j VOOR DE VROUWEN, I du we van Johannes Gael, een paar hui zen; een ervan heette „De Zon", en van daar do schuilnaam der Walcnkerk. Deze was aanvankelijk gevestigd op een paar achterkamers van juffer Droogh's hui zen, wat af te leiden valt uit het volgen de. In een oud „Memoriaal" der bezittin gen van de kerk staat vermeld, dat de perceeTtn nos. 440 en 441 dit zijn geen huisnummers, doch wat we thans kadas ternummers noemen „niet afzonderlijk verkogt kunnen worden om reeden van no. 441 de bovenagterkaemer is afgeno men en aan no. 440 verheelt". Bedenkt men nu, dat dergelijke verborgen vertrek ken, waarheen men door belendende per- ceeien en langs omwegen toegang had, de kerken plachten to wezen onzer voorva deren, dan ligt voor de hand, dat de Wa len op die bovenachtorkamers bijeen kwamen. Juffer Droogh fungeerde er als kosteres. Pastoor Bertius rustte intusschen niet alvorens hij een wezenlijke kenk voor zijn gemeente gesticht had; dit geschiedde de juiste tijd is niet bekend achter de huizen van Maria Droogh, doch nog op haar erf. Die eersto kerk stond evenwel i"n andere richting: van Oost naar West, dus dwars op de richting van het tegen woordige bedehuis. 't Was aanvankelijk een nederig kerkje, lfort en smal; we stellen ons voor, dat hot zich bevond ter plaatse ongeveer waar nu de preekstoel van de „Mon Père" staat en dan nog niet eens zoo lang was als de tegenwoordige kerk breed :s. Het werd dan ook voor de aangrteiende ge meente weldra te klein. Om het te vergrooten moesten de huis jes in de Maria Gijzen- of Bokkesteeg worden aangekocht, hetgeen geleidelijk geschiedde, waarbij alles werd gezet op den naam van Maria Droogh. Waarom? Roomsche geestelijken mochten indertijd' geen vaste goederen bezitten, zoodat nood gedwongen wel van een to vertrouwen „strooman" i.e. een „stroojuffer" moest worden gebruik gemaakt. Nu, te vertrou wen was Maria Droogh zeer stellig, want ~it alles blijkt, dat zij zich steeds zeer milddadig jegens de Walenkerk betoonde De opvolgers van pastoor Bertius deden os hij: koopen wat zij konden, zoodat langzamerhand heel het huizencomplex tusschen bovengenoemde straten en het grachtje hun eigendom was, zij het dan op naam van anderen. Zoo had Maria Droogh bij testamentaire dispositie van 12 Januari 1700 haar huis „De Zon" en de andere op haar naam staande huisjes in de Bokkesteeg en aan de Oude Vest ge- prelcgateerd aan haar neef dr. Th. Vinck. En opdat omtrent hare bedoeling geen twijfel zou kunnen ontstaan, ver klaarde zij bij codicil van 18 Dcc. 1702 dat al het door haar aan dr. Vinck geprelega- teerde hem niet in eigendom zou toebe- hooren, want dat dit alles reeds eigendom was wan de Fransche kerk. Zoo kon deze voorbeeldige kosteres op 21 Dec. 1703 rustig haar hoofd neerleggen. Latere aanknopen werden o.a. nog gesteld op naam van Johan van Brienen, med. doet., en r 3 blijkt, dat van deze handelwij ze door iemand misbruik werd gemaakt. Do laatste der Carmeliefcer pastoors, pa ter Hubertus Nicou, die zich nog in 1804 op zijn 6ic jaar in het Album Slu- diosorum der Leidsclie Universiteit deed inschrijven, werd in 1808 door Kaning Bo dewijk tot Hofprediker benoemd; hij droeg toen wat hij wel zou hebben na gelaten. als hij geweten had, dat Koning Lodewijk maar zeer kort zou regeeren, waardoor hij weinig wil van zijn nieuwo functie had zijn bediening over aan pater C. B. de Ram, een Benedictijn, die werd opgevolgd door een wereldlijk gees telijke. pastoor Arnoldus te Meij. 