Sociale Berichten.
Uit de kleediug-industrie.
Een voorstel om bet con
tract met een maand
te verlengen.
Het landelijk contract lusscbcn de werk
gevers- en de werknemersbonden in de
kleedingindustrie loopt 15 Februari a.s. af.
In verband hiermede vernemen we, dat
do gezamenlijke werknemersbonden Zater
dag een schrijven hebben gezonden aan den
wcrkgeversbond^. waarbij zij voorstellen het
contract voorloopig met één maand te ver
lengen, om gelegenheid te hebben over het
nieuwe contract rustig te confereeren.
Land- en Tuinbouw.
Vee voor Frankrijk.
Dg tbr.-gen. van den landbouw brengt ter
kennis dat ten aanzien van in Frankrijk inge
voerde •nmd'eren aldaar de Volgende voor-
sdhrifUcn "worden toegepast:
Runderen moeten aan de luberculineproef
■worden ondierworpen op de plaats van .beslem
ming binnen 6 mean dén na invoer in Fran
krijk. Zij worden voor dat doel bij invoer ran
een merk voorzien, terwijl aan den veeartse-
nijkundigon dienst van bet departement van
bestemming kennis gegeven avordt van .de in
voer.
Indien de dieren positief op de faibercuKne-
proef reageeren of, indien zij na bet slachten
tuberculeus worden bevonden, Fan voor de in
gevoerde dieren geen scha dier.-cr go cd-ing wor
den geëisebt, zooals zulks voor binnenlandscb
vee bet geval is.
Bij invoer worden de dieren aan: do grenzen
aan «en onderzoek onderworpen en. moet uit
dien hoofde voor ieder rund boven één jaar
frs. 5, voor ieder haif frs. 3, en .Voor ieder
6cbaap en iedere geit een bake franc worden
betaald.
RECHTSZAKEN.
De vergiftigingszaak te Lisse.
Maandag 21 Februari zial voor de H-aar-
leuiscbe Redhtibanik behandeld worden de zaak
betreffende de vergiftiging «aan dan -15-jarigen
stoker J. L. v. d. B. te Lisse, wien in Septem
ber 1920 door zijn vrouw met behulp van oen
commensaal C. v. d. L. vergif moet zijn toe
gediend.
Naar verluidt heeft de vrouw bekend, C. V.
id. L. echter niet.
Een Legende betreffende de
Kathedraal van Keulen.
De aartsbisschop Coaiiraajd vam Hoch-
etedbe-n, een kathedraal willende bouwen,
die alle kenken van Duits chlamd in do
echaduw zou stéllen, vroeg daarvoor een
plan aan de beroemdste bouwkundigen
,yan Keulen.
De naam van den uit verkoren bouw
meester is verloren gegaan, men zal ver
nemen waarom. Bedoelde architect wan
delde lange den Kijn, droomende over het
plan, en kwam al wandelende steeds op
ide plaats, die men' de poomt der Franken
noemde, en waar zich nog ten huidige da
ge eenige brokstukken van beelden be
vinden.
Daar -nam hij plaa.ts. In de hand hield
hij een stokje en teekende in het zand al
lerlei kerkplannen, veegde ze uit, en begon
Rjun nieuwe. De zon begon onder te gaan,
baar laatste stralen deden de golven van
den Bijn glinsteren. „Aha!" riep do bouw
meester uit, „een Kathedraal te kunnen
.bouwen, waarvan de trotsche toreais nog
in 't zonlicht zouden baden als alles in
de stad reeds in duister gehuld is. Owat
zou dat schoon zijn. Ote schoon om
aan te deenken, en weder verdiepte hij
each met in 't zand te teekenen. Niet ver
van hem zat een nietig, oud mannetje, dio
hem met aandacht gadesloeg. Op een ge
geven oogenblik meende de bouwmeester
dat hij 't plan gevonden had, wat hij
zocht, en riep uit„Ja, dat is het. 1"
„Ja, dat is het!" riep het oude mannetje,
_ja, ja, 't is de Kathedraal van Straats
burg 1" En 't mannetje had gelijk, waar
de bouwmeester meende iets nieuws ge-
teekend te hebben, had hij slechts het
zoo goed door hem gekende plan van
Btraaisburg gevolgd en niets nieuws.
