j VOOR DE VROUWEN, I
du we van Johannes Gael, een paar hui
zen; een ervan heette „De Zon", en van
daar do schuilnaam der Walcnkerk. Deze
was aanvankelijk gevestigd op een paar
achterkamers van juffer Droogh's hui
zen, wat af te leiden valt uit het volgen
de. In een oud „Memoriaal" der bezittin
gen van de kerk staat vermeld, dat de
perceeTtn nos. 440 en 441 dit zijn geen
huisnummers, doch wat we thans kadas
ternummers noemen „niet afzonderlijk
verkogt kunnen worden om reeden van
no. 441 de bovenagterkaemer is afgeno
men en aan no. 440 verheelt". Bedenkt
men nu, dat dergelijke verborgen vertrek
ken, waarheen men door belendende per-
ceeien en langs omwegen toegang had, de
kerken plachten to wezen onzer voorva
deren, dan ligt voor de hand, dat de Wa
len op die bovenachtorkamers bijeen
kwamen. Juffer Droogh fungeerde er als
kosteres.
Pastoor Bertius rustte intusschen niet
alvorens hij een wezenlijke kenk voor zijn
gemeente gesticht had; dit geschiedde
de juiste tijd is niet bekend achter de
huizen van Maria Droogh, doch nog op
haar erf. Die eersto kerk stond evenwel
i"n andere richting: van Oost naar West,
dus dwars op de richting van het tegen
woordige bedehuis.
't Was aanvankelijk een nederig kerkje,
lfort en smal; we stellen ons voor, dat
hot zich bevond ter plaatse ongeveer
waar nu de preekstoel van de „Mon Père"
staat en dan nog niet eens zoo lang was
als de tegenwoordige kerk breed :s. Het
werd dan ook voor de aangrteiende ge
meente weldra te klein.
Om het te vergrooten moesten de huis
jes in de Maria Gijzen- of Bokkesteeg
worden aangekocht, hetgeen geleidelijk
geschiedde, waarbij alles werd gezet op
den naam van Maria Droogh. Waarom?
Roomsche geestelijken mochten indertijd'
geen vaste goederen bezitten, zoodat nood
gedwongen wel van een to vertrouwen
„strooman" i.e. een „stroojuffer" moest
worden gebruik gemaakt. Nu, te vertrou
wen was Maria Droogh zeer stellig, want
~it alles blijkt, dat zij zich steeds zeer
milddadig jegens de Walenkerk betoonde
De opvolgers van pastoor Bertius deden
os hij: koopen wat zij konden, zoodat
langzamerhand heel het huizencomplex
tusschen bovengenoemde straten en het
grachtje hun eigendom was, zij het dan
op naam van anderen. Zoo had Maria
Droogh bij testamentaire dispositie van
12 Januari 1700 haar huis „De Zon" en
de andere op haar naam staande huisjes
in de Bokkesteeg en aan de Oude Vest ge-
prelcgateerd aan haar neef dr. Th.
Vinck. En opdat omtrent hare bedoeling
geen twijfel zou kunnen ontstaan, ver
klaarde zij bij codicil van 18 Dcc. 1702 dat
al het door haar aan dr. Vinck geprelega-
teerde hem niet in eigendom zou toebe-
hooren, want dat dit alles reeds eigendom
was wan de Fransche kerk. Zoo kon deze
voorbeeldige kosteres op 21 Dec. 1703
rustig haar hoofd neerleggen. Latere
aanknopen werden o.a. nog gesteld op
naam van Johan van Brienen, med. doet.,
en r 3 blijkt, dat van deze handelwij
ze door iemand misbruik werd gemaakt.
Do laatste der Carmeliefcer pastoors, pa
ter Hubertus Nicou, die zich nog in 1804
op zijn 6ic jaar in het Album Slu-
diosorum der Leidsclie Universiteit deed
inschrijven, werd in 1808 door Kaning Bo
dewijk tot Hofprediker benoemd; hij
droeg toen wat hij wel zou hebben na
gelaten. als hij geweten had, dat Koning
Lodewijk maar zeer kort zou regeeren,
waardoor hij weinig wil van zijn nieuwo
functie had zijn bediening over aan
pater C. B. de Ram, een Benedictijn, die
werd opgevolgd door een wereldlijk gees
telijke. pastoor Arnoldus te Meij.