't Was deze, die toen op den door zijn- voorgangers verworven grond het tegen woordige bedehuis bouwde, dat in 1857 werd verheven' tot parochiekerk onder den naam van O. L. Vrouw Hemelvaart. Zijn opvolger, deken Bots, vergrootte haar terwijl deken Dessens waardig in do voetsporen zijner voorgangers treedt. Nog onlangs voltooido hij de centrale ver warming, kort nadat de electrisclie ver lichting aangebracht was. Als pastoor Ber tius nog eens kon komen kijken..... Van den Hoogeerw. heer Dessens, die gelijk men weet voorheen aan dezelfde kerk kapelaan was en dus van veel Leid- sche zaken heugenis heeft, vernamen we, dat een der vroegere dienstboden van de pastorie zich nog heel goed herinnerde, hoe zij naar de oude kerk ging: door een poort aan de Haarlemmerstraat bereikte men langs een paar dwarsche gangen de verborgen kerk, die teen nog stond waar zij aanvankelijk werd opgericht. „Wat z-in wie Roomsch minschen, ver béterd", deed pater Van Meurs zijn Over- betuwsch besje niet ten onrechte zingen. AJO. PAA5CHEIEREN. Iïet Paaschfeest staat voor de deur en reeds denken wij, moeders, erover na, op welke wijze wij dit jaar de eieren zullen „bewerken", aldus schreef verleden week een medewerkster van het „Hbld." 't Zijn dezen keer niet de schoteltjes, de slaatjes, die onze aandacht vragen, maar de vraag houdt ons bezig, hoe wij het zullen aanleggen om de gekookte eieren zoo origineel, maar vooral zoo aantrekkelijk mogelijk op tafel te bren gen. Wie succes wid oogsten, meet eens haar best doen, op een der Paaschdagen een „Chineesche tafel" aan te richten. Met een beetje moeite en een beetje ge duld kan elke huismoeder wonderen ver richten: Men kookt de eieren samen met uien schillen; hoe meer schillen men gebruikt hoe donkerder het bruin van de eier schaal wordt. Is het kookproces afgeloo- pen. dan toovert men met inkt of water verf het gezicht van een Chinees op ieder ei. Maar nu komt de clou, namelijk wenkbrauwen, snor en staart, want die moeten „echt" zijn, zoo echt als bij de Chineezen zelf. De handige en geestige huismoeder zal al hebben geraden, dat voor dat doel een fleschje lijm en een kluwen zwarte wol noodig zijn; dat wenk brauwen en snor bestaan uit een enkelen woldraad of ten hoogsto uit een paar, dje evenwijdig worden geplakt, maar dat voor den staart drie dikke draden moe ten worden genomen, dio, flink lang ge nomen, stevig op de 'kruin worden be vestigd en tot het eind gevlochten. Is men in het bezit van Chineesche kopjes, borden en schaaltjes, of heeft men een volledig ontbijtservies van Chineesche teekening, dan is aan do tafel natuurlijk nog veel meer eer te behalen. Inplaats van Chineezen of Japanners kan men ook Roodhuiden „ter tafel" brengen; geeft men de voorkeur aan meer „mondain" bewerkte eieren, dan kan men verschillende Europeesche typen trachten na te bootsen Met wat handig heid en imitatiegeest fabriceert men een Engelschen lord met vlasharige bak kebaardjes; Spaansche schoonen, in wier donkere haren een vuurroode bloem of strik prijkt, Hollandsche boerinnetjes met blozende wangen en korenblonde vlech ten Eierschalen leveren een origineele ver siering voor den Paaschdisch, al3 men er vogelnestjes of bloemhangertjes van maakt. Men versiert den eierdop met een eenvoudig waterverfteekeningetjo of, als men tegen deze moeite opziet, beplakt men de schaal met een geestig plaatje, waarna men haar voor meer dan de helft vult met in smalle reepjes geknipt, zachtgroen vloeipapier. Hierin legt men kleine chocolade- of suikereitjes en aan twee óf drie smalle groenzijden lintjes hangt men het nestje aan de lamp. Nog aardiger wordt deze versiering als men *t nestje neerzet