„Dis LisÉ CoiifOüt Tweede Blad. plichte kaasconlrclp, gesteund door üif- voerverbod, principieel bedenking geop perd. Daarin werd een aantasting gezien van de handelsvrijheid, welke het beoogde doel afzet onzer zuivelproducten te be vorderen bovendien toch niet zal doen bereiken. Immers kan het kaasmerk op zijn best den afnemer bet vetgehalte van de gekochio kaas gcrandceren, niet de quaüteit, die afhangt van de goede berei ding en verzorging. LandbouwongevaUenverzekeringswot. V oorloopig Verslag. Aan Iieit Voorloopig Verslag over liet wetsontwerp tot verzekering van personen, werkzaam i-n de landbouwbedrijven, tegen geldelijke gevolgen van ongevallen, bun in verband met hunne dienstbetrekking over komen, wordt ontleend, dat zeer vele le den bet toejuichen, dat de ongevallenver zekering ook tot landarbeiders zal worden uitgebreid. Enkele leden waren van oordeel, dat aan dit wetsontwerp weir.dg behoefte bestaat, omdat de landarbeiders, dank zij bet par ticulier initiatief, reeds voor het meeren- deel verzekerd zijn. Deze bewering werd ovenwei door vele andere leden onjuist ge acht. VooTal ten aanzien van de tuinbon w- arbeicleir is de verzekering togen de gelde lijke gevolgen van ongevallen verre van al gemeen. Var. een bloeiende landbouwonge- v allen verzekering, door liet particulier ini tiatief tot stand genomen, kan naar de meening dezer leden niet worden gespro ken. Sommige leden, die het beginsel van uit breiding van de verzekering tot de land bouwbedrijven toejuichten, hadden echter wel bedenkingen tegen het door den Minis ter gevolgde systeem. Zij konden er zich niet mee verecnigen, dat de uitvoering van de land- en tuin- bou w-ongevallenverzekering aan andere organen zal werden opgedragen dan. aan die, welke met de uitvoering van de be staande sociale verzekering zijn belast. Op de voorgestelde wijze wordt de uitvoering van de sociale verzeker ings wetgeving on- nocdig duur gemaakt. Naar de. meening van deze leden moet. op dit gebied zooveel mogelijk naar eenheid worden gestreefd. Zij betreurden het, dat de minister voor den aandrang uit laodbouwkringen is ge zwicht e.n dientengevolge een wetsontwerp beeft ingediend, dat liet particulier initia tief op den voorgrond stelt, en dat in- druischt tegen het tot dusver in onze so- cialo verzekeringswetgeving gevolgde stel sel. Het bij dit wetsontwerp voorgestelde sys teem is volgers deze leden halfslachtig. Zij achten het wenschelijker de uitvoering van het onderhavige wetsontwerp uitsluitend bij de Rijksverzekeringsbank onder te bren gen. Andere leden kwamen echter tegen die besohouwingen op. Naar hun meening kan de sociale wetgeving bij ons volk slechts populair worden- wanneer bij de uitvoering wordt gebruik gemaakt van de in dc Maatscha.opij beslaande en opko mende organisaties. Sommige leden waren van oordeel, dat'jn het wetsontwerp aan de bedrijfsveroenigin- gen niet voldoende vrijheid van beweging is gelaten. Sommige leden vroegen voorts, of het niet gewenseht zou zijn, het verveningsbe- drijf, het melkrijdersbedrijf, het bedrijf tot het houden en cxploitecren van stoom- dorschmachines en het bedrijf van het re pelen van vlas onder deze wet te bren gen. Eenige leden zouden niet begrijpen, waarom in de organisatie van deze verze kering geen plaats wordt ingeruimd voor winstbeoogende vereemgingen. Voorts vroe gen zij, of, nu aan tal van instellingen en personen het voortzetten van hun bedrijf onmogelijk wordt gemaakt, aan dezen niet een geldelijke of andere tegemoetkoming moet worden verleend. Ten slotte, betreur den zij het, dat door de uitsluiting van beoogende ondernemingen ook de medewer king van coöperatieve vereen igingen onmo gelijk wordt gemaakt. De juistlveid» van deze laatste opmerking werd evenwel door sommige andere leden ontkend. Sommige leden drongen er bij den mi nister op aan, dat, niet