Tweede Blad
uit be
14!
Vrijdag II tfei 1923.
STADSNIEUWS
GEMEENTERAAD.
De Gemeenteraad vergadert Maandag
l.s., des namiddags te twee uur.
Te behandelen onderwerpen:
lo. Benoeming van een Stadsvroedvrouw
yoor het tijdvak 1 Mei 1923—1 Mei 1926.
B. cS; Wt. stellen voor, bestendiging der
aanstelling van mevrt W. v. <L Waals-*
Rolloos.
2o. Praeadvies op het verzoek van nefc
Bestuur van het genootschap „Mathesis
Scientiarum Genitrix", om het kosteloos
gebruik van eenige localiteiten van de
Stads-Gehoorzaal, voor het houden van de
nlgemeene vergadering en van de tentoon
stellingvan door de leerlingen vervaar-
digde werkstukken.
en W. stellen voor, dit verzoek in te
willigen.
o. Voorstel tot ingebruikgeving van
lokaal van de opleidingsschool U.L.
0. Maresingcl A, aan de vereeniging „Zon
'dagssehool de Vier en Twintig Huizen",
en W. stellen voor, dit verzoek in te
willige*.
4o. Voorstel:
a. tot beëindiging van de huurovereen
komst met A. G. van Tol, betreffende de
strook grond aan den Apothekersdijk na
bij de Schapensteeg;
b. tot verhuring van de sub a bedoelde
strook grond aan L. Koning.
(Zie hieronder).
5o. Vaststelling van de jaarwedden en
bepaling van de pensioensbijdragen van
eenige leeraren en leeraressen aan het
Gymnasium, de heide Hoogere Burger
scholen en de Kweekschool voor Onder
wijzers en Onderwijzeressen.
6o. Staat van af- en overschrijving op
de begrooting, dienst 1922, van den Keu
ringsdienst van Waren in het district Lei-
7o. Prae-advies op het verzoek van J.
m Noord, om vergunning tot demping
van een gedeelte sloot langs den Morsch-
weg, vóór het perceel Sectie L No. 14.
B. en W. stellen voor, op dit verzoek
gunstig to beschikken.
8o. Prae-advies op het verzoek van L.
ran Prooijen, om een boom, staande vóór
rijn perceel Rijnsburgersingel No. 2a, te
doen rooien.
B. en W. meenen, met de Commissie van
[fabricage, dat er geen voldoende aanlei
ding bestaat om tot rooiing van bedoelden
boom to besluiten. Wel willen zij opdracht
geven tot snoeiing.
9o. Voorstel tot het doen rooien en
ivoi'koopen van een boom, staande vóór de
brug aan den Hoogen Rijndijk, toegang
gevende tot een ten zuiden van dien weg
aan to leggen straat.
lOo. Voorstel tot goedkeuring van de
uitbreiding der Electriciteitsfabriek met
(en z.g. omvormer-instalaltie (56.000 gld.)
Ito. Voorstel tot het verleenen van me
dewerking aan net £sr_ R_-K.
Par. Jongensscholen onder Pr.-Ké
Kerkbestuur, inzake de aanschaffing van
132 tweepersoons-schoolbanken ten be-
toeve van het schoolgebouw aan de Peli-
lil hanatraat No. 20 en tot beschikbaarstel-
!D iing van de voor die aanschaffing benoo-
digde gelden.
12o. Voorstel tot het verleenen van me
dewerking aan het Bestuur van de Inrich
va* Liefdadigheid voor Roomsch-
Katholieken (Meisjesscholen der Eerw.
Zusters in de Pelikaanstraat), in zake de
rui:i' lansehaffing van 132 tweepersoons-
Ëiolbanken ten behoeve van hetschool-
)uw aan de Pelikaanstraat No. 1 ep
besehikbaarstelling van de vood die
sebaffing henoodigde gelden.
