Tweede BSad
BINNENLAND.
Zaterdag 23 September 1922
Uit de Pers.
OVER DE TROONREDE.
De beer A. van Wijnbergen
schrijft in Do Maasbode over de
Troonrede o jn.
"Naeb te ontkennen valt, dat uit de
Troonrede sterk spreekt bet voornomen tot
borstel van het verstoord evenwicht tus-
-clicn 's Lande, inkomsten en uitgaven
ook door hot achterwege laten van anders
nuttige uitgaven iets waarop juist in d©
vertóeainiged'agwn vóór alle» aangedrongen
In zooverre is er derhalve redteri voldaan
to rijn.
En dat er ernstig naar .zal gestreefd wier-
Jen dot voornemen ten uitvoer te leggen,
blijkt al aans/tondö hieruit, dat geen enkel
vooretel, dat gelid kost, wordt aangekon-
Jiti, terwijl versohiMiende maatregelen, <35©
tot vermiiiderdng van uitgaven zullen lei
den, worden in uitzicht gesteld.
Talt derhalve bij nadere lezing van de
teleurstelling nog ad een en ander wag,
toch willen wij niet verzwijgen, dat oi. de
Troonrede meer had kunnen geven dan ze
deed.
En dan bepalen we ons tot twee punten.
Vooropstellend, dat in deze de minste
overdrijving reeds schadelijk wezen kan,
ril het ons todh voorkomen, dat, gelet op
de huidige samenstelling der Starten-
Generaal, ook uit de bewoordingen der
Troonrede moer had kunnen blijken het
bestaan van een reohtsoh, van een christe
lijk baibinet En wanneer dan ook het
Utrechtsch Dagblad schrijft: ,.Ho© kan
terugverlangen naar die kernachtige
taal, de zelfbewuste kracht van Dr. Kuy-
per", dan kunnen wij dat beamen, onder
opmerking nochtans, d'at het beter ge»
veest' ware indien die waardeering van Dr.
Kuyper ook in die kringen tijdens diens
leven, speciaal tijdens diens ministerschap
tot uiting gekomen was.
In de tweede plaats, had de Troonrede
eer positief kunnen zijn.
Het verstoorde financieels evenwicht zal
loch niet alleen door het nalaten van uit
gaven kunnen worden hersteld noodig
:al ook zijn vermeerdering van inkomsten.
daarom had verwacht mogen worden
fuidelijke uitspraak, dat allervoornaamste
ironnen van volkswelvaart als landbouw,
idustrie en handel in bijzondere mate be-
|Tlagd. zullen worden.
Dat de behartiging van de landhouiw-
igelegenhed'en „voorshands" zal wor-
toevertrouwd aan den Minister van
iiiiwenlanclsohe Zaken, wijst er op, diab in
ie het laatste woord nog niet gesproken
Te wenschen ware het eohber geweest,
ten opzichte dezer allerbelangrijkste
k een. definitieve, en dan bevredigende
-ssiiig reeds nu gevonden was, zeker in
huidige omstandigheden waar het
'h voor geen tegenspraak vatbaar is,
ons gansohe volk zoozeer belang heeft
een. bloeienden land- en tuinbouw, bij
ier, kraehtigen boerenstand.
Eindelijk: verschillende takken van haH-
1 en inidustirie worden meer en meer met
dergang bedreigd, voor zoover ze niet
eels ten onder gegaan zijn. Bescherming
rf steun zal moeten worden verleend, w3
len de groote nadeelig© gevolgen voor
in, die zich, niet alleen in den, kring
rechtstreeks belanghebbenden, maar
en in niet geringe mate, in alle ge
slicgen der maatschappij, zullen doen
proelen Uitstel is hier niet. mogelijk. Ook
uitrent deze zaak had de Troonrede eeni-
Srmate geruststelling en bevrediging kan
te en moeten schenken.
