Tweede Blad.
Donderdag 10 Februari 1921
Vastenbrieven.
Be Bisschop van Roermond,
jjgr. La-ureaitdus J. A. H. Schrijnen, houdt
gip geloovigen do groote waard© van het
gebed voot.
De huisgezinnen hebben ioi deze een
ploten plicht te vervwüen, de vader, maar
vooral ooi de moeder.
„De opleiding der kinderen tob men-
ftrien raai gebed, wellfce voornamelijk de
taak der moeder z-ail echter, wil zij sla
gen, den krach tigen steun behoeven van
den vader. De kinderen groeaen op en met
het toenemen der jaren worden de geva
ren voor hon godsdienstzin groot er em bal-
rijker. Gelukkig, wanneer zij in die ge
vaarlijke periode huns levens, vader en
mpeder zien voorgaan in ijver voor hun
gebed, die met hen bidden voor en na ta
fel: die hun den weg wijzen naar de kerk,
niet enkel op Zooi- en Feestdagen, maar
oot op werkdagendie hen niet woord en
daad aansporen, om de H. Miïs en andere
kerkelijke diensten trouw bij te wonen;
die hun het dikwijls naderen -tot de H.
H Sacramenten aanprijzen.
Bij het dial en van den avond werd vroe
ger algemeen on ook nu nog, God zij dank,
in menig huisgezin de rozenkrans gebe
den.
Leo Xin noemt den rozenkrans het
sterkste wapen in den geestelijken strijd;
een erkeimin-gsleekeu van ©ehte vroom
heid den schoonste-n gebedsvorm van alle
tijdenen rijk aam de heerlijkste vruch
ten.
Zonder twijfel mogen wij de fciusgezan-
nen gelukkig prijzen, waarin dit heerlijk
gebruik van 't bidden van den rozenkrans
nog in zwang is. Het is Onze vurigste
weosch dat dit gebruik evenals vroeger,
weer algemeen worde, opdat door de hulp
van Maria, de uitdeelster van alle gena
den, de christelijke geest wederom leven
dig word© in onze families'".
En verder zegt de Bisschop
„Gelukkig de Jriuderen, dde een biddend©
moeder hebben; gelukkig de moeder, dte
biddende kmdoron heeft groot gebracht."
En Z. D. H. besluit:
„Vol vertrouwen moeten wij ia dezen-
vastentijd, die bijzonder een tijd van gebed
is, gaan neerknielen voor Je^us' taberna
kel en Hem smeeken: Domme doco nos
onare: Heer leer ons bidden. In die school
van den goddelijken Heiland zuMen wjj
den geest des gebeds loeren, waardoo-r wij
steeds vereenigd zullen blijven met Hem
die de Weg, de Waarheid is en het Le
ven. Vereenigd met Hem bewandelen
wij met- den weg der wereld waar de ge
notzucht- rozen, strooit; maar den konink
lijken weg des bruises waarin ons heil Ls,
al is die weg bezaaid met doormen*. Op de
zen. weg schittert de eeuwig© waarheid,
clie de duisternissen verdrijft van onkun
de en onwetendheid. Zoo beveiligt ons het
gebed /tegén den dood der zonde on laat
het leven dor genade heerlijk in ons op
bloeien.
Hu de dag-el ijksche arbeidsduur verkort
is, hebben wij volop tijd om naar de stem
van onzen Heiland te luis toren, die ons
oproept naar Zijne woning in. onze kerken.
Wij zoude het ten zeerst© betreuren, zoo
beperking wan arbeidstijd aanleiding ging
geven -bot- genotzucht en den godsdienstzin
der geloovigen nog meer deed verflau
wen. Integendeel. Wij verwachten en ho
pen dat zij de mcnschen nader tot God
zai brengen dar hen te voeren naar de
Communiebank. De goede God mag toch
zeker wed een deel hebben in de vrije uren
welke ons zijn geschonken."
Het Braziliaansche Keizerpaar.
n.
Santos, 12 Jan. 1921.
Een vorigeri koer meldden we, hoe op
initiatief van deai tegen woordigen Presi
dent der Brazüia-ansohe Republiek door
iet Congres eene wet gevoteerd was. die
FEUILLETON.
