it. Tweede Biad Uit de Omgeving Maandag 7 Augustus 1922 ALPHEN AAN DEN RIJN. Gemeenteraad. Zooals gemeld vergadert de Raad dezer gemeente op Woensdag 9 Augustus 1922, des namiddags to 3 uur. De agenda vermeld: 1. Voorstel van B. cn W. tot wijziging van de verordening tot verdeeling van die gemeente in stcmdistrictcn. 2. Voorstel van B. en W. tot wijziging van de verordeningen tot heffing eii invordering van Le- grafenisreehten. 3. Voorstel van B. en W. tot wijziging van de verordening op den dienst van den Burgerlijken Stand. 4. Voorstel van B. en W. orn afwijzend te be schikken oz het adres van A. Simons en andoren, alkn alhier, houdende verzoek om wijziging van art. 23 der Algemeen© Politieverordening. 5. Voorstel van B. en W. inzake het verluirdcn van het opslaglerrein nabij het stoomgemaal .dCepütnus". 6. Voorstel van B. en W. tob hot beschikbaar «tellen van een crediet ad f 600.tot hot aan- «cbaifen van een moderne cyclostyle. 7. Voorstel van B. en W. om een crediet te verleenen van f 30.voor het aanschaffen van inilnisbakken voor d© school voor (m.) n. 1. o. :;an den Oudshoornschen weg. 8. Voorstel van B. on W. tot het verleenen van ..cn crediet van f 600.voor het aanschaffen van "h-uwo banken in de openbare lagere school aan ie Raadhuisstraat. 9. Voorstel van B. en W. tot aanvaarding ea w rstrekking van premies voor particulieren wo- tungbouw. 10. Voorstel van B. en W. tot hot norucn van 15 candrkri ad f 1000.— in a© Bank voor Ne- dcrlandsche Gemeenten. 11. Voorstel van B. en W. tot het aangaan van oen geldleening. 12. Voorstel van B. -en W. tot vaststolling 1 verordeningen, enz. ingevolgo de Vlooschkouiringa- wet. NOORDWIJK. Tweede Katholieke Conferentie voor niet-Katholieken. Het. kwaad en 't Q o d a bestaan. (Dit verslag heeft ons niet eerder he* reikt). De tweede conferentie had een heel an jer aanzien dan de eerste. De roden daar van lag zeker voor een deel in eenige uit wendigheden. Zoo b.v. stond de sp-reker o7?maal niet vooraan bij hes altaar, maar Lop den kansel halverwege de kerk: 'tgcen 'een verbetering bleek, waardoor de ac- coustiek won zoodat nu geen enkel woord voor de toehoorders verloren ging. De eerste conferencier had gesproken in het gewone reiscostuum van een geestelijke, omdat zijn kloostergewaad niet optijd was aangekomendie van verleden Dinsdag. Pater Otten, verscheen in zijn habijthet sierlijke witte gewaad met den pleohtigen zwarten mantel, of de „Dominicanw-lijn" zooals de kunstschilders zeggen en die voor hen altijd een bekoring geweest is. Maar 't groote wezenlijke verschil spruit- te voort uit het onderwerp zelf. Dat. van den vorigen keer, .de katholieke levensbe schouwing, leende zich er toe letterkun dig te worden uitgewerkt naa-r Dante's dichterlijke concepties. Aan heb vraag stuk van het kwaad echter zit onafschei delijk een stevig stuk wijsbegeerte vast en dat wijsbegeerte heel anders aanvoelt dan letterkunde zullen allen, die Dinsdag avond bij de lezing tegenwoordig waren, wel ondervonden hebben. Zij vooral die toen misschien voor zichzelf tot de ont dekking kwamen, dat er naast een den ken wat om zijn mooie vormen vooral een genot is, ook nog een denken bestaat dat om zijn hoo-ge. lastige-maar toch streng- weïenseha-ppedijike abstracties en zwaren hersenarbeid vertegenwoordigt. Bij veel verschil t-nsschen de twee ee:- ste lezingen was er toch ook veel over eenkomst. Het aantal toehoorders was zichzelf gelijk gebleven. Ook het sl-revcn van de conferenciers om zakelijk eu dui delijk hun onderwerp te behandelen, zij het dan ook met de warmte welke een vaste overtuiging als vanzelf aan woord en gebaar verstrekt Ook 'was niet nieuw de groote aandacht waarmede de toe hoorders de