Zij echter, die zich door een tekort in
e Openingsrede teleurgesteld gevoelen,
uilen goed doen te onthouden, dat dte er-
ring in voldoende mate heeft aomge-
•nd, dat de ad of niet tot standkoming
teer zaak niet afhankelijk ia van hare
Braelding in de Troonrede".
ONZE ECONOMISCHE POSITIE.
Vij lezen in „D e V olkskran t":-
h!ie sommige vergaderin.gsversla.gen ge
lezen heeft, zal mesten erkennen, dot bij
dük-enAion nog altijd ïsri doorgedrongen i3
een hgkle.r begrip van de tegenwoordige
economische positie van ons land.
Die positie maakt dringend noodzakelijk,
dat er zooveel mogelijk wordt bezuinigd,
dus zoo weinig mogelijk wordt verteerd.
"Want het nationale inkomen is aanzienlijk
verminderd en vermindert nog eiken dag.
Op denzelfden voet blijven voortleven is
eenvoudig onmogelijk.
Dit moet bij de kwestie der loonsver
laging dm het oog gehouden wooden. Men
stare zich niet blind op het geld, dat
slechts ruilmiddel is.
De economische positie van oma land is,
wij herhalen 'het, zóó, dat het gansöhe volk
zióh zal moeten bekrimpen, dn zijn levens
wijze, natuurlijk de meer vermogencLen het
eerst en het meest. Ook hier geldtbe
lasting naar draagkracht. Bezuiniging
moet allereerst worden toegepast op de
uitgaven, die wenschelijk zijm, dam op die
uitgaven, die nuttig mogen worden geacht,
en. tenslotte indien de omstandigheden dit
Voorschrijven, ook op de noodzakelijke uit
gaven. Zóó gebeurt, het in ieder goed be
staand huisgezin, zóó moot het ook ge
beuren in het huishouden van de gemeen
schap.
En deze noodza.kelljikhedd kan men niet
ontlloopen door in alle omstandigheden be
houd van het geldloon te eiscben: wamt
dit speelt geen rol. Ook met. behoud van
hot geldloon gebeurt hetzelfde het geld
daalt dan in waarde en wii kunnen er dus
minder voor koopen. Ook dit is loonsver-
Dus de kwestie moot. anders worden ge
stold; men moet niet zeggen: afblijven
van ons geldloon, maarbehoud, zooveel
mogelijk, van ons welvaartpeil. Is daling
hiervan noodzakelijk, nadat alle andere
■bezuinigingen zijm toegepast, dan kan men
dit, zooals uiteengezet, niet voorkomen
door het geMloom op dezelfde nominale
waard'e te handhaven.
Laat men dit nu eens goed begrijpen en
dam in dezen zin ons volk voorlichten
want anders staat men straks voor do
•grootst mogelijke moeilijkheden.
EEN KALMEERENDE WAAR
SCHUWING.
De T ij d schrijft:
Voor het volgende stukje vragen wij de
aandacht vam de arbeiders en ambtenaren,
die ietwat mochten ontstemd zijn over de
in de mil lioem.eniio.ta ontvouwde bez-uini
gingspdanmen
„De leiders ©«nzer vakbeweging zijn als
reaal-politica genoodzaakt in dezen reke
ning te houden met. de moeilijke economi
sche omstandigheden, waarin wij verkea
ren. Zij doen dit onvervaard. Toen een tijd
geledien Stcenihuis, de voorzitter van het
N. V. V„ in „De Strijd" een artikel schreef
ten betoog©, dat de vakbeweging, waar
loonisverl'aginigspogin.gen begonnen te drei
gen niet. kon doen, alsof er geen econo
mische crisis was, hebben wij dat gewaar
deerd als een moedig woord, zooals een
echten ledder betaamt.