Beide bovenstaande voorstellen strek-
bn om die d r i e-persoons-schoolbanken
b doen vervangen door t w e e-persoons,
!eas wettelijke voorschriften. De kosten
'oor het voorstel sub 11 bedragen f 4620,
«venzoo voor het voorstel sub 12.
13o. Voorstel tot het toekennen van oen
voorschot over 1922 en over 1923, op de
vergoeding, als bedoeld in art. 101 der
Lager Onderwijswet 1920, aan besturen
van bijzondere scholen alhier, en van een
bijdrage over 1922, als bedoeld in art.
102 dier wet, in de kosten van het bij
zonder vervolgonderwijs.
14o. Voorstel tot toekenning aan be
sturen van bijzondere scholen van eeno
vergoeding over het jaar 1921, krachtens
art. 100 der Lager Onderwijswet 1920.
(Jaarwedden van z.g. boventallige on
der wizers (essen).
15o. Voorstel:
a. tot wijziging van de verordening van
18 December 1922, houdende regeling van
do jaarwedden der leeraren aan het Gym
nasium, de Hoogere Burgerschool met 5-
jarigen cursus en de Hoogere Burger
school voor Meisjes te Leiden;
b. tot opnieuw vaststelling dor gewij
zigde verordening.
16o. Verordening, houdende wijziging
van de verordening van 11 November 1897
(Gomc-cnteblad no. 12), op de Wateren in
de gemeente Lelden,
17o. Voorstel tot neJofajJaic&ystelluig
van gelden ten behoeve van de mêèrKró
kosten van aanleg van het speelterrein cp
het Raamland (21.500 gld.)
18o. Voorstel in zake den aanleg van een
huistelefoon-installatie op het terrein van
de gestichten Endegeest, Voorgeest en
Rhijngeest, en de onderhandsche op
dracht van de levering dier installatie aan
de N.V. Nederlandsche Huistelefoon Maat
schappij te 's-Gravenhage (7638 gld.).
19o. Voorstel tot wijziging van- en aan
vulling met eenige posten der begroóting,
dienst 1923.
20o. Vaststelling van het vermenigvul-
digingscijfer, bedoeld in de verordening
op do heffing cener plaatselijke belasting
naar het inkomen lo Leiden, voor het be
lastingjaar Mei 1923Mei 1924.
(Zio hieronder).
Op voorstel 17o. en eenige andere komen
wij in ons volgend nummer uitvoeriger
terug.
Een bloemen-kiosk.
Bij Raadsbesluit van 29 Mei 1922 werd
aan 'A. G. van Tol een strook grond op de
Apothekersdijk, nabij de Schapensteeg,
ter grootte van 10 M2., verhuurd voor
f 125 per jaar, teneinde op dit stukje
grond een kraam te plaatsen voor den ver
koop van bloemen.
De heer van Tol heeft deze kraam thans
verkocht aan den hloemenhandclaar L.
Koning en verzoekt in verband daarmede
do medewerking van den Raad tot ont
binding -van de nog tot 30 April 1924 loo-
pende huurovereenkomst, terwijl laatst
genoemde den wensch te kennen geeft, dat
de huur tgen denzelfden prijs en onder de
bestaande voorwaarden te zijnen name
worde gesteld.
Ook na kennisneming van de aan den
Raad gerichte adressen van verschillende
bloemenwinkeliers en van oen drietal mid
denstandsvereenigingen, die verhuring van
den grond voor dit doel meenen te moeten
ontraden, alsmede van een nog ingekomen
schrijven van G. A. Koning ten behoeve
van requestrant L. Koning, zijn B. en W.
van oordeel, dat er geenerlei reden be
staat om het verzoek van de heeren van
Tol en Koning van de hand te wijzen. Nu
toch do Raad eenmaal het standpunt heeft
ingenomen, dat tegen de aanwezigheid
van een bloementent ter plaatse geen be
zwaar ulCCt worden gemaakt en ook in de
practijk is gebleken, dat do aldaar
geen hinder veroorzaakt, zien B. en W:,
vermits het in casu slechts een verande
ring van huurder betreft, niet in, waarom
aan den heer Koning zou moeten worden
geweigerd, wat aan den vorigen eigenaar
der kraam werd toegestaand.
