Tweede i
Ifoensdag 26 October IS2i
Bi MEN IkWè'
Iésé Coiraof
Gemengde Berichten.
5 DANTE's HELLEVAART.
'af
MGR. NOLENS.
]a liet orgaan vain den Vrijheidsbond D e
Vrijheid geeft de heer D. Hans z-ijnen -lozers
week tot week oen parlements-film lo aan-
jhouwen. Verloden week bracht hij de figuur
Mgr. Dr. Nolens op het doeik en hij ty-
«5 ^rde hem als „den groot-en souffleur" van
voo f;CQ het in spannende momenten dn het panlo-
lenlaire leven geldt: cherohez.... Nolons.
ity'jj laten hier een groot doel van deze per-
-u-itbeolcLing volgen:
.Hoe dikwijls 'héb in die oogeniblikkem, vooral
de laatste jaren, reeds meegemaakt. Het
ip^al. De politiek borrelt -op. Er as een 'heftige
2jjd aan den gang. De Regeeriug zit in een
ilijko positie. De vijanden slaan or op do.
[oor, daar kletteren de interrupties als hagel-
op een dak, fel cn venijnig. De stem
de nadert. De Regeering moet haar houding
klissen. En dan, als bij intuïtie, dan wéét ik
*t, dan voel ik het. dan is monseigneur bezig
jp stille spol to spelen van den Grooteu Sou-f-
i ut. Io de drukte ziel men hem niet en inou
*»ii hem nog voel -minder. Cherohez N-olene.
daar staal hij, bij de regeeringstafel. Onbe-
terkt haast. Hoe hij er hij gekomen is weot
eigenlijk niet. Zonder eenig opzien, zonder
et oog te vallen, is hij er heen geschoven,
schuldig als oen lammetje. Maar hij weet -wal
H
ij wil en wat hij doet. Houdt hem in de ga ten
Viir'j,
bc™ |j;
gc ziet hoe -hij don premier een advies geeft),
to paar woordjes soms. Maar' genoeg,
a als hot te voel opzien zou har-en om -het
premier te -doen, wel, dan -Kijft hij aan 'het
ad van de regeeringstafel staan en zegt
jt tegen -oen anderen minister. Die 'brengt
dan wol over. Reken maar van yos. En als
zending van mgr. is afged-oopen hij stond
too doodnuchter bij de regeeringsl-afel of hij
over het weer had, of over d-en prijs van
capucyners, nieuwe oogst, of over eon hin-
draadje dan schuift hij weer oven on-op'
a aerkt maar z'-n bankje.
wordt in de Kamer gestreden over de
ling van werkzaamheden. Ook dan kan
hoog on warm loopen. Ook dan: cherohez
sne. Men ziet hem bijna niet, maar hij slaat
den president. Eén woordje. Twee woordjes.
..fce woordjes. Dan schuift hij weer zachtjes
^:-r de kijvende menigte en even later zit hij
de achterste Tij rechts, in.' -z'-n bankje. Stol
men hem- op den man af zou vragen wat
bij -den president gedaan heeft. Ik? Gedaan?
den voorzitter? O, niets. Hij vindt 'het mooi
ir on ik ook.
'aak gaat het initiatief tot dit stille spel uit
de regeering zélf. Dan geeft Mgr. Nolens
lira tie in zijn voire bankje. En dan ziet
ister naar hem toe gaan. Dan be-
and rkt men ook duidelijk -het verschil. Dat ziet
e altijd. Men volgt dan den Minister, als hij
ar Nolens kuiert. Maar als Mgr. naar -do re-
iringstafel gaat ziet men het nooit. Hij is er
sus en 'hij -heeft er al een poosje gestaan
ir men hem -bemerkt. Onlangs, op eon oogen-
hoog-spanning in het parlement, stond
E'5tcr Heemskerk op, wandelde naar Mgr.
Cf-. Sens en zette zdch naast hem in het ha-n-kje.
H i—dacht ik daar zit voor zeven stuivers.
