Tweede Blad uit be 14! Vrijdag II tfei 1923. STADSNIEUWS GEMEENTERAAD. De Gemeenteraad vergadert Maandag l.s., des namiddags te twee uur. Te behandelen onderwerpen: lo. Benoeming van een Stadsvroedvrouw yoor het tijdvak 1 Mei 1923—1 Mei 1926. B. cS; Wt. stellen voor, bestendiging der aanstelling van mevrt W. v. <L Waals-* Rolloos. 2o. Praeadvies op het verzoek van nefc Bestuur van het genootschap „Mathesis Scientiarum Genitrix", om het kosteloos gebruik van eenige localiteiten van de Stads-Gehoorzaal, voor het houden van de nlgemeene vergadering en van de tentoon stellingvan door de leerlingen vervaar- digde werkstukken. en W. stellen voor, dit verzoek in te willigen. o. Voorstel tot ingebruikgeving van lokaal van de opleidingsschool U.L. 0. Maresingcl A, aan de vereeniging „Zon 'dagssehool de Vier en Twintig Huizen", en W. stellen voor, dit verzoek in te willige*. 4o. Voorstel: a. tot beëindiging van de huurovereen komst met A. G. van Tol, betreffende de strook grond aan den Apothekersdijk na bij de Schapensteeg; b. tot verhuring van de sub a bedoelde strook grond aan L. Koning. (Zie hieronder). 5o. Vaststelling van de jaarwedden en bepaling van de pensioensbijdragen van eenige leeraren en leeraressen aan het Gymnasium, de heide Hoogere Burger scholen en de Kweekschool voor Onder wijzers en Onderwijzeressen. 6o. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1922, van den Keu ringsdienst van Waren in het district Lei- 7o. Prae-advies op het verzoek van J. m Noord, om vergunning tot demping van een gedeelte sloot langs den Morsch- weg, vóór het perceel Sectie L No. 14. B. en W. stellen voor, op dit verzoek gunstig to beschikken. 8o. Prae-advies op het verzoek van L. ran Prooijen, om een boom, staande vóór rijn perceel Rijnsburgersingel No. 2a, te doen rooien. B. en W. meenen, met de Commissie van [fabricage, dat er geen voldoende aanlei ding bestaat om tot rooiing van bedoelden boom to besluiten. Wel willen zij opdracht geven tot snoeiing. 9o. Voorstel tot het doen rooien en ivoi'koopen van een boom, staande vóór de brug aan den Hoogen Rijndijk, toegang gevende tot een ten zuiden van dien weg aan to leggen straat. lOo. Voorstel tot goedkeuring van de uitbreiding der Electriciteitsfabriek met (en z.g. omvormer-instalaltie (56.000 gld.) Ito. Voorstel tot het verleenen van me dewerking aan net £sr_ R_-K. Par. Jongensscholen onder Pr.-Ké Kerkbestuur, inzake de aanschaffing van 132 tweepersoons-schoolbanken ten be- toeve van het schoolgebouw aan de Peli- lil hanatraat No. 20 en tot beschikbaarstel- !D iing van de voor die aanschaffing benoo- digde gelden. 12o. Voorstel tot het verleenen van me dewerking aan het Bestuur van de Inrich va* Liefdadigheid voor Roomsch- Katholieken (Meisjesscholen der Eerw. Zusters in de Pelikaanstraat), in zake de rui:i' lansehaffing van 132 tweepersoons- Ëiolbanken ten behoeve van hetschool- )uw aan de Pelikaanstraat No. 1 ep besehikbaarstelling van de vood die sebaffing henoodigde gelden. Beide bovenstaande voorstellen strek- bn om die d r i e-persoons-schoolbanken b doen vervangen door t w e e-persoons, !eas wettelijke voorschriften. De kosten 'oor het voorstel sub 11 bedragen f 4620, «venzoo voor het voorstel sub 12. 13o. Voorstel tot het toekennen van oen voorschot over 1922 en over 1923, op de vergoeding, als bedoeld in art. 101 der Lager Onderwijswet 1920, aan besturen van bijzondere scholen alhier, en van een bijdrage over 1922, als bedoeld in art. 102 dier wet, in de kosten van het bij zonder vervolgonderwijs. 