Onder mededecling, dat ook hij de
Commissie van Fabricage do verhuring
van het stukje grond geen bedenking ont
moet, geven B. en W. den Raad mitsdien
in overweging:
A. te hesluiten de ingevolge het raads
besluit van 29 Mei 1922 met A. G. van Tol
gesloten overeenkomst betreffende de ver
huring van de strook grond op den Apo
thekersdijk, nabij de Schapensteeg, ter
grootte van 10 M2., te doen eindigen,
ingaande op een door B. en W. te bepalen
datum;
B. deze strook grond tot 30 April 1924,
ingaande op een door B. en W. te bepalen
datum, ïegen een jaarlij kscken huurprijs
van f 125.—' te verhuren aan L. Koning,
ten einde op dit stukje grond een kraam
te hebben voor den verkoop van bloemen,
en voorts onder bepaling:
lo. dat de kraam moet zijn ten genoegen
van B. en W.;
2o. dat de huur na afloop van den huur
tijd geacht wordt telkens voor den tijd
van een jaar te zijn verlengd, indien zij
niet drie maanden te voren door een der
partijen schriftelijk is opgezegd;
3o. dat de gemeente te allen tijde be
voegd is de huur ook tusschenlijds te'doen
eindigen, mits daarvan ten minste drie
maanden te voren aan den huurder ken
nis gevende.
Hoofdelijke Omslag.
B. en W. becijferen den Raad, dat het
kohier 1923/24 2.000.000 gld. zal moeten
opleveren. Do Inspecteur der Rijksbelas
tingen schat de daling van het belastbaar
inkomen op 20 of f494.745. in verge
lijking met het belastingjaar 1922/23.
Hiermede rekening houdende, meenen
B. en W., dat voor 1923/24 toch zal kun-
worden volstaan met het vermenig-
Tuldi^nêscmM evenals voor het belas-
tingjaar 1922/23.
De Wersldklok.
(Vervolg.)
Een zinrijk tegenstuk tot de levenssta
diums van den mensch vormen op gelijke
hoogte, maar in den rechtervleugel van
het bouwwerk, de zinnebeelden van de
vier jaargetijden. Den 21sten Maart ver
schijnt een beeldsehoone jonge dochter met
frissche bloemen bekranst, als het beeld
van de bloesemrijke, zonnige lente. Den
21sten Juni maakt de maagd plaats voor
een in hoerendracht gekleeden man, dio
een sikkel en een bundel gouden koren
aren draagt, als het zinnebeeld van den
zomer.
Bij den aanvang van den herfst, den
23sten September, verschijnt een vlijtige,
door de zon gebruinde wijngaardenierstcr.
Op haar hoofd draagt zij in een welge
vulde mand den zoeten last van sappige
druiven, waarvan -de mensch den vurigen
wijn keldert, die hem vcrvroolijkt. Rijpe
appelen en andere vruchten voltooien het
zinnebeeld van den herfst. Met den 21sten
December verschijnt een grijsaard. Men
aanschouwt in hem het beeld van den
winter. Dikke handschoenen en warmo
kleeding verraden, dat het koud is. Op
zijn rug draagt hij een hos dorre takken
naar huis, die straks zijn koude lijdende
kinderen zullen verwarmen.
