Tweede Blad Vrijdag 15 December 1022 CÈSAR FRANCK. IL Er is in de sfeer van Césaar Francik een rustige onrust. De onrust is de overtui ging van de ■vergankelijkheid en de on volmaaktheid van heb aa/rdsahemaar daarboven zweeft de serene rust, de stii- glanizende zeikerheaid van de overwinning op de aardsohe onrust, de verlossing, re demption. Onuitgesproken, onopzettelijk, maa/r met een natuurlijke van zelfspre kendheid zindert door Cesar Firanok de klare, zonnige glans van 't geloof. Het is alsof Ihij tijden beeft van voortdurend oontaot met de Engelen Gods en hun goudelende j-uibei melodieën. In deze sfeer ademen zijn leerlingenbet is het beste wat Franok bun kan geven, omdat Ihet veler leven en scheppingskracht zal doortintelen. In deze steer ontstaat het grootste aan tal van zijn eigen werken en altijd treft Ihet, hoe rein, hoe kris talklaar en stil-ver- heven do melodieën zijn, welke hij zijn engelenkoren in den mond legt-. Zelf had ihij zich geschoold aan Bach, terwijl de baanbrekende stijl-beginselen van Wagner evenmin spoorloos aan hem voorbijgingen. Geen 19de euwer kon zioh zonder sohade aan diens invloed onttrekken. Uit do duis tere, zwaar theoretische geschriften van Wagner nam hij,, wat e.r na het afzonderen van allerlei gewrongen herhenJbroeds-el aan klare leidende gedachten overbleef. Wag ners partituren maakte hij tot zijn geeste lijk eigendom zondter het broeiend zinne lijk element. Hot beginsel der Leitm-otive aanvaardt hij en post het toe in „Les Beatitudes", de Zaligsprekingen, het werk, waaraan hij tien jaren arbeidde. Overeen komstig den aard van het verheven onder werp hebben zijn melodieën niet 't zinne lijk karakter van Wagner. Er is rust in, zdfverzekendlheid, een hoog© schouwing. Hij waagt nieuwe a-ccoordverbindingen waard-oor de colorietmogelijlkheden vooral voor het orkest toenemen. Zijn instrumen taal composities erlangen hierdoor een buitengewone frisohheid. Zijn gewijlde oratoria en kerkelijke wer ken dragen een sterk contrapuntiseh ka rakter. Maar teekenend is, dat het niet ia de Gregoriaansche oontraputitiek. In zijn „Bedjomption" en in ,.Les Beatitudes" is deze schrijfwijze allerheerlijkst. Men zou echter in zijn kerkelijke werken iets meer wan P-alestriua's stijlbeginselen hebben ge- wenscht en het is zelfs de vraag, of hij dezen ooit goed hoeft gekend. Vooral zijn instrumentaal muziek heeft bevruchtend gewerkt op den -geest de-r jonge Fnansche componisten. Vinoent d' Indy, Gaibriël Fauró, Henry Dupa-rc, Paul Ducas, Ernest Ghaussten, Gaibriël Pierné, ziedaar eenige van zijn leerlingen die met vrucht op zijn beginselen hebben vooutgo bouwd. Van deze alle is Vineent d' Indy diegene, die hem 't meest heeft liefgehad en een uit nemende, geestdriftig gestelde bïographie beeft geschreven. Intusschen hebben sommigen zijn stijl- beginselend wat al te consequent doorge voerd en zijn door gemaniëreerdheid en buitenissigheden het doel voorbijgestreefd Fra-ndk zelf had, ondianks zijn serene klaarheid nog veel Germaansch in zich. Misschien is hij in ihet allerdiepst zijner psyche meer Germaansch dan Bomaansch In ieder geval is hij, historisch gesproken, de man die de allermodernste Fra-nsche school van Debussy en Ravel nog ©enigs zins in verband brengt met dte Wagner- Bchool. Er schuilt in Franck een eigenaardige zin voor mysticisme, hij blijft steeds ern stig. Nergens speelt de humor, nergens fonkelt de ironie, nergens flitsen geestig] heden door do ernst van zijn bet-oog. Dat :s Germiaansch, Hoe 'geheel andtens de zuiver Fransdie muziek, die meestal niets betoogt, niets herwijst, zich enkel uitput in jubdleerende klanken weelde, in spr-oedelende humor, in geraffineerde peestesflikkering-en èn die, FEUILLETON Van helden en verraders. 