uiiuap tMfniirin>fiHiivn«fiiwii,|niiHh,HiBHi,vniiBnmrmuiiiiimBiminr®Tifitn,m»rin®iinH,jiiminiimmiiwHffliiWfmiininrfiaifHmrifMiiii...;it-.f|,jini,II-,(T,lll,l.as «»ssf - N|»llll!ii!|H(|l|!t!||!U Haarl.stpaat 114 leder stem- Yerscliille men stemmen De heer v. d. Lip aeht do zaai van teveel belang om ze op deze wijze af te deen. Bij stemming wordt daarna besloten het debat in een avond vergadering voort te Betten. Avondvergadering. De heer Groeneveld zegt dat is "op gemerkt dat het salaris van den heer v. K. geen verband houdt met het wachtgeld dat hij geniet. Dit verandert echter niet aan het feit, dat hij een laag salaris krijgt Feit is ook, dat hij gesolliciteerd heeft voor Directeur, waaruit volgt, dat hij er belang bij heeft dat er een Directeur blijft. Hij is belanghebbende en dus be vooroordeeld. Nu -blijft de tegenwoordige directeur nog een maand. Zijn advies kan worden ingenomen, al zal men met zijn advies voorzichtig moeten zijn, daar hij niet licht zal erkennen, dat hij over bodig jarenlang dezen post. heeft be kleed. Maar hij is althans deskundig. Spr. zou den dienst 700 goed' mogelijk willen gaande houden om intusschen de reorga nisatie voor te bereiden. De heer v. Hamel verdedigt het voor stel van B. en W. die naar hun beter we ten hebben gehandeld. Dat zij den heer v. K. hebben voorgedragen, vindt spr. heel verklaarbaar, daar hij getoond heeft te zijn een man met groote energie en plichtsbetrachting. Spr. vestigt er de aan dacht op, dat vooral ook het marktmees terschap van veel beteekanis is.Spr. heeft in dit opzicht van den heer v. K. de beste verwachtingen. Hij begrijpt niet de scher pe aanvallen. Spr. is een groot voorstan der van bezuiniging, maar ook hierbij moet het versland spreken. Niet iedere ambtenaar, hoe verdienstelijk overigens, is voor dit werk geschikt. Spr. onder steunt het vooistel van B. en W. Do heer Wilbrink zeg dat hier vol gens den heer v. Hamel onrechtvaardige verwijten zijn gericht aan het adres van B. en W. Spr. blijft echter bij zijne mee ning, dat hij het recht had een ander standpunt in te nemen dan in de Comm. Spr. heeft nief, betoogd, dat ambtenaren meer betrouwbaar zijn. dan B. en W., maar wel, dat niet een ernstig onderzoek is ingesteld, althans niet bij de hoofden van dienst. Spr. ontkent dat hij persoon lijk is geweest. Hij heeft zelfs niet de eer den heer v. K. te kennen. B. en W. zijn in hun verdediging veeleer persoon lijk en bevooroordeeld, met het gevolg dat anderen zelfs niet de gelegenheid had den zich voor te stellen. Als overigens raadsleden een ander inzicht hebben, dan B. en W., dan hebben zij niet alleen het recht maar zelfs den plicht dat uit te spreken. Er is gozegd dat aan de licht fabrieken nieman-d overcompleet i-s, maar als geïnformeerd was, of er iemand was die genoeg administratief onderlegd is en goed met het publiek kan omgaan, dan zou er zeker iemand gevonden zijn in staat dezen dieast tijdelijk waar te nemen Overigens acht *pr. het beter dat de wet houder zelf de reorganisatie voorbereidt, dan iemand van buiten, die zelf veel be lang heeft bij het voortbestaan van de be trekking. Spr. blijft bij zijn voorstel. De heer W i l m e r stelt volkomen ver trouwen in de waarheid van de aanbeve ling van B. en W. Voor gpr. is echter nog niet duidelijk of inderdaad een ernstig onderzoek is ingesteld, of onder het ge- meentepersoneel ook niet is een geschikt persoon, die eventueel zijn betrekking met deze zou kunnen verwisselen. Spr. zou gaarne een