Leiiscke Ciraf
Tweede Blad.
Donderdag 5 Januari 1922
HET JAAR 1921.
Een terugblik.
IV.
Van het meerendeel der overige landen
van Europa valt weinig te zeggen. In Bel
gië waren het do oudstrijders, niet voldoen
de voor hun opofferend werk beloond, die
roerig zich bleven verweren was het de
benoeming van Van Cauwelaert tot Bur
gemeester van Antwerpen, die do aandacht
trok. In Zwitserland leidde hot aanmerke
lijk minder vreemdolingenbczoek, gevolg
waarschijnlijk van de kqoge valuta, waar
in Zwitserland zich in tegenstelling met
Duitschland on Oostenrijk heeft te verheu
gen, tot zorgen voor de toekomst. Zweden,
Noorwegen en Denemarken gingen voort
zich in wezen te reconstrueerenFinland
tracht den weg der ontwikkeling te vol
gen. dien 't na- den verwoeden strijd tus-
schen Roode en Witte Terreur is ingesla
gen. Voor Finland blijft de onmiddellijke
nabijheid van het grooto logge Rusland een
bedreiging, die niet geheel zonder ernst »s.
Overigens kan worden geconstateerd, dat
Rusland zich de belangstelling, dio hot ook
dit jaar van hit overige Europa genoot,
kalm liet aanleunen. Van geweld ad ige po
gingen om het bestaande bewind der Sov-
jcIregeering omver te werpen, bleek in 1921
weinig of nietsintegendeel scheen het een
oogenblik als zou de Sovjet-regecring ia
Engeland zoodanig voet winnen, dat de
Engclsche regeering bereid was een eco
nomische overeenkomst met haar aan te
gaan. De wel ietwat ongebonden eischen,
die Krassie e.a. onderhandelaars meenden
te mogen stellen, hebben dit verhinderd,
maar de mogelijkheid is geenszins uitgeslo
ten, dat deze pogingen den een of anderen
dag worden hervat. Overigens kan niet
worden ontkend, dat het Sovjt-regime
in zichzelf de sporen van verzwakking gaat
dragendat ook door Lenin en de zijnen
wordt toegegeven, dat, is het. slechts bij
wijze van overgangsmaatregel, andere
maatschappelijke vormen dienen te wor
den geduld. De wijze van oplossing van
het- Russisch probleem, wellicht het gewei-
digsle dor naaste toekomst, staat wel nie
mand helder voor oogen; voldoende 5s het
te con state oren, dat ten aanzien van den
werkelijk in Ruslad heerscbcnden toestand
bijna niemand iets weet. Er heerscht oen
sociale wetgeving die zeker de moeite waard
is bekend le. worden, maar over welker re
sultaten, beginselen en uitvloeiselen de re-
gcoring een volledig stilzwijgen blijft bewa
ren
Andere werelddeelen konden de aan
dacht van Europa, met eigen nooden te
zeer bezig, moeilijk trokken. Toch ge
schiedde ook daar veel, wat van belang
mag heoten. In het Oosten van Azië is de
verhouding tussbhen China en Japan een
der belangrijkste factorenspeelt ook het
toekomstig 'et van Siberië, dat voor Japan
zoo groote betcekenis heeft, en rol. In
Britsoh-Indië hebben zich bij de ontvangst
van den Engelsehen kroonprins tooneel-
tjes afgespeeld, die vroeger onmogelijk wer
den geacht, maar die geenszins tot de
conclusie behoeven te leiden, dat de aan
hankelijkheid van dit deel van het Brit-
echo Keizerrijk minder, groot is dan te
voren. Ook in andere Koloniën deed de
inlandsche beweging zich met meer kracht
dan tevoren geldenstroomingen van ver
schillenden aard deden zich voor, niet of
niet voldoende gekend. De Vcreenigde Sta
ten begroetten in Harding den nieuwen
President, die een koers, geheel verschil
lend aan dien van Wilson, wil inslaan. Wel
licht zal dit ook blijken in Mexico, het pe-
troloumr-jke land, waarop veler aandacht
i« gevestigd. Afrika deed weinig van zich
•preken do Zuid-Afrikaansche Unie gaat
meer en meer een plaats van beteekeftis
innemen in het Britsche Keizerrijk, wat
voor een deel te danken is aan de perso
nen, die haar leiden, onder wie SmuU, die
dit jaar een bezoek aan Eurooa bracht, wel
'C der voornaamste is. Van Australië
valt weinig andei's te melden, dan dat het
zijn vroecer geeeveii voovbeeld van socia
le wetgeving en voorzorgen getrouw blijft,
een voorbeeld dat echter lang niet altijd
tot goede resultaten leidt. In Queensland
heeft do Staat het verzekeringswezen in
eigen beheer genomen.
