Is Utah
yveede Blod.
andag 31 October 1921
ALLERZ1ELE1
kerkelijk jaar spoedt ten. einde. Door
lange redes van droevige of blijde
ai aan onze overweging voor te stel-
door ons telkens een met do tijdsom-
ligheden overeenstemmend feest te la-
ieren, schonk do H. Kerk als een wijze
g i bfdevollo moeder voortdurend nieuw
sel aan onze go-clsvruolit en leidde zij
ple hij de hand tot op den.1 heiligen
.0 de 'herfst ingetrecterl. De natuur
sterven. Wat was het voor enkele
fejadaarbuiten nog bekoorlijk en schoon!
zilveren herfstdraden werden gewe-
nziöhtbaar in den zwaren nachtdauw,
kwamen de rijp en de ijzige wind. De
ader boomen werden geschud; de bla"
werden, geel en vertreden onder den
Bloemen en' planten verschrompelen
ineen, en wachten op hot witte
tod, dat daarover weldra zal worden
M spreid.
telken jaji*e terugkeeren-d beeld van
rgankelijkheid van al hot ondermaan-
Een. droef-stemmende schilderij, waar-
lomons uitroep: „IJdelheid der ijdel-
als verklarend onderschrift veilig
pist worden.
zie, juist nu do herfst is ingetreden,
'i de H. Kerk wederom een dag, toe-
aan alt© Heiligen. Waarom? Om ons
snoeren, dat evenals die bloemen- en
arworeld, ook ons leven ras voerbij-
ons vaderland hierboven is, on
ij voor alles moeten werken voor een
dat eeuwig duurt.
ireum coaxla", zoo roept zij ons toe:
öog de harten! Gij, kinderen der strfj-
Kerk, aanschouwt de verheerlijking
kroonde ledematen, die U voorgingen'
1 moeilijk pad der deugd."
tiet kooTtbaaehtiig jagen naar geld en
waardsöhe genietingen, waartoe het
i?5 toiharf. zioh zoo licht laat verleiden,
erai gemakkelijk het antwoord ver-
op'de groot© levensvraag: waarheen?
brengt grooter bezit steeds meer on-
Ji tefcoid, al leemt de ondervinding, dat
dangers van het arme menschenhart
bevredigen zijn, omdat het geschapen
1 de eeuwigheid en geen rust, kan vin-
iBij in hot bezit van den oneindigen
toch acht de Kerk het nuttig haar
n in de horfetdagen een halt toe te
op hun levensweg en hun blikken
ra wij]o «te richten naar omhoog,
waar kind van Home luistert naar
toodigeilde stem; het laat zioh on-
iten, peinst, op do eeuwigheid, ont
ziet aan hot aardsche, strekt in -hei-
rlangen do beide armen uit naar 'liefc
d vaderland, en juicht en jubelt met
j5 k om de glorie van Go<ds lieve Heili-
,0, hoe glorievol iis het rijk, iu hot-
1 |ile Heiligen zich met Christus ver-
opeens verstommen die jubel hym-
|Zy iles wordt droef en stil in het" tempel-
Het altaar wordt van zijn feesttooi
a en bekleed met een zwart voon-
1
IU» eromini"zoo blinkt het hartver-
tad. „Ontfermt u mijner, ontfermt u
tenminste gij, mijne vrienden." Het
ilti slem der gef olterde zielen in 'het vage-
fe als antwoord zingt d© Kerk her-
lijk: „Heer, geef haar de eeuwige rust
eeuwige licht verlichte haar."
'f- fom op eens dio tonen van droefheid
't;1 iffe? Waarom op éénen dag, des
ta> es nog die blijde feestgezangen en des
fs roods die droeve do oden-psalmen?
laat zich gemakkelijk verklaren.
nJ til wij juichen over de glorie onzer
lijkte broeders, mogen wij niet ver-
dal er noig zielen zijn, die op het
taan dezelfde glorie te doelen, maar
I in den kerker des vagevuur© weer-
werden, omdat zij aiog eenige 'kleine
ea straffen hebben uit te boeten:
TëüïlIETON^
Die arme zielen.! Zij Kennen God als Hef
beste en volmaaktste goed, zij hebben een
juist begrip van Zijn oneindige beminnelijk
heid, zij weten ook welk een onuitsprekelij
ke zaligheid do Engelen en Zaligen' in don
hemel genieten. Als hot ijzer door den mag
neet, zoo worden die ziolen door God aan
getrokken. Zij willen zioh verheffen en
trachten op te vliegen tot God, maar vruch
teloos. God roept haar als het ware lot zioh
omdat Hij haar Vader, en Hij houdt haar
togen omdat Hij haar Rechter is.