beslist antwoord ontvangen. De heer Eikerbout meent dat de reorganisatieplannen wel degelijk door den adj. directeur kunnen worden voorbe reid. Spr. gevoelt de bezwaren tegen het voorstel van B. en W., omdat we ons daar Beee binden. Hij zou ook gaarne vernemen t>f het inderdaad niet mogelijk is, onder het gem. personeel een cand-idaat te vin den. Als er in een öf ander bedrijf iemand is, dan zou hij lijdelijk zoo noodig op noil- activiteit gesteld kunnen worden. Spr. dient een voorstel in, waarin wordt uit gesproken dat de betrekking van direc- eur van markt- en havendienst wordt op geheven en B. en W. worden uitgenoo- digd daarmee hij de reorganisatie te re kenen. De heer Oostdam is do:r den Voorz. tot andere gedachten gehrach.t Nadrukke lijk is toch gezegd dat wij volkomen vrij blijven. We hebben dan dit voor, dat wij iemand van builen krijgen met een fris- schen kijk op de zaak. Spr. zou dan ech ter nu reeds willen uitspreken, dat bij eventueelö benoeming van een directeur sollicitanten worden opgeroepen, 'opdat dan ook het gemeentepersoneel een kans krijgt. De heer Sijtsma betreurt het, dat vanmiddag niet is gestemd, daar dan een der afwijkende voorstellen zou zijn aan genomen. Bezuiniging wordt nu weer on mogelijk gemaakt. Het zal nu wel blijken, ondanks alle verzekeringen, dat we nu aan den heer v. Kesteren gebonden zijn. Spr. betreurt het optreden van den heer Pera, die maar zonder meer heeft gezegd, dat hier in Leiden niemand le vinden was. De heer Pera ontkent dit ten stel ligste. De heer S ij t s m a zegt verder den heer Romanesko te hebben opgebeld, die zich volkomen bereid verklaarde van advies te dienen. Spr. betwijfelt of een oud-politie ambtenaar in staat is de reorganisatie voor te bereiden. De zaak is dat B. en W» de plannen klaar hadden, moeten hebben. De heer Eerdmans: Zeer juist. De heer Sijtsma betoogt, dat het voorstel van B. en W. niet is in 't belang der gemeente. Als wo alleen over bezuini ging praten, komen we niet verder. De heer E ejrd mans zegt. dat de Raad als geheel wil bezuinigen. Er is echter verschil van gevoelen over de wij2e. Daarom viaagt spr. hoever de denkbeel den over de reorganisatie zijn gevorderd. Spr. heeft den indruk gekregen dat alles zal afhangen van het advies van den heer v. Kesteren. Blijkt dit niet het geval en geven B. en W. de verzekéring dat het niet de bedoeling is weer een directeur le benoemen, dan zal spr. met het voorstel meegaan. De heer Pera. welh., zegt dat het ge- heele bezuinigingsplan van B. en W. is uitgegaan. Nu stelt men het voor alsof het omgekeerde het geval is. Van B. en W is het plan uitgegaan den directeur af te schaffen en na to gaan welke rang de nieuwe titularis zal hebben. Spr. kan den heer Eerdmans dus volkomen gerust stel len. Verder zegt spr. dat uit de sollicitatie schijnt,dat de bedoeling is. van denheer v. K., directeur te worden. Bij do bespreking is echter het tijdelijk karakter van de functie sterk op den voorgrond gesteld. De raad blijft volkomen vrij. Men wil nu de zaak aanvankelijk voortzetten met het aanwezige personeel. Maar dat kan niet, daar de onder-directeur daartoe niet in staat is. De heer Sijtsma: Hij treedt Donder dag al in functie. De heer Pera: Neen, hij heeft ver klaard deze functie niet te kunnen waar nemen. Spr. betoogt verder dat. hij zich gehouden heeft aan de afspraak om een onderzoek in tr stellen. De w ij z e waar op hij dit gedaan heeft, wil hij hier niet uiteenzetten. Het resultaat van het on derzoek