote voordeelen die een oversei
nen van complete brieven heeft boven het
telegrapheeren, hen ik zoo'n beetje zede
lijk verplicht te antwoorden op de vraag,
die zich vanzelf bij iederen lezer op
dringt: „Hoe ter wereld spelen ze dat alles
klaar-"
Het lijkt vreeselijk moeilijk, en toch is
het eigenlijk hoogst eenvoudig... als je
maar gebruik weet te maken van de na
tuurkrachten, die Onze Lieve Heer je gra
tis ter beschikking stelt. Men had niets
nieuws uit te ♦inden; er was niets anders
noodig, dan reeds bestaande, reeds heken-
de uitvindingen te combineeren om het
gowensehte effect te bereiken.
Wat kende men reeds en welke combi
natie meest nu gevonden worden'?
Men kende b.v. reeds lang het principe
van de telephoon.
Zooals onze lezers, di8 mijn artikelen
over de draadlooze telephonie gevolgd heb
hen, reeds weten, berust de werking van
do telephoon op het principe, dat men
door middel van een microplioon in
vloed kan uitoefenen op de electrische
stroom in een metaaldraad, daardoor
stroomvariaties «=-» sterker of
zwakker stroom kan teweeg brengen,
welke stroomvariaties aan het andere
einde van den draad een electro-magneet
sterker of zwakker magnetisch maken,
hetgeen tenslotte een metalen plaatje in
trilling brengt. Dat metalen plaatje gaat
zoodoende precies op dezelfde manier tril
len als het metalen plaatje van de micro-*
phoon. Wordt derhalve het mi o r o -
p h o o n p 1 a ai j e door de menschelijke
stem in trilling gebracht, dan zal het t e-
lephoonplaatje die trillingen pre
cies zóó ontvangen en dus het gesprokene
weergeven.
Ter herinnering drukken wij hier nog
eens zoo'n microplioon af.
Dc stroom van de batterij B. komt b.v.
bij a. in do microplioon, gaat langs het
veertje v. over het puntje naar - de plaat
P. en verlaat dan het toestelletje om
langs de draad via de telephoonhoorn te
rug te keeren naar de batterij.
De trillingen van de plaat P. maken
het contact van het puntje dat aan de veer
vastzit, steviger of losser. Wordt het con
tact steviger, dan gaat er meer stroom
door de draad; word het contact losser
dan gaat er minder stroom door de draad.
En deze stroomvariaties doen do telephoon
spreken.
Dit principe kendo men.
Men wist, dat men door stroomvariaties,
aan den eenen kant opgewekt, aan den
anderen kant een of ander effect kon be
reiken. Kon men echter die stroomvaria
ties dienstbaar maken aan het geluld,
hier moest men ze trachten dienstbaar te
maken aan het licht. Want men kan een
brief of photo wel zien maar niet hooren,
dat is duidelijk. De microphoon, die zul
ke goedo diensten deed voor het omzetten
van geluidstrillingen in stroomvariaties,
wilde men niet afschaffen. Er moest dus
een foefje op gevonden worden om
1 i c h t e u d o n k e r om te zetten in
stoviger en zwakker con
tact van het plaatje en het puntje, om
zoodoende de vereischte stroomvariaties
te krijgen. En hier had men weer de op
lossing als het ware voor het grijpen, de
Oplossing lag gereed in den vorm van een
procédé van de fotografie, dat ook In het
drukkersbedrijf wel gebruikt wordt.
Wanneer namelijk speciaal geprepa
reerde gelatine aan het licht wordt bloot
gesteld, wordt het hard. Plaatst men nu
zoo'n gelatinelaag achter het glazen nega
tief van een photo, en stelt men dit aan
de werking van het licht bloot, dan zal de
gelatine verharden, meer of minder, al
naar gelang zij zich bevindt achter een
lichtere of meer donkere plek van het glas
Na oenigen tijd aldus beiicht te zijn,
wordt de gelatine gewasschen met warm
water. In dat water lossen zich de gela-
tinedeelen op, die nog niet verhard zijn,
zoo dat dus alle donkere plekken worden
weggewasschen, terwijl de lichte plekken
blijven als kleine bergjes.