't Was deze, die toen op den door zijn-
voorgangers verworven grond het tegen
woordige bedehuis bouwde, dat in 1857
werd verheven' tot parochiekerk onder
den naam van O. L. Vrouw Hemelvaart.
Zijn opvolger, deken Bots, vergrootte haar
terwijl deken Dessens waardig in do
voetsporen zijner voorgangers treedt.
Nog onlangs voltooido hij de centrale ver
warming, kort nadat de electrisclie ver
lichting aangebracht was. Als pastoor Ber
tius nog eens kon komen kijken.....
Van den Hoogeerw. heer Dessens, die
gelijk men weet voorheen aan dezelfde
kerk kapelaan was en dus van veel Leid-
sche zaken heugenis heeft, vernamen we,
dat een der vroegere dienstboden van de
pastorie zich nog heel goed herinnerde,
hoe zij naar de oude kerk ging: door een
poort aan de Haarlemmerstraat bereikte
men langs een paar dwarsche gangen de
verborgen kerk, die teen nog stond waar
zij aanvankelijk werd opgericht.
„Wat z-in wie Roomsch minschen, ver
béterd", deed pater Van Meurs zijn Over-
betuwsch besje niet ten onrechte zingen.
AJO.
PAA5CHEIEREN.
Iïet Paaschfeest staat voor de deur en
reeds denken wij, moeders, erover na, op
welke wijze wij dit jaar de eieren zullen
„bewerken", aldus schreef verleden week
een medewerkster van het „Hbld."
't Zijn dezen keer niet de schoteltjes,
de slaatjes, die onze aandacht vragen,
maar de vraag houdt ons bezig, hoe wij
het zullen aanleggen om de gekookte
eieren zoo origineel, maar vooral zoo
aantrekkelijk mogelijk op tafel te bren
gen. Wie succes wid oogsten, meet eens
haar best doen, op een der Paaschdagen
een „Chineesche tafel" aan te richten.
Met een beetje moeite en een beetje ge
duld kan elke huismoeder wonderen ver
richten:
Men kookt de eieren samen met uien
schillen; hoe meer schillen men gebruikt
hoe donkerder het bruin van de eier
schaal wordt. Is het kookproces afgeloo-
pen. dan toovert men met inkt of water
verf het gezicht van een Chinees op ieder
ei. Maar nu komt de clou, namelijk
wenkbrauwen, snor en staart, want die
moeten „echt" zijn, zoo echt als bij de
Chineezen zelf. De handige en geestige
huismoeder zal al hebben geraden, dat
voor dat doel een fleschje lijm en een
kluwen zwarte wol noodig zijn; dat wenk
brauwen en snor bestaan uit een enkelen
woldraad of ten hoogsto uit een paar,
dje evenwijdig worden geplakt, maar dat
voor den staart drie dikke draden moe
ten worden genomen, dio, flink lang ge
nomen, stevig op de 'kruin worden be
vestigd en tot het eind gevlochten. Is
men in het bezit van Chineesche kopjes,
borden en schaaltjes, of heeft men een
volledig ontbijtservies van Chineesche
teekening, dan is aan do tafel natuurlijk
nog veel meer eer te behalen.
Inplaats van Chineezen of Japanners
kan men ook Roodhuiden „ter tafel"
brengen; geeft men de voorkeur aan
meer „mondain" bewerkte eieren, dan
kan men verschillende Europeesche typen
trachten na te bootsen Met wat handig
heid en imitatiegeest fabriceert men een
Engelschen lord met vlasharige bak
kebaardjes; Spaansche schoonen, in wier
donkere haren een vuurroode bloem of
strik prijkt, Hollandsche boerinnetjes met
blozende wangen en korenblonde vlech
ten
Eierschalen leveren een origineele ver
siering voor den Paaschdisch, al3 men er
vogelnestjes of bloemhangertjes van
maakt. Men versiert den eierdop met een
eenvoudig waterverfteekeningetjo of, als
men tegen deze moeite opziet, beplakt
men de schaal met een geestig plaatje,
waarna men haar voor meer dan de helft
vult met in smalle reepjes geknipt,
zachtgroen vloeipapier. Hierin legt men
kleine chocolade- of suikereitjes en aan
twee óf drie smalle groenzijden lintjes
hangt men het nestje aan de lamp. Nog
aardiger wordt deze versiering als men
*t nestje neerzet in een driebeenigen
standaard, gemaakt van bloeiende wilge
twijgen, die, onderaan hij 't kruispunt,
door middel van een zijden lint met strik
jdjn saam gebonden. Inplaats van choco
lade, of euikereieren kan men het nestje
vullen met kleine voorjaarsbloemen, zoo
als viooltjes, sneeuwklokjes of lelietjes.
