weed© Blad oensdag20Dec8mbsr S922 RAADSELEN. IL J)aar is dezer dagen zeër bijzondere ül idachb gewijd aan het door den heer lijn gesprokene hij de Algem. bescliou- igcn in de Tweede Kamer. Meer in het onder kwam men terug op hetgeen hij ikc bezuiniging op Oorlog en Marine Maar wij willen hier even terugkomen hetgeen hij aangaande Onderwijs sprak. Klonk even forsch en gedecideerd: „Da- Hjlie opruiming van de papieren con- ]o op het onderwijs, waar bijv. alleen it de Leerplichtwet 4 millioen kaarten jjig zijn-'' cn verder: „Veel te veel ccn- jdig werk wordt aan dure ambtenaren jodrr.gcn: het Rijkstucht- en cpvoedings Ken verslindt schatten". En als hij voor takken van Staatsdienst eischt: „geen peuter geen zee van papier geen ibtonaren te veel, geen mathematische nploteering meer" dan is elk van die Bimcrs op dat dure en ingewikkelde en ireaucratische schooltoezicht, dat im- ïs „in den papevassen-vloed verdrinkt", [een boel alphabet van staten en lijsten modellen over de scholen uitstort, van ipassing. .Lager, middelbaar en hooger onderwijs" zei de heer Colijn nog „moeten mil- enen bezuiniging opleveren". Lager on twijs kan alvast eenige millioentjes be rgen, als men dat ambtenaren-teveol. en speperdure administratie, enz. eens flink it inperken. En d,\t zal het onderwijs jtschaden, maar juist de school, die im- 118 „verdrinkt in den paperassen-vloed" baten. Dat een en ander, wat we hier reren, geen grauwe theorie is, heeft in- itiid een zeer bevoegde autoriteit als de idist.rictssehool-opziener Wirtz ten dui- Sjfcste betoogd en bewezen. Bovendien re in het Voorl. Verslag onder ofdstuk „Onderwijs" deze veelzeggende sneden: „Vrij algemeen werd bezwaar r.akb tegen de breed opgezette mspec- bij het lager onderwijs, waarvan de sten sedert de invoering der Lager-On- nrijswet enorm zijn gestegen. Zoo igens, dan ban hierop veel wor- bezuinïgd, vooral ook door wijziging do inrichting der inspectie, waar- r deze wordt een instituut, dat de scho len het onderwijs inderdaad insnec- irt." De door ons gespatieerde woorden zeg- toch, na hetgeen we lieten voorafgaan, Jffenoeg! Over het tweede punt kunnen we kort Dat tweedo punt is: de nieuwe oplei- van den a.s. onderwijzer. s is er nog niet, maarze zou er kunnen komen, ondanks ded nood r tijden, wijl velen in de ondcrwijswe- het zoo noodig achten, dat ze komt, I zoo zonden betreuren, als ze we den nood der tijden werd uitge lid. fot 'n geld zou die opleiding Kosten! ar., als ze toch zoo noodisr is? We zien volstrekt niet in! Wii die al 'u paar ijn jaren midden in deze beweging zit- achten het absoluut onnoodig, dat 3 a.s. onderwijzers zulke bolleboozen Telerlei wetenschap worden, als. die nieu- opleiding dot bedoelt* Dat ze tot prac- <h goed onderlegde lui worden opge- 3. dat is d e eisch, ten bate van een de- üjko en heilzame opvoeding der jeugd, or d.\t doel mogen wel eenige verbete ren in het huidige opleidings-systeem ïden aangebracht. Maar al die meerdere Metische geleerdheid, die het africht- ileem van onze dagen nog wat erger zal iken, achten we beslist verkeerd. Hoe- d te meer dus na deze „beroereliicke" !en zouden we het onverantwoordelijk den, als toch die vreeselijk dure envree- Sjk geleerde klaarst oomcrij werd inge- ird har zijn er, die de nieuwe opleiding wel uitstekend vinden, maar toch" vanwege den financïeelen noodtoestand adviseeren, do invoering nog wat uit to stellen. Geen verkeerd idee zooveel als: „Wat het zwaarst is, moet het zwaarst we gen" want bij deze adviseurs weegt ever bet algemeen het zwaarst, dat voor alles de salaris- en wachtgeldeukwcstie niet nog pijnlijker worde gemaakt door.nieuwe reuzen-u i t g a v e n. Spreekt men liior in andere kringen van egoisme? Och! er