uitsluitend vakorga nisaties als werknemersvcreenigingen zou den worden beschouwd. Ten slotte konden verscheidene leden zich met de Teerling van het beroep van 'de beslissingen, door 3c besturen der be- drijfsvereenigingeii genomen, niet verceni- gc-n. Voorkoming van Brandgevaar. Voorloopig V o r a 1 a g. Blijkenshet Voorloopig Verslag der Tweede Kamer nopens heb wetsontwerp tot aanvulling van het Wetboek van Straf recht, met een bepaling ter voorkoming van gevaar voor brand in gebouwen of getim merten, hebben, hoewel dp gedachte, die aan het w. o. ten grondslag ligt, algemeen is toegejuicht, vele leden ernstig bezwaar tegen de wijze, waarop die gedachte in h'jt wetsontwerp is uitgewerkt. Gewezen werd er op, da<t de aanleiding van het wetsontwerp gelegen is in een, door onvoorzichtig optreden van loodgie ters ontstanen brand in de Groote Kerk te Delft. Op grond daarvan wordt thans voor gesteld, do Regeering zonder eenige be perking bevoegd te verklaren tot het uit vaardigen van bindende voorschriften ter voorkoming van gevaar voor brand in ge bouwen of getimmerten. Deze voorschriften zullen zich derhalve niet behoeven te be palen tot maatregelen ter bescherming van monumentale gebouwen, doch zullen allo gebouwen of getimmerten kunnen betref fen. Zij kunnen zich voorts niet alleen rich ten tegen onvoorzichtige werkwijze van loodgieters, do oh in het algemeen tegen brandgevaar bevorderende gedragingen van wie ook. Ook voorschriften omtrent de constructie van gebouwen, omtrent de be lending daarvan, omtrent hot daarin be waren van brandbare stoffen, omtrent be waking der gebouwen enz. zullen binnen het kader van den hierbedoelden algemee- nen maatregel van bestuur vallen. Waar dc in dit wetsontwerp bedoelde voorziening een zoo algemeen karakter draagt, vroegen deze leden ziek af, of de zorg daarvoor wel tot den werkkring van den Minister van Onderwijs zou behooren. Ook meenden zij, dat indien men een zoo vcr-reikend onderwerp wil regelen, in do wed zelf de grondlijnen moeten worden vastgelegd, waaraan dc uit te vaardigen algemeene maatregel van bestuur geboden ■zal zijn, zooals ook geschiedt iai de Veilig heidswet. Ook tegen de strafrechtelijke inkleeding van liet. wetsontwerp liaddcn deze leden ernstig bezwaar. Andere leden konder zich met deze be schouwingen niet ten volle vcreenigen. Sommigen hunner waren van gevoelen, dat waar het. wetsontwerp bliikens de Memorie va.n Toelichting in het bijzonder de be scherming van bonwmomunenten tegen brandgevaar ten deel heeft, zulks ook in het wetsontwerp tot uitdrukking behoorde te komen. Enkele leden vestigden de aandacht van de Regeering op een, door den heer Her mans, technisch ambtenaar bij de gemeente werken te 's-Hertogcnbcscli, onlangs tot de Regeering gericht betoog omtrent maat-re- golcn ter voorkoming van brandgevaar bij lood gieters werkzaamheden waarin naar zij meeniden verschillende practische wenken dien aangaand o worden gegeven. Steunregeling 1922. De v ij f V a lc c e n t r a 1 e n. Do besturen der vijf Vakcentralen heb ben over do nieuwe steunregeling van den Minister van Biunenlandscho Zaken ver gaderd. Alle Vakcenlralcn constateerden, dat de verlaging van steun niet gemotiveerd was en ontstemming onder de arbeiders wekt. Besloten werd, zich tot den Minister van Binnenlandsche Zaken to wenden met het verzoek, de oogenblikkclijk geldende steun bedragen te handhaven. Tevens zullen de Vakcentralen zich lot do respectievelijke Kamerfracties, waar mee ze verbindingen hebben, wenden en dezo voorstellen, zich met hetzelfde ver zoek tot den Minister le wenden. Do vijf vakcentralen hebben den vol genden brief gericht aan den Minister van Arbeid: Namens de besturen van onderstaande Vakcentralen, nemc-n wij do vrijheid, naar aanleiding van dc door Uwe Excellentie ontworpen regeling voor de Werkloozen- verzokering voor het jaar 1922, do volgen de bemerkingen te maken: a. Allereerst meenen wij. dat de ver- m'ndering van de toch reeds lage uitkee- ringen, niet gemotiveerd kan worden ge acht; Dinsdaf 27 December 1921 "bin N Ë¥L A N DT Voorschriften tot regeling van den uitvoer van boter en kaas. Verschenen is hot Voorloopig Verslag (2e Kamer) over genoemd wetsontwerp. Boter. Tegen dc voorgestelde regeling met be trekking tot den uitvoer van boter had den zeer vele leden ernstig bezwaar. 