In de Engelsche Dominions in het alge
meen, in hun onderlinge verhoudingen te
vens, liggen vraagstukken opgesloten, die
niet van algemcene betcekenis zijn ont
bloot.
Zien wij ten slotte rond om ows en gaan
wij na wat Nederland in 1921 heeft opgele
verd. Wol niemand, die zal ontkennen, dat
ook in ons land het economische element
ovcrhecscht. De achturige arbeidsdag is
aan het einde van 1920 ingevoerd.
De sociale maatregelen zijn in den loop
van dit jaar, zij het ook nog slechts in
ontwerp, uitgestrekt tot den landbouw
de Ongevallenverzekering, vrijwillig in den
landbouw reeds jaren bestaande, ie in een
wettelijke regeling opgenomende Land-
bouw-arbeidswot is, nog voordat de confe
rentie to Genève zich over het landbouw
vraagstuk uitsprak, aan den Hoogen Raad
van Arbeid toegezonden.
Wel het menkwa a rdigste product op so
ciaal gebied was in het afgeloopen jaar de
dusgenaamde Arbeidsgeschillc.n.wet, strek
kende om wettelijke tusschenkomst in ar
beidsgeschillen te regelen, die èn door de
werkgevers en door een deel der werkne
mers heftig werd aangevallen. Een zeer
gemengd Voorloopig Verslag is over dit
wetsontwerp reeds verschenen tegen de
gewoonte in laat Minister Aalbe-rse de Me
morie van Antwoord lang wachten.
Uit het politieko leven vermelden we de
oprichting van den Vrijheidsbond, brengen
de de samensmelting van Lib cc aio Unie,
Vrij Liberalen en enkele kleinero groepen.
Bij de verdediging van zijn Lcgerplicht-
ontwerp is Minister Pop, nog slechts 1 lA
jaar aan het bewind en verdedigende zijn
voornaamste wetsontwerp^ ten val geko
men.
Men ging toen aan het reconslrneeren,
met liet resultaat, dat ook da Minister
van Financiën, reeds vele malen aangeval
len, tot aftreden werd genoopt.
In zijn plaats trad op de heer De Geer,
nauwelijks een jaar tevoren tot Burge
meester van Arnhem benoemd, dien de
Arnhemsche burgerij slechts noode zag ver
trekken en in wiens plaats kwam dc Grif
fier der Zuid-Hqll. Staten, de heer Dc
Monehy, die bij zijn eerste Raadszitting
met het werpen van een steen werd be
groet, gelukkig zonder daarvan groot na
deel te ondervinden.
In politieken zin is de Grondwetsherzie
ning vooral belangrijk. Bij deze Grondwees
herziening werd tevens onmogelijk ge
maakt ccn verkiezing als te Amsterdam
van het beruchte bedelaars type ,.Hadt jc me
maar plaats hadeene verkiezing, die
meer' stof heeft doen opwaaien dan noo-
dig was e,n die daarom een buitengewoon
ergerlijke demonstratie was wijl do persoon
in kwestie, een mislukt, maar tegelijk onge
lukkig individu, daardoor wel het zwaarst
werd getroffen. Het is te hopen, dat hoo
verwilderd onze politieke zeden langza
merhand worden, iets dergelijks niet zal
worden hc-rhaald.