14o. Voorstel tot toekenning aan be sturen van bijzondere scholen van eeno vergoeding over het jaar 1921, krachtens art. 100 der Lager Onderwijswet 1920. (Jaarwedden van z.g. boventallige on der wizers (essen). 15o. Voorstel: a. tot wijziging van de verordening van 18 December 1922, houdende regeling van do jaarwedden der leeraren aan het Gym nasium, de Hoogere Burgerschool met 5- jarigen cursus en de Hoogere Burger school voor Meisjes te Leiden; b. tot opnieuw vaststelling dor gewij zigde verordening. 16o. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 11 November 1897 (Gomc-cnteblad no. 12), op de Wateren in de gemeente Lelden, 17o. Voorstel tot neJofajJaic&ystelluig van gelden ten behoeve van de mêèrKró kosten van aanleg van het speelterrein cp het Raamland (21.500 gld.) 18o. Voorstel in zake den aanleg van een huistelefoon-installatie op het terrein van de gestichten Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest, en de onderhandsche op dracht van de levering dier installatie aan de N.V. Nederlandsche Huistelefoon Maat schappij te 's-Gravenhage (7638 gld.). 19o. Voorstel tot wijziging van- en aan vulling met eenige posten der begroóting, dienst 1923. 20o. Vaststelling van het vermenigvul- digingscijfer, bedoeld in de verordening op do heffing cener plaatselijke belasting naar het inkomen lo Leiden, voor het be lastingjaar Mei 1923Mei 1924. (Zio hieronder). Op voorstel 17o. en eenige andere komen wij in ons volgend nummer uitvoeriger terug. Een bloemen-kiosk. Bij Raadsbesluit van 29 Mei 1922 werd aan 'A. G. van Tol een strook grond op de Apothekersdijk, nabij de Schapensteeg, ter grootte van 10 M2., verhuurd voor f 125 per jaar, teneinde op dit stukje grond een kraam te plaatsen voor den ver koop van bloemen. De heer van Tol heeft deze kraam thans verkocht aan den hloemenhandclaar L. Koning en verzoekt in verband daarmede do medewerking van den Raad tot ont binding -van de nog tot 30 April 1924 loo- pende huurovereenkomst, terwijl laatst genoemde den wensch te kennen geeft, dat de huur tgen denzelfden prijs en onder de bestaande voorwaarden te zijnen name worde gesteld. Ook na kennisneming van de aan den Raad gerichte adressen van verschillende bloemenwinkeliers en van oen drietal mid denstandsvereenigingen, die verhuring van den grond voor dit doel meenen te moeten ontraden, alsmede van een nog ingekomen schrijven van G. A. Koning ten behoeve van requestrant L. Koning, zijn B. en W. van oordeel, dat er geenerlei reden be staat om het verzoek van de heeren van Tol en Koning van de hand te wijzen. Nu toch do Raad eenmaal het standpunt heeft ingenomen, dat tegen de aanwezigheid van een bloementent ter plaatse geen be zwaar ulCCt worden gemaakt en ook in de practijk is gebleken, dat do aldaar geen hinder veroorzaakt, zien B. en W:, vermits het in casu slechts een verande ring van huurder betreft, niet in, waarom aan den heer Koning zou moeten worden geweigerd, wat aan den vorigen eigenaar der kraam werd toegestaand. Onder mededecling, dat ook hij de Commissie van Fabricage do verhuring van het stukje grond geen bedenking ont moet, geven B. en W. den Raad mitsdien in overweging: A. te hesluiten de ingevolge het raads besluit van 29 Mei 1922 met A. G. van Tol gesloten overeenkomst betreffende de ver huring van de strook grond op den Apo thekersdijk, nabij de Schapensteeg, ter grootte van 10 M2., te doen eindigen, ingaande op een door B. en W. te bepalen datum; B. deze strook grond tot 30 April 1924, ingaande op een door B. en W. te bepalen datum, ïegen een jaarlij kscken huurprijs van f 125.