rant". Tweede Blad. Dinsdag 21 Febraari 1922 STADSNIEUWS GEMEENTERAAD. Vergadering van den Raad der Gemeente leiden op Maandag 20 Februari 1922, des nam. te 2 uur. Voorzitter Jhr Mr. Dr. N. G. de Gijselaar. Afwezig met kennisgeving de beeren Rotte* Teol, v. Hamel, Sanders en Mcvt. v. Itallie. De notulen van de vorige vergadering wor- 0cn goedgekeurd. Do V o o r z doet mededeeling van de in gekomen stukken w.o. adres van den Leidscben marklkoopliedenbond. Wordt bij punt 11 be handeld. Verder een verzoek van de Vereen, van gestiebtsartsen om de wedden van de art- sn aan de gem. stichtingen te verhoogen. Wordt ter visie gelegd, evenals een advies inzake het voorontwerp-winkelsluiting. Een adres van bewoners van de Maria-Gondastraat wordt in handen gesteld van B. en W. om advies. Aan de orde komt nu: 1. Benoeming van een Stads-Geneosbcor, voor het tijdvak 1 Februari 19221925. De beer A. Kist wordt opnieuw benoemd. 2. Praeadvies op het verzoek van Dr. J. M. Ruvs om eervol ontslag als lecraar aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool voor Jongens. Het ontslag wordt eervol verleend. 3. Suppletoire staat ran bogrooting, dienst 1920, van het H. G. of Arme Wees- en Kinder^ 1 huis. Den heer v. E c k is gebleken dat hierop een kleine subsidie van de gemeente voorkomt. Hij vraagt hieromtrent nadere inlichtingen. De heer v. d. Lip, weth., zegt, dat indertijd is besloten voor kinderen, die niet bepaald op genomen behoefden te worden een kleine sub sidie fe verleenen. Het voorstel wordt goedgekeurd 4. Staat van af- en overschrijving op de be grooting. dienst 1920, van bet H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. Goedgekeurd. 5. Rekening, dienst 1920, van het H. G. of 'Arme Wees- en Kinderhuis. Goedgekeurd. 6. Begrooting, dienst 1922, van hot H. G. of 'Arme- Wees-* en Kinderhuis. Goedgekeurd. 7. Bogrooting, dienst 1922, van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwonhuis. Goedgekeurd. 8. Voorstel tot aanvaarding in bruikleen ten behoeve van het Stedelijk Museum „Lakenhal" van een colloctie meubelen, porcelein, enz.. t< e- behoorende aan den Notaris J. H. Bosch to Wravonhage. Goedgekeurd. De V o o r z. brengt een woord van dank aan 4en heer Bosch (applaus). 9. Herstemming over het 2e gedeelte van het amendement-van Stralen op art. 4 dor verorde ning, regolonde het verleenen van wachtgeld aan gemeente-ambtenaren; b. Voortzetting van de behandeling dier ver- orderog. y>*st wurdt opnieuw gestemd over bet voor stel om ook den diensttijd in andere gemeenten mee te doen tellen. Het voorstel wordt verworpen met 12 tegen 10 stemmen. Thans komt aan de orde een amendement-v. Stralen om bij het aanbieden van een be trekking ook met persoonlijke omstandigheden te rekenen. De heer v Stralen licht dit voorstel nog kort toe. De Voori. zegt, dat B. en W don in hun voorstel aangegeven vorm voldoende achten. Het speekt toch wel vanzelf dat B. en W. met de omstandigheden rekening zullen houden. Maar wordt het amendement aangenomen, dan kan dit tot allerlei moeilijkheden aanleiding geven. Er is geen denken aan, dat B. en W. niet met de persoonlijke omstandigheden zullen rekenen. Spreker vestigt er voorts nog de aandacht op dat beroep op den Gemeenteraad openstaat.. De heer v. Stralen vraagt, of dit laatst juist is. Hij meent niet dat in dit geval 1 roep mogelijk is, daar dit alleen betrekking heeft oi) bet wachtgeld. Spreker acht de door hem