Js leifalte Cnant".
Tweede Blad
vorder eri worden swaik georganiseerde
arb«éd«rs geheel aan. de patroons overge
leverd, iet-s waartegen Minister Aalberse
zich met kracht en succes heeft verzet.
Tooh ie Minister Aalberse een reactio
nair, een kapitalisten-knecht, en blijven
de Duitscho sociaal-democratische Minis
ters je ware arbeiders-vrienden.
Het mooiste is echter, dat de arbeiders-
commissie van den Rijksraad zich na een
grondig onderzoek, met het ontwerp vor-
oenigd heeft.
We zijn nieuwsgierig hoe liet „Volk"
deze socialistische arbeiders-vertegenr
woordigors nu wel noemt.
Want hun zonde is toch veel grooter
dlan die van de Katholieke arbeiders-
af ge vaardigden, die do veel mildere wijzi
gingen van Minister Aal-berse steunden.
Maar de arbeiders kunnen hieruit, op
nieuw leenon, wat ze van de socialistische
regeerders te wachten hebben.
Zaterdag 24 Juni 1922
J U B i L t.
Leidsche Processie naar Brielle.
Den len Juli 1872 werd in de Parochie
kerk van O. L. Vrouw Hemelvaart te
Leiden (M-onphre kerk) aan do Haarlem
merstraat het volgende bekend gemaakt:
Processie naar denBriel
te" houden door de Congre
gatie der H. Familie (man-
nenafdeeling) te Leid en.
Aan de processie kan ook worden deel-
genomen door mannen, die geen lid van
de congregatie z ijn.
Bela.nghebbe.nden gelieven zich spoedig
aan te melden bij de ondergeteekende
heeren S. Pols. Nieuwe Rijn. M. S. I. Wij-
tenburg, Burgsteeg.
Deze oproep bleef niet zonder gevolg,
want. op den 22en Juli daaropvolgende ver
trok 's morgens om 6 u-u-r vanaf het station
Leiden een extra-trein met 458 pelgrims,
in het volgend jaar, in 1873, was het aan
tal pelgrims reeds gestegen tot 553, naar
Schiedam, om van daar per extra-boot
de reis voort te zetten naar Brielle, het
doel der Pelgrimstocht, de bijzondere ven
eering der H. Martelaren van Gorkum.
Den 3en Augustus aanstaande zal weder
om de processie naar Brielle worden ge
houden. De processie mag zich dus ver
heugen in haar vijftigjarig bestaan. He
laas! tengevolge van den oorlog konden
in do jaren 1917 tot 1921 de gewone bede
vaarten niet doorgaan. Er heeft dus een
onderbreking plaats gehad, maar dit mag
ons niet beletten vreugdevol gestemd te
zijn over het feithet vijftigjarig bestaan
der Leidsche Processie naar Brielle.
In de jaren sinds 1872 is de devotie en
vereerin-g voor onze g-roote Brielsehe Mar
telaren steeds toegenomen en zoo zal in
dit jubeljaa/ Brielle wederom getuige moe
ten zijn, dat de Katholieken van Leiden en
Omstreken in grooten getale het graf dier
H. Martelaren komen vereeren. Zeker mag
deze processie i-n getalsterkte niet achter
staan bij de eerste processie in 1872,
want zoo moeten wij onze dankbaarheid
en vreugde toonen voor de vele weldaden
en genaden, welke God in de afgeloopen
vijftig jaren heeft geschonken aan allen,
die de voorspraak Zijner H. Martelaren op
het martelveld zijn gaan inroepen.
WAARSCHUWING.
Naar aanleiding van wat verschillende
"(bezorgde ouders vroegen in verband met
de geruchten over 'b losse strandleven
(en duiuleven .aan onze zeekuston,, ver
dient het misschien aanbeveling langs do
zen weg allen te samen te beantwoorden.