Den dood ontsnapt.
5)
Zij legde den vinger op den mond, om
mij te beduiden, dat ik zwijgen moest, en
fluisterde mij daarna eenig© woorden in
gebroken Engelsch toe, terwijl hare oogen,
als die van een schuw hert, onophoudelijk
achter haar naar de donkere gang ver
dwaalden.
„Vlucht!" zei zjj, naar het mij voorkwam
tich geweld aandoende om bedaard te
spreken. „Vlucht; gij kunt niet hier blijven.
Niets goeds, wacht u hierl"
„Maar mejuffrouw." antwoordde ik. „ik
kan tooh onmogelijk vertrekken, alvorens
do machine bezichtigd te hebben."
„Het is de moeite niet waard, dat gij
wacht", ging zij voort „Gij kunt door deze
deur ontkomen; niemand zal u weer
houden 1H
„Waarom?" ik schudde glimlachend het
hoofd. Toen zij dat zag trad ze schrede
oaderbjj en de handen wringend smeekt©
zij; „Om Gods wille! Ga heen alvorens het
te laat is!"
Ik ben echter van nature een weinig
stijfhoofdig; een moeilijkheid, die zich bij
voordoet, versterkt mijr voornemen
meer, dan dat ze mjj aan t wankelen zou
hrengen. Ook dacht ik aan mijn honora-
rHjm van 50 guinjes; aan mijn moeilijk©
rèis en de onaangename nacht, die voor
m9 lag. Zou ik dan dat alles vruchteloos
gedaan hebben.
En waarom zou ik terug treden» alvorens
3.k mijp t&ak volbracht, en de betaling, die
2Qfin mÜ schuldig was. ontvangen had! Het
de nog levende leden van het vroegere
Keizerlijk Huis van. Brazilië wed ca- toe
stond in liet land terug te keeren alsmede
bepaalde, dal, de overblijfselen, vaai Keizer
Pedro II en diens Gemalin Dom/a Teresa
Christin®, zouden, worden overgebracht
van Lissabon naar Rio de Janeiro om
voorrloopig in de Kathedraal van Brasil's
"hoofdstad te worden geplaatst en later
definitief to word on bijgezet in het keker-
lijk M-ostrioum. dot men aan het bouwen
ie an do Kathedraal van Petropolis.
De overbrenging van de keizerlijke licha
men as tbana (geschied, en geheel de Re
publiek heeft- getoond te beseffen, dat er
een onrecht was goed te maken, onrecht
nu gedelgd op waarlijk grandiose wijze.
Hoewel persoonlijk niet tegenwoordig,
zond Epü-acio da Silva Pessöa, Brasil's
president, zijn vertegenwoordigers ter ont
vangst van de lijken.
Ministers en Hoog waaixtigkeidsb eMe e-
ders van de Re publiek, Seaiaitoren en -afge
vaardigden, associaties en vcreenigingon,
het volk vooral ook het eenvoudig© volk
heten zich niet onbetuigd. De menschen-
ma-ssa stond aan bedde zijden van den
weg, door den schitterenden stoet gevolgd,
van de plaats van aankomst tot de Ka
thedraal.
Het was één menschenzee.
Bladen van alle kleur Katholieke zoo
wel als abheïstisohe, monarchistische en
Repnblikcansche ze vierden allen hunne
Helden en bezongen als om strijd de groot
heid van de overleden keizers.
Men publiceerde portretten van Dom Pe
dro II en Dona Teresa Christina, jeugd
portretten, portretten die hen voorstelden
als echtgenooten, ja als oudjes zelfs.
Men bezong Dom Pedro als „Mensch",
wiens grooto karaktertrek „goedheid" was
wiens -omgang „eenvoud" verried, die een
■afkeer had van alle wetreldscli© ijdelheid.
