„I LeMsciie Conti
Tweede Blad
LIEFDE OVERWINT.
BINNENLAÜH
Zaterdag 27 Januari 1923
Letteren en Kunst
Gregoriusdag van den Korenbond
„De Rijnstreek"
in het Dekenaat Zoeterwoude.
1 De H. Thomas van Aquine geeft bij het
antwoord op de vraag, hoe men bij den
godsdienst gezangen mag gebruiken,de
taak en ook de werking der kerkmuziek
aan met de thesis: „Het is heilzaam dat
hij den godsdienst het gezang worde aan-,
gewend, ad infirmorum excitandum af
fectum atque devotionem" d.i. om gemoed
en godsvrucht der zwakken op te wek
ken, opdat per oblectamento aurium, d.i.
door de voldoening des oors, de geest
zich tot het gevoel der vroomheid ver-»
heffe." De heerlijke wijding des gezangs.
dringt hem die bidt. diep in de zoo ont-s
vankelijke ziel, die wordt aangegrepen
door de natuurkracht der tonen van de
muziek.
Het staat toch onomstootelijk vast, dat
kerkzang is gebed, godsdienst, de kunst
die opbruischt uit het vroom gemoed en
van heilige en bovenaardsche verheven
heid is, die als heerlijk liturgische feest»
taal opklinkt en omruischt met heerlijke
danken de zoete sfeer van innige
;eestelijko geneugten, die de biddende
yel doorstroomen. Hoe bovenzinlijk
schoon, hoe vol van edele reine vreugde,
10e verkwikkend voor de ziel is de heer»
ijke liturgische kerkzang, die met een on»
jekende schoonheid van woord en toon,
len zoo belangrijk onderdeel vormt van
le kerkelijke liturgie. Pausen en Bis-
ichoppen hebben door de eeuwen hun
orgen gegeven aan den kerkelijken zang
m velen van de besten onder de kinderen
an de Kerk hebben steeds met warme
ereering gearbeid aan de verheffing en
ervolmaking van deze heerlijke kunst.
Want een kunst is het, meer dan de
este profane, omdat Gods~ eer doel en
treven is en de kerkzang de eenheid en
enigheid in de Godsvereering bewaart en
lyordert.
Zóó gezien is 't zeker een groot en zeer
prijzen werk door den Korenbond on-
ernomen en, 't dient dadelijk gezegd, met
ooveel energie ten einde gebracht. Wat
en energie, wat een offers van tijd en
oeden wil zijn door de leden gebracht
m de zware onderneming tot zulk een
uccesvol eind te brengen en dan op een
ajze die verre boven onzen lof verheven
i. Hoe goed toch begrijpt men hier wat
schat van leering er ligt in het hou-
en van een Gregoriusdag.
Wat een leerzame uren gewijd aan de
rachtige ontwikkeling van de kunsttaal
ra het hart, de toonkunst, de kerkzang,
0 geïdealiseerde taal der H. Kerk, die
are handelingen begeleidt en tot God
oert in een biddend zingen en zingend
j idden, dat in onbeschrijfeHjke heerlijk-
eid het jubellied is vol welluidendheid
harmonie.
Laten wij nu ons zetten aan de be
preking van datgene wat den dag ons
ood. Om 9 uur werd de plechtige Hoog-
lis opgedragen door den Z.E. Deken
ansen van Zoeterwoude, geassisteerd
oor Pastoor Meijer als Diaken en Pa
ir Vincentius O.G. als Subdiaken. Verder
aren aanwezig Pastoor Beukers, van
eiden, Pastoor de Vette van Hazerswou-
e, Prof. v. d. Wiel van Voorhout, Father
[eyer van Mill Hill en Kapelaan Nie
sen van Dykum van Leiden, terwijl ook
urgemeester Wap, van Zoeterwoude den
raschen dag aanwezig was. De 8-stem-
lige Missa Dominicalis van Joh. Win-
ubst werd gezongen door de koren van
e H. Bernardus, Groenendijk, en H.H.
ngelbewaarders, Hazerswoude (Dorp),
irecteur was hier de Heer J. B. Wesse-
ogh, organist de Heer R. v. Vliet.