was, dat er onder hen, die niet een vaste positie hebben, niet iemand was, geschikt om in dezen tak van dienst ge plaatst te worden en die wij de leiding durfden toevertrouwen. Spr. vestigt er nog de aandacht op, dat hier heel wat meer noodig is. dan geschiktheid voor ad ministratie. Den heer Eikerbout ant woordt spr. nog dat. de adjunct hiervoor niet kan worden' aangewezen. Wat be treft de vraag van den' heer Oostdam out sollicitanten' op te roepen zegt spr. dat bij van oordeel is, dat daar niets tegen is. In elk geval staan we tegenover den heer v. K. gehel vrij. Met den heer Groeneveld is spr. het eens, dat de tegenwordige di recteur niet de meest geschikte persoon ia als adviseur op te treden. De heer Groeneveld: Dat heb ik niet gezegd. De heer Pera: Ja, n hebt 't met na druk gezegd. De heer Sijtsma zegt, dat de heer Romanesko nog bereid was te blij ven. Maar dan begrijpt spr. den heer R. na diens pertinente verklaringen niet. De Voorz. doet mededeeling van een voorstel van den heer Eerdmans, om met 1 Januari een tijdelijk ambtenaar aan te stellen met den titel van markt- en havenmeester. De heer Groeneveld bespreekt nog de wijze waarop de heer v. K. met B. en W. in contact is gekomen. Tal van ande ren hadden nu l iet de gelegenheid te sol- liciteeren. De adj. dir. is volgens den heer Pera niet geschikt tijdelijk op te treden, maar dan hebben B. en W. zich bij diens aanstelling vergist. De heer Pera: Hij is ziek geworden. De heer Groeneveld merkt den heer Wülmer op, niet te kunnen geloo- ven dat onder ons groote ambtenarencorps niemand is om tijde ijk deze functie waar te nemen. Dat ia een onverdiende smet. Spr. vindt het verkeerd aan de eene zijde ambtenaren te ontslaan en aan de andere zijde nieuwe ambtenaren aan te stellen. Spr. vindt het vreemd dat B. en W. er niets van gezegd hebben, dat de heer v. K. reeds 53 jaar is. De heer Pera, welh., zegt nog dat bij een oproeping allicht meer keus zou ge weest zijn, maar men verge le niet dat het hier een tiideiljkc benoeming geldt. De leeftijd acht spr. geen bezwaar. De Voorz. heeft niet veel meer te zeggen. De bezAiiniging is inderdaad uit gegaan van B. en W. In verband daarmee is geen oproeping gedaan. Do bedoeling is blijkbaar een der hoogere ambenaren van de lichtfabrieken, die straks misschien overbodig wordt, te benoemen, teneinde daar plaats te maken voor jongeren. Als deze echter benoemd was, dan zat hij er mee. We zouden .hem dan toch niet te rug kunnen brengen. Zoo'n plaats kan toch niet opengehouden worden. De heer Wilbrink wil blijkbaar iemand uit een andere betrekking nemen, maar dan heeft hij er weinig kijk op, wat voor dit baantje gevraagd wordt. We kunnen toch niet iemand tijdelijk uit een andere be trekking nemen. D, heeren Wilbrink en K o Q i s t r a achten dit zeer goed mogelijk. De Voorz. betoogt nog, dat hun voor stel het veiligste is. Hun bedoeling is, de betrekking van adj. dir. op te heffen. Waarschijnlijk Kan ook een der haven- rechercheurs gemist worden. Spr. be grijpt niet, waarom eventueel niet een op roeping gedaan zou kunnen worden. De leeftijd van den heer v. K. kan hier bui ten bespreking blijven, daar zijn pen sioen verzekerd is. Wat betreft de adj. directeur, die is door den Raad benoemd. Niemand kan helpen, dat de man ziek is geworden. Spr. betoogt nog, dat het hier een persoonlijke zaak betreft. Men wil iemand, thans in een andere functie, deze betrekking bezorgen. Maar als hij dan la ter niet benoemd werd, dan zou hem een