„Dis LisÉ CoiifOüt
Tweede Blad.
plichte kaasconlrclp, gesteund door üif-
voerverbod, principieel bedenking geop
perd. Daarin werd een aantasting gezien
van de handelsvrijheid, welke het beoogde
doel afzet onzer zuivelproducten te be
vorderen bovendien toch niet zal doen
bereiken. Immers kan het kaasmerk op
zijn best den afnemer bet vetgehalte van
de gekochio kaas gcrandceren, niet de
quaüteit, die afhangt van de goede berei
ding en verzorging.
LandbouwongevaUenverzekeringswot.
V oorloopig Verslag.
Aan Iieit Voorloopig Verslag over liet
wetsontwerp tot verzekering van personen,
werkzaam i-n de landbouwbedrijven, tegen
geldelijke gevolgen van ongevallen, bun in
verband met hunne dienstbetrekking over
komen, wordt ontleend, dat zeer vele le
den bet toejuichen, dat de ongevallenver
zekering ook tot landarbeiders zal worden
uitgebreid.
Enkele leden waren van oordeel, dat aan
dit wetsontwerp weir.dg behoefte bestaat,
omdat de landarbeiders, dank zij bet par
ticulier initiatief, reeds voor het meeren-
deel verzekerd zijn. Deze bewering werd
ovenwei door vele andere leden onjuist ge
acht. VooTal ten aanzien van de tuinbon w-
arbeicleir is de verzekering togen de gelde
lijke gevolgen van ongevallen verre van al
gemeen. Var. een bloeiende landbouwonge-
v allen verzekering, door liet particulier ini
tiatief tot stand genomen, kan naar de
meening dezer leden niet worden gespro
ken.
Sommige leden, die het beginsel van uit
breiding van de verzekering tot de land
bouwbedrijven toejuichten, hadden echter
wel bedenkingen tegen het door den Minis
ter gevolgde systeem.
Zij konden er zich niet mee verecnigen,
dat de uitvoering van de land- en tuin-
bou w-ongevallenverzekering aan andere
organen zal werden opgedragen dan. aan
die, welke met de uitvoering van de be
staande sociale verzekering zijn belast. Op
de voorgestelde wijze wordt de uitvoering
van de sociale verzeker ings wetgeving on-
nocdig duur gemaakt. Naar de. meening
van deze leden moet. op dit gebied zooveel
mogelijk naar eenheid worden gestreefd.
Zij betreurden het, dat de minister voor
den aandrang uit laodbouwkringen is ge
zwicht e.n dientengevolge een wetsontwerp
beeft ingediend, dat liet particulier initia
tief op den voorgrond stelt, en dat in-
druischt tegen het tot dusver in onze so-
cialo verzekeringswetgeving gevolgde stel
sel.
Het bij dit wetsontwerp voorgestelde sys
teem is volgers deze leden halfslachtig. Zij
achten het wenschelijker de uitvoering van
het onderhavige wetsontwerp uitsluitend
bij de Rijksverzekeringsbank onder te bren
gen.
Andere leden kwamen echter tegen die
besohouwingen op. Naar hun meening
kan de sociale wetgeving bij ons volk
slechts populair worden- wanneer bij de
uitvoering wordt gebruik gemaakt van de
in dc Maatscha.opij beslaande en opko
mende organisaties.
Sommige leden waren van oordeel, dat'jn
het wetsontwerp aan de bedrijfsveroenigin-
gen niet voldoende vrijheid van beweging
is gelaten.
Sommige leden vroegen voorts, of het
niet gewenseht zou zijn, het verveningsbe-
drijf, het melkrijdersbedrijf, het bedrijf tot
het houden en cxploitecren van stoom-
dorschmachines en het bedrijf van het re
pelen van vlas onder deze wet te bren
gen.