We moeten inderdaad bewondering
j herschrijven voor de wijze waarop deze
i loeilijke compositie voor mannenstem-
ien is uitgevoerd. Wij welen niet wat we
[eer moeten respecteeren, den durf om
FEUILLETON
Oho verschrikte; goediger sprak hij
har aan:
Komaan, moeder, gij moet niet wee-
En. Als mijn hospita binnenkomt, wat
h zij dan wel denken? Het wag zoo niet
emeend. Wanneer gij wist, hoe vreese
ik spottend die Mattenveld kan zijn; ik
!0u met hem nooit omgaan, maar zijn
ader is een hoog ambtenaar, en men
Can nooit weten, hoe men dien eenmaal
!°°dig kan hebben.
2ij weende nog altijd,
hij trad op haar toe en streek' haar
ver het hoofd.
,2ij drukte haar gelaat tegen zijn borst;
jn Hefkoozing ontroerdo haar, en hare
ranen stroomden nog rijkelijker.
,7s Maar luister dan eens moeder, zeide
een weinig ongeduldig, men zal ge-
Pven, dat ilc u kwaad heb gedaan. Ik
en nu een weinig ontstemd, omdat, hoe
ik het zeggen, zij zullen nu zeggen,
1 ónder voogdij sta, en gij mij in mijn
Malingen nagaat.
^os^er heek verbaasd op
nT ra zuJlen ZÜ toch niet denken", Otto?
10et niij werkelijk leed. Neem het mij
epp T 'ik, dat ik gekoman hen, en wan-
L het niet gaarne ziet, kom ik ze-
.let m«ser terug. Het was slechts, omu
hij 'lachte nrU9^ °m uwen^wil was*
(eertoch oeen kleine jongen
F eder, die onder wagens kan -gera»
deze Mis te verklanken of de energie
waarmede inderdaad moet zijn geblokt
om een zoo keurige uitvoering aan dit
opus te bezorgen. Vooral omdat wij ons
overtuigd houden dat dit werk eischen
stelt die een correcte uitvoering, vooral
door een klein koor, in den weg staan.
En toch, als gezegd, zeer te loven was
de uitvoering en het moet getuigd dat
hinderlijke tekortkomingen niet konden
worden geconstateerd. En Directeur en
organist en zangers een proficiat met
hun prestatie. Het gregoriaansche ge
deelte werd onder leiding van den Heer
W. Hoogzaad verzorgd door de koren O.
L. V. Hemelvaart, Hoogmade; H. Mi
chael, 't Zwaantje; H. Johannes Onthoof
ding, Zoeterwoude en O. L. V. Onb. Ontv.
Zoeterwoude H. Rijndijk.
Deze gezangen werden ïn stemmigen
toon voorgedragen; de noten waren er;
de figuratie was goed verzorgd, de uit
spraak was beschaafd, doch dat warme,
dat hooger ziele-uiten, dat dynamisch op-
't was er niet in voldoende mate.
Over 't geheel lag een wazige gedempt
heid, die misschien voortsproot hit de
naar onze meèning verkeerde opstelling
van hef T waardoor de klank zich
verloor nkerzijbeuk en niet ge
noegzaam Aoïume behield om zich tot het
ruim van de kerk voort te planten. Wat
zeer te bejammeren was, want er was een
eenheid en volgzaamheid, die bij meer
dere klankontwikkeling tot een schoon
geheel, -dn welbegrepen klaarheid, had
kunnen uitgroeien.
Hoevele groote- en stadskoren konden
hier materiaal verzamelen om bun onbe
holpen manier van gregorlaansch zingen
op peil te brengen.
Na afloop van de H. Mis, kwamen al
len bijeen in het Patronaatsgebouw, waar
de Voorzitter van den Korenbond, Pas
toor de Vette, 'n hartelijk woord ter inlei
ding sprak en aan de hand van de ge
schiedenis van den Bond een en ander
memoreerde omtrent de totstandkoming
van dezen dag.