Zoo zal ook dit ernstig en welgemeend
woord wellicht anderen welgezindon de
oogen openen en eenige richting van han
delen in eventueelo gevallen kunnen aan
geven. Inderdaad het leven aan onze zee
kust is op sommige zg. mooie" dagen los
ergerlijk. Al zou men uit ondervinding
hiervan niets weten, «dam wekt reeds ern
stig vermoeden: het zien passeeron van
zoovelen, die daar heentrekkenin .drom
men of samen", op* de fiets, haifgekleed,
vaak vuile liedjes brallend en vol vieze
praat en dubbelzinnige scherts.
Eén oogopslag op de heele verschijning
van vele dagj es -m en s clieu-naar-'t-stran d
geeft vaak maar al te veel vermoeden
dikwijls geheel terecht En van zulke
menschen is op vele dagen ons strand en
onze duinenrij vol
Ik aarzel niet te zeggen, dat, hoewel 't
altijd onvoorzichtig is kinderen alléén te
laten „uitgaan", het absoluut onver-
a n t w o o r d e 1 ij k is, kinderen op
zulke dagen naar zee te laten gaan zon
der deskundig geleide. Onder goede,
w a a r 1 ij k goed© leiding is het toch
nog minstens hoogst gevaarlijk.
Kinderen!Ouders, nu bodoel
ik evengoed uw „grooten" jongen, uw 16-
jarig meisje, aan wie gij Zondags verlof
geeft ,naar zee" te gaan. Wat- zij daar zien
en hoorenen vaak zelf „doe.n" is ge
heel en al in staat hen te maken tot 3de
weekelijke, sentimenteele, lichtzinnige, cn
beschaamde jongelui, waarvan onze mo
derne maatschappij óvervol is
G. P. J. v. d. BURO,
HagevelöV Voerhout. pr.
Uit de Pers.
EEN ZWART SUCCES VAN EEN
ROODE BETOOGING.
Zondag werd te Nijmegen door de
S. D. A. P. een betooging gehouden met
als slot een meeting in „De Vorceniging".
J. A. schrijft daarover in De Volks-
k r a n t:
„Of een en ander geslaagd is 1 Ik weet
het nie.fc, door uitstedxgheid heb ik er niets
van gezien of gehoord.
Maandagmorgen thuiskomende, was 't
eerste wat ik hoorde: „Nou mijnheer u
heeft wat gemist, aldus mijn hospita. Wij
hebben gisteren Kleerekooper gehoord en
hij ging te keer tegen de Roomschen.. Als
we hem moeten gelooven deugt, er niets
van al wat. Roonisch is". Verder volgde
nog een uitvoerig relaas van wat er van
het gesprokene was onthouden. Een en
ander weid aangedikt met de verschillen
de gesticulaties welke van Kleerekooper
waren afgezien.
Mijn hospita is een eenvoudige doch
Roonvsehe vrouw. Zij laat zich niet in met
politieke en sociale vraagstukken, de zorg
voor haar gezin is haar hoofdzaak. Die
taak op Room8cke wijze te vervullen is
haar ideaal.
Wat was nu haar eindconclusie
Lk zal trachten haar woorden zoo ge
trouw mogelijk weer te geven.
„Tot dusver heb ik vrouwenkiesrecht
onzinnig gevonden en ik was ook niet van
plan om te gaan stemmen, maar nu ik
heb gehoord hoe door de socialisten alles
wordt in 't werk gesteld om <Loor leugen
en bedrog de menschen tegen de Roorn-
sche Kerk en da geestelijkheid op te zet
ten, nn ik héb gehoord wat een gevaren
er uit voortvloeien als de Roomschen niet
•gaan stemmen, nu zal ik mijn plicht ver
vullen en vast en zeker gaan stemmen.
Als alle Roomsehe vrouwen zoo doen, dan
zullen we de rooien een goeie les kunnen
geven waaruit ze kunnen leoren dat men
een Roomsehe vrouw niet aan haar hei
ligste bezit moet komen.
