„8e Leitoie ft—t Tweede Blad «tr Zaterdag 23 Juni 1923 Draadloos brieyen overseinen. (Nadruk verboden.) ÏL Na oen vorige inaal uiteengezet te heb ben de groote voordeelen die een oversei nen van complete brieven heeft boven het telegrapheeren, hen ik zoo'n beetje zede lijk verplicht te antwoorden op de vraag, die zich vanzelf bij iederen lezer op dringt: „Hoe ter wereld spelen ze dat alles klaar-" Het lijkt vreeselijk moeilijk, en toch is het eigenlijk hoogst eenvoudig... als je maar gebruik weet te maken van de na tuurkrachten, die Onze Lieve Heer je gra tis ter beschikking stelt. Men had niets nieuws uit te ♦inden; er was niets anders noodig, dan reeds bestaande, reeds heken- de uitvindingen te combineeren om het gowensehte effect te bereiken. Wat kende men reeds en welke combi natie meest nu gevonden worden'? Men kende b.v. reeds lang het principe van de telephoon. Zooals onze lezers, di8 mijn artikelen over de draadlooze telephonie gevolgd heb hen, reeds weten, berust de werking van do telephoon op het principe, dat men door middel van een microplioon in vloed kan uitoefenen op de electrische stroom in een metaaldraad, daardoor stroomvariaties «=-» sterker of zwakker stroom kan teweeg brengen, welke stroomvariaties aan het andere einde van den draad een electro-magneet sterker of zwakker magnetisch maken, hetgeen tenslotte een metalen plaatje in trilling brengt. Dat metalen plaatje gaat zoodoende precies op dezelfde manier tril len als het metalen plaatje van de micro-* phoon. Wordt derhalve het mi o r o - p h o o n p 1 a ai j e door de menschelijke stem in trilling gebracht, dan zal het t e- lephoonplaatje die trillingen pre cies zóó ontvangen en dus het gesprokene weergeven. Ter herinnering drukken wij hier nog eens zoo'n microplioon af. Dc stroom van de batterij B. komt b.v. bij a. in do microplioon, gaat langs het veertje v. over het puntje naar - de plaat P. en verlaat dan het toestelletje om langs de draad via de telephoonhoorn te rug te keeren naar de batterij. De trillingen van de plaat P. maken het contact van het puntje dat aan de veer vastzit, steviger of losser. Wordt het con tact steviger, dan gaat er meer stroom door de draad; word het contact losser dan gaat er minder stroom door de draad. En deze stroomvariaties doen do telephoon spreken. Dit principe kendo men. Men wist, dat men door stroomvariaties, aan den eenen kant opgewekt, aan den anderen kant een of ander effect kon be reiken. Kon men echter die stroomvaria ties dienstbaar maken aan het geluld, hier moest men ze trachten dienstbaar te maken aan het licht. Want men kan een brief of photo wel zien maar niet hooren, dat is duidelijk. De microphoon, die zul ke goedo diensten deed voor het omzetten van geluidstrillingen in stroomvariaties, wilde men niet afschaffen. Er moest dus een foefje op gevonden worden om 1 i c h t e u d o n k e r om te zetten in stoviger en zwakker con tact van het plaatje en het puntje, om zoodoende de vereischte stroomvariaties te krijgen. En hier had men weer de op lossing als het ware voor het grijpen, de Oplossing lag gereed in den vorm van een procédé van de fotografie, dat ook In het drukkersbedrijf wel gebruikt wordt. Wanneer namelijk speciaal geprepa reerde gelatine aan het licht wordt bloot gesteld, wordt het hard. Plaatst men nu zoo'n gelatinelaag achter het glazen nega tief van een photo, en stelt men dit aan de werking