Na de wassching ziet zoo'n belichte gc-
latinc-plaat eruit als een heel klein berg
landschap, met rotspartijen die de licht
plekken, en met gleuven en dalen, die de
donkere lijnen en schaduwpartijen van
het negatief moeten voorstellen.
Leg nu deze verharde gelatine-plaat op
een rol, die zich na iedere omwenteling
verschuift in de richting van zijn lengte
as en plaats een metalen stiftje tegen de
rol, dat hij hot ronddraaien van de cy
linder successievelijk glijdt over allo pun
ten van do gelatinelaag, dan hebt u het
resultaat, dat u hebben moet. Want even
als bij do gramophoon het metalen stiftje
bij het ronddraaien van do plaat alle on
effenheden van de plaat volgt, zoo zal ook
hier het stiftje allo hoogten en laagten van
de gelatine-laag volgen. Dat stiftje nu is
verhonden met de microphoon. Komt het
te staan tegenover zoo'n miniatuur bergje,
dan zal het achteruit worden geduwd, het
zal steviger tegen de plaat van de mi
crophoon drukken, het contact wordt ste
viger en de electrische stroom kan ster
ker doorstroomen. En omgekeerd komt
het stiftje tegenover een. inkeeping in de
gelatine te staan, dan zal het vooruit
springen, het zal niet meer zoo stevig
drukken tegen de microphoonplaat en al
dus het contact losser maken.
Op die manier wordt het licht en don
ker van de photographische plaat in al
zijn nuanceeringen omgezet in precies
daarop corre^ondeerendo stroomvariaties
Hier ziet men schematisch aangegeven
het afzend station. De rechtopstaande fi
guur is de microphoon. U zult hein wel
herkennen, denk ik, al is hij iets meer
geperfectioneerd, dan in de eerste afbeel
ding. De stroom komt b.v. hij a. binnen,
stroomt langs het veertje v., over het
plaatje m. (membraan) langs het veerende
holletje, de bestippelde plaat, tot waar hij
het toestel verlaat via de schroef onder
aan.
Voor 'versterking of verzwakking van
het contact zorgen hier zoowel het stiftje
als het membraan in verbinding met het
bolletje. Op de rol A. ziet u duidelijk de
hoogtes en dieptes van de gelatine-laag.
Den volgenden keer zullen wij gaan
zien, hoe de stroomvariaties aan den an
deren kant van de draad benut worden en
hoe ze weer worden omgezet in licht en
donker.
De hierboven geschetste werkwijze ge
bruikt men bij het afzenden- van een
photo. Voor een brief kan men natuur
lijk op dezelfde manier te werk gaan. Men
kan hem photographeeren, achter het ne
gatief de gelatine aanbrengen enz.
Doch hiervoor heeft men een andere
methode uitgedacht, die wij later zullen
besproken. Het princiep van overbren
ging blijft echter hetzelfde en het over
seinen zelf is eenvoudiger, daar men bij
een brief slechts te maken heeft met don
ker zwart en helder wit, twee groote te
genstellingen, die door hun scherp con
trast gemakkelijk zijn over te brengen.
Wij zullen voorloopig veronderstellen",
dat de overbrenging per draad geschiedt,
hetgeen ook inderdaad het geval la op do
stations waar men het systeem reeds in
practijk heeft gebracht;.
Wij zullen dan laten zien, Koe men te
werk gaat bij het overzenden zonder
draad.
H. O.
„LIEFDEWERK OUD PAPIER".
Jaarverslag.
Het verslag van de Vereeniging „Lief
dewerk Oud Papier" voor Nederland over
het jaar 1922 is uitgegeven in een boekje,
dat wordt geopend met een portret van
dr. G. A. L. Rademaker, den overleden
voorzitter der Vereeniging, waarhij de
heer J. Heerkens Thijssen uit Haarlem
een in-memoriam schrijft.
Wij lezen in het jaarverslag van den
secretaris, den heer H. B. Roelvink, te
Amsterdam, dat de Vereeniging aan het
einde van 1922 telde 20 Centrale afdeelin-
gen, 97 Afdeelingen en 65 Correspondent-1
schappen.