2ij meenden, dat do noodzakelijkheid van een wettelijk verbod van uitvoer van boter, niet van het Rijksmerk voorzien, in geen enkel opzicht is gebleken. Integendeel, de toestand, die door de vrijwilligo samen werking van do botcrproducenten reeds sinds jaren op dit gebied ten onzent is bereikt.' kan niet anders dan zeer bevredi gend genoemd worden. Ruim 90 pCt. van de boterproduclio in Nederland staat reeds nu onder de controle van de, op initiatief van verschillende landbouwverecnigingen opgerichte, bolcrcontrolestations, die on der Rijkstoezicht werken. Van do over blijvende 10 pCt. komt een deel niet voor export in aanmerking: hef geringo deel van het product, dat, zouder van Rijks- merk te zijn voorzien, over onze grenzen gaat, zal den goeden naam van onze boter niet ernstig kunnen schaden. Nu langs den weg van vrijwillige samenwerking der boterproducentcn zoo veel is bereikt, kon den deze leden noch de noodzakelijkheid, noch de wcnschclijkheid inzien van een regeling als de voorgestelde. Wel vrees den zij, dat de met het bestaande stelsel van controle verkregen resultaten daar door voor een deel in de waagschaal zou den worden gcstela. Ingrijpen van de Rcgcering kan noodig zijn, indien de handel door misbruiken den goeden naam van onze producten in op spraak brengt, zooals nog onlangs met do aardappelen het geval schijnt to zijn geweest: maar gelukkig bestaat voor dc boter in dezen tijd die aanleiding lot in grijpen niet. Gaarno zou men in verband met een en ander vernemen, of de Regeering het ad vies van de belanghebbcndtiit bij do bo- terproductie omtrent het onderhavige voorstel heeft ineowonnen. Kaas. Met betrekking tot do kaas meenden vele leden, die ten aanzien van do boter een stelsel van vrijen uitvoer bepleitten, niet op algchccto vrijheid te mogen aan dringen, omdat op dit gebied langs den weg van organisatie minder is bereikt en bij algeheele vrijheid de goedgezinde pro ducenten onbeschermd zouden staan te genover knoeierijen met het vetgehalte bij hunne concurrenten. In beginsel be stond bij deze loden tegen een stelsel van verplichte controlp van uit te voeren kaas geen bezwaar. Tegen het.wetsontwerp had den zij echter ernstige bedenkingen, om dat het ontwerp geen voldoende ruimte laat voor het particulier initiatief der kaascontrolestatior.s en vooral omdat de geschiktheid der kaasinerken nog veel te wenschcn overlaat O.m. werd -den wensch uitgesproken, dat vóórdat het kaasmerk wettig zal wor den vastgelegd, getracht zal worden naar intornationale o voreen stemming omtrent de clas sificatio flor kaassoorten en de te waarborgen eigenschappen met do andere kaasuitvoerendo landen. Voor-, loopig zou naar het gevoelen dezer leden do tegenwoordige, in den crisistijd krach tens de wet van 3 Augustus 1914 ontstane regeling op dit gebied zijn te handhaven, om nadat de verschillende bezwaren, waarop hierbovenwerd gewezen, zullen zijn opgelost, door een definitieve wette lijke regeling van deze materie te worden vervangen. Van andere zijde werd echter togen ver- DANTE's HELLEVAART. (Nadruk verboden). DRIE-EN-DERTIGSTE ZANG. De zondaar liicf den mond op van het afschuwelijke eten en veegde zijn lippen af aan de haren van hem, wiens achterhoofd hij a aai gevreten had. „Gij wilt, zeidc hij, dat ik mijn wan- hoopsdroefheid hernieuw. Het hart doet mij pijn, wanneer ik er aaoi denk, nog .voordat