„Wij meemen nu echter bij meer dan één
vakbondibesbuuirdier .de neiging te hebben
opgemerkt, om, waar zij zioh op eigen ge
bied: door do economische omstandigheden
toit matiging genoopt zien, op politiek le-r-
rein hun radicalisme uit te leven en aam
hun partijigemooten, wden im meerdere of
mindere mate leiding op politiek terrein
ten deel volt, eisoben van volstrekte on
wrikbaarheid, vam geemerlei rekening te
houden met de economische omstandig
heden, te stellen, eiscben, waaraan zij zelf
op hun eigen .gebied wijselijk geen voet
geven.
„Wij willen het wel rond-uit zeggendat
kunnen wij niet hebben, daar moeten wij
tegen ingaan. En, waar zulk een neiging
kras aan den dag treedt, moeten wij er
ook een beetje kras tegen ingaam. Wij heb
ben het recht te vorderen, dat men ons
eenzelfde roëele politiek toestaat, als men
zelf zich genoodzaakt ziet te
Dat staat niet te lozen in een of ander
genaamd reactionair orgaan. Wij knip
pen deze kakneerendie waarschuwing
uit„Het Volk"
Hoe dat stoohbiad! in eens zóó bezadigd
wordt? Wel bet moot de houding der socia-
listisoho wethouders in de hoofds-tod tegen
de aanvallen van moderne vakbondba
etuuTders verdedigen.
Intusscfben me-enem wij juist bdj de
sooiaal-demoaraten „de neiging-te hebben
opgemerkt, om, waar zij zioh op eigen (ge-.
meent e-1 ijk) gebied door economische om
standigheden tot matiging genoopt zi-en",
op het terrein der landspolitiek „hun radi
calisme uit te leven" en aan de christelijke
partijen, wien in meerdere of mindere
mate leiding op politiek terrein ten deel
val't, „eischen van volstrekte onwrikbaar
heid, van geenerlei rekening te houden met
do economische omstandigheden, te. stellen,
eisohen, waaraan zij op hun eigen gebied
wijselijk geen voet geven".
En daarom willen wij - de redactie van
,Het Volk" wel nazeggen: dat kunnen wij
niet hebben, daar moeten wij tegen ingaan.
Ook d© christelijke partijen toch bobben
het recht te vorderen, dat men haar een
zelfde reëel© politiek toestaat, als de so-
oiaal democraten zelf zich genoodzaakt
zien te voeren.
DE GEMEENTE EN DE BEZUINIGING
Hot V aderland schrijft
De opdracht, dio.or den Minister van Bïn-
nenlandlscbe Zaken aan de Commissarissen
der Koningin verstrekt, om de burgemees
ters aan te sporen toch de uiterste zuinig
heid in de gemeentelijke financiën to be
trachten cn zoo noodig de medewerking
van hooger hand dn te roepen ten einde
niet strikt noodzakelijke uitgaven te be
letten, en wat er verder in de ministerieels
aanschrijving staat over die middelen om
een spaarzaam gemeentelijk bestuur te be
vorderen, zal, vermoeden we, bij vele ge
meenten bevreemding wekken.
Wat todh is het geval? De financiën van
het rijk staan er niet fraai voor, maar die
van een groot aantal gemeenten to one n
aanmerkelijke verbetering In die gemeen
ten hebben B. en W, met medewerking
van den Baad, de tering naar de nering
weten te zetten en door verstandig beleid
niet alleen het evenwicht in inkomsten en
uitgaven hersteld, maar in niet zeldzame
gevallen zelfs e<en overschot, en soms een
aanzienlijk overschot verkregen, zoodat de
gemeentelijke belastingen kondten worden
verlaagd en nog verder zullen verminde
ren.
Daar komt bij, dat vele groote uitgaven,
die de gemeenten de laatste jaren hebben
moeten doen, het gevolg zijn van den
dwang hun van rijkswege opgelegd. Men
denke slechts aan d© groote sommen, die
ze hebben moeten besteden aan de uitvoe
ring van de nieuwe onderwijswet. En zoo
zijn er ettelijke wetten die de gemeenten
op hooge kosten hebben gejaagd.