Aan arbeidsloon (ophalen en vervoeren
van oud-papier) is in totaal uitbetaald:
C5.756 gld.
Uit het batig saldo werd 1000 gld. ge
schonken aan Z. H. den Paus; 500 gld.
voor het nieuw te bouwen Seminarie Ha-
geveld te Heemstede; verder werd aan
verscheidene Katholieke instellingen een
gift gegeven.
In de Centrale Afd. L o i d e n werden
voor Leiden de volgende bedragen ge
schonken:
Zita-Vereeniging (Afd. Centrale) 200.^
Ver. tot berscherming van Meisjes 100.—
Margaretha v. Cartonastichting 100.—'
Centraal Bureau K.S.A. 200.—'
Opvoedings-gesticht Zusters
Carmelitessen 50.—
R.-K. Ziekenverzorging Rijp-We-
tering 50.^
Kapel der Zita Vereeniging 100.—
Wij geven hier een vergelijkend over
zicht van de opbrengst over eenige jaren in
onze Centrale afd. Leiden:
Hoogste
aantal K.G.
Aantal ooit in
nicantc-n ïtts*
12000 Leiden 09278
600 Hazorsw. (D.) 468
ld. Or.dijk 415
750 ld. R.dijk 1170
525 Hoosmade
550 Katwijk
Leiderdorp
3000 Noord wijk
2500 Noordw.hout
900 Oeestgeest
500 Oud-Ade 445
350 Oudewetering 902
700 Rijpwetering 1205
1100 Stompwijk 510
950 Voorhout
IJ00 Voorschoten
900 Warmond
2500 Wassenaar
4£>22 verzameld
101590 101599
549
1294
526
3385
412
1841
2467
481
4097
1744
1000 Zoeterwoude 1418
498
323
1248
564
653
365
2088
930
2940
507
1334
1332
154
4466
1927
3575
2800
2033
574
415
1248
690
2215
15905
930
2949
507
1334
2798
730
2570
2415
4590
3140
2033
MIDDENSTANDSCREDSET.
1 Eegoeringsnota.
(V ervolg.)
Slechts aan die debiteuren zal nieuw cre-
diefc worden verschaft, die in staat zijn zoo
danige waarborgen te verschaffen, dat het
vcrleenen van het crediet niet meer dan
het normale bankrisico meebrengt.
Het ligt niet in de bedoeling der regee
ring, en het zou ook niet vallen binnen de
omschrijving van het wetsontwerp, bijzon
dere maatregelen ten behoeve van de
spaarders te nemen.
Zooals reeds eenige malen werd medege
deeld, is het aan de regeering slechts kor
ten tijd geleden bekend geworden, dat de
beide Hanzebanken in moeilijkheden ver
keerden, en niet in staat zouden zijn uit
eigen kracht die moeilijkheden te overwin
nen.
Zij lieeft toén aanstonds overwogen, wat
baar te doen stond en daarna de indiening
van het ontwerp bevorderd, doch heb lag
uit den aard der zaak niet op haar weg
voor de indiening var. het ontwerp med-
deelingen ter zake tot het publiek te rich
ten'.
Het ligt niet' in de bedoeling dó methode
toe te passen', welke in 1919 is gevolgd en
welke hierin bestond, dat de Staat zioh
onder bepaalde voorwaarden tegenover de
Nedorlandsche Bank borg stelde voor de
helft van de eventueel te lijden verliezen op
haar vorderingen ten laste van de Alge
meen Centrale Bankvereeniging voor den
Middenstand.