Eenige leden zouden niet begrijpen,
waarom in de organisatie van deze verze
kering geen plaats wordt ingeruimd voor
winstbeoogende vereemgingen. Voorts vroe
gen zij, of, nu aan tal van instellingen en
personen het voortzetten van hun bedrijf
onmogelijk wordt gemaakt, aan dezen niet
een geldelijke of andere tegemoetkoming
moet worden verleend. Ten slotte, betreur
den zij het, dat door de uitsluiting van
beoogende ondernemingen ook de medewer
king van coöperatieve vereen igingen onmo
gelijk wordt gemaakt.
De juistlveid» van deze laatste opmerking
werd evenwel door sommige andere leden
ontkend.
Sommige leden drongen er bij den mi
nister op aan, dat, niet uitsluitend vakorga
nisaties als werknemersvcreenigingen zou
den worden beschouwd.
Ten slotte konden verscheidene leden
zich met de Teerling van het beroep van
'de beslissingen, door 3c besturen der be-
drijfsvereenigingeii genomen, niet verceni-
gc-n.
Voorkoming van Brandgevaar.
Voorloopig V o r a 1 a g.
Blijkenshet Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer nopens heb wetsontwerp tot
aanvulling van het Wetboek van Straf
recht, met een bepaling ter voorkoming van
gevaar voor brand in gebouwen of getim
merten, hebben, hoewel dp gedachte, die
aan het w. o. ten grondslag ligt, algemeen
is toegejuicht, vele leden ernstig bezwaar
tegen de wijze, waarop die gedachte in h'jt
wetsontwerp is uitgewerkt.
Gewezen werd er op, da<t de aanleiding
van het wetsontwerp gelegen is in een,
door onvoorzichtig optreden van loodgie
ters ontstanen brand in de Groote Kerk te
Delft. Op grond daarvan wordt thans voor
gesteld, do Regeering zonder eenige be
perking bevoegd te verklaren tot het uit
vaardigen van bindende voorschriften ter
voorkoming van gevaar voor brand in ge
bouwen of getimmerten. Deze voorschriften
zullen zich derhalve niet behoeven te be
palen tot maatregelen ter bescherming van
monumentale gebouwen, doch zullen allo
gebouwen of getimmerten kunnen betref
fen. Zij kunnen zich voorts niet alleen rich
ten tegen onvoorzichtige werkwijze van
loodgieters, do oh in het algemeen tegen
brandgevaar bevorderende gedragingen
van wie ook. Ook voorschriften omtrent de
constructie van gebouwen, omtrent de be
lending daarvan, omtrent hot daarin be
waren van brandbare stoffen, omtrent be
waking der gebouwen enz. zullen binnen
het kader van den hierbedoelden algemee-
nen maatregel van bestuur vallen.
Waar dc in dit wetsontwerp bedoelde
voorziening een zoo algemeen karakter
draagt, vroegen deze leden ziek af, of de
zorg daarvoor wel tot den werkkring van
den Minister van Onderwijs zou behooren.
Ook meenden zij, dat indien men een zoo
vcr-reikend onderwerp wil regelen, in do
wed zelf de grondlijnen moeten worden
vastgelegd, waaraan dc uit te vaardigen
algemeene maatregel van bestuur geboden
■zal zijn, zooals ook geschiedt iai de Veilig
heidswet.
Ook tegen de strafrechtelijke inkleeding
van liet. wetsontwerp liaddcn deze leden
ernstig bezwaar.
Andere leden konder zich met deze be
schouwingen niet ten volle vcreenigen.
Sommigen hunner waren van gevoelen, dat
waar het. wetsontwerp bliikens de Memorie
va.n Toelichting in het bijzonder de be
scherming van bonwmomunenten tegen
brandgevaar ten deel heeft, zulks ook in
het wetsontwerp tot uitdrukking behoorde
te komen.
Enkele leden vestigden de aandacht van
de Regeering op een, door den heer Her
mans, technisch ambtenaar bij de gemeente
werken te 's-Hertogcnbcscli, onlangs tot de
Regeering gericht betoog omtrent maat-re-
golcn ter voorkoming van brandgevaar bij
lood gieters werkzaamheden waarin naar zij
meeniden verschillende practische wenken
dien aangaand o worden gegeven.
Steunregeling 1922.
De v ij f V a lc c e n t r a 1 e n.