En nu aal de regeering de gemeenrtebei-
st-uren de los lezen en hun tot zuinigheid
aansporen Allicht zullen ra de gemeenten,
waar de financiën in gezonden staat ver-
ke.eren, B. en W. op de vermaning, hun
via den commissaris der Koningin, door d©
rogeering toegediend, geneigd zijn te ant
woorden: Medicijnmeester, genees u zelf!
WAT HET R. K. SF OOR PERSONEEL
VERLANGT.
„Hot Rechte Spoor"; orgaan van den
R. K. Bond van Spoor- en Tramwegper
soneel „St.. Raphael" dringt aan op de
instelling van een Bezumigingscommis-
6ie:
„Minister Reinig heeft, voor zoover wij
weten, geen uitvoering gegeven aan zijn
door de pers bekend gemaakte voornemen,
om een bezuini gingscommissie in te elal-
len. Z. E. schijnt het beter geoordeeld te
hebben, deze zaak aan zijn opvolger over
te laten. WaaT Minister König blijkbaar
het. voornemen had, zijn portefeuille neer
te leggen, kunnen wij zijn houding begrij
pen, al vinden wij het. jammer, dat de in
uitzicht gestelde commissie niet reeds lang
met haar arbeid bezig is.
„Onze organisatie kon het den laatste»
tijd met Minister König maar slecht vin
den, zelfs zoo, dat ons vertrouwen in
hem. als onzen oppersten chef, verloren
ging. Maar dat behoeft ons toch niet te
beletten te erkennen, dat onder het bewind
van Minister König de grootste verbete
ringen voor het spoorwegpersoneel zijn
tot stand gekomen. Daarvoor mag Z. E.
aanspraak maken op de erkentelijkheid
van het gehecle spoorwegpersoneel.
„De nieuwe Minister van Waterstaat en
met hem de geheele Regeering en ook on
ze directie staan voor een buitengewoon
moeilijke en ondankbare taak! Dat dient
een ieder van ons te beseffen!
„Wij achten ons niet geroepen, die taak
te verzwaren; integendeel voelen wij ons
verplicht naar - vermogen mee te werken
om ons gchcele volk vicor de ergste nadee-
len van deze economische crisis te bewa
ren. Maar men make ons die medewerking
mogelijk.
„Wii zingen niet. mee in het koor van
hen. die onze katholieke Ministers en Ka
merleden a priori bestempelen als „knech
ten der reactie". Te velen van hen hebben
eon schitterenden staat van dienst nopens
de arbeiders, dan dat wij slechts een
oogenblik zouden willen denken, dat zij
gedreven door de „reactie", de arbeiders
in den et eek wouden laten. Neen, daarvoor
is hun oprechte liefde voor de zaak der
arbeiders te groot! Hun verleden is ons
borg, dat zij niet anders dan gedwongen
door niet te miskennen feiten en gedreven
door oorzaken, welke ons misschien niet
altijd bekend zijn, zullen toestemmen in
maatregelen, welke als 't ware meer of
minder afbreken, waaraan zij hun heele
leven hebben gearbeid om het hot etand te
brem gen. Deze waarcleeirrnig behoeft ver
schil in practische aangelegenheden ech
ter niet uit te sluiten.
„Wij willen dus niet gerekend worden
tot hen, welke iederen maatregel toeschrij
ven aan „reactie" en niets anders dan
reactie, maar wij zullen trachten door te
dringen tot de feiten, zoo als deze in al
hun naaktheid zijn. Dat achten wij onzen
plicht, dat vordert het belang van het per
soneel.
Dezen plicht kunnen wij echter alleen
dan nakomen, als men ons erkent, als men
ons volledig inlicht, als men ons niets ver-
bergtl En daanom vragen wij: leg open
de kaarten."