—' te verhuren aan L. Koning, ten einde op dit stukje grond een kraam te hebben voor den verkoop van bloemen, en voorts onder bepaling: lo. dat de kraam moet zijn ten genoegen van B. en W.; 2o. dat de huur na afloop van den huur tijd geacht wordt telkens voor den tijd van een jaar te zijn verlengd, indien zij niet drie maanden te voren door een der partijen schriftelijk is opgezegd; 3o. dat de gemeente te allen tijde be voegd is de huur ook tusschenlijds te'doen eindigen, mits daarvan ten minste drie maanden te voren aan den huurder ken nis gevende. Hoofdelijke Omslag. B. en W. becijferen den Raad, dat het kohier 1923/24 2.000.000 gld. zal moeten opleveren. Do Inspecteur der Rijksbelas tingen schat de daling van het belastbaar inkomen op 20 of f494.745. in verge lijking met het belastingjaar 1922/23. Hiermede rekening houdende, meenen B. en W., dat voor 1923/24 toch zal kun- worden volstaan met het vermenig- Tuldi^nêscmM evenals voor het belas- tingjaar 1922/23. De Wersldklok. (Vervolg.) Een zinrijk tegenstuk tot de levenssta diums van den mensch vormen op gelijke hoogte, maar in den rechtervleugel van het bouwwerk, de zinnebeelden van de vier jaargetijden. Den 21sten Maart ver schijnt een beeldsehoone jonge dochter met frissche bloemen bekranst, als het beeld van de bloesemrijke, zonnige lente. Den 21sten Juni maakt de maagd plaats voor een in hoerendracht gekleeden man, dio een sikkel en een bundel gouden koren aren draagt, als het zinnebeeld van den zomer. Bij den aanvang van den herfst, den 23sten September, verschijnt een vlijtige, door de zon gebruinde wijngaardenierstcr. Op haar hoofd draagt zij in een welge vulde mand den zoeten last van sappige druiven, waarvan -de mensch den vurigen wijn keldert, die hem vcrvroolijkt. Rijpe appelen en andere vruchten voltooien het zinnebeeld van den herfst. Met den 21sten December verschijnt een grijsaard. Men aanschouwt in hem het beeld van den winter. Dikke handschoenen en warmo kleeding verraden, dat het koud is. Op zijn rug draagt hij een hos dorre takken naar huis, die straks zijn koude lijdende kinderen zullen verwarmen. Terwijl zoo in den loop van het jaar, lente, zomer, herfst en winter voorbij trekken, ziet men daaronder eiken morgen en avond precies ten 6 ure en des mid dags ten 12 ure, zes ernstig voor zich ziende monniken hun eenzaam, maar schilderachtig gelegen woudkluis verlaten en'biddend naar de kerk gaan. De klok luider trekt aan het klokketouw en een feestelijk klokgelui,_Jia.unor.isch gestemd, zacht en geheimzinnig als kwam het uit de verte, weerklinkt over de stille om geving. Tot ernst stemmende accoorden van een toepasselijk koraal, vergezellen deze groep, die ongetwijfeld op ieder een diepen indruk maakt. Nog ziet men in do gevelvlakken van genoemde zijvleugels, die eveneens elk door een koepeldak en toren zijn bekroond, twee groote wijzerplaten, waarop steeds de tijd van Calcutta en New-York wordt aangewezen, de twee in tijd meest ver schillende plaatsen ten aanzien van den lijd dc? «laats, waar het uurwerk is opgesteld. Bij dit allies is aau den voet van bót kunstwerk voor de naar het hoofdportaal leidende trap een volgens de sterrenkunde juist gaand tellurium opgesteld, hetwelk beslaat uit een de aarde voorstellende groote globe met 23 1/20 hellende as, eon kleinere bol in de juiste grootte-verhou ding als voorstelling van de maan en een, de licht- en warmtebron voorstellende holle spiegel met lamp, die te zamen de zon vervangen. Deze plaatsvervangster van de drie voor ons belangrijk© hemellicha men, wordt eveneens van het hoofdwerk uit door stevige leidstaugen en instrumen tale overdragingen zóó in beweging ge bracht en gehouden, dat dezelfde ver schijnselen zoo in het klein plaats