ik ervan spreek. Maar a-ls mijn woorden dc oorzaak mo gen zijn, waardoor tie schande van dezen verrader, op wien ik kauwt zal worden blootgelegd, dan zult gij mij zien wecncn en spreken tegelijk Wie gij zijt, weet ilc niet. noch op welke manier gij hier geko men zijt, maar naar uw spraak te oordee- '■len zijt gij een Florentijn. Gij moet weten, dat ik was graaf TJgolino en deze aarts bisschop Ruggieri; en nu zal ik u vertel len, waarom wij zoo dicht naast elkander zijn gezet Dat ik, die geheel op hom ver trouwde, door hem verraderlijk gevangen genomen en gedood ben, weet gij en dab »ehoef ik u dus niet te vertellen. Maar wat gij niet weten kunt, is, op welk ?cn verschrikkelijke wijze ik ben ter dood gebracht. Als gij dat vernomen hebt, zult gij begrijpen, waarom ik zóó op hem gehe ten ben. Ik zat opgesloten in den toren, die naar mij den naaan van „Hongertoren" heeft gekregen en door de Heine opening van het luchtgat had ik roods menig maal de maan. van gedaante zien verwisselen, toen ik een droom had, die voor mij do sluier verscheurde, waarachter de toe komst verborgen lag. Het. scheen mij toe, dat deze man als een rijk heer op jacht was om den wplf met ziin. iongen. te ja gen in het gebergte," dat ligt tusschen Pisa en Lucca. Magere, bloedgierige honden, goed afgericht zond hij ze achterna. Het duurde niet lang of de wo-lvcnvador met z'n jongen geraakte uitgeput, naar het scheen, en ilc meende te zien hoe dc hon den hun spitse tanden dreven in de flan ken van de wolven. Ik ontwaakte tegen den morgen en zag hoe mijn zonen, die met mij waren, weenden in hun slaap en al dromende om brood vroegen. Gij zoudt wel wreed moeten zijn, als de droefheid u nu niet ora het hart slaat, wanneer gij over denkt welke pijnigende voorgevoelens in mij oprezenals dit u niet treft, waardoor zoudt gij dan wel getroffen worden1? Zij ontwaakten, en het uur naderde waar op men gewoon was ons brood te brengen. Wij wachtten, angstig wegens heb droom gezicht Toen koorde ik beneden de poort van den gruweltorcn afsluiten, en mijn zonen en ik, wij keken elkander in het aange zicht zonder een woord te spreken. Ik stortte geen traan, geheel versteend van smart; mijn zonen weenden en mijn An- sclniuccio zeide: „Wat staart gij, vader, deert u iets?" Ik weende niet en gaf geen antwoord den geheelen dag, noch gedurende den daarop volgenden nacht, totdat de zon op nieuw over de aarde opging. Toen er echter wat daglicht glom in dien lijdenskcrkor en ik de bleekheid van mijn eigen gelaat aflezen kon van de ge zichten mijner vier zonen, beet ik in mijn handen van smart. Mijn zonen, dio meen den dat ik uit honger naar voedsel in piijn handen beet, stonden plotseling op en zeiden: „Vader, eet van ons, dat zou on ze smart veel verminderen; gij hebt ons bekleed met dit schamele vleesdh, ont neem het ons nu ook Ik zweeg en zat stil cm hen niet meer te bedroeven; wij waren stom dien gan- sclien dag en ook den volgenden. Ach, wreede aarde, waarom zijt gij toen niet opengescheurd? Toen wij den vierden dag bereikt hadden, viel mijn zoon Gaddo lang uit vcor mijn voeten neer met de kreet„Vader, miju vader, waarom staat gij mij niet bij Toen stierf hijcn zoeal3 gij mij voor u ziel, zoo zag ik zo vallen, mijn zonen, alle drie, één voor één in den loop van den vijfden en zesden dag. Met schemerende oogen ging ik rond, hen betastende, en ik riep hun namen nog twee dagen nadat zij gestorven waren. Toen maakte do honger een einde aan mijn smart." Toen hij uitgesproken had, rolde hij met zijn oogen en pakte het ellendige hoofd weer beet met zijn tanden, die als honde- tanden been aan stukken konden knau wen. Wee u, Pisa, gij schande der volkeren vau hot schoone Italiaansche landuw naburen talmen nog immer met u te straft feu, laten daarom de eilandjes aan de monding van den Arno-stroom zich ver heffen cn den Arno