33) Ameline en Ivon betraden een ruim Vertrek, dat met roodo tegels geplaveid ■was en slechts licht ontving door de deur en een eenig venster dat op den weg uit kwam. Achter dit vertrek bevond zich eene andere kamer, waarin eveneens een venster was aangebracht-, maar op zijde, ïoo dat men daardoor den geheeleu weg kon overzien. De bevloering bestond uit xzeer groote vierkante blauwe tegels, die los naast elkander schenen gelegd, en hun Öoffe klank verried dat zij onmiddellijk pp de granietlagen geplaatst waren. Werkelijk, waren zij door niet het min- Bto cement vastgehecht, en het meest ge oefende oog zou onder geen enkel dezer losse tegels den toegang tot een of an der onderaardsch verblijf gezocht heb ben. En toch, onder den druk van den voet 'der vrouw des huizes bewoog een der te gels in den linkerhoek van het vertrek, draaide om zich zelf, en verschafte zoo doende toegang tot een opening waar door zelfs een zwaarlijvig mensch gemak kelijk af kon dalen. Kom met mij mede, zeide de Vrouw, terwijl zij de eene hand uitstak lom Ameline te helpen den voet op de eer stte trede van de ondergrondschc trap to zetten. Mapiaouank steunde op de hand, die baar toegestoken werd, en daalde yoor- vcoral hij de allerjongsten, een enkele niaa-l geen dolle capriolen vreest die voor ons in wezen, tocih Germaans oh ge voel, meer spreekt tot den geest dan tot het- gemoed. Wij hebben een intellectueel, artistiek welgevallen, wij worden meega slee-.t door fonkelend' vernuft en fijne gratie, maar niksen de zelfbepeinzing te veel. C'és-ar Franck had wel degelijk de Fran- sohc gratie, de aristocratische élógiance, maar de uitbundig© vreugd© van de mu ziek louter can baars zelfs wiLle was hem vreeand. Zijn ziel verstilt steeds tot medi tatie, de drooangepeinzen, van zijn diep- smensohelijk voelend hart gaan uit naar contemplatieve rust. Hij is een schouwer, die met zijn geniaal kunstbegrip alles laat gelderii, die zelfs in enkele werken, oa. in zijn eenige symphonic, hartetochtehijk op bruist en met een schitterend élan zijn stoere hhybhmen stuwt, maar die toch im mer weer toeft in peinzende rust op zijn zonnige hoogte, vanwaar hij met een glim lach v-an edelmoedig begrijpen verleden en toekomst overziet-, terwijl hij met welge vallen den jongelingen en zij die na hun komen hun hevige idealen bruisend laat bot vieren. Tijdens zijn leven weiden zijn werken behalv© door zijn leerlingen niet gewaar deerd en zelfs hevig miskend. Dat hij in zijn symphonic voor het eerst dte Engel- sake hoorn aanwendde vond men b.v. een onvergeeflijke dwarsheid. Toen hij in in- tiomen kring zijn Beatitudes liet uitvoeren versoheen op een paar na, niemand van de genoodigden. Werd' soms door an deren iets van hem ten gehcore gebracht, dan was de vertolking meestal erbarme lijk slec-ht, omdat men zich niet ingeleefd had in de ziel van den meester. En in ver band hiermeo openbaart zich een bizonder sympathieke karaktertrek. Tijdtens d© uit voering verdiepte hij zich zoodanig in den bouw van zijn eigen weak, dat ©en mia handeling er van kom absoluut ontging, en hij de uitvoerenden op do hartelijkste wijze zijn dank betuigde. Van zijn „Redemption" (1872) hoorde men weinig. In 18S0 kwam „Les Béati- tudes" uit, maar he.t bleef geruimen tijd onbekend. In Holland kende men hem niet. Eerst in 1894 werd zijn hoofdwerk te Amsterdam uitgevoerd onder leiding van Richard Hol. Yan de talloozo werken die F-ranok nog schreef noemen we zijn compositie Paa-ume 150een solemneele rrriis voor koor, orgel, harp en cello, een heerlijk melodieus werk Va-n groote beteekeniis voor de ontwikke ling der symphonic in Frankrijk was zijn eenige symphonic in D-majeur (1889) waar van Evert Oornelis hier zulk een heerlijk» vertolking wist te geven. Is er