leelijke kool gestoofd" zijn. Nu de amendementen. Het meeste be zwaar heeft spr. tegen het voorstel-Elker- bout. We moeten hebben een chef van dienst die er wat van weet. Dat is een voordeel bij den heer v. K., die hier de straat kent. Het is absoluut onmogelijk den chef van dienst, af te schaffen, afge zien van den titel die zulk een ambtenaar heeft. De heer Wilbrink wil het voorstel aan houden en do dienst tijdelijk aan een an dere ambtenaar opdragen.. Dit tan echter niet'. De heer Sijtsma wil den heer Romanes ko lijdelijk behouden of deze functie tij delijk aan een ambtenaar opdragen. Maar dat laatste 1st juist wait B. en W. voorstel len. Zij vragen niets anders. Wat de heer Eerdmans wil komt ook .vrijwel op hetzelfde neer. B. en W. staan er volstrekt niet op, dat de titel onveran derd blijft. Thans wordt tot stemming overgegaan. Het voorstel-Elkerbout wordt verwor pen met 25 tegen 2 stemmen. Voor de hee ren Schoneveld en Elkerbout. Het voorstel-Wilbrink wordt verworpen met tegen 13 stemmen. Voor de heeren Meijnen, Splinter, Wilbrink, Sanders, Eerd mans, Sijtsm.a, Kui venhoven en de Soc.- Democraten. Het voorstel- Groeneveld wordt verwor pen met 18 tegen 9 stemmen. Voor de heeren Wilbrink, Eerdmans, Sijtsma en de Soe. Dem. Het voorstel-Sijtsma wordt verworpen met. 18 tegen 9 stemmen. Voor de heeren Wilbrink, Sijtsma, Eerdmans en de Soc.- Democraten. Het voorstel-Eerdmans wordt verwor pen met 18 tegen 9 stemmen. Voor de hee ren Wilbrink, Eerdmans, Sijtsma en de Soc.-Democraten. Het voorstel van B. en W. in stemming gebracht wordt aangenomen met 15 tegen 12 stemmen. Tegen de heeren Meijnen, Wilbrink, San ders, Eerdmans, Sijtsma, Kuivenhoven en de Soc.-Dem. 21. Voorstel in zake de vaststelling van het bedrag der verpleegkosten van arm lastige patiënten in het Academisch Zie kenhuis door arbiters. De heer Groeneveld zegt dat de Comm. van den Geneeskundigen Dienst als regel eens per maand moet vergade ren. Sinds Mei is echter niet vergaderd, ook niet voor belangrijke voorstellen als dit. De heer v. d. L i p, wetk., zegt dat B. en W. alleen die dingen bij de Comm. brengen, waarop zij advies noodig hebben Het voorstel wordt goedgekeurd. 22. Vaststelling van hot kohier dor school geldon voor Middelbaar- en Hoo- fend-cn begrootte gsstaat. Ron d v r a a g. De heer B o i welh., zegt, dat de heer Knuttel in de vorige vergadering inlichtin gen heeft gevraagd, omtrent de cokesprij- zen. De prijs is hier ƒ1.40 voor gewone cokes, ƒ1.60 voer geklopte en ƒ1.30 voor parelcckes. Dat is de marktprijs die hier gemaakt kon worden. Bij onderzoek is gebleken dat in. andere plaatsen de prij zen volstrekt niet lager zijn, behalve in Amsterdam, waar in verband met de moeilijkheden bij het bezorgen, de afna me niet zoo groet is. De heer Eerdmans vraagt aandrang uit te oefenen bij de tram, dat op ruwe dagen al deze eenige beschutting wordt geboden. De heer Mulder, weth., zegt dat. er alle kans bestaat dat een voorziening wordt getroffen. De heer Groeneveld zegt dat vanwege de gasfabriek 'n de Langegraeht een kabel werd gelegd. Men heeft een diepe geul gegraven, maar er was geen voorziening getroffen, zoodat oude menschen hun wo ning niet konden verlaten. Spr. heeft ge poogd verbetering te verkrijgen, maar dat rs hem niet gelukt. De heer Bot», weth., zal hieraan aan dacht schenken. De heer Pik aar zegt dat achter de Maresingel op een onverantwoordelijke wijze wordt gehandeld. Er worden galen in den weg gegraven, die 's avonds niet worden