zijn er evenveel endor degenon, die zoo bij die noodzakelijkheid van „betere" oplei ding in easu die „nieuwe1" zweren. En.zou 'fc geen driekwart egoisme zijn, dat'de pen bestuurt van allen, die do be zuiniging op hun terrein uit den booze noemen, en don Minister soms zoo heftig verzoeken, hun deur voorhij te gaan? En dan.... bij dié Verhoogde schadeloos stelling aan alle Tweedo Kamerleden nog een3 die extra-.,schadeloosstelling", oftewel non-actïvil cits-gel don aan velen, die daar voor absoluut niets verrichten: geen egoisme, 9ls men die duiten toch opstrijkt? En danzoo iet-s als hetgeen. Mr. Si mons ons in een A. R. K. A.-art. te lezen geeft: „Waar is, dat. de Regeering en de groote meerderheid der Kamerleden zich van een betere zijde zouden hebben doen kennen en sterker staan, indien de verhoogde par lementaire schadeloosstelling en het daar aan verbonden premievrij pensioen niet voor het neerkomen van de aandrijvende bui haastig waren geborgen in 't heilitr en onaantastbaar huisje van de Grondwet". En dandie mooie carrières, die „vette baantjes", voortgesproten vat „gladde ton gen" mooie kruiwagens" e. t. qal- temaal zonder egoïsme? We zouden af dwalen! Keeren we dus haastiglijk op ons terrein terug om even te re cap it u!e eren. De Minister bespare in de eerste plaats door te besnoeien wat te duur is: het schooltoezicht in de tweede plaats door geen verkregen besparing dan weer uit te geven aan nieuwe dure dingen, als de nieu we opleid:ng. Noeme men het laatste des noods slechts een uitstel: men kan im mers ook iets uitstellen ad celendas grae- cas? En nu heel t.en slotte nog iets: die wachtgeldenkwestie. Het schijnt gezien de schreiende artikelen daarover in de schoolbladen dat deze voor vele onder wijzers en onderwijzeressen een zeer piin- liiko is. Vergelijken we daarmee een paar feiten als: lo. zoo'n stukje als „Wie doet me wat?" in De Tijd, waarin een ambtenaar op wachtgeld zwetst over z'n fijne „vacantïe" van 2 jaar met vol en nog 3 jaar met tweederde sale ris en dit na één -jaar in dienst te zijn geweest; 2o. die non-activiteitsuitkeerïngon aan Kamerleden voor hun vroegere functies nis commiezen, onderwijzers, enz., voor welke functies ze toch niets andes doen dan den titel dragen met „oud" ervooT.... dan mogen we hier toch vragen, of dat bjlliike toestanden zijn: den een in zijn gedwongen wachtgelden-positie het vel over de ooren trekken, den ander in zijn g e 7. o c h t e wachtgelden-positie een vette kluif toewerpen Mogelijk ook hop&lijk! zullen die vette kluiven straks wat minder vet wor den. We lazen tenminste in de Memorie v. An^w. inzake Grondwetsherziening: „Het verheugde den Minister, dat vele leden toejuichten het voornemen der Re- geerinsp om tob een behoorlijke regeling van het non-activiteitstractemenb voor ambtenaren-Kamerleden te geraken". Als het den Minister verheugt, dat vele leden het voornemen toejuichen dan zijn we een paar stappen op den goe den weg naar een goede bezuiniging. En als nu die „behoorlijke regeling" maar weer niet te royaal uitvalt, waarom zou men den post maar niet heelemaal* schrappen? wordt stellig een aar dig sommetje uitgespaard. En dit somme tje, gevoegd bij de „enorme" bedragen,die men op de beide in dit art. genoemde pos- t«V kan tcrugbekomen of uitsparen, geeft een totaal, wellicht groot, genoeg om het vereisehto percentage te halen, zonder dat men den onderwijzer of den wachtgelder te veel behoeft te plukken. Dezen zullen wel wat moeten missen, maar ovenals volgens het bovengenoemde Chr. Weekblad niet duidelijk is, waarom de hooge ambte naren niet en de lagere, en die vooral op kleinere plaatsen, wel geplukt worden evenzoo begrijpt de werker in de school niet, waarom degene, d;e de school ïn f den steek liet voor het binnentreden in j de Kamer, toch nog 'n half scbooltrae'ce- ment bij het royale Kamer-dito toegewor pen krijgt en ook niet, waarom z ij n salaris moet beknibbeld worden, als men dat van z'n autoriteiten niet aanroert immers „het schooltoez:cht is geheel bui ten dc bezuiniging gelaten". Sociale rechtvaardigheid eischt, dat in de bezuiniging alle burgers worden betrok ken. 