Het aardigst effect hebben deze eierver-
sieringen als dé opening in de schaal zoo
klein mogelijk blijft.
NUTTIGE WENKEN.
Wollen dekens.
Wollen dekens, die niet vuil zijn, maar
enkel opgefrischt moeten worden, zet men
een poos in lauw water met zout en dekt
ze goed toe. Nog voordat het water koud
geworden is, haalt men de dekens eruit
en spoelt ze op in lauw water, waarin
een scheutje slaolie. Zo mogen niet ge
wrongen worden, maar moeten uitlekken.
Vuile dekens wascht men eerst in een
lauw sop van salmialczeep en zet ze dan
een poos in lauw water met zout.
Vlekken in zijde.
Het is, over het algemeen genomen,
een moeilijk werkje om vlekken to ver
wijderen uit zijden weefsels, vooral als
deze weefsels teer zijn en subtiele kleu
ren hebben. En vooral als men niet pre
cies weet, hoe of waardoor de vlekken
ontstaan zijn.
Stofvlekken verwijdert men uit zijde
door ze zacht te wrijven mot een meng
sel van 1 deel geest van salmiak op 16
deelen water. Als de plek on dio manier
doornat is geworden, spoelt men in
schoon water na.
Galzeep is uitsluitend voor het was-
schen van verschillende soorten zijde;
olie- of graanvlekken verwijdert men
door de zijde 24* uur te laten staan in
een oplossing van een theelepel wijn
steenzuur op een liter water.Daama uit
spoelen en, zoo noodig, de bewerking her
halen.
Vlekken, die him ontstaan te danken
hebben aan sterk transpirecren, laten
zich gemakkelijk uit zijde verwijderen,
als men de vlek ir.wriift met een mengsel
van 3 deelen ether, 3 deelen alcohol en
1 deel geest van salmiak.
Als het zijden weefsel en de kleur bet
toelaten, kan men vTuchtenvlekken ver
wijderen door ze te weeken in jenever,
die men voorzichtigheidshalve kan ver
dunnen met water en dan verscheidene
malen na te spoelen in frisch, schoon
water.
Natie parapluies.
Natte parapluies moet men strak open
te drogen zetten of hangen.
Zijden parapluies echter slijten het
minst, als men ze, nadat ze nat zijn ge
worden, niet strak uitspant, maar ze, half
«geopend, zoo, dat de zijde slap hangt
tusschen do baleinen, opgevuld met vloei
papier, in een parapluiebak neerzet te
drogen.
Linnen en katoen.
Om linnen en katoen te onderscheiden,
behoeft men slechts een klein stukje der
stof mot olie in to wrijven. Linnen
wordt hierdoor doorschijnend als geolied
papier: katoen blijft wit en ondoorschij
nend.
Zeemlappen.
Om zeemlappen schoon to maken zet
men ze in water, waarbij een weinig
amonia gevoegd is. Ze blijven helder en
zacht
Aanbranden van melk.
Aanbranden van melk kan mei£ voor
komen, door de pan waarin men de melk
koken gaat vooraf met koud water om
te spoelen.
VOOR DE KEUKEN. - -
Macaronicroquetjes.