in een driebeenigen standaard, gemaakt van bloeiende wilge twijgen, die, onderaan hij 't kruispunt, door middel van een zijden lint met strik jdjn saam gebonden. Inplaats van choco lade, of euikereieren kan men het nestje vullen met kleine voorjaarsbloemen, zoo als viooltjes, sneeuwklokjes of lelietjes. Het aardigst effect hebben deze eierver- sieringen als dé opening in de schaal zoo klein mogelijk blijft. NUTTIGE WENKEN. Wollen dekens. Wollen dekens, die niet vuil zijn, maar enkel opgefrischt moeten worden, zet men een poos in lauw water met zout en dekt ze goed toe. Nog voordat het water koud geworden is, haalt men de dekens eruit en spoelt ze op in lauw water, waarin een scheutje slaolie. Zo mogen niet ge wrongen worden, maar moeten uitlekken. Vuile dekens wascht men eerst in een lauw sop van salmialczeep en zet ze dan een poos in lauw water met zout. Vlekken in zijde. Het is, over het algemeen genomen, een moeilijk werkje om vlekken to ver wijderen uit zijden weefsels, vooral als deze weefsels teer zijn en subtiele kleu ren hebben. En vooral als men niet pre cies weet, hoe of waardoor de vlekken ontstaan zijn. Stofvlekken verwijdert men uit zijde door ze zacht te wrijven mot een meng sel van 1 deel geest van salmiak op 16 deelen water. Als de plek on dio manier doornat is geworden, spoelt men in schoon water na. Galzeep is uitsluitend voor het was- schen van verschillende soorten zijde; olie- of graanvlekken verwijdert men door de zijde 24* uur te laten staan in een oplossing van een theelepel wijn steenzuur op een liter water.Daama uit spoelen en, zoo noodig, de bewerking her halen. Vlekken, die him ontstaan te danken hebben aan sterk transpirecren, laten zich gemakkelijk uit zijde verwijderen, als men de vlek ir.wriift met een mengsel van 3 deelen ether, 3 deelen alcohol en 1 deel geest van salmiak. Als het zijden weefsel en de kleur bet toelaten, kan men vTuchtenvlekken ver wijderen door ze te weeken in jenever, die men voorzichtigheidshalve kan ver dunnen met water en dan verscheidene malen na te spoelen in frisch, schoon water. Natie parapluies. Natte parapluies moet men strak open te drogen zetten of hangen. Zijden parapluies echter slijten het minst, als men ze, nadat ze nat zijn ge worden, niet strak uitspant, maar ze, half «geopend, zoo, dat de zijde slap hangt tusschen do baleinen, opgevuld met vloei papier, in een parapluiebak neerzet te drogen. Linnen en katoen. Om linnen en katoen te onderscheiden, behoeft men slechts een klein stukje der stof mot olie in to wrijven. Linnen wordt hierdoor doorschijnend als geolied papier: katoen blijft wit en ondoorschij nend. Zeemlappen. Om zeemlappen schoon to maken zet men ze in water, waarbij een weinig amonia gevoegd is. Ze blijven helder en zacht Aanbranden van melk. Aanbranden van melk kan mei£ voor komen, door de pan waarin men de melk koken gaat vooraf met koud water om te spoelen. VOOR DE KEUKEN. - - Macaronicroquetjes. 6 a 8 stuks: Breek 40 gram macaroni in stukken, wasch ze en kook ze gaar en bijna droog in kokend water met zout (Vj uur of 3 kwartier) Breng 15 gram bloem en 20 gram boter roerende aan de kook, voeg er bij kleine scheutjes roeren^ de 2 dL. room of half melk half room hij ©n blijf roeren tot zo goed doorge kookt heeft en gaar is (10 min.) Los er, zoo noodig, 2 Yt blad gewee te gelatine in op. Vermeng het sausje met 30 gram Parmezaansche kaas, en 25 gram gehak te ham, roer er voorzichtig de aan kleine stukjes gesneden macaroni door, voeg er naar smaak peper en zout bij en laat het mengsel uitgespreid op een