Sociale Berichten. Uit de kleediug-industrie. Een voorstel om bet con tract met een maand te verlengen. Het landelijk contract lusscbcn de werk gevers- en de werknemersbonden in de kleedingindustrie loopt 15 Februari a.s. af. In verband hiermede vernemen we, dat do gezamenlijke werknemersbonden Zater dag een schrijven hebben gezonden aan den wcrkgeversbond^. waarbij zij voorstellen het contract voorloopig met één maand te ver lengen, om gelegenheid te hebben over het nieuwe contract rustig te confereeren. Land- en Tuinbouw. Vee voor Frankrijk. Dg tbr.-gen. van den landbouw brengt ter kennis dat ten aanzien van in Frankrijk inge voerde •nmd'eren aldaar de Volgende voor- sdhrifUcn "worden toegepast: Runderen moeten aan de luberculineproef ■worden ondierworpen op de plaats van .beslem ming binnen 6 mean dén na invoer in Fran krijk. Zij worden voor dat doel bij invoer ran een merk voorzien, terwijl aan den veeartse- nijkundigon dienst van bet departement van bestemming kennis gegeven avordt van .de in voer. Indien de dieren positief op de faibercuKne- proef reageeren of, indien zij na bet slachten tuberculeus worden bevonden, Fan voor de in gevoerde dieren geen scha dier.-cr go cd-ing wor den geëisebt, zooals zulks voor binnenlandscb vee bet geval is. Bij invoer worden de dieren aan: do grenzen aan «en onderzoek onderworpen en. moet uit dien hoofde voor ieder rund boven één jaar frs. 5, voor ieder haif frs. 3, en .Voor ieder 6cbaap en iedere geit een bake franc worden betaald. RECHTSZAKEN. De vergiftigingszaak te Lisse. Maandag 21 Februari zial voor de H-aar- leuiscbe Redhtibanik behandeld worden de zaak betreffende de vergiftiging «aan dan -15-jarigen stoker J. L. v. d. B. te Lisse, wien in Septem ber 1920 door zijn vrouw met behulp van oen commensaal C. v. d. L. vergif moet zijn toe gediend. Naar verluidt heeft de vrouw bekend, C. V. id. L. echter niet. Een Legende betreffende de Kathedraal van Keulen. De aartsbisschop Coaiiraajd vam Hoch- etedbe-n, een kathedraal willende bouwen, die alle kenken van Duits chlamd in do echaduw zou stéllen, vroeg daarvoor een plan aan de beroemdste bouwkundigen ,yan Keulen. De naam van den uit verkoren bouw meester is verloren gegaan, men zal ver nemen waarom. Bedoelde architect wan delde lange den Kijn, droomende over het plan, en kwam al wandelende steeds op ide plaats, die men' de poomt der Franken noemde, en waar zich nog ten huidige da ge eenige brokstukken van beelden be vinden. Daar -nam hij plaa.ts. In de hand hield hij een stokje en teekende in het zand al lerlei kerkplannen, veegde ze uit, en begon Rjun nieuwe. De zon begon onder te gaan, baar laatste stralen deden de golven van den Bijn glinsteren. „Aha!" riep do bouw meester uit, „een Kathedraal te kunnen .bouwen, waarvan de trotsche toreais nog in 't zonlicht zouden baden als alles in de stad reeds in duister gehuld is. Owat zou dat schoon zijn. Ote schoon om aan te deenken, en weder verdiepte hij each met in 't zand te teekenen. Niet ver van hem zat een nietig, oud mannetje, dio hem met aandacht gadesloeg. Op een ge geven oogenblik meende de bouwmeester dat hij 't plan gevonden had, wat hij zocht, en riep uit„Ja, dat is het. 1" „Ja, dat is het!" riep het oude mannetje, _ja, ja, 't is de Kathedraal van Straats burg 1" En 't mannetje had gelijk, waar de bouwmeester meende iets nieuws ge- teekend te hebben, had hij slechts het zoo goed door hem gekende plan van Btraaisburg