Het ligt in de bedoeling, een algemeen
percentage van premier risque to bepalen
Intusschen zal de premier risque niet be
treffen het geheelo overgenomen bedrag,
doch eiken post afzonderlijk, zoodab bij
eventueels verliezen op geen der posten
meer dan het overeengekomen algemeen
percentage ton laste van den staat zal
kunnen worden gebracht. Hieruit volgt,
dat iedere debiteur op zich zelf zal worden
beoordeeld. i
Heb ligt in de bedoeling van den minis
ter van Finantiën, dat de credietwaardig-
heid van de debiteuren in de eerste plaats
zal beoordeeld worden door de A. O. B. en
de Nedorlandsche Bank, waarbij in aan
merking is te nemen dat de Nederlandsc-he
Bank, uit hoofde van de reeds door haar
aan de A. C. B. verleende crcdiethulp,
groot belang heeft bij een gezonde positie
van laatstgenoemde instelling. Daarenbo
ven zal, naar de minister zich voorstelt
door do regeering worden toegezien op de
zooeven bedoelde credietwaardigheid. Om
trent de vraag, of hiervoor een commissie
zou zijn in te stellen dan wel of die taak
aan' één Regeeringsvertegenwoordiger zal
zijn op te dragen, meent de minister zich
zijn oordeel te moeten voorbehouden.
Wat de laatste der in het verslag weer
gegeven opmerkingen betreft, wordt mede
gedeeld, dat uit den aard der zaak de be
trokken debiteuren zekerheid zullen moe
ten stellen en dat de waarborgen ten aan
zien van credietwaardigheid grooter zul
len moeten zijn dan voortvloeit uit den
eisch, die bij het tuinders- en kweekers-
ciediet door de Regeering is gesteld.
Zomertijd of zonnetijd.
Eed adres van landbouworga-
g i s a t i cs aan den Minis terraad.
De Ned. Boerenbond, de Christel. Boe
ren- en Tuindersbond in Nederland en het
Koninklijke ITederlandsch Landbouw-Co-
xaifr; iinlihrm in ppn-adres tot den Raad van
Minister het-verzoek gericht, -wel het ini
tiatief te willen nemon voor 't doen plaats
hebben van een bespreking van vertegen
woordigers uit de verschillende groepen
onzer bevolking, ten einde met juistheid
to doen vaststellen, welko economische,
technische en andere bezwaren aan het
behoud van den z.g. zonnetijd en het in
voeren van den z.g. zomertijd voor de on
derscheidene volksgroepen en voor do ge
meenschap verhonden zijn.
Adressanten zijn van oordeel, dat een
dergelijke bespreking, waarbij overigens
het geheelo lijdvraagstuk (Greenwich-
Midden-Rnropeesche tijd) betrokken zou
kunnen worden, er toe zal bijdragen, dat
oen juist inzicht wordt verkregen omtrent
de voor- en nadeelen, verbonden aan een
oplossing in de een of andere richting van
het vraagstuk zonnetijd of zomertijd".
Zij vleien zich, dat de Raad van Minis
ters aan hun verzoek in dezen wel zal
willen voldoen.
Te laat.
De heer J. A'. van Zutphen zal naar
thans blijkt geen zitting nemen als lid van
de Prov. Staten van Noord-Holland, daar
zijn geloofsbrieven te laat zijn ingekomen.
Deze moesten uiterlijk op 16 dezer zijn in-
gokomen^ hetgeen niet het geval was. Hier
van is mededeeling gedaan aan het Hoofd
stembureau, dat binnen 14 dagen een ander
lid zal aanwijzen. De oorzaak van deze
FEUILLETON
Een Baron-Bandiet.
(Naar het Duitsch.)
Een advocaat, die, doordat hij een
groot proces verloren heeft, waanzinnig
te geworden, een jeugdige schrijver en een
oude vrek, die ondanks zijn rjikdom den
hongerdood voor oogen ziet.
De damo zou met hen niet in aanra
king komen?
Onzo patiënten worden steeds afge
kaderd gehouden, en de gevaarlijken
mogen nimmer hun cellen verlaten.
Dio laatste voorwaarde wenschte lk
ook voor mjine patiënte te stellen, en het
ware voor mij geruststellend, indien gij
alleen u met hare verpleging wildet he
iasten. Voor de moeite zou ik u gaarne
schadeloos stellen.
Gij hebt mij uw geheele vertrouwen
nog niet geschonken.