aangegeven toevoeging gewenscht, daar anders bet wachtgeld om niet voldoende rede non zou kunnen eindigen. De V o o r z. meent, dat beroep op den Raad wel degelijk mogelijk ia. Als iemand benoemd wordt vervalt het wachtgeld, waartegen men bij den Raad in beroep kan komen. Spreker meent, dat het amendement in het belang der Gemeen te, geen aanbeveling verdient. De heer Pera, weth., zegt dat liet hier een kwestie van vertrouwen is. De heer v. Stralen wil B. en W. zooveel mogelijk aan handen leggen. Het spreekt vanzelf dat de directeuren de belangen der ge meente zullen behartigen. De heer Dubbelde man: Spreekt dat vanzelf? De heer Pera: Ja, dat staat vast. De heer van der Lip: We zijn er*op geabonneerd. (Gelach). De heer Pera moet het amendement ontraden. De heer v. Stralen begrijpt niet welk bezwaar er tegen zijn voorstel kan zijn. Als 't een kwestie van vertrouwen is, zoo als de heer Pera meent, dan zouden alle bepalingen kunnen vervallen. Het amendement in stemming gebracht wordt verworpen met 19 legen 6stem men. Voor de aanwezige Soc. Democraten Bij art. 11 vraagt de heer-v. Stralen of het niet beter is, dit- artikel geheel of ge deeltelijk te schrappen, waardoor van wachtgeld kunnen worden uitgesloten zij die een vrijheidsstraf ondergaan. Spr. zou ook in zulk een geval het wachtgeld willen handhaven. De Voorz. zegt dat het hier gaat om den lijd, dien men noodig heeft voor het zoeken van een nieuwe be trekking,door te komen. Maar dat is niet het geyal als iemand b.v. een half jaar naar Schevenin- gen gaat. Nu zal natuurlijk met de huise lijke omstandigheden worden gerekend, maar het gaat toch niet aan, om hier kunnen te veranderen in moeten. De heer Pera, weth,, zegl, dat men met allerlei toestanden, die voorkomen, moet rekening houden, 't Kan zeer ongewenscht zijn dat in een bepaald geval de man of ook wel de vrouw, het geld in handen krijgt. Laat men aannemen dat B. en W. het geld zoo doelmatig mogelijk zullen be steden. Het artikel wordt goedgekeurd. Bij art. 12 stelt de heer v. Stralen voor, eventueele bezwaren eerst dooreen commissio te doen onderzoeken, vóór de Raad een beslissing neemt. De heer Pera. weth., zegt, dat B. en W. zulk een bepaling niet wenschelijk achten, daar het. betreft zaken, die do Raad heel gemakkelijk zal kunnen beoor delen. Het betreft hier een niet-noodige werkvermeerdering. Spr. ziet geen enkele reden, hierover nog een commissie te hooren. De heer v. d. Lip, weth., zegt dat de Raad in bepaalde gevallen allijd nog kan besluiten een commissie te benoemen om een beslissing voor te bereiden. De Voorz. zegt ook dat in bepaalde gevallen een nader onderzoek gewenscht kan zijn. Maar dan is er niets tegen daa"- voor een commissie ad hoe te benoemen. De heer v. Stralen zegt dat een voordeel van zijn voorstel is, dat de be trokken personen dan persoonlijk hunne belangen kunnen verdedigen.Spr. ziet niet in welk bezwaar tegen zijn voorstel kan worden gemaakt- De heer Heemskerk meent dat iemand veel sterker staat wanneer hij door een speciale raadscommissie wordt gehoord, dan wanneer hij met een com missie van advies te doen heeft, wier taak het is B. en W. te adviseeren. De heer v. Stralen trekt nu zijn voorstel in. Als de heer Heemskerk er te gen is, heeft het toch geen kans. (Gelach;. De verordening wordt goedgekeurd. 