Immers heiligheid en rechtvaardigheid
beletten God haar boeien te slaken. Zijne
oneindige liefde kan Hom niet weerhouden
zacht maar tevens onbuigzaam het strenge
woord te herhalen: „Gij zult niet uitgaan,
alvorens gij den laatsten penning hebt be
taald."
En met den Psalmist beginnen de zielen
te weeklagen, en smachtend van liefde roe
pen zij uit: „Gelijk een hert naar. de water-
bronnen, zoo verlangt mijne ziel naar C. o
God! Mijn ziel dorst, naar God, naar den
sterken, den levendon God. Wanneer zal ik
ingaan en verschijnen voor Gods aange
zicht. Mijne tranen zijn mijn spijs, da.g en
nacht, als men dagelijks tot mij zegt
•„Waar is uw God?"
Welke Christen, dio zulke smartkreten
overweegt en met de oogen des geestes een
blik werpt in de vlammenzee des vagevuurs,
zal niet tot medelijden bewogen worden en
eon gebed lispelen voor die om gelukki gen,
die onze medebroeders zijn en die alleen
door ons kunnen geholpen worden. „Mijn
Jezus, barmhartigheid! Heer, geef haar de
eeuwige rust."
En dan de Tertiaris, die door nog hech
ter liefdeband met zijn medeleden, colc de
afgestorven, verbonden is. De Tertiaris,
wien dat bidden zelfs door een regelvoor
schrift tot plicht gesteld is. Hij vergete dit
niet.
Laten wij dan veel voor de geloovige zie
len', vooral ook van de Tarriarissen, bid
den. Niet enkel, als geheel de wereld aan
clo majesteit van den dood herinnerd wordt.
Niet enkel als wij aan de lijkbaar staan van
een bloedverwant of vriend. Maar ook, als
do laatste bladzijde van ons maandschrift
ons een doodenlijst voor oogen legt. Ook
en vooral, als wij Allerzielen van de drie
Orden- gedenken.
Want wat de gansche Kerk voor alle ge-
loovigem doet op den len en' 2an November,
dat herhaalt do Seraphijnsohe Orde voor
haar kinderen afzonderlijk nog eens op den
19on November en den len December.
Bidden jvij op dien dag en met evenveel
nadruk: „Heer, geef haar de eeuwige rust
die rust., waarvan de H. Auguetinus spreekt
als hij zegt: „Onrustig blijft ons menschen
hart, totdat het rust in God."
„Sint Franciscus."
Gesrengde Berichten.
schot cp het spook
RONKELIJKE DETECTIVE--ROMAN
door
WILLIAM HOLT.
(Nadruk verboden).
heb t waarlijk een avontuurlijken
merkte Ja© glimlachend' op, „des
baardiger is hot, d!at gij uw lieele
zooi* kalm bestaan gevoerd hebt.
ilen, we nu als goede makkers over-
wat ons te doen staat. Laat ik u
hnn-en mcdedoelen. Ik ber| voor-
maar Havre te gaan. Vandaar reizen
ff Parijs. Te Parijs heb ik oe.ru ken-
1 d'uar aaii den diplomat ie ken d'iengt,
feu is. Hij zal on-s den weg wijzen
noodige passen en. aanbevelingen te
die het mogelijk maken) ongehin-
!*ar Rusland te reizen. Dan gaan we
'h-Polen door als een( paar Engel-
afeten. Misschien is het ni'et dom
ons voo-rdoen als een paar geleerde
d- ^ers, die met een of ander weten1-
li« •olijk doel d'aar hun nasporingen
1 kunt dan prachtig fungeer.eni als
5?slsch professor en ik bijvoorbeeld
1 assistent. Ja waarachtig, die idee
boa ad niet."
gullen clus zoowat comedlie móeten
^preekt van zelf. Want we kunnen
naar die streek gaan eni vertollen,
or maar een schat zoeken, die Cr
fe eeuw ligt,"
De ledige doodkist te Wognum.