afdammen, zoodat al uw burgers omkomen in den watervloed. Want al ging van graaf Ugolino het ge rucht, dat hij uw vestingen had verraden, daarom mccht gij zijn zonen niet zulk een gruwelijken marteldood doen ondergaan. Zij waren onschuldig wegens himuea jeug digen leeftijd. Wij gingen verder cn kwamen daar waar in heb ijs een ander slag van volk wreed wordt ingesloten. Zij staan niet in het ijs, maar liggen op hun rug. Zoodra dc ee-rste tranen in hun oogen opkomen, bevriezen zij cn verstoppen de oogleden, die dan met een kring van ijskristal omsloten wovdon. Zoo verstopt bij hen de smart zielizelve en b. 'de bepaling, dat. de gemeenten een derdo van do tekorten voor hunne reke ning moeten nemen, en zoo zulks niet ge- schiodt, do werkloozen in die weigerach tige gemeenten woonachtig, geen uitkee- ringen zullen ontvangen, lijkt ons niet ge rechtvaardigd c. do bepaling, dat een uitgelrokkene eerst weder 78 dagen 'werkzaam moet zijn geweest in hetzelfde beroep, is naar de meening onzer Vakcentralen onbillijk en onuitvoerbaar en tevens in strijd met do bepaling van de reglementen der kassen, dat gedurende 3 achtereenvolgende jaren, de maximum uitkceringsduur kan worden genoten; d. de beperkingen, die ten opzichte van de gemeentelijke werkloozen zijn getrof fen, zijn, naar het ons voorkomt, niet bil lijk, terwijl ze bovendien de strekking heb ben, de volledige werkloosheid te bevor deren; e. de bepaling, dat de vereen igingen aan sprakolijk kunnen worden gesteld voor de verleende voorschotten, maakt naar de meening van ons bestuur mogelijk, dat do vakvereenigingen slachtoffers kunnen wor den van willekeurige maatregelen, die de positie der vakvereenigingen als zoodanig aantasterl. Onze besturen meenen, dat er verder allo aanleiding toe bestaat, om alle kas sen, die niet normaal kunnen functionee- ren, met een subsidie van 100 pet. in de regeling tc betrekken. Tevens meenen onze Besturen, dat het gewenseht zou zijn, de bepalingen van het derde lid van artikel 3 van het werkloozen besluit toe te passen, tenzij zulk* tot exor bitante subsidies zou leiden. Daarnevens meenen wij, dat aan de Vakvercenigngeo waarborgen moeten wor den gegeven, dat de contributies niet een zijdig door do Overheid worden opgevoerd Het zou ons aangenaam zijn, wanneer Uwo Excellentie zou kunnen voldoen aan het reeds telegrafisch gedane verzoek, ons Woensdag of Donderdag a.s. ter bespre king van bovengenoemde punten le ont vangen. Is dat bezuiniging? Onder bovenstaand opschrift schrijft men uit Gouda aan dc „Avp": 'Sedert geruimen tijd is de sterkto van 'liet garnizoen hier uiterst gering. Officie- Ten en kader hebben geen noemenswaardi ge dagtaak. Volgens de laat9le niededce- dingen. zal heb garnizoen spoedig geheel worden opgeheven. Reeds gaat het gerucht dat met 1 April 1922 een begin daarmede zal worden gemaakt. Do kazerne is thans reeds voor 75 pet. beschikbaar voor andere doeleinden. Hetzelfde is het geval met het Militair Hospitaal aan de Karnemelk.sloot. Hot voorgebouw is gedeeltelijk iu gebruik ge nomen docr don Raad van Arbeid, terwijl er nog alle ruimte over is voor plaatsing van andere bureaux. Het groote achterge bouw, ongeveer 40 M. aohter bet voorsta perceel, is geheel ledig, en dient er alleen voor, om jaarlijks eenige duizenden aan on derhoudskosten uit te geven. "Wanneer zoo'n uiterst comfortabele en rui me gelegenheid tot het inrichten van btt- reelen bestaat, zou men meenen, dat door Rijks-ambtenaren pogingen in heb werk gesteld zouden worden, hierop beslag te leggen. Niets is echter minder waar. Een groot heerenhuis op de Gouwe dient als kantoor voor de Directe Belas tingen, on Invoerr. cn Acc., terwijl op de Zeugstraat in een (dubbel) particulier ■huis de Registratie en Domeinen een on derdak hebben gevonden. Naast zeer ruime bureaux, zou ook aan merkelijke bezuiniging het gevolg