10. Herstemming over het voorstel tot be schikbaarstelling van gelden ^o :r het maken en inrichten van een kantoor voor den Markt- on Havendienst in het Waaggobi-uv. De heer Bots, woth., stelt voor (le beraad slaging te heropenen. Aldus besloten. De heer Bots, weth., meent, dat er een mis verstand bestaat Men meent misschien, dat. als de zaal, thans door 't Sted. Muziekcorps gebruikt voor kantoor wordt ingericht, dit niets zal kosten. Dit is echter onjuist. De kosten zullen zeker niet minder zijn. Verder zegt spreker, dat als het corps verhuizon, moet, <Êt niefc onbe langrijke kosten met zich brengt Verwerping van het voorstel van B. en W, zou zeker financieel niet voordceliger zyn. De heer -Sijtsma heeft vernomen, dat de lokaliteit in het Waaggebouw zeer moeilijk te bereiken is. Spreker meent dat het morkllokaal op de Beestenmarkt met zeer weinig moeite zou zijn in te richten. Waarom moet alles zoo grootscheeps worden ingericht? De heer Wilbrink dringt er op aan om, nu reeds zoolang naar een geschikt kantoor gezocht is, het voorstel Sijtsma niet aan te ne men, Het door den heer S. geopperde plan, is practisch niet uitvoerbaar, daar 't kantoor 'n paar dagen per week geheel noodig is. Spreker be veelt aanneming van het voorstel van B. en W. ernstig aan, temeer daar verplaatsing vau het muziekcorps niet zoo gemakkelijk schijnt. De heer Oostdam kan niet inzien dat hier van een gelukkige oplossing gespro ken kan worden. Is er dan heel de gemeente •niet een klein lokaaltje te vinden? Het kan heel klein zijn want wat nu wordt voorgesteld is al zoo klein mogelijk en dan nog zeer moeilijk be reikbaar. De heer Bots. weth, wijst er nog op dat het hier 'n geschikte plaats is, daar de meeste zt,ken in de Waag worden afgedaan De heer Dubbeldoman wil het voorstel afwijzen. Het muziekcorps hoeft een subsidie van 4000. Daarvoor is zeker wol een lokaal tje te krijgen. Bovendien, het nu voorgestelde lokaal zal toch spoedig te klein zijn. Waarom zullen we ten pleiziere van een ander krom liggen De heer Knuttel vraagt inlichtingen om trent de aan te brengen veranderingen. Do heer Bots, weth., zegt dat die van zeer ondergeschikten aard zijn. De boer Wilbrink acht het niet noodig, om, zooals de heer Dubbeldoman wenscht. meer ruimte beschikbaar te stellen dan gevraagd wordt. Men heeft kans dat er dan ook nog een mannetje in gezet moet worden (gelach) De Voorz zegt, dat hier een misverstand bestaat. A!s de muziekzaal, gebruikt wordt, zal dat belangrijke kosten met zich brengen, ter wijl dan levens misschien aardige dingen ver nield worden. Een gvooto -ruimte is hier abso luut niet noodig. Het voorstel in steryning gebracht wordt aangenomen met 17 legen 10 stemmen. Tegen de heeren Oostdam. Knuttel, Bisschop, Sijtsma. Eerdma.ns en de Soc Dem. behalve do heer Grooneveld. 11. Praeadvies op do adressen van B. Kopuit e.a. on van den Leidschon Mn rklkoopli eden bond ..Ons Belang", in zake de definitieve plaatsbe-* paling voor hot houden van do algemeene Za- terdagseho dag- on avondmarkten. Hierbij komt aan de orde een voorste! van den heer Sijtsma, om uitsluitend de Viscli- markt en omgeving als marktterrein te bestem men. De heer S ij t s m a is door het voorstel van B. en W. teleurgesteld Er is nu een langduri ge proef genomen en nu is toch wel gebleken, dat men niet op de Beestenmarkt, maar op de Vischmarkt wil zijn. Spreker meent dat cr nu alle reden is, naar-de Vischmarkt te gaan. Hij begrüpl niet, waarom B. en W. de proef willen voortzetten. Spreker gaat dan het gehee'e ver loop van