gevolgd en niets nieuws. Hij veegde daarom dit plan spoedig uit en begon andere te .te-ekem.cn. Telkens als hij weder een plan naar zijn genoegen ge- teekend had en geloofde, dat het een nieuw ontwerp was, riep liet mannetje al «po-ttend uit: Amiens, of wel den een of anderen naam van een stad, beroemd door hare Kathedraal en telkens moest de bouwmeester erkennen dat hij slechts een copie geteekend had. De bouwmeester, het spotten van het oude mannetje moede, riep uit: „Wat blmeester, gij kunt mij vrij bespotten, maai* ik wil u wel eens aan 't weak zien!" De grijsaard antwoordde niets, maar ging door met spotten. Dit nu maakte de bouwmeestea* hoogst krelig en zeide nu: „Vooruit, probeer eens," meteen, stopte hij hem een stokje dn de hand. Het maimetje zag hem op vreemdsoontigo wijze aan, nam 't stokje en teekende op kunstige wij ze eenige lijnen dn heb zand, die den bouwmeester kreten van bewondering ont lokten, en ten slotte zeide: „Nu zie ik het. Gij kent ons vak, onze kunstZijt gij uit Keulen „Neen," antwoordde de oude kortaf en gaf het. stokje terug. De bouwmeester vroeg: „Waarom gaat gij niet door met teekenen ik verzoek het u, ga voort." „Neen, gij zoudt mij mijn plan afhan dig maken, en dan was do roem voor u, nietwaar „Hoor mij aan, vader, wij zijn alleen, (werkelijk was de Rijnover wegens 't late uur verlaten), dik. ge<ef je 'tien gouden du katen, als gij dit plan verder af wilt ma ken De oude riep: „Wat? Tien gouden du- catenaan mij En dit zeggende, nam het mannetje een beurs onder zijn man tel weg, wierp die in de hoogte en toen die neerviel, klonk 't goud, waarmee zo gevuld was. De bouwmeester ging eenige passen te rug, en riep woest uit„Maak afMaak afOf gij moet sterven." „Ge wilt geweld gebruikenen dat te gen mij 1" En de oude ontdeed zich van zijn .tegenstander met een ongelooflijke kracht en lenigheid, greep hem op zijn beurt aan, wierp hem aan zijne voeten, trok zijn dolk en sprak tegen den bouw meester: „Wel, nu gij weet dat noch goud, noch geweld, iets tegen mij vermo gen, zeg ik u, dat gij het door mij ont worpen plan kumt bekomen, en do eer als ontwerper oogsten kunt." „En op welke- wijze?" riep de bouw meester uit. „Verpandt mij uw© ziel voor de eeuwig- beid De bouwmeester slankte een kreet, maakte vlug het H. Kruisteeken. De dui vel (dit was de oude man) verdween di rect. Toen de bouwmeester tob ziehzelven kwam, lag hij uitgestrekt, op den grond. Hij stond op, ging naar huis, waar zijn pleegmoeder, een oude vn*>uw, hem vroeg, waarom hij zoo 'laat thuis kwam. Maar de bouwmeester sloeg geen acht op haar. Zij diende hem zijn avondmaal op, maar de bouwmeester at niet, en ging naar bed. Zijn droomen warm vervuld met verschij ningen, telkens verscheen hem die oude man, met zijn plan vol mooie lijnen, zoo als hij ze in het zaad begonnen was to .teekenen. Deze kathedraal, die allo ande re meesterstukken op dit gebied moest overtreffen bestond als teekening op het papier, hij hield zich daarvan overtuigd. Den volgenden dag begon hij toreais, gewelven en portieken te teekenen. Niets, niets, kon hem behagen. Hot plan van den ouden man alleen, dat wond cal ij ke plan, ziedaar ;t eenige dat naar zijn ge noegen was. Hij ging naar de H.H. Apca- •telenkerk en trachtte te bidden. Nutte loo- ze pogingDeze kerk a's klein, laag en beknopt. Wat zou ze zijn ais eens de ge heimzinnige kerk van den ouden man daar stond? f Des avonds, ondanks zich zelfs, was hij weder aan