'b Is dus niet meer dan billijk, van boven af pondspondsgewijze de mil lioentjes tc betrekken, en alzoo te zorgen, dat de guiden een gulden blijve. Een daling dor salarissen over de gansche linie, zegt het orgaan vso den heer Snoeck Hen- kemahs. En van hetgeen daarop volgde zie boven vondon we een prachtig pen dant in deze zinsnede uit „De Limb. Kr.": „Waarom moet de Staat een premie stel len op het verblijf in de stcdor en dus doende de beste, elementen weglokken van de provincie? pet. pensioensbijdrage gaat de Staat van den Rijksbeambte te Amsterdam inhouden. Verder niets. Maar den Rijksbeambte te Bemclen of te Swal- men zou hij 8}4 pet. plus nog eens 20 pet- op zijn salaris korten. Diens inkomen met meer dan 1/4 bijhu 1/3 verminderen. Alle Nederlanders heeten gelijk voor de wet. Zijn zo dit practisch bij het nu ont worpen stolsel? Waarom niet geleidelijk alle Ri.iksloonen en salarissen met een ge middelde va.n 10 pet. verminderd? Moe ten niet allen evenredig hun aandeel in de bezuiniging dragen?" Als clus de heer Simons in z'n reeds ge- momoreerd art. pa de nu wel algemeen bekende verzuchting: „Er moet bezuinigd worden. Anders gaat mot den gulden het welvaartspeil van het land naar gronde- looze diepten" van de noodzakelijkheid spreekt, dat iemand het voorbeeld geve, en de leuze omzette in do daad, dan wil len we naar aanleiding van den daarop volgenden uitroep: „Te drommel, laat dan de ambtenaar do eerste zijn, laat hij karak ter toonen".slechts even vragen: Welke ambtenaar de hooge of de lage? de non-actieve, die Kamerlid werd, of de met. wachtgeld bedreigde? de man uit d« „dure" stad of die van het „goedkoope"( platteland? de heer Administrateur aan een onzer Departementen of zijn eehtge- noote, die Referendaris is aan een ander Departement, en die (zie*„Res.-bode" van 21 Nov.)omdat mevrouw moeilijk haar twee kinderen alleen thuis kan laten, haar departementalen arbeid thuis verricht, ter wijl voor het bezorgen en afhalen der stuk ken naar en van mevrouws woning een afzonderlijke bode is aangesteld?? We zullen de vragen maar eens zelf be antwoorden met deze simpele opmerking: Daar i s al door enkelen een goed voor beeld als hier bedoeld gegevener is echter van de waarheid van het spreek woord: „Woorden wekken voorbeelden trekken" nog bitter weinig gebleken Neen: de Excellenties moeten maar niet op die voorbeeld-geverij wachten moeten maar liever overwegen, -r.it rarrS: een wei nig hooger in zijn art. beweerde: „Heb le vend geslacht, groot en klein, haalt van den Staat al er van te halen valt".... De Excellenties moeten dè.t voorbeeld maar velgen: „halen wat er te halen valt* in 's lands belang, cn hoogst ernstig be lang. de zaak zelf maar eens flink aanpak ken. En wel, zooals sociale rechtvaardig heid het eischt bezuinigen volgens 'n stel sel van evenredigheid opruimen van on gemotiveerde en noodelooze geldverspïl ling opheffen van lfolijke en dure mis standen oplossen van verschillende „raadselen", gelijk we cr eenige in de voor gaande regelen hebben gesignaleerd. MARTON. Uit de Pers. HET VREDESCONGRES TEN EINDE. Het Huisgezin schrijft: Het vredescongres der internationale so ciaal-democratie i3 ten einde. Het „proletarische eenheidsfront" is er niet gevormd, daar socialisten en commu nisten