voordracht volgden en die hun tot. eer strekt, vooral als men be denkt dat or wellicht onder hen zijn die geen sympathie voor' de katholieke kerk gevoelen, maar toóh eerlijk genoeg zijn te genover zichzelf om ook van dien kant in, lichtingen te wenschen aangaande de meest belangrijke vraagstukken. Ziedaar eenige indrukken. Het onder werp zelf was boeiend en werd degelijk behandeld De spreker begon met het vraagstuk in 't kort uiteen te zetten: hoe is het te rijmen met het. bevtaan van een oneindig goeden en voorzienden God dat er zooveel ellende, zooveel kwaad in de wereld is? Dit vraagstuk bestaat niet voor don katholiek alleen, maar voor iedereen, die de wereld kent in haar on volmaaktheden cn die het bestaan van een persoonlijken God aanvaardt, op welken grond dan ook. Men zou het vraagstuk uit den weg kunnen ruimen door God en het kwaad te loochenen Maar dat ga-at niet. Eerstens: God bestaat. Voor de katho lieken is dit de hoeksteen van hun ge loofsleer. waarvoor de H Schrift argumen ten hij duizendtallen bevat. Maar wat zij aldus op gezag van Gods eigen wooTd aanvaarden, kan ook ieder mensch ach terhalen door zijn mensch el ijk verstand te laten inwerken op de kleine wereld die de mcnsch zelf is en op dc groote wereld om hem heen en- daarin de sporen te vin den die logisch en noodzakelijk heenwij- zen naar een buiten en boven de wereld staand opperwezen, een persoonlijken God De spreker ontwikkelde alleen maar, op streng-wetenscha-ppeljjke wijze, het be wijs uit- de zoogenaamde beetaans-afhan- keJïjkheid der dingen, en als onderdeel daarvan de kwestie van do levenskiemen in de wereld. Van het bestaan van God ging spreker langs metaphysisehen of wijsgeerigon weg over tot het wezen van God, in zooverre het onderwerp zulks vorderde. En zoo stelde hij vast Gods on eindige grootheid, zijn scheppingskracht, de vrije uitoefening daarvan en het twee ledig doel dat Hij zich bij de schepping dei- wereld heeft gesteldhet eerste es sentieel en natuurnoodzakelijk: zijn eigen uitwendige eer en gloriehet tweede vrij en bijkomstig: het geluk zijner redelijke schepselen. Ook het kwaad bestaat. Hot- kwaad is het ontbreken van een goede hoedanig heid diiar waar ze volgens de nabuur zou moeten aanwezig zijn: b.v. krankzinnig heid bij den mensch, blindheid bij een dier Het kwaad is een natuurlijk, physisch kwaad, zooals in bovengenoemde geval len, of het is een zedelijk kwaad, wat alleen voorkomt als een menschelüke daad die volmaktheid mist welke zij volgens de zedeleer moet bezitten. Het zedelijk kwaad valt dus samen met de zonde. Dat het kwaad bestaat zal wel niemand in twijfel trekken. Het boek Job b.v, zei spr, bevat er een gewe-ldige beschrijving van. Hoe nu dit- kwa-ad te rijmen met de oneindige goedheid en de voorzienigheid Gods Het physieke kwaad, smart, leed, pijn, ongeluk komt veelal voort uit het spel der natuurlijke elementen, uit 's msn- sclieu onvoorzichtigheid, ook zeer dikwijls en in groote mate uit des mensehen zonde. God kan dat alles toelaten, omdat- er ab soluut geen enkele grónd is aan te wij zen waaruit vooj God de plicht zou voortvloeien om dit physieke kwaad niet toe te laten. Hij kan het zelfs positief wil len als middel om er veel goeds mee te stichten, gelijk we het. dikwijls zien ge beuren, dat smart- en ziekte den mensch leiden tot zielegrootheid. Hot zedelijke kwaad, de zonde, die in haar diepste wezen is een beleedigïng Gods, kan God niet positief willen omdat Hij daarmee met zichzelf in tegenspraak zou komen en te kort zou laten doen aan het eerste, natuurnoodzakelijke doel der schepping: zijn eigen eer. Maar de zon de, ontet-aan doordat de mensch mis bruik maakt- van zijn vrijen wil, kan God wel toelaten; daarmede