Roomsehe vrouwen, ik heb om opname
in de krant verzocht omdat ik meen dat
het bovenstaande voor velen van u van
nut kan zijn. Vélen, zeer velen van u zul
len ook meenen dat. vrouwenkiesrecht on
zinnig is en daarom misschien zullen zij
zich voorgenomen hebben miet te gaan
stemmen. Ik ben er echter van overtuigd,
als gij Kleerekooper liadt gehoord, dat gij
dan evenals mijn hospita tot ande.ro ge
dachten zoüdt zijn gekomen en dat gij
dan ook nu het vaste voornemen rondt
hebben om te gaan stemmen en daardoor
mee te helpen 'a les aan de rooien te
geven.
Roomsehe mannen, blijft gij niet achter
waar een eenvoudige Roomsehe vrouw
■AOo direct begrijpt welke groot© belangen
er op het spel staan.
Alle Roomsehe mannen en vrouwen
stemmen dus de Roomsehe lijst.
ALS DE SOCIALISTEN REGEEREN.
De Residentiebode schrijft
Het gehuil der socialistische pers en
politiekers aangeheven rondom het wcts-
ontwerp-A albense tot wijziging van don 8-
urendag klinkt ons nog in de, ooren, zoo
valsdh en oorverdoovend was liet.
Minister Aalberse dae den principiëelen
8-urendag handhaafde maar alleen de wet
wat soepeler maakte, werd uitgekreten
voor een reactionair, een verrader der
arbeiders, een handlanger van het brutale
kapitalisme, enz. enz.
Maar nog is al dit lawaai niet verstomd,
of -daar komt de Duitscho Regeering,
waarin vier socdaal-democraben zitting
hebberg met een socialistisohen Minister
van Alrbei-d, precies hetzelfde doen als
Minister Aalberse hier deed. De Duitsche
socialistische Minister van Arbeid heeft
dezer dagen een wetsontwerp ingediend,
waarbij de 48-urige werkweek wel in be
ginsel wordt gehandhaafd^ maar er zal een
reeks uitzonderingen worden gemaakt,
die evenwel aan de wettelijke Tegeling zul
len wo®den onttrokken en. welker regeling
aan de organisaties van- werknemers en
werkgevers zal worden overgelaten.
Hier gaaf. de Duitsche wet dus nog veel
Land- en Tuinbouw.
ALGEMEENE R.-K. LANDBOUW-
BEDRIJFSRAAD.
Op Dinsdag,-13 Juni jjU hield de Alge
meen© Landbouw-Bedrijfsraad onder voor
zitterschap van Prof. L. van Aken, Ord.
Proem., onder groot© belangstelling zijne
jaarlijksche Algemeen© Vergadering te
Utreclilb.
In zijn openingsrede drukte de voor
zitter er zijne groot© voldoening over uit,
dat do Algemeen© Landbouw-Bedrijfsraad
te midden van d© vele ruïnes op sociaal-
economisch terrein nog onverzwakt over
eind staat en standvastig doorwerkt. Het
jaarvers-lag bewijst dit afdoende. "VVel zijn
er nog geen groote dingen tot stand ge
bracht, nog zijn we steeds doende onze
denkbeelden te verbreiden in eigen lering
en daarbuiten, maar alleen reeds het feit,
ddt wij voortbestaan en voort werken is
van groote beteekenis, omdat wij op die
wijze een levende schakel blijven tusschen
aiu én de toekomst. Als het bedrijfsdoven
in ons land weer in gunstiger omstandig
heden. zal zijn gekomen, zullen ook do an
deren, vier strevingen naar de bedrijfsor
ganisatie in de door ons voorgestane rich
ting verflauwden, den losgelaten draad
weer opvatten en ons voorbeeld weer vol
gen. Spr. wekt ten slotte op tot voortdu
rend werken, om met ons streven steeds
beter resultaten t© bereiken.
Hot jaarverslag, uitgebracht door den
adi .-secretaris, Mr. v. Haastert, en do re
kening en verantwoording over 1921 wor
den vervolgens goedgekeurd. Daarna werd
de begrooting voor 1923 sluitende op een
totaal van 1800, vastgesteld.