van het licht bloot, dan zal de gelatine verharden, meer of minder, al naar gelang zij zich bevindt achter een lichtere of meer donkere plek van het glas Na oenigen tijd aldus beiicht te zijn, wordt de gelatine gewasschen met warm water. In dat water lossen zich de gela- tinedeelen op, die nog niet verhard zijn, zoo dat dus alle donkere plekken worden weggewasschen, terwijl de lichte plekken blijven als kleine bergjes. Na de wassching ziet zoo'n belichte gc- latinc-plaat eruit als een heel klein berg landschap, met rotspartijen die de licht plekken, en met gleuven en dalen, die de donkere lijnen en schaduwpartijen van het negatief moeten voorstellen. Leg nu deze verharde gelatine-plaat op een rol, die zich na iedere omwenteling verschuift in de richting van zijn lengte as en plaats een metalen stiftje tegen de rol, dat hij hot ronddraaien van de cy linder successievelijk glijdt over allo pun ten van do gelatinelaag, dan hebt u het resultaat, dat u hebben moet. Want even als bij do gramophoon het metalen stiftje bij het ronddraaien van do plaat alle on effenheden van de plaat volgt, zoo zal ook hier het stiftje allo hoogten en laagten van de gelatine-laag volgen. Dat stiftje nu is verhonden met de microphoon. Komt het te staan tegenover zoo'n miniatuur bergje, dan zal het achteruit worden geduwd, het zal steviger tegen de plaat van de mi crophoon drukken, het contact wordt ste viger en de electrische stroom kan ster ker doorstroomen. En omgekeerd komt het stiftje tegenover een. inkeeping in de gelatine te staan, dan zal het vooruit springen, het zal niet meer zoo stevig drukken tegen de microphoonplaat en al dus het contact losser maken. Op die manier wordt het licht en don ker van de photographische plaat in al zijn nuanceeringen omgezet in precies daarop corre^ondeerendo stroomvariaties Hier ziet men schematisch aangegeven het afzend station. De rechtopstaande fi guur is de microphoon. U zult hein wel herkennen, denk ik, al is hij iets meer geperfectioneerd, dan in de eerste afbeel ding. De stroom komt b.v. hij a. binnen, stroomt langs het veertje v., over het plaatje m. (membraan) langs het veerende holletje, de bestippelde plaat, tot waar hij het toestel verlaat via de schroef onder aan. Voor 'versterking of verzwakking van het contact zorgen hier zoowel het stiftje als het membraan in verbinding met het bolletje. Op de rol A. ziet u duidelijk de hoogtes en dieptes van de gelatine-laag. Den volgenden keer zullen wij gaan zien, hoe de stroomvariaties aan den an deren kant van de draad benut worden en hoe ze weer worden omgezet in licht en donker. De hierboven geschetste werkwijze ge bruikt men bij het afzenden- van een photo. Voor een brief kan men natuur lijk op dezelfde manier te werk gaan. Men kan hem photographeeren, achter het ne gatief de gelatine aanbrengen enz. Doch hiervoor heeft men een andere methode uitgedacht, die wij later zullen besproken. Het princiep van overbren ging blijft echter hetzelfde en het over seinen zelf is eenvoudiger, daar men bij een brief slechts te maken heeft met don ker zwart en helder wit, twee groote te genstellingen, die door hun scherp con trast gemakkelijk zijn over te brengen. Wij zullen voorloopig veronderstellen", dat de overbrenging per draad geschiedt, hetgeen ook inderdaad het geval la op do stations waar men het systeem reeds in practijk heeft gebracht;. Wij zullen dan laten