Wat het blad mot dit laatste bedoelt,
blijkt uit hot volgende:
„Wij bedoelen: le. men zal ons moeten
aantoonefn, dat de voorgestelde bezuini
gingen onafwendbaar zijn en niet op an
dere voor het personeel en den dienst on-
schadelijke wijze kunnen worden verkre
gen;
2e. men dient ons een overzicht te geven
van het geheele oomplex van maatregelen,
welke men voornemens is ten aanzien van
het personeel voor to stellen en ons daar
bij aan te geven, welke bezuiniging van
iederen maatregel verwacht wordt."
STADSNIEUWS.
GE'vil ENTER A AD.
a.s. Maandag te behandelen on
derwerpen:
De Veewet.
Verordening, 'houdend© wijziging van de
verordening van 26 Mei lt98 op de Mark
ten.
Verordening tot wijziging van de veror
dening van 15 Mei 1922 houdende wijziging
van de dagen, uren en pl a-aksen. voor he.t
bonden van de verschillende markten en
veilingen van ooft..
De op 15 Juni j 1. in werking getreden
Veeweb bepaalt in artikel 5, dat. ter uit
voering van bij algemeenen maatregel van
bestuur te geven voorschriften betreffende
het veearbsenijkundig toezicht op de vee
markten, in gemeenten, waar veemarkten
worden gehoudien, onder Koninklijke goed
keuring door den Gemeente/raad verorde
ningen worden vastgesteld. Bij gebreke
van een dergelijke verordening i3 het ver
boden veemarkten te houden. Bedoelde
voorschriften zijn uitgevaardigd bij
Koninklijk besluit van 23 Februari 1922.
Ter voldoening daaraan hebben B. en
W. eene verordening op de veemarkt ont
worpen, die den Baad. ter vaststelling
wordt aangeboden.
Daarin is uit den aard der zaak in de
eerste plaats rekening gehouden met- den
inhoud van genoemd Koninkrijk besluit.
Aangezien sub a van dit besluit is be
paald, d)at het begin van den tijd, waar-
bianen vee ter veemarkt mag worden
toegelaten, niet gesteld mag worden vóór
zonsopgang, hebben B. en W. in de be
staande regeling der aanvangsuren, die
thans in sommige tijden van het jaar vóór
zonsopgang vallen, wijziging moeten bren
gen, hoewel de nieuwe regeling, gelijk de
Oommissie voor het Marktwezen in haar
bij de stukken gevoegde rapport, opmerkt,
in d© praktijk, in het bijzonder ten aanzien
van het verkeer langs het marktterrein,
vele moeilijkheden kan veroorzaken. In
verband met die aanvangsuren der
markt moeten ook uren van eindiging
■worden veranderd j ufschen levert, het
met het oog op de reiniging van de ter
reinen na afloop van de markten, bezwaar
op, het eindigen van de markt, steeds evern-
veel te verlaten als hot aanvangen, zoo
dat B. en W. daar met een verlenging,
waar noodig, van een half uur hebben vol
staan, waartegen de belangen der markt
zioh, naar het aanvankelijk voorkomt, niet
verzetten. Een verzoek aan den Minister
van Landbouw, Handel en N nhc-id om
vergunning tot het openstellen van de
veemarkt vóór zonsopgang had niet- het
igewenschte resultaat. Wel is de Minister
bereid de verlangde ontheffing te veriee-
ne.n voor de lammexenmarkt, onder voor
waarde, dat deze ontheffing zoo noodig
bij het heersohen van mond- en klauwzeer
zal kunnen worden ingetrokken.
Voorts zijn nagenoeg alle bestaande be
palingen betreffende de veemarkt be
halve enkele onderwerpen, waarin bij
reglement van Burgemeester en Vrib.on
dens voorzien blijft in de nieuwe ver
ordening samengebracht, hetgeen B. en
W. uit een oogpunt van duidelijkheid en
overziohiFeliikheid gewenscht voorkwam.