Naar aanleiding van een voorstel van
den Landbouw-Bedriifêraad v. d. L. T. B.
werd besloten aan het bestuur de voorbe
reiding op te dragen van de, bestudeering
van een tweetal onderwerpen, nauw ver
band houdende met het loonvraagst-uk in
den. landbouwd© trustvorming op het g©
bied der s uikerbereiding en zuivelberei
ding en de wettelijke "^regeling van liet
pacht contract. Voor wat het laatste be
treft zal overleg worden gezocht met den
bést-aanden óentralen Pa oh'tra-ad van d en
Nederlands chen Boerenbond'.
Uit d© vergadering werd d© vr.aag ge
stéld of er in de eerstvolgend© legislatie
ve periode iets te verwachten was van
de verwezenlijking der gedachte van de
puMiekrechbelijke bedï i i fs organisatie cn
of de Algemeene Landbouw-Bedrijfsraad
in die richting iets zou kunnen doeai. Er
ontspon zioh nu een levendige gedachten-
wisseling, waarbij gewezen werd op het
feit, dat het nu definitief vastgestelde
R.-K. Staatsprogram klaarblijkelijk de pu
bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie voor
staat (v.gJ Hst. Vil: Onderwerpen van al
gemeen maatschappelijk belang, punten
2, 3 en 5) cn dat ook de Nederlandsche
Boerenbond in zijn advies inzake wijziging
en aanvulling van het R.-K. St-aatspro-
gram, uitgebracht aan den Algemeenen
Bond van R.-K. Rijkskieskringorgamsa-
t.ies, uitdrukkelijk opneming adviseert van
liet punt: „Bevordering der publiekrech
telijke bedrijfsorganisatie"* Ten slotte
sprak de vergadering eenstemmig en met
den meesten nadruk de verwachting uit,
dat in de aanstaande periode van wetge
ving zoowel door de Regeering als door
de volksvertegenwoordiging ten spoedigste
stappen zullen worden gedaan om t© ge
raken tot de verwezenlijking van die pun
ten uit liet R.-K. S taatsprogram, welke
de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie
betreffen.
kers scheen uit te teeltenen cn ook do
achterzijde van het klooster teekende".
„Hebt gij haar gesproken of. van dicht
bij gezien?"
„Gesproken niet, mijnheer, maar het
was een lange dame, donker van uiterlijk
Zij was eenvoudig gekleed, meer kan ik
van haar niet vertellen".
„Maar gij spreekt van eenige dames".
„Dat komt nog mijnheer, dat komt nog
Gisterenmorgen reden hier op fietsen
voorhij twee dames. Ik zelf heb ze niet
gezien, maar mijn zoon hier zag hen, niet
waar Pierre?"
„Ja zeker, vader. Ze hadden beiden nog
wel petten op, dat ziet men hier van meis
jes niet veel en zij reden zeer vlug. Maar
dat heb ik wel gezien, dat de eene lang
en donker was. Zij leek mij do schilderes
toe, die voor eenige dagen hier ook was.
De andere was jongen en kleiner".
„Hebt gij anders niemand hier gezien?"
„Het SPÏH heeren dat ik U
niet meer inlichtingen kan geven."
„Maar hebt go verder niets bijzonders
opgemerkt?"
„Volstrekt niets, mijnheer. Het spijt mij
dat wij u niet van dienst kunnen zijn".
„Uw inlichtingen zijn zeer belangrijk",
zei nu de lord, die zwijgend had toege
luisterd.
En de Tournel trok zijn beurs en gaf
den ouden boer het beloofde tien francs-
stuk, dat deze eerst niet wilde aannemen.
Toen verwijderden zich de beide vrien
den en liepen in gedachten voort naar de
andcro boerderij, waar zij evenwel niets
bijzonders vernamen.
Op hun terugweg naar het klooster be
spraken zij het gehoorde.
Daarna kwam aan 3e or3e 3e bespre
king van het rapport, van de Studiecom
missie, ingesteld tot bestudeering van: a.
do grondslagen van heb arbeidsloon in den
landbouw, b. opneming van kapitaalrente
in 3e exploitatierekening van een land
bouwonderneming en c. de instelling van
een Documentatiebureau voor den land
bouw.
