Js leifalte Cnant". Tweede Blad vorder eri worden swaik georganiseerde arb«éd«rs geheel aan. de patroons overge leverd, iet-s waartegen Minister Aalberse zich met kracht en succes heeft verzet. Tooh ie Minister Aalberse een reactio nair, een kapitalisten-knecht, en blijven de Duitscho sociaal-democratische Minis ters je ware arbeiders-vrienden. Het mooiste is echter, dat de arbeiders- commissie van den Rijksraad zich na een grondig onderzoek, met het ontwerp vor- oenigd heeft. We zijn nieuwsgierig hoe liet „Volk" deze socialistische arbeiders-vertegenr woordigors nu wel noemt. Want hun zonde is toch veel grooter dlan die van de Katholieke arbeiders- af ge vaardigden, die do veel mildere wijzi gingen van Minister Aal-berse steunden. Maar de arbeiders kunnen hieruit, op nieuw leenon, wat ze van de socialistische regeerders te wachten hebben. Zaterdag 24 Juni 1922 J U B i L t. Leidsche Processie naar Brielle. Den len Juli 1872 werd in de Parochie kerk van O. L. Vrouw Hemelvaart te Leiden (M-onphre kerk) aan do Haarlem merstraat het volgende bekend gemaakt: Processie naar denBriel te" houden door de Congre gatie der H. Familie (man- nenafdeeling) te Leid en. Aan de processie kan ook worden deel- genomen door mannen, die geen lid van de congregatie z ijn. Bela.nghebbe.nden gelieven zich spoedig aan te melden bij de ondergeteekende heeren S. Pols. Nieuwe Rijn. M. S. I. Wij- tenburg, Burgsteeg. Deze oproep bleef niet zonder gevolg, want. op den 22en Juli daaropvolgende ver trok 's morgens om 6 u-u-r vanaf het station Leiden een extra-trein met 458 pelgrims, in het volgend jaar, in 1873, was het aan tal pelgrims reeds gestegen tot 553, naar Schiedam, om van daar per extra-boot de reis voort te zetten naar Brielle, het doel der Pelgrimstocht, de bijzondere ven eering der H. Martelaren van Gorkum. Den 3en Augustus aanstaande zal weder om de processie naar Brielle worden ge houden. De processie mag zich dus ver heugen in haar vijftigjarig bestaan. He laas! tengevolge van den oorlog konden in do jaren 1917 tot 1921 de gewone bede vaarten niet doorgaan. Er heeft dus een onderbreking plaats gehad, maar dit mag ons niet beletten vreugdevol gestemd te zijn over het feithet vijftigjarig bestaan der Leidsche Processie naar Brielle. In de jaren sinds 1872 is de devotie en vereerin-g voor onze g-roote Brielsehe Mar telaren steeds toegenomen en zoo zal in dit jubeljaa/ Brielle wederom getuige moe ten zijn, dat de Katholieken van Leiden en Omstreken in grooten getale het graf dier H. Martelaren komen vereeren. Zeker mag deze processie i-n getalsterkte niet achter staan bij de eerste processie in 1872, want zoo moeten wij onze dankbaarheid en vreugde toonen voor de vele weldaden en genaden, welke God in de afgeloopen vijftig jaren heeft geschonken aan allen, die de voorspraak Zijner H. Martelaren op het martelveld zijn gaan inroepen. WAARSCHUWING. Naar aanleiding van wat verschillende "(bezorgde ouders vroegen in verband met de geruchten over 'b losse strandleven (en duiuleven .aan onze zeekuston,, ver dient het misschien aanbeveling langs do zen weg allen te samen te beantwoorden. Zoo zal ook dit ernstig en welgemeend woord wellicht anderen welgezindon de oogen openen en eenige richting van han delen in eventueelo gevallen kunnen aan geven. Inderdaad het leven aan onze zee kust is op sommige zg. mooie" dagen los ergerlijk. Al zou men uit ondervinding hiervan niets weten, «dam wekt reeds ern stig vermoeden: het zien passeeron van zoovelen, die daar heentrekkenin .drom men of samen", op* de fiets, haifgekleed, vaak vuile liedjes brallend en vol vieze praat en dubbelzinnige scherts. Eén oogopslag op de heele verschijning van vele dagj es -m en s clieu-naar-'t-stran d geeft vaak maar al te veel vermoeden