de" aftak nog eensL na. De directeur heeft beproefd de gehoele markt naar de Bees tenmarkt te brengen Dit is echter een misluk king gebleken. Men heeft gewezen op de ver keersgevaren, maar de ervaring heef» geleerd dat die bezwaren te ondervangen zijn Spreker meent dat bet in alle opzichten beier is, de markt naar de Vischmarkt le brengen. Kunnen alle kramen daar niet geplaatst worden, dan kan in bepaalde gevallen nog een uitweg ge zocht worden naar den kant van de Nieuwstraat Alles pleit er z. i. voor de markt weer naar de Vischmarkt over te brengen. De beer Mulder begrijpt niet de beweging die over deze eenvoudige zaak gemaakt wordt. De hoer Sijtsma zegt. dat er bijna niemand meer op de Beestenmarkt komt. Welnu dan zal het niet lang duren of de gehoele zaak loopt daar dood. 't Spreekt toch wel vanzelf, dat de menschen daar gaan, waar dat voor hen 't meest gunstig is Spr. ziet geen enkele reden om nu weer tc gaan veranderen De heer Groenevold zegt dat de koop lieden nu precies hun zin hebben gekregen. Waarom maken zij nu bezwaar. Wat is er voor hen tegen, dat de Beestenmarkt als reserve beschikbaar is en dat daar enkele kranen staan? Zij kunnen toch staan waar zij dat wenschen? Hun bedoeling is blijkbaar de kooplieden van buiten, de echte marktkoop lieden, te weren, maar spr. wenscht dat niet in do band te werken. De Leidsche kooplieden zijn eigenlijk gewone winkeliers, die voor eon dag hun winkel verplaatsen. Spr. ziet geen enkele reden om nu over eon en ander een besluit te nemen. Do heer Wilbrink was oorspronkelijk niet voor opheffiDg van de Beestenmarkt, maar toen is gezegd, dat het gewenscht was dit ter- roin als reserve le behouden. Nu 6 tellen B. cn W. echter voor den bcstaanden toestand nog een jaar te bestendigen Dit lijkt spr. niet ge wenscht Boter is, dat wo zooveel mogelijk één marktterrein hebben. Niet juist is, dat uit sluitend de Leidsche kooplieden op de Visch markt staan. Het is daar een gemengd gezel schap. Spr. zal stemmen voor het voorstol- Sijtsiüa. De heer v Eek, zegt namens verschillende partijgenooten te zullen stommen voor het voor stel Sijtsma. Het is in het belang van do zaak dat op de markt een druk on gezellig vorkeer i= en dat wordt door één marktterrein in de hand gewerkt De heer Bots, weth. zegt, dat hier oen goede plaats is voor een tweede marktplaats. Hij meent dat het in hot belang van de zakem in de Haarlemmerstraat is, dat ook de markt op de Beestenmarkt bloeit. Er is dan voor de menschen gelegenheid rond te wandelen. De Voorz. zegt, dat het voorstel van den heer Sijtsma om formeele redenen niet ka/n worden aangenomen, daar voor verplaatsing van do markt verandering van de verordening noodig is. Hij zal dus het voorstel in den vorm van een ipotic moeten gieten. Spreker begrijpt echter niot, dat men niet eenvoudig het voor stel van B. en W verwerpt. De zaak zal dan vanzelf in orde komen Spreker meent ook, dat de bedoeling is de menschen uit Amsterdam enz. to weren. En als het waar is, dat op de Beestenmarkt, bijna geen raensch komt. welk bezwaar kunnen dan de kooplieden hebben? Spreker ziet in het optre den van huiten-kooplieden een prijsregelende factor, waarom hij niet begrijpt dat de heer v. Eek daartegen ageert. Do heer Dubbelde man zegt," dat de heer Mulder de zaak verkeerd heeft voorgesteld. De kooplieden komen nog op do Beestenmarkt omdat zo bang zijn. dat ze anders op de Visch markt geen plaats krijgen. Dat