6 a 8 stuks: Breek 40 gram macaroni
in stukken, wasch ze en kook ze gaar en
bijna droog in kokend water met zout
(Vj uur of 3 kwartier) Breng 15 gram
bloem en 20 gram boter roerende aan de
kook, voeg er bij kleine scheutjes roeren^
de 2 dL. room of half melk half room
hij ©n blijf roeren tot zo goed doorge
kookt heeft en gaar is (10 min.) Los er,
zoo noodig, 2 Yt blad gewee te gelatine
in op. Vermeng het sausje met 30 gram
Parmezaansche kaas, en 25 gram gehak
te ham, roer er voorzichtig de aan kleine
stukjes gesneden macaroni door, voeg er
naar smaak peper en zout bij en laat het
mengsel uitgespreid op een bord, bijna
stijf worden, maar zorg dat het nog
goed te hanteeren is. Neem dan op een
lepel ongeveer een zesde deel van dit
deeg, maak dit met een anderen lepel
zoo glad mogelijk, rol het door fijn pa
neermeel, vorm er dan croquetjes van,
maar zorg dat er geen barstjes in zijn
Rol dit door J4 ei dat met water is ge
klopt (op 1 ei 2 lepels water) en zorg
dat dit overal het croquetje raakt. Rol
ze nog eens door paneer meel en bak ze
in Delfia of Delftsche slaolie bruin en
knappend. Zorg vooral dat ze geheel on
der 't vet liggen. Neem ze er met een
schuimspaan uit en laat ze op een grauw
papier uitdruipen. Stapel ze pyramide
vormig op een schaaltje, waarop een vin
gerdoekje ligt en garneer zo met takjes
gebakken peterselie. Wasch en droog
hiervoor de peterselie eerst, maar zorg,
dat voor het hakken hiervan het vet niet
te heet is, daar anders de peterselie bruin
wordt Zeef het vet na 't gebruik.
LamscofeSeHen. f
Neem 6 lamscoteletten, klop, wasch en
paneer ze en hak ze in 100 gram boter
bruin en gaar pl.rn. 20 minuten). Leg
ze dakpansgewijs op een schotel, bind
om de punt 'n manchetje en bedek ze met
Pikante saus.
Vermeng de jus met zooveel water, tot
ze niet meer te zout is. Doe er 50 gram
gesnipperde ui, een stukje Spaansche pe
per, 2 laurierbladen, 4 kruidnagelen in
en laat deze er zachtjes 20 minuten in
trekken. Zeef het vocht, bereid er op de
.gewone wijze (als bloemkoolsaus) saus
van, en vermeng ze van *t vuur met een
scheutje Engelsc'ae saus en soya naar
smaak.
V/arme broodpudding.
Wrijf 300 gram oud brood, dat zorg
vuldig van de korsten ontdaan is, fijn in
4dL. lauwe melk, zorg, dat er heclcmaalr
geen klontjes meer in zijn. Roer 75 gram
boter tot room, voeg er 3 eierdooiers en
60 gram suiker bij en vermeng deze er
zoo lang mee, tot alle suiker fijngewre
ven is. Doe hierbij dan het geweekte
brood, 75 gram goed gewasschen krenten
en 75 gram rozijnen, die van de steeltjes
ontdaan zijn, 60 gram gesnipperde su-
cade en desverkiezendo 75 gram gesnip
perde en gehakte amandelen. Roer er het
laatst zoo luchtig mogelijk het stijfge-
klojlo eiwit door. Besmeer een warrnen-
pudding-vorm (ook het delcsel) met wat
boter, strooi er fijn paneermeel in en
doe er 't mengsel in, maar zorg. dat de
vorm slechts voor gevuld is. Sluit den
vorm stevig en kook den pudding 1uur
au hainmarie; zorg dat het water steeds
tot even onder den rand van den vorm
wordt bijgevuld. Laat den pudding voor
de open ovendeur zonder deksel even op
drogen en dien hem met warme vanille
saus.
Dranken bij Verkoudheid.
Warme Wijn met Citroen.
Een glas wille wijn, 2 glazen water,
een kaneelstokje en 4 a 5 citroenschijven
worden ongeveer 10 minuten gekookt.
Met suiker gezoet wordt deze drank kort
voor het naar bed gaan zoo heet moge
lijk gedronken en doet goeden dienst bij
een opkomende verkoudheid.
Melkpunch.
De dun afgesneden schil van 1 citroen
wordt in 1 a l'/j L. kokenko melk ge
daan, waarna men dezo onder gesttidig
roeren eenige minuten laat koken. Ver
volgens neemt men de schil uit de melk
en doet er suiker naar smaak in. Zoo
mogelijk voegt men en een glaasjo arak
hij en klutst den drank op het vuur, doch
zonder dat deze koken mag, zoolang tot
hij schuimt. Deze punch dos avonds voor
het naar bed gaan heet drinken.
Vlierthee.
Deze wordt bereid als gewone thee. De
bladeren worden in den theepot gedaan
en hierop kokend water gegoten (een le
pel vol op ongeveer M L. water), dan
laat men het cenigen tijd trekken, wordt
het gefiltreerd en zoo heet mogelijk ge
dronken.
