Is Utah yveede Blod. andag 31 October 1921 ALLERZ1ELE1 kerkelijk jaar spoedt ten. einde. Door lange redes van droevige of blijde ai aan onze overweging voor te stel- door ons telkens een met do tijdsom- ligheden overeenstemmend feest te la- ieren, schonk do H. Kerk als een wijze g i bfdevollo moeder voortdurend nieuw sel aan onze go-clsvruolit en leidde zij ple hij de hand tot op den.1 heiligen .0 de 'herfst ingetrecterl. De natuur sterven. Wat was het voor enkele fejadaarbuiten nog bekoorlijk en schoon! zilveren herfstdraden werden gewe- nziöhtbaar in den zwaren nachtdauw, kwamen de rijp en de ijzige wind. De ader boomen werden geschud; de bla" werden, geel en vertreden onder den Bloemen en' planten verschrompelen ineen, en wachten op hot witte tod, dat daarover weldra zal worden M spreid. telken jaji*e terugkeeren-d beeld van rgankelijkheid van al hot ondermaan- Een. droef-stemmende schilderij, waar- lomons uitroep: „IJdelheid der ijdel- als verklarend onderschrift veilig pist worden. zie, juist nu do herfst is ingetreden, 'i de H. Kerk wederom een dag, toe- aan alt© Heiligen. Waarom? Om ons snoeren, dat evenals die bloemen- en arworeld, ook ons leven ras voerbij- ons vaderland hierboven is, on ij voor alles moeten werken voor een dat eeuwig duurt. ireum coaxla", zoo roept zij ons toe: öog de harten! Gij, kinderen der strfj- Kerk, aanschouwt de verheerlijking kroonde ledematen, die U voorgingen' 1 moeilijk pad der deugd." tiet kooTtbaaehtiig jagen naar geld en waardsöhe genietingen, waartoe het i?5 toiharf. zioh zoo licht laat verleiden, erai gemakkelijk het antwoord ver- op'de groot© levensvraag: waarheen? brengt grooter bezit steeds meer on- Ji tefcoid, al leemt de ondervinding, dat dangers van het arme menschenhart bevredigen zijn, omdat het geschapen 1 de eeuwigheid en geen rust, kan vin- iBij in hot bezit van den oneindigen toch acht de Kerk het nuttig haar n in de horfetdagen een halt toe te op hun levensweg en hun blikken ra wij]o «te richten naar omhoog, waar kind van Home luistert naar toodigeilde stem; het laat zioh on- iten, peinst, op do eeuwigheid, ont ziet aan hot aardsche, strekt in -hei- rlangen do beide armen uit naar 'liefc d vaderland, en juicht en jubelt met j5 k om de glorie van Go<ds lieve Heili- ,0, hoe glorievol iis het rijk, iu hot- 1 |ile Heiligen zich met Christus ver- opeens verstommen die jubel hym- |Zy iles wordt droef en stil in het" tempel- Het altaar wordt van zijn feesttooi a en bekleed met een zwart voon- 1 IU» eromini"zoo blinkt het hartver- tad. „Ontfermt u mijner, ontfermt u tenminste gij, mijne vrienden." Het ilti slem der gef olterde zielen in 'het vage- fe als antwoord zingt d© Kerk her- lijk: „Heer, geef haar de eeuwige rust eeuwige licht verlichte haar." 'f- fom op eens dio tonen van droefheid 't;1 iffe? Waarom op éénen dag, des ta> es nog die blijde feestgezangen en des fs roods die droeve do oden-psalmen? laat zich gemakkelijk verklaren. nJ til wij juichen over de glorie onzer lijkte broeders, mogen wij niet ver- dal er noig zielen zijn, die op het taan dezelfde glorie te doelen, maar I in den kerker des vagevuur© weer- werden, omdat zij aiog eenige 'kleine ea straffen hebben uit te boeten: TëüïlIETON^ Die arme zielen.! Zij Kennen God als Hef beste en volmaaktste goed, zij hebben een