is de eenïge re den waarom ze nog blijven staan. Hier is ge zegd, dat ze bij verplaatsing, wegens gebrek aan Tuimte, op.do Vischmarkt geen plaats krijgen.'Spreker zal hot voorstel Sijtsma gaarne steunen in welken vorm dit ook aan de orde wordt gesteld De heer S ij t s m a zegt, dal er geen enkele reden is een marktterrein in reserve te houden. Spreker betreurt het, dat de Voorzitter niet eerder met zijn formeele bezwaren is gekomen. De Voorz.: Ik ben toch geen school meester (gelach). Do heer S ij tsma: U bobt het toch wel meer godaan! Spreker dient thans een motie in, waarin B. en W. worden uitgenoodigd met voorstellen 'ol wijziging van de verordening lo komon. Do heer Groenoveld zegt, dat in don zomer niet allo kooplieden op Vischmarkt en omgeving geplaatst kunnen worden. Daar is geen sprake van. Als cr teveel zijn zullen de buiten-kooplieden teruggestuurd worden, maar daar wenscht spreker niet aan mee to werken. Spreker begijpt niet dat de heer Wilbrink voor één markt is. Do heer Eordmans is het met de grond gedachte van do molic-Sijtsma eens. Maar nu roemt de heer Sijtsma ook de Nieuwstraat en dat is voor spreker eon reden om er tegen te stemmen Als er op de Botermarkt een gezel lige drukte is zou spreker niet gaarna op de duistere Nieuwstraat slaan. Hoe zou hij daar de menschen beschreeuwen? Stemmen: Nou, dat kunt u anders wel. Do fce-er S ij t s m a wijzigt dan zijn motie in dien zin dat de .Nieuwstraat vervalt en daar voor in de plaats gelezen wordt de Aalmarkt. De Voorz.: Maar dat kan niet. Do heeren moesten toch heler op de hoogte zijn! De heer Wilbrink verdedigt nog nader zijn houding Het prao-advies klopt niet met v/at in de commissie is besproken. Daar was spreker voor handhaving van den toestand om- dal het gevolg zou zijn dat de Beestenmarkt verviel, cn dat is iets anders dan wat nu wordt voorgesteld. Het handhaven van twee markten zal naar spreker meent iet schade van de markt zijn. De heer Bots, weth., zegt, dat cr vroeger ook tweo markten waron. Wat nu de opmer king van den heer Wilbrink betreft, zegt 6pr. dat do proef betrokking heeft op de Beesten markt. De eigenlijke markt is op de Vischmarkt Spreker vestigt er nog de aandacht op, dat sinds er op do Beestenmarkt markt is, de inarktgelden verhoogd zijn. De motie Sijtsma wordt aangeno men met 17 legen 10 stemmen. Voor de hee* ren F. Elkorboiit, Wilbrink, Splinter, Kuijven- boven, v. Stralen, Pikaar, Wilmer, A. Eiker bout, Knuttel, Bisschop, v Eek, Heemskerk, Du'bboldcmaTi, Sijslma, Eordmans, Af fijnen. Mevr. Dubbcldeman. 12. Pracadvios op het verzoek' van C. M. Lambrcchls c a.,, allen eigenaren van perceelen aan de Schelpeukade,- om overname van die kade in eigendom en onderhoud bij de gemeente^ De heer Pikaar zegt, dat wat B. on W.- wenschen per bewoner ongeveer 87.zal kosten. Dat is een zeer billijke prijs en daarom hoopt spreker dat B. en W. middelon zullen, vinden om do onwillige 'bewoners te dwingen. Do heer Bots, weth., zegt, dat zeer voor zichtig moet worden gehandeld Hij zal echter zijn best doen om tot een oplossing te komen. De heer Pikaar zou de onwilligen willen aanschrijven de schociing te vernieuwen. Zij zullen dan wel eieren voor hun geld kiezen. Hot voorstel wordt aangenomen. 