dikwijls geheel terecht En van zulke menschen is op vele dagen ons strand en onze duinenrij vol Ik aarzel niet te zeggen, dat, hoewel 't altijd onvoorzichtig is kinderen alléén te laten „uitgaan", het absoluut onver- a n t w o o r d e 1 ij k is, kinderen op zulke dagen naar zee te laten gaan zon der deskundig geleide. Onder goede, w a a r 1 ij k goed© leiding is het toch nog minstens hoogst gevaarlijk. Kinderen!Ouders, nu bodoel ik evengoed uw „grooten" jongen, uw 16- jarig meisje, aan wie gij Zondags verlof geeft ,naar zee" te gaan. Wat- zij daar zien en hoorenen vaak zelf „doe.n" is ge heel en al in staat hen te maken tot 3de weekelijke, sentimenteele, lichtzinnige, cn beschaamde jongelui, waarvan onze mo derne maatschappij óvervol is G. P. J. v. d. BURO, HagevelöV Voerhout. pr. Uit de Pers. EEN ZWART SUCCES VAN EEN ROODE BETOOGING. Zondag werd te Nijmegen door de S. D. A. P. een betooging gehouden met als slot een meeting in „De Vorceniging". J. A. schrijft daarover in De Volks- k r a n t: „Of een en ander geslaagd is 1 Ik weet het nie.fc, door uitstedxgheid heb ik er niets van gezien of gehoord. Maandagmorgen thuiskomende, was 't eerste wat ik hoorde: „Nou mijnheer u heeft wat gemist, aldus mijn hospita. Wij hebben gisteren Kleerekooper gehoord en hij ging te keer tegen de Roomschen.. Als we hem moeten gelooven deugt, er niets van al wat. Roonisch is". Verder volgde nog een uitvoerig relaas van wat er van het gesprokene was onthouden. Een en ander weid aangedikt met de verschillen de gesticulaties welke van Kleerekooper waren afgezien. Mijn hospita is een eenvoudige doch Roonvsehe vrouw. Zij laat zich niet in met politieke en sociale vraagstukken, de zorg voor haar gezin is haar hoofdzaak. Die taak op Room8cke wijze te vervullen is haar ideaal. Wat was nu haar eindconclusie Lk zal trachten haar woorden zoo ge trouw mogelijk weer te geven. „Tot dusver heb ik vrouwenkiesrecht onzinnig gevonden en ik was ook niet van plan om te gaan stemmen, maar nu ik heb gehoord hoe door de socialisten alles wordt in 't werk gesteld om <Loor leugen en bedrog de menschen tegen de Roorn- sche Kerk en da geestelijkheid op te zet ten, nn ik héb gehoord wat een gevaren er uit voortvloeien als de Roomschen niet •gaan stemmen, nu zal ik mijn plicht ver vullen en vast en zeker gaan stemmen. Als alle Roomsehe vrouwen zoo doen, dan zullen we de rooien een goeie les kunnen geven waaruit ze kunnen leoren dat men een Roomsehe vrouw niet aan haar hei ligste bezit moet komen. Roomsehe vrouwen, ik heb om opname in de krant verzocht omdat ik meen dat het bovenstaande voor velen van u van nut kan zijn. Vélen, zeer velen van u zul len ook meenen dat. vrouwenkiesrecht on zinnig is en daarom misschien zullen zij zich voorgenomen hebben miet te gaan stemmen. Ik ben er echter van overtuigd, als gij Kleerekooper liadt gehoord, dat gij dan evenals mijn hospita tot ande.ro ge dachten zoüdt zijn gekomen en dat gij dan ook nu het vaste voornemen rondt hebben om te gaan stemmen en daardoor mee te helpen 'a les aan de rooien te geven. Roomsehe mannen, blijft gij niet achter waar een eenvoudige Roomsehe vrouw ■AOo direct begrijpt welke groot© belangen er op het spel staan. Alle Roomsehe mannen en vrouwen stemmen dus de Roomsehe lijst. ALS DE SOCIALISTEN REGEEREN. De Residentiebode schrijft Het gehuil der socialistische pers en politiekers aangeheven rondom het wcts- ontwerp-A albense tot wijziging van don 8- urendag klinkt ons nog in de, ooren, zoo valsdh en oorverdoovend was liet. Minister Aalberse dae den principiëelen 8-urendag handhaafde maar alleen de wet wat soepeler maakte, werd uitgekreten voor een reactionair, een verrader der arbeiders, een handlanger van het brutale kapitalisme, enz. enz. Maar nog is al