Wonderlijk, hoe weinig de heer Nolens <e-
woordie in- de Kamer. Maar zijn in-
op ^^en des Dands is er des te groo-
Ongetwijfeld: een staatsman1 van oen kaliber
ons land or heel weinig heeft. Hij had m-i-
j ter-president 'kim-nen zijn. Wikle niet. D'it op
«Tflü
zich-zélf bewoos zijn diplomatiek en politiek
flair. Ecu priester aan het 'hoofd der- Nod-er-
lanid'scho Rcgoering? W-at oen gekwaak zou dat
geworden zijn in don eendenvijver van onze
vaderiauidecho politiek. En vooral -de anti-re
volutionaire en christolifk-historische eendje;-'
zouden een leven als een oordeel hebben; go-
maakt Wist de heer Nolens wel. Daarom:
n- do zaakjes c-pknappen, dan zélf bedanken
(bedanken!) als formateur, d'an oan, ander. En
ik de Geoote Souffleur, in het hokje voor het
egeerings-tooneelO zoo!
P-Mokt van een souffleur is om nooit te ont
breken. Want wat -moet er anders van do rol
len komen, die do act oars zoo vaak «lot, of
slecht kennen? En de heer Nolens ontbreekt
dan- ook zoo goed als nooit. Hij is altijd
thuis. In dat verre bankje. Waar hij schijn
baar afwezig •zit, maar waar hem nooit iets
ontgaat.
Ook in de buitenlandsche politiek is liij een
igutrr die invloed oefent. Stille invloed. Bij 'do
opening -der Stat en-Generaal, een paar weiken
geleden, werd hij in 'don gezan tonbank als een
lid der familie begroet. Bonjour, 'ami-ce! Een
id je aam Amerika. Een handje -aan Enge
land. Eon handje aan Roemenië. De -rest een
wuifje. Nolons komt overal on Nolens oefent
overal invloed.
En toch: ondanks zijn binnen-kamer-evolu
ties dn de hooge politiek oen man met voorlief
de voor concreet werk. Die zijn souffleurs-rol
zelfs oen poosje m den st.ek liet om in Was
hington en Genua te gaan arbeiden -aan de co
dificatie -der arbeidswetgeving. Die hcogloora-ar
in deze wetgeving cn voorzitter van den
Mijn raad en vice-voorzitter van den Hoogen
R-a-ad van Arbeid. En al dat werk doet hij even
voudig en stil, zonder het minste gerucht.
Maar als een leider. Maar als oen die doorzet."
Woningbouw.
(Eon a ct r -e g -aan 'd-en
'Minister.
De „R.-K. Bond van Woningbmiwver-
eenigingen: in het Bisdom Haarlem" heeft
aan den Minister van Arbeid' een tweetal
adressen gezonden.
Tn d'e eerste motie verzoekt hij den Mi
nister goen gehoor te willen verle-enten aan
de moti-o van den „Ned. R.-K. "Volksbond",
afdeeling Rotterdam, inhoudende den
wensch den bouw van alcoofwoningen to
bevorderen. De bond kan zich wel is waar
niet geheel vereenigerl mét de thans alge
meen gebouwde typen, maar acht echter
/«ie gevaren, aan akcoofwohingen verbonden,
voor de moraliteit en de gezondheid der
bewoners zeer groot, en- acht de thans ge
bouwde 'typen verre te verkiezen boven de
alcoofwoningen.
|De tweede motie vraagt den Minister
middelen te beramen tegen de maatregelen
van "verschillende Gemeentebesturen-, die
het voornemen hebben gemiaakt lot stich
ting van een Gemeentelijke Woningbouw-
verceniging over to gaan en de bestaande
Woningbouwvereenli'gingen -er in op te los
sen). De bond' ziiet daarin, een aanranding
van het particulier initiatief, welke zijns
inziens niet ruoodig is te achten'.
De Typhus tc Zwolle.
D.-e oorzaak.
Op de vragen van den heer Wijnkoop,
betreffende de He Zwolle in hét Sophia-
Ziekerjhuis' uitgebroken lyphus-epi de-mie
antwoordde de heer A-alberse, Minister
van Arbeid, als volgt:
Het is mij bekend, dat van 3 Juli tot 24
September van dit jaar in. Zwolle typhus-
gevallen zijn voorgekomen en dat in de
week van 28 October in het ziekenhuis
19 gevallen van typhus zijn voorgekomen.
De gevallen in de stad moeten vrij zeker
worden toegeschreven aan melk. Naar d'e
oorzaak van de gevallen in het ziekenhuis
wordt nog gezocht. Daarom kan nog niet
worden gezegd, of nïen in het ziekenhuis
doen had m'et een voortzetting van d'e
gevallen in de stad- of met een zeixstandlge
oorzaak.
liet is nu gebleken, dat de autoriteiten
hebben gedaan wat in haar vermogen was
om de ziekte te localiseeren) en te onder
drukken. Ware de sanitaire toerusting van
de gemeente beter geweest en waren de
wettelijke bepalingon minder verouderd
geweest, dan zou men hoogstwaarschijnlijk
sneller een afdoend resultaat hebben be
reikt.