hebben, als de opmerkzame, nadenkende toeschou wer, die op onze aarde aan den hemel waarneemt. Met behulp van dit tellurium kunnen derhalve de belangrijkste ver schijnselen, welke in den loop van een jaar plaats hebben, verklaard worden. Men ziet hier, hoe in 24 uur door het draaien der aarde om haar as, dag en nacht ont staan, hoe de scheve stand van de as de oorzaak is, dat de dagen en nachten ter zelfder tijd over de geheele aarde niet even lang kunnen zijn en hoe door do baan, die de aarde in den loop van een jaar (365 dagen, 5 uren, 48 min, 47 sec.) om de zon beschrijft, de jaargetijden verwisselen, de temperatuur verandert en voor onze stre ken de dagen korten en lengen. Het licht der zon valt nu eens meer, dan eens min der loodrecht op onze aarde en daar hij eene loodrechte licht- en warmtestraling ook de dagen langer en bij een schuin in vallen der zonnestralen tegelijk de dagen korter zijn, oefenen zij een verschillenden invloed op het planten- en dierenrijk uit door nieuw leven te wekken of den dood te brengen. Daardoor ziet de aandachtige toeschouwer ook de baau, die de maau om de aarde beschrijft. Hier wordt hem ge toond, hoe de „bleeke maan" nu eens ver der afdwalend, dan weer naderbij komend haren eenzamen weg in den tijd van ruim vier weken (29* dagen) aflegt. Hoe zij af wisselend hooger en lager, soms tusschen zon en aarde, dan weer achter de aarde staat en jiG* steeds dezelfde zijde naar onze aarde gekeerd 9? meest bevattelijke wijze wordt hier eeïlë yc2*M'2" klaring gegeven van de invallende zoiis- J en maansverduistering; eigen aanschou wing verklaart meer dan lange redevoe ringen. Er blijft ons nu nog over een en ander over de innerlijke inrichting te zeggen. Het geheel heeft 8 loop- of drijfwerken, die alle door het groote hoofduurwerkwor den uitgelicht en geregeld. Dit werkt met constante kracht, wordt elke minuut uit gelicht en behoeft jaarlijks slechts één maal opgewonden te worden. De seconde- slinger is juist een Meter lang en weegt 6 kilo. Het geheelo werk weegt in zijne ver pakking 54 centenaars of 2700 K.G. en is in 4 dagen op te stellen, terwijl het uit el kaar" nemen en verpakken 2 dagen vordert Het kalenderwerk is voor 100 jaren bere kend en zoo juist dat jaar op jaar ter rechtertijd dezelfde aanwijzingen en voor stellingen intreden.. Met behulp van fijn uitgedachte hulpinrichtingen kunnen bin nen een half uur alle werkingen getoond en verklaard worden. Deze Wereldklok wordt geschat op eene waarde van meer drab honderd duizend gulden. VOORSCHOTEN. Gcmcenieraad. Voorzitter: E. Vernède, burgemeester. Aanwezig alle leden. De notulen der vorige vergadering wor den gelezen en onveranderd vastgesteld. Ingekomen stukken: Een viertal missives van goedgekeurde raadsbesluiten; een proces-verbaal van de opneming van kas en boeken van den ont vanger. Kas en hoeken zijn iijorde be vonden.. Een beredeneerd verslag van B. en W. inzake Volkshuisvesting van 1921 en 1922. Een verslag van den Keurings dienst te Leiden loopende van 1 Januari 31 Maart 1923, waaruit blijkt, dat in dat tijdvak 613 minsters zijn genomen, waar van 3 monsters zijn afgekeurd. Deze stukken worden voor kennisgeving aapgenomen. Een adres vap dö.Naai- en Handwerk- school om wederom een bijdrage te mogen ontvangen uit do gemeentekas tot instand houding van de vakschool, met een begroo ting van do inkomsten en uitgaven, wordt verwezen naar B. en W. om praeadvies. Van den boekhouder is ingekomen de balans van het Badhuisbedrijf, dienst 1922. De inkomsten in 1922 hebben bedra gen f 935.00 en de uitgaven f 3223.16, zoo dat de rekening sluit met een -verlies van f2288.15 (vorig jaar ruim f2800). Ingekomen i<s een schrijven van de commissie van toezicht op het Lager On- drwijs met 'n voordracht ter benoeming van een lid dier commissie (vac.: Dr. A. J. Duymaer van Twist). De voordracht is als volgt: 1. Mevr. M. Duymaer van Twist Oorthuis, 2. A. Verloop. Benoemd wordt Onder hei Vergrootglas. Dat moest meer gebeuren! In Rotterdam vergaderde defer dagen de R.