Zoowel economisch als politiële kwam het
woord bezuiniging vele malen op aller lip
pen. Dc Commisie-Rink bracht haar eer
ste rapport uitzonder da t dit tot be
paalde ..onthullinger" aanleiding gaf. deed.
het toch genoeg zien dat in 's Lands dienst
niet altijd die zuinigheid wordt betracht, die
vooral tegenwoordig noodig is te achten.
Op sociaal gebied was het de steeds ver
meerderde werkloosheid., die dc aandacht
vroeg.
De staking der metaalarbeiders, in het
late najaar aangevangen en nog niet ten
einde gebracht, is ee.n ernstig machtscon
flict tusschen werknemers en werkgevers
over loonsverlagingde werkgevers achten
loonsverlaging noodzakelijk, de werkne
mers achten, deze onmogelijk. Totnutoe is
van toenadering nog weinig te bosperen,
en sc.hjjnt hot, evenals bij de havenstaking
van 1920, een machtsconflict in den waren
zin des woords te moeten worden.
Merkwaardig is wel hoe do Amsterdam-
sche gemeentepolitiek in den loop van
1921 behecrscht «word door do luttele straf
fen, toebedeeld aan enkele principieelc
stakers van communistische huize. Dc so
cialistische wethouders raeenden door een
votum van den Raad gedwóngen te zijn
lnm ontslag te nemen; zij keerden na de
verkiezing, noodig geworden omdat Am
sterdam met een groot, gebied is uitgebreid
in den Raad terug, doch hebben zich bij
dien; terugkeer gebonden aan het toelaten
en handhaven dex uitgedeelde straffen.
Aan Amsterdam ontviel zijn bovenal werk
zame en eerlijko burgemeester Tellegen,
in wiens plaats dc anti-rev. wethouder de
Vlugt optrad. De Rotterdiamsche burger
vader, dc heer Zimmennann, maakte aan
stalten om heen te gaan, op welk voorne
men hij voorloopig, op aandang van den
Minister van Binnenlandsehe Zaken, terug
kwam.
Gaat men de feiten, die zich dit jaar
hebben afgespeld, in het algemeen na,
dan ziet men een toenemende bandeloos
heid en verwildering van opvattingen en
zeden. Over dit laatste, in de groote ste
den zoowel als op het platteland, is te veel
gezegd en geschreven om het hier te herha
len, kouwens Nederland staat daarin niet
alleen. Deze verwildering blijkt ook in
den vorm, waarin het anti-mi 1 itairisme,
het communisme en andere min f>f meer
geweldadige bewegingen zich voordoen.
Te 's-Gravenhago is oen bomaanslag ge
pleegd tegen een actief dienend officier,
reohLer in den Krijgsraad, die dën dienst-
weigeraad, tevens woedselweigeraar H. Groe
non daal veroordeelde. Geheel de behande
ling van de zaak-Groen end aal heeft in den
lande opzien gebaardzij is zelfs ooi-zaak
geworden van een kleine en onbeteekendo
manifestatie bij de opening der Kamers.
Het wil ons voorkomen, dat men kan ge
tuigen ook zonder zoodanig opzien te ba
ren, en het iuoet zelfs de vr^ag heeteia of
de aanhangers van dezen, principieelon wei
geraax in overeenstemming met zijn gevoe
len handelden.
In den loop van dit jaar werd het Aca
demisch Statuut ingrijpend gewijzigd en de
Universiteiten opengesteld vcor velen, die
te voren verstoken bleven. De luchtvaart
in ons land nam toe tal van luchtlijnen
werden geopend en geregelde passagiers-
diensten met Londen cn Parijs ingesteld
en onderhouden. Tenslotte werden de in
ternationale bijeenkomsten van voor den
oorlog hervaten kort achter elkander
hadden congressen van de intern. Law As
sociation, de Vereenigmg ter bevordering
van pluimvee en van den Vrijhandel plaats
Alle drie dezo congressen zijn met de gast
vrijheid, die Holland steeds eigen is ge
weest, ontvangen.