D© Commissie was samengesteld uit de
heeren Pater Mn. Dr. Am. Borret SJ.,
voorzitter, A. J. Loerakker (werknemer),
J. Pijnacker (werkgever), Mr. H. van
Haastert, secretaris. Na eenige discussie
werd heb voorstel gedaan, om, nu do voor
zitter der Commissie verhinderd was deze
vergadering bij te wonen, het rapport aan
to houden tob de volgend© algemeene ver
gadering. Daartoe weid eenstemmig be
sloten.
Na de pauze kreeg de heer A. J. Loerak
ker, voorzitter van den Algemeenen. R.-K.
Landnrbeidersbond en onder-voorzitter v.
d. Algemeenen R.-K. landbouw Bedrijfs-
raad, gelegenheid een viertal door hem in
gediende stellingen inte leiden en te ver
dedigen. Na een ige gedacht cn w iss e-lin g
worden de stellingen, behoudens wijziging
op ee,n enkel punt, zonder hoofdelijke
stemming aangenomen en door de verga
dering tob de hare gemaakt. De stellingen
■luiden
1. Wil de Vereeniging, zoowel van
werkgevers sis van arbeiders, de haar toe
gewezen taak behoorlijk kunnen vervullen,
dan is heb noodig, dab alle betrokken
werkgevers en arbei Iers tot die. vereeni
ging toetreden (en dus niet door bijkomsti
ge omstandigheden' daarvan worden afge
houden), elkanders organisatie steunen en
de uitbreiding ervan zooveel mogelijk be
vorderen.
2. Waar de voornaamste directe maat
schappelijke taak van bovenbedoelde vcr-
eenigingen isden socialen vrede t© bewa
ren en te bevorderen, da&r is het al van-
zolf sprekend, dat hierbij heb feat, of de
arbeiders in het groot- of kleinbedrijf
werkzaam zijn, of zij ter plaatse in grooten
of wel kleinen getale aanwezig zijn, of de
afstand tusschen patroon en arbeider
groot of klein is, niet van doorslag ge
vend© lieteekenis is.
3 Een der middelen om den socialen
vrede te bewaren en t© bevorderen en
als voorbereiding te die-non tot een naar
R.-K. geest ingerichte bedrijfsorganisatie,
is do Collectieve Arbeidsovereenkomst,
zooidat op alle plaatsen waar R.-K. pa
troons of arbeiders het landbouwbedrijf
uitoefenen, een Collectieve Overeenkomst
dient, te worden afgesloten.
4. Als hot dus een maatschappelijk be
lang is dat overal Collectieve Overeen
komsten worden afgesloten, mitsgaders
beide groepen vercenigd zijn, moet met de
daarvooT passonde middel au bevorderd
worden, dat tot die groepen beboerende
personen zoo spoedig mogelijk in hun res
pectievelijke vereenigingen worden onder
gebracht en is het meer bijzonder als
taak van den- Algemeenen R.-K. Land
bouw-Bedrijfsraad te achten, waar moge
lijk, zulks te -bevorderen eu alles wat de
organisatie van deze groepen o£ een.de-
7.or groepen zou kurmen belemmeren,,' met
alle middelen waarover hij beschikt tegen
te gaan.
Daarna werd neg van gedachten gewis
seld over het werkprogram voor 1923,
waarop de1 intensieve propaganda do be
langrijkste plaats inneemt en o.m. ook als
punt voorkomt: de bestudeerinig van om
vang en oorzaken der werkloosheid in den
landbouw en de middelen tot bestrijding
ervan..
Toen sloot 3e voorzitter de vergadering,
nadat, hij nogmaals allen had opgewekt
hun beste krachten te blijven geven aan
hot welslagen onzer beweging, die onge
twijfeld een gunstige sociale uitwerking
hebben zou.
De speciale Dehliakeuring en Tentoonstelling.
Voor do 6peciale Dahliakeuring en tentoon
stelling, die, zooals onze lezers weten, van 2!
tol en met 24 September ae. dn do groote zaal
van de Vereeniging ie Haarlem gehouden, zal
worden, blijkt zeer veel animo le bestaan.