verlicht. De heer Mulder, weth., zal maatrege len nemen. |ee;rj De heer Eikerbout vraagt of h B. en W. bekend is dat do Kraaicrsbrj door aanvaring belangrijk beschadigd De Voorz. zegt dat dit bekend is dat de schade vergoed wordt. De heer E1 k e r b o'u t zegt voorts di de Gehoorzaal gratis is afgestaan voc volksontwikkeling, op voorwaarde dat tfc' Raadsleden daar toegang zouden hebbe De Voorz. zfgfc dal dit in de blade heeft gestaan. De heer S ij t s m a zegt, dat er verschilrf lende onderwijzers op wachtgeld zijn ge|c plaatst. Toch wordt nog tijdelijk persei neel opgeroepen. Hoe zit dal? Verde Pr, heeft spr. gezien, dat een onderwijzen bij den Inspecteur is werkzaam gcsteli er( Krijgt ieder een beurt? Eindelijk vraagt spr. hoe 't zit met Maria-Gondastraai. Het geld voor de vertap betering is gestort, maar er is niets aa gedaan. jekl De heer v. d. L i p, wetln, zal in een yoj gende vergadeiing antwoorden. De heer Mulder, weth., zegt dat H ing. geld gestort is, maar de overdracht heef nog niet plaats gehad. Daarna wordt de vergadering gesloten, Ui! de Omqêvim ALPHEN AAN DEN RIJN. S" Aanbesteding. Vanwege "het Prov. stuur van Zuid-Holland werd gisteren aan39 besteed: lo. Het verbeteren van een gedeelte va iE Oostelijke beschoeiing van het Aarki!1 naai nabij de Rijnbrug en gedeelte dt F Westelijke beschoeiing nabij de Aardan 1 -brug en bijkomende werken, onder dlc gemeente Alphen aan den Rijn en Ter Aar, Laagste inschrijver was Chr. Zanen Gouda voor f 44,373,—. ;o. Het verbeteren van 845 M. lengte va F de Oostelijke kade van het Aarkanaal tu«f!' schen de Kattenhrug en de Amsteri met nieuwe boordverdediging, wegve haj, ding en bijkomende werken onder de gcii Le'imuiden. Laagste inschrijver J. Verstoepte Den Haag, voor f G4.443.p BODEGRAVEN. W Op hol. Zaterdagmorgen paard1 in dë onmiddellijke nabijheid dooi ik het schrikken van een trein op hol. D p. berijder K. werd van liet voertuig, e drie-wiel enJ?a/r, geslingerd, waarbij hei een der wielen over het lichaam gin Gewond werd K. opgenomen en het s(, ast tïonegebouw ingedragen, waarna -genei kundige hulp werd ingeroepen. Effdc paard werd' bij de Brugs bran b" tot gebracht. Te water. Zaterdagmorgen geradn een dochtertje van den heer v. P. aan <ki Overtocht in den Rijn. Met groote moeil i.agde men er in het kind van een wé- sen dood tc redden. Onze tegenwoordige straatverlichting. Sinds 1 November is dan onze electii scho straatverlichting in gebruik gestel en wij kunnen zeggen met goed gevolf De donkere straten weleer behoor en thans tot het verleden en sierlijke booglampen j j geven ons dorp een vroolijk aspect. Be hoek Brug-, van Tol-, Prins Hendrik- "Wil helminastraat is er sinds de proef ver licit tang niet. op vooruit .gegaan. De groot j lamp, welke bij de proef verlichting diens - deed, is door een uit drie lampen bestaan" de vervangen, waarvan des avonds tweetal automatisch worden gedoofd slechts een den geheel en nacht blijft door branden. Ook op de hoek Brug-, Noord- Kerkstraat, verspreidt een zelfde lamp cc% schitterend licht. Toch is er één punt )Qj waarop de aandacht dient te werden vestigd en dat is wel op het uur van doo ven der nachtveriichting. Op welktija stip dit geschiedt is ons niet bekend, dodi dit weten wij wel dat 'reizigers voor beide eerste treinen eii dit zijn velen zich min of meer tastend naar heb station moeten begeven, omdat alsd FEUILLETON Van helden en verraders. M). Ik wil niet, dat zulk bloed uwe han den bezoedele, Alain. Op den