trouwens wel iemand die meer voor Franeks nage dachtenis in Holland gedaan heeft dan juist Cornells 1 Voor orgel schreef hij o.m. een Prière in Cis-mineur en do overal bekende en bij orgelconcerten geliefde: Pnaelude, fuge et- Variations. Yan zijn klavier composities' ■herinneren we aan Praelude, Ohora-l et Fuge cn Praelude, Aar et Finale. Tal van kleinere werkjes voer a "oappellazang of solostem met begeleiding zijn verder be idend1 en onder dtez© heeft het bekende Parus angelious groote populariteit ver worven. Cés-a r F-ranck stierf den 9 Nov. 1S90 en in 1904 was men zoo ver gevorderd' met d'c w-aardeeiing dat ©en gedenfcteeken voor hem werd opgericht. Thans maakt Frankrijk en niet alleen 1 Frankrijk zich gereed, hem waarig te ge denken en zijn verdiensten voor het na geslacht te demonshreeren N. J. H. S. Uft de Omgeving. ALPHEN AAN DEN RIJN. Gemeenteraad. De raad -der gemeente kwam gisteren ïn laatste vergadering bijeen onder mm r- zitterscbap van burgemeester C. W. O. Th Visser, die met ingang van 1 Januari de gemeente gaat verlaten. Reeds te 2 uur lcwam de raad bijeen en nadat door het fotopersbureau „Centraal" uit Amsterdam de raadsleden met den af tredenden burgemeester waren vereeu wigd, ging de raad in geheime zitting. Daarna werd de openbar© vergadering geopend met gebed. zichtig af, Er was een diepe duisternis in deze gang onder den grond. Gelukkig was de trap niet zeer lang, slechts tien treden, daarna kwam men aan eerjc open ruimte, even donker, als de trap, en waarin de vrouw zich zeer gemakkelijk scheen te bewegen. Zij greep nogmaals Ameline bij de band en bege leidde haar, terwijl Yves le Braz haar volgde. Zooals zij gedaan had voor de trap, deed zij ook nu weder een anderen steen wentelen in een der wanden, en &wam er een nieuwe, groofcre opening ie voor schijn. Aan hun verbaasdo blikken vertoonde zich een ruime zaal, geheel in de rotsen uitgehakt, en verlicht door twee groote bronzen kandelaars, waarvan het licht wel eenigszins ontoereikend scheen voor die uitgestrekte schuilplaats. In het midden van de zaal stond een la- fel met eenige stoelen, banken en kruk ken er om heen. Over de tafel was een helder laken uitgespreid, terwijl een wel voorziene maaltijd opge"Üischt stond. Mapiaouank bemerkte bij het schijnsel der lichten dat aan dien disch gezeten waren een man, een vrouw en een Kind, en hoe een dienstmaagd af en aan liep om hen le bedienen. De gravin bleef een oogenblik diep ont roerd staan bij den aanblik van dit on- deraardsche verblijf; zij had al aan stonds de gasten herkend. Zij verzamelde al hare krachten, trad naderbij en groette hartelijk de drie aan- gezetenen., Graaf de Pleslin, dat God u behoede. Jonkvrouw Aude, dat onze goede Moeder De notulen der vergadering van 23 Nov. worden onveranderd vastgesteld. De voor/., doét mededceling van de in gekomen stukken w.o. een adres van den Alg. Ned. Politiebond, waarin verzocht wordt intrekking van de verordening, waarbij de rijwieltoelagc aan de poli! io wordt verminderd. Wordt gerenvoyeerd naar B. en W. om prae-advies. Idem een adres van den heer v. d. Kloot Meyburg e.a. om middelen te beramen tot verbetering van den Oudshoornschen weg Ingekomen is verder een verzoek van de gemeente Zevenhuizen om adhaesie aan een adres aan den minister van finan ciën inzake de classificatie der gemeenten waarbij het platteland benadeeld wordt bij de steden. B. cn W. stellen voor een adres van de zelfde strekking aan den minister van fi nanciën te richten. Hierna komt de agenda aan de orde: 1. Herstemming over heb voorstel van B. en W. tot wijziging van art. 14 der Bouw en Woningverordening. De secretaris doet nogmaals voorlezing van het voorstel van B. en W., waarbij gevraagd wordt in bijzondere gevallen ontheffing le verleenen van de bepaling, dat er bij den aanbouw van huizen een straatbreedte moet zijn vap 10 Meter. De heer v. Dijk zegt, dat de desbetref fende aanvrage hier niet van toepassing is, wijl slechts gebouwd mag worden uit het hart van den weg, terwijl gevraagd wordt op een afstand van 6.G0 M. Het voorstel wordt, nadat de heer Hern- green had betoogd, dat het verzoek van den aanvrager niets met het voorstel van B. cn W. heeft te maken, verworpen met 104 stemmen, die van de beide wethou ders cn de heeren D. v. Leeuwen cn Rij laarsdam. 