juist begrip van Zijn oneindige beminnelijk heid, zij weten ook welk een onuitsprekelij ke zaligheid do Engelen en Zaligen' in don hemel genieten. Als hot ijzer door den mag neet, zoo worden die ziolen door God aan getrokken. Zij willen zioh verheffen en trachten op te vliegen tot God, maar vruch teloos. God roept haar als het ware lot zioh omdat Hij haar Vader, en Hij houdt haar togen omdat Hij haar Rechter is. Immers heiligheid en rechtvaardigheid beletten God haar boeien te slaken. Zijne oneindige liefde kan Hom niet weerhouden zacht maar tevens onbuigzaam het strenge woord te herhalen: „Gij zult niet uitgaan, alvorens gij den laatsten penning hebt be taald." En met den Psalmist beginnen de zielen te weeklagen, en smachtend van liefde roe pen zij uit: „Gelijk een hert naar. de water- bronnen, zoo verlangt mijne ziel naar C. o God! Mijn ziel dorst, naar God, naar den sterken, den levendon God. Wanneer zal ik ingaan en verschijnen voor Gods aange zicht. Mijne tranen zijn mijn spijs, da.g en nacht, als men dagelijks tot mij zegt •„Waar is uw God?" Welke Christen, dio zulke smartkreten overweegt en met de oogen des geestes een blik werpt in de vlammenzee des vagevuurs, zal niet tot medelijden bewogen worden en eon gebed lispelen voor die om gelukki gen, die onze medebroeders zijn en die alleen door ons kunnen geholpen worden. „Mijn Jezus, barmhartigheid! Heer, geef haar de eeuwige rust." En dan de Tertiaris, die door nog hech ter liefdeband met zijn medeleden, colc de afgestorven, verbonden is. De Tertiaris, wien dat bidden zelfs door een regelvoor schrift tot plicht gesteld is. Hij vergete dit niet. Laten wij dan veel voor de geloovige zie len', vooral ook van de Tarriarissen, bid den. Niet enkel, als geheel de wereld aan clo majesteit van den dood herinnerd wordt. Niet enkel als wij aan de lijkbaar staan van een bloedverwant of vriend. Maar ook, als do laatste bladzijde van ons maandschrift ons een doodenlijst voor oogen legt. Ook en vooral, als wij Allerzielen van de drie Orden- gedenken. Want wat de gansche Kerk voor alle ge- loovigem doet op den len en' 2an November, dat herhaalt do Seraphijnsohe Orde voor haar kinderen afzonderlijk nog eens op den 19on November en den len December. Bidden jvij op dien dag en met evenveel nadruk: „Heer, geef haar de eeuwige rust die rust., waarvan de H. Auguetinus spreekt als hij zegt: „Onrustig blijft ons menschen hart, totdat het rust in God." „Sint Franciscus." Gesrengde Berichten. schot cp het spook RONKELIJKE DETECTIVE--ROMAN door WILLIAM HOLT. (Nadruk verboden). heb t waarlijk een avontuurlijken merkte Ja© glimlachend' op, „des baardiger is hot, d!at gij uw lieele zooi* kalm bestaan gevoerd hebt. ilen, we nu als goede makkers over- wat ons te doen staat. Laat ik u hnn-en mcdedoelen. Ik ber| voor- maar Havre te gaan. Vandaar reizen ff Parijs. Te Parijs heb ik oe.ru ken- 1 d'uar aaii den diplomat ie ken d'iengt, feu is. Hij zal on-s den weg wijzen noodige passen en. aanbevelingen te die het mogelijk maken) ongehin- !