de boordcai van den Bijn. Zelfde stilte en eenzaamheid heerscate er als den vorigen avond. Hij ging tot aan de-poort der Franken. Do oude man stond daar, hij hield een stokje in de hand en scheen achteloos op den muur te teeke nen. Iedere lijn die hij trok was als vuur, en deze lijnen 'kronkelden als vurige slan gen door elkaar, maar 't geheel vormde toch steeds torens, gothicke zuilen en por tieken, maar verdwenen dan na een kort stondige schittering in de duisternis. Som tijds was het of deze lijnen een mooi ge heel gingen vormen, en dacht de bouw meester -het geheimzinnige plan voltooid te aanschouwenmaar dan eensklaps lie pen alle lijnen als woeste vuurstrepen door elkander en niets was herkenbaar. „Welnu? Wilt gij mijn plan?" vroeg de oude man. De bouwmeester zuchtte diep, maar zweeg. „Wilt gij het? Spreek!'' En deze woov- deai zeggende, teekende hij een prachtig portiek op den muur, die hij direct weer bot verdwijnen. „Ik zal doen, wat gij wilt", zeide de bouwmeester buiten zich zei ven. „Nu dan, tot morgen, te middernacht Den volgenden morgen ontwaakte dc Iborawmeestetr veiihejugdi, zijn jgeeet was levendig en opgewekt. Hij had abes ver geten, behalve dat hij etndtelijk bezitter zou zijn van het wonderlijke kemkplam, dat hij zoo benijd had. Hij plaatste zich voor hot venster, het was verrukkelijk weer, de Rijn stroomde boogsgewijze om de stad en de wallen spiegelden zich af in den door de zon beschenen stroom. „Nu", zoo sprak de 'bouwmeester in zich zeèven, „waar zal ik de kathedraal bou wen? Welke geschikte plaaits biedt Keu len aan?" en met zijn oogen zocht hij een plaaits. Zoo mot zijn vreugdevolle en trotse he gedachten bezig zijnde, zag hij zijne pleeg moeder aaaikomen, gereed om uit te gaan en geheel in diepen rouw gekleed. „Waar gaat gij heen, mijne liefste Zoo geheel in de rouw „Ik ga naar dc H.H. Apostelenkenk eeaie H. Mis bijwonen .ter verlossing eener ziel uit het vagevuur," en dit zeggende verwij dende zij zich. „Eene H. Mis voor een ziel in het va ge vuur dot herhalende, wierp zich dc bouwmeester op zijn bed, brak in tranen uit, en riep wanhopig uit„Een H. Mis voor eene ziel in 5t vagevuur! Maar voor mij geen MisGeen gebedNiets, niets, kan mij redden! Ik ben vervloekt, ver vloekt voor eeuwig! Ik heb mijn ziel vrij willig aan den Sa.tan verkocht." In. dezen staat van wanhoop vond zijn pleegmoeder hem, toen zij uit de kerk kwam. Zij vroeg hem wat hem deerde, maar hij gaf geen antwoord. Eindelijk op haar smeekeo kon hij haar niet weerstaan en vertelde haar wat hij beloofd had te doen. De goede, oude vrouw stond als aan den grond genageld. Zijn ziel aan den duivel verkoop enHoe lean zoo iets be staanHerinnerde hij zich dan de gebe den zijner jeugd niet, die zij hem geleerd had Zijn eerste II. CommunieZijn ge heel godsdienstig leven Hij moest direct gaan biechten. Dc bouwmeester ateun.de. Dan ging voorbij zijn geest het -schoon© plan van de won- deawolle kathedraal, dan weer de wanho pige gedachte aan zijn eeuwige vervloe- ïeiing, zoodat hij rilde van .angst op zijn bed. De pleegmoeder, ten einde raad, be sloot zijn biechtvader, te gaan a*aadp!egen. Zij vertelde hein de zaak. De priester peinsde. „Een kathedraal, die van Keulen do wonderstad zou maken, van Duitschland en Fraaokrijk I" „Maar Eerwaarde „Een Kathedraal, waar men v.an alle oorden uit ter bezichtiging zou komen!" Na lang overwogen te hebben, zei de priester „Goede vrouw, zie hier een zilveren