Hij veegde daarom dit plan spoedig uit
en begon andere te .te-ekem.cn. Telkens als
hij weder een plan naar zijn genoegen ge-
teekend had en geloofde, dat het een
nieuw ontwerp was, riep liet mannetje al
«po-ttend uit: Amiens, of wel den een of
anderen naam van een stad, beroemd door
hare Kathedraal en telkens moest de
bouwmeester erkennen dat hij slechts een
copie geteekend had. De bouwmeester, het
spotten van het oude mannetje moede,
riep uit: „Wat blmeester, gij kunt
mij vrij bespotten, maai* ik wil u wel eens
aan 't weak zien!"
De grijsaard antwoordde niets, maar
ging door met spotten. Dit nu maakte de
bouwmeestea* hoogst krelig en zeide nu:
„Vooruit, probeer eens," meteen, stopte hij
hem een stokje dn de hand. Het maimetje
zag hem op vreemdsoontigo wijze aan,
nam 't stokje en teekende op kunstige wij
ze eenige lijnen dn heb zand, die den
bouwmeester kreten van bewondering ont
lokten, en ten slotte zeide: „Nu zie ik het.
Gij kent ons vak, onze kunstZijt gij uit
Keulen
„Neen," antwoordde de oude kortaf en
gaf het. stokje terug.
De bouwmeester vroeg: „Waarom gaat
gij niet door met teekenen ik verzoek het
u, ga voort."
„Neen, gij zoudt mij mijn plan afhan
dig maken, en dan was do roem voor u,
nietwaar
„Hoor mij aan, vader, wij zijn alleen,
(werkelijk was de Rijnover wegens 't late
uur verlaten), dik. ge<ef je 'tien gouden du
katen, als gij dit plan verder af wilt ma
ken
De oude riep: „Wat? Tien gouden du-
catenaan mij En dit zeggende, nam
het mannetje een beurs onder zijn man
tel weg, wierp die in de hoogte en toen
die neerviel, klonk 't goud, waarmee zo
gevuld was.
De bouwmeester ging eenige passen te
rug, en riep woest uit„Maak afMaak
afOf gij moet sterven."
„Ge wilt geweld gebruikenen dat te
gen mij 1" En de oude ontdeed zich van
zijn .tegenstander met een ongelooflijke
kracht en lenigheid, greep hem op zijn
beurt aan, wierp hem aan zijne voeten,
trok zijn dolk en sprak tegen den bouw
meester: „Wel, nu gij weet dat noch
goud, noch geweld, iets tegen mij vermo
gen, zeg ik u, dat gij het door mij ont
worpen plan kumt bekomen, en do eer als
ontwerper oogsten kunt."
„En op welke- wijze?" riep de bouw
meester uit.
„Verpandt mij uw© ziel voor de eeuwig-
beid
De bouwmeester slankte een kreet,
maakte vlug het H. Kruisteeken. De dui
vel (dit was de oude man) verdween di
rect.
Toen de bouwmeester tob ziehzelven
kwam, lag hij uitgestrekt, op den grond.
Hij stond op, ging naar huis, waar zijn
pleegmoeder, een oude vn*>uw, hem vroeg,
waarom hij zoo 'laat thuis kwam. Maar de
bouwmeester sloeg geen acht op haar. Zij
diende hem zijn avondmaal op, maar de
bouwmeester at niet, en ging naar bed.
Zijn droomen warm vervuld met verschij
ningen, telkens verscheen hem die oude
man, met zijn plan vol mooie lijnen, zoo
als hij ze in het zaad begonnen was to
.teekenen. Deze kathedraal, die allo ande
re meesterstukken op dit gebied moest
overtreffen bestond als teekening op het
papier, hij hield zich daarvan overtuigd.
Den volgenden dag begon hij toreais,
gewelven en portieken te teekenen. Niets,
niets, kon hem behagen. Hot plan van
den ouden man alleen, dat wond cal ij ke
plan, ziedaar ;t eenige dat naar zijn ge
noegen was. Hij ging naar de H.H. Apca-
•telenkerk en trachtte te bidden. Nutte loo-
ze pogingDeze kerk a's klein, laag en
beknopt. Wat zou ze zijn ais eens de ge
heimzinnige kerk van den ouden man daar
stond? f
Des avonds, ondanks zich zelfs, was hij
weder aan de boordcai van den Bijn.