*ar Rusland te reizen. Dan gaan we 'h-Polen door als een( paar Engel- afeten. Misschien is het ni'et dom ons voo-rdoen als een paar geleerde d- ^ers, die met een of ander weten1- li« •olijk doel d'aar hun nasporingen 1 kunt dan prachtig fungeer.eni als 5?slsch professor en ik bijvoorbeeld 1 assistent. Ja waarachtig, die idee boa ad niet." gullen clus zoowat comedlie móeten ^preekt van zelf. Want we kunnen naar die streek gaan eni vertollen, or maar een schat zoeken, die Cr fe eeuw ligt," De ledige doodkist te Wognum. Donderdag heeft, volgens het „N.-H. D." te Ursuni de. opgraving plaats gehad' van het stoffelijk overschot van Olaar-tj-e's half zuster Grietje. Dez-e Grietje Kooy moet drie dagen na Claartje, wier kist te Wognum ledig' is ge vonden, op 4 Mei 1892 na e.en kort, do oh herig lijden overleden zijnvolgens een door dr. Rentmeester afgegeven dood- sdhouwbriefje aan. „meningitis'' (hersen vliesontsteking) „oitop of col-top." Na,ar getuigenis van familieleden war en de beide lijken van Claartje. Blokker en Grietje Kooy tegelijkertijd „over huis". De ou.de Blokker liet voor Grietje een doodkist maken te Ursum bij zijn zwager Piet er Leegwater. Deze Pieter Leegwater is indertijd nog met zijn wouw, Maart je Otter, te ivoet naar Hoorn gegaan, om bij het overlijden van Grietje rouwbezoek af te leggenhij heeft haar wei op bed, doch alweer aiiet in de kist gezien. Pieter weet zich verder nog te herinne ren, dat stalhouder Vdaar ,uit Hoorn met den lijkwagen naar Ursum gekomen is; de dragers, die er bij waren, kwamen allemaal van Hoorn. Dr Rentmeester, die van 1890 to-t 1895 als officier van gezondheid Hoorn als standplaats had en te dezer stede toenter tijd 'ook wel eenige particuliere practijk waarnam, kon, daar heb overlijden van Grietje Kooy zoolang geleden was en daar hij bovendien tusschen zijn an- „Dat is duidelijk. Nu goed, dan spelen we comed'ie." „Een gevaarlijke comedie, denik er aan. En dit vooral, omdat hoogstwaarschijnlijk nog een paar anderen op dat geld' azen)." „Daar Is de man bij, die u dien inibrekor op het dak stuurde."' „Ja, hij ook." „Enfin, we zullen zienf', zei Addison kalm. Twee dagen na dit gesprek had het jacht de beide passagiers, te Havre geland eni koos spoedig weer zee. De kapitein had bij zondere instructies gekregen. Jac en Addison reisdén van Havre naar Parijs, waar de eerste de noodige bezoeken aflegde. Addison keek zich in de Fransche hoofd stad bijna de oogen uit. Hij genoot werke lijk van zijn reis, wat waarlijk geen won der mocht boeten, daar hij nooit tie voren in de gelegenheid geweest was het buitens land te bezoeken. Jac had Parijs reeds meerdere malen be zocht, hij liet Addison genieten en maakte alles in orde. Daartoe behoorde niet alleen, dat men zich van de noodige passen ©n aanbevelin gen] voorzag, ook oem ui Hustling moest aangeschaft worden. En toen alles gereed was, noodigde hij zijn reismakker uit den volgenden dag zich in zijn nieuwe hoe danigheid van professor Addison te toónen En waarlijk den volgenden dag zag Ad dison er uit ats een echte Engelse he ge leerde met' een zeer eerwaardig en vertrou wen inboezemend voorkomen. En Jac? Hij verscheen zoowaar in het costuum Je.ro' bezighecteiri door riellicht Hoocf- scüiouw over Grietje Kooy moet hebben verricht, zich van het heele geval niets rne.er herinneren. Wait de woorden „altóp of coltop" o.p het uocr hem -zelf afgegeven doo-dschouw- briefje van Grietje moesten beteekenen, kon dr. Rentmeester niet verklaren. Op de vraag, hoe •hij het vond, da-t dr. Hartman Claartje geschouwd had (als zijn de de