VOOR DE VROUWEN 1 SGHoon He i Diiiso ux/Anif xaWêgL£Ilg[56 5esaz^>»!^^^OT^i^^ia5®^j»j®^^Ma^c«i»c»iS0>S0iS5i<»aeasa<i!essasesiSMa®!aseasaa«»Q 0 0® MODEPRAATJE 000 rr#jv - 1 ^se^t v --- ft loopende uitsnede onder don kraag. Een V zoo diepe uitsnede is noodzakelyk, opdat ff! men de japon zonder moeite over het hoofd f)J „„„v.. ow, kan aantrekken. Zij sluit met drukknoopjes; 'fo jj* wordt verlevendigd. Men kan hiertoe kleine de rechterrand is met Iangettes afgezet, terwijl Nr. 11687. t (Ongeveer 3.60 M. stof, f100 c. M. breed.) Deze eenvoudige vlugge japon is vervaardigd uit beigekleurige, lichte wollen stof, die door eenige borduurmotieven wordt verlevendigd. Men kan hiertoe kleine ruitvormige stukjes laken opvullen met bor duursteken en omboorden met een reeks steelstekefjj De voorbaan loopt tot beneden toe dooren is aan de zijkanten een weinig in- geknipt, alwaar zij door het ceintuur omvat wordt. De rugpand en de achterbaan, welke een weinig" schuin kan ioeloopeiï, worden eveneens 'ingeregen en door een naad met ^elkaar verbonden.^ Deze wordt gedekt door het reeds genoemde ceintuur, dat smal is, en p uit dubbele stof vervaardigd. De japon sluit van voren, met een diepe insnede onder den kraag. De mouwen loopen naar onderen toe breeder uit, en eindigen in een opslag, welke met den kraag harmonieert. Nr. 11688." U (Ongeveer 2.25 M. gestreepte, en 1.50 M. effen slof, elk 100 I c. M. breed.). ^Hier zijn tweS-' erlei stof op. tv i oorspronkelijke wijze gecom-j bineerdv De rok en de mou-l ;jjji Twen zijn uit gestreepte stof vervaardigd; als materiaal Vm kan men zeer 'fy goed eeri kiel- f jurk gebruiken .'waarvan de rok rte kort is ge-' w. worden. De rok' j wordt in over ig eenstemming j met onze af beelding;: be neden de heu- pen aangezet. [Het blousedeel is In een stuk gesneden; eil onderscheidt j zich door de tot aan het middel door- delinkerrand uit dubbele stof is vervaardigd. In overeenstemming met de uitsnede sluit ook het smalleceintuur uil dubbele stof met een Iangette. De mouwen eindigen in de nieuwerwetsche smalle en hooge manchetten uit effen stof. Nr. 11706. (Ongeveer 3.50 M. 140 c. M. breed.) Dit eenooudig-voorname costuum is vervaardigd uit donker blauwe wollen stof met dubbele lichte streepen. De ongeveer 1. 80 M. wijde rok bestaat uit twee rechte banen en is aan den bovenrand ingevouwen aan een taiileband gezet. De bijna drie kwart lange mantel, dien men ook een weinig korter kan ma^en,, heeft een lossen rechten vorm. De voorrandenj ,van den mantel Nr. 11706. Costuüm uit gestreepte stof giet smalle opslagen en wijder ffWwefis) Nr. 11687. Japon met kraag en lioht \bordiUjrsel. Nr. 11688. ;japon uit tweeërlei stof met_ nieuwmodische mouwen. Nr. 11734. (Ongeveer voor den rok 1.10 M. stof, 100 c. M. breed, voor de blouse 1.10 M. stof_8Ö c. M. breed.) Heti rokje uit blauw cheviot is aan elk der beide zijden in een aantal smalle plooien gelegd. De blouse is uit lichte waschbare: stof vervaardigd: de randen zijn met blauw garen gefestoneerd. De uiteinden van j het ceintuur worden nan de linkerzij om' elkaar geslagenT' r Nr. 11735. (Ongeveer 2.40 M. stof,; 80 c. M. breed.) Uit wit linnen en wat; i - t blauwe waschechte soutache is dit aardige' jongenspakje gemaakt. De blouse, die' natuurlijk over het hoofd wordt aange-' S* -T 1 trokken, de mouwsopslagen en de voorkant van den matrozenkraag zijri met soutache! bezet. De