Dc onderstelling, dat de plaatselijke auto
riteiten de onderdrukking der ziekte min
of meer zouden) hebben tegengewerkt, acht
ik volslagen ongegrond.
De betrokken inspecteur van de volks
gezondheid heeft zich, zoodra hij van eeni-
ge verdachte gevallen bericht ontving», in
verbinding gesteld met het gemeentebe
stuur en met d'o gezondheidscommissie. De
noodzakelijkste maatregelen waren toen/
reeds genomen en werden met eentige aam-
gevuld. Tijdens het verder verloop der
zi'ékte heeft de inspectie zich steeds van d'e
maatregelen op de hoogte -gehouden' en op
de uitvoering toegezien.
„Voor Eer -en Deugd".
De actie in het (Bisdom
Haarlem.
Men bericht o.m. aan „De Tijd":
Dezer dagen vergaderde het Diocesaan
Bestuur van ..Voor Eer en- Deugd" (afd.
mannen) tc 's-Gravenhage, onder voorzit
terschap van den hoer mr. Joh. Hermans.
De secretaris deelde mede, dat op de 17
verzonden brieven aan de afdeelingen op
d»en g-estelderj termijn (15 Oct.) slechts 5
antwoorden! waren ingekomen. Nogmaals
zulten die afdcelingen worden aangeschre
ven.
Besproken werd do eerste diocesane ver
gadering, welke zal plaats hebben te Haar
lem in het St. Bavogebouw op Woentsdag
15 Nov. a.s. Dan zal des morgens te 11 uur
een huishoudelijke vergadering worden go-
houden, zoowel van d'e afd. mannen) ate
van d:e afd. vrouwen, waarin vooral een
werkprogram ter bespreking zal worden
aangeboden.
Des middags te 2 uur een algemeenie
vergadering, waarop een spreker van naam
een belangrijk onderwerp zal behandelen,
en» des avonds te half acht in de O. L.
Vr. Rozenkranskerk aan het Spaarne een
plechtig Lof met predikatie.
Openleggen van bedrijfsresultaten.
(Verschillende meeningen..
Dp de vragen v-an den heer De Jonge,
betreffende de openlegging der bedrijfs
resultaten door de mijndirecties, luidt het
antwoord van de h-eenem van IJsseLsteijn en
Aalberso, Mini Jens van Landbouw, Nijver
heid en Handel -en) van Arbeid':
Ingevolge de door dén' eersten) ond'erge-
teekend'e gedane toezegging in 'de verga
dering van d'e Tweede Kamer der Staten-
Genoraal op 12 April 1921, is aan de zooge
naamde Socialisatie-Gomimissie verzocht de
vnaag,of het mogelijk en» wensch-elijk moet
worden) geacht bij een wet aan mijnonder
nemingen de verplichting op te leggen tot
het openleggen van de bedbijfsrekening
aan de leiders der arbeicfers, aan eem spe
ciaal onderzoek te onderwerpen.
Hierop is nog geen) bericht ontvangen.
Ook is door tusschenlkomst van den
tweeden ondergeteekende bovenbedoelde
vraag voorgelegd aan den Hoogenf Raad
van Arbeid. Naar aanleiding hiervan heeft
de bovenbedoelde quaestie eeni onderwerp
van bespreking uitgemaakt in enkele ver
gaderingen van de Commissie voor de be
drijfsorganisatie uit dien Raad.
Onder dagteeke-ning van 28 Juni 1921
heeft de Hooge Raad van Arbeid omtrent
deze aangelegenheid een voorl'oopig adVies
uitgebracht, terwijl -de Raad in zijn ver
gadering van 14 October J.I., zijn- definiLiel"
advies heeft vastgesteld.
In dat, advies spreekt de Raad uit, dat
het verlangen van d'o mijnwerkers om ken
nis to krijgen van de bédrijfsuilkomsten
billijk is le achten. Verschillende led'en
van den) Raad mtaken echter een) voorbe
houd ten aanzien van de mogelijkheid' de
zen wensch te verwezenlijken».
Hoewel de Raad aan een vrijwillige ver
wezenlijking van dat verlangen der arbei
ders verre de voorkeur zou geven; boven
wettel ijken dwang, acht hij he.t toch niet
aanbevelenswaardig de vervulling van dé
zen; wensch aan do machtsmiddelen van de
vakorganisaties over te laten. Verschillen
de denkbeeldén werden ontwikkeld om-
trenX. de wijze, waarop deze zaak in een
wet zou kunnen worden geregeld.