als vuur en water tegenover elkan der stonden en elkaar met de grootste fel heid hebben bestookt. En wat den vrede betreft, hebben we niets anders gehoord dan woorden, niets anders gekregen dan ellenlange resoluties. FEUILLETON an helden en verraders. Alain Prigent hernam nu óp rusligen aa: - Burger Thiard, - ofschoon ik zon- voldocndo redenen gevangen ben ge- oen, op bevel van burger Killcrton, tegenwoordig, en uit kracht van de beperkte macht, hem toegewezen, heb toch geen redenen om mijne klachten zwijgen, zooals hij meent te moeten •n. Zie, het is reeds half, en om vijf Ui moet het feit plaats grijpen, dat line beschuldiging moet staven. j« Draag dan uwe beschuldiging voor, verklaar u, wien gij in dezen beschul- i zoiae Tliiard, een weinig vrees- jjig. Want Alain had hom in zijn schrij- de bijzonderheden van zijn onldek- oinlrent het verraad verborgen ge- utien. Ik zal geen oogenblik dralen, dit te sprak Alain op vasten en eresti- toc.n, die een diepen indruk maakte ie geheele volksverzameling. dit oogenblik bad het gemompel en geraas een einde genomen, en stilte "''s&hte in de geheele zaal. Alain wendde zich rechtstreeks tot Ar- 'Jr do ICergroaz en hield zijne blikken j!i' gevestigd op den verrader, jj Burgers, zoo begon hij, gij allen ':'i dat reeds sinds zes maanden onge- een Engelsche Vloot langs onze kus- 'werffc, van verre de landstreek be spiedt, onze schuiten aanvalt en ver brandt, onze bemanningen doodt, en de vaart voor onze schepen bemoeilijkt of afsluit. Dood aan de En gels oh en klonk het van alle kanten door de zaal. Killerton voelde het bloed in zijn ade ren verstijven. Er was niet het minste ontzag in deze menigte te bespeuren; er kon dus ook geen vrees bij haar bestaan. Welnu, deze vloot, waarvan wij sinds zes maanden alle bewegingen kennen, heeft nooit de kust durven naderen. Weet gij waarom, burger Thiard? vervolgde Alain. Bravo. Goed zoo, ga door, Alain do Docenno. riepen tien stemmen tegelijk: ga door. flinko kerel, beste Brctagner. Alain behoefde overigens niet aange moedigd te worden. Hij wendde een oogenblik zijn oogen van Killerton op Thiard, en bemerkte hoe deze geheel zijn moed en energie herkregen had, met een onbestemden glimlach om de lippen, en zich gelukkig gevoelend ondersteund te worden in zijn naijver tegenover Killer ton door de bevolking. s-i Ziehier zeide Alain Prigent waarom de Engelsch vloot nog niet ge land is. Iedere week stak een man uit de ze streken, een verrader, van de punten der kust in zee, en bracht verschillende borichten over naar het Britsch eskader. Het laatste bericht was, dat lieden een der fregatten in het gezicht van Roscoff moe3t naderen. Een toeken zou dan gege ven worden van de hoogte van den klok- ketoren. Deze toren wordt bewaakt» maar het fregat is er niet van verwittigd. Het schip zal dos binnen zeer koren tijd aan den horizon moeien verschijnen. En Alain strekte de hand uit naar een der vensters, waardoor men de zee in het oog kreeg. Aller hoofden volgden instinctmatig de handbeweging. Hef, misdadig feit was nu bekend gemaakt. Er bleef slechts nog over, den dader ervan aan tc wijzen. Alain gebruikte niet de minste verzachting. Burger Thiard, verklaarde hij met heldere stem, de man, die de be richten overbracht naar de Engelschen» die man is een oud matroos, genaamd Ba- lahic. Degene, die hem de tijdingen aan bracht, noemt zich Ralph Gregh, en het hoofd van de geheele samenzwering is niemand anders dan burger Arthur de Kergroaz, voorheen lord Killerton. Een kreet van woede steeg uit honder den kelen. In een oogwenk werden de aan wezigo soldaten teruggedrongen, en de omstanders en toeschouwers vielen aan op den afgevaardigde van het comité van openbare