komt. het tweede doel der schepping, het eindelijk geluk van den mensch, wel niet tot zijn recht, maar dit doel is in het scheppingsplan ook maar een vrij en bijkomstig iets, wat dus kan vorvallen. Het andere doel, Gods eer, wordt zelfs in het geval der zonde, nog bereikt, omdat- de straffen, ook de eeuwi ge straffen- waartoe die zouden lelden, toch nog voor Gods -oneindige rechtvaardigheid' pleiten. "Waarlijk, Pater Otten had een zware taak: maar hij is er in geslaagd duidelijk te maken dat het bestaan van 't kwaad, in do wereld geen grond mag en kan zijn voor den redelijk denkenden mensoh om Godloochenaar te worden. Land- en Tuinbouw. Internationaal Congres voor Rund veeteelt. Vraagpunten. De Neder] andsche Regeering heeft, zooals reeds gemeld is, het initiatief genomen tot samenroeping van een wereldcongres voor rundveeteelt in het volgende jaar. De Koningin heeft Haar bescherming voor dit congres verleend, cn Prins Hendrik heeft het voorzitterschap van het eere- comitó aanvaard. Een groot aantal regeeringen heeft reeds officieel medewerking toegezegd. Het -congres, dat van 29 Augustus tot 4 September 1923 te 's-Grayenhage zal worden gehouden, omvat vier afdeelingen. De afdeeling erfelijkheid en voeding zal onder het oog hebben te zien: a. Welke nieuwe inzichten in de leer der erfelijkheid moeten yan beteekenis geacht worden voor de veefokkerij? b. Welke zijn de nieuwere inzichten in de voedingsleer? De tweede afdeeling, de afdeeling regis tratie, omvat de volgende vraagpunten: a. Welke gegevens dienen in een stam boek te worden vermeld en op welke wijze moeten die gegevens worden verzameld, opdat, voldoende waarborg verregen wordt omtrent de juistheid er van? De wijze, waarop de melkproductie bepaald moet worden, hier buiten beschouwing te laten. b. Hoe dient de melkcontróle te worden uitgevoerd en zijn internationale regelingen mogelijk De derde afdeeling, die voor overheids bemoeiingen en verenigingsleven, omvat de punten a. Hoe kan de overheid door andere dan veterinaire maatregelen de veefokkerij bevorderen b. Op welke wijze kunnen vcrecnigingen. die zich de verbetering van den veestapel ten doel stellen, practisch een nuttig ge bruik maken van de gegevens door weten schap en registratie verstrekt? De vierde afdeeling, voor bedrijfs economie, zal zich bezig houden met de volgende punten a. Welke eigenschappen dient het vee te bezitten om onder bepaalde bedrijfs omstandigheden te voldoen? b. Hoe kan de tuberculose onder het vee op pract-ische wijze, best-reden worden, welke ervaringen zijn daaromtrent in ver schillende landen opgedaan? Wat betreft punt a der vierde afdeeling kan worden opgemerkt, dat hier het verband bedoeld wordt tusschen bodem, voeding, klimaat, behandeling en inten siteit van het bedrijf en de eigenschappen, die het vee in verband daarmede moet bezitten. (Melktype, vleeschtype of een combinatie van beiden). In verband met lret laatste punt kan nog worden opgemerkt, dat hier geen studie over het wezen der tuberculose zelf ver wacht wordt, maar wel over de wijze, waarop, zonder de fokkerij zoo ernstig te benadeelen. dat de praktijk zich daartegen terecht zou kunnen verzetten, de tuberculose onder het vee bestreden kan worden. De verschillende punten zijn zeer ruim gekozen om een beperking in het aantal te verkrijgen, het is echter geenszins de bedoeling, dat dc prae-adviseurs ieder punt in zijn geheel hebben te behandelen. Zij kunnen volstaan met daaruit dat onderdeel te nemen, dat hun bijzondere belangstelling heeft. Men zal trachten uit de verschillende landen de meest vooraanstaande personen op het gebied der verschillende genoemde punten als prae-adviseurs te verkrijgen. Daarvoor zal