13. Interpellatie van den heer Eerdmana in zake het niet onmiddellijk uitvoeren van hoti Raadsbesluit van 19 December 1921, waarbij aan de Eerste Leidsche flchoolvoreeniging da Plantsoenschool geheel of gedeeltelijk werd aan geboden. De heer Ée r d m a n s zegt, dat 19 Dec, is besloten tot beschikbaarstelling van de Plant soenschool. Nu heeft ons niet bereikt een ken nisgeving dat diit besluit niet zal worden uit gevoerd. Wanneer de Voorz. meende dat bet strijdig was met de wet. had dit ter kennis van den Raad gebracht moeten worden. Dit is niet gedaan. B. on W. achten het dus niet in strijd met de wet. Toch bobben we do mededeeling ontvangen dat hot niet wordt uitgevoerd om dat het wel in strijd zou zijn met de wet. B. en W. moliveeren dit door te zeggen dat eerst een ander besluit, waarbij het aantal lokalen voor Openbaar Onderwijs wordt verminderd, moet worden genomen. De redactie van die mededeeling is naar 6pr« meent niet juist. De logica is hier afwezig. Spr. blijft buiten de vraag in hoeverre art £3 L. O,- wet hier van toepassing is, maar zich 6tellende op het standpunt van B. en W. vraagt spreker, waar het heen moet. als op deze wijze de raads besluiten niet worden uitgevoerd. Als de Raad besluit een school geheel of gedeeltelijk beschik baar te stollon, dan volgt daaruit d^t hij be sluit de ruimte van het O. 0. te verminderen. God. Staten zullen dan wel zeggen wat hun te doen staat. Maar nu zoggen B. en W.: het moet in twee tempo's. Met een beroep op wat in an dere gemeonten gebeurt zegt spreker, dat di« opvatting onjuist is. Telkens komt het voor, dat beide besluiten samenvallen. Da eenigo weg voor B. en W. was geweest het besluit aan God, Staten mee te deelen. Spreker vraagt of dit geschied is. B. en W. zullen gevoelen, dat op deze wijze alle zekerheid ontbreekt, dat aangenomen voor stellen niet worden gesaboteerd. Men zegt niet wij doen hot niet, maar: we zullen wel eens zien, wanneer we aan het besluit uitvoering geven. We hebben dezen middag gezien, dat do botrokkon Veroen. mot deze wijze van hande len niet tevreden is. Spreker hoopt dat op het nu gedane verzoek spoedig voorstellen zullen worden gedaan. Hoofdzaak is voor s reker in deze zaak, dat de rechten van den Raad worden aangetast. De Voorz zegt, da', de explicatie, die do heer Eerdmans van de Gemeentewet geeft, niet juist is. Hot betreft hier echtgr eoa zaak die in de eerste plaats den Wethouder aangaat, waarom spreker den he r v. d. Lip het woord geeft. De heer v. d Lip, weth.. zegt, dat het be sluit niet zonder meer kon worden uitgevoerd!. Al dadelijk stuitte men op de bepalingen van de Gemeentewet. Om te beginnen moest bet oordeel van den Inspecteur word jn gevraagd, die geen positief antwoord kan seven op do vraag of do helft der school gemist kon wor den, zoolang hem niet de reorganisatieplannen bekend zijn. D. en W konden dus niet ver klaren. dat de Iuspecleur geen bezwaai had. Hierbij komt r.og dat B. en W. van oordeel waren, dat cer3t de goedkeuring van God. Sla- ten voor overdracht vcor een doel der school moest worden verkregen De zienswijze van den heer Eordmans zou cr toe leiden dat we van alle scholen do helft zouden mogen afstaan, zonder God. daarin lo kennen. Spreker wijst nog op do Gemeentewet, die goedkeuring van God. Staten voor do vervreemding ran onroe rende goederen voorschrijft. Dat Ged. Staton, als goedkeuring gevraagd werd, bezwaar zouden maken is. duidelijk, zoo lang niet do reorganisatieplannen bekend zijm Die reorganisatieplannen moeten voorafgaan. Spreker merkt verder nog op, dat hij niet FEUILLETON De geheimzinnige Derde door WILLIAM