Naast Holland zijn het de Koloniën in
Oost en West geweest die vooral in dit
jaar de aandacht vroegen. Het Gouver
neur-Generaalschap van Mr. van Limburg-
St.yrum, dat niet zonder emoties is ge
weest, eindigde in Maart; zijn opvolger
was de bekende Indische deskundige, oud-
voorzitter der Tweede Kamer, Mr. D.
Fock. Deze heeft nu niet. in alle opzichten
een glansrijke intrede gedaan door zijn
voornemens ten aanzien van dusgenaamde
winstaandeelkassen voor industrio en cul
tures, een plan dat vrijwel eenstemmig is
veroordeeld zoowel om den juridisehen
vorm, waarin het was gegoten als om do
praktische beginselen, waarop het is go^*
grondvest. In do Kanier kwam de be-
■stuurs-hervorming van Minister do Graaff,
die grooter decentralisatie bedoelt tot
stand eveneens werd het Djanibivraag
stuk opgelost door v? n d©
Nederlandsche Aardolie-Ma.atseha.ppij, die
samenwerking beteekent tusschen den
Nederlandschen Sta3t en de Betaafsche
Koninklijk Pe t r ole u m - M aats ohapp ij
eens oplossing waarmede, de vele tegen
standers zich nog steeds niet kunnen vcr-
eenigen.
Een moeilijk, innerlijk veel bewogen,
naar buiten aanmerkelijk minder emotie
vol jaar dan zijn voorgangers, is 1921 een
jaar, dat. op het oogen'hik dat wij staan
op den drempel naar het nieuwe, angstig
doet zien naar den horizin van liet nieuwe
jaar teneinde te vragen wat daarvan te
verwachten is. Strijd, moeilijkheden, ge
varen, zij het ook van anderen aard wel
licht dan onze voorouders dien kenden,
liggen in dit nieuwe jaar in groot aantal
opgeborgen. Tegenover den loop der din
gen vermag de kleine, zwakke mensch
weinig, althans weinig anders dan te
geven het beste wat hij heeft aan energie,
in overtuiging en karakter. Indien de
wereld kon worden doordrongen van het
besef van den plicht, dat een ieder dat
doet zoo goed als mogelijk is. zal van 1922
ongetwijfeld een aanmerkelijk vracht-
dragonder invloed uitgaan dan voor 1921
mogelijk was
H. CH. G. J. v. d. M.
—X—
Uit de Pers.
OM DE BEGINSELEN.
Da (dhr.-hist.) N ederlander
verheugt er zich over, dat de uitnoodiging
in Arnhem nog eens formeel tot de R.-K.
Staatspartij gericht om met de eociaal-
deanocratie samen straks een groepeering
te vormen, waarop een Regeering zou
kunnen steunen, in de Katholieke pers
eenstemmig wordt afgewezen.
Het blad geeft de reden dezer verheu
genis:
Niet gelijk onlangs reeds werd ge
schreven en „Hot Volk" nu allicht zal wil
len herhalen omdat dan. reactie
troef is."
Deze verklaring zou allerzonderlingst
klinken, wijl reactionaire stemming in
onze kolommen immers niet tot uiting
komt.
Wij verheugen er ons over, wijl een al
gemeen-christelijke basi3 voor het rege
ringsbeleid ons in ieder opzicht ver de
voorkeur schijnt te verdienen boven een
rood-zwarte basis, voor zoover deze dan
nog „basis" zou kunnen heeten.
Bij de Roomsch-Katkolieken werkt blijk
baar dezelfde gedachte.
Men spreekt van beginselen en overtui
ging en levensbeschouwing en principieel
staatsrecht, die hier vooral in geding zijn.
En dus niet allereerst over enkele prac-
tische wenschen.
Het algemeen geestelijke gaat ook daar
in de schatting blijkbaar boven vragen
van onmiddellijke machtsvorming uit.