Do besturen der vijf Vakcentralen heb
ben over do nieuwe steunregeling van den
Minister van Biunenlandscho Zaken ver
gaderd.
Alle Vakcenlralcn constateerden, dat de
verlaging van steun niet gemotiveerd was
en ontstemming onder de arbeiders wekt.
Besloten werd, zich tot den Minister van
Binnenlandsche Zaken to wenden met het
verzoek, de oogenblikkclijk geldende steun
bedragen te handhaven.
Tevens zullen de Vakcentralen zich lot
do respectievelijke Kamerfracties, waar
mee ze verbindingen hebben, wenden en
dezo voorstellen, zich met hetzelfde ver
zoek tot den Minister le wenden.
Do vijf vakcentralen hebben den vol
genden brief gericht aan den Minister van
Arbeid:
Namens de besturen van onderstaande
Vakcentralen, nemc-n wij do vrijheid, naar
aanleiding van dc door Uwe Excellentie
ontworpen regeling voor de Werkloozen-
verzokering voor het jaar 1922, do volgen
de bemerkingen te maken:
a. Allereerst meenen wij. dat de ver-
m'ndering van de toch reeds lage uitkee-
ringen, niet gemotiveerd kan worden ge
acht;
Dinsdaf 27 December 1921
"bin N ˥L A N DT
Voorschriften tot regeling van den uitvoer
van boter en kaas.
Verschenen is hot Voorloopig Verslag
(2e Kamer) over genoemd wetsontwerp.
Boter.
Tegen dc voorgestelde regeling met be
trekking tot den uitvoer van boter had
den zeer vele leden ernstig bezwaar. 2ij
meenden, dat do noodzakelijkheid van een
wettelijk verbod van uitvoer van boter,
niet van het Rijksmerk voorzien, in geen
enkel opzicht is gebleken. Integendeel, de
toestand, die door de vrijwilligo samen
werking van do botcrproducenten reeds
sinds jaren op dit gebied ten onzent is
bereikt.' kan niet anders dan zeer bevredi
gend genoemd worden. Ruim 90 pCt. van
de boterproduclio in Nederland staat reeds
nu onder de controle van de, op initiatief
van verschillende landbouwverecnigingen
opgerichte, bolcrcontrolestations, die on
der Rijkstoezicht werken. Van do over
blijvende 10 pCt. komt een deel niet voor
export in aanmerking: hef geringo deel
van het product, dat, zouder van Rijks-
merk te zijn voorzien, over onze grenzen
gaat, zal den goeden naam van onze boter
niet ernstig kunnen schaden. Nu langs den
weg van vrijwillige samenwerking der
boterproducentcn zoo veel is bereikt, kon
den deze leden noch de noodzakelijkheid,
noch de wcnschclijkheid inzien van een
regeling als de voorgestelde. Wel vrees
den zij, dat de met het bestaande stelsel
van controle verkregen resultaten daar
door voor een deel in de waagschaal zou
den worden gcstela.
Ingrijpen van de Rcgcering kan noodig
zijn, indien de handel door misbruiken den
goeden naam van onze producten in op
spraak brengt, zooals nog onlangs met
do aardappelen het geval schijnt to zijn
geweest: maar gelukkig bestaat voor dc
boter in dezen tijd die aanleiding lot in
grijpen niet.
Gaarno zou men in verband met een en
ander vernemen, of de Regeering het ad
vies van de belanghebbcndtiit bij do bo-
terproductie omtrent het onderhavige
voorstel heeft ineowonnen.
Kaas.