Ilc ben immers voornemens het te
doen. Mijn bruid toeft met haar vader te
Home; wij zijn uit Zwitserland samen
hierheen gekomen. Hier moet het heslist
worden of de barones mij haar jawoord
^al geven. Doet zij het, dan heb ik mijn
doel bereikt, en onze onderhandelingen
djn daarmede afgebroken. Maar ik zie
ïporuit, dat zij het niet doen zal en in
dit geval moet haar vader mij een deel
*an zijn vermogen afstaan.
Moet hij dat?
Kan hij zijne dochter niet dwingen,
Je belofte, die hij mij gedaan heeft te
yervullen, dan moet hij mij toch de huwe-
'ijksgift geven, en hij heeft zich niet al
leen daartoe bereid verklaard, maar ook
reeds te kennen gegeven, dat hij mij tot
eenigen erfgenaam zou benoemen.
Dan hebt gij immers alles, wat gij
wenschen kunt.
Nog heb ik het niet, en of ik het be
houden zal, weet ik ook niet, antwoordde
do baron, in gedachten verdiept, terwijl
hij voor een daurierboschje staan bleef
en een tak afbrak; de barones heeft zich
uitgelaten, dat zij tot een klooster hare
toevlucht wilde nemen, en ik zou niet
gaarne een proces om de erfenis voeren.
Men weet immers, hoe het in zulke geval
len pleegt te gaan, en de barones zou er
bijzondere vreugde in hebben, wanneer ik
het proces verloor.
1 Het kon een zeer langdurig en on
aangenaam proces worden, zeide Manuela
Maar zoolang de baron leeft, zult gij niet
in het bezit van het erfdeel geraken: en
toch zult gij wenschen het zoo spoedig
mogelijk te ontvangen. Zijt ge in dit op
zicht niets voornemens te doen?
Hij zag haar verbaasd aan, maar hij
vond niets in haar gezicht, wat hem wan
trouwen kon inboezemen; zij scheen
slechts uit vriendschap de vraag tot hem
gericht te hebben.
Wat moet ik doen? antwoordde hij.
Hij zal mij, zoolang hij nog leeft, wel een
behoorlijk jaargeld toestaan; daarmede
moet ik mij tevreden stellen.
En zal hij het goedkeuren, dat zijne
dochter naar het gesticht wordt ver
voerd?
Neen, maar kan ik hem niet zeggen,
dat zij in een klooster gegaan is?
Hij zou weldra achter de waarheid
komen.
1 Kom, wie zou hem daarmee in ken
nis stellen? De kloostervoorschrifton laten
niet toe, dat hij zijne dochter bezoekt en
in correspondentie kan hij ook niet tre
den.
r Niettemin zal hij niets onbeproefd
laten, zich zekerheid te verschaffen.
Dat vrees ik niet; integendeel, ik
ben overtuigd, dat hij zijne dochter dien
stap niet vergeven en aanstonds de terug
reis aanvaarden zal. Dan i3 zij dood
voor hem, en nimmer zal hij iets van
haar vernemen.
En vanwaar wilt gij het geld krij
gen, om de verpleging der patiënte te be
talen? vroeg zij. Mijn man is zeer klein
geestig; hij laat zich niet door beloften
betalen. Wanneer het geld niet prompt
betaald wordt, is hij in staat, de patiënte
zonder omwegen te ontslaan.
Wees onbezorgd; het zal betaald wor
den. Uw zeide mij, dat gij het op u zoudt
nemen, de dame hierheen te brengen
Zoo? Wilde hij mij met die onaan
gename taak heiasten? Welnu, ik ben be
reid; wanneer moet ik komen, en waar
vind ik de dame?
Daaromtrent zal ik u later de noo-
dige inlichtingen verschaffen, zoodra do
zaak zoover gevorderd is. En nu, vaar
wel, Manuela; ik moét mij haasten, want
een somher voorgevoel zegt mij, dat mijn
plannen van een anderen kant gedwars
boomd worden, en dit gevaar moet ik
voorkomen.
Booswicht, prevelde zij, Met uwe
mooie woorden bedriegt gij mij niet; ik
ken uwe gedachten en plannen en gij ver
moedt niet, hoe gevaarlijk liet voor u
was, mij in uwe voornemens in te wij
den. Welk een wending die zaak nu ook
nemen mocht, ik houd u vast, en lk zal u
vergelden, wat ik om uwentwil geleden
heb.