Donderdag heeft, volgens het „N.-H. D."
te Ursuni de. opgraving plaats gehad' van
het stoffelijk overschot van Olaar-tj-e's half
zuster Grietje.
Dez-e Grietje Kooy moet drie dagen na
Claartje, wier kist te Wognum ledig' is ge
vonden, op 4 Mei 1892 na e.en kort, do oh
herig lijden overleden zijnvolgens een
door dr. Rentmeester afgegeven dood-
sdhouwbriefje aan. „meningitis'' (hersen
vliesontsteking) „oitop of col-top."
Na,ar getuigenis van familieleden war en
de beide lijken van Claartje. Blokker en
Grietje Kooy tegelijkertijd „over huis".
De ou.de Blokker liet voor Grietje een
doodkist maken te Ursum bij zijn zwager
Piet er Leegwater.
Deze Pieter Leegwater is indertijd nog
met zijn wouw, Maart je Otter, te ivoet naar
Hoorn gegaan, om bij het overlijden van
Grietje rouwbezoek af te leggenhij heeft
haar wei op bed, doch alweer aiiet in de
kist gezien.
Pieter weet zich verder nog te herinne
ren, dat stalhouder Vdaar ,uit Hoorn met
den lijkwagen naar Ursum gekomen is; de
dragers, die er bij waren, kwamen allemaal
van Hoorn.
Dr Rentmeester, die van 1890 to-t 1895
als officier van gezondheid Hoorn als
standplaats had en te dezer stede toenter
tijd 'ook wel eenige particuliere practijk
waarnam, kon, daar heb overlijden van
Grietje Kooy zoolang geleden was en daar
hij bovendien tusschen zijn an-
„Dat is duidelijk. Nu goed, dan spelen we
comed'ie."
„Een gevaarlijke comedie, denik er aan.
En dit vooral, omdat hoogstwaarschijnlijk
nog een paar anderen op dat geld' azen)."
„Daar Is de man bij, die u dien inibrekor
op het dak stuurde."'
„Ja, hij ook."
„Enfin, we zullen zienf', zei Addison
kalm.
Twee dagen na dit gesprek had het jacht
de beide passagiers, te Havre geland eni
koos spoedig weer zee. De kapitein had bij
zondere instructies gekregen.
Jac en Addison reisdén van Havre naar
Parijs, waar de eerste de noodige bezoeken
aflegde.
Addison keek zich in de Fransche hoofd
stad bijna de oogen uit. Hij genoot werke
lijk van zijn reis, wat waarlijk geen won
der mocht boeten, daar hij nooit tie voren
in de gelegenheid geweest was het buitens
land te bezoeken.
Jac had Parijs reeds meerdere malen be
zocht, hij liet Addison genieten en maakte
alles in orde.
Daartoe behoorde niet alleen, dat men
zich van de noodige passen ©n aanbevelin
gen] voorzag, ook oem ui Hustling moest
aangeschaft worden. En toen alles gereed
was, noodigde hij zijn reismakker uit den
volgenden dag zich in zijn nieuwe hoe
danigheid van professor Addison te toónen
En waarlijk den volgenden dag zag Ad
dison er uit ats een echte Engelse he ge
leerde met' een zeer eerwaardig en vertrou
wen inboezemend voorkomen.
En Jac?
Hij verscheen zoowaar in het costuum
Je.ro' bezighecteiri door riellicht Hoocf-
scüiouw over Grietje Kooy moet hebben
verricht, zich van het heele geval niets
rne.er herinneren.
Wait de woorden „altóp of coltop" o.p het
uocr hem -zelf afgegeven doo-dschouw-
briefje van Grietje moesten beteekenen,
kon dr. Rentmeester niet verklaren.
Op de vraag, hoe •hij het vond, da-t dr.