Zelfde stilte en eenzaamheid heerscate er
als den vorigen avond. Hij ging tot aan
de-poort der Franken. Do oude man stond
daar, hij hield een stokje in de hand en
scheen achteloos op den muur te teeke
nen. Iedere lijn die hij trok was als vuur,
en deze lijnen 'kronkelden als vurige slan
gen door elkaar, maar 't geheel vormde
toch steeds torens, gothicke zuilen en por
tieken, maar verdwenen dan na een kort
stondige schittering in de duisternis. Som
tijds was het of deze lijnen een mooi ge
heel gingen vormen, en dacht de bouw
meester -het geheimzinnige plan voltooid
te aanschouwenmaar dan eensklaps lie
pen alle lijnen als woeste vuurstrepen
door elkander en niets was herkenbaar.
„Welnu? Wilt gij mijn plan?" vroeg de
oude man.
De bouwmeester zuchtte diep, maar
zweeg.
„Wilt gij het? Spreek!'' En deze woov-
deai zeggende, teekende hij een prachtig
portiek op den muur, die hij direct weer
bot verdwijnen.
„Ik zal doen, wat gij wilt", zeide de
bouwmeester buiten zich zei ven.
„Nu dan, tot morgen, te middernacht
Den volgenden morgen ontwaakte dc
Iborawmeestetr veiihejugdi, zijn jgeeet was
levendig en opgewekt. Hij had abes ver
geten, behalve dat hij etndtelijk bezitter
zou zijn van het wonderlijke kemkplam,
dat hij zoo benijd had. Hij plaatste zich
voor hot venster, het was verrukkelijk
weer, de Rijn stroomde boogsgewijze om
de stad en de wallen spiegelden zich af
in den door de zon beschenen stroom.
„Nu", zoo sprak de 'bouwmeester in zich
zeèven, „waar zal ik de kathedraal bou
wen? Welke geschikte plaaits biedt Keu
len aan?" en met zijn oogen zocht hij een
plaaits.
Zoo mot zijn vreugdevolle en trotse he
gedachten bezig zijnde, zag hij zijne pleeg
moeder aaaikomen, gereed om uit te gaan
en geheel in diepen rouw gekleed.
„Waar gaat gij heen, mijne liefste Zoo
geheel in de rouw
„Ik ga naar dc H.H. Apostelenkenk eeaie
H. Mis bijwonen .ter verlossing eener ziel
uit het vagevuur," en dit zeggende verwij
dende zij zich.
„Eene H. Mis voor een ziel in het va
ge vuur dot herhalende, wierp zich dc
bouwmeester op zijn bed, brak in tranen
uit, en riep wanhopig uit„Een H. Mis
voor eene ziel in 5t vagevuur! Maar voor
mij geen MisGeen gebedNiets, niets,
kan mij redden! Ik ben vervloekt, ver
vloekt voor eeuwig! Ik heb mijn ziel vrij
willig aan den Sa.tan verkocht."
In. dezen staat van wanhoop vond zijn
pleegmoeder hem, toen zij uit de kerk
kwam.
Zij vroeg hem wat hem deerde, maar
hij gaf geen antwoord. Eindelijk op haar
smeekeo kon hij haar niet weerstaan en
vertelde haar wat hij beloofd had te
doen. De goede, oude vrouw stond als
aan den grond genageld. Zijn ziel aan den
duivel verkoop enHoe lean zoo iets be
staanHerinnerde hij zich dan de gebe
den zijner jeugd niet, die zij hem geleerd
had Zijn eerste II. CommunieZijn ge
heel godsdienstig leven
Hij moest direct gaan biechten. Dc
bouwmeester ateun.de. Dan ging voorbij
zijn geest het -schoon© plan van de won-
deawolle kathedraal, dan weer de wanho
pige gedachte aan zijn eeuwige vervloe-
ïeiing, zoodat hij rilde van .angst op zijn
bed. De pleegmoeder, ten einde raad, be
sloot zijn biechtvader, te gaan a*aadp!egen.
Zij vertelde hein de zaak.
De priester peinsde.
„Een kathedraal, die van Keulen do
wonderstad zou maken, van Duitschland
en Fraaokrijk I"
„Maar Eerwaarde
„Een Kathedraal, waar men v.an alle
oorden uit ter bezichtiging zou komen!"
Na lang overwogen te hebben, zei de
priester
„Goede vrouw, zie hier een zilveren
reiikwiebast-, waarin een relikwie der Elf
duizend maagden, geef die aan uwen heer,
dat hij ze miedeaiemen ais hij naar de af
spraak gaat. Laat hem trachten, Satan 't
plan afhandig te maken, alvorens iets te
ondernemen en dan den Satan deze reli
kwie voorhouden".