Dat een partij die meer omvat dan één
derde van ons volk. bij iedere politieke
combinatie een invloed van betcekenis zal
oefenen, spreekt vanzelf. En dat de kans
om cenige speciale wenschen verwezenlijkt
te zien, voor de Roomsche Staatspartij
grooter is bij een combinatie met links dan
met rechts, dat rekent ieder zeer gemak
kelijk uit
Als niettemin de bestaande samenwer
king wordt gehandhaafd, dan moet dit dus
wezen, omdat het beginsel ook meer geldt
dan de macht.
Een keuze, waarover vrij niet ander3 dan
ons zeer verblijden kunnen.
DE GROEI DER KATHOLIEKE KERK.
Bij gelegenheid vn de wisseling des
jaars kwamen in de liberale pers met
name in Dc N. Roll, Crt. en Het Han-
d e 1 a b 1 a d beschouwingen voor over
den godsdiens'igen en kerkdijken toestand
in ons land.
Zoo schrijft de N. R. G r t. o.m.:
In het afgeloopen jaar is de term „ker
kelijke crisis" dikwijls genoemd. Of dezo
term toepasselijk is op de Roomse li-Ka
tholieke Kerk, die, naar het uiterlijk al
thans, bijzonderlijk in ons land nieuwe
triomfen vierde? Voor ccn buitenstaander
zijn in een dergelijk straf gedisciplineerd
instituut innerlijke moeilijkheden minder
gemakkelijk te ontdekken dan in de op
openbaarheid cn persoonlijk inzicht ge
gronde organisaties. Op een modernisten-
beweging in eenigerlei vorm schijnt op dit
oögenblik .minder kan- dan enkele j .ren
geleden, toen het de Roomsche Kerk min
der fortuinlijk ging. Dit instituut schijnt
een uitzondering te maken op den regel
van Titus Livius, dat bij uiterlijk gevaar
de innerlijke eenheid toeneemt. Het om
gekeerde is bij Rome althans niet het ge
val geweest; juist nu de „verroomsching
van Nederland" kans begint te krijgen,
versterkt het gemeenschappelijk gezag te
genover de buitenwereld tevens do inner
lijke hechtheid.
De redacteur der artikelen: „Godsdien
stig leven in Nederland" in Het IIbid.
getuigt van do Roomsch-Katliolieke Kerk:
„Zij is zoo sterk, zoo goed georiënteerd op
onze cultuur. Zoo oneindig veol beter,
dan die domme lieden, die 't stroovuurtjo
van anti-papisme rookerig doen oplaaien
in den mist".
Beide N. R. Crt. en II1 bd. roeren
ook de agitatie legen de opheffing van liet
processie-verbod aan.
Hoog aanslaan doen zij liet relletje
blijkbaar niet.
De N. R. C r L meent, dat men „het kra
keel orn liet processie-verbod nauwelijks
een aanval tegen Rome mag noemen".
En het Handelsblad constateert:
„Rome lacht om dat misbaar, breed en
wijs".
Ook verwacht laatstgenoemd orgaan, dat
ONS HOEKJE
OVER
OPVOEDING.
NIETS DOEN.
Hendrik is" een jongen, dtie het fcet* den ge*
hoeden dag zou zi t ton of liever liggen
doen." Hij is pas 12 jaar maax hij is al bang
zich moe te maken. Hij kan goed „laaran*
maar hij maakt rich op zijn slofjes vaa zijn
taak af. Hij brengt het geregeld op rijn rapport
in „godxag" niet vorder dan „tamelijk goed*
en zijn „ijver" wordt steeds omvoerwaardiojtijh
betófteM als „minder goed*. Hij loopt aütijd saai
en loom. Hij .Jiangt" in de bank, als hij bidl
in do-kerk. Hij ia lui!.... riotdoar het woord.
Geen mooi voornitridht voor een kind, dol
hul is!.... Een kind kan veoi kwade eigen
schappen (bezitten: mot tact en goeden will zij»
d£e te verbeteren; doch luiheid is vooreerst
moeilijk te genezen en vervolgens: sleept rij ge
woonlijk een. reeks cMcndligc ge-volgen nè. zidh.
Grafts zei eens: „nietsdoen is de Leerschool
voor kwaaddoen" Franklin: „Ledigheid go-
lijk roest, verteert sneller dan arbeid" Lui
heid is niets anders dan het zooken naar l-edig*
beid.