reiikwiebast-, waarin een relikwie der Elf duizend maagden, geef die aan uwen heer, dat hij ze miedeaiemen ais hij naar de af spraak gaat. Laat hem trachten, Satan 't plan afhandig te maken, alvorens iets te ondernemen en dan den Satan deze reli kwie voorhouden". Het wae 'savonds elf uur, toen de bouw meester zijne woning verliet, zijn pleeg moeder bleef biddende thuis, en hij zelf had ook een gedeelte van den avond in gebed doorgebracht. De bouwmeester hield de relikwie, die hem als redmiddel moest dienen onder zijn -mantel verborgen. Hij vond den duivel in zijn ware gedaante (dus niet vermomd) o-p de afgesproken plaats. De duivel sprak tot den van angst bovenden bouwmeester„Treed nader en vrees niets. (De bouwmeester Kathedraal en hoer dc overeenkomst die gij teskeucn moot." De bouwmeester 'besefte, dat nam jdib oogenblik zijn heil afhing. Hij deed een inwendig gebed en beval zijn ziel Gode aan nam toen me': do eene hand he:: plan, terwijl hij in de andere de relikwie hield; „In naam des Vaders, des Zoons en des H. Geest-es 1" riep hij uit en door do kracht dezer heilige relikwie, Satan ver trek!!!*' Alzoo sprekende, maakte hij vele H. Krui steeken s. Do Salain was èeii o'ógenblak verstomd, eindelijk sprak hij: „Een priester 1 Leeft u raad gegeven...." Satan overwoog een oogenblik of hij ook door geweld' weer meester van het pla.n kon worden, maar dc bouwmeester hield de relikwie als een kostbaar schild voor zich uit. „Ik ben overwonnen," riep Satan uit, „maaa* dk zal mij wreken, ondanks uwe priesters en relieken. Deze kerk, die gij mij ontstolen hebt, zal nooit, neen nooit, opgemerkt kunnen worden, en wat u be treft, uw naam zal onherroepelijk verloren ■gaan. Gij zult niet vervloekt zijn, Kculsche Kathedraalbouwe:r,. maar gij zult vergoten en onbekend! zijn 1" Met deze woorden verdween Satan. Deze laatste woorden hadden een zon derlingen indruk op den bo-uwm'cester ge maakt. Vengeiten en onbekend zijn!! Hij ging naar buis, maar ondanks het bezit van het plan, w.as hij treurig gestemd. Den volgenden morgen 'liet hij een H. Mis lezen -udt dankbaarheid, dat God zijn ziel gened had'. Weldra begon men ite bou wen. Toen de bouwmeester langzamerhand de schooflic kerk zag verrijzen, dacht hij reeds, dat de bedreigingen des duivels ijdel zouden zijn en nam zich voor zijn naam op een plaats in 't portiek te beite len. IJdele hoopWekhia kreeg de bis schop ongenoegen met de burgers der stad Keulen, en het werk werd stop ge zet. De bouwmeester stierf zeer onver wachts en de omstandigheden deden ver moeden, dat die "duivel zijn dood veroor zaakt had. Werkelijk bleef heb werk eeuwen onafgewerkt, en slechts iai den tegenwoondigen tijd heeft men ea* vam ge maakt wat zij nu is, maar is zij af, volgens het plan??? De naam van den ooTsprocoke- Jijken bouwmeester is nooit, hoe men ook zocht, gevonden, de vervloeking van Satan is uitgekomen. Men is begonnen te bouwen in 't jaar 124S en in 1499 werd het. werk* voor goed ■tot op onzen tijd. ALLLEREi. NUTTIGE WENKEN. öm inkt- en andere filesehjes voor om vatten te bewaren, neemt men een stukje kar ton waarin uien met drie smeden een ster snijdt, iets grooter dan de bodem van 'f flesch- je. Vouw de punten naar Hxwem en plaats het fleschjo in dc opening waardoor 'het een stevig voetstuk krijgt. Om hel zoo lastige aisprmgien van de knoopen waaraan do broekdrager wordt vast gemaakt to «voorkomen, naait men aan de broek eerst stevige stukken