-K. Kiesvereeniging en besprak de aanstaande gemeenteraadsverkiev zing- Do penningmeester moest een nood-*, kreet doen hooren over de financiën, maar hier riep zijn stem niet (zooals bij der- gelijke gelegenheden, maar al te dikwijls gebeurt) in de woestijn. Er fladderden dadelijk twee briefjes van duizend op tafel Ja, dat moest meer gebeuren. Maar wij zouden toch al tevreden zijn met wó,t meer daadwerkelijke belangstel* ling. In Leiden b.v. laat die belangstelling nog o zooveel te wenschen over. En toch 23 Mei is de dag der gemeenteraadsverkiezing, waarop -r LIJST 7 moet aantoonen de verhoudingssterkto van ons, Katholieken, in Leiden. Bekijk 'ns bovenstaand bericht en maak een voornemen I mevr. M. Duymaer van TwistOorthuis met 8 stemmen. R. en W. stellen den Raad voor het ver- rilCÏÏi ngsci j f er plaatselijke inkom- stenbelasting 1923—-1924 te bopa- len op 1.5 (vorig jaar i.u) oüy.GTCCI een vermindering zal geven van 6 pCt. van het te betalen bedrag. Lager meenen B. en W. niet te kunnen gaan, daar de inspecteur van oordeel is, dat het belas- baar inkomen zal dalen met ongeveer 20 pCt. Zonder discussie of hoofdelijke stem ming wordt dit voorstel van B. en W. aan genomen. Op verzoek van Ged. Staten stel len B. en W. den Raad voor de nieuwe vpr- ordening op de veemarkt eenigszins te zigen (daar men meent, dat twee ingan«v.n om op de markt met paarden te komen vol doende is) en de ingang op de Molenlaan te doen vervallen. Tevens moet een nieuw artikel in de verordening worden bijge voegd. Waarschijnlijk, zegt de Voorzis dit wel een bezuinigingsmaatregel, daar volgens de wet bij iederen ingang een vee arts moet staan ter keuring van de paar den, die ter markt komen. De heer W. G. Duynisveld verzoekt dpn Voorz. een waar schuwingsbord te plaatsen aan do Molen- laam om te voorkomen dat aan dezen weg paarden ter markt zullen worden gevoerd. De Voorz. meent dat aldaar een man moet worden geplaatst om te zorgen, dat do paarden, die daar aankomen, naar den veearts worden gebracht, wat de heer J. Braggaar wel '11 vreemde verhouding vindt daar de paarden dan eerst een gedeelte van de markt zullen overgaan vóór do keuring, welk bezwaar door den Voorz. niet groot wordt geacht, waarna mot alg. stemmen wordt besloten aan de verlangens van Ged. Staten te. voldoen. De Voorz. zegt, dat de oude regeling in zake schoolgeldheffing, aangegaan met do gemeente Zoeterwoude, thans door de uit- voring van do nieuwe onderwijswet over-' bodig is geworden. Met de gemeente Zoe terwoude is over deze kwestie gecorrespon deerd en men is daar dezelfde meening toegedaan. B. en W. den raad voorstellen aan Ged. Staten machtiging te vragen deza overenkomst met Zoeterwoude op te hef fen. Wordt aldus aangenomen. In do vorige vergadering is aan B. en W. mach tiging verleend aan den heer Durang per missie te verleenen op diens verzoek een straat aan te leggen langs de Wijngaar- denlaan, onder voorwaarde van de borg stelling cener bankinstelling. De bank wil de zich echter geën borg stellen. Daarna - heeft de heer Durang zich onmiddellijk bereid verklaard f 25,000 te storten bij den ontvanger, waaruit de aanleg zal worden betaald. B. en W. hebben gemeend deze borgstelling goed te