ss@
E LAs
OM TE LACHEN, a:
REBUS.
f[o 2 x 6j i
gezonde mensch. voor te weinig of te
veel voedselnamo omdat hij zich laat lei
den door het gevóel van honger of ver
zadiging, alsook door de door de erva
ring geleerde grootte der porties voedsel.
Vooral de geregelde controle van het
lichaamsgewicht is hier van groot
nut. Zeer aanbevelenswaardig is het zich
om de 4' weken bijv. te laten wegen.
De juiste hoeveelheid voedsel in bijzon
derheden op te geven voor gezonde volwas
senen van verschillenden leeftijd, levende
onder verschillende levensverhoudingen,
zou to uitvoerig worden. Evenzoo geldt dit
wat betreft voorschriften vcqr kleine kin
deren.
Hier zij slechts .aangegeven dat men voor
'n volwassen mensch rustend of lichten ar
beid volbrengendnoodig acht per dag 100
gram Eiwit, 56 gram Vet en 400500 .Kool
hydraten. (Van deze hoeveelheid eiwit
moet ongeveer 1/3 bestaan uit dierlijke kost
bijv. 100 gram vleesch of 1 liter melk of
125 gr- kaas of 4 eieren).
Kaar het lichaam sgew ich t bere
kend heeft een volwassene bij middelmati-
gen arbeid noodig:
Lichaamsgewicht Eiwit Vet Koolhydraten
K.G.
gr.
gr.
gr.
80
128
61
556
70
113
56
500
60
106
50
461
50
98
44
409
40
81
38
344
Kiet alleen t
e vraag
h o e v e e
I wij per
dag moeten eten doch ook hoe d i k-
w ij I s per dag moeten wij eten is van
belang.
Ondoelmatig is het slecht3 één maaltijd
^er dag te gebruiken wijl dan de te groote
aoeveelheid de verteringsorganen te veel
•utzet.
Te veel malen eten kan daarente
gen weer nadcelig wordqn wijl daardoor de
erteringsorganen te veel tot voortdu-
c n d e werking worden aangezet.
Als meest practische regel geldt eerst
■an weer opnieuw voedsel
:o gebruiken wanneer de vo
rige maalt ij d de maag gepas
seerd is.
Wanneer dit het geval is hangt samen
niet de dagelijksehe ondervinding, met het
subjectieve gevoel en vooral met den tijd
•ie verschillende spijzen (lichte en zware
kost) in de maag moeten doorbrengen
waarna zij verder getransporteerd worden.
De ondervinding heeft geleerd dat voor
leu gezonden kraehfcïgen volwassen mensch
3 4 maalt ij den per dag het doel
matigst zijn.
Wat de verdeeiing daarvan betreft, fcun-
nen de volgende voorbeelden dienen, welke
•whter niet bedoelen voor een ieder geldend
ie zijn.
B ij lichamelijken arbeid:
G uur Melk of koffie met brood.
9 uur -Brood met kaas of vlèesch.
12 uur Soep, vleesch, groenten, meelkost.
4 uur Brood met koffie of thee.
7' uur Brood met kaas eventueel vleesch
f soep.
Bij intellectueelen arbeid:
7S uur Brood met koffie, theo of cacao,
2 eieren of koud vleesch.
12 uur Soep, vleesoh, groenten, meelspij
zen.
78 uur Brood met kaas of vleesch.
In plaats van deze indeeling verplaatsen
elen den hoofdmaaltijd naar een later uur
"—7 uur (Engelsche indeeling). Het heeft
dit voor dat men den hoofdmaaltijd neemt
na dc eigenlijke dagtaak en het verterings-
nroces in dc maag geëindigd kan zijn bij
-•en aanvang van den slaap, wijl tijdens den
slaap het omzettingsproces in de maag
langzamer geschiedt.
W. W.
SPRINGVLOED
Elly ging zitten; htfc groene coupeetje,
zoo \oor haar alleen, stroomde warm vol
son.
Haar hart stond warm vol zon: van dat
ne 11t-vriendschappelijk afscheid, van dat
zingen onderweg, van dat gezellig praten.
Dat waren nog eens heerlijke meisjes
geweest, die zij op de retraite ontmoet
had. en zoo gewoon waren die, gewoon:
flinke Roomsehe meisjes.
Zij had zich altijd zoo „opgeschroefd"
gevoeld.
Zij dacht, dat zi' een wondcr-bijzonder
iemand was.
Dat kwam door haar lezen, at maar
lezen van fullooze romans.
Maar zij was niets bijzonders, had dat
voor O. L. Heer in deze dagen duidelijk
ingezien; en in haar blauwe opschrijf
boekje met voornemens stond ook met
een streep er onder: dat zij voortaan heel
gewoon wilde zijn.