sluting gesehiedt door middel van een blauwe strik, f- Nr. 11685. (Ongeveer 5.50 M. stof,"; 80 c. M. breed.) Deze japon is uit licht- j kleurig frotté vervaardigd. De wijde! manchetten en de shawlkraag, evenals de opslagen der zakken, bestaan uit een stof met z. g. romeinsche streepen. Voor-en rugpand zijn glad en niet wijd. De Voor-! panden vallen maar even. over elkaar, zoo-j dat men het onderste deel van den kraag kan aanknippen.' De liggende kraag wordt dan om de halsuitsnede bevestigd. Ge-, bruikt men in plaats van effen, gestreepte' stof, dan i§_ het noodig, 3§t giea. !p den ryjr Nr. 11686. "Cchtend-ea kuisjapon met róiwlkirlifc een naad aanbrengt, opdat de streepen aan den voorkant goed evenwijdig loopen. De bekleeding van den kraag kan men smal om-, .slaan en met onzichtbare steken vastnaaien,; of, zoo de japon uit soliede stof is ver vaardigd, met kruissteken daaraan vast hechten. Op dezelfte wijze worden de 'manchetopslagen en de groote opgenaaide, zakken bewerkt. De mouwen loopen naar onderen toe wijder uit. De japon sluit on- zichtbaar, het smalle ceintuur uit dubbele stof door middel van een gesp. 'l - -'V;- 1 r Nr. 11719. Voor deze sierlijke baby-V schoentjes kan men kleine stof restjes ge bruiken. Zij bestaan uit het schoengedeelte en de zool. Op het schoengedeelte copieert men eerst het op nr. 11723 in natuurlijke; grootte afgebeelde patroon, dat vervolgens met rose of licht blauwe zijde wordt uit- 'gevoerd. De bovenrand en de uitsnede zijn 'met moesjes bezet. Nu sluit men den 'naad, voert het schoentje, en naait het 'vast aan een uit katoen en flanel bestaan- - - de zool. De binnenzool, welke aan het 'schoengedeelte is aangebracht, boskat qit voering en een onderlaag van flanel en wordt met eenige steken Nr. 11735. V 'mtfozenp'akjc 'roet langê broek f~ voor jongens van 4—6 jaar. - MEIMAAND. III. Het zou me niets verwonderen, moeders, dat ge wel eens op eien zeldzaam mooieu Meiavond met een van uw dreumesjes, die niet bijster veel trek had om in zijn of haar bedje te worden gestopt, een oogenblik voor het raam zijt gaan zitten. Men ziet het immers zoo dikwijls: een moeder met zoo'n kleinen snuiter of een lief klein meisjo in oen hagelwit nacht ponnetje voor 't raam in den vallenden avond. Ge zaagt enkele blonde wolken drijven, langs den westelijken hemel, ter wijl de pas ondergegane zon van achter de kim nog haar goudgloor omhoog^ wierp, door de ijle lucht. De stillekens drijvende wolken werden doorgloeid van schitterend roode glanz>en naar omhoog verbleekend tot licht purper. En tusschen de wolken was de hemel smaragdgroen, zinderend van de gulden stralen der zon, die in breerle waaiervormige banen zich uit spreidden over 't firmament. Misschien zong er hier of daar een me rel en in ieder geval vermaakte u het hooge vraagstemmetje van uw kleuter. En toen, moeder, toen hebt go wellicht uw kind verteld van den hemel, waar al les zoo schoon is en ge hebt verteld hoe Onze Lieve Vrouw daar troont in al haar lieflijke schoonheid, en hoeveel zij houdt van lieve kinderen en van allen die veel houden van Haar en van Onze' Lieven Heer. Albertine Steenhoff—Smulders heeft een gedichtje „Mei" geschreven^ waarboven zij de opdracht plaats: „Voor mijn kind". Tn dat gedicht is de schoone Mei-avond haar de aanleiding om de hemelsche wo ning van O. L. Vrouw in- gevoeligen taal te schilderen. Hier volgt het: 'Achter die heldere