kunnen keuren om het' werk niet noodeloos op te houden en stel len den Raad voor het besluit, genomen in één der vorige vergaderingen te herroe pen en deze wijze van borgstelling goed to keuren. De heer Mens verzoekt den Voorz. de gas- en waterleidinghuizen in dezen nieuwen straatweg spoedig le doen aanleg gen, daar aldaaar ?n gedeelte der woningen haar voltooiing nadert en, om verkoopbaar of verhuurbaar te zijn, gas en water moe ten hebben. Spr, wenscht do gas- en water- S-H FEUILLETON Een Baron-Bandiet. (Naar het Duitsch.) SPUI li 21! Ik wil het, antwoordde von Bremen (iaden. Ik bied hem niet mijne aan; hij zou daar immers Mi geen geloof aan slaan; maar met be- Mea wil ik hem lokken, tot ik weet, waar hoe ik den aanval moet beginnen. Ik pïne«H dan ook wel iets naders omtrent slaad der zaken in Italië; daardoor ik mogelijk in staat gesteld eene Moeliag in hun vriendschap te bewer- 3| dat bereikt worden, dan ware ze- hYeC* g0wonnen> zeide Rudolf, het ver- m van den een zou dat van den ander r-et£j 0 voorseliijn roepen. jto beslaat werkelijk het vermoeden, I °rn den diefstal kan bedreven heb- 'j' *oeg de graaf. 1 is tie diefstal werkelijk bedreven, dan Bora even goed de dief geweest zijn k Iê*w ander. Mijne kamer lag naast 255 L^^kken van mevrouw Blote.Ik sloot Jl fr- mij'ue deur af' wanneer ik uitging L ls. bewezen, dat de dief door mijne Vj zfeh den toegang heeft weten te finl!r n' *s ^et dienstpersoneel on- gelijk de hotelhouder beweert, moét- een gast de misdaad bedreven Wi en dien gast moet het hekend zijn, «ftmes eon welgevuld juweelkistjo |t sedert zijne terugkomst uit "aad als een groot heer op, zoide von Bremen, die weer in gepeins verzon ken was. Hij kon dat vroeger niet; toen steun de hij op von Felsen, en men zeide alge meen, dat beiden de middelen tot hun be staan slechts te danken hadden aan hun ne operatiën aan de groene tafel. Dat zijn schuldeischers hem nog altijd aanzienlijke geldsommen geleend hebben, geloof ik niet; doch met 't oog op do vriendschap vaii mevrouw Blote wa<re het niet onmo gelijk. Ik zal mij daaromtrent, aangezien ik zijn voornaamsten schuldeiscker ken, zekerheid trachten te verschaffen. Kan mevrouw Blote zelve hem niet een noemenswaardig bedrag to leen heb ben gegeven 7 vroeg Rudolf. Hij is te geslepen om van dien kant iets te leenen; mevrouw Blote mag im mers niet weten, hoe treurig het met zijn financiën gesteld is. Iets anders ware het wanneer hij van het voorgenomen huwe lijk wilde afzien, maar dat zal niet gebeu ren, zoolang hij nog de flauwste hoop koestert. Hoe groot was het bedrag, dat de dame ontstolen is? Twintig duizend francs. In goud? Slechts de helft; de andere helft in bankbiljetten van duizend francs. Zijn do nummers der biljetten be kend? i Helaas niet. Dat is noodlottig, zeide von Bremen Men moest, wanneer men bankbiljet ten bezit, steeds zoo voorzichtig zijn, do nummers op to schrijven. Indien men alles vooruit kon welen, zou het vermoedelijk ook hier geschied zijn, antwoordde Rudolf; de cciiig^ over tuigende bewijzen, die gevonden kunnen worden, zijn de edelgesteenten. Die reeds vernietigd kunnen zijn, viel de graaf hem in de rede; heeft de dief eene zoo groote geldsom in het kistje gevonden, dan kan hij de juweelen wel missen. Mogelijk is dit zeker; het ledigste kistje heeft men in het Vierwaldstat ter meer gevonden; misschien liggen daarin ook de juweelen. Maar van een anderen kant beschouwd, kan ik niet gelooven, dat een dief hrillanten wegwerpt; hij kan im mers later nog atlijd een gunstige gele genheid vinden, om ze aan den man te brengen. Yon Bremen had een sigaar aangesto