dit lawaai niet verstomd, of -daar komt de Duitscho Regeering, waarin vier socdaal-democraben zitting hebberg met een socialistisohen Minister van Alrbei-d, precies hetzelfde doen als Minister Aalberse hier deed. De Duitsche socialistische Minister van Arbeid heeft dezer dagen een wetsontwerp ingediend, waarbij de 48-urige werkweek wel in be ginsel wordt gehandhaafd^ maar er zal een reeks uitzonderingen worden gemaakt, die evenwel aan de wettelijke Tegeling zul len wo®den onttrokken en. welker regeling aan de organisaties van- werknemers en werkgevers zal worden overgelaten. Hier gaaf. de Duitsche wet dus nog veel Land- en Tuinbouw. ALGEMEENE R.-K. LANDBOUW- BEDRIJFSRAAD. Op Dinsdag,-13 Juni jjU hield de Alge meen© Landbouw-Bedrijfsraad onder voor zitterschap van Prof. L. van Aken, Ord. Proem., onder groot© belangstelling zijne jaarlijksche Algemeen© Vergadering te Utreclilb. In zijn openingsrede drukte de voor zitter er zijne groot© voldoening over uit, dat do Algemeen© Landbouw-Bedrijfsraad te midden van d© vele ruïnes op sociaal- economisch terrein nog onverzwakt over eind staat en standvastig doorwerkt. Het jaarvers-lag bewijst dit afdoende. "VVel zijn er nog geen groote dingen tot stand ge bracht, nog zijn we steeds doende onze denkbeelden te verbreiden in eigen lering en daarbuiten, maar alleen reeds het feit, ddt wij voortbestaan en voort werken is van groote beteekenis, omdat wij op die wijze een levende schakel blijven tusschen aiu én de toekomst. Als het bedrijfsdoven in ons land weer in gunstiger omstandig heden. zal zijn gekomen, zullen ook do an deren, vier strevingen naar de bedrijfsor ganisatie in de door ons voorgestane rich ting verflauwden, den losgelaten draad weer opvatten en ons voorbeeld weer vol gen. Spr. wekt ten slotte op tot voortdu rend werken, om met ons streven steeds beter resultaten t© bereiken. Hot jaarverslag, uitgebracht door den adi .-secretaris, Mr. v. Haastert, en do re kening en verantwoording over 1921 wor den vervolgens goedgekeurd. Daarna werd de begrooting voor 1923 sluitende op een totaal van 1800, vastgesteld. Naar aanleiding van een voorstel van den Landbouw-Bedriifêraad v. d. L. T. B. werd besloten aan het bestuur de voorbe reiding op te dragen van de, bestudeering van een tweetal onderwerpen, nauw ver band houdende met het loonvraagst-uk in den. landbouwd© trustvorming op het g© bied der s uikerbereiding en zuivelberei ding en de wettelijke "^regeling van liet pacht contract. Voor wat het laatste be treft zal overleg worden gezocht met den bést-aanden óentralen Pa oh'tra-ad van d en Nederlands chen Boerenbond'. Uit d© vergadering werd d© vr.aag ge stéld of er in de eerstvolgend© legislatie ve periode iets te verwachten was van de verwezenlijking der gedachte van de puMiekrechbelijke bedï i i fs organisatie cn of de Algemeene Landbouw-Bedrijfsraad in die richting iets zou kunnen doeai. Er ontspon zioh nu een levendige gedachten- wisseling, waarbij gewezen werd op het feit, dat het nu definitief vastgestelde R.-K. Staatsprogram klaarblijkelijk de pu bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie voor staat (v.gJ Hst. Vil: Onderwerpen van al gemeen maatschappelijk belang, punten 2, 3 en 5) cn dat ook de Nederlandsche Boerenbond in zijn advies inzake wijziging en aanvulling van het R.-K. St-aatspro- gram, uitgebracht aan den Algemeenen Bond van R.-K. Rijkskieskringorgamsa- t.ies, uitdrukkelijk opneming adviseert van liet punt: „Bevordering der publiekrech telijke bedrijfsorganisatie"* Ten slotte sprak de vergadering eenstemmig en met den meesten nadruk de verwachting uit, dat in de aanstaande periode van wetge ving zoowel door de Regeering als door de volksvertegenwoordiging ten spoedigste stappen zullen worden gedaan om t© ge raken tot de verwezenlijking van die pun ten uit liet R.