zoo spoedig mogelijk contact gezocht worden met andere landen, opdat de prae-adviseurs niet haastig behoeven te werken en het tevens mogelijk zal zijn, dat alle congresleden geruimen tijd vóór den aanvang van het congres in het bezit van de prae-adviezen zijn. De congresleden zullen in de gelegenheid gesteld worden tot het maken van excursion naar vooraanstaande fokgebieden in Nederland. De inspecteur, hoofd van den plauten- ziektenkundigeii dienst, te Wageningen, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat van 1 dezer af de invoer van aard appelen, bloembollen, planten en zaden in Schotland aan dezelfde bepalingen is onderworpen, als gelden voor den invoer van deze artikelen in Engeland en Wales. Het origineele certificaat, dat na de inspectie van de zending wordt afgegeven, moet gezonden worden aan the Board of Agriculture for Scotland, York Building, Queen Street, Edinburg, cn twee copicën van dit certificaat moeten bij de scheeps papieren gevoegd worden. RECHTZAKEN Prof. Otto Otto gedagvaard. De ambtenaar van het O. M. bij de Kantongerechten in het arrondissement Rotterdam heeft Otto Schlesinger, zich noemende Prof. Otto Otto, geboren te Prosnitz 12 Januai-i 1881, wonende te Blankenburg in den Harz (Duitsckland), psycho-therapeut, zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande, gedagvaard om te verschijnen op Vrijdag 1 September, des voormiddags te tien uur, voor het Kantongerecht Rotterdam. Otto Otto moet terecht staan ter zake, dat hij te Rotter dam op 16 Mei 1922, niet toegelaten zijnde tot de uitoefening van de geneeskunst hier te lande, buiten noodzaak dat beroep heeft uitgeoefend. De verdediger moet van zins zijn ver schillende leden der rechterlijke macht te Rotterdam, die zich voor den psycho therapeut geïnteresseerd hebben, zijn séan ces hebben bijgewoond en zelfs een bezoek aan zijn thans in volle werking zijnd sanatorium hebben gebracht, als getuigen décharge mede te brengen (Hdbl.) In het oor gebeten. Een Rotterdamsc-he Brievenbesteller, die het met zijn meisje te kwaad had gehad, was in den nacht van 16 op 17 April naar het huis zijner aanstaande gegaan om er verhaal op te zoeken. Het heele huishouden stond in een oogwenk over eind, de broer van het meisje ging naar beneden om den druktemaker te verwij deren. Daaruit otitstond een vechtpartij. Toen de moeder ten slotte naar beneden kwam om de vechtersbazen te scheiden, werd ze door den boozen vrijer beetgepakt en zoo in 't oor gebeten, dat ze een dag of veertien onder geneeskundige behan deling moest blijven. Het O. M. eischte f30 boete subs. 15 dagen hechtenis. De president vond 't beestachtig zijn aanstaan de schoonmoeder zoo te mishandelen. Leger en Vloot. Ontslag vrijwülig dienende militairen Zooals reeds gemeld is, heeft- dc minister van Oorlog aan alle vrijwillig dienende militairen, die een diensttijd van 35 jaar kunnen doen gelden, met ingang van 16 dezer ontslag uit den dienst aangezegd. Verschillende belanghebbenden hebben thans besloten, in deze hun rechten te doen gelden. Het lid van de Tweede Kamer mr. Marchant heeft zich, naar aan de Tel. wordt gemeld, bereid verklaard deze zaak te beliandelen. Aan de betrokkenen is de raad gegeven, onder geen voorwaarde een verzoek om ontslag of pensioen-aanvrage te teekenen, en het is gewenscht genoemd, op den dag, waarop de betrokkenen ge dwongen worden den dienst te verlaten, aan den commandeerenden officier bij aangeteekenden brief kennis te geven van hun bereidwilligheid, hun diensten te blijven presteeren tot het- einde van hun dienstverbintenis, of wel van een en ander mededeeling te doen in het bijzijn van getuigen. Wanneer op den gewonen betaaldag (jaarweddebctaling aan het