Sommige leden meenden, dat een: aanvul
ling van het bij dé Tweede Kamer aan
hangige ontwerp van een Arbeidsgeschil-
lenhvet in d'e gebleken behoefte zou kun
nen voorzien. Een tweede en de talrijkste
groep uit den Raad-, die echter in dé ver
gadering evenimin over een absolute meer
derheid van stemmen) b'leek te beschikken,
achtte een speciale wet, regelende het
overleggen van de bed rij fs rekening, voor
dit doel te verkiezen. Enkele andere leden
gaven de voorkeur aan een bijzondere en>-
quelc-wet of wel aan een alge me ene wet
op de bedrijfsorganisatie.
De meerderheid in dén Raad acht hel
ten slotte niet wel mogelijk, de verplich
ting tot het openleggen der bedrijfsrekening
(Uits'IuitenJd op té leggen aan het mijnbe^
drijf.
De Arbeidswet.
SDe Kamérs van Koophandel te Breda,
Dongen, Eind-hoven, Helmond, Loon-op-
Zand. Oosterhout, Rooseridaat, Tilburg en
Waalwijk hebben bij den minister van Ar-
bend m een collectief adres aangedrongen
op een dusdanige wijziging der Arbeids
wet-, dat 'Oen algemeen© werktijd van 55 uur
wordt aangenomen. Tegen een wijziging
der wét, waarbij collectief overleg met de
arbeidersorganisatie voor overwerk noo-
dig zou zijn, kanten zij zich ten' stelligste.
In eem tweede adres dringen de genoem-
^deKamers van'Koophandelaan op enkele wij
zigin'gen van minder beteekehis al®: de
vrijheid worde gegeven om steeds mét
meer dan één ploeg te werken, de moge
lijkheid van overwerk in bepaalde gev-allen
zij steeds toegelaten, de betaling van over-
werkuren, geschiede burten 'het districts
hoofd om, er kome meer uniformiteit in
de 'toepassing dér wei, «n buiten den werk
tijd zij aan een deel van hét personeel
steeds geoorloofd het schoonmaken der
werklokalen en».
Dc kelderende Korenmarkt.
De maisprijzlen, die zich sinds geruirr.ien
tijd steeds maar in dalenldé richting heb
ben bewbgen, zijn, schrijft men aan het
I-Ibl'd., thans den prijs van 't laatste najaar
in vredestijd voorbij geschoven: op 20 Oct.
1913 kostte te Rotterdam dé Amerilcaan-
sche. mixed ma is per 2000 K.G. nog 168,
thans is hetzelfde artikel daar te koop
voor 161 per 2-000 K.G. De oorzaak ligt in
lagere vrachten, ruime oogstvoorraaen, de
daling van dén dollarkoers eni het steeds
toenemende gebrek aan koopkracht bij dé
centrale rijken, en 't gevolg mioet onver
mijdelijk zijn, dat onze geh.eele konen-
markt mee naar beneden getrokken wordt.
De prijzem van rogge en tarwe, die in 't
ergste van den crisistijd door de regeering
gesteld werden op pl.m. 35 per 100 K.G.,
beliepen 't vorig jaar om dezen t.ijd pl.m.
ƒ22 a 24 en thans nog slechts 11 a 12.
De dubbele moord tij Houhlcrp.
D 26-jarige grondwerker Jacob de Graaf, -die
met zijn huishoudster Adr. Stuper in verband
met en op aanwijzing van dsn electrician Em
mer is gearresteerd, heeft hekend -met laatstge
noemde den moord op de beide vrouwen te
H-cutdorp te hebben gepleegd. Zij hebben 1-430
gulden in -het thuis le Gardorcn g vonden. Bij
de huishoudster van De Graaf zijn 300 gulden
in beslag genomen. In arrest zitten behalve deze
drie personen nog Dekker en Gorber, die do
misdaad' hebben voorbereid. Do man die even
voor de arrestatie van Emmer met deze -in ge
zelschap is gezien, is weor op vrije voeten ge
steld. Men inag -dus veilig aannemen, dat hier
mede dc daders en medeplichtigen van dezen
gruw el ijken moord in arrest zijn.
Te Somme-lsdij-k deed -zich
oon geval va-n Spaansche Griep voor -bij oen 17-
jarig meisje, -m-et doodelijken afloop.