Men bezong hem -als „Politicus", die juist
om zijn goede (trouw, juist om zijn voor
liefde .tot het- „volk", waarmede hij dage
lijks in aanraking kwam, zich niet wilde
afgeven met politiek© partijzucht, haar
kloverijen en. spitsvondigheden, en die
daarom wellicht zijn kroon verbeurde. Men
bezong hom als „Wijze", die dopr zijne
voortdurende omgang met 'kunstenaars,
schrijvers, dichters en geletterden, eene
meer da.n gewone ontwikkeling zich had
eigen gemaakt die, hoewel zijne constit-u-
tioneele plichten, hem nauwelijks tijd lie
ten, toch geschriften heeft nagelaten waar
onder gedichten, ventalingen uit ssnseriet,
Hebreeuwsoh, Arabisch, Petrsisch en an
dere talen. Men bezong hem als „Vader"
van Zijn Volk, wiens laatste woorden wa
ren een zegening voor zijn geliefd Bra
zilië
De ©enige wanklank, bij deze gelegen
heid gehoord, was een manifest, waarin
een groep zich noemende Historische Re
publikeinen uiting 'gaf aan zijne gevoelens
v-an protest, waar aan de overbrenging dor
Keizerlijke lichamen het karakter gegeven
w-end van een Nationaal Eerherstel, alsof
de eerste. Republikeinen onrecht gedaan
hadden aan een familie, die hunne politie
ke overtuigingen in den weg etend.
Teresa Christina deeit in de glorie
Haaxs Gemaals. Ik lees zelfs in de cou
ranten artikelen, .overgenomen uit Fran-
sche bladen, die ten ja-re 1889 hij het over
lijden der ex-Keizerin te Oporto (Portu
gal) het volgende schreven
L'Europe saluera irespectueusement cebte
Imperatricc mort© sa-os bróne et on dira
cn pariaat d'elle: ©a mo-xt est- le seul clia-
grin qu'éüe <a causé a son mori pendant
46 ans de maxi a-ge. (Figaro).
La vie de lTmperatriee dti Brésil a été
boute de devouement et d'effacemenfc vo
lontaire. C'-etait la Femme v-ex-t-ueuse et
bonne dont l*liistoire porie peu, paree qu'
n'y a pas de mal en a dice. (Gaxdois).
Trè-s modeste -tres charitable, tres
paeuse, elle mena uae vie teute de dé-
vouement a 1'Empexeur et des bennes
oeuvres. (Lc Moniteur TJnivexseL)
Daags na de overbrenging der lijken had
in de Kathedraal een latlerplechtigs te uifc-
vaaxt plaats, en bij afwezigheid wegens
ziekte van den Kardinaal "A artsbisschop,
Dom J-aoquim Arcoverde de Albuquerque
Gavaloaaitd, had hot Kathedraal Kapittel
do leiding der plechtigheden op zicji ge
nomen.
Onder ontzaggelijken toeloop ram volk,
in i-egenwooxdigheid van. de gemalin van
den President der Republiek, van Minis
ters en Hoogwa-ardigheidsbeHeeders, vaii-
eeouliere en reguliere geestelijkheid, on
der de- tonen van een schitterend orkest
en met de medewerking van de vóórnaam-
meisje kon immers wel krankzinnig zijn,
wat wist ik daarvan? Vast besloten schud
de ik dus het hoofd, ofschoon hare gebaren
mij meer verbaasd hadden, dan ik liet blij
ken, en ik verklaarde te willen blijven,
waar ik was. Zij wilde hare dringende
sm&ekingen herhalen, tóen tegenover ons
een deur dichtgeslagen werd en verschei
dene schreden op de trap weerklonken. Zij
luisterde een oogenblik, dan hief zij hare
handen nog eenmaal smeekend en in wan
hoop tot mij op cn verdween weer cvon
plotseling en geheimzinnig als zij gekomen
was.
Kolonel Stark en een kleine dikke man,
met grijzen baard en een vettige onderkin,
traden, binnen; de vreemdeling werd mij
als mr. Ferguson voorgesteld.
„Mijn secretaris en technische leider",
zei de kolonel. „Maar a propos, als ik
mij niet vergis, heb ik deze deur straks ge
sloten. Ik veronderstel, dat ze is open
gesprongen, en de tocht moet u hinderlijk
geweest zijn.
„Integendeel," zei ik, „ik zelf heb de
deur geopend; het was inij bier te warm in
de kamer."
Hij wier.p mij een snellen, wantrouwen
den blik toe. „Het zal beter zijn, dat Wij
dadelijk maar ons werk afmaken," zei hij.