Terwijl zoo in den loop van het jaar,
lente, zomer, herfst en winter voorbij
trekken, ziet men daaronder eiken morgen
en avond precies ten 6 ure en des mid
dags ten 12 ure, zes ernstig voor zich
ziende monniken hun eenzaam, maar
schilderachtig gelegen woudkluis verlaten
en'biddend naar de kerk gaan. De klok
luider trekt aan het klokketouw en een
feestelijk klokgelui,_Jia.unor.isch gestemd,
zacht en geheimzinnig als kwam het uit
de verte, weerklinkt over de stille om
geving. Tot ernst stemmende accoorden
van een toepasselijk koraal, vergezellen
deze groep, die ongetwijfeld op ieder een
diepen indruk maakt.
Nog ziet men in do gevelvlakken van
genoemde zijvleugels, die eveneens elk
door een koepeldak en toren zijn bekroond,
twee groote wijzerplaten, waarop steeds
de tijd van Calcutta en New-York wordt
aangewezen, de twee in tijd meest ver
schillende plaatsen ten aanzien van den
lijd dc? «laats, waar het uurwerk is
opgesteld.
Bij dit allies is aau den voet van bót
kunstwerk voor de naar het hoofdportaal
leidende trap een volgens de sterrenkunde
juist gaand tellurium opgesteld, hetwelk
beslaat uit een de aarde voorstellende
groote globe met 23 1/20 hellende as, eon
kleinere bol in de juiste grootte-verhou
ding als voorstelling van de maan en een,
de licht- en warmtebron voorstellende
holle spiegel met lamp, die te zamen de
zon vervangen. Deze plaatsvervangster van
de drie voor ons belangrijk© hemellicha
men, wordt eveneens van het hoofdwerk
uit door stevige leidstaugen en instrumen
tale overdragingen zóó in beweging ge
bracht en gehouden, dat dezelfde ver
schijnselen zoo in het klein plaats hebben,
als de opmerkzame, nadenkende toeschou
wer, die op onze aarde aan den hemel
waarneemt. Met behulp van dit tellurium
kunnen derhalve de belangrijkste ver
schijnselen, welke in den loop van een jaar
plaats hebben, verklaard worden. Men ziet
hier, hoe in 24 uur door het draaien der
aarde om haar as, dag en nacht ont
staan, hoe de scheve stand van de as de
oorzaak is, dat de dagen en nachten ter
zelfder tijd over de geheele aarde niet even
lang kunnen zijn en hoe door do baan, die
de aarde in den loop van een jaar (365
dagen, 5 uren, 48 min, 47 sec.) om de zon
beschrijft, de jaargetijden verwisselen, de
temperatuur verandert en voor onze stre
ken de dagen korten en lengen. Het licht
der zon valt nu eens meer, dan eens min
der loodrecht op onze aarde en daar hij
eene loodrechte licht- en warmtestraling
ook de dagen langer en bij een schuin in
vallen der zonnestralen tegelijk de dagen
korter zijn, oefenen zij een verschillenden
invloed op het planten- en dierenrijk uit
door nieuw leven te wekken of den dood
te brengen. Daardoor ziet de aandachtige
toeschouwer ook de baau, die de maau om
de aarde beschrijft. Hier wordt hem ge
toond, hoe de „bleeke maan" nu eens ver
der afdwalend, dan weer naderbij komend
haren eenzamen weg in den tijd van ruim
vier weken (29* dagen) aflegt. Hoe zij af
wisselend hooger en lager, soms tusschen
zon en aarde, dan weer achter de aarde
staat en jiG* steeds dezelfde zijde naar
onze aarde gekeerd 9? meest
bevattelijke wijze wordt hier eeïlë yc2*M'2"
klaring gegeven van de invallende zoiis- J
en maansverduistering; eigen aanschou
wing verklaart meer dan lange redevoe
ringen.
Er blijft ons nu nog over een en ander
over de innerlijke inrichting te zeggen.