XVII.
In hetzelfde uur, waarin von Felsen
met dokter Farini onderhandelde, legde
Ida haren vader den brief voor, dien von
Bremen haar geschreven had.
Bevatte dit schrijven ook nog geen di
recte bewijzen, toch bevestigde het de
vreesdij Icq. beschuldiging, waarvan Ida
reeds vroeger gewag had gemaakt.
De onthullingen omtrent het verleden
van Bom moesten hij von Steinfels een
pijnlijken indruk te weeg brengen; het
was hem immers niet onbekend, dat von
Felsen dien man zijn vriend noemde.
Zou do baron het verleden van dien ge
wezen kamerdienaar niet kennen? Zou
hij nimmer argwaan tegen dien man ge
koesterd hebben, die zonder twijfel zijn
afkomst in zijn handelingen en manieren
niet gehee} kon verbergen.
Dit was niet aan te nemen; want von
Felsen bezat voor zulke aangelegenheden
een zeer gcoefenden kennersblik, en had
hij niettemin dien man zijn vriendschap
waardig gekeurd, dan gaf dit aanleiding
tot vermoedens, die geenszins gunstig
voor hem pleitten.
Voorts bevatte de breedvoerige brief
het bewijs dat twee aan Ida geadresseer
de brieven onderschept geworden waren,
en het vermoeden, dat de baron zich aan
dit vergrijp had schuldig gemaakt, lag
voor do band.
De vrijheer had den brief tweemaal ge
kwestie is, dat de heer van Zutphen rijtf
geloofsbrieven heeft gezonden aan defc
voorzitter van heb Stembureau, den he«|
C. Maarschalk. Daar deze met .vacantia
was, zijn de geloofsbrieven tot na 10 Juia
ongeopend blijven h'ggen. In de plaats va®
den beer van Zutphen zal thana de heet
J. den Exter worden aangewezen. .4
Veiligheidsplaten.
Van bevoegde zijde vernemen wij, dr~
een Commissie ia gevormd, bestaande jiif
de heeren: Ir. J. F. L. v. Hasselt, H<Svfd*
ingenieur bij de Centrale Werkgevers RN
sicobank, J. J. v. Male, ïïoofdinspecicut
V. d. Arbeid te Amsterdam, Ir. C. F. G«
Melsch, Ingenieur der Rijksverzekeriugs-,
bank en Ir. R. A. Gorter, Directeur eau
heb Veiligheidsmuseum, welke Commissie
zich ten doel stelt veiligheidsplaten samen
to stellen.
Deze platen zullen belanghebbends^ op
wekken tot het voorkomen van ongevallen.
Belanghebbenden in dezo zijn niet alleen'
de arbeiders en werkgever^ ook het pu
bliek heeft belang bij het voorkomen van
ongevallen. Binnenkort zullen de eerste
prenten verkrijgbaar zijn en wel bij do
Raden van Arbeid en bij verschillends
organisaties, die het risico der wettelijk©
ongevallenverzekering dragen.
Doordat de Commissie verwacht,
voor deze wijze van vragen om medewet
king tot vermeerdering der veiligheid veel
belangstelling zal bestaan, zullen deze goed.
geteekende prenten wel veel aftrek vinde-x
en als gevolg daarvan zal do prijs der
prenten waarschijnlijk wel niet meer clan
30 cents per stuk behoeven te bedragen.
Over eenigen tijd zal het eerste achttal
prenten o.a. in het Veiligheidsmuscum te
Amsterdam, Hobbcmastraat 22, worden
tentoongesteld, teneinde aan belangheb
benden een indruk te geven van do eischem
dio de Commissie aan zulke prenten stelt.
Zij hoopt, dat vele tchnici en artisten hier
door zullen worden opgewekt dergelijke
prenten te ontwerpen. De leden der Com
missie zijn gaarne bereid onderwerpen
voor het vervaardigen van dergelijke bil
jetten aan de hand te doen, voorontwerpen'
te bespreken en allo nadere gewenschte in
lichtingen daaromtrent te verstrekken.