„Mr. Ferguson en ik zullen u vergezellen,
om u ctö machine te loonen."
„Dan zal ik toch mijn hoed opzetten,"
merkte ik op.
„O neen; het is immers in huis!"
„Hoe, graaft gij pijpaarde in huis?"
„Noen. neen! Hier wordt ze slechts
geperst. Maar dat komt er niet ap aan. Wij
wenschen sleobts, dat gij de machine on
derzoekt en. QQ£ meedeelt, wat daaraan
et© zanger-s van ïtio Se Janeiro h«3 de
grootsdie plechtigheid plaats.
Naa-at de oaitafalco hadden de nog leven
de leden der Keizerlijke Familie, dde met
de gebalsemde lichamen der dxoagtao.utk
„Sao Paulo", van Frankrijk: waren overge
komen, plaats genomen. Het waren de
Graaf d'Eu, schoonzoon vam wijlen Dom
Pedro, ©n diens zoon Dom Lidz de Bra-
gamso, do tegenwoordige troonpretendent,
Men zong de Requiem-mis van Morgha
en vóór de absente de „Libera-me" ran
Pcrosd.
Daar -gaat een der Kanumnikke-n den
preekstoel op, oil in gloeiende taal, zooals
een Latijn dot vermag, bezingt- hij den lof
van het overleden Keizerlijk Paar, terwijl
hij Dom Pedro's leven venhaalt al© Keizer
tot aan diens verbanning, en als domi-
neerende eigenschappen van. diens karak
ter noemt clemencia o justiqa, verge'vin-gage
zindheid en rechtvaardigheid, 't Is geen
wonder, dat Graaf d'Eu en -diens zoon in
hunne verMarinigen, aan persmannen ge
daan, zich dankbaar gest-eind -gevoelen
jegens Brazilië, dat op zulk -een schitteren
de wijze -toont te begrijpen, hoe Brarilia-
nen behooren te wonden toevertrouwd
■nA hunnen dood aan Brariliaanschen
grond. Gleohits ééne (edeumtdling zeiden
ze t© gevoelen: de afwezigheid ni. xxaai de
Grarin d'Eu, eenige nog levend© dochter
der overleden Keizers, en die door
ziekte verhinderd Haar bezoek aan Bra
zilië tot later moest verdagen.
Het -is deze teedere vrouwe, (tie inder
tijd de slavernij Brasil's kanker af
schafte aks Regentes ran het Kerzemjk,
en nu nog in Haren, hoogeai ouderdom bij
alle Brosilionen den t-itei voert van „a
Redomptora", de Verlosseies, terwijl men
do wet der afschaffing 'tot- op heden toe
nog „Lei Auxea" «Li, Gulden wet noemt-.
En zoo os thans het groote Br-azilië voor
heel de wereld een voorbeeld van vorzoe-
mngsgezindheid
Zoo levert Brazalië het bewijs van op-
rechite nationale trots en nationale lief
deM. L.
Uit de Pers.
EEN AFSCHEID.
De N. R o 11. C r t. schrijft:
De heer D e Savornin Lohman
heeft als lid der Tweed© Kamer, waarin hij
mei een onderbreking van 1890—1894 reeds
sedert 1879 zitting had, ontslag genomen.
Dit is een groot verlies voor de Kamer,
dat zij zelve wel het eerst moet voelen. Aan
het gezag en het vertrouwen, dat haar bes
te figuren onder het volk genieten, heeft
het lieele lichaam en hiermede elk lid deel.
De heer Lobman had niet alleen persoon
lijke eigenschappen van den eersten rang,
hij vertegenwoordigde ook een brok eer
biedwaardige geschiedenis uit- den partij
strijd van de laatste halve -eeuw.
De groole namen gaan. En het is, alsof
eerst het heengaan de achtergeblevenen
door de ontstane leegte het volle besef van
de zwaarte van hun taak bijbrengt.