zien, Koe men te werk gaat bij het overzenden zonder draad. H. O. „LIEFDEWERK OUD PAPIER". Jaarverslag. Het verslag van de Vereeniging „Lief dewerk Oud Papier" voor Nederland over het jaar 1922 is uitgegeven in een boekje, dat wordt geopend met een portret van dr. G. A. L. Rademaker, den overleden voorzitter der Vereeniging, waarhij de heer J. Heerkens Thijssen uit Haarlem een in-memoriam schrijft. Wij lezen in het jaarverslag van den secretaris, den heer H. B. Roelvink, te Amsterdam, dat de Vereeniging aan het einde van 1922 telde 20 Centrale afdeelin- gen, 97 Afdeelingen en 65 Correspondent-1 schappen. Aan arbeidsloon (ophalen en vervoeren van oud-papier) is in totaal uitbetaald: C5.756 gld. Uit het batig saldo werd 1000 gld. ge schonken aan Z. H. den Paus; 500 gld. voor het nieuw te bouwen Seminarie Ha- geveld te Heemstede; verder werd aan verscheidene Katholieke instellingen een gift gegeven. In de Centrale Afd. L o i d e n werden voor Leiden de volgende bedragen ge schonken: Zita-Vereeniging (Afd. Centrale) 200.^ Ver. tot berscherming van Meisjes 100.— Margaretha v. Cartonastichting 100.—' Centraal Bureau K.S.A. 200.—' Opvoedings-gesticht Zusters Carmelitessen 50.— R.-K. Ziekenverzorging Rijp-We- tering 50.^ Kapel der Zita Vereeniging 100.— Wij geven hier een vergelijkend over zicht van de opbrengst over eenige jaren in onze Centrale afd. Leiden: Hoogste aantal K.G. Aantal ooit in nicantc-n ïtts* 12000 Leiden 09278 600 Hazorsw. (D.) 468 ld. Or.dijk 415 750 ld. R.dijk 1170 525 Hoosmade 550 Katwijk Leiderdorp 3000 Noord wijk 2500 Noordw.hout 900 Oeestgeest 500 Oud-Ade 445 350 Oudewetering 902 700 Rijpwetering 1205 1100 Stompwijk 510 950 Voorhout IJ00 Voorschoten 900 Warmond 2500 Wassenaar 4£>22 verzameld 101590 101599 549 1294 526 3385 412 1841 2467 481 4097 1744 1000 Zoeterwoude 1418 498 323 1248 564 653 365 2088 930 2940 507 1334 1332 154 4466 1927 3575 2800 2033 574 415 1248 690 2215 15905 930 2949 507 1334 2798 730 2570 2415 4590 3140 2033 MIDDENSTANDSCREDSET. 1 Eegoeringsnota. (V ervolg.) Slechts aan die debiteuren zal nieuw cre- diefc worden verschaft, die in staat zijn zoo danige waarborgen te verschaffen, dat het vcrleenen van het crediet niet meer dan het normale bankrisico meebrengt. Het ligt niet in de bedoeling der regee ring, en het zou ook niet vallen binnen de omschrijving van het wetsontwerp, bijzon dere maatregelen ten behoeve van de spaarders te nemen. Zooals reeds eenige malen werd medege deeld, is het aan de regeering slechts kor ten tijd geleden bekend geworden, dat de beide Hanzebanken in moeilijkheden ver keerden, en niet in staat zouden zijn uit eigen kracht die moeilijkheden te overwin nen. Zij lieeft toén aanstonds overwogen, wat baar te doen stond en daarna de indiening van het ontwerp bevorderd, doch heb lag uit den aard der zaak niet op haar weg voor de indiening var. het ontwerp med- deelingen ter zake tot het publiek te rich ten'. Het ligt niet' in de bedoeling dó methode toe te passen', welke in 1919 is gevolgd en welke hierin bestond, dat de Staat zioh onder bepaalde voorwaarden tegenover de Nedorlandsche Bank borg stelde voor de helft van de eventueel te lijden verliezen op haar vorderingen ten laste van de Alge meen Centrale Bankvereeniging voor den Middenstand. Het ligt in de bedoeling, een algemeen percentage van premier risque to bepalen Intusschen zal de premier risque niet be treffen