Met betrekking tot do kaas meenden
vele leden, die ten aanzien van do boter
een stelsel van vrijen uitvoer bepleitten,
niet op algchccto vrijheid te mogen aan
dringen, omdat op dit gebied langs den
weg van organisatie minder is bereikt en
bij algeheele vrijheid de goedgezinde pro
ducenten onbeschermd zouden staan te
genover knoeierijen met het vetgehalte
bij hunne concurrenten. In beginsel be
stond bij deze loden tegen een stelsel van
verplichte controlp van uit te voeren kaas
geen bezwaar. Tegen het.wetsontwerp had
den zij echter ernstige bedenkingen, om
dat het ontwerp geen voldoende ruimte
laat voor het particulier initiatief der
kaascontrolestatior.s en vooral omdat de
geschiktheid der kaasinerken nog veel te
wenschcn overlaat
O.m. werd -den wensch uitgesproken,
dat vóórdat het kaasmerk wettig zal wor
den vastgelegd, getracht zal worden naar
intornationale o voreen
stemming omtrent de clas
sificatio flor kaassoorten
en de te waarborgen eigenschappen met
do andere kaasuitvoerendo landen. Voor-,
loopig zou naar het gevoelen dezer leden
do tegenwoordige, in den crisistijd krach
tens de wet van 3 Augustus 1914 ontstane
regeling op dit gebied zijn te handhaven,
om nadat de verschillende bezwaren,
waarop hierbovenwerd gewezen, zullen
zijn opgelost, door een definitieve wette
lijke regeling van deze materie te worden
vervangen.
Van andere zijde werd echter togen ver-
DANTE's HELLEVAART.
(Nadruk verboden).
DRIE-EN-DERTIGSTE ZANG.
De zondaar liicf den mond op van het
afschuwelijke eten en veegde zijn lippen af
aan de haren van hem, wiens achterhoofd
hij a aai gevreten had.
„Gij wilt, zeidc hij, dat ik mijn wan-
hoopsdroefheid hernieuw. Het hart doet
mij pijn, wanneer ik er aaoi denk, nog
.voordat ik ervan spreek.
Maar a-ls mijn woorden dc oorzaak mo
gen zijn, waardoor tie schande van dezen
verrader, op wien ik kauwt zal worden
blootgelegd, dan zult gij mij zien wecncn
en spreken tegelijk Wie gij zijt, weet ilc
niet. noch op welke manier gij hier geko
men zijt, maar naar uw spraak te oordee-
'■len zijt gij een Florentijn. Gij moet weten,
dat ik was graaf TJgolino en deze aarts
bisschop Ruggieri; en nu zal ik u vertel
len, waarom wij zoo dicht naast elkander
zijn gezet Dat ik, die geheel op hom ver
trouwde, door hem verraderlijk gevangen
genomen en gedood ben, weet gij en dab
»ehoef ik u dus niet te vertellen.
Maar wat gij niet weten kunt, is, op welk
?cn verschrikkelijke wijze ik ben ter dood
gebracht. Als gij dat vernomen hebt, zult
gij begrijpen, waarom ik zóó op hem gehe
ten ben. Ik zat opgesloten in den toren,
die naar mij den naaan van „Hongertoren"
heeft gekregen en door de Heine opening
van het luchtgat had ik roods menig maal
de maan. van gedaante zien verwisselen,
toen ik een droom had, die voor mij do
sluier verscheurde, waarachter de toe
komst verborgen lag. Het. scheen mij toe,
dat deze man als een rijk heer op jacht
was om den wplf met ziin. iongen. te ja
gen in het gebergte," dat ligt tusschen Pisa
en Lucca. Magere, bloedgierige honden,
goed afgericht zond hij ze achterna. Het
duurde niet lang of de wo-lvcnvador met
z'n jongen geraakte uitgeput, naar het
scheen, en ilc meende te zien hoe dc hon
den hun spitse tanden dreven in de flan
ken van de wolven. Ik ontwaakte tegen
den morgen en zag hoe mijn zonen, die met
mij waren, weenden in hun slaap en al
dromende om brood vroegen. Gij zoudt wel
wreed moeten zijn, als de droefheid u nu
niet ora het hart slaat, wanneer gij over
denkt welke pijnigende voorgevoelens in
mij oprezenals dit u niet treft, waardoor
zoudt gij dan wel getroffen worden1?
Zij ontwaakten, en het uur naderde waar
op men gewoon was ons brood te brengen.
Wij wachtten, angstig wegens heb droom
gezicht
Toen koorde ik beneden de poort van
den gruweltorcn afsluiten, en mijn zonen
en ik, wij keken elkander in het aange
zicht zonder een woord te spreken. Ik
stortte geen traan, geheel versteend van
smart; mijn zonen weenden en mijn An-
sclniuccio zeide: „Wat staart gij, vader,
deert u iets?"