Vervolgens kreeg Pastoor Beukers, van
Leiden, het woord om een soort recensie
te geven van hetgeen in de Hoogmis was
gezongen. Menige nuttige wenk gaf spre
ker ten beste en door tal van voorbeelden
werd den zangers de wijze van zingen,
van opvatting, van zin, woord on toon
verduidelijkt, wat zeker door allen diep
is geprent iü het ontvankelijk gemoed.
Een .repetitie, toegelichtmet veel gezon
gen voorbeelden, besloot deze als gezellig
samenzijn bedoelde uren, die echter uit
gegroeid waren tot momenten vol leering
en genot. De Z.E. Heer Voorzitter dankte
met een welgemeend woord en riep allen
trouw om twee uur present te zijn.
En we waren precies om twee uur in
de Parochiekerk van O. L. V. Onb. Ont
vangen, waar heerlijk zonnelicht speelde
door de vensters van dit schoon gebouwde
en harmonisch gekleede tempelgebouw.
Harmonie inderdaad; de oogen gaan hier
te gast aan wat er te bewonderen valt
binnen deze gewijde muren, waar reeds
rondgalmen de frissche orgeltonen van
een opus van Caesar Pranck, voorgedra-,
gen door den Heer Wesselingh Jr.
Wat is toch onze godsdienst schoon en
zinvol. Wat paren de schoone kunsten
zich, om den lof te zingen en de woning
tot een kunstgewrocht te maken ter eere
van Godl Om daartoe een aanmerkelijk
deel hij te dragen besteeg Prof. v. d. Wiel
den kansel om in een kernachtige rede,
vol humor en gloed, den zanger zooals
die moet zijn uit te teekenen en hem op
te wekken, als den dienaar van waarlijk
hooge roeping, zich zeiven te vervolma
ken en te worden of te blijven de bevoor
rechte mensch, die geroepen is bij te dra
gen tot vermeerdering van Gods glorie.
Als de wenken, ook die omtrent de juiste
opvatting van de taak van den zanger,'1
worden in practijk gebracht, zal deze
conferentie krachtig bijdragen tot verbe
tering van nog tal van gebreken die den
koren en koristen aankleven.
Daarna de uitvoering van de vijf koren
die elk een gregoriaansck nummer en een
meerstemmig nummer zongen, 't Kan
bestempeld worden als een soort wed
strijd. In dit licht beschouwd zouden wij
kunnen volstaan aan de hand van onze
aanteekeningen een soort prijsuitdeeling
te houden. We zouden dan zeker het ver
wijt niet ontgaan er gemakkelijk ons af
te maken. Daarom eerst een woord over
het gregorïaansch in 't algemeen, Won-
der, bij alle koren treffen wij dezelfde
ken, men kan toch wel eens opgehouden
worden.
Zeker, Otto, maar wanneer je me dan
maar een briefje geschreven liadt.
Zij rees op.
Maar ik wil je niet langer ophouden
en
Zij greep in haar tasch en lachte flauw
tjes, terwijl zij haar beursje te voorschijn
haalde en daaruit een gouden tientje te
voorschijn haalde.
Ik heb een kleinigheid meegebracht,
Otto, Weinig, maar uit een goed hart.
Een vurig rood overtrok zijn gelaat, en
hij maakte onwillekeurig een terugtrek
kende beweging. Maar het volgende oogen
blik greep hij haastig naar het goudstuk
en stak het in zijn vestzak.
Dank u, moeder, zeide hij, boog zich
voorover en kuste haar in een plotselinge
aandoening op de wangen. Dan vatte hij
haar de hand en geleidde haar naar een
grooten pluchen stoel.
Gij moet nog niet gaan, moeder.
Hij drukte haar, hoewel zij een weinig
tegenstreefde, op den stoel neder.
Zijn manier van doen was ineens an-
dorg geworden; hij knikte haar vroolijk
toe.
Uw bezoek moeten we toch vieren,
moeder.
Hij wees naar de kruik, welke de heeren
hadden laten slaan.
Echt Löwenbrau, moeder. Zoo iets
drinken zij bij u buiten niet.