-K. S taatsprogram, welke de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie betreffen. kers scheen uit te teeltenen cn ook do achterzijde van het klooster teekende". „Hebt gij haar gesproken of. van dicht bij gezien?" „Gesproken niet, mijnheer, maar het was een lange dame, donker van uiterlijk Zij was eenvoudig gekleed, meer kan ik van haar niet vertellen". „Maar gij spreekt van eenige dames". „Dat komt nog mijnheer, dat komt nog Gisterenmorgen reden hier op fietsen voorhij twee dames. Ik zelf heb ze niet gezien, maar mijn zoon hier zag hen, niet waar Pierre?" „Ja zeker, vader. Ze hadden beiden nog wel petten op, dat ziet men hier van meis jes niet veel en zij reden zeer vlug. Maar dat heb ik wel gezien, dat de eene lang en donker was. Zij leek mij do schilderes toe, die voor eenige dagen hier ook was. De andere was jongen en kleiner". „Hebt gij anders niemand hier gezien?" „Het SPÏH heeren dat ik U niet meer inlichtingen kan geven." „Maar hebt go verder niets bijzonders opgemerkt?" „Volstrekt niets, mijnheer. Het spijt mij dat wij u niet van dienst kunnen zijn". „Uw inlichtingen zijn zeer belangrijk", zei nu de lord, die zwijgend had toege luisterd. En de Tournel trok zijn beurs en gaf den ouden boer het beloofde tien francs- stuk, dat deze eerst niet wilde aannemen. Toen verwijderden zich de beide vrien den en liepen in gedachten voort naar de andcro boerderij, waar zij evenwel niets bijzonders vernamen. Op hun terugweg naar het klooster be spraken zij het gehoorde. Daarna kwam aan 3e or3e 3e bespre king van het rapport, van de Studiecom missie, ingesteld tot bestudeering van: a. do grondslagen van heb arbeidsloon in den landbouw, b. opneming van kapitaalrente in 3e exploitatierekening van een land bouwonderneming en c. de instelling van een Documentatiebureau voor den land bouw. D© Commissie was samengesteld uit de heeren Pater Mn. Dr. Am. Borret SJ., voorzitter, A. J. Loerakker (werknemer), J. Pijnacker (werkgever), Mr. H. van Haastert, secretaris. Na eenige discussie werd heb voorstel gedaan, om, nu do voor zitter der Commissie verhinderd was deze vergadering bij te wonen, het rapport aan to houden tob de volgend© algemeene ver gadering. Daartoe weid eenstemmig be sloten. Na de pauze kreeg de heer A. J. Loerak ker, voorzitter van den Algemeenen. R.-K. Landnrbeidersbond en onder-voorzitter v. d. Algemeenen R.-K. landbouw Bedrijfs- raad, gelegenheid een viertal door hem in gediende stellingen inte leiden en te ver dedigen. Na een ige gedacht cn w iss e-lin g worden de stellingen, behoudens wijziging op ee,n enkel punt, zonder hoofdelijke stemming aangenomen en door de verga dering tob de hare gemaakt. De stellingen ■luiden 1. Wil de Vereeniging, zoowel van werkgevers sis van arbeiders, de haar toe gewezen taak behoorlijk kunnen vervullen, dan is heb noodig, dab alle betrokken werkgevers en arbei Iers tot die. vereeni ging toetreden (en dus niet door bijkomsti ge omstandigheden' daarvan worden afge houden), elkanders organisatie steunen en de uitbreiding ervan zooveel mogelijk be vorderen. 2. Waar de voornaamste directe maat schappelijke taak van bovenbedoelde vcr- eenigingen isden socialen vrede t© bewa ren en te bevorderen, da&r is het al van- zolf sprekend, dat hierbij heb feat, of de arbeiders in het groot- of kleinbedrijf werkzaam zijn, of zij ter plaatse in grooten of wel kleinen getale aanwezig zijn, of de afstand tusschen patroon en arbeider groot of klein is, niet van doorslag ge vend© lieteekenis is. 3 Een der middelen om den socialen vrede te bewaren en t© bevorderen en als voorbereiding te die-non tot een naar R.-K. geest ingerichte bedrijfsorganisatie, is do Collectieve Arbeidsovereenkomst, zooidat op alle plaatsen waar R.