Wat een leven als dat van den heer Loh
man tot voorbeeld doet strekken, bet zijn
niet zoozeer de gaven van den staatsman
ais wel zijn strijd voor "een diep gewortelde
overtuiging. Waar hij ook uit politieke
overwegingen aan andere beginselen mocht
hebben geofferd, dat van de gelijkheid van
het bijzondere onderwijs is met. onbezwe
ken trouw en tot in zijn ouderdom met
jeugdig vuur door hem voorgestaan.
In deze tijden van overgang, waarin het
wel eens moeilijker schijnt de beginselen
ie vinden, welke het politieke leven zullen
bchcerschen, leert dat lichtend spoor in
ons jongste parlementaire verleden, dat al
leen met een vaste overtuiging, in staat
om den mensch te bezielen, veel wordt ver
richt.
De heer Lohman heeft het geluk mogen
smaken zijn strijd tot het einde én tot do
bekroning daarvan mede t© maken. Tot het
laatst is bij een levendig belangstellend©
in de werkzaamheden der Kamer gebleven.
Op bijna 84-jarigen leeftijd heeft men
dan de rust wel verdiend. Maar zonder
Lohman blijft de Kamer.
NAAR EEN BREUK?
De Maasbode oordeelt, dat het den-
gene, die op de partijverhoudingen ter rech
terzijde nauwlettend pleegt- toe te zien, niet
kan zijn ontgaan, dat den laatsten tijd in
liet christelijk-historisclie kamp een zekere
scheelt."
Wij gingen een trap af. Het oude huis
was een doolhof van gangen, zalen, smalle
wenteltrappen en lage deuren, welker
drempels afgesleten waren, door de tal-,
rijke bewoners, die daar uit ©n ingingen.
Van tapijten en meubelen was nergens
een spoor te vinden, terwijl bet gips van de
wanden brokkelde en de vochtigheid natte,
groene plekken teweegbracht Ik keek
zooveel als mogelijk was, goed rond, maar
had ook de waarschuwing der jonge dame
niet vergeten, en al had ik haar ook niet
gevolgd, hield ik toch mijn begeleiders
scherp in 't oog. Ferguson scheen een
norsch en stil man te zijn, maar uit het
weinige dat hij zeide, kon ik opmaken dat
hij geen landsman was.
Eindelijk bleven wij voor een lage deur
staan en de'kolonel deed haar open. Voor
ons teekende zich een kleine, rechthoekige
ruïrp to af, in welke wij te zamea nauwe
lijks plaats zouden vinden. Ferguson bloef
buiten staan en de kolonel liet mij binnen
treden.
„Wij bevinden ons nu," zei hij, „werke
lijk in het binnenste der pers, en het zou
ons slecht vergaan, als iemand.het werk
in beweging zette. Dc zoldering der kleine
kamer is tevens het ondereinde van den
neerkomende zuiger, die op dezen ijzeren
vloer met de kracht van ettelijke tonnen
drukt. Aan de buitenzijde bevinden zich
twee dunne, laterale waterzuilen, welke de
kracht op de u bekende wijze overdragen
en verwerken. De machine arbeidt tamelijk
vlug, maar tegenwoordig heeft zg oen
zekere stijfheid in hare bewegingen, die
haar van bare krach ton berooft. WHt gij
daarom de goedheid hebben haar eens na
agitatie is tot uiting gekomen, die wordt
geïnspireerd door een geprikkelde stero-
mmg tegenover de Katholieken.
„Reeds vóór de wissaljng atm de hoofd
redactie van >rDe Nederlander", hei orgaan
der christelijk-historische Ünle, plaat©
vond, werd daawa zn hot bij uitzonde
ring in het laatste half jaar een en an
dermaal een onwelwillende houdng aange
nomen ten opzichte van de Katholieke par
tij, maar sinds met het optreden van den
nieuwen dignitaris d© strooming welke zioh
hier een uitweg zocht blijkbaar de vrge
baan heeft gekregen, wordt tn redactio
neel© artikelen van genoemd orgaan een
toon aangeslagen, die voor het grofste wat
we aan anti-papistische hetzerij ooit onder
de oogen kregen niet onder doet.
Nadat reeds bij de algemeene beschou
wingen over de Staatsbegrooting van&hris-
teHjk-historische zijde bedektelijk was te
kennen gegeven, dat men in dien hoek de
groeiende beteekenis van h-et Katholicisme
in Nederland met leede oogen aanzag, heeft
vooral in de jongste weken hetgeen voor
viel met den Vaticaanschen legatie-post bg
deze „issus de Calvin" kwaad bloed gezet.