HOLT. (Nadruk verboden), m - Thans was zijn eerste taak niet meer den moordenaar op te sporen, doch Alice Evan te beschermen. Hij had daartoe het reclif, omdat haar eenige natuurlijke be schermer hem dit had opgedragen. Want de baokier mocht dan zoo'n ongunstig beeld van Evan gegeven nebben, per slot van rekening was tegen dezen tocli niets bewezen. En mocht zijn gedrag al vreemd fn onverklaarbaar zijn, ook bankier Van Gielen gedroeg zich uiterst, geheimzinnig gaf reden hem te verdenken. Maar Werner wilde ook tegenover hem niet on Dijk zijn. En toch. ondanks zich zelf, Was het hem, alsof hij Van Gielen thans biet andere oogen bezag. Want ook al was deze aan den dood van professor Evan ge heel onschuldig, dan toch was Werner thans overtuigd, dat hij legei over Alice voornemens koesterde, die haar geluk be dreigden. Haar broeder mocht dan zijn, jyat men van hem vertelde, lclaarblijke- >jk ging hem hef. geluk van zijn zuster na aan het hart. En bovendien Frits Wer her was geheel overtuigd, dat Evan niet schuldig was aan den moord op zijn vader waar de schijn was tegen hem en als wer 01ijk bekend werd, dat de zo^n van den '■rmoorde zich tijdens do mij-daad reeds hel land bevonden had, dan zou de nu- blieko opinie, hem zonder twijfel ais den moordenaar aanwijzen. Dat moesL in de eerste plaats voorkomen werden. Dit .werschle immers ook van Gielen, dit wenschle zonder twijfel Alice eveneens. Het eerste werk moest dus zijn dit te be reiken en daarvoor was nooclig, dat de on bekende, dien hij 's morgens gesproken had, werd bewogen daarover zijn mond te houden. Hoe de man daartoe was over te halen wist Werner volstrekt niet.maar' de eerste voorwaarde was, dat hij hem op nieuw sprak. Dus peinsde Werner op een middel hem weder te ontmoeten en hij meende dit middel al spoedig te hebben gevonden. Do man verwachtte immers, dat hij het vreemde gedrag van den zoon van Profes sor Evan in zijn blad „Het Eerste Nieuws" zou onthullen. Hij zou dus vast en zeker do eerste dagen, dat blad inzien., Welnu, van deze wetenschap kon Werner gebruik maken om den man tot een conferentio uit te noodigen. Werner begaf zich daarom dadelijk naar het bureau van de couiant cn liet op een zeer in het oog vallende plaats do volgende regelen opnemen: „De heer, die hedenmorgen met mij sprak over de omstandigheden onder wel ke de moord op professor Evan gepleegd werd, verzoek ik dringend zich met mij in verbinding te stellen". Hij onderteekende dit met zijn vollen naam en twijfelde niet, of de man zou zeker spoedig van zich laten hooren. In die veronderstelling ontwierp hij verschillend© manieren om den onbeken de te overreden, althans \oor!oopig zioh stil le houden. Maar hij kon natuurlijk 'onmogelijk weten of hij daarmee succes zou hebben. Eigenlijk kon hij nu niets anders doen dan afwachten. 's Avonds verscheen deze opioep in do courant en Frits Werner bleef op het bu reau, want hij had de stillo hoop, dat do man misschien al heel spoedig zou komen opdagen. Maar hij wachtto tevergeefs. Den volgenden morgen was hij alweer bijtijds aanwezig. Zijn collega's ondervroegen hem, of hij nog niets «aders omtrent den moord ont dekt had, doch hij zcide, dat dit niet het geval was. Terwijl hij wachtte, kwam er van de politie telephonjsch bericht binnen, dat men een lijk drijvende had gevonden. Een der reporters ging er natuurlijk op uit en toen hij na een half uur terug kwam, zcide hij: „Nou Werner, je mag