Hartman Claartje geschouwd had (als zijn
de de plaatsvervanger van dr. Hammes) en
dat enkele dagen nadien een and ore dok
ter de dood,schouw had verricht, verklaar
de dr. Rentmeester, dat zulks (hem zonder
ling voorkwam.
Evenwel bepaalde verklaringen kon dr.
Rentmeester tot zijn spijt niet verstrekken.
Het doodenxegister dezer' begraafplaats
te Ursum wees uit, dat in graf nr. 80 be
graven lagen van onder naar boven: le
Grietje Kooy, oud 19 jaar, begraven op
9 Mei 18922e Maartje Blom, oud 34 jaar,
begraven 17 Mei 1892 3e Jacob van Doorn,
echtigenopt van Elisabeth Kramer, oud 65
jaar, begraven op 30 September 1904.
Met behulp van twee verschillende plat
te,gronden van het kerhof werd zoo nauw
keurig mogelijk de plek van graf no. 80 be
paald.
Te ongeveer half 12 stak dei doodgraver
de spade in den grond; de opgraving was
een secuur-werkje het was natuurlijk zaak,
al het begraven© zooveel mogelijk in onge
schonden toestand aan te treffen.
Nadat men ongeveer >een half uur gegra
ven had, stuitte men tusschen de kisten
van naast-begraven en op de bovenste
.kist, welke volgens heb regis ter 17 j aar
zich onder de aard© bevond.
Nu stelle men zich niet voor, dat we een
gave deksel te zien kregen, welke van de
kist gelicht kon worden, zoodat de inhoud
te zien kwam. Op de hoogte, waar de bo
venste kist zich bevinden moest, vond men
een laag vermolmd hout; dez-e molm werd
voorzichtig verwijderd, waarna men (ver
mengd met aarde) de overblijfselen van een
nog vrij volledig skelet rvond.
Deze overblijfselen werden zorgvuldig
bijeengehoudende arbeid werd voortge
zet, en men vond op de tweede verdie
ping eveneens skefetoverblijfsedenVan den
schedel vond men alleen de bovenkaak en
zonderling was het, dat deze kist -geheel
.groen was geworden.
De aanwezige dokter constateerde dat
het de schedel moest zijn van een niet oud
mensch. De verstandskiezen schijnen inder
tijd nog niet doorgebroken te zijn geweest,
want ze sloten niet op elkander. Een her-
lcennings-teeken aan dit lijk zou wezen, dat
dc midde.nr.and van (het bcrvengebit inder
tijd stuk geweest .moet zijn.
Al doorgravende aan de hoofdeijde van
het -graf, vond men nog een schedel met
©enig tcebeheoren.
't Was echter niet uit te, maken, of deze
schedel in een Oost thuis behoord had. De
schedel toch werd gevonden op een plek
na,ar verondersteld moeit worden tus
schen twee kisten in. Het is niet uitgeslo
ten, dat we hier te doen (hebben me.t een
schedel uit 'n eenmaal geschud graf. Voort
gaande vond men steeds meer schedels en
overige skeletoverldijfselen, doch van vol
ledige geraamten en herkenbare kisten was
geen sprake meer.
Niet minder dan negen schedels werden
er uit den gegraven kuil te voorschijn ge
haald.
Gedurende de langdurige werkzaamhe
den kreeg men steeds meer den indruk dak
men aan 't graven was op een plek tus
schen rijen van kisten in. Immers, terwijl
op de doorgegraven plek alleen -slechts het
bovenste dijk vrij volledig te voorschijn ge
haald kon worden en verder geen geheel
meer werd gevonden, za,g men aan de bei-
do zijkanten de kisten vrij regelmatig on
der elkander staan.
De meest aan de kerkzijde gelegen rij
werd meer en meer bloot gelegd en hier
bleek men zeer regelmatig de drie kisten
met hun inhoud nog te kunnen hejm'inden.
Althans werd bij het Ocsweeken der aarde
van terzijde in de onderste kist een geheel
volledig geraamte gevonden.