Maandagavond is op de K-o-
nemnarkt te Arnhem Omrand uiigebnokon op den
zo 'der van een perceel, waarvan het beneden
gedeelte wordt gebruikt als groen-teha/nd'elter-
wijt iiovon eon inrichting voor tahaksbcwer
king is gevestigd. De brand, die in ihet boven
gedeelte is ontstaan, liet zioh aanvankelijk vrij
ernstig aanzien, doch werd krachtig 'bestreden
door brandweer en politie. Na oen uur was men.
het vuut meester. Het sigarenmagazijn brandde
geheel uit. De schade bedraagt 10.000. De oor-'
zaak ia onbekend.
In liet atelier van den Ita-
liaansc-hen kunstschilder Malmesi in diens wo
ning aan de Joh. van Oldehharnevoldlaan te
's-Gravenhage; ontstond gisr'erenmid-dag tenge
volge van het omvallen v-an een -petroleumka
chel een binnenbrand'. Het vuur, dat in het
atelier snel om zioh greep werd door de brand
weer -met -twee stralen geblusoht. Het atelier en
een paar aangrenzende vertrekjes brandden
uit. E enige schilderijen en een aantal kunst
voorwerpen werden een prooi der vlammen,
•zoodot d'e schade nogal aanzienlijk i.s.
Brie schilderijen zijn verbrand waaronder een
<er waarde van ongevecir 1000.overigens
wandborden en een portret. De brandschade
wordt door verzekering gedekt.
Men meldt uit Oude Tonga
aan de „N. R. Crt.":
Tijdons den storm van Zaterdag op Zondag ia
v-oor deze gemeente gezonken het schip Maria,
groet 113 ton. Schipper was H. van Beusekom,
van "Waspik. Het sc-bip was geladen met ma-is.
Vermoedelijk zijn alle opvarenden-: sch"- r,
vrouw, drie -kind-eren en een knecht, verdron
ken. Gisteren zijn d'e lijken- v-au -den schipper,
het ongeveer driejarig zoontje en den knecht
te Oude Tongc aangebracht.
Te Amsterdam is ee-n bTi-e-
venbestelJer aangehouden, die bekend heeft
een aangeteokenden brief met een inhoud van
500.te hebben ontvreemd. Men vermoedt
dat -hij aan meer feilen van -di-en -aard schul
dig is.
Zondag is tengevolge van
d-en storm het ijzeren tjalkschip Onderneming,
geladen me', suikerbieten, bestemd' voor Gro
ningen, op het Fricsche wad. onder 9L Anna
Parochie, gezonken. Schipper, vrouw cn kind:
zijn verdronken.
De 7 O-j a r i g c schipper G.
G., liggende met zijn schip aan de 'Schiekade
le Rotterdam, wilde, toen by van zijn schip
afkwam, de Heulbrug oversteken. Plots werd
hij door een auto, bestuurd door G. Th. H. uit
Delft, gegrepen en tegen de straatstconen ge
smakt. De .oude m-a-n werd onmiddellijk naar
het ziekenhuis overgebracht, doch bleek hij
aankomst aldaar reeds te zijn oierleden.
Een inspecteur van de
Rotterdams-eb e recherche heeft m-et 'behulp v-an
de Criminal Poli-zei in Hamburg -daar ter stede
eeu -onderzoek ingesteld naar den vervaardiger
(Nadruk verboden).
S K
ACHTSTE ZANG.
eki I&ég voordat we aan -den. voet van -den
togen toien kwamen, zagen we -bij den
jsfl ptwee vlammetjes br-anden. Van zóó ver
ir»4 kgön plaats werd- dit teeken door een
fie vlam beantwoord, dat we ze nauwe^-
st i k za-ge*. Toen vroeg ik mijn wijzen -gids
gig (at be beekent dit? En wat antwoordt dat
lie t? En wie stok ze aan"?