Lodigbeid is doe duivels oorkussen".
Wat zal gt van Hendrik worden?.... Als
Lij zoo blijft, zoo lui, 200 vadsig, zoo Loom en
traag dan groeit or „niets" van hem. Niets
g.'ids! Integendeel: met vrij groote zekonhedd,
afgaande op ondervinding, mogen wij zeggen:
al*1 Hendrik lui bliji., wordt hij een groot mis
punt.
Een oud geestelijke vroeg 0003 om inOiatatinr
gen aver iemand aan Spurgeon. Deze begon:
,.nü is verschrikkelijk lui...." „Houd maar
op", onderbrak de geestelijke hem, '„allerlei
zonden zijn in d'ie ééne begrepen"....
Maar d/e ouders willen Hendrik genezen,
want zij zijn verstandig on bezorgd voor hot
welzijn van hun jongen. Ku gaan zij eerst stu
die maken van do v eroa t-schuldigi n gendio
Hendrik heeft om het hem opgelegde niet te
volbrengen. Met gestrengheid maar vol liefde
wordt hij aan het loeren gezet. „Eerst je werk
af en netjesl dian spelen".Zij komen hem
tegemoet en staan zijn zwakken wil ter zijd»
doch hij moet tooncn, dat hij vooruit wil.
Het kan gobeuron, dat Luiheid voorlik 'rat
uit een ongesteldheid van het lichaam; aan
mooi de dokter geroepen worden. Doch een ove
rigecs gezond kind moot „bezig" gehouden
worden.
George Emerson heeft eens geoogd: „De laak,
die iemand te vorvuHen heeft, is zijn zwetagor-
del, zijn xeddingsSocsteJ".
Zoo is 't ook. Hoeveel plaats zou er in onxa
gevangenissen „open" zijic, als er geen lui©
niens-dhen waren!
Ho0vele gerimnen, dio nu in armoede en
ellende schreien om brood, zouden gelukkig
zijn, zoo er geen luiheid bestond, zoo de arbeid
in ocre en de goddelijke Timmerman van Na
zareth ten voorbeeld werd gehouden!
Hoeve!e menschon ondervinden de waarheid
'der woorden van Walter ScoU: „Inuion wij
onze l:nte ongebruikt laten voorbijgaan, «fcaa
is onze zomer zonder vrucht, onze oogst kaf
c-n onze winter treurig en eenzaam."..
Leert de kindoren bezig zijn, leert ken vreug
de hebben in arbeid 1 Zóó leert gij hesx geluk
kig zijn. Leert hen dat door woord.... en
voorbeeld!
Waarom genieten tegenwoordig zooveel rr.cn-
schen nooit rust? Omdat men slechts ruston
kan als men moe is en slechts „gaeirien" kan
van hetgeen men „verdiend" heeft-
Dickens wist het wel: „Dc eerste ui.-.vendige
openbaring van het vermolmde in dc-n mensdh
is een neiging tot loeren en leegloopen" D5i
vindt zijn kiem gewoonlijk in de jeugd....
G. P. J. v. d BURG, pr.
HagovoM-Voorhout.
de jongste tienjaarlijksche volkstelling,
waarvan de uitslag nog niet bekend is,
voor liet eerst weer een kleinen vooruit
gang zal aanwijzen voor de katholieken;
terwijl de N. R. Crt. verklaart, dat het
apologetisch werk der Roomschen in het
afgeloopen jaar „onder de gegeven om
standigheden verre van onvruchtbaar is
gebleken".
Uit een en ander blijkt wol, dat rolc
prïncipleelo tegenstanders der Katholie
ke Kerk oog hebben voor haar gestadige
ontwikkeling; haar onmiskenharen cv. v-r-
heuge.nrjen bloei in ons land
FEUILLETON
Db geheimzinnige Derde.
door
WILLIAM HOLT,
(Nadruk verboden), 'r
3)
„Dat Wil ik met pleizier doen, hoewel
ijo zult er niet hard mco opschielen.Vraag
maar opl"
„Geloof jij dat die dreigbrief een stu
dentengrap zijn kan?"