dag dat God mij vrij zal gemaakt hebben, zal ik me verheugen, maar hoe slecht het hart van dien man ook zijn moge, hij is aan mij verbonden door den heiligsten der eeden en zoolang hij in leven is, ben ik zijn vrouw. Maar hij gelooft, dat gij dood zijt; hij moet dit tenminste wel gelooven, hij die xich van u wilde ontdoen in dien ver- echrikkelijken Decembernacht van 1789, nu ongeveer vier jaren geleden. Gij vergeet er bij te voegen, dat gij en uw broeder de schijndoode aan het graf hebt ontrukt, dat deze ontvoering in de geheele streek een diepen indruk heeft gemaakt, en dat men er ten laatste van afzag, ze op allerlei manieren uit te leg gen, toen men bemerkte te vergeefs te zoeken. Maar gij zelf, hernam Alain, gij zelf vergeet ook, dat wij uwe begrafenis plechtigheden hebben gevierd te Primel, dat wij voor de oogen van onze broeders uw doodkist hebben geplaatst tusschen de rotsen op de zeekust, en dat gij gedurende een geheel jaar voor aller oogen verbor gen hebt geleefd. Behalve enkele getrou wen, kan niemand vermoeden dat Ma piaouank en gravin Ameline een en de zelfde persoon zijn. De gravin zuchtte: Helaas, mijn vriend, dit vermoeden heeft reeds menigeen bezig gehouden. Herinner u slechts de terechtstelling van dien verrader, welken gij nauwelijks acht dagen ge'.eden gestraft hebt. Ge looft gij dat hetgeen Leroux raadde, Kil- lerton niet geweten heeft? Is er nog niet een ander verrader, wiens naam gij wel eens genoemd hebt, en welken ik verge ten ben? Ja, Balahic, antwoordde Prigent, wiens wenkbrauwen zich fronsten, terwijl hij zijn vuisten balde. Zij bewaarden een oogenblik het stil zwijgen. Vervolgens hernam Alain: Waarom heeft die ander zijn naam geleend aan den onbeschoften schavuit, die de soldaten aanvoerde? Dat is iets, wat ik mij maar niet kan verklaren. Niets zou gemakkelijker zijn, dunkt mij, dan den valschen Kiilerton te beschamen. Neen, want Kil'lerton, degene welken wij gezien hebben te Plestin, draagt wer kelijk dien naam. Arthur de Kergroaz heeft zich willen wapenen met een dub belen naam, want onder het omhulsel van dien onopgevoeden bandiet zal nie mand adellijk bloed vermoeden. Is dit niet het beste middel om alien op een dwaalspoor te brengen. Misschien, zeide Prigent naden kend. Op dit oogenb'ik kw%m duidelijk het ge huil van een kat-uil den sprekende ter oore. Ah, zeide de aanvoerder, hoort gij de waarschuwing? Ik ga naar de ver zamelplaats in het bosch. Kom u zoo spoe dig mogelijk bij ons aansluiten. Weldra bedekte een groote vilten hoed met breede randen Ameline'a prachtige lokken, een paar pistolen hingen in haar gordel en, weder Mapiaouank geworden zijp.de, verliet zij de hut en drong in liet woud, dat zich lien mijlen in de rondte uitstrekte, dicht en ondoordringbaar. Als een echte bosehbewoonster wist Mapia ouank er zich echter een weg door te ba nen, en richtte oogenschijnlijk haar schire den naar de open plek die aan de hoofden der broedersóhap door Alain Prigent als verzamelplaats was aangewezen. Maar een diepe stilte heerschte in het woud, het scheen dat de geluiden, die imen er zooeven hoorde, verloren waren gegaan onder de onmetelijke schaduwen en duisternissen van het bosch. Plotseling maakte de jonge vrouw een beweging van verwondering, en het meer opene gedeelte van het bosch verlatende, sloop zij snel cn heimelijk achter een groep zware eikenstammen en verborg zich daar in het kreupelgewas en hoog op gaand gras. Tamelijk dicht naderbij vernam; zij zeer duidelijk het