Of dit het gezochte lijk was? We kunnen
het nog niet zeggen, doch nu de, kisten ter
zijde van den door,ge-graven grond zooveel
beter te hervinden zijn en nu het vermoe
den wel gewettigd is. dat de doorgegraven
grond eigenlijk gelegen is tusschen de kis-
tenrijen, nu lijkt het ons wel wenschelijk,
dat de opgraving nog even wordt voort
gezet.
Een gezelligs raad.
Do gemeente Schermenhom (N.-H.) heeft zioh
nu ook in de rij der plaatsen gesteld, waarvan
van eeni bediende.
„Wat is d-'at nu", riep Addison verbaasd.
„Zooals g© ziet. Gij zijt Mr. Addison,pro
fessor in de geschiedkunde. Gij maakt eens
reis door Polen 'in verband met uw ge-
Sc-hiedkundige ondeirzoekingen"'.
„Jawel, maar gij?"
„Ik. O, dat is doodgewoon. Zoo'n geleerde
professor reist niet zzonder bediende. Ik
boni uw bediende, dat is alles".
„Mijn bediende. Gij zoudt imi'jn bediende
zijn? Dat ware de dwaasheid- -fier. top ge
dreven. Neen', neen, dat gaat niet. Daar
protesteer ik teru sterkste tegen). Dat sta ik
niet toe. U zou mijn bediende zijn. H-et is
al te gek. Dat was ook de -afspraak niet. Ik
ben' bereid met iedere schikking (genoegen
te nemen, maar niet met d'eze".
Jac had groo-tie pret.
„En toch zult ge er genoegen mee moeten
nemen. Het kan niet meer veranderd' wor
den".
„Waarom niet?" i
„Well eenivoudig om deze reden. Hier zijn
onize papieren. We nemen morgen dera
trein naar Berlijn. Daar blijven we een of
twee dagen eu 'gaan verder".
„Ja, goed, maar dat is geen antwoord op
mijn pro-tast".
„N-u, zie dan eens hier. Hier zijn onze
passen en! aanbevelingsbrieven. Ze zijn
schitterend, Qioor. Dezo is op uw haam,
Mr. Edwar'd Addison, en deze is de pas
van uw lijfknecht onder den -u welbeken
den naam van Jac PurdV".
„Diezelfde naam weer?"
.„Waarom niet. Deze naam -is -zoo goed
als een andere".
„Maar
„Hoor nu nog eens even. Gij. kunt wel
men kan zeggen, dat Eet ta (haa-r raadsvergad-e-
rmgen ni-et -altijd parlementair gaat. Toen de
begrooting -ter (tafel kwam, stelde de oom-missie
v,an onderzoek voor den. klerk -ter seor&Laria te
•ontslaan, waartegen do fourgero eest er (tevens
secretaris) zich verzette, omdat de administra
tie steeds ■drukker wordt.
De -heer Bakker: De secretarie ds vaak -ga
stoten en dan is er ook geen klerk. Soms -doet
de veldwachter de admuinds-trati-e. Als de burge
meester een klerk wil, moet hij hem' zelf maar
aanschaffen.
De lieer De Groot fceigen den Voorzitter: Als u
burgemeester-secretaris wilt wezen, moet u
ook het werk doen. U is boog&tens uur
per dag op de secretarie, en kunt daar wei 4
a 5 uur zijn.
Toen er gestemd moest worden, zei oen lid,
nog niet te weten of hij voor of legen bet voor
stel was, waarop de heer Ooslwouden zei: Groot
zeg nu maar ronduit of je er voor bent of er
•tegen, van die ploertenstreken boud ik niet.
De V-oorzitter: We zitten bier niot met pöoer-
-ten aan tafel.
Oostwouden: Dat weet ik nog niet.
Het slot wae, dat bet voorstel werd aange-
nomeji,.
Ook -kwam nog een voorstel om de gratifica
tie van- den rijksveldwachter van 100 te bren
gen op 25, omdat de betrokkene, ,,di-e er
is om de orde te -handhaven, eens den boel o-p
stollen heeft gezet", naar de voorsteller, de
heer G. Groot, zei.
Do rijksveldwachter schreeuwde va<n de publie
ke -tribune: Je bent een leugenaar, schoft!