plaatsvervanger van dr. Hammes) en dat enkele dagen nadien een and ore dok ter de dood,schouw had verricht, verklaar de dr. Rentmeester, dat zulks (hem zonder ling voorkwam. Evenwel bepaalde verklaringen kon dr. Rentmeester tot zijn spijt niet verstrekken. Het doodenxegister dezer' begraafplaats te Ursum wees uit, dat in graf nr. 80 be graven lagen van onder naar boven: le Grietje Kooy, oud 19 jaar, begraven op 9 Mei 18922e Maartje Blom, oud 34 jaar, begraven 17 Mei 1892 3e Jacob van Doorn, echtigenopt van Elisabeth Kramer, oud 65 jaar, begraven op 30 September 1904. Met behulp van twee verschillende plat te,gronden van het kerhof werd zoo nauw keurig mogelijk de plek van graf no. 80 be paald. Te ongeveer half 12 stak dei doodgraver de spade in den grond; de opgraving was een secuur-werkje het was natuurlijk zaak, al het begraven© zooveel mogelijk in onge schonden toestand aan te treffen. Nadat men ongeveer >een half uur gegra ven had, stuitte men tusschen de kisten van naast-begraven en op de bovenste .kist, welke volgens heb regis ter 17 j aar zich onder de aard© bevond. Nu stelle men zich niet voor, dat we een gave deksel te zien kregen, welke van de kist gelicht kon worden, zoodat de inhoud te zien kwam. Op de hoogte, waar de bo venste kist zich bevinden moest, vond men een laag vermolmd hout; dez-e molm werd voorzichtig verwijderd, waarna men (ver mengd met aarde) de overblijfselen van een nog vrij volledig skelet rvond. Deze overblijfselen werden zorgvuldig bijeengehoudende arbeid werd voortge zet, en men vond op de tweede verdie ping eveneens skefetoverblijfsedenVan den schedel vond men alleen de bovenkaak en zonderling was het, dat deze kist -geheel .groen was geworden. De aanwezige dokter constateerde dat het de schedel moest zijn van een niet oud mensch. De verstandskiezen schijnen inder tijd nog niet doorgebroken te zijn geweest, want ze sloten niet op elkander. Een her- lcennings-teeken aan dit lijk zou wezen, dat dc midde.nr.and van (het bcrvengebit inder tijd stuk geweest .moet zijn. Al doorgravende aan de hoofdeijde van het -graf, vond men nog een schedel met ©enig tcebeheoren. 't Was echter niet uit te, maken, of deze schedel in een Oost thuis behoord had. De schedel toch werd gevonden op een plek na,ar verondersteld moeit worden tus schen twee kisten in. Het is niet uitgeslo ten, dat we hier te doen (hebben me.t een schedel uit 'n eenmaal geschud graf. Voort gaande vond men steeds meer schedels en overige skeletoverldijfselen, doch van vol ledige geraamten en herkenbare kisten was geen sprake meer. Niet minder dan negen schedels werden er uit den gegraven kuil te voorschijn ge haald. Gedurende de langdurige werkzaamhe den kreeg men steeds meer den indruk dak men aan 't graven was op een plek tus schen rijen van kisten in. Immers, terwijl op de doorgegraven plek alleen -slechts het bovenste dijk vrij volledig te voorschijn ge haald kon worden en verder geen geheel meer werd gevonden, za,g men aan de bei- do zijkanten de kisten vrij regelmatig on der elkander staan. De meest aan de kerkzijde gelegen rij werd meer en meer bloot gelegd en hier bleek men zeer regelmatig de drie kisten met hun inhoud nog te kunnen hejm'inden. Althans werd bij het Ocsweeken der aarde van terzijde in de onderste kist een geheel volledig geraamte gevonden. Of dit het gezochte lijk was? We kunnen het nog niet zeggen, doch nu de, kisten ter zijde van den door,ge-graven grond zooveel beter te hervinden zijn en nu het vermoe den wel gewettigd is. dat de doorgegraven grond eigenlijk gelegen is tusschen de kis- tenrijen, nu lijkt het ons wel wenschelijk, dat de opgraving nog even wordt voort gezet. Een gezelligs raad. Do gemeente Schermenhom (N.