elastiek rvaarop de knoopen waren vastgemaakt. Vooral bij bezig heden waarbij mem moet bukken of rekken is dit (een probaat middel. Een uitstekend middel cm een hangslot aan een buitendeur voor de inwerking vaai re gen, enz. te beveiligen is een stukje 'leer dat men aan oen latje erboven vastspijkert. Een openingetje -onderaan, waardoor een in de dein* bevestigde schroefoog heen gaat, houdt he«t 'lapje leer met oen houten pen op zijn plaats. Koffie-, thee- en cacao vlekken, kao men verwijderen door in zout water te wasschen. Inwrijven met glycerine cn uitwasschen met lauw water is ook -een goed middel. Om het branden vaoi vet te voorkomen is heb voldoende om er 'n stukje droog brood in te leggen. laat een vlek in. het goed niet drogen maar giet zoo mogelijk direct kokend water door heft good. Bit voorkomt meestall geheel hot achterblijven van de vlek. Saneer uw echoenzolen -geregeld met lijnolie in. Dc lijnolie maakt bet leer duur zaam doordat het vocht ndet meer kan bin nendringen. Nieuwe, zolen smeert anen mot een k\v<antje ceeiige malen in alvorens de sehoenen te gaan dragen; van oude schoenen verwijdert men voor het invetten eerst het vi.il Bevroren visch moet men niet dadelijk koken; men logt ze eerst «enigen tijd dn koud water om to ontdooien. Jeuk en pijn aan winterhanden of win tervoeten wordt onmiddellijk genezen door hdt sap van een appel en zout. Men neemt een soliijfje appel, doopt het in wat zout en wrijft er zacht de aangetaste plaatsen mede. Na tuurlijk moet 'hot een sappige appel zijn. Do pit van een petroleumlamp of van een petroleuhWii moet nimmer afgeknipt worden. Mei een doek wrijft ruen hel verkoolde gc- ded'te weg, van uit het midden naar dc pun ten en alleen als daarna nog een stuk katoen uitvloekt, mag dit met een schaar worden bij- gMknipL Met een horloge kan imen zoo nooclig dc vier windstreken vindien. Daarvoor richt men den kleinen wijzer naar de zon cn logt daarna een draad of grassprietje midden over het horloge, precies tusscben bet cijfer 12 ©n don kleinen wijzer door. De einden daarvan wijzen noord en zuid aan. Schoenen die oen weinig te groot zijn maakt men passend door er van, achteren niet seccot'iné een stuk velvet of andere stof in vast te plukken, waarbij men er voor moet zorgen, dait geen rimpels in het goed achterblijven, an ders loopt men den voet door. Om hout de Odeur va/n eiken te .geven neemt men een blikken trommel waarin men het voorwerp zoodanig hangt, dat hot aan alle zijden kan worden bereikt door den damp van ammonia liquida (vliegende geest), waarvan men een lepelvol op een schoteltje of in een potje in de Ircrmne! mode insluit. Als men nu de naden van de trommel nog'goed -luchtdicht afsluit, door ze met papier lo beplakken, neemt hel hout de kleur van eikenhout aan en wel dieper èaar gelang het proces langer duurt. Het getemde dier in den loop der eeuwen. S) Bijna alle volkeren, die hieraan gelooven, beschouwen b.v. d© slang als e«cn dier, waarin 'de zielen bij voorkeur wonen. De Lidiaan ver moedt en gelooft hetzelfde ook van den raaf, den bever en andere dieren. Iedere volksstam houdt er op dit punt eene bijzondere meening op na In één opzicht zijn de oude Egyptenaren echter de andere natuurvolkeren vooruitge gaan. Dc wilde Indiaan of Boscbjesman bepaalt os zldh toe, voor zuük een „heilig" dier schuw uit den weg te gaan en voedsel onaangeroerd te laten, als bij gelooft, dat do geest, die in éfcat dier woont, hem