Ten slotte werd de gratificatie gebracht op
50 Een, van de twee Manco -stemmers -moti
veerde zijn onthouding met te zeggen, dat bij
met zoo'n ..rotzooi" niet -mes wilde -stemmen,
om welke uitdrukking de voorzitter hem to: de
orde riep. „V-ad."
De nicord te Houldorp.
Op bevel der Justitie beeft de wachtmeester
Woerte -de arrestanten naar de oude Koloniale
Kazerne te Harderwijk overgebracht. Daartoe
waren negen maréchaussees-, oen/ -rijksveldwach
ter, eenige ruiters en agenten de voet noodig.
Voor oliken arrestant werd een ina-récliaussée
verantwoordelijk gesteld. De verdachten Em
mer, de Graaf en Dijkslag werden per orrestan-
tienau-Lo overgebracht, de vtouw, met wie De
Gnaaf leefde, en Dekker, werden te. voet naar
bet station geleid. Iedere arrestant werd in een
aparlen coupé onder bewaiking gesteld en er
werd zorg god-ragen, dat zij geen -teekens kon
den wisselen.
De diefstal mei geweldpleging te Lunteren.
Omtrent de arrestatie van de daders van de
zen diefstal wordt nader aan de „Crt." gemeld:
Woensdag werd een zekere Yskes, destijds
voorwaardelijk óp de landk-ol-onie van het Le
ger des Heiïs „de Batelaar" geplaatst, te Lei-»
-don aangehouden: Op verzoek wend hij naaJ
.Ede overgebracht en aldaar géhoord.
Hij bekende in gemélden nacht zich met twee
eveneens op „de Batelaar" geplaatste personen
Pluim en Van der Wal, nadat zij zich eerst on
kenbaar hadden gemaakt, naa-r de wo-ning van
Van Dronkelaar -te hebben begeven. Er was
eerst getracht een ga/t in den muur -te maken,
doch toen, zij op een balk stuitten, hebben zij
dit opgegeven en zijn door den paardenstal naar
binnen gekomen.
Op de doel, bel z. g. achterhuis, werd eerst
de -trap neergehaald opdat de knecht niet naar
beneden kon fcom-en. Daar kwam de bond o-p
ben toeloopen. Dez-e werd doodgestoken. Daar
na werd -de z.g. meeldeur 'geforceerd. Door dit
gerucht werd de zoon gewekt. De deur van zijn
slaapkamer openende riep-bij: „Is er volk?"
doch kreeg goen antwoord. Hij loste toen een
revolverschot in. de richting van heit gerucht en
ging een laag -trapje af.
Wel drie weken moeten de bandieten met het
plan rondgeloopen hebben. Afgesproken was
dan ook, als de boer kwam, bom neer te slaan
Een hunner, Pluim, bad bij v. D. -gewerkt en
was goed met de situatie -bekend.
Toen do 'boerenzoon dan ook onder aan bet
trapje was gekomen: werd bij tegen -den grond
geslagen en- bleef voor dood liggen. Terwijl een
der daders post bij hem- vatte, togen de twee
anderen verder het huis in en overmeesterden
de dochter des huizes en de dienstbode, -die
reeds door 'het rumoer wakker waren geworden.
Zij mishandel-den de meisjes verschrikkelijk en
trachtten zelfs nog niet nader te noemen hand e-
-langen met haar te plegen. Een der mei&jos die
weg wild e -loopon en door een raam trachtte te
ontvluchten, werd (gebonden en een prop in den
mond gestopt.
En der onverlaten brak vervolgens verschil
lende kasten open en nam een tweetal kistjes
met papieren geld mede.
ONS HOEKJE
OVER
OPVOEDING.
TOEGEVEN.
Fabeda-cJitig is -de zwakheid van. vele
ouders in hot toegeven -aan hum kinderen.
Zij vreezen voor een pruilend lipje of een
(v-aak krokodil!en)-tiraau. De Kleinen zijn
iu zulke -gezinnen waren tyrannen. Groo
ts n en Kleinen „dwingern.'1 De igro o-tereij
wo-rden bekeven, -omdat zij „dwingen",
maar krijgen ten slofte to oh kun zin. De
„Kleineren" krijgen maar ad te spoedig wat
zij willen, om-dat zij „nog zoo klein/' zijn
En toch, koe betrekkelijk gemakkelijk is
ket „tevreden" kinderen te kweeken Maar
dan moet die opvoeding tot tevredenheid)
•reeds vroeg beginnen, zeer vroeg, onmiddel
lijk ma. do geboorte.