..Teder mensch", had de retraite-pater
gezegd, ..komt in zijn jonge jaren eenmaal
en zeker voor het feit te staan, dat hij
erkennen moet: ik ben een gewoon
mensch als iedereen; dat is een klap; en
als hij dien maar verdragen kan, is hij
gered; maar er zijn er heel wat, die dien
klap nooit to boven komen, en die zijn
diep ongelukkig".
Nu, zij was dien klap dadelijk te boven
gekomen.
En glimlachend keek zij bet groene
coupeetje rond, voelde een kinder-blij-
heid als vroeger, telkens wanneer zij
weer op bet einde van ds Goede Week
heb eerste bellen-rinkelec hoorde met
Paasch-Zaterdag.
De zon stond hoog; het 'was middag.
Gind^ zag Elly een hoeve staan te blin-
keren ih het helle zonlicht; zoo'n koetjes-
witte hoeve; gelukshuisje, waar hoven
uit en boven om rook kringelde, welke in
het hemelblauw slieren bleef in traag ge
peins, dan er langzaam mee in-vloede tot
vr ede-boom.
Voor een andéVe hoeve, vlak aan "dc
lijn. zag zij kinderen staan bij liet hek;
die wachtten op vader; on ondc-r den rook
y.as moeder bezig met het eten.
Elly droomde
„Als zij eend.
Maar zij was er, en moest overstappen
in de tram.
En in dc tram, droomde zij door: „als
zij eens
Zij dacht aan haar tijd van verslindend-
veel romans-lezen; als zij zelf eens aan
zoo iets begon: een katholieken roman,
die zijn lezers heel wat beter zou maken
dan die lorren hddr gedaan hadden; als
zij dan haar zelf eens beschreef.eer
ste deel: een leven van onbeduidendheid.,
tweede deel: bekeerd door een retraite;
zoo iets.
En als.zij dan eens, al was hel maar
één roomsch meisjesleven flinker maakte
In één woord heerlijk, vond zij dat denk
beeld.
En aan haar roman dacht zij nog, uit
de tram, onder het gaan over een weg,
naar haar dorp, naar huis.
Zij liep in een streek, merkte ze, waar
de wolken laag uit de lucht hingen en
zoo kaJk-blauw; en die velden zoo zilver
groenig om baar heen, die korenvelden
zoo gcel-wiltig, en de weg, en zij zelf;
haar rok, haar mouwen, hl in wondere
kleuring, hl onder geheimen-wijcPt-o die
spande vol vreemde verwachting; daar
door heen dat toovenaars-grillo kringen-
gezwier van zwaluwen; zij hoorde het
knippen der vleugels vlak om haar lioofd,
zag zelfs, even, de witte borstjes, als de
v«olgels op baar kwamen aan-vlotten in
stijging-knip, weer af, opzij.
En ginder leunden in heel-teere grijzing
de dennen tegen elkander; daar regende
het reeds.
Zij stapte wat aan, denkend aan haar
roman.
Onder haar cerste-uren-thuis was het
gaan regenen.
Het regende 's avonds nog, laat in den
avond, altijd maar door, nooitharder,
nooit zachter: als het stemmen van een
kerkorgel zoo eentonig.
Elly zat te luisteren voor haar open
raam; maar in den regen boorde zij
niets.
En te kijken.
Langs dat zwarte raam-gafc sproeide
de regen neer, frisch.
Vlak voor het raam flitsten dc straaltjes
door het lamplicht achter haar; in dien
lampschijn werden de voorste droppen
versplintering van glas. en die daar ach
ter. in de schemering, mugjes-vlugge
spikkeltjes, en daar achter, in den duiste
ren nacht, daar keek Elly in geluid, meer
niet.
Meer ook zag Elly niet in den regen
Toen luisterde zij naar haar ziel, keek
er in, hoorde.
Haar gedachten.
Opeens kwamen die neergeschoven tot
een hoop, dat zij er een weinig van schrok
Daar dagen haar gedachten, en zoo na
tuurlijk op elkaar... zooals zij een keer
gezien had in dc duinen, toen zij er te
gen een opklom en het lossigo zand eens
klaps aan het verschuiven gleed; weg
was zij gesprongen, en toen zij omkeek:
een klein duintje lag daar- naast' het
groote. on zoo natuurlijk: die iodeukin-
gen, dio afkantingen en die uitsteeksels
van dat nieuwe duintje, niet- te ver, niet
te diep, niet te hoog, juist alsof het zoo
altijd geweest was; toch had het ook an
ders kunnen uitvallen, en dan was het
ook goed geweest.
Zoo nu met haar gedachten.
Elly begreep niet, hoe dat op eenmaal
zoo kon met haar gedachten.
Maar, zij lagen daar.
Toen ging zij bij de lamp zitten en
schreef gewoontjes-weg, achtereen:
Er bestaan geen zielen zonder eb of
vloed, gelijk geen zeeën.