2. Herstemming over het voorstel De Wolf om de volkstuintjes to verhuren voor f 0,35 per roede, zulks in verband met het adres van M. van 't Wout en anderen om verlaging van den huurprijs van de volks tuintjes en wijziging van het huurjaar met voorstel van B. en W. B. en W. stellen voor om afwijzend op het adres te beschikken, waarom de heer de Wolf voorstelde om den prijs tot 35 cent per roede te verminderen. Het voorstel-de Wolf wordt hierna ver worpen met 95 stemmen. Voor de hee ren Koren, de Wolf, Noomen, D. v. Leeu wen en Herngrcen. Het voorstel van B. en W. om afwijzend op het adres te beschikken wordt aange nomen met 131 stem, die van den heer de Wolf. 3. Voorstel van B. en W. om op de inge komen aanvragen van besturen van bijzon dere scholen alhier om eene gemeentelijke bijdrage in de kosten van het vervolgon derwijs over 1921 afwijzend te beschikken. Z. h. st. aangpnomen. 4. Voorstel van B. en W. om den post van de gemeentebegrooting 1923, welke uitgetrokken is voor het verleenen van een subsidie ?an do Politievakschool te Hil versum, te splitsen en de helft daarvan als subsidie te verleenen aan de R. K. Politie vakschool te 's-Hertogenbosch en tot het erkennen van het door die school uitgege ven politiediploma. De heer den Hertog begrijpt niet waar om de Katholieke politieambtenaren niet naar de school te Hilversum gaan. Hij voelt niet veel voor dit Katholiek vakon derwijs en hij is bang, dat er nog meer dere dergelijke scholen komen. De heer Vlasveld, wethouder, verdedigt het voorstel van B. en W. en wijst op het voorbeeld van den minister van financiën, die. eveneens de rijkssubsidie splitste. Het voorstel van B. en W. wordt hier na aangenomen met 122 stemmen. Te gen de heeren den Hertog en de Wolf. 5. Voorstel van B. en W. inzake het- adres van den Ned. R. K. Steenfabrieksarbeiders bond „St. Stephanus" om een steunregeling voor die werklieden in het leven te roepen. B. en W. stellen voor hierop afwijzend te beschikken. De heer do Wolf is hiertegen en hij vindt het motief van B. en W.: „geen steunverleening, omdat er niet gewerkt wordt" onredelijk. De voorz. zegt, dat er onder 'de loden van den bond hier ter plaatse geen werk- Ioozen zijn, dus dat er geen steun be hoeft te worden verleend. Het voorstel van B. en W. wordt hier- u verdere tranen bespare. Reeds genoeg hebt gij er gestort. Aude en Roger waren gelijktijdig opge staan De graaf antwoordde op den groet van den bezoeker, wiens gelaatstrekken hij niet Icon onderscheiden. 'Wie zijt gij, mijnheer, gij, die mijn. naam kent. en wat verlangt gij van mij? Ameline hernam met heldere stem: Wie ik ben? ik zal het u aanstonds mcdedeelcn. Wat ik van u verlang; gij zult het dra weten, ik zal hiermede zelfs beginnen. En zonder acht "te slaan op den stool, welken gravin Audo haar aanwees, ver volgde Ameline: Heer graaf Roger do Plc&tin, herin nert gij u den nacht van Mei, waarin èn uwe aanhouding èn uwe verlossing plaats grepen Ilc herinner het mij, antwoordde de graaf diep zuchtend. Kent gij de broederschap, die den naam draagt van Kerrel-ar-Laz? Ik ken haar van hooren zeggen, want behalve bij deze gelegenheid, ben ik nooit met haar in aanraking' geweest. - Herinnert gij