-K. pa troons of arbeiders het landbouwbedrijf uitoefenen, een Collectieve Overeenkomst dient, te worden afgesloten. 4. Als hot dus een maatschappelijk be lang is dat overal Collectieve Overeen komsten worden afgesloten, mitsgaders beide groepen vercenigd zijn, moet met de daarvooT passonde middel au bevorderd worden, dat tot die groepen beboerende personen zoo spoedig mogelijk in hun res pectievelijke vereenigingen worden onder gebracht en is het meer bijzonder als taak van den- Algemeenen R.-K. Land bouw-Bedrijfsraad te achten, waar moge lijk, zulks te -bevorderen eu alles wat de organisatie van deze groepen o£ een.de- 7.or groepen zou kurmen belemmeren,,' met alle middelen waarover hij beschikt tegen te gaan. Daarna werd neg van gedachten gewis seld over het werkprogram voor 1923, waarop de1 intensieve propaganda do be langrijkste plaats inneemt en o.m. ook als punt voorkomt: de bestudeerinig van om vang en oorzaken der werkloosheid in den landbouw en de middelen tot bestrijding ervan.. Toen sloot 3e voorzitter de vergadering, nadat, hij nogmaals allen had opgewekt hun beste krachten te blijven geven aan hot welslagen onzer beweging, die onge twijfeld een gunstige sociale uitwerking hebben zou. De speciale Dehliakeuring en Tentoonstelling. Voor do 6peciale Dahliakeuring en tentoon stelling, die, zooals onze lezers weten, van 2! tol en met 24 September ae. dn do groote zaal van de Vereeniging ie Haarlem gehouden, zal worden, blijkt zeer veel animo le bestaan. Niet alleen ds het er toe benoodigde waarborg fonds Toeds zoo goed als volt ook end, maar ook zijn door vole autoriteiten, vereenigingen cn par ticulieren reeds verscheidene «ereprijzen of medailles toegezegd. Ook blijkt liet, dat er onder de kweekers zelf zeer veel lust voor inzending bestaat. Ter verduidelijking willen wij er nog eens op wijzen dat er voor deze keuring geen prijsvra gen of programma's worden uitgegeven. Ieder. „Hebt gij uw conclusies reeds getrok ken?" vroeg de Tournel, die reeds dik wijls bemerkt had hoe scherpzinnig lord Nibblinglon redeneerde. „Ja, zeker", antwoordde deze, „niaar zeg mij eerst, wat dunkt u van dat alles?" „Ik weet niet, wat ik er van denken moet. Ik zou wel mijn gevolgtrekkingen kunnen maken, maar zij lijken mij te on waarschijnlijk". „Welnu, welke gevolgtrekkingen be doelt gij?" „Deze: Het stomme meisjo is ontvoerd door een vrouw. Die vrouw, hoe dat ko- roeh we misschien nimmer te weten, is het gelukt haar verblijf op te sporen. Zij heeft een afdruk genomen van het slot van de tuindeur en is gisterenmorgen te rug gekomen om met het meisje te ver trekken. Beiden zijn per rijwiel vertrok ken". „Waarom lijken u deze gevolgtrekkin gen zoo onwaarschijnlijk?" „Wel, als we aannemen, dat het meis- jo op deze wijze ontvoerd is,- dan moet zij vrijwillig zijn medegegaan". „Ja, dat. is noodzakelijk". „Juist en wij moeten toch aannemen, dat do dame, die haar medevoerde, bij de Broeders behoort". „Dat is inderdaad wel te denken" ,Maar ik kan niet gelooven, dat het meisje zich vrijwillig weer in de macht van de schurken zou hebben begeven, uit wier handen ik haar redde". „Dat lijkt mij ook onwaarschijnlijk". „Welnu?' „Wat volgt daaruit?" „Dat onze veronderstellingen onjuist moeten zijn". die wat moois op het gebied van Dahlia's hooft, kan dat inzenden Cn do keuringscommissie be oordeelt do waande van het gezondene geheel op zich zelf, zonder vergelijking met andere inzeii!