Hij goot de beido resten, welke zijn
vrienden hadden overgelaten, in een glas
en spoelde liet leeg geworden glas in zijn
waschkom om. Dan. keerde hij naar de
tafel terug, vulde het schoongemaakte
wazigheid, reeds boven besproken, aan.
Waaraan is dit toe te schrijven? Heeft do
leermeester die do cursussen gaf bedoeld
een groote mate van zelfbeperking aan te
leggen, omdat hij bevreesd was, dat bij
een meer uitzingen bet dialectische ele
ment zou domineer en, of wel is deze wij
ze van zingen bedoeld om rust en gemak
te bevorderen? 't Zijn vragen.
't Kan heuscli geen kwaad als de
koren zich hier op gepaste wijze eens
laten gaan, door den bekwamen di
rigent geleid langs de rozenpaden van
den biddenden ien zingenden liturgischen
zang.
Wat betreft de uitvoering van de meer
stemmige nummers, de keuze daarvan
kwam ons niet zeer doordacht voor. Voor
de koren van de Parochie Onb. Ont. en H.
Bernardus maken twij zeer gaarne een
welverdiende uitzondering. Van het eer
ste koor kregen wij te hooren Sanctus en
Benedictus, W. P. 'Jansen, met kinder
stemmen. 't Klonk inderdaad mooi en
vooral beschaafd van toon, terwijl de
volle aandacht waa gewijd door Direc
teur Hoogzaad aan den tekst en het
klankgehalte, wat aangenaam trof. Di
recteur Wesselingh ,met zijn koor ver
dient hulde voor de degelijke wijze waar
op de „Ave Maria" van M. Haller ten uit
voer werd gebracht. Do andere koren de
den ook hun best en op een na kunnen zij
mot groote voldoening terugzien op het
vele goede wat zij ten beste gaven. Doch
men blijve nu niet staan op den drempel
van bet succes. Men bouwe voort, men
drage aan materialen om het groote en
heerlijke gebouw van den liturgischen
zang verder op te trekken. Daar is nog
nog zooveel te geven aan ijver en energie;
daar staat nog zoo'n rijke oogst binnen
te halen. Want, als wij bij het plechtig
lof, dat aan het einde van dezen welge
slaagden dag werd gecelebreerd, nog
maals den geest bezighouden met de
schoone lofzangen, door Pastoor Beukers
nu geleid, dan kunnen wij niet anders
dan tot de dankbare conclusie komen dat
op dezen dag een werk is verricht dat
van machtigen invloed zal zijn op den
ontwikkelingsgang van den kerkelijken
zang, als slechts worde vastgehouden en
voortgewerkt op de basis van wat heden
werd gepraesteerd en de deskundige wen
ken, zoo duidelijk gedemonstreerd, daar
bij vormen den leiddraad die tot een
steeds hoogere volmaaktheid voert.
Dan zal deze dag er een zijn die met
gulden letteren kan worden opgeteekend
in de archieven van den Rijnschen Koor-
bond. SP.
DE STICHTING
DER R.-K. UNIVERSITEIT.
In het dankschrijven, in September LI.
«door het Doorluchtig Episcopaat aan do
KiathoHéken van Nederland gericht, werd
de hoop uitgesproken, spoedig nadere in
lichtingen te kruinen vers trekken omtren t
de plannen tolt stichting "der R.-K. Uni
versiteit. Do voorbereidende maatregelen
zijn nu zoo ver gevorderd, diat het be
stuur der St. Radboud stichting 1) de vol
gends rugcledeölingen kan doen.
Den 25 November 1911 werd door het
Gemeentebestuur van Nijmegen tot het
Bestuur der St. Radboudstichting een
schrijven gericht, waarin belangrijke me
dewerking van de Gemeente werd toege
zegd, in geval de R.-K. Universiteit daar
ter stede zou worden gevestigd. In Fe
bruari 1912 werd eenzelfde schrijven ont
vangen van die Gemeente Maastricht.