-H.) heeft zioh nu ook in de rij der plaatsen gesteld, waarvan van eeni bediende. „Wat is d-'at nu", riep Addison verbaasd. „Zooals g© ziet. Gij zijt Mr. Addison,pro fessor in de geschiedkunde. Gij maakt eens reis door Polen 'in verband met uw ge- Sc-hiedkundige ondeirzoekingen"'. „Jawel, maar gij?" „Ik. O, dat is doodgewoon. Zoo'n geleerde professor reist niet zzonder bediende. Ik boni uw bediende, dat is alles". „Mijn bediende. Gij zoudt imi'jn bediende zijn? Dat ware de dwaasheid- -fier. top ge dreven. Neen', neen, dat gaat niet. Daar protesteer ik teru sterkste tegen). Dat sta ik niet toe. U zou mijn bediende zijn. H-et is al te gek. Dat was ook de -afspraak niet. Ik ben' bereid met iedere schikking (genoegen te nemen, maar niet met d'eze". Jac had groo-tie pret. „En toch zult ge er genoegen mee moeten nemen. Het kan niet meer veranderd' wor den". „Waarom niet?" i „Well eenivoudig om deze reden. Hier zijn onize papieren. We nemen morgen dera trein naar Berlijn. Daar blijven we een of twee dagen eu 'gaan verder". „Ja, goed, maar dat is geen antwoord op mijn pro-tast". „N-u, zie dan eens hier. Hier zijn onze passen en! aanbevelingsbrieven. Ze zijn schitterend, Qioor. Dezo is op uw haam, Mr. Edwar'd Addison, en deze is de pas van uw lijfknecht onder den -u welbeken den naam van Jac PurdV". „Diezelfde naam weer?" .„Waarom niet. Deze naam -is -zoo goed als een andere". „Maar „Hoor nu nog eens even. Gij. kunt wel men kan zeggen, dat Eet ta (haa-r raadsvergad-e- rmgen ni-et -altijd parlementair gaat. Toen de begrooting -ter (tafel kwam, stelde de oom-missie v,an onderzoek voor den. klerk -ter seor&Laria te •ontslaan, waartegen do fourgero eest er (tevens secretaris) zich verzette, omdat de administra tie steeds ■drukker wordt. De -heer Bakker: De secretarie ds vaak -ga stoten en dan is er ook geen klerk. Soms -doet de veldwachter de admuinds-trati-e. Als de burge meester een klerk wil, moet hij hem' zelf maar aanschaffen. De lieer De Groot fceigen den Voorzitter: Als u burgemeester-secretaris wilt wezen, moet u ook het werk doen. U is boog&tens uur per dag op de secretarie, en kunt daar wei 4 a 5 uur zijn. Toen er gestemd moest worden, zei oen lid, nog niet te weten of hij voor of legen bet voor stel was, waarop de heer Ooslwouden zei: Groot zeg nu maar ronduit of je er voor bent of er •tegen, van die ploertenstreken boud ik niet. De V-oorzitter: We zitten bier niot met pöoer- -ten aan tafel. Oostwouden: Dat weet ik nog niet. Het slot wae, dat bet voorstel werd aange- nomeji,. Ook -kwam nog een voorstel om de gratifica tie van- den rijksveldwachter van 100 te bren gen op 25, omdat de betrokkene, ,,di-e er is om de orde te -handhaven, eens den boel o-p stollen heeft gezet", naar de voorsteller, de heer G. Groot, zei. Do rijksveldwachter schreeuwde va<n de publie ke -tribune: Je bent een leugenaar, schoft! Ten slotte werd de gratificatie