Zij kunnen zich fid blijkbaar niet op het
objectieve oppórtuaiteits-standpunt van
Minister van Karnebeek en van de vóór
stemmende Hberalen plaatsen, en willen k
tout prix in de aanvaarding van een per
manent gezantschap bij den H. Stoel de er
kenning zien door bet „Protestantsche" Ne
derland van dep Paus als geestelijk Opper
hoofd der Chri^enheid".
Sinds achtervolgt „De Nederlander" baar
Katholieke medeburgers met de meest sma
delijke en grievend© bejegening, consta
teert de „Msbd".
„Wij vragen ons af", zegt de „Msb." „of
achter dit alles de opzet schuilt, op een
breuk met de Katholieke coalit-ie-genooten
aan le sturen. Die bedoeling schijnt althans
min of meer te worden aangegeven met de
herinnering aan wal een halve eeuw gele
den voorviel, toen onder geheel verschei
den omstandigheden overigens de instel
ling van een Gezantschap bij den H. Stoel
van Protestantsche zijd© als een casus belli
werd aangeduid; die bedoeling mecnen wij
ook te moeten duchten, nu zoo pas weer
ook in militaribus het christelijk-histori-
sche hoofdorgaan zich op onverzoenlijk
standpunt plaatste en de facto bet tafella
ken lussclien het kabinet Ruys-Pop en de
Unie doorsneed.
Wij hopen dezer dagen gelegenheid te
vinden op dit laatste punt nader in te
gaan. Voor het oogenblik lijkt ons het con-
stateeren van het feit, dat zooals gezegd
niet op zich zelf staat, voldoende om de
vraag te wettigen, welke wij hierboven
plaatsten en waarop wij in gemoede een
antwoord verwachten van de redactie der
Nederlander".
Wij voor ons zouden het van harte be
treuren, wanneer ten gevolge van derge
lijk misverstand, als hier blijkens de laat
ste artikelen van bet chri6telijk-historisclie
orgaan in het spel is, een einde zou gesteld
worden aan een samenwerking op politiek
terrein, die zoo tastbare resultaten afwierp
voor ons christelijk volksdeel, en welker
verbreking ook daarom aan dat volksdeel
niet ten goede komen zou, wijl zij, gegeven
de mentaliteit van deze „Nederlanders-ar
tikelen, slechts zou leiden rot aanwakke
ring der godsdienstige verschillen.
Wij hebben dies de verwachting, dat al-
^thans niet 'allen aan chrislelijk-bistori-
sche zijde zoozeer van nuchleren zin ge
speend zijn, dat zij de agressieve houding
ten dezen van hun hoofdorgaan zullen bil
lijken; doch integendeel beseffen zullen,
dat in het huidige tijdsgewricht er aller
minst reden bestaat om boven hetgeen de
verschillende fracties ter rechterzijde ver-
eenigt te doen gelden wat haar gescheiden
houdt.
Het is in elk geval een zware verant
woordelijkheid, welke de voormannen der
Unie met zulk aansturen op een breuk op
zich zouden laden."
Gemengde Berichten.
Dinsdag werden te Urk
reeds ruim 60.000 Zuiderzeeharingen aange
voerd, wat bijzonder vroeg mag worden ge
noemd, daar sinds lange jaren de 'haring niet
voor medio Maart in eenige beduidende hoe
veelheid werd gevangen, en do risscherij eerst
te zien en ons dan op te geven, hoe wij de
zaak verhelpen kunnen."
Ik nam de lamp en onderzocht de ma
chine terdeeg. Het was inderdaad een
rousachtige machine en wel in staat, om
een buitengewone drukking uit te oefenen.