einde van de maand) het salaris niet ten volle of in het geheel niet mocht worden uitbetaald, zal dit salaris door mr. Marchant in rechten voor belanghebbenden worden opgevorderd. Het hoofdbestuur van Ons Belang heeft thans allen, die him recht op te blijven doordienen tot het einde van hun aan gegaan contract niet den staat wiJien zien verzekerd of wel aanspraak willen doen gelden op vergoeding voor geleden schade door verbreking van hun contract, opge roepen ten einde ook voor hen een be slissing te Verkrijgen. LUCHTVAART. De grootste Zeppelin ter wereld- De Duitsche regeering heeft oen Duitsche maatschappij toestemming verleend voor het bouwen van een bestuurbaar lucht schip van 70.000 M». Het luchtschip zal een lengte krijgen van 200 Meter, de grootste diameter zal 28 Meter bedragen. Het luchtschip zal uitgerust worden met 5 motoren, die een snelheid van 125 KM. mogelijk zullen maken. Het luchtschip wordt gebou^A voor rekening van de Amerikaansohe regeering. SPORT. DE KAAGWEEK. IV. De Zaterdag en. Zondag zijn voor do Kaag mooie dagen geweest. De Noorden wind bracht een vroolijk zonnetje mee en er is geprofiteerd van de water- en zeil— sport, als telkenmale, waaneer het weer gunstig is. Van den vroegen morgen tot ■laat in den avond was het een gewemel op de lustige golven van allerlei booten in do meest grillige vormen on kleuren, een bonte dooreenmengelïng van jollen, re genbogen, kruisers en motorjachten, het geen altijd en overal een schitterenden aanblik voor het oog biedt. Des avonds had telkens de prijsuildeeling plaats aan de prijswinnaars van den dag, Bij de uit reiking hiervan op Zaterdagavond deelde de heer v. ïïoolwerff mede, dat de heer G. Jongmans een hoofdprijs beschikbaar had gesteld voor de Vrijbuiterklasse en tevens dat er, bij votdoervdc deelname, na afloop der wedstrijden op veler verzoek, eiken dag nog een wedstrijd zou worden gehouden voor de 12-voetsjolfen voor da mes. De verlichting, welke Zaterdagavond niet doorging, is ook gisteravond niet ge houden. U i t s L a g e n. Zaterdag. Scheldejollen: lo „Wildzang I", cig. J. J. A. Hin, Haarlem. Tijd 2 u., 21 min., 22 sec.; 2e „Willy", eig. W. de Vries Lentsch, Nieuwendam. Tijd 2 u. 24 min. 56 sec.; 3e „AH Right", eig. J. W. Glasius, Bussum. Tijd 2 u. 25 min 50 sec. Regenboogklasse: le „Asa", eig. G. de Vries Lent-sch Jr., A'dam. Tijd 2 u. 19 min. 21 sec.; 2e „Waterrot", eig. C. v. d. Giessen Azn., Krimpen a. d. IJsel. Tijd' 2 u. 19 min. 42 sec.; 3e „Regenboog", eig. W. Jochems, Den Haag. Tijd 2 u. 20 in. 51 sec 4e „Kwikstaart", eig. D. Hulsinga, Usselmonde. Tijd 2 21 min. 21 sec. Vr ij b u i t e r k l a s s e: le ,.Vrijbuüer cig. Syndicaat Vrijbuiter, Amsterdam. 1 ijd 2 u. 37 min. 19 sec.; 2e „Kaper", eig. 3br. P. J. Bosch van Diakcstein, Lage Viur:- scbe. Tijd 2 u. 40 min. 30 sec. Handicap voor overdek te Kiel- en Middonzwaard- j Achten, Klasse D. 1c pr. „Seyth"r eig. K. J. Stavciman Tijd 1 u. 52 min. 17 sec-.; 2e ,j>>mmeiwil!e", cig. S. Schuylinga, Warmond. Tijd 1 u. 54 min. 10 see.; 3e „Alabama", eig. Gebrs. Mea nt'ns, Rotterdam. Tyd 1 u. 54 min. 49 *ec. 3 5 M2. Kruiser klasse, le pr. „Rob bed o es", eig. E. W. G. Verhoef, Krimpen a. d. Lek. Tijd 2 u. 15 min. 54 sec. 7 5 M2. K r u i 6 er kl a s s e, le pr. „Sal ly". eig- M. dc Wit, Zaandam. Tijd 1 u. 59 min. 15 see. Ronde en I'latbodemvaar tuigen O. C. Niet doorgegaan. R o n d e en Platbodem vaar- tuigen O. F.: le pr. „Kromwal", eig. A. C. Jordaan en P. Vekihuyzcn. Ro!ter- dam. Tijd 2 u. 10 min. 6 sec. 4 5 MS. Kruïaorklasse Je pr. „Ariel", eig. A. v. d. Goot en M. kbart. Leiden. Tijd 2 u. 16 min. 4 see.; 2e «.Gre ta II", eig. Jac. Kcijzcr, Zaandam. Tijd 2 u. 16 min. 32 sec.; 3e „Walta", cig. P. Bon; Czn., Amsterdam. Tijd 2 u. J7 min. 3S hoc. FEUILLETON De broeders des verderfs. Oorspronkelijke Roman. (Nadruk verboden]. 