veiligheid en zijn aanhangers. Ontelbare vuisten dreigden boven zijn hoofd. Killerton stond recht overeind!, bleek als een dook. Hij nam onmiddellijk een uitdagende houding aan, kruiste bedaard de armen over eikander en bleef staan. Burger Tliiard, - zeide Alain Pri gent. liet is mijn recht niet, u aan uwe plichten te herinneren. Het eenigste wat ik eisch, is dat mij dezelfde rechters ge geven worden als dezen man. Thiard antwoordde niets. Zijn toestand was zeer moeilijk. Nooit had zoo iets plaats gegrepen een gevangene, die zijn rechter openhaar aan klaagt. Het was dus den secretaris der In die resoluties is van alles deoreenge- haspeld. Het stevigste lijkt het afkondigen van eon algemeene internationale werkstaking bij het uitbreken van een oorlog. De resolutie maakt te dezen aanzien geen onderscheid. Zij houdt ook geen rekening mot de wer kelijkheid. De Belgische oud-minister Vandervelde heeft het voorbehoud gemaakt, dat een werkstaking niet mag worden afgekondigd in een land, dat zich "tegen een aanvaller heeft te verdedigen. En de resolutie stapteenvoudig over het feit heen dat er landen zijn, waar het I. V. V. weinig of niets heeft te beteekenen en een werkstaking eenzijdig en dus nood lottig zou worden. Vandervelde heeft zich liet geval gedacht dat BelgiS door Duitschland werd aange vallen. Een algemeene werkstaking en dienst weigering zou België volledig weerloos mabcD, terwijl Duitschland, ook al had dit met staking en dienstweigering te kampen, nog krachtig ger.oeg zou blijken om in een minimum van tijd België te bezetten. In Rusland heeft het I. V. V. minder dan niet 8 in te bron gen. Stel nu, dat Rusland Hongai'ijc of Roe menië aanviel. Deze landen zouden door het stakingH- parool van het I. V. V. tot machteloosheid kunnen worden gedoemd, waardoor voor Rusland de overwinning werd vergemakke lijkt en verzekerd. In het algemeen staat men voor de on zekerheid, welke uitwerking de „internatio nale" werkstaking zou hebben. Wordt de oorlog niet in aanvang gestuit en afgewend, dan kan zij tot gevolg heb ben, dat ze de overwinning verzekert aan het onrecht, en het recht laat onderdruk ken, een uitslag, waarop het L V. V. en de internationale sociaal-democratie weinig reden zouden hebben trótsc-h te zijn. Wij begrijpen, eerlijk gezegd, niet, hoe het vredescongres een machtsmiddel heeft aangedurfd, waarvan niemand de gevolgen kan berekenen, dat in de practijk zoo ge makkelijk kan falen, we zouden willen zeg gen moet falen, en dat tot heel andere re sultaten kan leiden dan men beoogde. Ten slotte heeft noch L V. V., noch so ciaal-democratie het recht, het tegen den oorlog op te nemen, zoo lang zij zelf den oorlog in him vaandel hebben geschreven tegen de niet- proletariërs. Internationale vrede en klassenstrijd ver dragen elkaar niet. In de betrekkingen tnsschën de volken en staten naar verzoening streven, maar in den boezem van hetzelfde volk een onver- zoenlijken strijd voeren, is een tegenstrij digheid, die heel de vredesactie der socia listen lam slaat en oneerlijk doet schijnen. DE LEIDER VAN DEN VRIJHEIDSu BOND. Naar aanleiding van de houding des hoeren DresscJhuys, inzake het Pauselijk Gezantschap schrijft de Hoogsdhe brief schrijver van Do Tijd om. „De geheele actie van den Dresselliuys bij B ui ben la nd sc-he Zaken is altijd in 'die. richting gegaan. In zijn lijn en in zijn na tuur bemoeit hij zich met alles en nog wat en zooi ^hij graag Nederland zich met alles en nog wat laten bemoeien. Het ongeluk och Ier van d eze zeer begaafden, uiter st werkzamen en ontegenzeggelijk welspre- konden leider van den Vrijheidsbond is, dat bij hem al het andere ondergaat in den tacticus. Zijn argumenten, zijn zakelijke gronden