Den l7dén Maart 1919 werd door een
oommissie, ingesteld door den gemeente
raad van Nijmegen, een schrijven gericht
tot het Doorluchtig Episcopaat, waarin
een plan van samenwerking werd voor
gesteld tuS'Sohen de Sant-Radboudstidh-
ting en de Gemeente, om te komen tot
oprichting ©ener R.-K. Universiteit, die
in verhand roet de geschiedenis der stadi
Keizer-Karei-Universiteit zou worden ge
noemd.
Naar aanleiding daarvan werd den
aden November 1919 ten paleize van
Mgr. den Aartsbisschop een Oommissie
van Voorlichting geïnstalleerd, bestaan
de uit negen leden 2), die ten doel had
rapport uit te brengen aan het Episco
paat en de andere leden der Sibt-Rad-
boiudstidhting over bepaalde haar voor
gelegde vraagstukken inzake de stichting
der Universiteit.
Spoedig daarna werden oqk door an
der Gemeenten aan de Sint-Radbouü-
s'tidhtirug plannen voorgelegd van samen
werking voor een te stichten bijzondere
Universiteit n.l. door de Gemeenten
Tilburg en Den Bosch; later ook door dé
Gemeente Maastricht. In dien jongsten
tijd voegden zich daarbij voorstellen van
particuliere zijde uit de Gemeente 's-Gra-
venhage.
Reeds spoedig bleek, diat, ook veron
dersteld! ruime financiëele medewerking
van een Gemeente, voor een Universiteit
met dirde Faculteiten, n.l. die der Godge
leerdheid!, der Rechtsgeleerdheid en der
Lettoren en Wijsbegeerte wi'lde deze
op het peil staan van de andere Neder-
landlsChe Universiteiten |de gelden),
waarover d'e Sint-Radboud stichting be
schikte, ontoereikend! waren. Daarom
werd een Comité van Actie tot Stichting
©ener R.-K. Universiteit (Oasfcu) in het
leven geroepen, dlait bestond uit een tijde
lijk Hoofdcomité en negen Diocesane Co-
mité's, waaronder ressorteerden de Comi
té'», in alle Parochiën opgericht, Sinds
het beëindigen der Stichtingsactie op 1
Sept. 11. staan Diocesane en Parochiale
Universitedts-ccmité's ondier het Bestuur
der St. Radboudstichting. De stichtings
actie heeft als resultaat gehad, dat ruim
twee miiilioen gulden werd bijeengebracht
de som door het Doorluchtig Episcopaat
gevraagd, om tot stichting van de Uni
versiteit met drie Faculteiten te kunnen
overgaan. 8)
Tot deze stichting kon dus worden be
sloten. Voor het bestrijden! der jaarlijh-
sche onkosten moet dlajaobij echter ten
stelligste gerekend worden op een gun
stig resultaat van dé jaarlijks-ehe geld
inzameling, die door het Episcopaat aan
alle Parochiën is voorgeschreven. Deze
zal jaarlijks dn de maanden October en
November gesohiedlen door d'e Parochiale
Gomité's. De opbrengst van deze collecte
zal tevens moeten dienen tot voorberei
ding van dé Faculteiten der Wis- en Na
tuurkunde en der Geneeskunde. Wegens
dé zeer hooge kosten van stichting en
onderhoud dezer beidé Faculteiten mag
de oprichting er van eerst na resp. tier
end wintig en negen-en-veertig jaar (dén
wettelijken termijn) worden verwacht. En
dit nog alleen, indien de resultaten der
jaariijksohe inzameling bevredigd zijn.
Alleen een meer vrijgevige steun van
Rijkswege en buitengewone schenkingen
kunnen die oprichting bespoedigen. Voor
een groot déél blijven bloei en uitbreiding
der R.-K. Universiteit dus afhankelijk
van de werkzaamheid der Parochiale
comité'®.