Wel kan men er langs wandelend zeg
gen: zij ligt stil, maar dan is do vloed er
al geweest.
Wel kan men denken: zij rust; maar
dan moet de vloed nog komen.
De vloed móét komen, slaande uit som
migen in de jeugd, voor sommigen in den
ouderdom, bij sommigen midden op den
ouderdom, bij sommigen midden op den
levensdag.
Maar komen zal hij.
Het is de opkruiïng van één oogenblik,
een stijging naar buiten uit, éven.
Als hij terug-ebt, dan>Hgt er veel gebro
kén, wat beter was, dat nooit gebroken,
werd; ook wat beter was, dat net wél ge
broken werd maar dit weet meestal de
ziel alleen, en God.
De meesten der andere menschen den
ken er niet aan naast zich te kijken, te
volgen eb en vloed in andere zielen.
Soms móeten zij er blik op slaan, want
dan is van iemands levensstrand opeens
zooveel weggespoeld wat de ziel onmoge
lijk had kunnen wegspoelen in gewoon-
doen; opeens zooveel óéngespoeld, wat de
ziel onmogelijk .had kunnen aanspoelen
in gewoon-doen.
Dan is daar wat meer geweest dan een
vloed.
Een springvloed.
Maar dien laat God niet komen bij
iedereen.
Het regende buiten nog.
Elly las alles eens over, en vond het
goed.
Als zij dat nu eens schreef ter inleiding
van haar roman.
..Maar dan vorder?", peinsde zij.
Het regende buiten,, en zij peinsde
Maar haar gedachten bleven gewoon
staan als dingen van iederen dag.
Zij keek er over, er langs: het waren
hare meeninkjes, mager en bleek, govoe-
lenljes, hier en daar zoo eentje, zonder
eenheid, zonder bijzonderheid.
En zij probeerde, en het regende.
En zij zocht; maar alles bleef zoo.
En zij begreep dat haar onmacht:
met al dat lezen had zij eigenlijk immer
geleefd als nieUdenkenrï, nie!-voelend,
niet-kijkend, nict-hoorend. tenzij door
een ander: maar een loman wordt slechts
en juist gei:or:den uit denken er. voelen
en hoeren en al, en dat door je zelf.
Wat ware alles le saiucn haar indruk
ken van ciic retraite, van die reis hijvoor
beeldzij wilde er iets over schrijven
en voelde: zij had er niets over te schrij
ven.
Zij was gewoon, wist zij toch, en waar
om daar dan nog over tóbben of zat
zij zoo vast in haar: hooge meening over
zichzelf; waren haar oogen nog niet hcc-
lemaal open voor dc werkelijkheid; had
zij zich soms blind gestaard op haar
cigén, op haar gewaande voortreffelijk
heid. gewaand, want dat wist zij.
Zij was dien klap dadelijk te^boven ge
komen, niet?
Dat hij zij gedacht. ïhaar dit was pas
de slag: haar onmacht.
Versuft er onder, keek zij in den regen
daar-buiten, in den nacht... haar lieve,
mooie retraite-dagen, toen alles haar zoo
gemakkelijk af-ging, wanneer zij zich
zoo geheel en al kon uiten aan Een die
haar begreep... Hem bekennen (lat zij
niets was, niets... Hij zou haar blijven
begrijpen... Hij had reeds zoovele jonge
harten geslagen, die ook ineengekrompen
van pijn, en toch niet ongelukkig wer
den... Hij had haar geholpen bij het
voornemen, Hij zou haar helpen bij de
daad... en hoe meer pijn, hoe meer hulp
als die slag gekomen was vóór haar
retraite en lang nog keek zij in den
regen daarbuiten, in den nacht.
Dan stond zij zuchtend op. moest nog
eens lezen, wat zij geschreven had
springvloed, maar dien laat God niet ko
men bij iedereen... bij haar wel? was
zij toch iemand bijzonders?
Zij verfrommelde het papier, wierp
het naar buiten, in den regen, ia den nacht
JOH. VAN DINTER S.J.
Perziken snoeien en aanbinden.
Dit moet ook al vroeger gedaan worden
dan in andere jaren. De knoppen werken
reeds en dan wordt liet tijd, daar do uit
bottende bloemknoppen gemakkelijk afge-
atooten worden.
We willen er hier alleen op wijzen, dat
perziken door velen te dicht gehouden
wórden. Geeft het jonge hout flinke ruim
te, zoodat er in den 'zomer ook plaats is
om de nieuwe scheuten, dia a.s. jaar moe
ten dragen, naar behooren aan te binden.
Flinke twijgen moeten ongeveer 10 c.M.
uiteen komen.
Slim bedacht.