Toen ik den hevel weder omlaag drukte,
ontsnapte er een sissend geluid, dat ont
stond uit een klein gaatje dat het weder
omhoogstijgen van het water door een der
zij-cvlinders mogelijk maakte. Een verder
onderzoek bracht aan 't licht, dat een der
gummibanden, welke om een vliegwiel lie
pen, er af gegleden was, en alzoo de span
ning zeer verminderd had. Dat was zeker
de oorzaak der kracktal'neming en ik wees
er mijn geleider op, die mijn handelingen
met de grootste oplettendheid had gadege
slagen en mij verscheidene praetïsche vra
gen stelde, hoe men bij de verbetering te
werk moest gaan. Nadat ik hem alles dui
delijk uiteengezet en verklaard had, keerde
ik in het hoofdruim der machine terug,
om ook een weinig mijn nieuwsgierigheid
te bevredige' Een blik was voldoende om
mij te ovi iigen, dat de geschiedenis van
Fuller's r" paarde een bloot verzinsel was;
het zou jnmers belachelijk zijn, zoon
groote, sterke machine voor zulk nietig
doeleii.de te laten dienen! De wanden wa
ren van hout en de vloer was een ijzeren
bak. Ik onderzocht hem en kon bespeuren,
dat hij geheel met een metaalkorst over
trokken was. Ik bukte mij en kraste er met
mijn nagels over om goed te zien, wat het
was, toen ik oen onderdrukten uitroep ver
nam en het geelblceke gezicht van den ko
lonel op mjj zag neerstaren.
„Wat doet. gij daar?" vroeg bij;
„Bel spijt, mij, dat ik mij heb la ton fop-
don ook een aanvang nam. Thai» - dis©
berwirten ©6k een deel dw IMdtilfaai r£*J
naar zee vertrekken,
Te Pnrjaouad erf
Winkelier een valeoh. bankbiljet van 25 guldtf
ontvangen.
M en 8#ki iji* uit d £-ok>
terheek aas het „Hbld.". De jaarUjiecJia po-
bliek© verkooptogen van hoot en takkerSx»
scken worden hier weer overal gehouden. De
prijgen zijn over algemeen buitengewoo»
hoog. Werd ktfv. voor don oorlog en enkel©
jaren later, voor iaktenboeaohen nog 3 4 4
cent betaald, thans doen deze 11 a 12 cenfc
soms zeïis 15. De houtprijzen dalen nog geens
zins.
Dinsdagavond is in '4
kanaal 4© Kielwindeweer bij Hoogezaad d®
50-jarige landbouwer J. Feddes verdponkon.
De b o e'r d e r ij van, H. van
AeseJdonk en bewoond door Th. Tan Lank»
veld, alsmede de schuur van Verhoeren, ga-
legen onder de -gemeente Boekei, ia door tot
nog toe onbekende oorzaak totaal uitgobraniL
De geheel e voorraad rogge, atroo, baverr, 7
stuks rundvee, een paard en 9 varkens werden
ecu prooi der vlammen. Aües was verzekerd,
doch zeer laag.
Het bekende historisch®
Doenderhuske onder Doearade, gem. Oirsbeek,
een kasteel uit den tijd der middeleeuwen^
wordt omgebouwd tot eon herstellingsoord
voor arbeiders. Begm Mei hoopt men het
kasteel voor zijn nieuwe bestemming gereed
te hebben. Ecrw. zusters sullen voor de ver
pleging enz. zorgen. Aan het gesticht zai med®
©en rector worden, verbonden.
Dinsdagmiddag kwam een
man, uiterlijk op oen heer gelijkend, bij de
Société vhricole in de Thomsonlaan te 's-Gra-
venhage en beetelde voor een dame in de Laaxt
van Meerder voort een paar flesechen advocaM
en port, alsmede wat taielwijn, enz.
Weet u wat, geef mij die advocaat cn
port maar vast mee. Die zijn m den middag
noodig, de wijn aan 'het eten.
De winkelier had daartegen geon bezwarea.-
Het adres was hem bekend en de meneer deed
zoo gewoon, dat geen enkei boos vermoede©
Ibij den ander -opkwam.
Om vijf uur ging de wto&elier zeM den wijn
aan het opgegeven adres brengen. Maar daar
kreeg hij de raededeeling, dat men van ui at®
wiet. Mevrouw had geen wijn besteld en ook
geen wijn noodig. En van advocaat of port wi^
ze heelemaal niets af. De winkelier keerde dus
onverrichter zake met zijn mand met wijn naar
huis terug, in het bewustzijn, dat een als heer
vermomde oplichter ham een tientje armer
had gemaakt.