zijn, ter wijl zelfs dan nog een groot gedeelte aan particulieren in huur afgestaan zou kunnen worden. Zou men in Den Haag hier niets eens ooliterheen kunnen zitten? Gemengde Berichten. Melkconfiict te Haarlem. Te Haarlem is een mclkooriog uitgebroken tussclien do molkverkoopcrs on de veehouders. Do veehouders schenken nu zelf de melk in de stad. Het publiek profiteert van den lag er en prijs. Dc veehouders wensehen niet aan de eïschen der melkverkoopers le voldoen om do prijzen dor melk te verlagen. De verkoopers betrokken nu de melk van elders. keert zich dan naar binnen tot nog groo- terc benauwenis. 'Hoewol door de koude reeds bijna- allo gevoel uit mijn gelaat verdwenen was, scheen het mij tooh toe, dat ik een wind- stroom langs mij voelde gaan cn daarom zeidc ik: „Meester, wat maakt hier dezen wind Ik dacht, dat iedere temperatuurs wisseling hier opgohoudon had." En hij antwoordde mij: „Weldra zult gij komen waar uw oogen zelf u het antwoord zullen geven. Daar zult gij de oorzaak vin dezen wind zien." Eén van deze schimmen, zoo droevig in de koude ijskorst gesloten, riep ons too: „Gij zielen, zóó slecht, dat gij tot de uiter ste grens der hel verwezen zijt, licht mij van de oogen de harde ijskorsten, zoodab ik al is hot maar even lucht geve aan de smart, waarmede mijn hart is verza digd, voordat mijn tranen weder vastvrie zen." Ik zeide daarom tot hem: „Indien gij wilt dat ik u help, zeg mij dan wie gij zijt. En als ik u de ijskorsten niet van da oogen doe, moge ik gaan tot de uiterste ijs- grens." Daarom gaf hij mij ten antwoord,.Tk ben Alberto, die mijn vrienden ver raderlijk liet vermoorden aan oen feest maal. Maar men heeft mij nu hier een an der feest bereid!" „Wat?" zeide ik. „Zijt gij al dood?" En hij antwoordde„Of mijn Tichaam. daarboven op aarde, al dood is, weet ik niet. Want de bewoners van Ptolomea ge nieten hot voorrecht, dat hun zielen hier reeds ne-derploffen, voordat hun levens draad. wordt doorgeknipt. En opdat gij des te eerder bereid zult zijn mij de kris tallen tranen van do oogen to strijken, zoo weet dat zoodra eon mensok zulk een verraad pleegt, als ik, eon duivel bezit Een dreigbrlefschrijfsler. Te Rijswijk (Z.-H.) kreeg een dienstbode dreigbrieven. Ook haar aanstaande, die to Looa duinen woont ontving zulke epistels, eindelijk werd ook mevrouw bedreigd, zelfs met moord op de kinderen. Uit bet onderzoek van de politie bleek, dai do dienstbode deze brievea zelve geschreven bad, de briovea waren met oen verdraaide band geschreven en werden soms bezorgd en kwamen ook wol per post. Het meisje gaf als reden op dat zij de brieven geschreven had omdat zJJ baar ontslag wilde bobben. Haar moeder verkoos echter dat zij in ba^r dienst bleef, omdat zij hot er goed bad. Het onderzoek der politie duurde drie da gen, gedurende welken tijd er geen brieven kwamen; daardoor werd de aandacht op baar gevestigd. Oproer in den Bosschen Raad. Meermalen gebeurt bef. dat de roode broe ders in den gemeenteraad van 's Hertogen- bo3cb zich zoo hoogst onbetamelijk en brutaal, tegenover den voorzitter gedragen, dat dezo reeds herhaaldelijk waarschuwde bet reglement van orde to zullen versterken of andere maat regelen le nemen om zijn gezag te kunnen handhaven. Het was al gewoonte geworden, dat Üo voorzitter een dier bceren geen antwoord meer gaf. Na bet debat over de algemeeno beschou wingen in de raadsvergadering van Donder dagavond nam h-et lid van Maastrigt een volgeling van Koltbek, buiten de orde hot woord dat de voorzitter hem niet toestond De heer Van Maastrigt vloog woedend op en daagde den burgemeester uit eens maatrege len te nemen indien hij durfde' Een vloed van verwijten volgde, terwijl de voorzitter hamerde. „Ja, waag bet maar eens mij uit de raads zaal te zetten. Ala ik bier mijn recht van raad» lid ora te spreken wanneer ik wi! niet behou den