Het geheel heeft 8 loop- of drijfwerken,
die alle door het groote hoofduurwerkwor
den uitgelicht en geregeld. Dit werkt met
constante kracht, wordt elke minuut uit
gelicht en behoeft jaarlijks slechts één
maal opgewonden te worden. De seconde-
slinger is juist een Meter lang en weegt 6
kilo. Het geheelo werk weegt in zijne ver
pakking 54 centenaars of 2700 K.G. en is
in 4 dagen op te stellen, terwijl het uit el
kaar" nemen en verpakken 2 dagen vordert
Het kalenderwerk is voor 100 jaren bere
kend en zoo juist dat jaar op jaar ter
rechtertijd dezelfde aanwijzingen en voor
stellingen intreden.. Met behulp van fijn
uitgedachte hulpinrichtingen kunnen bin
nen een half uur alle werkingen getoond
en verklaard worden.
Deze Wereldklok wordt geschat op eene
waarde van meer drab honderd duizend
gulden.
VOORSCHOTEN.
Gcmcenieraad.
Voorzitter: E. Vernède, burgemeester.
Aanwezig alle leden.
De notulen der vorige vergadering wor
den gelezen en onveranderd vastgesteld.
Ingekomen stukken:
Een viertal missives van goedgekeurde
raadsbesluiten; een proces-verbaal van de
opneming van kas en boeken van den ont
vanger. Kas en hoeken zijn iijorde be
vonden.. Een beredeneerd verslag van B.
en W. inzake Volkshuisvesting van 1921
en 1922. Een verslag van den Keurings
dienst te Leiden loopende van 1 Januari
31 Maart 1923, waaruit blijkt, dat in dat
tijdvak 613 minsters zijn genomen, waar
van 3 monsters zijn afgekeurd.
Deze stukken worden voor kennisgeving
aapgenomen.
Een adres vap dö.Naai- en Handwerk-
school om wederom een bijdrage te mogen
ontvangen uit do gemeentekas tot instand
houding van de vakschool, met een begroo
ting van do inkomsten en uitgaven, wordt
verwezen naar B. en W. om praeadvies.
Van den boekhouder is ingekomen de
balans van het Badhuisbedrijf, dienst
1922. De inkomsten in 1922 hebben bedra
gen f 935.00 en de uitgaven f 3223.16, zoo
dat de rekening sluit met een -verlies van
f2288.15 (vorig jaar ruim f2800).
Ingekomen i<s een schrijven van de
commissie van toezicht op het Lager On-
drwijs met 'n voordracht ter benoeming
van een lid dier commissie (vac.: Dr. A. J.
Duymaer van Twist). De voordracht is als
volgt: 1. Mevr. M. Duymaer van Twist
Oorthuis, 2. A. Verloop. Benoemd wordt
Onder hei Vergrootglas.
Dat moest meer gebeuren!
In Rotterdam vergaderde defer dagen
de R.-K. Kiesvereeniging en besprak de
aanstaande gemeenteraadsverkiev
zing-
Do penningmeester moest een nood-*,
kreet doen hooren over de financiën, maar
hier riep zijn stem niet (zooals bij der-
gelijke gelegenheden, maar al te dikwijls
gebeurt) in de woestijn. Er fladderden
dadelijk twee briefjes van duizend op tafel
Ja, dat moest meer gebeuren.
Maar wij zouden toch al tevreden zijn
met wó,t meer daadwerkelijke belangstel*
ling.
In Leiden b.v. laat die belangstelling nog
o zooveel te wenschen over.
En toch
23 Mei
is de dag der gemeenteraadsverkiezing,
waarop
-r LIJST 7
moet aantoonen de verhoudingssterkto
van ons, Katholieken, in Leiden.
Bekijk 'ns bovenstaand bericht en maak
een voornemen I
mevr. M. Duymaer van TwistOorthuis
met 8 stemmen.