wolken, Waar de zon zal slapen gaan, Daar, waar het zoo gloeit en glinstert, Daar zal haar troon wel staan; En haar kleed van zilverspinsel, Haar mantel, violenblauw, Haar kroon van lichtende sterren, Haar snoer van juweelendauw. Zio je ze niet in de vertel Heur haren zijn vloeibaar goud, En zij lacht op heur kleine Kindje, Dat zij in haar armen houdt. Zij is veel zachter en zoeter, Dan onze bloemen in Mei, En Haar hemels Huis veel schooner, Dan al wat schoon is en blij. Engelen staan om heur zetel, Engelen, blond en bruin, Teêrrood en blank van gewaden^ Lijk bloesem3 in onzen tuin, Stil met de handen gevouwen^ Houden zij de oogen gericht, 'Ademloos blij op de Vrouwe, Omwiekt door het Zonnelicht. En toch, zeg maar je gebedje Voor dat je zal slapen gaa, Dan buigt zich de Lieve Vrouwe, En ziet je vriendeSjik aan. En al de glinsterende Eng'len Zien luist'rend, stille en recht, .Naar 't kindje op bloote voetjes, Dat „Ave Maria" zegt. En nu laat ik weer afdrukken een lied van Guida Gezelle, getiteld „Viva Maria". Achter de eerste twee regels van elke strophe moet u „viva" lezen en aan 't slot telkens „Ave Maria", zooals dat bij de eerste strophe is aangegeven. Het is een lied om gezongen te worden, maar tot mijn spijt kan ik dc melodie niet vinden. Misschien een der lezeressen of lezers? Gezclle heeft het laten drukken in zijn „Rijmsnoer om 't jaar". Toelichting lijkt me overbodig. Ik voele, alsdat mijn tong herleeft, viva, Omdat mijn hert weer blijdschap heeft, viva, Het is Maria, zuiver Maagd, Die bovenal mij wel behaagt, Ave Maria. De lucht is als een groot casteel, (Bewoond door vlugge vogels veel, De wolken liggen als een baan, (Bedekt met duizend rozenbla&n. De vruchten rijpen goed en schoon, Na langen arbeid valt de loon, (Wij werken geera, wij zingen klaar;' iWant blij zijn is een deugd voorwaar. •Maria's kind'ren allemaal, (Wij deen gelijk do nachtegaal, - Van 's morgens vroeg, al voor den dag, Herhaalt hij voor die 't hooren mag, Ave Maria. Weest willekom, Gods engel zoet, Die onze Moeder hebt begroet, En die ons daag'lijks, menigmaal Doet zeggen in ons eigen taal, Ave Maria, Lofweerde Maged, onbevlekt, 1 •Tot mij uw milde hand uitstrekt, 'Bevrijd ons al, zoo klein ak groot Van helsch gespuis en kwade doodl Ave Maria. Van Gezelle naar de poëzie der Middel eeuwen is geen groote stap, al is het lied dat ik nu afschrijf eenige eeuwen vroeger ontstaan dan Gezelles dichtwerk. 'Als men bovenstaand lied vergelijkt met wat nu volgt, dan bespeurt men de zelfde naïef- dichterlijke vroomheid. In Gezelle leeft hetzelfde door en door innig-gevoelige de voot Roomsche sentiment, dat der onbe kenden dichter uit de 14de of 16de eeuw. kenmerkt en dat dezen verzen in de pen gaf zoo teer als rozenbladen zoo smette loos als pas gevallen sneeuw. Komt, zegt deze, laat ons met gewijde yreugde de al lerzoetste' Maagd, uitverkoren' der, waar Jezus uit geboren wilde loven. En dan bevatten de volgende si phen weer een poëtische litanie. Men Ie er op, hoe de bloemrijke otrophen vol van muzikale klankenval. Het is een dicht om heel ongekunsteld met liefdo gevoel voor te dragen. Evenals „O vat, O leliënblad", dat we de vorige publiceerden, is het een der schoonj bloemen uiè de krans der Marialicdei door de e«?fiven te saam gevlochten, Laet on*" met hogher vrolicheit Loven r Je maghet der soeticheit, .Gods moeder uutvercoi'en, Daer Jesus af woxxde sijn