u dan nog haar aan voerder Alain Prigent de Bocenno. Ik moet u hetzelfde antwoord geven Ik weet van hem slechts ©én ding, name lijk dat hij een rechtschapen man is, die mij liet- leven heeft gered. Wat zijn ge laatstrekken betreft, ik heb ze niet mo gen zien, want zij waren, zooals die van al de andoren, waarover hij het bevel voerde, achter e'en roelmasker verborgen En nu gij hem het leven verschul digd zijt, zoudt gij bereid zijn, het zijne 1 na aangenomen met 13—i stem, die 7*n den heer de Wolf. G. Voorstel van B. en "W. tot vaststelling eener verordening, regelende de pensioens bijdrage door de ambtenaren. Zonder discussie wordt liet (ons onbe kende) voorstel z. h. st. aangenomen. 7. Voorstel van B. t-n W. om in verband met do nieuwe regeling van de keuring van vee en vleesch eervol ontslag te verleenen met ingang van 1 Januari 1923 aan de vee artsen belast mot de keuring van uit nood geslacht vee, de heeren J. Burggraaf, H. W. Overbosch en K. R. Kuipers. Z. h. st. aangenomen. 8. Benoeming van eene onderwijzeres aan de School voor L. en M. U. L. Onder wijs aan den Oudshoornschen weg. (De voordracht wordt nader bekend gemaakt). Wordt afgevoerd van de agenda, omdat de desbetreffende stukken van den school opziener niet zijn afgekomen. Afscheidsrede burgemeester. De burgemeester hield hierna zijn af scheidsrede, welke wij eenigszins ver kort, hier laten volgen: Mijneheeren, Het oogenblik nadert, waarop mijn ar beid als Burgemeester zal eindigen en naar het zich laat aanzien zal deze raads vergadering de laatste zijn, die ik presi deer. Ik wensch daarom deze gelegenheid aan te grijpen een vaarwel toe te roepen aan de ingezetenen van Alphen aan den Rijn en afscheid te nemen van de leden van den Gemeenteraad. Van de bijna 43-jaren van mijn burge meesterschap stond ik vanaf April 190 aan het hoofd van den Raad dezer ge meente, terwijl ik de vroegere jaren in ge lijke functie doorbracht in Wonseradeol en in Hemelumor, Oldephaerb en Noord- wolde, beiden in Friesland. Aan dit tijdsverloop zijn allerlei herin neringen verbonden. Zeer tot mijn leedwezen en in lijnrech ten strijd mot mijn ambtelijke opvattin gen, zag ik mij in den laatsten tijd ge noodzaakt veel buiten de gemeente te ver toeven, doordat het huis, dat ik sedert vele jaren in huur bewoonde, onderhands werd verkocht en de kooper mij, tegen mijn wil, noodzaakte dit te verlaten om heb zelf te betrekken. Deze handelwijze bracht mij in groote ongelegenheden en tot mijn verdriet, werd daardoor de waar neming van mijn ambt bemoeilijkt. Wan neer men op 72-jarigen leeftijd, te middon van een drukken werkkring, op deze wijze plotseling in zijn leven wordt gestoord, gaat het moeilijk zich voor een korten tijd opnieuw in te richten. Het verblijven op twee plaatsen vorderde nu een voort durend reizen in alle weersgesteldheid. De tijden veranderen en blijkbaai* ook de zeden. Kenmerkte de vroegere tijd zich door een zekere hoffelijkheid jegens ouder dom en gezag, in den tegenwoordigen tijd viert meer het materialisme hoogtij. De bestaande onnatuurlijke toestand is nu gelukkig weldra voor de gemeente voorbij. Ik ben de ingezetenen zeer erkentelijk voor het goede, dat ik van velen hunner heb mogen ontvangen. Vooral ter gelegen heid van mijn 25-jarig en van mijn 40-jarig ambtsjubileum, evenals bij den laatsten ver jaardag van 5LM. de Koningin. Dit zal mij in hoogst aangename herinnering blijven. Door de samenvoeging der drie gemeen ten in 1918 onderging het gemeenteleven eene groote verandering. Zooals in den re gel bij nieuwe plannen: er waren terzake dezer samenvoeging voor- en tegenstan ders. Toch houd ik mij stellig overtuigd, dat, zoodra het maatschappelijk leven weer normaal zal zijn geworden, ook de tegen standers het