R. en W. stellen den Raad voor het ver-
rilCÏÏi ngsci j f er plaatselijke inkom-
stenbelasting 1923—-1924 te bopa-
len op 1.5 (vorig jaar i.u) oüy.GTCCI
een vermindering zal geven van 6 pCt.
van het te betalen bedrag. Lager meenen
B. en W. niet te kunnen gaan, daar de
inspecteur van oordeel is, dat het belas-
baar inkomen zal dalen met ongeveer 20
pCt. Zonder discussie of hoofdelijke stem
ming wordt dit voorstel van B. en W. aan
genomen. Op verzoek van Ged. Staten stel
len B. en W. den Raad voor de nieuwe vpr-
ordening op de veemarkt eenigszins te
zigen (daar men meent, dat twee ingan«v.n
om op de markt met paarden te komen vol
doende is) en de ingang op de Molenlaan
te doen vervallen. Tevens moet een nieuw
artikel in de verordening worden bijge
voegd. Waarschijnlijk, zegt de Voorzis
dit wel een bezuinigingsmaatregel, daar
volgens de wet bij iederen ingang een vee
arts moet staan ter keuring van de paar
den, die ter markt komen. De heer W. G.
Duynisveld verzoekt dpn Voorz. een waar
schuwingsbord te plaatsen aan do Molen-
laam om te voorkomen dat aan dezen weg
paarden ter markt zullen worden gevoerd.
De Voorz. meent dat aldaar een man moet
worden geplaatst om te zorgen, dat do
paarden, die daar aankomen, naar den
veearts worden gebracht, wat de heer J.
Braggaar wel '11 vreemde verhouding vindt
daar de paarden dan eerst een gedeelte
van de markt zullen overgaan vóór do
keuring, welk bezwaar door den Voorz.
niet groot wordt geacht, waarna mot alg.
stemmen wordt besloten aan de verlangens
van Ged. Staten te. voldoen.
De Voorz. zegt, dat de oude regeling in
zake schoolgeldheffing, aangegaan met do
gemeente Zoeterwoude, thans door de uit-
voring van do nieuwe onderwijswet over-'
bodig is geworden. Met de gemeente Zoe
terwoude is over deze kwestie gecorrespon
deerd en men is daar dezelfde meening
toegedaan. B. en W. den raad voorstellen
aan Ged. Staten machtiging te vragen deza
overenkomst met Zoeterwoude op te hef
fen. Wordt aldus aangenomen. In do
vorige vergadering is aan B. en W. mach
tiging verleend aan den heer Durang per
missie te verleenen op diens verzoek een
straat aan te leggen langs de Wijngaar-
denlaan, onder voorwaarde van de borg
stelling cener bankinstelling. De bank wil
de zich echter geën borg stellen. Daarna -
heeft de heer Durang zich onmiddellijk
bereid verklaard f 25,000 te storten bij den
ontvanger, waaruit de aanleg zal worden
betaald. B. en W. hebben gemeend deze
borgstelling goed te kunnen keuren om het'
werk niet noodeloos op te houden en stel
len den Raad voor het besluit, genomen
in één der vorige vergaderingen te herroe
pen en deze wijze van borgstelling goed to
keuren. De heer Mens verzoekt den Voorz.
de gas- en waterleidinghuizen in dezen
nieuwen straatweg spoedig le doen aanleg
gen, daar aldaaar ?n gedeelte der woningen
haar voltooiing nadert en, om verkoopbaar
of verhuurbaar te zijn, gas en water moe
ten hebben. Spr, wenscht do gas- en water-
S-H
FEUILLETON
Een Baron-Bandiet.
(Naar het Duitsch.)
SPUI li
21!
Ik wil het, antwoordde von Bremen
(iaden. Ik bied hem niet mijne
aan; hij zou daar immers
Mi geen geloof aan slaan; maar met be-
Mea wil ik hem lokken, tot ik weet, waar
hoe ik den aanval moet beginnen. Ik
pïne«H dan ook wel iets naders omtrent
slaad der zaken in Italië; daardoor
ik mogelijk in staat gesteld eene
Moeliag in hun vriendschap te bewer-
3| dat bereikt worden, dan ware ze-
hYeC* g0wonnen> zeide Rudolf, het ver-
m van den een zou dat van den ander
r-et£j 0 voorseliijn roepen.
jto beslaat werkelijk het vermoeden,
I °rn den diefstal kan bedreven heb-
'j' *oeg de graaf.