bord, bijna stijf worden, maar zorg dat het nog goed te hanteeren is. Neem dan op een lepel ongeveer een zesde deel van dit deeg, maak dit met een anderen lepel zoo glad mogelijk, rol het door fijn pa neermeel, vorm er dan croquetjes van, maar zorg dat er geen barstjes in zijn Rol dit door J4 ei dat met water is ge klopt (op 1 ei 2 lepels water) en zorg dat dit overal het croquetje raakt. Rol ze nog eens door paneer meel en bak ze in Delfia of Delftsche slaolie bruin en knappend. Zorg vooral dat ze geheel on der 't vet liggen. Neem ze er met een schuimspaan uit en laat ze op een grauw papier uitdruipen. Stapel ze pyramide vormig op een schaaltje, waarop een vin gerdoekje ligt en garneer zo met takjes gebakken peterselie. Wasch en droog hiervoor de peterselie eerst, maar zorg, dat voor het hakken hiervan het vet niet te heet is, daar anders de peterselie bruin wordt Zeef het vet na 't gebruik. LamscofeSeHen. f Neem 6 lamscoteletten, klop, wasch en paneer ze en hak ze in 100 gram boter bruin en gaar pl.rn. 20 minuten). Leg ze dakpansgewijs op een schotel, bind om de punt 'n manchetje en bedek ze met Pikante saus. Vermeng de jus met zooveel water, tot ze niet meer te zout is. Doe er 50 gram gesnipperde ui, een stukje Spaansche pe per, 2 laurierbladen, 4 kruidnagelen in en laat deze er zachtjes 20 minuten in trekken. Zeef het vocht, bereid er op de .gewone wijze (als bloemkoolsaus) saus van, en vermeng ze van *t vuur met een scheutje Engelsc'ae saus en soya naar smaak. V/arme broodpudding. Wrijf 300 gram oud brood, dat zorg vuldig van de korsten ontdaan is, fijn in 4dL. lauwe melk, zorg, dat er heclcmaalr geen klontjes meer in zijn. Roer 75 gram boter tot room, voeg er 3 eierdooiers en 60 gram suiker bij en vermeng deze er zoo lang mee, tot alle suiker fijngewre ven is. Doe hierbij dan het geweekte brood, 75 gram goed gewasschen krenten en 75 gram rozijnen, die van de steeltjes ontdaan zijn, 60 gram gesnipperde su- cade en desverkiezendo 75 gram gesnip perde en gehakte amandelen. Roer er het laatst zoo luchtig mogelijk het stijfge- klojlo eiwit door. Besmeer een warrnen- pudding-vorm (ook het delcsel) met wat boter, strooi er fijn paneermeel in en doe er 't mengsel in, maar zorg. dat de vorm slechts voor gevuld is. Sluit den vorm stevig en kook den pudding 1uur au hainmarie; zorg dat het water steeds tot even onder den rand van den vorm wordt bijgevuld. Laat den pudding voor de open ovendeur zonder deksel even op drogen en dien hem met warme vanille saus. Dranken bij Verkoudheid. Warme Wijn met Citroen. Een glas wille wijn, 2 glazen water, een kaneelstokje en 4 a 5 citroenschijven worden ongeveer 10 minuten gekookt. Met suiker gezoet wordt deze drank kort voor het naar bed gaan zoo heet moge lijk gedronken en doet goeden dienst bij een opkomende verkoudheid. Melkpunch. De dun afgesneden schil van 1 citroen wordt in 1 a l'/j L. kokenko melk ge daan, waarna men dezo onder gesttidig roeren eenige minuten laat koken. Ver volgens neemt men de schil uit de melk en doet er suiker naar smaak in. Zoo mogelijk voegt men en een glaasjo arak hij en klutst den drank op het vuur, doch zonder dat deze koken mag, zoolang tot hij schuimt. Deze punch dos avonds voor het naar bed gaan heet drinken. Vlierthee. Deze wordt bereid als gewone thee. De bladeren worden in den theepot gedaan en hierop kokend water gegoten (een le pel vol op ongeveer M L. water), dan laat men het cenigen tijd trekken, wordt het gefiltreerd en zoo heet mogelijk ge dronken. SCHOONMAAK. - Daar gaan wij Hollandsche buismoe ders zoo langzamerhand