het geheelo overgenomen bedrag, doch eiken post afzonderlijk, zoodab bij eventueels verliezen op geen der posten meer dan het overeengekomen algemeen percentage ton laste van den staat zal kunnen worden gebracht. Hieruit volgt, dat iedere debiteur op zich zelf zal worden beoordeeld. i Heb ligt in de bedoeling van den minis ter van Finantiën, dat de credietwaardig- heid van de debiteuren in de eerste plaats zal beoordeeld worden door de A. O. B. en de Nedorlandsche Bank, waarbij in aan merking is te nemen dat de Nederlandsc-he Bank, uit hoofde van de reeds door haar aan de A. C. B. verleende crcdiethulp, groot belang heeft bij een gezonde positie van laatstgenoemde instelling. Daarenbo ven zal, naar de minister zich voorstelt door do regeering worden toegezien op de zooeven bedoelde credietwaardigheid. Om trent de vraag, of hiervoor een commissie zou zijn in te stellen dan wel of die taak aan' één Regeeringsvertegenwoordiger zal zijn op te dragen, meent de minister zich zijn oordeel te moeten voorbehouden. Wat de laatste der in het verslag weer gegeven opmerkingen betreft, wordt mede gedeeld, dat uit den aard der zaak de be trokken debiteuren zekerheid zullen moe ten stellen en dat de waarborgen ten aan zien van credietwaardigheid grooter zul len moeten zijn dan voortvloeit uit den eisch, die bij het tuinders- en kweekers- ciediet door de Regeering is gesteld. Zomertijd of zonnetijd. Eed adres van landbouworga- g i s a t i cs aan den Minis terraad. De Ned. Boerenbond, de Christel. Boe ren- en Tuindersbond in Nederland en het Koninklijke ITederlandsch Landbouw-Co- xaifr; iinlihrm in ppn-adres tot den Raad van Minister het-verzoek gericht, -wel het ini tiatief te willen nemon voor 't doen plaats hebben van een bespreking van vertegen woordigers uit de verschillende groepen onzer bevolking, ten einde met juistheid to doen vaststellen, welko economische, technische en andere bezwaren aan het behoud van den z.g. zonnetijd en het in voeren van den z.g. zomertijd voor de on derscheidene volksgroepen en voor do ge meenschap verhonden zijn. Adressanten zijn van oordeel, dat een dergelijke bespreking, waarbij overigens het geheelo lijdvraagstuk (Greenwich- Midden-Rnropeesche tijd) betrokken zou kunnen worden, er toe zal bijdragen, dat oen juist inzicht wordt verkregen omtrent de voor- en nadeelen, verbonden aan een oplossing in de een of andere richting van het vraagstuk zonnetijd of zomertijd". Zij vleien zich, dat de Raad van Minis ters aan hun verzoek in dezen wel zal willen voldoen. Te laat. De heer J. A'. van Zutphen zal naar thans blijkt geen zitting nemen als lid van de Prov. Staten van Noord-Holland, daar zijn geloofsbrieven te laat zijn ingekomen. Deze moesten uiterlijk op 16 dezer zijn in- gokomen^ hetgeen niet het geval was. Hier van is mededeeling gedaan aan het Hoofd stembureau, dat binnen 14 dagen een ander lid zal aanwijzen. De oorzaak van deze FEUILLETON Een Baron-Bandiet. (Naar het Duitsch.) Een advocaat, die, doordat hij een groot proces verloren heeft, waanzinnig te geworden, een jeugdige schrijver en een oude vrek, die ondanks zijn rjikdom den hongerdood voor oogen ziet. De damo zou met hen niet in aanra king komen? Onzo patiënten worden steeds afge kaderd gehouden, en de gevaarlijken mogen nimmer hun cellen verlaten. Dio laatste voorwaarde wenschte lk ook voor mjine patiënte te stellen, en het ware voor mij