SCHOONMAAK. -
Daar gaan wij Hollandsche buismoe
ders zoo langzamerhand weer aan den
schoonmaak beginnen. Velen doen 't zeer
vroeg, wat eigenlijk niet practisch is
schrijft T. D. in „Opgang", 't Is heter te
wachten tot wo wat verder in do lente
zijn en het weer zachter is. Bij een
schoonmaak hooren nu eenmaal open
deuren en open ramen en dat is wel eens
koud, zoolang het weer nog guur is, ter
wijl er heel veel werkjes voorkomen, die
't beste in de open lucht worden gedaan
en 't is nu niet zoo prettig, wanneer we
na den schoonmaakijver moeten boelen
met een zware verkoudheid. Ook is 't ty
pische van den schoonmaak, dat 't een
inluiding is van het warme jaargetijde,
dat er zomerkleedjes en -kussens voor
den dag komen en in sommige huishou
dens zelfs zomergordijnen en al die licht
kleurige en witte dingen staan nog niet,
wanneer 't zoo vroeg in 't voorjaar is.
Dan willen wo met den schoonmaak toch
ook liefst de kachels opruimen en den
schoorsteen laten vegen, en ook daar
kunnen we ons niet aan wagen, wanneer
we nog midden in de buiige dagen zijn
en een lentezonnetje nog wordt afgewis
seld door een sneeuwhui, terwijl we even-
mfn ons wintergoed al op kunnen ber
gen.
Neen, 't beste is altijd de schoonmaak
een beetje laat in de lento te nemen, Dan
staat ons hoofd er ook heter naar, als we
zoo de zoelte al om ons heen voelen.
Maar, of we onze schoonmaak-orgie
vroeg of laat vieren, in elk geval is 't
goed 'n beetje met datums te werken.
Eerst stellen we vast op welken datum wo
zullen beginnen, dan kunnen we meteen
met allerlei voorbereidingen daarop reke
nen, met het aannemen van invitaties,
met het doen van inkoopen, enz., met 't
aanschaffen van levensmiddelen, daar we
voor deze dagen de maaltijden zóó kie
zen, dat ze met zoo min mogelijk tijd
en moeite bereid kunnen worden en dan
tóch voedzaam en smakelijk zijn. Moei
er in 't huis iets hersteld worden, dan
laten we dit doen vóór onzen schoon -
maakdatum, daar zulke werkjes dikwijls
nogal rommel en herrie meebrongen.
Verschillende dingen, waarvan we we
ten, dat ze vernieuwd moeten worden of
bijgeköcht, kunnen wo van te voren reeds
koopen, zooals matjes, tapijt, terwijl we
stoelen en andere meubels, die reparatie
noodig hebben, alvast weg laten halen,
dan hebben we na den sctóonmaak dade
lijk den boel op orde.
Ook is 't goed vóór den eigenlijken
schoonmaak onze kasten leeg te ruimen,
uit te stoffen en laden en planken van
nieuwe papieren te voorzien. Dat neemt
later zooveel werk uit de handen. Meteen
inspecteeren we dan wat er in onze lin
nen- en glazenkast moet bijgeköcht wor
den. Vuile gordijnen, kleeden, sierdoe-
ken, enz. zenden we alvast weg om uitge
stoomd te worden.
En dan, niet te vergeten, maken ,we
van te voren alles in orde wat ons bij
het schoonmaken moet helpen. We kij
ken of onze borstels en schuiers nog goed
zijn, of zeem en spons niet stuk zijn ge
gaan, of we wel voldoende was en zeep
in huis hebben en leggen een goeden
voorraad poets- en stofdoeken klaar. Als
we op deze wijze van te voren gezorgd
hebben, duurt de schoonmaak niet lang
en gaat alles van een leien jlakje.
-sa m
Infectieziekten.
Omtrent deze ziekten die soms- in
enkele gevallen, soms echter in epidemieën
optreden is het zeer nuttig enkele bij
zonderheden te weten bijv. de algemeene
voorzorgen wat betreft hygiëne en diëet,
de wijze van verspreiding der besmetting
etc.
Waar het mogelijk is, verplege men
ernstige lijders van besmettelijke ziekten
in een goed ingericht ziekenhuis, niet al
leen omdat daar de isoleering van den
patiënt en de verwijdering van alle moge
lijke infectiemateriaal beter is toe te pas
sen, doch ook, omdat thuis slechts zelden
het zoo kan worden ingericht dat aan ge
lijke voorwaarden als aan die van zieken-
huis-verpleging is te voldoen.