Art. 3 luidt:
Die markt voor vet. te varkens
wordt gehouden des Dinsdag, van 1 April
tot en mot 30 September van des voor-
middags G tot des namiddags 2 uur
van I October tot en met 31 October
van des voormiddags 7 tot des namiddags
van 1 November tot en met 30 Novem
ber van des voormiddags 7"'{ tot des na
middags 2 Yi uur
van 1 December tot en met 31 Januari
van des voormiddogs tot des namid
dags 2'/j uur;
van 1 Februari tot en met. 28 of 29
Februari van des voormiddag? 7?j tot des
namiddags 2 uur
van 1 Maart tot en met 31 Maart van
des voomndda.g3 7 tot des namiddags 2
uur
De paardenmarkt wordt go-
houden op den eersten Dinsdag van de
maanden Juni en September, van des
vcormiddags 7 tot. des namiddags 4 uur.
De markt voor het overige vee
wordt gehouden des Vrijdags, en in de
week voor Pasohen des Woensdags
van 1 Januari tot en met 15 Januari
van des voormidd.ngs 8J£ tot des namid
dags 2y. uur;
van 16 Januari bet en met. 31 J.vmari
van des vcormiddags 8 tot des namiddags
29
van 1 Februari tot en met 15 Februari
van des^ yoÖrmïddags 7?< tot des na mid-
van 36 Februari tot cn met 28 o
Februari van des vcormiddags 71 j tel
namiddags 2 uur
van 1 Maart tot en met 15 Maart var
des voormiddags Gij tot des namiddag;
van 16 Maart tot en met 31 Ma
des voor middags 6% bob des na:
2 uur
van 1 April to-t en met 15 Aoril
vooriniddags 5pj tot des namiddag.
mn 16 April tob en met 31 Augui
des veOrmiididlags 514 tot des na
3 uur
van 1 September tot en met 15
ber van des voor middags 5 tof.
middags 3 uur
van 16 .September tot en met 30
ber van des voormiddags 6 tot des
dags 3y, uur:
van 1 October tob e.n met 1">
van des vcormiddags 0 XA tot des
dags 3Yi uur:
van 16 October tot cn 31 Goto
des voormiddags 7 tot des nainitto
uur
van 1 November en met r
ber van des voorn.i M-gs 7(7 tri
middags 3 uur
van 16 November tot cn met 30
ber van des vcormiidags 7->J tot
middags 3 uur
van 1 December tot en met 31
ber van des voormiddags SIj tot
middags j uur
ober
mid-
jnet dien verstande-, dat, indien ten ge
volge van de. invoering van den wet-te-
lijken zomertijd het aanvangsuur -ner
markt vóór zonsopgang mocht vallen, dat
aanvangsuur wordt gesteld op een nader
door Burgemeester en Wethouders te be
palen tijdstip, op of na zonsopgang val
lende, en onverminderd het bepaalde bij
artikel 2 van de verordening, houdende
aanwijzing van d© dagen, uren en plaat
sen voor liet houden van de verschil l ende
FEUILLETON
5 HALFBROEDER.
Mei haastige schreden begaf hij zich
aar liet paleis van den handelsraad. Een
p later keerde hij echter nog veelmeer
•neergeslagen bij zijne moeder terug.
Wel, hoe is het? vroeg zijne ma-
ia bezorgd.
_De jonkman lachte luid, als een waan-
iDnigo. zij heeft mij niet eens te woord
Men staan. Ik moest als een bedelaar
en de deur blijven wachten. Zij liet mij
^Sen, dat zij mij nooit weer zien wilde
en och, och, ik heb haar toch zoo lief
chad.