Van Gielen schudde het hoofd.
„Dat is het niet, of do een of andcro
idioot moet alléén op het flauwe idco ge
komen zijn. Maar zoo'n aardigheid, als
het dan een aardigheid zou zijn, beraamt
men in een clubje. En als iets dergelijks
het geval ware, dan wist ik er wel van.
Het is om den dood niet om er trotsch op
tc zijn, maar bij zulke dingen hebben ze
mij noodig. Of als het buiten mij op touw
gezet was, dan hoorde ik er wei iets van".
„Dat was ook mijn gedachte. Ik meen
bok niet, dat hot een studentengrap is.
Maar wat is het dan?"
„Och, wat kan het jou schelen".
Werner gaf op deze vraag geen ant-
jvoord.
„Ken jo", vroeg hij, „professor Evan.
!®C11 jo bijvoorbeeld met zijn familicom-
etandighedcu op dc hoogte?
„Een beetje. Hij heeft een zoon, ook
Jeen geloerde baas. Die maakt, meen ik,
®f' bet oogenblik een studiereis in Zuid-
^Jheiika of zoo. Dan heeft hij nog een
flociilor, dat is een heel lief meisje. Jc
weet natuurlijk dat hij weduwnaar is.
„Heeft hij vrienden?"
„Ja, hoor eens, dat weet ik ook niet.
Het is wat je vrienden noemt. Hij vormt
met nVn vader en nog een paar hccren
een kaartclubje. Op dat kaartclubje heeft
hij ook dien dreigbrief ter sprako pc--
bracht. Maar ik herhaal nTn vraag, wat
kan jou dat allemaal interessecren. Jo
wilt loch niet den dectective spelen?"
„Misschien wel, maar ik zal jo vertel
len wat het geval is".
En Werner verhaakte aan zijn vriend
welko opdracht hij had gekregen. Deze
luisterde mot meerdere belangstelling,
dan hij wilde doen blijken.
„Kom", zei hij ten slotte, „dat lijkt mij
wel aardig, maar ik vrees, dat go tijd en
scherpzinnigheid besteden zult aan iets,
dat ten slot to heel onbelangrijk zal blij
ken to zijn".
„Dat is voor den professor to hopen",
zei Wcrnor glimlachend, „want het is
voor licm minder wcnschclijk als cr wer
kelijk iemand rondloopt, die hem wcnscht
te vermoorden. Maar hoewol ik hem geen
kwaad gun, zou ik toch willen, dat er iets
ernstigers achter dezen dreigbrief stak.
En, wat voor mij het voornaamste is, dat
ik dit aan het licht kon brengen".
Op dit oogenblik ging het schelletje van
do huistctefoon.
Van Gielen nam den liöorn op en luis
terde.
„Hè", zei hij eerst nog. „liet moet nVn
vader zijn. Ik heb een hekel aan dio bel, ik
wil niet, dat anderen mij sloren, maar ivfn
oude lieer kan ik het natuurlijk niet ver
bieden".
Nadat hij even geluisterd had, riep hij:
„Ik wil graag komen, pa, maar ik heb
bezoek op het oogenblik. Is er iets bij
zonders?"
Het antwoord kon Werner niet ver
staan, doch er scheen wel werkelijk iets
heel bijzonders to zijn, want Anteon van
Gielen riep:
„Ik kom dadelijk".
En zich tot zijn bezoeker wendend
schreeuwde hij bijna:
„Daar zal jc van ophooren Frits. Er is
oen moordaanslag gepleegd op professor
Evan. Kom mee!"
En zonder antwoord af te wachten liep
hij de kamer uit, gevolgd door Werner,
naar het kantoor van zijn vader.
Daar vonden zij den heer Van Gielen
even bedaard als altijd achter zijn bureau-
ministro zitten. Toen hij Werner zag,
groette hij hem hartelijk.
„Wc zien u niet dikwijls meer hier.mijn-
hc-er Werner", sprak hij.