hiervoor eenmaal dank baar zijn zal. De oude Egyptenaar ging een elap verder. Als hij uit de oude overleve ring wist, dat een geest, tot- welken hij op «ene of andere wijze in betrekking etond, zich in het lijf van een krokodil behagelijk in den «troora weneehte te verfrisschen of zich in dc aon wenschte to koesteren, dan deed hij al het mogelijke öm hem daartoe in de gelegenheid te stellen; hij verpleegd© een uitgezocht exem plaar van deze diersoort op de zorgvuldigste yrijze, zonder van hei dier zelf den geringsten wederdienst te verwachten; het was hem ge- nor-ir. dat hel dier in zijne n&hbb. id was. en "r 'aet, oen' hij aan bet dier deed, verwacht te hij vergekliug van den geest, of liever van de Godheid. Door eene dergelijke verpleging van wilde dieren zijn gehcele groepen van huisdieren ontstaan, op wier karakter deze verplegingswijze niet altijd zonder invloed ge bleven ia. De Egyptenaren hebben dit op zeer uiteen- loopende wijzen gedaan; al naar den aard van de diersoort heeft hun invloed zich echter nu eens alleen lot het individu uitgestrekt, dan weer bijzondere klassen van „huisdieren" doen ontstaan. Een kleine volksstam in Fayum ver pleegde op deze wijze den krokodil, zoodat men de godheid in deze streek naar dit dier, Sebek noemde. De individuen werden tam genoeg, dodb, ook al zou dlaze wijze van ver zorging oorzaak geweest zijn, dat de nakome lingen van dit lieftallige, dier zachtere eigen schappen kregen, dan nog had dit voor den mensch niet van nut kunnen zijn. In gunsti ger gevallen kon dit echter verstrekkende ge volgen hebben. Do oude Egyptenaren verzorg den den hond eerst alleen uil een godsdien stig oogpunt. Terwijl namelijk alle andere hondensoorten, die voor practische doeleinden gefokt werden, eerst later op de gedeukt c-ek en en v orkomon, wordt de „voshond" reeds in de vroegst tijden van hel oude .ijk op de ge den k- teekenen van alle perioden aangetroffen. Mei zijn spitsen snuit, spitse ooren, ruigen staart en roodgele pels is hij nauwelijks van een vos ie onderscheiden en zijn kop lijkt wel op dio van den jakhals. Op geen enkele afbeelding ziel men hein als helper op de jacht, dcch wel •als begeleider van den mensch; kenmerkend voor zijne positie is echter dc omstandigheid, dat men juist van deze hondensoort mummies in de oude begraafplaatsen vindt. In het ge bied der godheid Anubïs gold' hij voor een fetisch dier. De half verwilderde honden, die nog heden over de markpleinen der Egypti sche steden, vooral van Kano, ronddwalen, stammen van deze hondensoort af. 0.:h zij doen geen praktisch nut en zijn als echte na komelingen van een vertroeteld ras te lui voor een of ander werk. In een later tijdperk vin- "den we den hond ook in Pcrzië, Iran en Voor- Azië als huisdier gehouden, mol hetzelfde doel. De oude Pcmaiër kon slechts rustig sterven, cis men een levenden houd in zijne nabijheid hield, want dan was hij zeker, dal de hem goedgezinde geest, die in het dier woonde, zijne ziel tegen de boozc geesten zou be schermen. Dc macht van don geest locn.de zich hierin, dal Uii.i. evenals -het vuur, dc kudden beschermde. De hond moest daarom evenals het vuur, door een volk, da» geheel van deze kudden moest leven, wel beschouwd worden als een wezen, dat zijnu wereld in stand biJd. „Boor zijn versland bestaat dc wereld". (Venidad XIII.) In do heilige boeken der oude Perzen wordt de hond dan ook steeds in de zorgen der bku>- schen aanbevolen. Het werd ala