De beslissing over do plaats van ves
tiging der Universiteit-viel zeer moeilijk
te nemen, omdat er voor meerdere siteden
ernstige argumenten waren aan te voe
ren. Tenslotte is èn door de Oommissie
wan Voorlichting èn door het Bestuur der
Sit. Riadboudstichting bij ruime meerder
heid geoordeeld, dat de étad, van waar
uit do actie tolt stichting was begonnen,
in ieder geval niet minder geschikt was
dan andere steden. Met het Bestuur der
Gemeente Nijmegen werden bereids be
sprekingen gehouden en 13 overeenstem
ming verkregen, zoodat het voorstel van
B. en W. binnenkort in den Raad zal
worden behandeld. Bij een gunstig ver
loop kan de opening der R.-K. Universi
teit in het najaar van 192-3 worden ver
wacht. De organisatie is reeds in groote
lijnen vastgelegd' door de Commissie van
Voorlichting, terwijl aan een Commissie
van Organisatie is opgedragen plannen
voor de verdere inrichting uit- te werken.
Tot leden dier Oommissie werdén be
noemd twee personen uit het Bestuur der
Stichting, nil. Jhr. Mr. Paul J. A. A, M,
van Nispen tot Sevenaer en P. P. Wieg
man, benevens Dr. J. H. E. J. Hoogveld
en Prof. Dr. J. C. F. H, Schrijnen, welke
Commissie zich als Voorzitter koos Jhr.
Mr. Paul van Nispem tot Sevenaer en als
Secretaris assumeerde Mr. O. Prinzen te
Ooa terbeek.
geleden in dc stad gekomen was en bij
bloedverwanten inwoonde totdat zij een
passende betrekking had gekregen.
Dat Koster'® keuze een goede geweest
was, bewees zij reeds den eersten dag. Het
eten was op tijd klaar en Helena ploeterde
in het vreemde huishouden alsof zij bij de
familie groot gebracht was.
De beide mannen hadden ook niets te
klagen, en dat het de zieke evenzoo ging,
zag men aan haar tevreden trekken en
aan het gunstige '.Verloop, dat de onge
steldheid nam.
Helena had iets in haar persoon, dat on
willekeurig achting afdwong. Er lag iets
lieftalligs in haar wezen, ofschoon zij van
haar toilet geen buitengewoon werk
maakte en zeer stil in zich zelve gekeerd
was.
Vader en zoon behandelden van" 'den
aanvang af de juffrouw- met een zekeren
eerbied, dien men bij die ruwe mannen
in het geheel niet verwacht zou hebben.
Karei deed in het bijzonder zijn best,
tiaar hij slechts kon, de juffrouw een ge
noegen le bereiden; hij dulde volstrekt
niet, dat zij het zware werk, zooals het
kleinhakken van brandhout en het schep
pen van steenkool uit den kelder, ver
richtte.
1Dat moet gij aan mij overlaten, juf
frouw," zeide hij met een goedig lachje.
Dat is altijd mijn huisarbeid geweest.
Toen de koorts der patiënte geweken
was, was het eerste, wat zij de nieuwe
huisgenoot© verleide over haar afwezigen
zoon. En daar Helena eene opmerkzame
toehoordster was, die in alles, waarover
men sprak, veel belangstelling scheen te
voelen, vertelde de moeder maar 'voort,
Faculteiten) 'een hoofdvak en twee bij
vakken kunnen worden gekozen.
In de Faculteit der Letteren en Wijs
begeerte zal een ruimer plaats aan df
Philosophic worden ges-ebtt-ken dan frefr
geval is aan de Rijksuniversiteiten, Ei
zullen daarom meerdere titularissen rooi
dé Wijsbegeerteworden aangewezen. Heil
onderricht is in bet bijzonder gedacht!
voor de Litteratoren en Juristen, niet zop<
zeer als bovenbouw voor Theologen,
reedis den twee-jarigen cursus voltooiden!
voor wie echter capita selecta dienstig
kunnen zijn. Aon d'e inrichting van een
speciaal phÜosopthiseh instituut, zooalt
b.v. door Kardinaal Mercder te Leuven!
werd gesticht en zooa-ls ook voor Keulen
wa-3 beraamd, kon om verschillende rede»
nen nog niet worden gedacht. Dit staat
op 't program als ook de 'beide andere
Faculteiten zullen zijn gesticht. In de af-
deeling Letterenzullen o.a. ook d«
moderne talen worden gedoceerd de in
richting van den cursus in de Engels oho
Taal- en Letterkunde zal echter niet on»
middellijk, maar binnen enkele jaren ge
schieden.