geruststellend, indien gij alleen u met hare verpleging wildet he iasten. Voor de moeite zou ik u gaarne schadeloos stellen. Gij hebt mij uw geheele vertrouwen nog niet geschonken. Ilc ben immers voornemens het te doen. Mijn bruid toeft met haar vader te Home; wij zijn uit Zwitserland samen hierheen gekomen. Hier moet het heslist worden of de barones mij haar jawoord ^al geven. Doet zij het, dan heb ik mijn doel bereikt, en onze onderhandelingen djn daarmede afgebroken. Maar ik zie ïporuit, dat zij het niet doen zal en in dit geval moet haar vader mij een deel *an zijn vermogen afstaan. Moet hij dat? Kan hij zijne dochter niet dwingen, Je belofte, die hij mij gedaan heeft te yervullen, dan moet hij mij toch de huwe- 'ijksgift geven, en hij heeft zich niet al leen daartoe bereid verklaard, maar ook reeds te kennen gegeven, dat hij mij tot eenigen erfgenaam zou benoemen. Dan hebt gij immers alles, wat gij wenschen kunt. Nog heb ik het niet, en of ik het be houden zal, weet ik ook niet, antwoordde do baron, in gedachten verdiept, terwijl hij voor een daurierboschje staan bleef en een tak afbrak; de barones heeft zich uitgelaten, dat zij tot een klooster hare toevlucht wilde nemen, en ik zou niet gaarne een proces om de erfenis voeren. Men weet immers, hoe het in zulke geval len pleegt te gaan, en de barones zou er bijzondere vreugde in hebben, wanneer ik het proces verloor. 1 Het kon een zeer langdurig en on aangenaam proces worden, zeide Manuela Maar zoolang de baron leeft, zult gij niet in het bezit van het erfdeel geraken: en toch zult gij wenschen het zoo spoedig mogelijk te ontvangen. Zijt ge in dit op zicht niets voornemens te doen? Hij zag haar verbaasd aan, maar hij vond niets in haar gezicht, wat hem wan trouwen kon inboezemen; zij scheen slechts uit vriendschap de vraag tot hem gericht te hebben. Wat moet ik doen? antwoordde hij. Hij zal mij, zoolang hij nog leeft, wel een behoorlijk jaargeld toestaan; daarmede moet ik mij tevreden stellen. En zal hij het goedkeuren, dat zijne dochter naar het gesticht wordt ver voerd? Neen, maar kan ik hem niet zeggen, dat zij in een klooster gegaan is? Hij zou weldra achter de waarheid komen. 1 Kom, wie zou hem daarmee in ken nis stellen? De kloostervoorschrifton laten niet toe, dat hij zijne dochter bezoekt en in correspondentie kan hij ook niet tre den. r Niettemin zal hij niets onbeproefd laten, zich zekerheid te verschaffen. Dat vrees ik niet; integendeel, ik ben overtuigd, dat hij zijne dochter dien stap niet vergeven en aanstonds de terug reis aanvaarden zal. Dan i3 zij dood voor hem, en nimmer zal hij iets van haar vernemen. En vanwaar wilt gij het geld krij gen, om de verpleging der patiënte te be talen? vroeg zij. Mijn man is zeer klein geestig; hij laat zich niet door beloften betalen. Wanneer het geld niet prompt betaald wordt, is hij in staat, de patiënte zonder omwegen te ontslaan. Wees onbezorgd; het zal betaald wor den. Uw zeide mij, dat gij het op u zoudt nemen, de dame hierheen te brengen Zoo? Wilde hij mij met die onaan gename taak heiasten? Welnu, ik ben be reid; wanneer moet ik komen, en waar vind ik de dame? Daaromtrent zal ik u later de noo- dige inlichtingen verschaffen, zoodra do zaak zoover gevorderd is. En nu, vaar wel, Manuela; ik moét mij haasten, want een somher voorgevoel zegt mij, dat mijn plannen van een anderen kant gedwars boomd worden, en dit gevaar moet ik