van den moord op profcssorEvan wel spoedig wat nieuw3 ontdekken, als je do belangstelling voor die zaak warm wilt houden. Anders ge raakt. hel heele geval spoedig in het ver geetboek". Frits dacht bij zichzelf, dat hij eigen lijk niets beters verlangen kon. Hij zeide dit natuurlijk niet, doch vroeg: „Waarom zeg je dat zoo". „Wel omdat een nieuwo zaak dan wel eens meer de aandacht kon trekken. Er schijnt weer een moord gepleegd to zijn". „Een moord",, riepen allen. „Is er iets bijzonders met dat lijk?" „Ja, men heeft dezen morgen een lijk opgcvischt cn veronderstelde, dat de ver ongelukte gisteravond misschien door do duisternis ipisleid te water zou zijn ge raakt. Maar dat schijnt toch niet het ge val te zijn, want op het lijk zijn sporen van geweldpleging ontdekt. De doktoren zullen straks do lijkschouwing verrichten Er zijn redenen, meent de politie, om te veronderstellen, dat do man overvallen en beroofd is en daarna te water geworpen". „Zoo", riep men, „en wie is het?" „Er zijn op het lijk geen papieren ge vonden die indcntificatio mogelijk maak ten." „Te drommel Werner", zei mijnheer Crans, do chef de bureau nu, ,,dan kon hij wel eens gelijk hebben. Als hier ten miu- ste van een ongeluk geen sprake is." Frits haaldo do schouders op. Zijnent wege mocht deze nieuwe misdaad de pu blieke belangstelling geheel in beslag gaan nemen, het waro hem volstrekt niet on aangenaam, indien dit het geval zoude zijn. Een paar uren later wist men werkelijk, dat hier van een nieuwe misdaad sprake was. Hot deskundig onderzoek had uitge maakt, dat het slachtoffer plotseling over vallen moest zijn. Met een zwaar voor worp was hij op het hoofd geslagen; dit kon worden vastgesteld en pas daarna to water geraakt of in het water geworpen. Waarom wist Frits Werner zelf niet, maar dien middag, nadat hij le vergeefs was blijven wachten en nadat hij order gegeven had zijn oproep nog eens te plaatsen, ging hij naar de politie en vroeg het lijk te mogen zien. Dit werd hem gaarne toegestaan. En toen Werner hot lijk zag, deed hij een ontstellende ontdek king; do vermoorde was do man, dien hij zocht., dien hij tevergeefs op zijn bureau verwacht- lia-d. Werner staarde met ontzetting naar het lijk. Hij zou geen woorden hebben kun nen vinden om zijn afschuw uit te druk ken. Hij sidderde over heel zijn lichaam. De inspecteur van politic, die hem ver gezeld had naar het lijkenhuisje, bemerk te de hevige ontroering, die zich van den journalist meester maakte. „Wat is het, mijnhoer Werner", vroeg hij, „u is zoo ontsteld, kent u dezen man?'* Die vraag bracht Werner tot do wer kelijkheid terug. Hij wist nu dat hij voor zichtig moest zijn. „Neen", antwoordde hij. „ik weet ab soluut niet wie de ongelukkige is. Maar ik voel me plotseling ongesteld, het zien' van een lijk grijpt mo onwillekeurig aan." „Dat hebben heel veel menschen. Maar wij wennen er wei aan." Werner nam met eenige korte woordetf afscheid. Hij moest alleen zijn. Hij wa* boos op zich zelf, dat hij zoo duidelijk zijn gemoedsbeweging verraden had. Maar hij had zich onmogelijk kunnen behecrscheo, toen hij zoo onverwachte het lijk her kend had van den man, dien hij zocht Duizenden gedachten bestormden zijtf geest en zij waren niet van de aangenaam* ste, integendeel. Wie had dien man ver moord. want hij was niot door een on gelukkig toeval om het leven gekometf. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1922 | | pagina 3