ken; hij trok langzaam zijne handschoe nen aan. Moed en geduld, zeide hij op vastbe raden toon. Een zwakke lichtstraal is reeds in de duisternis gevallen; wij mogen nu niet rusten, voordat wij helderheid om ons verspreid hebben. Gaat gij mij nu reeds verlaten? vroeg Wilhelm. i— Ja, ik vind thans hier geen rust meer; bovendien zijn onze beraadslagin gen Yoorloopig geëindigd. Indien gij het veroorlooft, vergezel ik u, zeide Rudolf. Do majoraatsheer trok aan de bel, en gaf bevel te laten inspannen; daarna ge sprak hij met den schilder nogmaals de maatregelen, die voor den aanvang van ■den arbeid genomen moesten worden. Bij het afscheid fluisterde hij zijn vriend eenige woorden in het oor, die deze niet. scheen te hegrijpen; toen reden de heide heeren heen. X. Von Bremen was gedurende den terug rit nadenkend en karig met zijn woorden Eerst toen het rijtuig voor des schilders woning stilhield, ontwaakte hij uit zijn gepeins. Hij stapte eveneens uit en zond den wa gen terug; daarna reikte hij den schilder de baud. Wij moeten 1111 eendrachtig den ar beid voortzetten, zeide hij; wij zullen naar ik hoop, er in slagen 't raadsel op te lossen, 't Ware mogelijk dat de omstan digheden mij noodzaakten, u een tijd lang lo verontacktzamen; maak u om mij niet bezorgd. Daar huiten in Fallersleben heb ben "wij geen vijanden te vreezen; wij kun nen daar onze beraadslagingen voortzet ten. En zoodra het schilderstuk voltooid is, kunt ge het mij zenden; tot weerziens. Hij schudde hem nogmaals de hand; daarna ging hij ijlings heen, en eerst toen liij in eene andere straat gekomen was, vertraagde hij zijn tred. Hetgeen hij heden vernomen had, ver nietigde met één slag eiken twijfel, die tot dusver nu en dan nog eens was opgedo ken. Het kan niet anders zijn; in dit on derhoud, dat de schilder zijns ondanks had afgeluisterd, was het lot van zijn on- gelukkigcn vriend besloten geworden. Men had hem daarheen gelokt, hem ge tergd en gedwongen aan het lot de beslis sing omtrent leven envdood over te laten. Het was een vreeselijk denkbeeld, dat als een onbetwistbaar feit te moeten be schouwen; maar des schilders mededeelin gen> vernietigden allen twijfel, hoewel ook de bijzonderheden nog duister en onbe kend waren. Zoo was dan opnieuw een edel leven af gesneden en als offer der dwaze duel woede gevallen, cn aan de naaste betrek* kingen bleef niets over, dan den ongeluk kige te beklagen en over zijn verlies te treuren. Na een tamelijk lange wandeling trad von Bremen het huis van een geldwisse laar binnen. Bankbiljetten en zilveren niunstslukken uit alle Europeesche staten lagen achter sterke tralies in de uitstal kast, en elk uur van den dag stonden voor dit venster eenige gapers, die met begee* v rige blikken het geld beschouwden. De onderdanige buiging met welke de wicsc- laar den edelman begroette, bewees, dat hij met hem hekend was. Ik had in lang niet de eer, mijnheer von Bremen, zeide hij, terwijl hij hem den cenigen stoel aanbood, die zich in het kan toor bevond. 't Is waar, antwoordde von Bremen; maar ge begrijpt, dat ik wel zou geko-^, men zijn, wanneer ik uwe diensten noodijf had gehad. Ik weet immers, dat ge mij ten dienste zoudt willen staan. En daaroiö ziet gij mij nu hier. 1 En waarmee kan ik mijnheer vori Bremen dienen? vroeg de geldwisselaar Ik heb eenige bankbiljetten van zend francs noodig. Zoudt ge me daaraaw kunnen helpen? Eenige? U vraagt wat veel, mijn*^ heer von Bremen. Zoo dikwijls beurt men'^ die papiertjes niet. Maar hier is er al* 1 thans één. Kunt u daarmee tevreden zijn? (Wordt vers gd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 7