voorkomen. Booswicht, prevelde zij, Met uwe mooie woorden bedriegt gij mij niet; ik ken uwe gedachten en plannen en gij ver moedt niet, hoe gevaarlijk liet voor u was, mij in uwe voornemens in te wij den. Welk een wending die zaak nu ook nemen mocht, ik houd u vast, en lk zal u vergelden, wat ik om uwentwil geleden heb. XVII. In hetzelfde uur, waarin von Felsen met dokter Farini onderhandelde, legde Ida haren vader den brief voor, dien von Bremen haar geschreven had. Bevatte dit schrijven ook nog geen di recte bewijzen, toch bevestigde het de vreesdij Icq. beschuldiging, waarvan Ida reeds vroeger gewag had gemaakt. De onthullingen omtrent het verleden van Bom moesten hij von Steinfels een pijnlijken indruk te weeg brengen; het was hem immers niet onbekend, dat von Felsen dien man zijn vriend noemde. Zou do baron het verleden van dien ge wezen kamerdienaar niet kennen? Zou hij nimmer argwaan tegen dien man ge koesterd hebben, die zonder twijfel zijn afkomst in zijn handelingen en manieren niet gehee} kon verbergen. Dit was niet aan te nemen; want von Felsen bezat voor zulke aangelegenheden een zeer gcoefenden kennersblik, en had hij niettemin dien man zijn vriendschap waardig gekeurd, dan gaf dit aanleiding tot vermoedens, die geenszins gunstig voor hem pleitten. Voorts bevatte de breedvoerige brief het bewijs dat twee aan Ida geadresseer de brieven onderschept geworden waren, en het vermoeden, dat de baron zich aan dit vergrijp had schuldig gemaakt, lag voor do band. De vrijheer had den brief tweemaal ge kwestie is, dat de heer van Zutphen rijtf geloofsbrieven heeft gezonden aan defc voorzitter van heb Stembureau, den he«| C. Maarschalk. Daar deze met .vacantia was, zijn de geloofsbrieven tot na 10 Juia ongeopend blijven h'ggen. In de plaats va® den beer van Zutphen zal thana de heet J. den Exter worden aangewezen. .4 Veiligheidsplaten. Van bevoegde zijde vernemen wij, dr~ een Commissie ia gevormd, bestaande jiif de heeren: Ir. J. F. L. v. Hasselt, H<Svfd* ingenieur bij de Centrale Werkgevers RN sicobank, J. J. v. Male, ïïoofdinspecicut V. d. Arbeid te Amsterdam, Ir. C. F. G« Melsch, Ingenieur der Rijksverzekeriugs-, bank en Ir. R. A. Gorter, Directeur eau heb Veiligheidsmuseum, welke Commissie zich ten doel stelt veiligheidsplaten samen to stellen. Deze platen zullen belanghebbends^ op wekken tot het voorkomen van ongevallen. Belanghebbenden in dezo zijn niet alleen' de arbeiders en werkgever^ ook het pu bliek heeft belang bij het voorkomen van ongevallen. Binnenkort zullen de eerste prenten verkrijgbaar zijn en wel bij do Raden van Arbeid en bij verschillends organisaties, die het risico der wettelijk© ongevallenverzekering dragen. Doordat de Commissie verwacht, voor deze wijze van vragen om medewet king tot vermeerdering der veiligheid veel belangstelling zal bestaan, zullen deze goed. geteekende prenten wel veel aftrek vinde-x en als gevolg daarvan zal do prijs der prenten waarschijnlijk wel niet meer clan 30 cents per stuk behoeven te bedragen. Over eenigen tijd zal het eerste achttal prenten o.a. in het Veiligheidsmuscum te Amsterdam, Hobbcmastraat 22, worden tentoongesteld, teneinde aan belangheb benden een indruk te geven van do eischem dio de Commissie aan zulke prenten stelt. Zij hoopt, dat vele tchnici en artisten hier door zullen worden opgewekt dergelijke prenten te ontwerpen. De leden der Com missie zijn gaarne