kan dan zal ik geweld gebruiken?" raasde van' Maastrigt bleek van woede „Durf dan maar eens geweld te gebru.'ken bier"! waarschuwde de burgemeester en ha merde al maar door. „Dat is nu de élite schreeuwde de heer Van Maastrigt: schoften zijn bet. schoften!" Groot tumult in de raadszaal: alle leden geven blijk van verontwaardiging over de hou ding van bun medelid. De voorzitter vindt de maat vol en schorst voor een half uur de ver gadering. De publieke tribune wordt door do politie ontruimd, 't Was er stampvol belang stellenden. Intusscben houdt bet tumult in de raads zaal aan. .Jjat is nu do uitkomst van de Evenredige Vertegenwoordiging." brengt wethouder Sohef- fers in het midden. Verschillende raadsleden trachten de heer Van Maastrigt te overtuigen, dat hij verkeerd deed en verpiicht is den burgemeester excuus te vragen. De storm bedaart langzamerhand en de raadsleden steken een sigaar op. wa' el'een maar tusschentijds en r.a hs'felf 's avond ge oorloofd i3. Eindelijk wordi de vereadoring heropend en het publiek stormt nieuwsgierig binnen. De heer Van Maastrigt. doodbedaard gewor den. belijdt openlijk schuld en vraagt om ver ontschuldiging. De Voorzitter aanvaardt dat woord en daar mede is een pijnlijk incident beëindigd En om de verzoening to vieren geeft de voor zitter vergunning aan de raadsleden om den gacschen avond te roekoe Te Groningen wordt thans de fabrieks-roomboter verkocht tegen 05 per pond, een bedrag dat al aardig in de vóór-oorlogsche richting komt Teen bedroeg de bolorprijs in de zomermaanden weliswaar niet meer dau CO a 65 per pond. maar in den winter liep ze toch geregeld tot P5 a 90 rent op. De oorzaak van den snellen teruggang dar laatste weken (twee maanden geleden was da prijs nog i.50 a l.GO per pond) moet ge zocht worden in groote aanroeren uit Denemar ken <n Australië. To Zierikzeo heeft Zater dag mejuffrouw M. L. Gudde-Van -Tichclhoven, die. reeds 52 jaar weduwo is. in het genot van een goede gezondheid haar lOOsten geboortedag herdacht. De landbouwer Minor t© Lange veld. kreeg hij het beslaan van een paard een trap legen zijn hoofd en overleed aan de gevolgen. To Buincn (Dr.) hebben ruim 114 ingezetenen zich verceir »d lot een neemt van liet lichaam cn het bestuurt zoolang tot-dat de levenstijd verloopcn is. De ziel echter valt neer in dezen kuil. Wellicht wandelt ook nog het lichaam van de ziel, die daar achter mij in bet ijs ligt, op aarde rond. Wanneer gij eerst kort ge leden hier beneden zijt aangeland, moet u dat bekend zijn. Heer Branca d'Oria heet hij cn er zijn reeds verscheidene jaren vervlogen sinds zijn ziel hier werd vastge klonken." Ik zeide tot hc,m: ,.Nn geloof ik, dat gij mij bedriegt, want Branca d'Oria is nog heelemaal niet doodhij eet on drinkt cn slaapt cn loopt rond." „Toen in de gracht, hierboven, van de Martelklauwon, antwoordde hij, daar waar de kleverige pek aan 'fc koken ia, de schim van Michel Zanoho geworpen werd, kwam er een duivel gevaren in het lichaam vau Branca, om dien-3 ziel te vervangen, ett oveneens in het lichaam van een zijner ^er- wanten, die met hem verraad pleegde. Maar strek nu uw handen uit cai open mij de oogen." Dooh ik <lecd het niet, want he>b paste tegenover den verrader een ve.rradevr te zijn. Wee u, Genueezen, ontaard van de goede zoden en vol van allerlei kwaad; waarom zijt gij nog niet van de aarde ver delgd? Want met den booswicht van Ro- magna, Alberto, vond ik hier één der uwen, wiens ziel zich reeds baadt in do Klaagrivier wegens zijn booze daden en wiens liohaam op aarde nog levend schijnt. Danlo heeft hier een wel wat eigen aardige, doch niettemin een zeer handige uitvinding gedaan, om sommige personen reeds bij hun leven in do hol le plaateeu. Wij laten natuuriijk deze uitvinding geheel voor zijn rekening.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1921 | | pagina 3