Hij antwoordde me„Op die morsige
1(j f kunt ge zien wat bet beteekent, als
dampen bet u niet verbergen". Vlug als
w t ijl, die door de luebt vliegt, zag ik een
Huitje door 'bet water op ons -toeschieten,
tor één nxan bestuurd1. Hij riep„Zijl ge
pi rampzalige ziel''
iPblegias, PiMegias, iriep mijn meester,
i helpt uw soh.re,euwen mieits-. Alleen voor
1 a overtocht -over dit moeras, zijn we bij
Woedend werd Pblegi-as als iemand, die
1 i-gen is. Mij-n -gids stapte in het
wenikto mij -ook te. komen. De
mi van Vergilius deed.' -die -boot niet die-
ooj r zinken, doch alleen door mijn gewicht
zej* ^3 zij groot-enen diepgang. Nauwelijks
s- t ik met mijn geleider of voort vloog de
ok ot door het water, doch niet zoo snel als
!B (fiers, v ran nu zat er een -levend© in.
terwijl we dien dooden gracht -doorvoe-
1 richtte zich iemand op voor mij,' ge-
fi met slijk bedekt en zeide: „Wie zijt
-die komt vóór uwen -tijd"? „Wel kom ik,
boordde ik hem, -maar ik blijf hier niet
wie zijt gij, die zoo beslijkt zijt?"
ben een rampzalige''. Toen zeado ik
a: „B-lijf vervloekte in uw shrant en llj-
ook onder -dat slijk ken ik -u."
k.t zijn handen trachtte -hij ons bootje
te -grijpen, maar mijn meester stiet
,v 111 terug en riep„Voort naar die andere
'j Mem
Z Toe
au
toen omarmdo mijn meester mij eii kust©
gelaat en z-e.ide„Edele zied, -gezegend'
1 trouw, die u gedragen heeft, Op
!!de was ^cze e-lle-ndige een mensch voi
goed© daad kroont zijn
^chtenis. Hoevcl-en zijn er niet, die
I ?P aarde g-roote vorsten noemt, maar
kor als zwijnen in de modder z-ullen
feester, zeide ik, hoe- graag zou ik
zien cn derd ompelen in -dit- moeras."
ötwoord'-le mij„Voordat ge. de kust
zien zult, zal uw verlangen voldaan zijn."
Even da-airna zag ik, dat zijn lotgenoot-en,
-die beslijkte honden, he-m sloegen en zy
riepen: „Grijpt Philips Argenti!'' En vol
woed© beet do Flonentijn zioh. Zoo lieten
we hem -achter en meer verhaal ik niet van
hemMaar plo-teeling »hoorde ik zoo'n
smartkreet-, dat ik vol ontzetting rondzag.
De goede Meester zeide mij: „Mijn zoon,
nu naderen we de stad Dis, met -geheel
haar rampzalige bevolking". Ik zeide hem
„Meester -daar in -d© diepte ka-n ik de mos
keeën -duidelijk onderscheiden, hel rood als
v-an vuur.''
„Het vuu-r, dat daar -in het -ondierste- helle-
deel brandt, kleurt alles zoo rood" sprak
hij. Nu voeren we de -diep© -grachten bin
nen, die de lijdensstad omgorden. De mu
ren schenen mij v-an ij-zer le zijn. En na een
eind te. zijn rondgevaren riep -de -schipper
hard: „H-ier is de ingang, stapt uit." Meer
dan duizend' duivels-, -die neergeploft wa
ren uit den hem-e-1, zag ik op -do poorten
zitten. Zij riepen „Wie durft daar levend
liet doodeurijik binnen le gaan
Mijn wijze Meester ga-f hun oen teeken,
dat -hij -stil wat met hen spreken wilde.
Toen werd hun woede wal kalmer en zij
riepen: „Kom gij dan alleen. Maa-r die a-n-
deres die zoo vernletel was hier binnen te
dringen, moet -alleen (dien- dwazen reos
weer terug maken. Hij zoeke maar of hij
den weg -nog weet. Gij, di© hem door d-ie
sombere streken hebt -geleid, moet -hier
blijven
Deruk, lezer, hoe die vervloekte woorden
-mijn hart benauwden ik vreesde hier -nooit
weer uit te. zullen -komen.
„O trouwe Gids, smeekte ik, reeds zeven
maal hebt ge mij aan dreigend gevaar ont
rukt', v-erlia-at ine nu -nieit in mij-n oioo-d. En
kunnen we niet verder gaan, laten we dan
s-arnen ler-uigkecren."
En mijn Mie-ester, die mij tot hiertoe had
gebracht-, antwoordde, mij„Vrees n-iet, God
bereidt ons deai weg, -niemand zal ons weer
houden. W-acht me hier, en versterk uw
moeden geest met hoop, wamt i-k zal u niet
verlaten.'' Toen ging -mijn vader heen en
■heel -e.enza.am bleef ik achter en hoop en
vrees -streden in mijn ziel. Ik kon niet lioo-
nen wal hij hun zeide, maar Lang bleef hij
•daar -niet, want- allen renden weer naar
binnen. Onze vijanden wierpen de poorten
dicht voor nxijn Meester en lieten hein bui
ten staan. Langzaam en verdrietig kwam
hij tot mii. En zuchtend, mei. neergeslagen
oogen, sprak -hij„Wie -belet mij-, die jam-
mersibad te aanschouwen?"