komen bdj hem zelf pas op do tweede plaats achter zijn handigheid. Zijn illusie is voor alles sluw te zijn en anderen e-rin- te laten loopen. Niet sterk in getal, wil hij zco zijn partij aan successen helpen, ffij doet dat buiten de Kamer en hij doet het in de Kamer met het ge velg, dat iedereen hem meer doorziet en niemand hein meer vortro-uwt. Zoo is het ook hier gegaan. Bij de ver kiezingen heeft de Vrijheidsbond met de Christelijk Historische Partij op het anti papisme gespeculeerd. Men is vooral in het gevlei gekomen van de vele bravo protes tanten, die een gezantschap bij den Paus iets vreesclijfcs vinden. Hij begreep echter in verband met uitlatingen van zijn eigen geestverwanten dat het een beetje ad te gekken indruk zou maken, alleen te komen met een vo-ors-tel tot afschaffing van den gezant bij den Paus. vertegenwoordigers moeilijk, op dusda nig oogenblik een besluit te nemen. Ieder ander zou in zulk een ingewikkelde zaak in verlegenheid geraakt zijn. Intusscben trachtte Killerton, ondanks zijn bleekheid, te glimlachen. De feiten, bekend gemaakt door Alain, waren dui delijk omschreven, al te scherp zelfs. De beschuldigde zocht hiervan partij te trek ken. Burger Thiard, antwoordde, hij driest ik eisch dat deze man mij weder overgeleverd of onmiddellijk weder ach ter slot en grendel gebracht worde. De .hatelijke beschuldiging, welke hij zoo juist tegen mij uitgebracht heeft, ts slechts een verzinsel. Zij is een nieuwe misdaad, welke bij zijne andere moet ge voegd worden. Hij zal zich daarover te verantwoorden hebben. Het fregat, welke aankomst hij vermeld heeft, zal niet ver schijnen. Thiard richtte plotseling het hoofd öp. Hij had zijn vastberadenheid hernomen bij het hooren van deze laatste woorden. Wat weet gij hiervan, burger Killer ton? vroeg hij op staanden voet Killerton beet zich te laat op do lippen en verbleekte nog meer. Maar met de hem eigen o onbeschaamdheid hernam hij aan stonds: iWat ik er van weet? Dat geheel deze geschiedenis van het fregat en van het verraad een louter verzinsel van dezen schelm is. Ik heb dus bet recht Hij onderbrak zich zelf. De eerste slag van vijf uren weerklonk van den toren der kathedraal. Een diepe stilte heerschte op hetzelfde oogenblik, geen ademtocht wordt gehoord, Hij heeft echter ocarcoi aés bzuiniger en daarom zou hetgeen de hmteulandsehe deskundige niet vermocht, de bezuiivigisr doen. Hij kwam due met het voorstel dat in t geheel ni-qfc in zij-n lijn lag. om drie ge zanten te laten vervallen. Van die tóe noemde hij er echter maar eon do gazoafc bij den Paus. Er was natuurlijk niet nes lid. die hot spelletje niet dadelijk doorzag. Hij heeft dan ook smadelijk don aftocfll geblazen, na duchtig op zijn pki-ata te zijn gezet door den heer Van Karnebeekmaar hij heeft met de ch-ristdijk-historisdhen kunnen getuigen door te. stemmen voor het amendement-Kersten. In zijn hart is natuurlijk blij, dat het amend ement ver worpen is; maar bij de kiezers vóór, de Prov. Staten verschijnen do hoe ren echter met een mooie leialthans bij kiezers die naar 'karakter "bij een, partij niet vragen". Staten-Generaal. EERSTil KAMER. Vergadering ven gisteren. De Kamer gaat over tot heb trekken der afdeelingen en begeeft zich vervclgen-s de afdeelingen, ter benoeming van voor zitters en onder-voorzitters. De vergade ring wordt inmiddels geschorst gedurende 15 minutem. Na heopening dor vergadering deelt de Voorzitter mede, dat benoemd zijn tot voorzitters der afdeelingen de heeren Idca- burg, van Basten Batenburg, Gillissen, de Gij se laar, en de Waal Malefijt en tot onder voorzitters de heeren do Vos van Steen wijk; Anema, S. de Vries, Smits en Janssen. Regeling van Werk*aameden. De Voorzitter