Het wae 'savonds elf uur, toen de bouw
meester zijne woning verliet, zijn pleeg
moeder bleef biddende thuis, en hij zelf
had ook een gedeelte van den avond in
gebed doorgebracht. De bouwmeester hield
de relikwie, die hem als redmiddel moest
dienen onder zijn -mantel verborgen. Hij
vond den duivel in zijn ware gedaante (dus
niet vermomd) o-p de afgesproken plaats.
De duivel sprak tot den van angst
bovenden bouwmeester„Treed nader en
vrees niets. (De bouwmeester Kathedraal
en hoer dc overeenkomst die gij teskeucn
moot."
De bouwmeester 'besefte, dat nam jdib
oogenblik zijn heil afhing. Hij deed een
inwendig gebed en beval zijn ziel Gode
aan nam toen me': do eene hand he:: plan,
terwijl hij in de andere de relikwie hield;
„In naam des Vaders, des Zoons en des
H. Geest-es 1" riep hij uit en door do
kracht dezer heilige relikwie, Satan ver
trek!!!*' Alzoo sprekende, maakte hij vele
H. Krui steeken s.
Do Salain was èeii o'ógenblak verstomd,
eindelijk sprak hij: „Een priester 1 Leeft u
raad gegeven...."
Satan overwoog een oogenblik of hij ook
door geweld' weer meester van het pla.n
kon worden, maar dc bouwmeester hield
de relikwie als een kostbaar schild voor
zich uit.
„Ik ben overwonnen," riep Satan uit,
„maaa* dk zal mij wreken, ondanks uwe
priesters en relieken. Deze kerk, die gij
mij ontstolen hebt, zal nooit, neen nooit,
opgemerkt kunnen worden, en wat u be
treft, uw naam zal onherroepelijk verloren
■gaan. Gij zult niet vervloekt zijn, Kculsche
Kathedraalbouwe:r,. maar gij zult vergoten
en onbekend! zijn 1"
Met deze woorden verdween Satan.
Deze laatste woorden hadden een zon
derlingen indruk op den bo-uwm'cester ge
maakt. Vengeiten en onbekend zijn!! Hij
ging naar buis, maar ondanks het bezit
van het plan, w.as hij treurig gestemd.
Den volgenden morgen 'liet hij een H.
Mis lezen -udt dankbaarheid, dat God zijn
ziel gened had'. Weldra begon men ite bou
wen. Toen de bouwmeester langzamerhand
de schooflic kerk zag verrijzen, dacht hij
reeds, dat de bedreigingen des duivels
ijdel zouden zijn en nam zich voor zijn
naam op een plaats in 't portiek te beite
len. IJdele hoopWekhia kreeg de bis
schop ongenoegen met de burgers der
stad Keulen, en het werk werd stop ge
zet. De bouwmeester stierf zeer onver
wachts en de omstandigheden deden ver
moeden, dat die "duivel zijn dood veroor
zaakt had. Werkelijk bleef heb werk
eeuwen onafgewerkt, en slechts iai den
tegenwoondigen tijd heeft men ea* vam ge
maakt wat zij nu is, maar is zij af, volgens
het plan??? De naam van den ooTsprocoke-
Jijken bouwmeester is nooit, hoe men ook
zocht, gevonden, de vervloeking van Satan
is uitgekomen.
Men is begonnen te bouwen in 't jaar
124S en in 1499 werd het. werk* voor goed
■tot op onzen tijd.
ALLLEREi.
NUTTIGE WENKEN.
öm inkt- en andere filesehjes voor om
vatten te bewaren, neemt men een stukje kar
ton waarin uien met drie smeden een ster
snijdt, iets grooter dan de bodem van 'f flesch-
je. Vouw de punten naar Hxwem en plaats het
fleschjo in dc opening waardoor 'het een stevig
voetstuk krijgt.
Om hel zoo lastige aisprmgien van de
knoopen waaraan do broekdrager wordt vast
gemaakt to «voorkomen, naait men aan de
broek eerst stevige stukken elastiek rvaarop de
knoopen waren vastgemaakt. Vooral bij bezig
heden waarbij mem moet bukken of rekken is
dit (een probaat middel.