Klein© Nico is esn s-moepig kereltje. Zoo
rond als- een bommetje en zoo gezond ads een
risch in 't water. J-e h-oort kern zelden
schreien 'behalve -als -hij honger of „vaak"
krijgt. Het laatste -levenselement heeft hij
niet vo-Lkom&n in zijn macht maar daarin
staat hij gelijk met -de volwassenen. Doch
de igr-ooten kunnen zichzelf redden, als zij
„vaak" krijgen, maar Nico moet het zijn
moeder -aan it verstand brengen: als zij,
zijn neus-- e-n ioogen-wrijven niet spoedig
ziet, dan brengt hij het haar op kind er-
manier aan 't verstand. Doch -honger
schijnt hij buiten den vashgest-elden tijd
-nooit- te hebbenzijn- moeder weet, wan
neer hij iets moet hebbenen buiten
dien tijd krijgt hij eenvoudig niets. Eerst
zette hij 't_ wel eens op 'n schreeuwen doch
-daar hij hiermede ge.en resultaat bereikte,
neemt, -hij tot deze manoeuvre nog maar in
't uiterste geval zijn toevlucht.
's Nachts hoort men hem niet. 't Zou
hem niet baten ook. Als moeder weet, dat
hij niets noodig heeft en hem niets scheelt,
laat zij hem ibraaien. De eerste maand van
zijn ondermaa-nsch bestaan heeft hij een
paar machten- de aandacht op zich wilden
trekken doch bij gebrek aa>n succes- heeft
hij sindsdien zijn nuttetoozo pogingen ge
staakt.
Komt visite.Koek op tafel of geljak Ni
co, idie zich ook liever met stroop dan met
azijn -la,at vangen, ziet met één oog verlan
gend maar de heerlijke schotelen met
het andere oog naar moeder Ma,ar niet
schreeuwen, hoor, neen, niet dwingenHij
weet uit ervaring, dat hij daarmede niet
verder komt integendeel
O, die (kinderen zijn zoo scherpzinnigZij
weten, zoo spoedig, hoe zij vader en moe
der „hebben" moeten.
Aan tafelDaar kan men gewoonlijk het
beste zien of voider en moeder hun kinde
ren meester zijn. Het is soms ergerlijk te
zien, wejlke dwingelanden in huis de kinde
ren zijn, vooral aan tafel. Zij hebben heb
hoogste woerd zij bedillen en bevitten keu
ken en spijzen. Zij willen dit niet en hou
den meer v,an datZij morsen -en maken
ruzie. Zij luisteren- niet naar „verbieden";
pruilen, als er weigering van hun. wens oh en
dreigt„wi 31 c n" riet meer eten, als het
hun- niet aanstaat.
Deze tooneelen van (onopgevoede manie
ren spelen zich -af. of er „menschen/' aian ta
fel zijn of .alleen de huisgenoote-n.
Nu, ge moogt mijn kleinen, vriendje Nico
aan tafel zien zitten, nis er „mens oh en"
„over'' zijnMaar dan zou ik toch wel
eens willen, dat gij hem ook eens aan -t-afel
zaagt zitten, als hij met zijn moeder en de
andere huisgenoot-en aan tafel is en e.r gee-ii
„menschen" „over'' zijnGij zoudt hem
wel zie-n, doch hoogstwaarschijnlijk zeev
weinig fa o o r e. n
G. P. J. v. d. BURG,
v Ha-gevold, Voorhout. pr.
Daar 'hot an-clere meisje -de kans kreeg -te ont
snappen, namen de daders de vlucht
De oude Van D. had van -hef iheelo geval
niets bemerkt. Vreesetijk waren do -meisjes en de
zoon mishandeld.
De revolver namen de daders mede.