- <djjigen. De waarde van één bloem kan door deze wijs© van beoordelen goheel tot haar Tocht komen. Hetzelfde geschiedt met de bloom werken D® binders zijn gebeol vrij in huil keuze, mits aileco Dahlia bloemen gebruikt worden. Hierdoor kaai het publiek juist zion hoe uitnemend gowhiki dozo prachtbloemen voor bindwerk zijn. Tweemaal achtereen, eerst le Le den en vorl** den jaar te 's-Gravenhage, zijn deze Pahliakeu« ringen een groot succes geweest; het is te tw wachten, dat die te Haarlem voor haar beid# voorgangsters niet zal onderdoen. ,.Hb!d* LUCHTVAART. Vliegongeluk bij een bruiloft. Een vroeger militair© vlieger uit Zion City (Illinois) had aan zijn bruid beloofd, dat zij op hun trouwdag oen huwolijksreisjo door d« lucht zouden maken. Nauwelijks was hot bruidspaar mot do min chine opgestegen, of het vliegtuig 6torlte neor. De bruidegom word op slag gedood en zijn bruid ernstig gowond. Ook de bestuurder van het vliegtuig bekwam ernstige verwondingen. Het ongeluk was to wijten aan do roekeloos hoid van den bruidegom, dio den pilot, welk© aanvanlrolijk geweigerd had om op to stijgen we-* gena den gevaarlijken wind, onder voel ophot over zijn eigen vliegerervaringen geprest had, den tocht te aanvaarden. Temidden van het gejuich van bruiloftsgasten on toeschouwers was do mocliino opgestegen om spoedig door een rukwind gegrepen cn tegen den grond gesmakt to worden. Gemengde Benelux Overreden. Te Nijmegen is do arbeider T. H. uit Groi» beek bij hot afstoolen van oen trein zand wage» onder een dep laatste wagens gevallen. T|J kreeg drie wagens over zich cn was bijna i|. slag dood. Aangehouden. Gearresteerd is H. R. t© Meppol, in verbant met oen tekort in de kas dor Meppoler Onder© lingo Brandassurantic-Maatschappij, waarvan hij boekhouder was. R. Was 6edert eukole dagon verdwenen en werd to Amsterdam aangehouden. Een rupsenplaag. Uit Overijscl schrijft men aan hot „Vad.": Na 1 n schitterenden bloei van den Meidoor» in de nte is deze ïn bet Oosten van ons laf zov veelvuldig voorkomend© strijik, bijna ove< gebruikt als erfafsluiting, geteisterd door eet rupacnplaag. Eerst is de kleine rupseusooPv die hier en daar aan het werk is, vrij besobo den opgetreden, doch spoedig daarop werV deze insectenschade in allo Mei- of hagedoor» struiken en -hagen opgemerkt., Geen blaad> 'is er aan gebleven on de struiken, overdekt rmt» ,een grijs spinsel, staan nu armelijk,, zonder dev gewonen dichten, groenen tooi, door do vraaV zucht der kleine aanvallers, dio zich nog bj müliocaion tusschen de kaalgevreten twijgen op houden. Er valt op dit oogenblik weinig logen dozo rupacnplaag to beginnen. Gelukkig last do rups, hier aan 't werk, slechts sporadisch in d© buurt staand ander loofhout on vruchtboomon aan. Afdoende hulp kan alleen worden gebraclif door den ühluurlijken vijand der rupsen. cV sluipwesp, die zich bij hel voorkomen vau e-# rupscnplaag 6n<d pleegt te vermeerderen I# sluipwespen verwonden de rups met liaii legboor en leggen in do wonde een eitje, war* uit zich een pootloozc larve ontwikkelt. D larve spint zich in en uit de ooren ontstaat hti volkomen insect. Op deze wijze wordt de ru» senplaag spoedig tot staan gebracht. Daar, waar de rupsen nog pas sedert kok voorkomen, kan men haar een verdere ont wikkeling van haar aanval beletten doer he- 6prenkeling der struiken en de omgeving daar van niet kalkiyator. Evenwel, de rupsen zijn zoo legio, dat dit bestrijdingsmiddel vrij schamel schijnt Ongetwijfeld dient er thans hierbij opnieuw aan te worden herinnerd, hoe roekeloos het is, om struikgewas, waarin de insectenetende vogels gaarne nestelen, ondoordacht op le rui men Waar veel vogels verblijven, kan een rupsenplaag zeer moeilijk uitbreken, althans niet in die mate, als thans in het Óósten des lands met den Meidoorn het geval is „Neen", weersprak lord Nibt ^ton, ,.dat volgt daaruit volstrekt niet. kun uort niet aannemen, dat die schilderes hier toevallig rondzwierf, we kunnen evenmin geloovcu dat gistermorgen, loen het urm© meisje ontvoerd werd, die dame weer tc^ vallig hier