Ik weende niet en gaf geen antwoord
den geheelen dag, noch gedurende den
daarop volgenden nacht, totdat de zon op
nieuw over de aarde opging.
Toen er echter wat daglicht glom in
dien lijdenskcrkor en ik de bleekheid van
mijn eigen gelaat aflezen kon van de ge
zichten mijner vier zonen, beet ik in mijn
handen van smart. Mijn zonen, dio meen
den dat ik uit honger naar voedsel in
piijn handen beet, stonden plotseling op en
zeiden: „Vader, eet van ons, dat zou on
ze smart veel verminderen; gij hebt ons
bekleed met dit schamele vleesdh, ont
neem het ons nu ook
Ik zweeg en zat stil cm hen niet meer
te bedroeven; wij waren stom dien gan-
sclien dag en ook den volgenden.
Ach, wreede aarde, waarom zijt gij toen
niet opengescheurd? Toen wij den vierden
dag bereikt hadden, viel mijn zoon Gaddo
lang uit vcor mijn voeten neer met de
kreet„Vader, miju vader, waarom staat
gij mij niet bij
Toen stierf hijcn zoeal3 gij mij voor u
ziel, zoo zag ik zo vallen, mijn zonen, alle
drie, één voor één in den loop van den
vijfden en zesden dag. Met schemerende
oogen ging ik rond, hen betastende, en ik
riep hun namen nog twee dagen nadat zij
gestorven waren. Toen maakte do honger
een einde aan mijn smart."
Toen hij uitgesproken had, rolde hij met
zijn oogen en pakte het ellendige hoofd
weer beet met zijn tanden, die als honde-
tanden been aan stukken konden knau
wen.
Wee u, Pisa, gij schande der volkeren
vau hot schoone Italiaansche landuw
naburen talmen nog immer met u te straft
feu, laten daarom de eilandjes aan de
monding van den Arno-stroom zich ver
heffen cn den Arno afdammen, zoodat al
uw burgers omkomen in den watervloed.
Want al ging van graaf Ugolino het ge
rucht, dat hij uw vestingen had verraden,
daarom mccht gij zijn zonen niet zulk een
gruwelijken marteldood doen ondergaan.
Zij waren onschuldig wegens himuea jeug
digen leeftijd.
Wij gingen verder cn kwamen daar waar
in heb ijs een ander slag van volk wreed
wordt ingesloten. Zij staan niet in het ijs,
maar liggen op hun rug. Zoodra dc ee-rste
tranen in hun oogen opkomen, bevriezen zij
cn verstoppen de oogleden, die dan met
een kring van ijskristal omsloten wovdon.
Zoo verstopt bij hen de smart zielizelve en
b. 'de bepaling, dat. de gemeenten een
derdo van do tekorten voor hunne reke
ning moeten nemen, en zoo zulks niet ge-
schiodt, do werkloozen in die weigerach
tige gemeenten woonachtig, geen uitkee-
ringen zullen ontvangen, lijkt ons niet ge
rechtvaardigd
c. do bepaling, dat een uitgelrokkene
eerst weder 78 dagen 'werkzaam moet zijn
geweest in hetzelfde beroep, is naar de
meening onzer Vakcentralen onbillijk en
onuitvoerbaar en tevens in strijd met do
bepaling van de reglementen der kassen,
dat gedurende 3 achtereenvolgende jaren,
de maximum uitkceringsduur kan worden
genoten;
d. de beperkingen, die ten opzichte van
de gemeentelijke werkloozen zijn getrof
fen, zijn, naar het ons voorkomt, niet bil
lijk, terwijl ze bovendien de strekking heb
ben, de volledige werkloosheid te bevor
deren;
e. de bepaling, dat de vereen igingen aan
sprakolijk kunnen worden gesteld voor de
verleende voorschotten, maakt naar de
meening van ons bestuur mogelijk, dat do
vakvereenigingen slachtoffers kunnen wor
den van willekeurige maatregelen, die de
positie der vakvereenigingen als zoodanig
aantasterl.