De weg, d-ieni de dadeTs namen, was naar
Utrecht. Onderweg werd de buit verdeeld. Het
bleek een bedrag van ongeveer 10 k '12.000
te zijn. In den vroegen morgen van den 20sten
Februari voorzagen. /Jij zich -te Utrecht van
auto's waarmede zij naar Amsterdam reden.
Na een nacht in Amsterdam te hebben door
gebracht, vertrokken, zij naar-het buitenland.
zeggen, -dat gijchet zoo niet wilt, maar d)an
zoudt ge de heele zaak weer in h-et hon-
derid stuwen: Het moet, nu alles geregeld
is, zoo gaan, daar valt nie-ts meer aan te
veranderen".
„Maar waarom heeft u me niet vooraf
geraadpleegd?"
„Nu, dat is gauw gezegd, om'drat dik wel
vreesd'e, diat gij dan m oei lij kli eden zoudt
maken."
„Maar idat is niet eerlijk tegenover mij1".
„Neen, eigenlijk niet, doch uw bee/wa-
ren zijn werkelijk niet van zoo groobe be-
-teekenis. Als wij alleen zijn, weten we ons
goede vrienden. Alleen op het tooneefl van
den st-rijcP, of van de cornedie, gelijk ge
zelf gezegd hebt, zu'lt gij de heer en zal Ik
de knecht zijn. En dat 'heeft, bepaald -groo-
te vioordleelen".
Of A'ddison nog sputterdo, hij «moest mei
de regeling wel genoegen nemen. En de
jonge graaf lachte zich bijna krom om
de verontwaardiging van den nieuwen pro
fessor, toen zijn bediende dteru volgenden
(morgen met een. handkoffertje hem naar
het station volgde.
Hij deed eerst nog o'f hij' bo<flenidi©n alleen/
in een derde klas-coupé zou plaats nemen,
daar dit voor een bediende toch paste.
Maar «dat wilde Addison beslist niet en-
dat plan gaf Ja© Puridy dan ook op. Trou
wens hij had het niet ernstig bedoeld, ook
voor hem zelf zou de reis dan al te verve
lend geweest zijn.
De- he eren verbleven slechts twee dagen
te Berlijn. Toen ging -de reis verder en
ruim vier en twintig uur later waren zij
zonder moeilijkheden dio '-Russische grens
gepasseerd. Hun passen waren in o-rcle, Jac
Purdy had bovendien uit naam van- zijn
meester de grensbeambten een paar goud
stukken in d'o hand laten glijden en' dat
vergemakkelijkte de formaliteiten zeer.
Zij kwamen in Warschau. De heereni
verbleven in een hotel en) Jac stond er op,
dat hij nu indciidaad ni-et anders zou zijn
dan de bediende van der) professor. Dien
eensten avond hi-ekten zij krijgsraad, zoo-
als Jac Pundy het noemde. En hij gaf nu
zijn bondgenoot naderen uitleg.
Daaruit bleek Adldison, dat 'hier sprake
was van een groote schat, vermoedelijk
bestaand© uit gemunt goud en ©delsteenien.
Die schat was door dén' vroegeren eige
naar daar verborgen in een oud kaïsteel ea
de papieren bevatf-en de aanwijzingen, dlla
het mogelijk moesten maken de juisfey
plaats op te sporen.
„We kunnen er nu. w-el lang en) breed
over redeneeren", zei Jac, „maar het best
is, dat we naar die streek gaan en' op ons
gemak alles opnemen om naar bevinden!
van zaken te handelen
Zie je, het Is zoo gemakkelijk om daar
zonder -opzien te wekken, onderzoek in té
stellen. Gij zijt een professor, die geschied*
kundige n asp o ringen) doet. We h'ebbeiöi
beste aanbevelingsbrieven en' de aller
beste introductie zal dan bovendien nog
zijn een handvol goudstukken!".
„Goed", zei Addison, „maar veronderstel
da(, wij met onze nasporingen gelukkig zJjlk
ea den schat vinden. Dan moet deze nog
weggevoerd worden. Hoe wilt u dat d'oeni?"
„Waarde heer. ik maak mij geen) zorgem
voor den tijd. - rorg is het gekl
t© vinden.. Als den liebbëft
kunnen we verdei ij
(Wordt vervolgd)* j