Een uitstekend middel cm een hangslot
aan een buitendeur voor de inwerking vaai re
gen, enz. te beveiligen is een stukje 'leer dat
men aan oen latje erboven vastspijkert. Een
openingetje -onderaan, waardoor een in de
dein* bevestigde schroefoog heen gaat, houdt
he«t 'lapje leer met oen houten pen op zijn
plaats.
Koffie-, thee- en cacao vlekken, kao men
verwijderen door in zout water te wasschen.
Inwrijven met glycerine cn uitwasschen met
lauw water is ook -een goed middel.
Om het branden vaoi vet te voorkomen is
heb voldoende om er 'n stukje droog brood in
te leggen.
laat een vlek in. het goed niet drogen
maar giet zoo mogelijk direct kokend water
door heft good. Bit voorkomt meestall geheel
hot achterblijven van de vlek.
Saneer uw echoenzolen -geregeld met
lijnolie in. Dc lijnolie maakt bet leer duur
zaam doordat het vocht ndet meer kan bin
nendringen. Nieuwe, zolen smeert anen mot
een k\v<antje ceeiige malen in alvorens de
sehoenen te gaan dragen; van oude schoenen
verwijdert men voor het invetten eerst het vi.il
Bevroren visch moet men niet dadelijk
koken; men logt ze eerst «enigen tijd dn koud
water om to ontdooien.
Jeuk en pijn aan winterhanden of win
tervoeten wordt onmiddellijk genezen door hdt
sap van een appel en zout. Men neemt een
soliijfje appel, doopt het in wat zout en wrijft
er zacht de aangetaste plaatsen mede. Na
tuurlijk moet 'hot een sappige appel zijn.
Do pit van een petroleumlamp of van een
petroleuhWii moet nimmer afgeknipt worden.
Mei een doek wrijft ruen hel verkoolde gc-
ded'te weg, van uit het midden naar dc pun
ten en alleen als daarna nog een stuk katoen
uitvloekt, mag dit met een schaar worden bij-
gMknipL
Met een horloge kan imen zoo nooclig dc
vier windstreken vindien. Daarvoor richt men
den kleinen wijzer naar de zon cn logt daarna
een draad of grassprietje midden over het
horloge, precies tusscben bet cijfer 12 ©n don
kleinen wijzer door. De einden daarvan wijzen
noord en zuid aan.
Schoenen die oen weinig te groot zijn
maakt men passend door er van, achteren niet
seccot'iné een stuk velvet of andere stof in vast
te plukken, waarbij men er voor moet zorgen,
dait geen rimpels in het goed achterblijven, an
ders loopt men den voet door.
Om hout de Odeur va/n eiken te .geven
neemt men een blikken trommel waarin men
het voorwerp zoodanig hangt, dat hot aan alle
zijden kan worden bereikt door den damp van
ammonia liquida (vliegende geest), waarvan
men een lepelvol op een schoteltje of in een
potje in de Ircrmne! mode insluit. Als men nu
de naden van de trommel nog'goed -luchtdicht
afsluit, door ze met papier lo beplakken,
neemt hel hout de kleur van eikenhout aan en
wel dieper èaar gelang het proces langer
duurt.
Het getemde dier in den loop
der eeuwen.
S)
Bijna alle volkeren, die hieraan gelooven,
beschouwen b.v. d© slang als e«cn dier, waarin
'de zielen bij voorkeur wonen. De Lidiaan ver
moedt en gelooft hetzelfde ook van den raaf,
den bever en andere dieren. Iedere volksstam
houdt er op dit punt eene bijzondere meening
op na In één opzicht zijn de oude Egyptenaren
echter de andere natuurvolkeren vooruitge
gaan.
Dc wilde Indiaan of Boscbjesman bepaalt
os zldh toe, voor zuük een „heilig" dier schuw
uit den weg te gaan en voedsel onaangeroerd
te laten, als bij gelooft, dat do geest, die in
éfcat dier woont, hem hiervoor eenmaal dank
baar zijn zal. De oude Egyptenaar ging een
elap verder. Als hij uit de oude overleve
ring wist, dat een geest, tot- welken hij op
«ene of andere wijze in betrekking etond, zich
in het lijf van een krokodil behagelijk in den
«troora weneehte te verfrisschen of zich in dc
aon wenschte to koesteren, dan deed hij al het
mogelijke öm hem daartoe in de gelegenheid
te stellen; hij verpleegd© een uitgezocht exem
plaar van deze diersoort op de zorgvuldigste
yrijze, zonder van hei dier zelf den geringsten
wederdienst te verwachten; het was hem ge-
nor-ir. dat hel dier in zijne n&hbb. id was. en
"r 'aet, oen' hij aan bet dier deed, verwacht
te hij vergekliug van den geest, of liever van
de Godheid. Door eene dergelijke verpleging
van wilde dieren zijn gehcele groepen van
huisdieren ontstaan, op wier karakter deze
verplegingswijze niet altijd zonder invloed ge
bleven ia.