56 ..Maar op het oogenblik niet mcor.Kornt mijne heeren, zij bevindt i;ch in groot ge raar, ik weet zeker dat gij mij zult hel pen, haar te bevrijden. En daarna mis schien zal zij willen spreken. Als het ons gelukt den man onschadelijk te maken in wiens macht zij zich (hans bevindt". IX. Het telegram dat Turner had ontvan gen was ran een helper van den dotec- tive, van wicn deze in dagen niets had ver nomen. Hij had den jongen man, in wiens scherpzinnigheid hij groot vertrouwen stelde, opgedragen iemand, die in deze geschiedenis een rol speelde, na te gaan. Hie iemand was de persoon aan wien di Cava de bewaking had toevertrouwd van signora Chiarina. Do helper wist vol strekt niet, dat de man, dien hij naging, een lid zou zijn van het beruchte geheime genootschap. Maar bij had sincts hem de opdracht verstrekt werd hem te bewaken, zijn man niet uit het oog verloren. En toen dien dag, dat di Cava al zijn Helpers verlof gaf. den man per auto te voiL-.-n naar een klein afgelegen landhuisje guiten Parijs, waarheen hij vertrokken Nvas. vergezeld van een blijkbaar zieke vrouw, ook toen was hij gevolgd, zonder hij dit bemerkte. K jonge detective had daarvan niets aan zijn meester gerapporteerd, hij had opdracht pas dan iets te melden, ind'ien hij iels bijzonders had ontdekt. En hij achtte het heel weinig bijzonders, dat de bewuste man met een vrouw per auto naar buiten vertrok. Toen was hij dat landhuisje gaan be waken met het geduld van een kat, die op een muis loert. Hij won voorzichtig inlichtingen in, hij lag bijna dag e.n nacht op de loer en kwam tot de overtuiging, dat do dame, die ook in dat landhuisje vertoefde, daar een gevangene was, die het onmogelijk gemaakt werd, op eenige wijze met de buitenwereld te verkeeren. Toen hij zoover was achtte hij het tijd, Turner te waarschuwen, want nu meende hij iets ontdekt te hebben, dat de moeite van het mededeelen. waard was. Maar zijn zucht om meer nog te ontdekken, deed hem besluiten nog een dag te wachten. Hij wilde natuurlijk graag meer positieve resultaten van zijn onderzoek aan Turner meedeelon. Want eigenlijk kon hij hem nog nie<ts anders berichten, dan dat de man, dien hij bewaken moest, in een landhuisje woonde en dat hij daar met een dame verbleef benevens een oude dienst meid, dat d-ie dame evenwel meer een gevangene leek. Die da«, welken hij nog wachtte, bracht hem nog nadere bijzonderheden, want dien morgen zeg hij den man, terwijl hij bui len wande.de aanspreken door een andere dame. En ramen hadden zij een zeer druk gesprek, dr.t hij alle moeile deed te be luisleren, doch waarvan hij slechts enkele brokstukken vermocht op te vangen. Maar zooveel had hij toch gehoord, dat dit gesprek ,-ging over een andere yrouw, die door deze jonge dame gezocht werd. En hot stond bij den jongen detective vast, dat die andere vrouw niemand wezen kon dan de vrouw, die in het landhuis opgesloten gehouden werd. Hij hoorde ook nog, dat die jonge dame afsprak den vol genden dag terug te komen. Toen achtte hij het hoog tijd zijn mees ter te waarschuwen en verzond zoo spoe dig mogelijk een telegram, dat Turner ontving, toen hij met de drie edellieden beraadslaagde. En nadat hij dit telegram, h-ad afgestuurd, zette hij bedaard zijn be spieding voort. Maar hij was nu zeker dat Turner over hem tevreden zou zijn, want hij begreep wel dat de inlichtingen, die hij thans geven kon voor zijn patroon zeer waardevol zouden zijn. Dien avond kwam er een reisgezelschap in een klein hotel „Do gouden leeuw" aan En dit reisgezelschap bestaande uit vier heeren trof daar den detective, die