„Neen pn, cn weet u waarom Frits hier
kwam? Hij wilde inlichtingen inwinnen
omtrent do geschiedenis van dien dreig
brief. We waren er juist over aan het spre
ken, loon u verteldo dat..."
Mijnheer Van Gielen hief do hand op
om z'n zoon het zwijgen op to leggen.
„Wat ik je door dc telcphoon vertelde,
was een zeer vertrouwelijke mcdedéeling",
zei hij met misprijzing in zijn stem. „Dat
mocht nog niet Lek,cud worden. Mijnheer
Werner zal mij niet ten kwade duiden,
dat ik dit zeg, maar hij is journalist niet
waar cn
„Hij weet al wat u mo verleid hebt",
viel Anloon Tan Gielen zijn vader in dc
rede.
„ïk zal er geen misbruik van maken",
zei Werner nu, „ik weet niets anders, dan
dat cr een aanslag op professor Evan ge
pleegd is en dat zal toch wel spoedig be
kend zijn".
Van Gielen scheen even na te denken.
„Komaan, wat ik Anteon wou vertellen,
moogt gij ook honron, als gij er niet dade
lijk mee naar uw redactiebureau loopt".
„Maar als ik hetzelfde of nadere bijzon
derheden uit andere bron verneem, dan
moet ik daarvan wel gebruik maken voor
mijn blad".
„Dat spreekt van zelf. Zie eens, do
quaestie is deze. Evan neemt iederen mid
dag thee met een scheutjo rum, een slech
te .gewoonte. Dezen middag deed hij even
zoo. Hij dronk van de thee maar heel wei
nig, want ze smaakte hem niet. Kort daar
op werd hij hevig ongestcld.Hij hadvorgift
gedronken. Het vergift zat in de rum".
„In do rum?"
„Ja, want do dochter van Evan dronk
ook thee en haar overkwam niets. Zij
heeft mij bericht gestuurd. Haar vader
heeft daarom verzocht. Hij wil niet, dat
de politic in deze zaak gemengd wordt".
„Eigenaardige opvatting", meende An-
toon van Gielen, >(is z'n toestand niet ge
vaarlijk?"
„Neen, hij heeft maar heel weinig van
de thco gedronken. En hij zal zich zelf
wel genezen."
„Maar papa, waarom heeft 3llij het u
verteld?"
„Die vraag zal ik jo beantwoorden en
dan weet ge meteen, waarom ik er dadelijk
met jou over spreken wilde. Zie eens,
Evan schijnt reden te hebben om te mec-
ncn, dat liet bij deze ccnc poring hem om
het leven Ie brengen niet zal blijven."
„Reden te meer om de politic te waar
schuwen".
„Dat wil hij beslist niet, remr hij
wenscht wel bescherming En,ik.heb hem
beloofd, dat hij daarvoor ook op mij kan
rekenen. Ik heb daarbij ook aan jou ge
dacht."
„Prachtig, papa, alleen maar ik weet
niet hoe ik den professor vnn dienst zau
kunnen zijn. Meent u dat wc zoo een soort
particulieren veiligheidsdienst zullen in-'
richten".
„Dat overleggen we zoo dadelijk, ik bon
blij, dat je helpen wilt. Er kan eenig ge
vaar aan vorbonden zijn."
„Mijnheer van Gielen", zeide Werner'
nu, „ik zou mijn diensten cok gaarno aan
bieden."
„Als man van dc courant?"
„Neen. Ik zou natuurlijk gaarno iet»
weten geschikt om te publicccrcn, maar
als ik als vriend van uw zoon mede mijnt
diensten aanbied, dan spreekt het van zelf^
dat ik niet de bedoeling heb onbescheiden*
heden to begaan."
Mijnheer van Gielen knikte goedkeu*
rond.
„In dat geval zullen wo gaarne van uvj
aanbod gebruik maken. En laat ik kor^
en goed nu zeggen wat het geval is. Wi|
mcenen, dat da bedreiging, Evan te doo-
den geen grap is doch ernstig gcmQend'V
GWordt vervolgd).