In de Faculteit der Rechtsgeleerdheid
z-a/1 o.a. ook bijzonder aandacht worden
geschonken aan de Wijsbegeerte van het
Recht en aan het Canoniek Recht.
Voor de inrichting der Bibliotheek zal
spoedig een afzonderlijke actie worden
georganiseerd. Meerdere waardevolle
boekerijen zijn reeds aan de St. Rodboud!-
stidhting geschonken of toegezegd Voor-
loopig zullen bij de inrichting der Biblio
theek meer speciaal de zg.n. Instituuts
bibliotheken worden verzorgd.
Verdere mededeeHngen a- er de vakken!
en de daarvoor aangewezen titularissen
zullen zoodra mogelijk worden gepubli
ceerd.
1) Heb Bestuur der Sb Radb oudstich
ting bestaat uit H.H. D.D. H.H. den
Aartsbisschop en de Bisschoppen van
Nederland als vaste leden, benevens uit
een aa-nltal (minstens vijf) niet vaste
leden, n.l. Prof. Dr. G. A, H, Bauduin te
Roermond, Jhr. W. E. Bosch van Oud-
Amelisweerd te Utrecht (Secretaris), O.
L. Bressers te Dongen, Jhr. P. J. A. S,
M, van der Does de Willebois te 's-Her-
'tcgenboisdh, Jhr. Mr. P. J. A. M. van
Nispen tot Sevenaer te Arnhem, P. P.
Wiegman te Over veen, Mgr. B. A. do Witt
te Utrecht.
2) Prof. Dr. J, Th. Beijsens te Soest,
Dr. W. A. Boekelman te Utrecht, Dr. P.
G. M. Difokx te Ba-vefl, Dr. J. H. E. J.
Hoogveld te Utrecht, Mr. W. M. van'
Lanschot te '"s-Hertogenbosch, Mr. J. R.
H. van Schadk to 's-Grawenhage, Prof.
Dr. Jos. C. F. H. Schrijnen to Utrecht*
Dr. H. E. J. M. van der Velden te Nij
megen-, Mr. A. I. M. J. Baron van Wijn
bergen te Utrecht.
3) Van de uitgave von een Verslagboek
waarin zouden vermeld worden alle co
mités, benevens de opbrengst der inza
meling in alle Parochiën, is voorloopig
om de onkosten afgezien. Eenigo mede-
deelingen mogen hier volgen. Uit het
Aartsbisdom kwam "in 401.432 05 uit
het Bisdom Haarlem 338.685.67 uit
het Bisdom VHerhogeribosoli (bij Gasku)
390.802.06uit het Bisdom Roermond!
204.112.25uit het Bisdom Breda
156.350; van instellingen, die onder
meerdere bisdommen vallen of buitenlan
ders 34.558.97. Met bijzonderde bestem
ming (grootendeels uit het Bisdom
's-Bosch) 53.500. Met gereserveerd!
vruchtgebruik uit 't Aartsbisdom 5.000,
uit het Bisdom 's-Hiertogenbos ch 20.000
Toegezegd bij stichting (uit verschillende
diocesen) ongeveer 20.000. Van een on
bekende uit heit Bisdom Haarlem
f 500.000 (in tien termijnen). Verder
zijn meerdere giften in termrner. toege
zegd, die- tof '-10 jaariijiksc^iü bijdrag*
w-orden gerekend.
UIT HE ©ÜÜEIMÜ
ALPHEN AAN DEN RUN.
Tooneel. De R. K. Tooneelvcrecniging
„Ons Tconeel", welbfkend om hare steeds
fraaie geslaagde uitvoeringen, zal oïia we
der verrassen op oenigc uil- °nngsavon-
den en wel op 4, 5 en 6 Febru— j.i. Het pro
gram bevat o.m. de opvoering van het
c.rama „Braucomis" voorstellend een inte
ressante episode uit den strijd tusschcn
Tuiken en Bulgaren. Wij verwijzen dien
aangaande naar dc advertentie van liedett
ip dit'
Vffn eie vroegste kindsheid en jeugd van
haren lieveling af. Een zoo vlugge, lieve*
aardige jongen was Qr nooit geweest. Dei
volgenden Zondag zou hij zeker komen.