geritsel en breken van takjes en twijgen, gepaard aan het dof ge trappel van paarden, hoezeer deze gelui den ook gedempt werden door het nattige gras en mos, dat den bodem overdekte. Mapiaouank boog een knie op den grond en als van zelf, zonder er aan te denken, greep zij een der pistolen, die in haar gor del hingen. Tevens hield zij in de linker hand een geducht jachtmes. Drie ruiters kwamen tegelijkertijd uit het dicht gebladerte te voorschijn. De een was de wreede en brutale man, die, onder den naa-n van Kiilerton, het bevel had ge voerd aanhouding van graaf en gra vin De i iestin. De tweede, van reusachtige gestalte, met een ruw uiterlijk, droeg de kleedij van de boeren uit die streek. De laatste was ongetwijfeld een vreemdeling. Groot en slank gevormd, droeg hij met sierlijk heid den wijden mantel uit dien tijd met breeden kraag en opslagen, het haar was zorgvuldig gekamd en gepoederd, geheel zijn gestalte en trekken verrieden de An gelsaksische afkomst. Pistolen met kol ven van gedreven zilver sierden den za delknop, en een rijzweep, gelijk aan die van een pikeur, stak uit den hoogen om slag van zijn rechterlaars. Ah, zeide hij met een licht Engel- schen tongval, hier hebben wij een uit stekend geschikt plaatsje om eens te pra ten. Hum, gromde de Bretagner, wij moeten hier niet al te openhartig zijn. Wat bedoeR ge hiermede Balahic,— vroeg de vreemdeling. Ik bedoel hiermede, dat myior'd heel wat aandurft, om aldus zonder geleide in deze streek rond te reizen. My lord we.et toch, wat er varleden week te Plestin ge beurd is? Neen, ik weet het niet. Wat is er dan voorgevallen? Balahic glimlachte ongeloovig en keek schuin naar den derden reisgezel. f—, Verduiveld, ik dacht dat mylord er van verwittigd was door mijnheer Killer- ton. Hij kan het beste vertellen wat er heeft plaats gehad, want hij deed er aan mede en het scheelde maar zeer weinig of hij was in de schermutseling geble ven, tehminsto zooals men mij heeft ge zegd. - De vreemdeling fronste de wenkbrau wen, hij beschouwde den Brc.tagner uit de hoogte en zeide: Verklaar je duidelijker, lompe boer'! ik hen hier niet gekomen om raadseltjes op te lossen. Mylord,hernam Balahic, die ziel niet veel scheen te storen aan dezen uit- val; mij komt het voor, al denkt gij eï dan ook anders over, dat deze plaats nic» al te best geschikt is voor een dergelijk m onderhoud. Achter iederen boom kan c-cn geweerloop gereed staan, en de broeder^ schap loopt dagelijks en zonder ophouden het pad af. De Engelschman trok de schouders op en antwoordde: iWat raakt mij de broederschap, heb tachtig mijlen paardenrit in de beo nen, en ik kan op 't oogenblik niets aaiW »i genamer vinden dan op deze schaduwrij ke plek wat uit te rusten. Daarenboven moet de afdeeling van het kustleger, dal ik vooruit ben gegaan reeds te Morlaii zijn aangekomen. Voor het oogenblik helt ben wij dus met het minste te vreezen. En terwijl hij dit zeide, hield de ruitef zijn paard in, vlak nabij het struikgewas s waarachter Mapiaouank zich had verschil len, en sprong op den grond met de be hendigheid en Vlugheid van een man, dia Jf blij is, na lang gezeten to hebben, de l#®" nen weder eens te kunnen bewegen. De andere medereizigers volgden na; hij liet zijn paard grazen dicht bM hem, en strekte zich behaaglijk uit op he* groene grastapijt. -u Mapiaouank verroerde geen lid.Zij hid' haren adem in en luisterde scherp- (Wordt vervoisd-ï

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1922 | | pagina 6