weer aan den schoonmaak beginnen. Velen doen 't zeer vroeg, wat eigenlijk niet practisch is schrijft T. D. in „Opgang", 't Is heter te wachten tot wo wat verder in do lente zijn en het weer zachter is. Bij een schoonmaak hooren nu eenmaal open deuren en open ramen en dat is wel eens koud, zoolang het weer nog guur is, ter wijl er heel veel werkjes voorkomen, die 't beste in de open lucht worden gedaan en 't is nu niet zoo prettig, wanneer we na den schoonmaakijver moeten boelen met een zware verkoudheid. Ook is 't ty pische van den schoonmaak, dat 't een inluiding is van het warme jaargetijde, dat er zomerkleedjes en -kussens voor den dag komen en in sommige huishou dens zelfs zomergordijnen en al die licht kleurige en witte dingen staan nog niet, wanneer 't zoo vroeg in 't voorjaar is. Dan willen wo met den schoonmaak toch ook liefst de kachels opruimen en den schoorsteen laten vegen, en ook daar kunnen we ons niet aan wagen, wanneer we nog midden in de buiige dagen zijn en een lentezonnetje nog wordt afgewis seld door een sneeuwhui, terwijl we even- mfn ons wintergoed al op kunnen ber gen. Neen, 't beste is altijd de schoonmaak een beetje laat in de lento te nemen, Dan staat ons hoofd er ook heter naar, als we zoo de zoelte al om ons heen voelen. Maar, of we onze schoonmaak-orgie vroeg of laat vieren, in elk geval is 't goed 'n beetje met datums te werken. Eerst stellen we vast op welken datum wo zullen beginnen, dan kunnen we meteen met allerlei voorbereidingen daarop reke nen, met het aannemen van invitaties, met het doen van inkoopen, enz., met 't aanschaffen van levensmiddelen, daar we voor deze dagen de maaltijden zóó kie zen, dat ze met zoo min mogelijk tijd en moeite bereid kunnen worden en dan tóch voedzaam en smakelijk zijn. Moei er in 't huis iets hersteld worden, dan laten we dit doen vóór onzen schoon - maakdatum, daar zulke werkjes dikwijls nogal rommel en herrie meebrongen. Verschillende dingen, waarvan we we ten, dat ze vernieuwd moeten worden of bijgeköcht, kunnen wo van te voren reeds koopen, zooals matjes, tapijt, terwijl we stoelen en andere meubels, die reparatie noodig hebben, alvast weg laten halen, dan hebben we na den sctóonmaak dade lijk den boel op orde. Ook is 't goed vóór den eigenlijken schoonmaak onze kasten leeg te ruimen, uit te stoffen en laden en planken van nieuwe papieren te voorzien. Dat neemt later zooveel werk uit de handen. Meteen inspecteeren we dan wat er in onze lin nen- en glazenkast moet bijgeköcht wor den. Vuile gordijnen, kleeden, sierdoe- ken, enz. zenden we alvast weg om uitge stoomd te worden. En dan, niet te vergeten, maken ,we van te voren alles in orde wat ons bij het schoonmaken moet helpen. We kij ken of onze borstels en schuiers nog goed zijn, of zeem en spons niet stuk zijn ge gaan, of we wel voldoende was en zeep in huis hebben en leggen een goeden voorraad poets- en stofdoeken klaar. Als we op deze wijze van te voren gezorgd hebben, duurt de schoonmaak niet lang en gaat alles van een leien jlakje. -sa m Infectieziekten. Omtrent deze ziekten die soms- in enkele gevallen, soms echter in epidemieën optreden is het zeer nuttig enkele bij zonderheden te weten bijv. de algemeene voorzorgen wat betreft hygiëne en diëet, de wijze van verspreiding der besmetting etc. Waar het mogelijk is, verplege men ernstige lijders van besmettelijke ziekten in een goed ingericht ziekenhuis, niet al leen omdat daar de isoleering van den patiënt en de verwijdering van alle moge lijke infectiemateriaal beter is toe te pas sen, doch ook, omdat thuis