Maar wio er kwram, niet Otto. De ziekö
was den geheelen dag zeer onrustig en;
richtte zich iedere minuut in bed op, stil'
over haar lieveling zuchtend.
Den volgenden dag was dc koorts eetf
graad heviger; de zieke klaagde niet^
maar dat hare gedachten zich onophoude
lijk met haren Otto bezig hielden, zag,
men aan hare oogen en hoorde men aan
hare onwillekeurige zuchten.
Ivarel bood aan. Otto te schrijven, maai?
zij wilde niet. ,.Nu niet", zeide zij, deüi
volgenden Zondag zal hij komen, en danl
ben ik weder gezond, waarom den armen!
jongen te beangstigen?
Maar Karei duldde niet, 'dat zijn hioë«
'der innerlijk verdrietig was, en dui
-schreef hij een briefkaart aan Otto, en! i
verzocht hem dringend, dadelijk na d«.
ontvangst van het schrijven le komen;
daar moeder ziek was en onophoudelijk!
naar hem verlangde. Maar twee, drie da*
gen verstreken, zonder dat mijnheer dtf
advocaat zich in de Rugenerstraat lief
zien. Inwendig was Karei vertoornd over
zulko liefdeloosheid.
Vrijdagavond besloot hij hem persoon-
lijk te gaan spreken; hij gaf zich niet
even tijd om van kleeding te verwisselen.
Slechts een schoon boordje deed bij oifl
en gaf een paar streken met den borstel!
over zijn stoffig werkpak, dat nog de on*
uitwischbare sporen yan den arbeid
droeg. ,J
(Wordt vervolgd)'* 1
glas en bood het zijn moeder aan, zette
zich op de leuning van haar fauteuil, om
strengelde haar met zijn linkerarm en
klonk met liaar.
Op uw welzijn, moeder. Prosit 1
Zij wilde slechts proeven, maar hij
dwong liaar het glas te ledigen.
Zij slokte en slokte, inwendig gelukkig
över zijn liefde; vergeven waren zijn on
vriendelijke woorden, zijn liefdeloosheid
van zooeven.
In den grond was hij toch een harte
lijke, goede jongen, meende juffrouw
Koster.
Droeve dagen waren voor de kleine fa
milie in de Rugenerstraat aangebroken.
Vrouw Koster had zich bij haar reis naar
de Bergstraat een hevige verkoudheid op
den hals gehaald: een groote zwakte was
het gevolg, waartoe het aanhoudend
naaien op de machine, dat liare krachten
had uitgeput, niet weinig had medege
werkt.
De dokter gebood voorloopig rust in bed
te houden en volstrekte onthouding van
allen huiselijken arbeid.
Het eerste gevolg was, dat 'de kassiers
knecht een vrouwelijke hulp in huis' nam,
die de zieke verpleegde en voor het huis
houden zorgde, want hij en Ivarel durfden
niet thuis blijven, uit vrees kunne be
trekking te verliezen.
Hij zocht en vond een jong meisje, dat
zich in de courant aangeboden had. Hij
had haar ook genomen, omdat zij niet ver
af woonde, naar huis kon gaan om te sla
pen, en omdat liaar bescheiden trekken
en haar nette heldere verschijning hem
bevielen. Zij was een wees, die eerst kort
Omtrent de organisatie kan voorloopig
het volgend© worden meegedeeld:
De Theologische Faculteit aal alleen
bevatten een zg.n. cursus maior, n.l. voor
personen, die de gewone voorbereiding
voor hét priesterschap, n.l. den twee
jarigen cursus in de Wijsbegeerte en den
vier-jarigen dn de Godgeleerdheid hebben
beëindigd aan Seminarie of Klooster
school. De cursus maior zal minstens dado
jaren duren, waarbij voor het doctoraal
(evenals in "Washington en volgens Lot
nieuwe Academisch StaJtnut in de andere