Onze besturen meenen, dat er verder
allo aanleiding toe bestaat, om alle kas
sen, die niet normaal kunnen functionee-
ren, met een subsidie van 100 pet. in de
regeling tc betrekken.
Tevens meenen onze Besturen, dat het
gewenseht zou zijn, de bepalingen van het
derde lid van artikel 3 van het werkloozen
besluit toe te passen, tenzij zulk* tot exor
bitante subsidies zou leiden.
Daarnevens meenen wij, dat aan de
Vakvercenigngeo waarborgen moeten wor
den gegeven, dat de contributies niet een
zijdig door do Overheid worden opgevoerd
Het zou ons aangenaam zijn, wanneer
Uwo Excellentie zou kunnen voldoen aan
het reeds telegrafisch gedane verzoek, ons
Woensdag of Donderdag a.s. ter bespre
king van bovengenoemde punten le ont
vangen.
Is dat bezuiniging?
Onder bovenstaand opschrift schrijft men
uit Gouda aan dc „Avp":
'Sedert geruimen tijd is de sterkto van
'liet garnizoen hier uiterst gering. Officie-
Ten en kader hebben geen noemenswaardi
ge dagtaak. Volgens de laat9le niededce-
dingen. zal heb garnizoen spoedig geheel
worden opgeheven. Reeds gaat het gerucht
dat met 1 April 1922 een begin daarmede
zal worden gemaakt. Do kazerne is thans
reeds voor 75 pet. beschikbaar voor andere
doeleinden.
Hetzelfde is het geval met het Militair
Hospitaal aan de Karnemelk.sloot. Hot
voorgebouw is gedeeltelijk iu gebruik ge
nomen docr don Raad van Arbeid, terwijl
er nog alle ruimte over is voor plaatsing
van andere bureaux. Het groote achterge
bouw, ongeveer 40 M. aohter bet voorsta
perceel, is geheel ledig, en dient er alleen
voor, om jaarlijks eenige duizenden aan on
derhoudskosten uit te geven.
"Wanneer zoo'n uiterst comfortabele en rui
me gelegenheid tot het inrichten van btt-
reelen bestaat, zou men meenen, dat door
Rijks-ambtenaren pogingen in heb werk
gesteld zouden worden, hierop beslag te
leggen. Niets is echter minder waar.
Een groot heerenhuis op de Gouwe
dient als kantoor voor de Directe Belas
tingen, on Invoerr. cn Acc., terwijl op
de Zeugstraat in een (dubbel) particulier
■huis de Registratie en Domeinen een on
derdak hebben gevonden.
Naast zeer ruime bureaux, zou ook aan
merkelijke bezuiniging het gevolg zijn, ter
wijl zelfs dan nog een groot gedeelte aan
particulieren in huur afgestaan zou kunnen
worden.
Zou men in Den Haag hier niets eens
ooliterheen kunnen zitten?
Gemengde Berichten.
Melkconfiict te Haarlem.
Te Haarlem is een mclkooriog uitgebroken
tussclien do molkverkoopcrs on de veehouders.
Do veehouders schenken nu zelf de melk in de
stad. Het publiek profiteert van den lag er en
prijs. Dc veehouders wensehen niet aan de
eïschen der melkverkoopers le voldoen om do
prijzen dor melk te verlagen. De verkoopers
betrokken nu de melk van elders.
keert zich dan naar binnen tot nog groo-
terc benauwenis.
'Hoewol door de koude reeds bijna- allo
gevoel uit mijn gelaat verdwenen was,
scheen het mij tooh toe, dat ik een wind-
stroom langs mij voelde gaan cn daarom
zeidc ik: „Meester, wat maakt hier dezen
wind Ik dacht, dat iedere temperatuurs
wisseling hier opgohoudon had."
En hij antwoordde mij: „Weldra zult gij
komen waar uw oogen zelf u het antwoord
zullen geven. Daar zult gij de oorzaak vin
dezen wind zien."