slechts zelden het zoo kan worden ingericht dat aan ge lijke voorwaarden als aan die van zieken- huis-verpleging is te voldoen. Bovendien kan men bij twijfelachtige diagnose, zooals soms bij typhus, in n zic- kehbuïs beter de moderne klinische en bacteriologische methoden toepassen. Er blijven echter nog talrijke gevallen van besmettelijke ziekten over die thuis behandeld kunnen worden. Voor deze gevallen nu is het van groot gewicht, dat de ziekenverpleging zoo goed mogelijk zij en dat men lette op het vol gende. lo. De Ziekenkamer. Deze moet zijn zoo ruim en frisch mogelijk en makke lijk en goed te luchten. Waar het kan is verkieselijk een zijvertrek om de zieke, de drukte verbonden aan het schoonmaken van het ziekenvertrek te kunnen besparen en tevens orn de ziekenkamer des te beter te kunnen verfrisschen. De temperatuur van het ziekenvertrek moet ongeveer 14 graden R. bedragen. Bij patiënten met luchtwegen-aandoeningen kan deze iets hooger zijn. Verder spreekt het van zelf, dat allo hinderlijk rumoer en leven verre van het ziekenvertrek verwij derd blijven, want bij den overprikkelden toestand der zintuigen en van de hersenen kunnen alsdan allicht deliriën ontstaan. Bij eenigszins langeren duur der ziekte zorge men vooral voor een goede en mak kelijke ligging. Zooveel mogelijk zorge men dan voor een z.g. verwisselbed. Dit is meestal een weldaad voor den weke, niet alleen voor een patiënt die sterk transpi reert. doch ook voor lijders aan hooge koorts. Een frisch, koel bed vindt de pa tiënt aangenaam en bevordert de slaap. Zorgvuldig lette men er op dat de pa tiënt zich niet doorligt. Bij goede vt-rple- ging is dit te voorkomen. Daarom zorge men, behalve voor een windkassen, dat de zieke niet te lang in dezelft» houding ligt. Vooral patiënten, die geruimen tijd bewe gingloos op den rug liggen, loopen groot gevaar om zich door te liggen. Men geve hun daarom vaa,k ccn andere houding ook daarvoor om 't gevaar voor longaandoe ningen daardoor te voorkomen. Gewichtig is verder de verzorging van mond en neus. Zorg dat de patiënt goed en ruim door den neus kan ademen. Uit stekend daarvoor is doorspoeling van den neus met zwakke kcukcnzoutoplossing. Bij bewustelooze zieken, die door den mond adem ..halen plaatse men een prop watten onder do afgezakte onderbaak of legge men een vochtig stukje gaas voor den mond om uitdroging van hot slijmvlies van tong en keel te voorkomen. Bij gevaar voor longaandoeningen houde men de lucht in het vertrek vochtig door waterverdam- ping. Dat men verder lette op stoelgang en urineloozing vooral bij patiënten buiten kennis spreekt vanzelf. Wanneer men nu bedenkt, dat men be halve' op het bovengenoemde ook nog te letten heeft op regelmatige temperatuur- opnapje, op zorgvuldige voeding van den patiënt, op een juiste en zekere opvolging der -vporschriften wat desinfectie betreft, dan blijkt wel uit dit alles do wenscbelijk- heid, dat, waar bet kan, men de hulp in roept van. geschoolde verpleging, dus van een verpleegster of verpleger, ook daar om, omdat bij velo besmettelijke ziekten, zoo bijv. Typhus dc verpl verpleger, tot eigen bcsehuttinV schoold moet zijn. Men ziet dan ook vaak, dat oom de hulp van een goed geschooide ster of verpleger is "ingeroepen geordende verpleging pas moge® gewoonlijk ondervinden -zoovel als de omgeving dit weldra als e weldaad. Wijl bovendien bijna altijd y» pleegster eenig gezag uitgaat zo opzichte Van den zieke als den spoedig allerlei schadelijke^ de invloeden van den kant der fc, te naaste omgeving uitgeschakeld, juist, omdat de