1 is tie diefstal werkelijk bedreven, dan
Bora even goed de dief geweest zijn
k Iê*w ander. Mijne kamer lag naast
255 L^^kken van mevrouw Blote.Ik sloot
Jl fr- mij'ue deur af' wanneer ik uitging
L ls. bewezen, dat de dief door mijne
Vj zfeh den toegang heeft weten te
finl!r n' *s ^et dienstpersoneel on-
gelijk de hotelhouder beweert,
moét- een gast de misdaad bedreven
Wi en dien gast moet het hekend zijn,
«ftmes eon welgevuld juweelkistjo
|t sedert zijne terugkomst uit
"aad als een groot heer op, zoide
von Bremen, die weer in gepeins verzon
ken was.
Hij kon dat vroeger niet; toen steun
de hij op von Felsen, en men zeide alge
meen, dat beiden de middelen tot hun be
staan slechts te danken hadden aan hun
ne operatiën aan de groene tafel. Dat zijn
schuldeischers hem nog altijd aanzienlijke
geldsommen geleend hebben, geloof ik
niet; doch met 't oog op do vriendschap
vaii mevrouw Blote wa<re het niet onmo
gelijk. Ik zal mij daaromtrent, aangezien
ik zijn voornaamsten schuldeiscker ken,
zekerheid trachten te verschaffen.
Kan mevrouw Blote zelve hem niet
een noemenswaardig bedrag to leen heb
ben gegeven 7 vroeg Rudolf.
Hij is te geslepen om van dien kant
iets te leenen; mevrouw Blote mag im
mers niet weten, hoe treurig het met zijn
financiën gesteld is. Iets anders ware het
wanneer hij van het voorgenomen huwe
lijk wilde afzien, maar dat zal niet gebeu
ren, zoolang hij nog de flauwste hoop
koestert. Hoe groot was het bedrag, dat
de dame ontstolen is?
Twintig duizend francs.
In goud?
Slechts de helft; de andere helft in
bankbiljetten van duizend francs.
Zijn do nummers der biljetten be
kend?
i Helaas niet.
Dat is noodlottig, zeide von Bremen
Men moest, wanneer men bankbiljet
ten bezit, steeds zoo voorzichtig zijn, do
nummers op to schrijven.
Indien men alles vooruit kon welen,
zou het vermoedelijk ook hier geschied
zijn, antwoordde Rudolf; de cciiig^ over
tuigende bewijzen, die gevonden kunnen
worden, zijn de edelgesteenten.
Die reeds vernietigd kunnen zijn,
viel de graaf hem in de rede; heeft de
dief eene zoo groote geldsom in het kistje
gevonden, dan kan hij de juweelen wel
missen.
Mogelijk is dit zeker; het ledigste
kistje heeft men in het Vierwaldstat ter
meer gevonden; misschien liggen daarin
ook de juweelen. Maar van een anderen
kant beschouwd, kan ik niet gelooven, dat
een dief hrillanten wegwerpt; hij kan im
mers later nog atlijd een gunstige gele
genheid vinden, om ze aan den man te
brengen.
Yon Bremen had een sigaar aangesto
ken; hij trok langzaam zijne handschoe
nen aan.
Moed en geduld, zeide hij op vastbe
raden toon. Een zwakke lichtstraal is
reeds in de duisternis gevallen; wij mogen
nu niet rusten, voordat wij helderheid om
ons verspreid hebben.
Gaat gij mij nu reeds verlaten? vroeg
Wilhelm.
i— Ja, ik vind thans hier geen rust
meer; bovendien zijn onze beraadslagin
gen Yoorloopig geëindigd.