Niet alleen ds het er toe benoodigde waarborg
fonds Toeds zoo goed als volt ook end, maar ook
zijn door vole autoriteiten, vereenigingen cn par
ticulieren reeds verscheidene «ereprijzen of
medailles toegezegd.
Ook blijkt liet, dat er onder de kweekers zelf
zeer veel lust voor inzending bestaat.
Ter verduidelijking willen wij er nog eens op
wijzen dat er voor deze keuring geen prijsvra
gen of programma's worden uitgegeven. Ieder.
„Hebt gij uw conclusies reeds getrok
ken?" vroeg de Tournel, die reeds dik
wijls bemerkt had hoe scherpzinnig lord
Nibblinglon redeneerde.
„Ja, zeker", antwoordde deze, „niaar
zeg mij eerst, wat dunkt u van dat alles?"
„Ik weet niet, wat ik er van denken
moet. Ik zou wel mijn gevolgtrekkingen
kunnen maken, maar zij lijken mij te on
waarschijnlijk".
„Welnu, welke gevolgtrekkingen be
doelt gij?"
„Deze: Het stomme meisjo is ontvoerd
door een vrouw. Die vrouw, hoe dat ko-
roeh we misschien nimmer te weten, is
het gelukt haar verblijf op te sporen. Zij
heeft een afdruk genomen van het slot
van de tuindeur en is gisterenmorgen te
rug gekomen om met het meisje te ver
trekken. Beiden zijn per rijwiel vertrok
ken".
„Waarom lijken u deze gevolgtrekkin
gen zoo onwaarschijnlijk?"
„Wel, als we aannemen, dat het meis-
jo op deze wijze ontvoerd is,- dan moet zij
vrijwillig zijn medegegaan".
„Ja, dat. is noodzakelijk".
„Juist en wij moeten toch aannemen,
dat do dame, die haar medevoerde, bij de
Broeders behoort".
„Dat is inderdaad wel te denken"
,Maar ik kan niet gelooven, dat het
meisje zich vrijwillig weer in de macht
van de schurken zou hebben begeven, uit
wier handen ik haar redde".
„Dat lijkt mij ook onwaarschijnlijk".
„Welnu?'
„Wat volgt daaruit?"
„Dat onze veronderstellingen onjuist
moeten zijn".
die wat moois op het gebied van Dahlia's hooft,
kan dat inzenden Cn do keuringscommissie be
oordeelt do waande van het gezondene geheel op
zich zelf, zonder vergelijking met andere inzeii!-
<djjigen.
De waarde van één bloem kan door deze wijs©
van beoordelen goheel tot haar Tocht komen.
Hetzelfde geschiedt met de bloom werken D®
binders zijn gebeol vrij in huil keuze, mits aileco
Dahlia bloemen gebruikt worden. Hierdoor kaai
het publiek juist zion hoe uitnemend gowhiki
dozo prachtbloemen voor bindwerk zijn.
Tweemaal achtereen, eerst le Le den en vorl**
den jaar te 's-Gravenhage, zijn deze Pahliakeu«
ringen een groot succes geweest; het is te tw
wachten, dat die te Haarlem voor haar beid#
voorgangsters niet zal onderdoen. ,.Hb!d*
LUCHTVAART.
Vliegongeluk bij een bruiloft.
Een vroeger militair© vlieger uit Zion City
(Illinois) had aan zijn bruid beloofd, dat zij
op hun trouwdag oen huwolijksreisjo door d«
lucht zouden maken.
Nauwelijks was hot bruidspaar mot do min
chine opgestegen, of het vliegtuig 6torlte neor.
De bruidegom word op slag gedood en zijn bruid
ernstig gowond. Ook de bestuurder van het
vliegtuig bekwam ernstige verwondingen.
Het ongeluk was to wijten aan do roekeloos
hoid van den bruidegom, dio den pilot, welk©
aanvanlrolijk geweigerd had om op to stijgen we-*
gena den gevaarlijken wind, onder voel ophot
over zijn eigen vliegerervaringen geprest had, den
tocht te aanvaarden.