Niets geven aan baifenfandsche kJoostersl
He?!
Ja
En waarom niet?
Omdat er zoo ontzettend veel gebrek is
in sommige kloosters, die niets vragen;
en niet altijd de grootste armoe in dio
enkele kloosters, die veel vragen.
Gebrek lijden ze wel allemaal.
Maar nu hebben sommige 'n Pius-alma-
nak bemachtigd of lijsten van graaggeef- -
sche menschen en heel begrijpelijk
overstroomt nu het Katholieke deel van
Holland met bedelbrieven.
En de arme sukkels, die niet de weelde
kennen van 't Pius-almanak of van zoo'n.
lijst, blijven van alle giften en gaven vol
komen vrij!
Dat hoort niet zoo!
En daarom: Niets zelf -geven aan bedo- j
lende huitenlandsche kloosters.
Maak van je hart 'n steen, en van jo
portemonnaie een ruim gebruik.
Ja! Want al die arme kloosters, vooral
in Duitschland, verdienen dubbel en
dwars, dat we ze helpen.
De arme nonnekes blijven zich zelf offe
ren. Maar geld, om de arme zwakke zus
ters op kracht te houden, heeft Moeder
niet en dat is allerbedroevendst.
En do pruttelende maag is zelfs voor 'n
zieke zuster geen harmonisch weldadig ge
luid.
Waarhij nog komt, dat de patiënten hei
noodigo niet meer bekomen, om to heko
men, wat eveneens slecht bekomt.
Bepaald de kloosters in Duitschland
vooral moeten geholpen worden, hoe
eerder hoe beter, hoe meer hoe beter.
Maar niets zelf geven aan die kloosters.
Laat voor de verdeeling dc Jetreffende
Bisschoppen zorgen. En lat«? wij onzo
giften voor de huitenlandsche kloosters
sturen niet zelf naar Moedor Overste zus
of zoo, maar naar het R.-K. Huisvestings
comité te 's-Bosch.
't Kon zijn, dat ge bij je zelf dacht: Me
dunkt, dat de kloosters van hier de kloos
ters van daar helpen moesten.
Als ge er zoo over denkt, dan mag ik jo
geruststellen. Reeds meerdere malc-n ont
vingen de Nederlandsche kloosters een
lezen; Mj liep met groote stappen hoen en
weer.
Ida besefte, dat met dien brief alleen
geen aanklacht kon gestaafd worden. Zij
wilde wachten tot verdere mededeelingcn,
op welke von Bremen nu reeds zinsppol-
de, in haar bezit waren. Zij zou in dien
tijd den baron gadeslaan en terloops door
schijnbaar onverschillige woorden hem
strikken leggen, die later als bewijs te
gen hem gebezigd konden worden. Zij
maakte er haren vader opmerkzaam op,
dat men met dien man een harden strijd
to voeren had en daarom tot zoodanige
middelen zijn toevlucht moest nemen,
doch von Steinfels wilde er r.iets van wq
ten. Hij hield niet van lang dralen; open
hartig wilde hij den baron van do aan--
klacht in kennis stellen en hem verzoe
ken, zich te verdedigen.
Gelukte het hem niet, zich te rechtvaar
digen, dan was de vrijheer ook van alle
verplichtingen tegenover dien man ont
heven.
Onder vier oogen wil ik met heni
spreken, zeide hij.
Ida schudde het hoofd.
Hij zal alles ontkennen, antwoordt
do zij, en zoolang ons bewijzen ontbreken,
kunnen wij hem niet overtuigen. Ik acht
het werkelijk raadzamer dat wij verdera
mededeeïingen afwachten, mi juli eer von
Bremen zal niet rusten eer hij vollo ze-*
kerheid heeft.
En welke bewijzen kan mijnheer
von Bremen ons zenden? Hij moet steu-*
nen op hetgeen die Bom hem zegt, en da
baron zal do mededeeïingen van den man
al3 laster brandmerken.
(Wordt vervolgd.)