Indien gij het veroorlooft, vergezel
ik u, zeide Rudolf.
Do majoraatsheer trok aan de bel, en
gaf bevel te laten inspannen; daarna ge
sprak hij met den schilder nogmaals de
maatregelen, die voor den aanvang van
■den arbeid genomen moesten worden.
Bij het afscheid fluisterde hij zijn
vriend eenige woorden in het oor, die deze
niet. scheen te hegrijpen; toen reden de
heide heeren heen.
X.
Von Bremen was gedurende den terug
rit nadenkend en karig met zijn woorden
Eerst toen het rijtuig voor des schilders
woning stilhield, ontwaakte hij uit zijn
gepeins.
Hij stapte eveneens uit en zond den wa
gen terug; daarna reikte hij den schilder
de baud.
Wij moeten 1111 eendrachtig den ar
beid voortzetten, zeide hij; wij zullen
naar ik hoop, er in slagen 't raadsel op te
lossen, 't Ware mogelijk dat de omstan
digheden mij noodzaakten, u een tijd lang
lo verontacktzamen; maak u om mij niet
bezorgd. Daar huiten in Fallersleben heb
ben "wij geen vijanden te vreezen; wij kun
nen daar onze beraadslagingen voortzet
ten. En zoodra het schilderstuk voltooid
is, kunt ge het mij zenden; tot weerziens.
Hij schudde hem nogmaals de hand;
daarna ging hij ijlings heen, en eerst toen
liij in eene andere straat gekomen was,
vertraagde hij zijn tred.
Hetgeen hij heden vernomen had, ver
nietigde met één slag eiken twijfel, die tot
dusver nu en dan nog eens was opgedo
ken. Het kan niet anders zijn; in dit on
derhoud, dat de schilder zijns ondanks
had afgeluisterd, was het lot van zijn on-
gelukkigcn vriend besloten geworden.
Men had hem daarheen gelokt, hem ge
tergd en gedwongen aan het lot de beslis
sing omtrent leven envdood over te laten.
Het was een vreeselijk denkbeeld, dat
als een onbetwistbaar feit te moeten be
schouwen; maar des schilders mededeelin
gen> vernietigden allen twijfel, hoewel ook
de bijzonderheden nog duister en onbe
kend waren.
Zoo was dan opnieuw een edel leven af
gesneden en als offer der dwaze duel
woede gevallen, cn aan de naaste betrek*
kingen bleef niets over, dan den ongeluk
kige te beklagen en over zijn verlies te
treuren.
Na een tamelijk lange wandeling trad
von Bremen het huis van een geldwisse
laar binnen. Bankbiljetten en zilveren
niunstslukken uit alle Europeesche staten
lagen achter sterke tralies in de uitstal
kast, en elk uur van den dag stonden voor
dit venster eenige gapers, die met begee* v
rige blikken het geld beschouwden. De
onderdanige buiging met welke de wicsc-
laar den edelman begroette, bewees, dat
hij met hem hekend was.
Ik had in lang niet de eer, mijnheer
von Bremen, zeide hij, terwijl hij hem den
cenigen stoel aanbood, die zich in het kan
toor bevond.
't Is waar, antwoordde von Bremen;
maar ge begrijpt, dat ik wel zou geko-^,
men zijn, wanneer ik uwe diensten noodijf
had gehad. Ik weet immers, dat ge mij ten
dienste zoudt willen staan. En daaroiö
ziet gij mij nu hier. 1
En waarmee kan ik mijnheer vori
Bremen dienen? vroeg de geldwisselaar
Ik heb eenige bankbiljetten van
zend francs noodig. Zoudt ge me daaraaw
kunnen helpen?
Eenige? U vraagt wat veel, mijn*^
heer von Bremen. Zoo dikwijls beurt men'^
die papiertjes niet. Maar hier is er al* 1
thans één. Kunt u daarmee tevreden zijn?
(Wordt vers
gd).