Temidden van het gejuich van bruiloftsgasten
on toeschouwers was do mocliino opgestegen om
spoedig door een rukwind gegrepen cn tegen den
grond gesmakt to worden.
Gemengde Benelux
Overreden.
Te Nijmegen is do arbeider T. H. uit Groi»
beek bij hot afstoolen van oen trein zand wage»
onder een dep laatste wagens gevallen. T|J
kreeg drie wagens over zich cn was bijna i|.
slag dood.
Aangehouden.
Gearresteerd is H. R. t© Meppol, in verbant
met oen tekort in de kas dor Meppoler Onder©
lingo Brandassurantic-Maatschappij, waarvan hij
boekhouder was. R. Was 6edert eukole dagon
verdwenen en werd to Amsterdam aangehouden.
Een rupsenplaag.
Uit Overijscl schrijft men aan hot „Vad.":
Na 1 n schitterenden bloei van den Meidoor»
in de nte is deze ïn bet Oosten van ons laf
zov veelvuldig voorkomend© strijik, bijna ove<
gebruikt als erfafsluiting, geteisterd door eet
rupacnplaag. Eerst is de kleine rupseusooPv
die hier en daar aan het werk is, vrij besobo
den opgetreden, doch spoedig daarop werV
deze insectenschade in allo Mei- of hagedoor»
struiken en -hagen opgemerkt., Geen blaad>
'is er aan gebleven on de struiken, overdekt rmt»
,een grijs spinsel, staan nu armelijk,, zonder dev
gewonen dichten, groenen tooi, door do vraaV
zucht der kleine aanvallers, dio zich nog bj
müliocaion tusschen de kaalgevreten twijgen op
houden.
Er valt op dit oogenblik weinig logen dozo
rupacnplaag to beginnen. Gelukkig last do
rups, hier aan 't werk, slechts sporadisch in d©
buurt staand ander loofhout on vruchtboomon
aan.
Afdoende hulp kan alleen worden gebraclif
door den ühluurlijken vijand der rupsen. cV
sluipwesp, die zich bij hel voorkomen vau e-#
rupscnplaag 6n<d pleegt te vermeerderen I#
sluipwespen verwonden de rups met liaii
legboor en leggen in do wonde een eitje, war*
uit zich een pootloozc larve ontwikkelt. D
larve spint zich in en uit de ooren ontstaat hti
volkomen insect. Op deze wijze wordt de ru»
senplaag spoedig tot staan gebracht.
Daar, waar de rupsen nog pas sedert kok
voorkomen, kan men haar een verdere ont
wikkeling van haar aanval beletten doer he-
6prenkeling der struiken en de omgeving daar
van niet kalkiyator.
Evenwel, de rupsen zijn zoo legio, dat dit
bestrijdingsmiddel vrij schamel schijnt
Ongetwijfeld dient er thans hierbij opnieuw
aan te worden herinnerd, hoe roekeloos het is,
om struikgewas, waarin de insectenetende
vogels gaarne nestelen, ondoordacht op le rui
men Waar veel vogels verblijven, kan een
rupsenplaag zeer moeilijk uitbreken, althans niet
in die mate, als thans in het Óósten des lands
met den Meidoorn het geval is
„Neen", weersprak lord Nibt ^ton,
,.dat volgt daaruit volstrekt niet. kun
uort niet aannemen, dat die schilderes hier
toevallig rondzwierf, we kunnen evenmin
geloovcu dat gistermorgen, loen het urm©
meisje ontvoerd werd, die dame weer tc^
vallig hier voorbij reed met een jong
mei6je. Neen, dat jonge meisje i« uw be
schermelinge, daaraan kau geen twijfel
beslaan".
„Maar daarmede is niet de legonstr
diglieid opgolost, waar ik u op wees. Of
wilt gij veronderstellen, dat die dam©
niet met do Broeders in betrekking zou
staan".
„Geenszins, ik durf zelfs veronderstel
len, dat dio dame ons nader bekend is".
„Gij meent?"