Eén van deze schimmen, zoo droevig in
de koude ijskorst gesloten, riep ons too:
„Gij zielen, zóó slecht, dat gij tot de uiter
ste grens der hel verwezen zijt, licht mij
van de oogen de harde ijskorsten, zoodab
ik al is hot maar even lucht geve aan
de smart, waarmede mijn hart is verza
digd, voordat mijn tranen weder vastvrie
zen."
Ik zeide daarom tot hem: „Indien gij
wilt dat ik u help, zeg mij dan wie gij zijt.
En als ik u de ijskorsten niet van da
oogen doe, moge ik gaan tot de uiterste ijs-
grens."
Daarom gaf hij mij ten antwoord,.Tk
ben Alberto, die mijn vrienden ver
raderlijk liet vermoorden aan oen feest
maal. Maar men heeft mij nu hier een an
der feest bereid!"
„Wat?" zeide ik. „Zijt gij al dood?"
En hij antwoordde„Of mijn Tichaam.
daarboven op aarde, al dood is, weet ik
niet. Want de bewoners van Ptolomea ge
nieten hot voorrecht, dat hun zielen hier
reeds ne-derploffen, voordat hun levens
draad. wordt doorgeknipt. En opdat gij
des te eerder bereid zult zijn mij de kris
tallen tranen van do oogen to strijken,
zoo weet dat zoodra eon mensok zulk een
verraad pleegt, als ik, eon duivel bezit
Een dreigbrlefschrijfsler.
Te Rijswijk (Z.-H.) kreeg een dienstbode
dreigbrieven. Ook haar aanstaande, die to Looa
duinen woont ontving zulke epistels, eindelijk
werd ook mevrouw bedreigd, zelfs met moord
op de kinderen.
Uit bet onderzoek van de politie bleek, dai
do dienstbode deze brievea zelve geschreven
bad, de briovea waren met oen verdraaide
band geschreven en werden soms bezorgd en
kwamen ook wol per post.
Het meisje gaf als reden op dat zij de
brieven geschreven had omdat zJJ baar ontslag
wilde bobben. Haar moeder verkoos echter dat
zij in ba^r dienst bleef, omdat zij hot er goed
bad.
Het onderzoek der politie duurde drie da
gen, gedurende welken tijd er geen brieven
kwamen; daardoor werd de aandacht op baar
gevestigd.
Oproer in den Bosschen Raad.
Meermalen gebeurt bef. dat de roode broe
ders in den gemeenteraad van 's Hertogen-
bo3cb zich zoo hoogst onbetamelijk en brutaal,
tegenover den voorzitter gedragen, dat dezo
reeds herhaaldelijk waarschuwde bet reglement
van orde to zullen versterken of andere maat
regelen le nemen om zijn gezag te kunnen
handhaven. Het was al gewoonte geworden, dat
Üo voorzitter een dier bceren geen antwoord
meer gaf.
Na bet debat over de algemeeno beschou
wingen in de raadsvergadering van Donder
dagavond nam h-et lid van Maastrigt een
volgeling van Koltbek, buiten de orde hot
woord dat de voorzitter hem niet toestond
De heer Van Maastrigt vloog woedend op en
daagde den burgemeester uit eens maatrege
len te nemen indien hij durfde' Een vloed van
verwijten volgde, terwijl de voorzitter hamerde.
„Ja, waag bet maar eens mij uit de raads
zaal te zetten. Ala ik bier mijn recht van raad»
lid ora te spreken wanneer ik wi! niet behou
den kan dan zal ik geweld gebruiken?" raasde
van' Maastrigt bleek van woede
„Durf dan maar eens geweld te gebru.'ken
bier"! waarschuwde de burgemeester en ha
merde al maar door.
„Dat is nu de élite schreeuwde de heer Van
Maastrigt: schoften zijn bet. schoften!"
Groot tumult in de raadszaal: alle leden
geven blijk van verontwaardiging over de hou
ding van bun medelid. De voorzitter vindt de
maat vol en schorst voor een half uur de ver
gadering. De publieke tribune wordt door do
politie ontruimd, 't Was er stampvol belang
stellenden.