voorbij reed met een jong mei6je. Neen, dat jonge meisje i« uw be schermelinge, daaraan kau geen twijfel beslaan". „Maar daarmede is niet de legonstr diglieid opgolost, waar ik u op wees. Of wilt gij veronderstellen, dat die dam© niet met do Broeders in betrekking zou staan". „Geenszins, ik durf zelfs veronderstel len, dat dio dame ons nader bekend is". „Gij meent?" „Ik meen, dat zij degene is, dio reed* vaker ons pad gekruist heeft, de dam© aan wie ik mijn leven te danken heb, door liet tegengift, dat zij ons bezorgde. Zij die u waarschuwde en later in den. trein ons het briefje deed toekomen *tt\ ons te bewegen niet te Sons uit tc slap pen". „Ik heb daaraan ook gedacht. Evenwel tot heden heeft die dame althans met ons medegewerkt. En nu zou zij ons juist t©- genwerkeu. Hoo is dat le verklaren?" ,.Ik weet het niet. maar de veronderstel ling die ik maakte, lijkt mij de minst on waarschijnlijke, ik weet geen betere, hoe wel ik toegeef, dat er zoo zeer veel raad selachtigs overblijft". (Wordt vervolgd.)" i FEUILLETON De broeders des verderfs. Oorspronkelijke Roman. (Nadruk verboden). 22) „Neen. Ik kan dit zoo stellig zeggen, 3mdat wij hier alle menschen uit den om trek kennen. Het is hier buitengewoon stil en als er dus eens een vreemde komt, wordt deze wol opgemerkt, zoo al niet door ons, dan wel door de menschen die op do beide pachthoeven hier dichtbij wonen". „We danken u ton 'zeerste voor uw in lichtingen", zei lord Nibblington met een buiging, en zich tot de Tournel" kecrend, vervolgde hij: „Willen wij thans niet ons onderzoek in den omtrek voortzetten? Als de overste het goed kan vinden, komen wij straks terug". Aldus werd afgesproken en de beido edellieden verlieten den tuin nu door de zelfde deur, door welko het slommo meis je eveneens giegaan moest zijn. Zij kwamen op een muilen zandweg, die met kreupelhout omzoomd was cn zagen niet ver weg do beide boerderijen liggen, van welke de overste gesproken had.Naar de eerste van deze boerenhuizen richtten ï'j hun schreden. Dicht bij het huis was een oude boer met een jongen, die blijk baar 2ijn zoon was, aan veldarbeid bezig. De eenvoudige landlieden groetten do bsida vreemdelingen beleefd. „W&I mannen", zei de graaf de Tournel Jaat den arbeid even rusten. Gij kunt ®ans op gemakkelijker wijze eenige franken verdienen, indien gij op onze vragen antwoorden wilt". De beide boeren keken vreemd op, maar ro oudste aitwoordde: „Daar. zeggen wij geen neen op, mijn heer... Vraag hetgeen gij van ons wilt weten". „Vertel mij dan eens, komen hier dik wijls vreemdelingen?" „Bijna nooit, mijnheer, liet is hier erg afgelegen. En dan deze streek heeft wei nig natuurschoon. Aan de andero zijde van Rennes is het drukker". „Als er dus vreemdelingen hier komen, valt u dit natuurlijk wel op?" „0, zeker, mijnheer, dal spreekt im mers vanzelf'. „Welnu, ik zal u tien franken geven, in dien gij mij precies vertelt, hoeveel vreem delingen gij hier de laatste dagen hebt ge zien en als gij mij hun uiterlijk zoo goed mogelijk beschrijft". „Dat zou to veel zijn, mijnheer, ik zou dat geld al heel gemakkelijk verdienen". „Dat doet er niet toe, vertel slechts wat gij weet. Gij bewijst er niet slechts ons een grooten dienst mede, maar ook de overste van het klooster hier". „In dat geval, mijnheer, zou ik u ook zonder eenige belooning, grootere dien sten willen bewijzen, dan die welke gij van mij vraagt.. Maar. ter zake. De eenig- ste vreemdelingen, welko ik hier in de laatste weken gezien heb, zijt gij beiden en eenige dames". „Eenige dames? zeg mij wat gij van haar weel". „Het is weinig, mijnheer. Voor een dag of vier zwierf hier een juffrouw rond op de fiets, die hier zoowat boomen en ak-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1922 | | pagina 3