- Vloek over haarl kr'eet' de oude
ajne, met de gebalde vuist dreigend,
jonkman legde zijn hand op haar
Neen, mama, neen, vloek haar niet,'
«'sierde hij. Het is niet mogelijk, dalt
1 a'les waarheid is... ik moet haar zien,
haar spreken.ik gevoel, dat ik
haar niet leven kan. 0, moeder, ik
krankzinnig worden, als ik haar
missen, schreide hij en viel zijn
jOÖ ^der om den hals. Ik heb haar zoo
Ik kan mij geen geluk meer den-
zonder haar. En zoo waar God leeft,
mjJo "tt)et mijn hart niet spelen, zij
naar eeden en beloften niet lucht-
verbreken... zij zal en moet de
flic zijn.
r M'jn arme Richard'! troostte de
'o diep geroerd,
aaldo ma'en Bi oh ar d nog
naar het paleis van den handelsraad, waar
hij zoovele gelukkige uren had doorge
bracht. Het gelukte hem echter niet Eu
genie te spreken. Zelfs had hij de ka
menier van Eugenie willen omkoopen,
maar zonder goed gevolg.
Op zijn aanhoudend smeeken was het
meisje met een boodschap yan hem naar
Eugenie gegaan. Spoedig was zij echter
teruggekeerd met het antwoord: Me
juffrouw Eugenie laat u verzoeken niet
langer aan te dringen en haar verder leed
te hesparen. Zij kan u niet spreken, voor
dat zij zelve weder tot kalmte is gekomen
Mijn God! riep de jonge officier
uit, zij denkt alleen aan zich zelve. Laat
'zij ook eens aan mij denken, die zooveel
te lijden hob door hetgeen zij mij aandoet
0, ik smeek u, breng mij bij haar.
Maar de kamenier bleef standvastig en
was door een groote soan ge kis zelfs niet
te bewegen. Ik mag het niet doen,
zei ze, het zou de dood voor mijne
meesteres zijn. Wees barmhartig en zie
van uw voornemen af.
Met een zucht keerde de officier zich
om en verliet het huis, zonder Eugenie
gezien te hebben. Als een slaapwandelaar
liep hij de straten door, hij bemerkte
niet, dat het reeds nacht was geworden
en de sneeuw hem in het aangezicht woei
Zijn hart scheen dood, hij gevoelde iets
ledigs, dat niet te beschrijven is. Eén ding
gevoelde hij: hij zou krankzinnig worden,
als de toestand zoo moest blijven.
Er waren slechts weinige weken ver-
Ioopen sedert de komst van Arthur Whi
le. of daar werd druk over gesproken in
de V-v i"?virin Vp'dmann verkee.rde.
Niemand mocht den handelsraad goed lij
den, wegens zijn hoogmoed, men boog
voor hem omdat hij de rijkste en mach
tigste man van Hamburg was. Daarom
bracht men nu met leedvermaak in her
innering, dat Arthur White de hoofderf
genaam van het vaderlijk vermogen was
en Wuldmann dns groote sommen zou moe
tien uilkeeren bij den verwachten terug
keer van zijn halfbroeder.
Wat zal het gevolg-zijn van dezen te
rugkeer? was de vraag op aller lippen.
Sommigen begonnen te mompelen, dat
Waldimann mogelijk de groote sommen
.zou kunnen betelen aan zijn halfbroeder.
Anderen hadden hij gerucht vernemen,
dat Waldmann voor een bankroet stond,
enz. eniz. Door al dat gebabbel werden
ecnige familiën reeds vleesachtig, om de
vriendschap met Waldmann langer te
onderhouden en zij verminderden daar
om hunne bezoeken; uit berekening ble
ven zij nog niol geheel weg, want de
praatjes konden later blijken enkel leu
gens te zijn.
De voornaamste kooplieden wisten spoe
dig, dat Arthur White de schatrijke eige
naar was van eene groote bloeiende han
delszaak in Chicago. Daardoor stelde da
delijk iedereen belang in White en die
belangstelling vermeerderde niet weinig,
toen men hoorde, dat hij een kmderlooze
weduwnaar was. De moeders begonnen
zelfs reeds over hem te denken, als een
geschikt echtgenoot voor hare huwbare
dochters.