Intusscben houdt bet tumult in de raads
zaal aan.
.Jjat is nu do uitkomst van de Evenredige
Vertegenwoordiging." brengt wethouder Sohef-
fers in het midden.
Verschillende raadsleden trachten de heer
Van Maastrigt te overtuigen, dat hij verkeerd
deed en verpiicht is den burgemeester excuus
te vragen. De storm bedaart langzamerhand en
de raadsleden steken een sigaar op. wa' el'een
maar tusschentijds en r.a hs'felf 's avond ge
oorloofd i3. Eindelijk wordi de vereadoring
heropend en het publiek stormt nieuwsgierig
binnen.
De heer Van Maastrigt. doodbedaard gewor
den. belijdt openlijk schuld en vraagt om ver
ontschuldiging.
De Voorzitter aanvaardt dat woord en daar
mede is een pijnlijk incident beëindigd
En om de verzoening to vieren geeft de voor
zitter vergunning aan de raadsleden om den
gacschen avond te roekoe
Te Groningen wordt thans
de fabrieks-roomboter verkocht tegen 05
per pond, een bedrag dat al aardig in de
vóór-oorlogsche richting komt Teen bedroeg
de bolorprijs in de zomermaanden weliswaar
niet meer dau CO a 65 per pond. maar in den
winter liep ze toch geregeld tot P5 a 90 rent
op. De oorzaak van den snellen teruggang dar
laatste weken (twee maanden geleden was da
prijs nog i.50 a l.GO per pond) moet ge
zocht worden in groote aanroeren uit Denemar
ken <n Australië.
To Zierikzeo heeft Zater
dag mejuffrouw M. L. Gudde-Van -Tichclhoven,
die. reeds 52 jaar weduwo is. in het genot van
een goede gezondheid haar lOOsten geboortedag
herdacht.
De landbouwer Minor t©
Lange veld. kreeg hij het beslaan van een paard
een trap legen zijn hoofd en overleed aan de
gevolgen.
To Buincn (Dr.) hebben
ruim 114 ingezetenen zich verceir »d lot een
neemt van liet lichaam cn het bestuurt
zoolang tot-dat de levenstijd verloopcn is.
De ziel echter valt neer in dezen kuil.
Wellicht wandelt ook nog het lichaam van
de ziel, die daar achter mij in bet ijs ligt,
op aarde rond. Wanneer gij eerst kort ge
leden hier beneden zijt aangeland, moet u
dat bekend zijn. Heer Branca d'Oria heet
hij cn er zijn reeds verscheidene jaren
vervlogen sinds zijn ziel hier werd vastge
klonken."
Ik zeide tot hc,m: ,.Nn geloof ik, dat gij
mij bedriegt, want Branca d'Oria is nog
heelemaal niet doodhij eet on drinkt cn
slaapt cn loopt rond."
„Toen in de gracht, hierboven, van de
Martelklauwon, antwoordde hij, daar waar
de kleverige pek aan 'fc koken ia, de schim
van Michel Zanoho geworpen werd, kwam
er een duivel gevaren in het lichaam vau
Branca, om dien-3 ziel te vervangen, ett
oveneens in het lichaam van een zijner ^er-
wanten, die met hem verraad pleegde.
Maar strek nu uw handen uit cai open mij
de oogen."
Dooh ik <lecd het niet, want he>b paste
tegenover den verrader een ve.rradevr te
zijn. Wee u, Genueezen, ontaard van de
goede zoden en vol van allerlei kwaad;
waarom zijt gij nog niet van de aarde ver
delgd? Want met den booswicht van Ro-
magna, Alberto, vond ik hier één der
uwen, wiens ziel zich reeds baadt in do
Klaagrivier wegens zijn booze daden en
wiens liohaam op aarde nog levend schijnt.
Danlo heeft hier een wel wat eigen
aardige, doch niettemin een zeer handige
uitvinding gedaan, om sommige personen
reeds bij hun leven in do hol le plaateeu.
Wij laten natuuriijk deze uitvinding geheel
voor zijn rekening.