gebracht op 50 Een, van de twee Manco -stemmers -moti veerde zijn onthouding met te zeggen, dat bij met zoo'n ..rotzooi" niet -mes wilde -stemmen, om welke uitdrukking de voorzitter hem to: de orde riep. „V-ad." De nicord te Houldorp. Op bevel der Justitie beeft de wachtmeester Woerte -de arrestanten naar de oude Koloniale Kazerne te Harderwijk overgebracht. Daartoe waren negen maréchaussees-, oen/ -rijksveldwach ter, eenige ruiters en agenten de voet noodig. Voor oliken arrestant werd een ina-récliaussée verantwoordelijk gesteld. De verdachten Em mer, de Graaf en Dijkslag werden per orrestan- tienau-Lo overgebracht, de vtouw, met wie De Gnaaf leefde, en Dekker, werden te. voet naar bet station geleid. Iedere arrestant werd in een aparlen coupé onder bewaiking gesteld en er werd zorg god-ragen, dat zij geen -teekens kon den wisselen. De diefstal mei geweldpleging te Lunteren. Omtrent de arrestatie van de daders van de zen diefstal wordt nader aan de „Crt." gemeld: Woensdag werd een zekere Yskes, destijds voorwaardelijk óp de landk-ol-onie van het Le ger des Heiïs „de Batelaar" geplaatst, te Lei-» -don aangehouden: Op verzoek wend hij naaJ .Ede overgebracht en aldaar géhoord. Hij bekende in gemélden nacht zich met twee eveneens op „de Batelaar" geplaatste personen Pluim en Van der Wal, nadat zij zich eerst on kenbaar hadden gemaakt, naa-r de wo-ning van Van Dronkelaar -te hebben begeven. Er was eerst getracht een ga/t in den muur -te maken, doch toen, zij op een balk stuitten, hebben zij dit opgegeven en zijn door den paardenstal naar binnen gekomen. Op de doel, bel z. g. achterhuis, werd eerst de -trap neergehaald opdat de knecht niet naar beneden kon fcom-en. Daar kwam de bond o-p ben toeloopen. Dez-e werd doodgestoken. Daar na werd -de z.g. meeldeur 'geforceerd. Door dit gerucht werd de zoon gewekt. De deur van zijn slaapkamer openende riep-bij: „Is er volk?" doch kreeg goen antwoord. Hij loste toen een revolverschot in. de richting van heit gerucht en ging een laag -trapje af. Wel drie weken moeten de bandieten met het plan rondgeloopen hebben. Afgesproken was dan ook, als de boer kwam, bom neer te slaan Een hunner, Pluim, bad bij v. D. -gewerkt en was goed met de situatie -bekend. Toen do 'boerenzoon dan ook onder aan bet trapje was gekomen: werd bij tegen -den grond geslagen en- bleef voor dood liggen. Terwijl een der daders post bij hem- vatte, togen de twee anderen verder het huis in en overmeesterden de dochter des huizes en de dienstbode, -die reeds door 'het rumoer wakker waren geworden. Zij mishandel-den de meisjes verschrikkelijk en trachtten zelfs nog niet nader te noemen hand e- -langen met haar te plegen. Een der mei&jos die weg wild e -loopon en door een raam trachtte te ontvluchten, werd (gebonden en een prop in den mond gestopt. En der onverlaten brak vervolgens verschil lende kasten open en nam een tweetal kistjes met papieren geld mede. ONS HOEKJE OVER OPVOEDING. TOEGEVEN. Fabeda-cJitig is -de zwakheid van. vele ouders in hot toegeven -aan hum kinderen. Zij vreezen voor een pruilend lipje of een (v-aak krokodil!en)-tiraau. De Kleinen zijn iu zulke -gezinnen waren tyrannen. Groo ts n en Kleinen „dwingern.'1 De igro o-tereij wo-rden bekeven, -omdat zij „dwingen", maar krijgen ten slofte to oh kun zin. De „Kleineren" krijgen maar ad te spoedig wat zij willen, om-dat zij „nog zoo klein/' zijn En toch, koe betrekkelijk gemakkelijk is ket „tevreden" kinderen te kweeken Maar dan moet die opvoeding tot tevredenheid) •reeds vroeg beginnen, zeer vroeg, onmiddel lijk ma. do geboorte. Klein© Nico is esn s-moepig kereltje. Zoo rond als- een bommetje en zoo gezond ads een risch in 't water. J-e h-oort kern zelden schreien 'behalve -als -hij honger of „vaak" krijgt. Het laatste -levenselement heeft hij niet vo-Lkom&n in zijn macht maar daarin staat hij gelijk met -de volwassenen. Doch de igr-ooten kunnen zichzelf redden, als zij „vaak" krijgen, maar Nico moet het zijn moeder -aan it verstand brengen: als zij, zijn neus-- e-n ioogen-wrijven niet spoedig ziet, dan brengt hij het haar op kind er- manier aan 't verstand. Doch -honger schijnt hij buiten den vashgest-elden tijd -nooit- te hebbenzijn- moeder weet, wan neer hij iets moet hebbenen buiten dien tijd krijgt hij eenvoudig niets. Eerst zette hij 't_ wel eens op 'n schreeuwen doch -daar hij hiermede ge.en resultaat bereikte, neemt, -hij tot deze manoeuvre nog maar in 't uiterste geval zijn toevlucht. 's Nachts hoort men hem niet. 't Zou hem niet baten ook. Als moeder weet, dat hij niets noodig heeft en hem niets scheelt, laat zij hem ibraaien. De eerste maand van zijn ondermaa-nsch bestaan heeft hij een paar machten- de aandacht op zich wilden trekken doch bij gebrek aa>n succes- heeft hij sindsdien zijn nuttetoozo pogingen ge staakt. Komt visite.Koek op tafel of geljak Ni co, idie zich ook liever met stroop dan met azijn -la,at vangen, ziet met één oog verlan gend maar de heerlijke schotelen met het andere oog naar moeder Ma,ar niet schreeuwen, hoor, neen, niet dwingenHij weet uit ervaring, dat hij daarmede niet verder komt integendeel O, die (kinderen zijn zoo scherpzinnigZij weten, zoo spoedig, hoe zij vader en moe der „hebben" moeten. Aan tafelDaar kan men gewoonlijk het beste zien of voider en moeder hun kinde ren meester zijn. Het is soms ergerlijk te zien, wejlke dwingelanden in huis de kinde ren zijn, vooral aan tafel. Zij hebben heb hoogste woerd zij bedillen en bevitten keu ken en spijzen. Zij willen dit niet en hou den meer v,an datZij morsen -en maken ruzie. Zij luisteren- niet naar „verbieden"; pruilen, als er weigering van hun. wens oh en dreigt„wi 31 c n" riet meer eten, als het hun- niet aanstaat. Deze tooneelen van (onopgevoede manie ren spelen zich -af. of er „menschen/' aian ta fel zijn of .alleen de huisgenoote-n. Nu, ge moogt mijn kleinen, vriendje Nico aan tafel zien zitten, nis er „mens oh en" „over'' zijnMaar dan zou ik toch wel eens willen, dat gij hem ook eens aan -t-afel zaagt zitten, als hij met zijn moeder en de andere huisgenoot-en aan tafel is en e.r gee-ii „menschen" „over'' zijnGij zoudt hem wel zie-n, doch hoogstwaarschijnlijk zeev weinig fa o o r e. n G. P. J. v. d. BURG, v Ha-gevold, Voorhout. pr. Daar 'hot an-clere meisje -de kans kreeg -te ont snappen, namen de daders de vlucht De oude Van D. had van -hef iheelo geval niets bemerkt. Vreesetijk waren do -meisjes en de zoon mishandeld. De revolver namen de daders mede. De weg, d-ieni de dadeTs namen, was naar Utrecht. Onderweg werd de buit verdeeld. Het bleek een bedrag van ongeveer 10 k '12.000 te zijn. In