Bovendien kan men bij twijfelachtige
diagnose, zooals soms bij typhus, in n zic-
kehbuïs beter de moderne klinische en
bacteriologische methoden toepassen.
Er blijven echter nog talrijke gevallen
van besmettelijke ziekten over die thuis
behandeld kunnen worden.
Voor deze gevallen nu is het van groot
gewicht, dat de ziekenverpleging zoo goed
mogelijk zij en dat men lette op het vol
gende.
lo. De Ziekenkamer. Deze moet
zijn zoo ruim en frisch mogelijk en makke
lijk en goed te luchten. Waar het kan is
verkieselijk een zijvertrek om de zieke,
de drukte verbonden aan het schoonmaken
van het ziekenvertrek te kunnen besparen
en tevens orn de ziekenkamer des te beter
te kunnen verfrisschen.
De temperatuur van het ziekenvertrek
moet ongeveer 14 graden R. bedragen. Bij
patiënten met luchtwegen-aandoeningen
kan deze iets hooger zijn. Verder spreekt
het van zelf, dat allo hinderlijk rumoer en
leven verre van het ziekenvertrek verwij
derd blijven, want bij den overprikkelden
toestand der zintuigen en van de hersenen
kunnen alsdan allicht deliriën ontstaan.
Bij eenigszins langeren duur der ziekte
zorge men vooral voor een goede en mak
kelijke ligging. Zooveel mogelijk zorge men
dan voor een z.g. verwisselbed. Dit is
meestal een weldaad voor den weke, niet
alleen voor een patiënt die sterk transpi
reert. doch ook voor lijders aan hooge
koorts. Een frisch, koel bed vindt de pa
tiënt aangenaam en bevordert de slaap.
Zorgvuldig lette men er op dat de pa
tiënt zich niet doorligt. Bij goede vt-rple-
ging is dit te voorkomen. Daarom zorge
men, behalve voor een windkassen, dat de
zieke niet te lang in dezelft» houding ligt.
Vooral patiënten, die geruimen tijd bewe
gingloos op den rug liggen, loopen groot
gevaar om zich door te liggen. Men geve
hun daarom vaa,k ccn andere houding ook
daarvoor om 't gevaar voor longaandoe
ningen daardoor te voorkomen.
Gewichtig is verder de verzorging van
mond en neus. Zorg dat de patiënt goed
en ruim door den neus kan ademen. Uit
stekend daarvoor is doorspoeling van den
neus met zwakke kcukcnzoutoplossing. Bij
bewustelooze zieken, die door den mond
adem ..halen plaatse men een prop watten
onder do afgezakte onderbaak of legge
men een vochtig stukje gaas voor den
mond om uitdroging van hot slijmvlies
van tong en keel te voorkomen. Bij gevaar
voor longaandoeningen houde men de lucht
in het vertrek vochtig door waterverdam-
ping. Dat men verder lette op stoelgang
en urineloozing vooral bij patiënten
buiten kennis spreekt vanzelf.
Wanneer men nu bedenkt, dat men be
halve' op het bovengenoemde ook nog te
letten heeft op regelmatige temperatuur-
opnapje, op zorgvuldige voeding van den
patiënt, op een juiste en zekere opvolging
der -vporschriften wat desinfectie betreft,
dan blijkt wel uit dit alles do wenscbelijk-
heid, dat, waar bet kan, men de hulp in
roept van. geschoolde verpleging, dus van
een verpleegster of verpleger, ook daar
om, omdat bij velo besmettelijke ziekten,
zoo bijv. Typhus dc verpl
verpleger, tot eigen bcsehuttinV
schoold moet zijn.
Men ziet dan ook vaak, dat oom
de hulp van een goed geschooide
ster of verpleger is "ingeroepen
geordende verpleging pas moge®
gewoonlijk ondervinden -zoovel
als de omgeving dit weldra als e
weldaad.
Wijl bovendien bijna altijd y»
pleegster eenig gezag uitgaat zo
opzichte Van den zieke als
den spoedig allerlei schadelijke^
de invloeden van den kant der fc, te
naaste omgeving uitgeschakeld,
juist, omdat de huisgenootcn het
meencn met den patiënt, de
van den zieke meer kwaad dan gj
De voeding van lijders aan
ziekten is des te gewichtiger ho-
het ziekteproces duurt.