er zijn meester verwachtte. Hij was zeer verwonderd Turner in zoo'n groot gezel schap te zien, maar toen Turner hem aan de drie anderen voorstelde, ging hem een licht op. Hij had eenige dagen geledenna tuurlijk ook in de couranten do namen ge lezen van de drie edellieden, die zich zoo verdienstelijk gemaakt hadden in den strijd togen 4e geheime misdadigersbende, die Parijs onveilig maakte. En nu Tumor met hen hierheen kwam, begreep hij, dat de man, dien,hij bewaakt had, wellicht behoorde lot de Broeders des verderfs. Ja het leek hem waarschijnlijk, dat deze man niemand anders was dan het hoofd der bende, di Cava zelf. En hij vroeg zijn patroon of dit yermoe den mogelijk juist was. Maar deze schud de het hoofd. „Neen", zei hij. „do man dien ik u ter bespieding heb aangewezen is di Cava niet, maar toch is zijn doen en laten voor ons van het hoogste belang. Vertel ons precies, wat gij van hem weet. Deze hee ren hier mogen alles hooren, ge behoeft voor iien niets te verzwijgen". „Vertel ons dan eerst, wie do man is", zei de Tournel. De helper van den detective haalde do schouders op. „Hij noemt zich monsieur Carpenlier, maar dat zal wei een willekeuiig gekozen naam zijn. Mijnheer Turner heeft me niet opgedragen, z'n verleden na te gaan, to ontdekken wie hij eigenl-ijk i3". „Neen zeker niet", zei Turner, „ik heb u alleen dien man aangewezen cn gezegd: verlies hem niet uit het oog'. „Ik hem heb mei uit het oog verloren, ik ben hem gevolgd cn heb genoeg merk waardigs ontdekt, geloof ik". „Wel, vertel ons dat dan" „De man verbleef in een huis, waar meerdere personen samenkwamen. Op ze keren dag kwam er een auto voorrijden, waarin hij zelf plaats nam, nadat er een dame ingedragen was, die erg ziek leek, wellicht bewusteloos was. Hij is met die dame hierheen gereden, naar een klein afgelegen landhuisje „Veldzicht" geliee- tcn. Dat huisje wordt bewoond behalve door liem on de zieke dame door een oude dienstbode. Ik heb het huis sindudien bespionneerd, de bewoners in hun gan gen nagegaan, ik heb getracht er binnen te dringen, ik heb van uit een boom1 den tuin .en achterzijde van het huis bespion neerd, een kwade hond hoeft me een stuk uit mijn pantalon gescheurd, enz. enz. Maar alios bijeen heb ik dit kunnen vast stellen: de zieke dame wordt als gevan gene behandeld, zij is opgesloten in een kamer die op den tuin uitziet, het eten wordt haar door de meid gebracht en nu civ dan komt haar cipier, zoo zal ik dien; Carpentier maar noemen, met haar pra ten. Een keer ging het er vrij heftig toe. Ik kon niet hooren wat zij spraken, maar ik zat in een boom tegenover het raam) en door een spleet in hel gordijn kon i'l alles zien. En ik zag wel, dat die mijnheer erg opgewonden en boos keek". „Prachtig", zei Turner, „cn wat verder?* „Vanmorgen kwam er in dc nabijheid van „Veldzicht" een jonge dame per fiets. Zij ontmoette daar monsieur Car pentier en beiden schenen elkaar te her kennen. Zij schenen heel veel met elkaw? te bespreken te hebben en ik ben zoo on bescheiden geweest te luisteren. Ik hel» or niet veel van gehoord, maar dit heb ik toch wel begrepen, dat die jonge dame in formaties inwon naar een andere vrouw. Ik geloof, dat zij van haar zustor sprak. Mijnheer Carpentier zal die zuster mis schien gevangen houden, tenminste ikven- onderstel, dat de vrouw in zijn landhuis degene is die door de andere gezochtt werd". „O dat behoeft nog heelemaal hei geval niot te zijn", zei Turner glimlachend. „Neen, dat weet ik wel, maar het viel mij op, dat hij haar niet Ln het huis iKtt digde. doch het meisje als met opzat daa* weg leidde. Hij wandelde al pratend mei haar op". i (Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1922 | | pagina 3