bereid onderwerpen voor het vervaardigen van dergelijke bil jetten aan de hand te doen, voorontwerpen' te bespreken en allo nadere gewenschte in lichtingen daaromtrent te verstrekken. Niets geven aan baifenfandsche kJoostersl He?! Ja En waarom niet? Omdat er zoo ontzettend veel gebrek is in sommige kloosters, die niets vragen; en niet altijd de grootste armoe in dio enkele kloosters, die veel vragen. Gebrek lijden ze wel allemaal. Maar nu hebben sommige 'n Pius-alma- nak bemachtigd of lijsten van graaggeef- - sche menschen en heel begrijpelijk overstroomt nu het Katholieke deel van Holland met bedelbrieven. En de arme sukkels, die niet de weelde kennen van 't Pius-almanak of van zoo'n. lijst, blijven van alle giften en gaven vol komen vrij! Dat hoort niet zoo! En daarom: Niets zelf -geven aan bedo- j lende huitenlandsche kloosters. Maak van je hart 'n steen, en van jo portemonnaie een ruim gebruik. Ja! Want al die arme kloosters, vooral in Duitschland, verdienen dubbel en dwars, dat we ze helpen. De arme nonnekes blijven zich zelf offe ren. Maar geld, om de arme zwakke zus ters op kracht te houden, heeft Moeder niet en dat is allerbedroevendst. En do pruttelende maag is zelfs voor 'n zieke zuster geen harmonisch weldadig ge luid. Waarhij nog komt, dat de patiënten hei noodigo niet meer bekomen, om to heko men, wat eveneens slecht bekomt. Bepaald de kloosters in Duitschland vooral moeten geholpen worden, hoe eerder hoe beter, hoe meer hoe beter. Maar niets zelf geven aan die kloosters. Laat voor de verdeeling dc Jetreffende Bisschoppen zorgen. En lat«? wij onzo giften voor de huitenlandsche kloosters sturen niet zelf naar Moedor Overste zus of zoo, maar naar het R.-K. Huisvestings comité te 's-Bosch. 't Kon zijn, dat ge bij je zelf dacht: Me dunkt, dat de kloosters van hier de kloos ters van daar helpen moesten. Als ge er zoo over denkt, dan mag ik jo geruststellen. Reeds meerdere malc-n ont vingen de Nederlandsche kloosters een lezen; Mj liep met groote stappen hoen en weer. Ida besefte, dat met dien brief alleen geen aanklacht kon gestaafd worden. Zij wilde wachten tot verdere mededeelingcn, op welke von Bremen nu reeds zinsppol- de, in haar bezit waren. Zij zou in dien tijd den baron gadeslaan en terloops door schijnbaar onverschillige woorden hem strikken leggen, die later als bewijs te gen hem gebezigd konden worden. Zij maakte er haren vader opmerkzaam op, dat men met dien man een harden strijd to voeren had en daarom tot zoodanige middelen zijn toevlucht moest nemen, doch von Steinfels wilde er r.iets van wq ten. Hij hield niet van lang dralen; open hartig wilde hij den baron van do aan-- klacht in kennis stellen en hem verzoe ken, zich te verdedigen. Gelukte het hem niet, zich te rechtvaar digen, dan was de vrijheer ook van alle verplichtingen tegenover dien man ont heven. Onder vier oogen wil ik met heni spreken, zeide hij. Ida schudde het hoofd. Hij zal alles ontkennen, antwoordt do zij, en zoolang ons bewijzen ontbreken, kunnen wij hem niet overtuigen. Ik acht het werkelijk raadzamer dat wij verdera mededeeïingen afwachten, mi juli eer von Bremen zal niet rusten eer hij vollo ze-* kerheid heeft. En welke bewijzen kan mijnheer von Bremen ons zenden? Hij moet steu-* nen op hetgeen die Bom hem zegt, en da baron zal do mededeeïingen van den man al3 laster brandmerken. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 7