Algemeene regelen zijn hier»
te geven. Bij een lijder aan longor. ten
mazelen of roodvonk is de veenr
niet zoo groot gewicht als hij ty$
houde zich aan het voorschrift
geneesheer.
Proefondervindelijk is vastgej
bij hooge koorts, vooral door de
splitsing der eiwitproducten, de
van het voedsel is toegenomen (2
zoodat hieruit wel blijkt, dat zie* rdi
hooge koorts goed doch doeïmas
moeten worden.
Een bezwaar is echter dat juist,
gelijke zieken en vooral die it«
geworden zijn, lijden aan gefc
eetlust. De oorzaak hiervan is nog
ker bekend. Misschien speelt df
afscheiding der speekselklieren ol
de maag een rol, waardoor de
werkt, misschien ook de mindere
ding in de gal.
De dorst der zieken is gewoo:
grootcr en in sterke tegenstellin;
eetlust.
Do koortsende zieke is hoof#^
daarom zoo dorstig wijl hij veel
liest door huid en longen.
Bij kortdurende ziekten beho.it
tijdelijke ondervoeding zoozeer
vreezen. Bij ziekten echter van
duur lette men er op, dat de
doende gevoed wordt.
Bij den tegenzin voor vaste kost[
vooral vloeibare spijzen die licht
baar zijn als melk, eieren en
Bouillon diene vooral tot opwekl
eetlust. Oolc in voeding te zorgen
wisseling in vorm, samenstelling
van het voedsel om eentonigheid
komen.
De dorst der zieken lescht mei
mogelijk. Een rijke toevoer van
werkt zelfs gunstig wijl het de wet!
nieren aanzet en aldus het licha&i
ware „schoongespoeld" wordt van
terievergiften en omzettingsprodn:
Als drank is aan te bevelen
omdat deze door het suikergehalte
voedingswaarde bezit.
Koolzuurhoudende dranken zijn
gasvormende werking minder
Natuurlijk mag door het stillen
dorst niet te veel de voedsel opnam
lijden en geve men daarvoor
koelde melk. Om deze smakelijk
ken bij lang gebruik kan men er
voegen wat koffie, thee of cacao
smaak.
Mot de toediening van al colt
men voorzichtig. Al is het waar
werking van alcohol op gezonden
een verschillende is en bijv.
soms grootero doses alcohol Iranv
dan een gezonde, toch mogen wij
gelen dat 2lcohol verlammend t
dat de schijnbaar opwekkende
slechts berust op het wegvallen
paalde remmingen.
Alcohol wekt verwijdend op
vaten en kan daarom in sommig®
bij zieke bloedvaten of ziek har!
lijk zijn. Ook hierin dus niets
vies van zijn lijfarts.
W.
0UD-H0LLANDSCHE WIJSF
'Al waiter uyfc den regel gaet,
Dat is vo'vr alle mensehen ojffl
En daerom dient, na rechten
De guide mlddel-maet bewaart-
Die t lijf gesont behouden vil
En wese niet gedurigh stil.
Macr plege staegli een matigt'
Dat maeckt dc rwacke leden 1$
En word' oock niet te seer ge"
Dat is voor ziel en lichaem got'
Heb je water, heb je broot,
Klaeght dan niet van hongert
Oock slechten drank en sacbtr
Vcrsaet den mensch cn maech!
W.
paasch-zaterd'
(Naar het Fransch van Pierre
Hodie si voecm ejus auoiS
Heden, als gij zijn stem
verhardt toch uw harten
't Is halfzes in den morgea.
Do kerk is neg donker en W
De koster heeft zooeven do
ten; een grauwe schemering
de ramen.
Daarginds, achter in het heiliP
kent zich een grootc donkere vo£
het gekleurde glas: dat is het'
Aan dit kruishout, met g^;'
met vermoeide en toch vriend^
ken, liangb de Christus en wad»
Zes uur. j
De zware deur knarst cp baar
ren; 'n dof geluid van een andc*
deur, welke dicht valt. Dam nicJ loc
Toch wel.... jaZachte
langs <lcn muur; een vrouwen?*
een versleten doek om het hf'°
hoedzaam door het halfdius'^'
Nu ziet men haar beter. Ze