deelf mede, dat de Centrale afdeeling bt sloten heeft in de af- doelingen to doen onderzoeken op Woens dag 20 Dec., des voermiddags 11 uiir', de wetsontwerpen betreffende de S'aatsbe- grooting voor 1923, die tot vaststelling der Hoofdstukken I, Vila, XII en de Wet op de Middelen en de overige bij do Kamer ingekomen wetsontwerpen, waaronder dat- tot het aangaan van een geldie suing ten laste van het Rijk. Verder stelt hij voor, aan de orde te stei- Icn in een op Donderdag d. a. v., des voor- middags 11 uur, te houden openbare ver gadering het wetsontwerp tot regeling van het Levens verzekeringsbedrijf, benevens de overige alsdan in staat van wijzen zijnde wetsontwerpen. TOE EDE KAMER. Vergadering van gisteren. WIJZIGING L. O.-WET. Het. ontwerp tot hot aangaan van een leening van 350 millioen wordt z. n. 9. aangenomen na esnigo opmerkingen van den heer J. ter Laan (S.-D.), welke door Minister De Geer beantwoord werden. Voortgegaan wordt met do behandeling van het ontwerp tot wijziging der L. O.- Wet. Aan d© orde is de stemming ever het amendement-Gerhard dat rijkssubsidie wil mogelijk maken voor den bouw van bizon- dere scholen, als de gemeenten nood lijdend zijn. Het amendement wordt ver w of pen met 44 tegen 16 stemm De heer v. d. Molen (A.-R.) licht een amendement toe om geen voorioopige raming voor den scholenbouw meer ver plichtend te stellen. Z. i. heeft een derge lijke raming geen nut. Vervolgens licht hq een amendement toe namens do Commis sie v. Rapporteurs om ook onder de schoolmeubeien die aan de bizondero scho len worden gegeven te begrijpen de leer middelen. De heer Vliegen (S.-D.) en K. Ter Laan (S. D.) vragen of het de bedoeling is dat het hier alleen geldt de eerste aan schaffing van meubelen en leermiddelen. Alleen als dit het geval is hebben zij geen bezwaar. Voorts dringen zij aan op ver schaffing van meubilair in natura. De heer Rutgers (A.-Rvord-: rl nog nader de amendementen. De Minister rail Onderwijs, de lieer Dé Visser hecht ook niet veel waarde aan voorloopigo ramingen. Meestal zijn die to' hoog en valt het voor de gemeente mee. Hij Iaat de beslissing aan de Kamer. Ook het tweede acht hij een verduidelijking van wet, met nam© ten aanzien van uitbrei ding van scholen. en allen doorzochten met doorvorichen- den blik den horizon om het verwachte schouwspel bevestigd te zien. Vijf minuien verliepen, toen tien. teen een kwartier uurs. Menig gelaat verduis terde, niet het minste dat van Thiard. Niets verscheen op den wijden Oceaan Gj-m ander zeil dan dat van enkel" vis- scliervaartuigen daagde op. Killcrton triomfeerde. Hij had den lijd gehad tot verademing to komen. Alain verbleekte op zijn beurt. Had ik u niet gezegd, spotte Kil lerton, dat er geen kwestie van fregat ten was dan in de verbeelding van dicii man? Aan mij nu de beurt, berger Thiard u uwe plichten to herinneren en de on middellijke vastzetting te eischen van dien lasteraar. Do afgevaardigde der vertegenwoordi gers richtte zich tot den aanvoerder van Kcrret-ar-Laz. Het is niet in mijne macht u te ont trekken aan de gevolgen van uwe eigene daden. Gij hebt rechters geëiseht, gij zult ze hebben. Ja, i sprak Alain, ik moet beken nen, dat het handtastelijk bewijs op het oogenblik mankeert. Desniettemin houd ik mijne beschuldiging slaande. Intusrschen; heb ik ongelijk gehad, mij niet vooraf verzekeren, of deze man niet lijd ea ge legenheid heeft gehad e©n nieuw bericht te zenden aan den vijand. Pas op, hernam Thiard, ge ver zwaart onnoodig uw zaak. Uwe beschuldi ging ia van waarschijnlijkheid ontbloot. Het zij zoo; de toekomst zal wel uit brengen, wie van ona gelijk hoeft gehad* (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1922 | | pagina 5