gheborcc, v O suver bloeme der reinicheit, O edel sale der triniteit, O onbevlekte licliaem fijn, Daer G in woude glxeboreix sijn! O Mai.jt, maghet der edelheit, O fouteine aire soeticheit, O tempel aire waerdicheit, O volle vloet der minlicheitl O edel rose, "wide ontdaan. Den Boeten dou heb di ontfaen, Die van den hemel neder is cornet, 'Jesum Christum, tot onscr vromen! O troon der hoocheit, moghentheij O bloeme aire vrxxclxtbaerheit, O troosterse aire droevicheit, O moeder der saclitmoedicheid Lof, ere ende hoghe waerdicheit Moet sijn der hogher moglientheit Ende die moeder der be-mixertich Moet sijn ghebenedijt in der ewicia r Enkele Mid dein ederlandschc wooii uit dit vers worden aan het slot van artikel vertaald. En nxx schrijf ik nog een der schooi Marialiedererx uit „Het Psalterko" af, Zacht wuiven zangen, Zoet van verlangen In al de rangen Van '*t Engelenkoor. Cymbelen klinken, Harpsnaren blinken, Straalbundels zinken, Flikki-end aldoor. Hoort, hoe zij ruischen Zuchtende bruisen, Machtige zangen van 't Engelenkoor Zingende wachten, Serafs en Krachten, Cherubs en Machten» Boden van God. Ziet, zij komt dagen, Die God mocht dragen» 't Rijkst aan behagen, Is nu haar lof. Schoonste der vrouwen, Vreugd der getrouwen, Hoogste in glorie en liefde bij Jublende Eng'len, Bloemtakken streng'len (Lofzangen meng'len Zij baar ter eerl Blij'de weergalmen Statige Psalmen; Reukvaten walmen Geurend steeds meer! Hooger geleien Haar alle reien Op naar den troon van haar Strophe 2, triniteit Drievuldig 10 Strophe 3, fouteine bron; weerdii -- waardigheid. Strophe 4, wi de ontdaen wiji opend; ontfaen ontvangen; tot yromten tot ons voordeel, nut. Strophe 6, waerdicheit en<z. moet worden toegebracht aan de eb en aan de moeder der barmhartighé I Goi far Jezu [Hi B B I Moeder en Kind, Prof. Daels uit Gent beschrijft drukken over een congres, onlangs U gehouden betreffende hot bevolking inj stuk, als volgt: De eerste dag van 1 -^-res een verrassing gebr civ. -tecwij1 morgens in de groote Aula van dc fl school plechtig was uitgevaren tegef vruchtafdrijving en de schandigc uit gingen tot vruchtafdrijving en tot de behoeding, die in alle dagbladen woii duld, werd 's middags eeix wensch tot eele opleiding der jeugd volgens de lijko zendenleer, opdat zij hare veraut m i delijkheid op 't gebied der voortplant" if seffe, verworpen. En 's avonds beg1* Fransch Kunstfeest, ons aangeboden^ Mr. Strauss, Minister van Gezond!® de en Openbare Liefdadigheid ®ft reeks schuixxxigo 'liederen over straat en liefdebedrog eil eindigende met een concert-dans zoo schunnig mogelijk Geen spoor van de fijne verheven® )!l( sche kunst die men er zou vex'wscW tevens 'n genxeene uitnoodiging 1° sexueele drift op een officieel .congrj5 de 'bescherxxiing van moeder en kin*; Een ieder gevoelt dat heb vraags^ ontvolking van breed-sccialcn zedelijken aard is. Het Congres heeft het niet durj^ gen: het aantal geboorten moet sJ). zoolang dat niet verkregen Tvordt» t^e, niets veranderd. Mr. Strauss, Fransch Minister v* zondlxeidkundo en Openbare 1 V„ heid is noch geneesheer, noclx JurI •iiver. hii maakt wetted Qj dagbladschrijver, hij maakt val hebben, alhoewel de Rechtskundige Faculteit van voor het Congres met officicolM-^, uitlegde hoe men in Frankrijk - eenstapcling van onsamenhanSeB f'iTOl M tok {eva hi iie-a.t Hev tfns k Dar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 10