huisgenootcn het meencn met den patiënt, de van den zieke meer kwaad dan gj De voeding van lijders aan ziekten is des te gewichtiger ho- het ziekteproces duurt. Algemeene regelen zijn hier» te geven. Bij een lijder aan longor. ten mazelen of roodvonk is de veenr niet zoo groot gewicht als hij ty$ houde zich aan het voorschrift geneesheer. Proefondervindelijk is vastgej bij hooge koorts, vooral door de splitsing der eiwitproducten, de van het voedsel is toegenomen (2 zoodat hieruit wel blijkt, dat zie* rdi hooge koorts goed doch doeïmas moeten worden. Een bezwaar is echter dat juist, gelijke zieken en vooral die it« geworden zijn, lijden aan gefc eetlust. De oorzaak hiervan is nog ker bekend. Misschien speelt df afscheiding der speekselklieren ol de maag een rol, waardoor de werkt, misschien ook de mindere ding in de gal. De dorst der zieken is gewoo: grootcr en in sterke tegenstellin; eetlust. Do koortsende zieke is hoof#^ daarom zoo dorstig wijl hij veel liest door huid en longen. Bij kortdurende ziekten beho.it tijdelijke ondervoeding zoozeer vreezen. Bij ziekten echter van duur lette men er op, dat de doende gevoed wordt. Bij den tegenzin voor vaste kost[ vooral vloeibare spijzen die licht baar zijn als melk, eieren en Bouillon diene vooral tot opwekl eetlust. Oolc in voeding te zorgen wisseling in vorm, samenstelling van het voedsel om eentonigheid komen. De dorst der zieken lescht mei mogelijk. Een rijke toevoer van werkt zelfs gunstig wijl het de wet! nieren aanzet en aldus het licha&i ware „schoongespoeld" wordt van terievergiften en omzettingsprodn: Als drank is aan te bevelen omdat deze door het suikergehalte voedingswaarde bezit. Koolzuurhoudende dranken zijn gasvormende werking minder Natuurlijk mag door het stillen dorst niet te veel de voedsel opnam lijden en geve men daarvoor koelde melk. Om deze smakelijk ken bij lang gebruik kan men er voegen wat koffie, thee of cacao smaak. Mot de toediening van al colt men voorzichtig. Al is het waar werking van alcohol op gezonden een verschillende is en bijv. soms grootero doses alcohol Iranv dan een gezonde, toch mogen wij gelen dat 2lcohol verlammend t dat de schijnbaar opwekkende slechts berust op het wegvallen paalde remmingen. Alcohol wekt verwijdend op vaten en kan daarom in sommig® bij zieke bloedvaten of ziek har! lijk zijn. Ook hierin dus niets vies van zijn lijfarts. W. 0UD-H0LLANDSCHE WIJSF 'Al waiter uyfc den regel gaet, Dat is vo'vr alle mensehen ojffl En daerom dient, na rechten De guide mlddel-maet bewaart- Die t lijf gesont behouden vil En wese niet gedurigh stil. Macr plege staegli een matigt' Dat maeckt dc rwacke leden 1$ En word' oock niet te seer ge" Dat is voor ziel en lichaem got' Heb je water, heb je broot, Klaeght dan niet van hongert Oock slechten drank en sacbtr Vcrsaet den mensch cn maech! W. paasch-zaterd' (Naar het Fransch van Pierre Hodie si voecm ejus auoiS Heden, als gij zijn stem verhardt toch uw harten 't Is halfzes in den morgea. Do kerk is neg donker en W De koster heeft zooeven do ten; een grauwe schemering de ramen. Daarginds, achter in het heiliP kent zich een grootc donkere vo£ het gekleurde glas: dat is het' Aan dit kruishout, met g^;' met vermoeide en toch vriend^ ken, liangb de Christus en wad» Zes uur. j De zware deur knarst cp baar ren; 'n dof geluid van een andc* deur, welke dicht valt. Dam nicJ loc Toch wel.... jaZachte langs <lcn muur; een vrouwen?* een versleten doek om het hf'° hoedzaam door het halfdius'^' Nu ziet men haar beter. Ze

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 12