Tot- mij zeide hij: „Laat mijn -toorn u
niet verschrikken, w-ant wa-t ze ook doen,
binnengaan zkl ik.
Ze 'hebben al reeds eerder datzelfde ge
probeerd -en -de -poort, waarboven gij dat
sombere opschrift -hebt igelezen, getracht
dicht -te houden. Doch Christus heeft de
•grendels verbrijzeld en voortaan- blijft die
•poort o-ngegirendcld. En door gindschen
poort zal een Engel -afdalen langs de rot
sen en hij z-al ons do stad ontsluiten."
NEGENDE ZANG.
Ik stond daar bleek van -angst- en Ver-
igi-li-us', wien -de toorn op het -aangezicht te
lezen was, zag dit- en om mij moed in te
-boezemen, -ontspanden zich - zijn t-oomige
br-ekkeai. Hij -stond stil en luisterde opmerk
zaam, wamt de duisternis -en de -dikke damp
beletten hem ver voor zich uit- -te zien.
„Wij moeten in dezen strijd -zegevieren,
andc-rs Eén heeft mij zijn h-ulp -toege
zegd ik wilde dat -hij spoedig kwam/'
Ik bemerkte wel, -dat hij mij bemoedigen
wilde, doch zijn afgebroken zinnen w-a-ren
niet in staat -mij te kalm.eeren en allerlei
angstig© gedachten rezen in mij op.
„Iv-omt- er we-1 ooit -iemand; zoo vroeg ik,
van boven uit het voorgeborchte, van
degenen die -lijden louter uit verlangen
-naar God, naar beneden in dezen droeven
kuil V'
„Zeer zeiden-, -antwoordde, hij mij. gaat er
een va-n ons langs den weg, dien ik nu ga.
En toch reeds eenmaal ben ik naar hier
-afgedaald, bezworen -door d-e wreede toove-
n-ar-CiS Erich.to, die de schimmen koai op-
a'oepen uit het graf. No-g slechts kort was
ik gestorven; toen zij mij -opriep, en mij be
val door to dringen tussohen deze rotsen,
om -een geest op te sporen in den kring van
Ju-das. Dat is d-s laagste en -donkerste
•plaats v-an de hel, 't 'diepst verborgen' in
-do -aar-de.. Ik ken den weg dus goed', gij be
hoeft u niet on-ger.ust to maken.
Die poel, waaruit zulko -donkere dampen
stijgen, omringt -de geheele j-a-mmc-rstad,
w-a a-r wij zonder ge w eid -niet kunnen bin
nentreden."
Hij sprak no-g over vele andere dingen,
•doch ik ben da.t vergeten, want mijn -aan
dacht werd getrokken naar de -roode vlam
men. die den hoc gen torentrans in laaie
gleed zetten. Want eensklaps doken daar 3
bloedig-r-ood gekleurde w-ezens op, met do
gestalten v-aoi vrouwengroene slangen
slingerden zioh om haar middel, en in
plaats v-a-n haren- hadden zij adders op
haar hoofden, -die als -e.en haarwrong de
sl-a-pen- omkransten. Vergilius, -die allen
kende 'hier in dit duivélenrijk, zeide„Zie,
dat zijn de woeste -godinnen van de wraak
en de wroeging. Die -aan den linkerkant
heet Mè-gera, Alekto -aan -den rechterkant,
en die gij daar ziet- dn het midden heet
Tisifone"'. Toen zweeg hij en ik zag, hoe
zij met hun klauwen zich de borst open
reten, en zich sloegen en zij hieven zulk 'n
akelig gehuil aan, dat ik mij v-an angst aan
Vergilius vastgreep.
Zij loerden -naar beneden en mij ziende
riepen zij om Medusa, die de m-acht bezit
ieder levend wezen, dat- haar aanziet, v-an
schrik te doen verst een-en.
„Draai u om" riep mij-n gids „en bedek
uw -aangezicht met uw han-d-en, want als
•dat monster komt en -gij zoudt 'haar aan
zien, -n-ooit zo-udt gij meer terugkeeren naar
de aarde."