den vroegen morgen van den 20sten Februari voorzagen. /Jij zich -te Utrecht van auto's waarmede zij naar Amsterdam reden. Na een nacht in Amsterdam te hebben door gebracht, vertrokken, zij naar-het buitenland. zeggen, -dat gijchet zoo niet wilt, maar d)an zoudt ge de heele zaak weer in h-et hon- derid stuwen: Het moet, nu alles geregeld is, zoo gaan, daar valt nie-ts meer aan te veranderen". „Maar waarom heeft u me niet vooraf geraadpleegd?" „Nu, dat is gauw gezegd, om'drat dik wel vreesd'e, diat gij dan m oei lij kli eden zoudt maken." „Maar idat is niet eerlijk tegenover mij1". „Neen, eigenlijk niet, doch uw bee/wa- ren zijn werkelijk niet van zoo groobe be- -teekenis. Als wij alleen zijn, weten we ons goede vrienden. Alleen op het tooneefl van den st-rijcP, of van de cornedie, gelijk ge zelf gezegd hebt, zu'lt gij de heer en zal Ik de knecht zijn. En dat 'heeft, bepaald -groo- te vioordleelen". Of A'ddison nog sputterdo, hij «moest mei de regeling wel genoegen nemen. En de jonge graaf lachte zich bijna krom om de verontwaardiging van den nieuwen pro fessor, toen zijn bediende dteru volgenden (morgen met een. handkoffertje hem naar het station volgde. Hij deed eerst nog o'f hij' bo<flenidi©n alleen/ in een derde klas-coupé zou plaats nemen, daar dit voor een bediende toch paste. Maar «dat wilde Addison beslist niet en- dat plan gaf Ja© Puridy dan ook op. Trou wens hij had het niet ernstig bedoeld, ook voor hem zelf zou de reis dan al te verve lend geweest zijn. De- he eren verbleven slechts twee dagen te Berlijn. Toen ging -de reis verder en ruim vier en twintig uur later waren zij zonder moeilijkheden dio '-Russische grens gepasseerd. Hun passen waren in o-rcle, Jac Purdy had bovendien uit naam van- zijn meester de grensbeambten een paar goud stukken in d'o hand laten glijden en' dat vergemakkelijkte de formaliteiten zeer. Zij kwamen in Warschau. De heereni verbleven in een hotel en) Jac stond er op, dat hij nu indciidaad ni-et anders zou zijn dan de bediende van der) professor. Dien eensten avond hi-ekten zij krijgsraad, zoo- als Jac Pundy het noemde. En hij gaf nu zijn bondgenoot naderen uitleg. Daaruit bleek Adldison, dat 'hier sprake was van een groote schat, vermoedelijk bestaand© uit gemunt goud en ©delsteenien. Die schat was door dén' vroegeren eige naar daar verborgen in een oud kaïsteel ea de papieren bevatf-en de aanwijzingen, dlla het mogelijk moesten maken de juisfey plaats op te sporen. „We kunnen er nu. w-el lang en) breed over redeneeren", zei Jac, „maar het best is, dat we naar die streek gaan en' op ons gemak alles opnemen om naar bevinden! van zaken te handelen Zie je, het Is zoo gemakkelijk om daar zonder -opzien te wekken, onderzoek in té stellen. Gij zijt een professor, die geschied* kundige n asp o ringen) doet. We h'ebbeiöi beste aanbevelingsbrieven en' de aller beste introductie zal dan bovendien nog zijn een handvol goudstukken!". „Goed", zei Addison, „maar veronderstel da(, wij met onze nasporingen gelukkig zJjlk ea den schat vinden. Dan moet deze nog weggevoerd worden. Hoe wilt u dat d'oeni?" „Waarde heer. ik maak mij geen) zorgem voor den tijd. - rorg is het gekl t© vinden.. Als den liebbëft kunnen we verdei ij (Wordt vervolgd)* j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1921 | | pagina 3