Gedurende een zeer heet gevecht had de
kolonel van 'n Iersch regiment opgemerkt,
dat één van do soldaten zich bijzonder
aan hem toegewijd had en hem overal
trouw gevolgd hack „Beste jongen", was
de vleiende erkenning aan 't einde van 't
gevecht, „je hebt me vandaag trouw en
dapper bewaakt, hoor."
Ja Kolonel, antwoordde de soldaat
m'n moeder zei altijd: Blijf maar bij den
kolonel, Patrick, dan kan je niks overko
men, zoo'n kolonel blijft altijd buiten
schot.
Nog fe veel.
Zij: Zie je man, ik heb eéns boek ge
houden. Van de hoele maand ben je ze
ven en twintig maal na twaalven thuis
gekomen en maar vier avonden ben je
thuis gebleven.
Onmogelijk.
Gast. Kellner, de vorige week was de
kreeftensalade heerlijk en deze kreeft in
tegendeel is niet smakelijk.
K ellnor. Onmogelijk, mijnheer. Dit
is de andere helft van de kreeft, die u de
vorige week at. Gij vergist u dus.
Het oude getrouw.
Schoenmaker: U beeft onlangs
een -mooie erfenis van uw tante gekre
gen; waarom betaalt u mij niet?
Klant: Ik ben afkeerig van alle uit
wendige vertooning. Ik houd er niet van,
dat de menschen zeggen, dat mijn pas
verkregen rijkdom verandering gebracht
heeft in de gewoonte, die ik jaren lang
gehad heb. -
0
ONDER ELKAAR.
„Heb jo van m'n succes van gisteren gehoord. De zaal v.v.s
klein voor mijn geluid, en het publiek
Ja, dat weet ik, dat liep weg, cm plaats voor je si
te maken.
ALS JAT NIET HELPT
Mank nou geen gijntjes. ik ben Mr Jcrsien, de
'beroemde advocaat in strafzaken, cn als je mij
nou neerschiet, wie heb je dan, om je vrij te
4 oleiten, als je d'r 'ns tegen de lamp beat
geloopen?
Wat, geen duiten! Dan heeft onze klant gisteren'
zeker belasting betaald.
De leider van den Bond van absolute
Radicalen „Communissimo" te Praag, prof.
Pscheorisny, verdedigt de stelling, dat
alle menschen dezelfde talenten bezitten,
en de schoonmaakster een uitstekende di
ligente zal zijn, als men haar maar tijd
geeft, zich een beetje te oefenen. Hij neemt
reeds proeven op dit gebied, met groot
succes, naar hij beweert.
Inmiddels zullen, meent' dc nieuw-licntev,
de talenten van den dirigent zich door een
tijdelijken anderen werkkring des te meer
ontwikkelen, omdat zijn kijk op het Icvc-j
beter zal worden.
Oplossingen van bovenstaande rebus
worden verwacht voor Woensdag, 21 Maart.
Wij verloten ender de goede oplossers,
dio abonné moeten zijn, een mooie bloem
vaas.
De oplossing van de vorige rebus was:
Scheveningschc versche vette haring.
Goede oplossers waren:'
H. J. Tiele, Decimastraat 26 A, Suze Ber
gers, Haarlemmerstraat 216, -J. van Hees,
Bloemstraat 4, Mej. J. Pari-vliet, Prinse
straat 17, P. v. d. Wijngaard, Uiterstegracht
181a, Jan Pont, Vliet 41, Mej. C. v. Vuuren,
Wittelaan 36, W. J. van Zijp, Oude Rijn
114, W. Heijdemaii, Koordeinde 19, M. van
Houten, G.isslraat 28, J. C. S. Bemerk
Hugo tie Grootstraat 9, H. J. Th. Staats.
Hoogl. Kerk gracht '3, C. Sensing, Prinse
straat 15, Th. Hensing, Fncsestvaat 15, C.
Prins, Elïsahelhgesticht, C. J- do Heij^
Morschstraat 35, C. P. de Ilcijden, Morse
straat 35, allen te Leiden; ivlevroo*
Driessen, Oegstgeest; A. Berlce
Bodegraven; Greta v. d.
Joh. v. d. Meer JGz., Clazina Bartels 0
Henry Bar tels, Roelofarendsve efi
H. Aiders, Corn. v. d. Meer, Keen Enjpl
man, N o o r d w ij kG. Stipdonk, Z e iM
H. H. v. d. Plas, Wassenaar; P. Il<;
sen, St. Bavo, Koord w ij k e r hoM
Jac. Hoogervorst, Lange raar; M. li®
teveel, Sassenlicim; Mej. L. v. W
don, Katwijk a. d. Rijn; H. k°v
Hazcrwoude; Mej. G. J. v. klooit
Warmond; Julc Ruttcn, Voorho"
Wij hebben don prijs, een boekwerk T
ongeveer 5 glrlop het kantoor cnI\'j
administratie verloot; do winnares h
C. van Vuuren, te Leiden.