„Ik meen, dat zij degene is, dio reed*
vaker ons pad gekruist heeft, de dam©
aan wie ik mijn leven te danken heb,
door liet tegengift, dat zij ons bezorgde.
Zij die u waarschuwde en later in den.
trein ons het briefje deed toekomen *tt\
ons te bewegen niet te Sons uit tc slap
pen".
„Ik heb daaraan ook gedacht. Evenwel
tot heden heeft die dame althans met ons
medegewerkt. En nu zou zij ons juist t©-
genwerkeu. Hoo is dat le verklaren?"
,.Ik weet het niet. maar de veronderstel
ling die ik maakte, lijkt mij de minst on
waarschijnlijke, ik weet geen betere, hoe
wel ik toegeef, dat er zoo zeer veel raad
selachtigs overblijft".
(Wordt vervolgd.)" i
FEUILLETON
De broeders des verderfs.
Oorspronkelijke Roman.
(Nadruk verboden).
22)
„Neen. Ik kan dit zoo stellig zeggen,
3mdat wij hier alle menschen uit den om
trek kennen. Het is hier buitengewoon
stil en als er dus eens een vreemde komt,
wordt deze wol opgemerkt, zoo al niet
door ons, dan wel door de menschen die
op do beide pachthoeven hier dichtbij
wonen".
„We danken u ton 'zeerste voor uw in
lichtingen", zei lord Nibblington met een
buiging, en zich tot de Tournel" kecrend,
vervolgde hij:
„Willen wij thans niet ons onderzoek in
den omtrek voortzetten? Als de overste
het goed kan vinden, komen wij straks
terug".
Aldus werd afgesproken en de beido
edellieden verlieten den tuin nu door de
zelfde deur, door welko het slommo meis
je eveneens giegaan moest zijn.
Zij kwamen op een muilen zandweg, die
met kreupelhout omzoomd was cn zagen
niet ver weg do beide boerderijen liggen,
van welke de overste gesproken had.Naar
de eerste van deze boerenhuizen richtten
ï'j hun schreden. Dicht bij het huis was
een oude boer met een jongen, die blijk
baar 2ijn zoon was, aan veldarbeid bezig.
De eenvoudige landlieden groetten do
bsida vreemdelingen beleefd.
„W&I mannen", zei de graaf de Tournel
Jaat den arbeid even rusten. Gij kunt
®ans op gemakkelijker wijze eenige
franken verdienen, indien gij op onze
vragen antwoorden wilt".
De beide boeren keken vreemd op,
maar ro oudste aitwoordde:
„Daar. zeggen wij geen neen op, mijn
heer... Vraag hetgeen gij van ons wilt
weten".
„Vertel mij dan eens, komen hier dik
wijls vreemdelingen?"
„Bijna nooit, mijnheer, liet is hier erg
afgelegen. En dan deze streek heeft wei
nig natuurschoon. Aan de andero zijde
van Rennes is het drukker".
„Als er dus vreemdelingen hier komen,
valt u dit natuurlijk wel op?"
„0, zeker, mijnheer, dal spreekt im
mers vanzelf'.
„Welnu, ik zal u tien franken geven, in
dien gij mij precies vertelt, hoeveel vreem
delingen gij hier de laatste dagen hebt ge
zien en als gij mij hun uiterlijk zoo goed
mogelijk beschrijft".
„Dat zou to veel zijn, mijnheer, ik zou
dat geld al heel gemakkelijk verdienen".
„Dat doet er niet toe, vertel slechts wat
gij weet. Gij bewijst er niet slechts ons
een grooten dienst mede, maar ook de
overste van het klooster hier".
„In dat geval, mijnheer, zou ik u ook
zonder eenige belooning, grootere dien
sten willen bewijzen, dan die welke gij
van mij vraagt.. Maar. ter zake. De eenig-
ste vreemdelingen, welko ik hier in de
laatste weken gezien heb, zijt gij beiden
en eenige dames".
„Eenige dames? zeg mij wat gij van
haar weel".
„Het is weinig, mijnheer. Voor een dag
of vier zwierf hier een juffrouw rond op
de fiets, die hier zoowat boomen en ak-