groote nut dezer samenvoe ging zullen inzien en daarmede verzoend zullen geraken. De samenvoeging had plaats op heb meest ongunstige tijdstip dat- denkbaar is, te midden van de oörlogsdrukte. Ten onrechte verweet men aan de ver- eeniging der drie gemeenten het stijgen der belastingen. Deze waren niet daarvan het gevolg, maar deze zijn veroorzaakt door de gebeurtenissen in hot buitenland en den daarop volgenden wettenregen uit Den Haag. Het scheen wel of door den oorlog de zenuwen van het- menschdom overspannen waren. le redden? Van gansclier harte, riep de graaf uit met een warme geestdrift, die niet den minsten twijfel overliet omtrent de oprechtheid van zijne gevoelens. Ameline bewaarde een oogenblik het stilzwijgen. Dan vervolgde zij: Graaf De Plestin, dat is juist de dienst, welken ilc u kom vragen. Gravin Aude richtte zich op. Twijfel en angst deden haar stem beven. Mijnheer, zeide zij, sta mij toe, alvorens dit gesprek voort te zetten, dai ik ook op mijn beurt u afvrage, wie gij zijt. Wij oeleven nu tijden, waarin het hoofd niet vast op onze schouders staat. Ilc heb het recht over het leven van mijn echtgenoot, en over het mijne te waken. Gij zult mij dezo vraag niet kwalijk nemen Wie zijt gij dan, mijnheer? Mapiaouank scheen niet onmiddellijk in te gaan op deze rechtmatige ondervra ging. Althans, eerbiedig buigende voor de gravin, vervolgde zij: Mevrouw, niets is natuurlijker dan dezo voorzichtigheid uwerzijds. Als ik u in kennis zal gesteld hebben van hetgeen gij wcnsclit to weten zal niet de minste schroom of twijfel meer in uw hart over blijven. Maar. alvorens aan uw verlangen te voldoen, zal ik uw vrees verdrijven, door u er aan to herinneren, dat gij hier in dit verblijf de gasten zijt van Korret- ar-Laz, en dat ik behoor tot deze verceni- ging. Het bewijs hiervan zult gij niet in twijfel kunnen trekken. Zij gaf een teeken, cn wenkte Yves le Braz, die zich tot nog loc achteraf had gehouden. Yves, beste Yves, riep de gravin Al haddon vele wettelijke regelingen ecu goeden grondslag, waarvan de beginselen ook reeds vroeger waren overwogen, toch werd in de tijden van welvaart, uit een oogpunt van voorzichtig financieel be leid, aan csn geleidelijke invoering de voor keur gegeven, maar toen <le oorlog ellende en geldelijke tekorten veroorzaakte, be halve dan bij hen voor wie de oorlog een goudmijn was, werd in zenuwachtige liaasts aüerloi gedecreteerd, verrees vooral in groote steden de eene goed bezoldigde com missie na de andere, werden op allerlei ge bied groote uitgaven gedaan, de arbeid be perkt en loonon en Rijkssubsidiën tot ©en schromelijke hoogte opgevoerd. Menig besluit dat de hooggeroemde Ne- derlandsehc vrijheid in banden sloeg, pas te wellicht in het kader ran do politiek, maar niet in dat van de schatkist en nu moeten hooge belastingen liet evenwicht herstellen. Menig gemeentebestuur dat zoo zuinig en zoo productief mogelijk trachtte te bo- heeren word tot vertwijfeling gebracht. De stijging der uitgaven is toe te schrij ven aan de buitengewone tijdsomstandig heden, maar niet aan de vereeniging der drie gemeenten. De gemeentelijke belasting druk zou nog veel meer worden gevoeld, indien de gemeenten gescheiden waren ge bleven. Nu de oogen opengaan over d(? gevolgen van den Wetgevenden Arbeid der laatste jaren, wordt getracht te remmen en onae- daan te maken, wat mogelijk is; nu roe pen Regeering, Volksvertegenwoordiging, Gemeenteraden en ingezetenen eenparig om bezuiniging. Roepen gaat echter ge- makkelijkr dan toepassen. Dat overtollige oorlogs-comrrdssiö i -ambtenaren werden opgeheven en ontsla gen, dat er stemmen opgaan tot beperking van militaire uitgaven, wordt door velen toegejuicht, maar dat er gemeenteraden zijn die bezuiniging zoeken in