Hij draaide, mij snel om, en .bedekte mijn
aangezicht nog bovendien met zijn eigen
handen; -alsof hij vreesde dat ik door mijn
lian-den heen nog iets zou zien-.
Toen kwam langs de wilde -golven een
■gedreun van donderslagen -aanrollen, en de
oevers aan- weerszijde» trilden en sidder
den. Zóó schudt een wilde -storm o-nd-er het
schieten de-r bliksemstralen het woud,
■breekt de, takken, scheurt zo af en slingert
ze door liet- luchtruim hij raast verder,
-trotseh in een wa-rrélwolk tos stof en drijft
dieren en herders op de vl-uchit.
Vergilius -nam zijn handen va-n mijn aan
gezicht weg en zeide„Richt nu uw oo-gen
op de eeuwig schuimende g.o-lve.n; da-ar
w-aar de da-mp het dichtst ope-tijgt."
Ais ikikv-cr-sohen, die voor een plotseling
-opduikend -gevaar zich snel verspreiden,
door liet water, om ten slotte aan den
oever weer samen te -komen, zoo zag ïk
duizenden verdoemde zielen haastig weg
vluchten voor iemand, die droogvoets over
do /golven van de S-tyx -kw-am aangetreden.
Met zij'ii .linkerhand sloeg hij zioh den dik
ken damp va-n het .aangezioht weg, overi
gens scheen -hem niets te deren. Ik her
kend© in hem een af-gezant des Hemels, en
mijn Mees-ter gaf mij een teeken, dat ik eer
biedig zwijgend mij voor hem zou neder-
bui-gen. Hoe stond de verachting op zijn
gelaat te lezen*Hij schreed toe op dé
poort sloeg met zijn sta-f cn d© deuren
openden .zich zonder tegenstand.
„Veraohtelij.k volk, uit den Hemd neerge
bliksemd'' begon hij staande op den ver
schrikkelijk cn drempel, wat durft gij u te
verzetten. Waarom zijt -gij opstandi-g -tegen
den wil va-n Hem, dien niemand van Zijn
doel kan tegenhouden. Hem schaadt uw
onwil -niet-, wel u zelven. Wat baat uw wrin
gen aan -o-nwrikbare raadsbesluiten Denkt
-aan uw Cerberus, den hel-Lebond, die eens
met een ketting om zijn weerbarstige nek
ken door de -bel gesleurd werd, en ten ge
volge daarvan nu nog do kale plekken om
kin en keel vertoont.'' Hij keerde zioh om en
ging terug -langs den donkeren weg. Geen
woord sprak -hij tot -ons, doch hij ging als
een mensch die in gedachten verdiept is,
en -met ernstiger zaken -dan deze zich bezfg
houdt.
Toen stapten wij toe op de stad en vrees
den -niet meer -na zijn hei-lig woo-rd. Onge
hinderd traden wij ban-ne-n eai verlangend'
om den toestand te zien van hen, die in
deze ommuring -gesloten waren, ke.ek ik
nond naar alle -kanten. Links en rechta
sirekt-e zich uit -een groot veld, met ge fol
terden en met foltertuigen gevuld. Gelijk
op ma&s-akerkhoven heb -geheele land'
schijnt -te golven van -de menigte der graf
heuvels, zoo zag ik ook hier graven en
graftomben aan -alle zijden. Doch hier was
ee.n veel verschrikkelijker -kerkhof, want
door -de graven za.g ik a-lammen spelen, die
zulk een hitte gaven als voor 'het smelten:
va-n metaal zrifs onnoodig is.
Va-n deze graven waren de zerken opge
licht- en e martel ijk we-e-geldaag -klo-n-k er uit
op va-n -die ongedukki-gen en verminkten.
En ik vroeg: „Meester, welko dieden zijn
dezen, die, begraven in deze ■graftomben,
zulke smartelijke kreten slaken V'
Hij antwoordde: „Dat z-ij-n aartsketters
met hun aanhangen veilen zitten hier ge
sloten in de gr-ave-n, meer d-a-n gij vermoedt.
De aanhiange-rs v-an eenzelfde ketterij zijn
•bij elkander in eenzelfde spelonk, -doch het
eene -graf is -gl-oedendeT dan- het andere."
Hij wendde zich naar den rechterkant en
ik volgde, hem langs de on-geliuktkigen en
langs de hooge wallen aan de binnenzijde
dea- stad.
Philips A-rgenfi was ©en dikkige inwo
ner van Florence en een persoonlijke vij
and va-n Dante.