groot kwaad Voor Bij oi Fran* Het Geil Dit MM )oor de biss H» Vliegen zijn, zooafe men weet, zeer delijko insecten doordal zij de ziekte-) beHpen verspreiden en ihet is dus aoodó zoovéél mogelijk uit te roeden. Proeven t ben geleerd, dat gewone borax herhaal^ op dé broedplaatsen (vmJu'isbaki'en, vuij, hoopen, enz.) gestrooid ©en uitsteAand is om ze te verdelgen. Uitvinders. Elk journalist van ©enig© ervaring, den man, die op zekeren dag een redad wil spreken. Hij kijkt zorgvuldig of deur dicht js, spreekt half-Üuisterend komt dan met de wereldschokkende rt De ABO deeling, dat'hij een uitvinding heeft daan. Meestal wil hij niet vertellen, waar*< het gaan maar bepaalt hij zich tot de klaring, dat zijn idee een totale omw« ling zal brengen in een of ander bedrijf. Soms wordt hij iets vertrouwelijker, zegt dat het een totaal nieuw model of koffiemolen betreft, maar verder het nooit. Hij wil alleen maar weten, op welke de zaak nu verder moet worden aangepi Maar onze sporadische ervaringen zijn vergeleken, bij wat het Brit-sche bui voor oorlogsuitvindingen ondervond. Een oud-ambtenaar van dat bureau telde daarvan een en ander aan Morn Post. Zoo was er een man, die iets had vonden, waarmee hij, naar hij beweerdek wolken kon laten bevriezen, waarop |jï*ssis*8ru kanonnen konden worden opgesteld om «an de Zeppelins on vliegtuigen te schieten. Eiz werd zachtkens uit het bureau v wijderd. En toch: wie' weet, hoe vaak het ot spronlcelijke denkbeeld van oen nieuwe \i Ortk®; ding^ van een eenvoudig man afkomstig riiobus We zeggen: man, want volgens het i oor vijf tuigenis van alle patent-bureaux do X, cos1' vrouwen bijna nooit uitvindingen, zelfs ui op hun eigen gebied van bijv. naaimac! Br nes. woinde In het zoeken van nieuwe wegen i6 j man nu eenmaal de man. Ctr. ei^ ve Een „jachtvarken". In Pemisyivaaiië weaxl dezea* dagen he g g. zeldzame verschijnsel waargenomen, di eji,j di een varken deeluitmaakte van een kot n, pel jachthonden. In zijn jeugd leidde zij weg zeer toevallig door een kennel - y, me€- gebeurde lic>t, dat een vam de houden sic heit lot vaai heit toenmaals niet zeer groot jjft Vi biggetje aantrok en ihet opvoedde. D n jager, op zekeren morgen zijn hoeden tel J jjv, lende, bemerkte tot ziin verba-zin«sfca/t d >r(p e -troep bestond -uit vijftien koppels en mi ;a,aj varkentje, dat zich ze-er enthousiast be eeT toonde voor het werk dat ea* te doen was Of-schoon men het dier herhaalde]ij! terugriep en naaa* huis -stuurde, bleef hei rpe m op zijn stuk staan en wilde dedcren dag dat er jacht weid gehouden met zijn kon orcjor denvriend mede. Ten slotte stemde di ^6ÏV j'ager ea* chain eindelijk 'in -toe en het resvd eej^ taat is geweest, dot het dier tot een hruikbai jac-hthouid opgroeide. Edii Amerikaansch Een geduldwerkje. Prof. Székely te Boedapest heeft •iets ar ontdekt, dat atïle fabrikanten van haarwa- mig tentjes boit den bedelstaf zal brengen. heeft de marnier ontdekt, om het haar ovei ih le planten. Met een kleine naald en een eM gouden ringetje bevestigt hij in den h-oofö- huid van den patic-nt één voor één de ha ren, die men wenscht 'te krijgen, met een gemiddelde beplanting van 200 haren, pet c.Ms. In één uur kaai men 400 a 500 haren or planiton. En eon absolute kaalheid is met «1 50.000 hanen geheel verholpen. Voor de gc- heele operatie as één gram goud -nooclig. lardï Bleoh Hi mdw Burgerlijke Stand. NIEUWKOOP. Geboren: Thcodorus Leon ar dus z. W. van. Koert en E. van Dam. Ondertrouwd: A. van WiCri 71 j., wedr. van C.