het verlagen van de salarissen der gemeenteambtena ren, is al een heel treurig en weinig hoog staand gezichtspunt. De gemeenteambtenaren waaronder ook de politie, hebben altijd op een zeer sober tractementje geleefd. Gelukkig heeft de Minister van Binnen- landsche Zaken en hebben ook Gedepu teerde Staten van Zuid-Holland te kennen gegeven dat bezuiniging op salarissen der ambtenaren niet met hunne zienswijze strookt. Zij zou bovendien leiden tot groote onbillijkheid. "Wordt tenslotte de toestand onverhoopt zoo critiek dat ook tot salarisvermindc- ring moet worden overgegaan dan is het billijk dat deze van bovenaf Letrint. de hoogste staatsambtenaren moeten voor gaan. Wij willen echter hopen dat bet niet zoover zal komen. Wel is liet nationaal leven dev: -.-te ziek, dat het zorgzaam moet worden behandeld om het langzaam aan weer t-c genezen, maar deze genezing wordt m. i. niet be reikt door het benadeelen van cnl elen. Er zouden financieel betere toestanden gebo ren worden, indien de arbeidsbslemmerir g werd opgeheven: inc.icn zooveel morelrk werd stop gezet dc uitvoering van met di rect noocligc wetten, die nieuwe ambtena ren en uitgaven vorderen; indien tal van commissien, wier bestaan voorioopig ge mist kan worden, werden opgeheven; in dien werd aangedrongen op priisverlr ging van vele artikelen; indien een einde kwam aan de Riikssubsidies in den vorm van bouwpvemiën en dergeliike. De*o S"1 s-dieB geven velen aanleiding om maar te steu nen op den Staat innlaat3 van op eigen kracht en deze subsidies vorderen mil- lioenen. Te groote vaderliiko Kegeeringszorg ver slapt den ondernemingsgeest. In Zweden werden ter wille der bezui niging een reeks Staatscommissies opge heven. Wat ons mjefc redden dat is de Arbeid. Het „Arbeid adelt" moet weer iu eere wor den hersteld. Hel diepe bosef van dei plicht tot arbeid én r.oet. elkeen doordrin gen. Alleen wanneer elke laag der bevol king zijn plicht- begrint, komen wji fot een beteren toestand. Gelukkig voor onze gemeen- e is de be lastingdruk hier niet in die mate gevoeld als in vele andere gemeenten, waar de be lasting soms 4 k 5 maal zoo hoog was dan hier. Wij kunnen, ons gelukkig achten door de vereeniging der drie gemeenten te hebben verkregen eene kraéhtice bloeiende co- vreugdevol uit. Ah. ja. gij heb' gelijk, mijnbeer, iïu twijfel ik niet meer. Vonic, Vonie riep een ander stem metje, vol blijdschap, het was dat van den kleinen Robert, die zijn stoel achter- uitduwde en den reus in de armen vloog. Dezo prevelde, zacht bewogen: Mevrouw dc gravin, kan het volste vertrouwen 9chenken aan alles, wat MaT piaouank haar zal zeggen. Mapiaouank? riepen tegelijkertijd Roger en Aude, met evenveel nieuwsgie righeid als verbazing. Van uit hun som bere schuilplaats hadden zij meermalen hooren spreken over dit geheimzinnige personage, over dien beschermgeest van do Doodenrots. Ameline glimlachte cn strekte de han den uit, terwijl zij de edelo lieden naderde Ja, Mapiaouank, zeide zij ea aanstonds zult gij vernemen, welke per soon zich verbergt achter deze benaming. Laat mij voor het oogenblik eerst mija mededeeüngen voltooien. Zij zijn nood zakelijk om het overige, wat ik u zal ve^« klaren, te begrijpen. En zonder af te wachten, dat men aaau hiertoe uitnoodigdó zette de jonge vrouw zich neder. Alain Prigent de Bocenno is gisteren aangehouden en gekluisterd in het fort de Stier, zonder cenigen grond, alleen op hek drijven van een ellendeling, wiens naam u bekend is. van een vreemdeling, die een soort schrikbewind uitoefent over Bro- tagnc, met behulp van de groote vijanden van Frankrijk. Het is dezelfde man, dien de getrouwe bevolking aanziet en kentl als een verrader. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1922 | | pagina 7