In Apeldoorn, waar zich
xeeds meerdere gevallen van slaapziekte voor
deden, werd 1.1. Zaterdag een timmerman aaa
de schaafbank staande, eensklaps door een
onoverwinnclijken slaap overvallen, welke nog
altijd voortduurt.
Te Dalen is de vrouw vaa
den timmerman. Wdie een zweertje in he4
gezicht doorstak, aan bloedvergiftiging over
leden.
Te Biggekerke kreeg d®
16-jarige -landbouwerszoon L. Dekker een trap
van een paard. Na enkele dagen van hevig lij
den is hij in het gasthuis te Middelburg aan
de gevolgen overleden.
Te Hulst is de paarde n-
slachter F. S„ die op een paard zonder teugel
reed, er van afgevallen, waardoor hij een ga
pende wonde aan het hoofd opliep. Na eenig®
uren is hij in het R. K. Liefdehuis, waarheen
hij vervoerd was, overleden.
Te Venio is ingebroken
bij de Eerow. (broeders. De broeders, die on
raad bespeurden, in de kapel, verwittigden de
politie die den dief, zekeren K., een Pool, ar
resteerde.
Voor de betrekking vaa
veldwachter te Eijgelsooven hebben zich 107
sollicitanten aangemeld.
Tijden© de earnavalsda-
gen is onder hot dansend publiek te Tegetea
een slaking uHgeSjrokeo. De. zaalhouder Th.
had nl. de entree op 20 cent en eiken dans op
5 cent gesteld. Hiermede waren do da-nse»
niet levreden. Zij wenschten, daar tegenwoor
dig aHes afslaat, ook hier prijsvermindering
en wel de entree op 10 cent en eiken dans op 3
cent gesteld te zien.
Na een strijd van ongeveer drie uur gaf d«
zaalhouder zich gewonnen en stroomde ho4
publiek, dat in grooten getale voor de zaal ha4
post gevat, onder hoera-geroep binuen.
De vermoedelijke dader
inzake den moord gepleegd den 2en Januari
j.l. aan do grens hij Venlo, is wegens gebrek
aan bewijzen weder op vrije voelen gesteld
pen door een zoo sluw uitgedacht vertel-*
seltje, wat gij mij opgcdischt hebt. Ik be
wonder uwe pijpaarde. Ik had u beter
raad kunnen geven, omtrent uw machine,
hadde ik het doel, waartoe ze dient, nauw
keuriger gekend."
Ternauwernood had ik deze woorden
uitgesproken, of mijn voorbarigheid be
rouwde mij reeds. Zijn gelaat werd strak
en een onheilspellend vuur gloeide in zijn
aschgrauwe oogen.
„Very well", zei hij, „gij zult alles om
trent den machinist vernemen 1" Hij ijld®
naar de deur en draaide den sleutel om. Ik
vloog hein na en schudde aan den deur
knop, maar alles was tevergeefs mijn
stampen en stooten hielp in 't geheel niets.
„Heidaar!" brulde ik woedend.
„Kolonel, laat mij uit!"
Plotseling vernam ik ©en geluid, dat mij
bet bloed in de aderen deed verstijven. Hel
was hel ratelen der hefboomen en het sis
sen van den cylinder. Hij had do machia®
in werking gebracht! De lamp stond nof
op den vloer, op de plek, waar ik haar go-
zet had, toen ik den bak onderzocht.
Bij haar schijnsel zag ik de zwarte zold©-
riog nederdalen in hortende tusschenpoo-
zen, maar {pet een kraoht welke mij ia
weinige oogenblikken tot een vormelooa®
massa zou verpletterd hebben. Niemand
wist dit beter, dan ik. Weenende als ee»
kind, van onmacht, wierp ik mij tegen dö
deur en krabde wanhopig met mijn nagefc
aan het slot. Ik smeekte den kolonel, h|
al wat hem heilig was, dat hij mij uit zou
laten, maar het gevoellooze samenstoote*
der hefboomen overstemde mijn smeehog
en geween.
fWordt vervolgd).