-van de Velde en E. Blo-m 6S jr., wede van J. v. d. Z'wan. G e t r ,o u tv d: L. Ros (.boom 23 j, Edie en L. -van. PoeligcestJ 19 j. ZOETERWOUDS. Geboren: Willi erin us Matlthcus, z. van C. lOoijcml.ijk en 01. van Seggeleu. Catlha' Maria., d. van J. Vancman en,C. Sc-liakobos. Johannes Tbcodo-rus, z. van P. van Be-mTnelca en A. M. "WesseTnian. Elisabeth Ohrlstina, d. van P. -L. Onderwater cn M. van Haimi Reioiardina Corn'elia, d. van H. J. van Mil cn C. van der Kolk. Juliana Maria, d. van J.- A mm ei'la an ,en M. O vond cv es'. 'Getrouwd: J. D. van d;er L*»o 30 j. ca C. HuMics 30 j. Over-léden: Seeka de Roode 17 j. beschouwd sommige hondensoorten to slaan; de hond thuis slecht te voeden, bracht ongeluk en ziekte -aan, vreemden bonden voedsel te geven was een verdienstelijk werk. Pasgeboren honden moesten' goed verpleegd cn tweo we ken lang legen hitte en kou beschermd worden; het meisje, dat hen dan verder verzorgen zou, verwierf zich evenveel verdiensten, als wan neer zij liet heilige vuur had bewaakt. Dc Arabieren, die later ov r Egypte en Perzio heerschten, hebheü waarschijnlijk van de Per zen of de Noordelijke nomadenstammen een restje van dit geloof overgenomen. Niemand weet precies, waartoe iu hot Oosten de troe pen van half rilde bonden dienen, maar ieder zag er iets hc-iligs" in en men beschouwt het als iets V'.rdienstelijks de lastige dieven goed op to passen. Het is dan ook natuurlijk, dat men hier hel vleeseh van den lkmd niet als voedsel gebruikt. Dit voorrecht strekte zicli ook uit tot dc honden, die men niet uit een gods- diensig oogpunt, maar met een practise! doel aan het huis bad gewend. Tot dc houden, die voor de jacht gebruikt werden, behoorde ook do liyenahond, die nog beden oyer geheel Zuid-Afrika verspreid is. Reeds in de oudste tijden werd hij getemd en had men liet zóó ver gebracht, dat hij zich in gefvttügen<scl»ap vermenigvuldigde en dus een wezenlijk huisdier werd. In don tijd van hel zoogenaamde Midden-rijk verdwijnt hij echter reeds *.uii de gedenkteckeacn, hij is dus ófwel geheel door andere soorten verdrongen, ófwel door kruising zoodanig veranderd, dat in het kruisingsproduct het wilde dier niet meer herkennen kunnen. Geen enkel dier is zoo vroegtijdig en zoo algemeen tam gemaakt als de hond, cn enkel dier met zulke verschill nde bedoelingen. Naast den hond ontmoetten we ook reeds het varken, dat twee dingen met den hond ge meen heeft, n.l. hel gebruikt ook alle «oorlen van voedsel en vermenigvuldigt zich ook sterk. Toch heeft men slechts op enkele plaatsen poogd dit dier te temmen en te fokken, zoo dat het zelfs nu nog zeer moeilijk is een juist beeld van zijn verspreiding te krijgen. Amerika kunnen' we reeds dadelijk buiten bnachouwing laten: het roode ras is met het tam maken der dieren niet verder gegaan dan tol den hond: dc jacht leverde bier wel hot noodigc vleesch. Ook Afrika heeft van de goede eigenschap pen van het varken geen partij getrokkenop enkele uitzonderingen na zijn de inheemsche soorten ook voor de zwarte bevolking jacht wild gekloven. Het eersto spoor van varkenstent vinden wo op Polynesië. Meer naar het Noordwesten, op de Ladronen, trof de ontdekkingsroizigor By ron wilde varkens van dezelfde soort aan wel in zóó groolen getale, dat hij zc levend kon laten vangen en naar zijn scltip brengen. 'Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1921 | | pagina 10