Te midden van dien wa,rboel van praat
jes, leugens, lasteringen en verzinsels
kwam ceii nn\r-rwaclite tijding, n.l. de
verloving van Eugenie Waldmann met
haar oom uit Chicago.
De moeders, die in gedachten Arthur
White als schoonzoon hadden begroet, rie
pen aefti en wee over de trouweloosheid
van die kokette Eugenie, de heeren van
de beurs bekeken de zaak, zooals kooplie
den betaamt en beproefden voordeel te
trekken uit deze verandering 'der omstan
digheden. Een der slimste van hen was
mijnheer Lindenschmidt, die doorging
voor op één na de rijkste van Hamburg.
Kijk, kijk, die Waldmann is een slim
me vos, mompelde hij, terwijl hij zïch
vergenoegd de handen wreef. Maar nu
d'e zaken zoo veranderd zijn, is het voor
mij bet beste, dat ik met mijn concurrent
op een goeden voet blijft. Mijnheer
Lindenschmidt zette zijn cylinderhoed op
en reed weinige minuten later naar het
paleis van den handelsraad.
Waldmann was verrast over de komst
van zijn voornamen concurrent, maar zijn
verbazing steeg ten top, toen mijnheer
Lindenschmidt zijn leedwezen betuigde
over het misverstand op den vorigen
feestavond. Dag en nacht had hij daar
last van gehad en kwam nu persoonlijk,
om mijnheer Waldmann alle mogelijke
hulp en bijstand aan te bieden bij het on
dernemen van eene groote. speculatie.
Het gesprek der heeren was tamelijk
koel begonnen, doch werd allengs levendi
ger van beide zijden gevoerd. Waldmann
liet een fijne flesch portwijn brengen en
toen daarbij een heerlijke regalia-sigaar
was opgestoken, zaten de heeren zoo ge
noeglijk. schertsend te praten, alsof zij
elkaar grappige anecdoten vertelden, of
schoon hun gesprek over zaken liep,
waarhij milliocnen te winnen of te ver
liezen waren. Toen het gesprek was afge-
loopen, reed mijnheer Lindenschmidt
weer naar huis, recht in zijn schik over
zijn slimheid, terwijl mijnheer Waldmann
zich vergenoegd de handen wreef en zijn
vertrouwen voelde terugkeeren.
Waldmann begreep zeer goed, om weI-«
ke reden mijnheer Lindenschmidt zoo op
eens van gedachten was veranderd, maar
op dit oogenblik kon het hem weinig
schelen, want hij was todh in ieder geval
geholpen. Nu kon hij binnen weinig tijds
al het verlorene terugwinnen en zijn aan
zien vermeerderen. En al het geld zou
hem toebehooren, want White wilde met
Eugenie tevreden zijn.
Terwijl zoo d'e hoop bij Waldmann her
leefde, scheen Arthur White ook zeer ver
genoegd te zijn. Hij kreeg telkens brieven
uit Chicago; wel luidde het adres nog al
tijd aan Harry White, maar daar wertl
niet meer op gelet. Als hij zoo'n briefonti
vangen had. sloot hij zich geregeld-in zijn
kamer op. Hij nam dan het koffertje voor!
zich, dat hij in het hotel geopend had met
den sleutel van den kellner. eh pakte al
de papieren uit. Enkelen van de brievefi
legde hij voor zich op de tafel en begoö
zijn antwoord te schrijven. Van tijd tot
tijd \ergeleek hij zijn schrift met dat van
de brieven op de tafel, alsof hij zijn bes6
moest doen, om precies dezelfde hand te?
schrijven als die van de brieven. Dikwijls
schudde hij dan het hoofd en begon weer
opnieuw, lot hij eindelijk met zijn brief
gereed was en tevreden over de gelijkenis
van zijn schrift. Nadat hij de brief dan
■yerz< geld en alle papieren in liet koffer-
•■tje gi 1 rgen had, bracht hij zijn ant
woord in eigen persoon naar de post,