De Egyptenaren hebben dit op zeer uiteen-
loopende wijzen gedaan; al naar den aard van
de diersoort heeft hun invloed zich echter nu
eens alleen lot het individu uitgestrekt, dan
weer bijzondere klassen van „huisdieren" doen
ontstaan. Een kleine volksstam in Fayum ver
pleegde op deze wijze den krokodil, zoodat
men de godheid in deze streek naar dit dier,
Sebek noemde. De individuen werden tam
genoeg, dodb, ook al zou dlaze wijze van ver
zorging oorzaak geweest zijn, dat de nakome
lingen van dit lieftallige, dier zachtere eigen
schappen kregen, dan nog had dit voor den
mensch niet van nut kunnen zijn. In gunsti
ger gevallen kon dit echter verstrekkende ge
volgen hebben. Do oude Egyptenaren verzorg
den den hond eerst alleen uil een godsdien
stig oogpunt. Terwijl namelijk alle andere
hondensoorten, die voor practische doeleinden
gefokt werden, eerst later op de gedeukt c-ek en en
v orkomon, wordt de „voshond" reeds in de
vroegst tijden van hel oude .ijk op de ge den k-
teekenen van alle perioden aangetroffen. Mei
zijn spitsen snuit, spitse ooren, ruigen staart
en roodgele pels is hij nauwelijks van een vos
ie onderscheiden en zijn kop lijkt wel op dio
van den jakhals. Op geen enkele afbeelding
ziel men hein als helper op de jacht, dcch wel
•als begeleider van den mensch; kenmerkend
voor zijne positie is echter dc omstandigheid,
dat men juist van deze hondensoort mummies
in de oude begraafplaatsen vindt. In het ge
bied der godheid Anubïs gold' hij voor een
fetisch dier. De half verwilderde honden, die
nog heden over de markpleinen der Egypti
sche steden, vooral van Kano, ronddwalen,
stammen van deze hondensoort af. 0.:h zij
doen geen praktisch nut en zijn als echte na
komelingen van een vertroeteld ras te lui voor
een of ander werk. In een later tijdperk vin-
"den we den hond ook in Pcrzië, Iran en Voor-
Azië als huisdier gehouden, mol hetzelfde doel.
De oude Pcmaiër kon slechts rustig sterven, cis
men een levenden houd in zijne nabijheid
hield, want dan was hij zeker, dal de hem
goedgezinde geest, die in het dier woonde,
zijne ziel tegen de boozc geesten zou be
schermen. Dc macht van don geest locn.de zich
hierin, dal Uii.i. evenals -het vuur, dc kudden
beschermde. De hond moest daarom evenals
het vuur, door een volk, da» geheel van deze
kudden moest leven, wel beschouwd worden
als een wezen, dat zijnu wereld in stand
biJd. „Boor zijn versland bestaat dc wereld".
(Venidad XIII.)
In do heilige boeken der oude Perzen wordt
de hond dan ook steeds in de zorgen der bku>-
schen aanbevolen. Het werd ala groot kwaad
Voor
Bij oi
Fran*
Het Geil
Dit MM
)oor de
biss
H»
Vliegen zijn, zooafe men weet, zeer
delijko insecten doordal zij de ziekte-)
beHpen verspreiden en ihet is dus aoodó
zoovéél mogelijk uit te roeden. Proeven t
ben geleerd, dat gewone borax herhaal^
op dé broedplaatsen (vmJu'isbaki'en, vuij,
hoopen, enz.) gestrooid ©en uitsteAand
is om ze te verdelgen.
Uitvinders.
Elk journalist van ©enig© ervaring,
den man, die op zekeren dag een redad
wil spreken. Hij kijkt zorgvuldig of
deur dicht js, spreekt half-Üuisterend
komt dan met de wereldschokkende rt De ABO
deeling, dat'hij een uitvinding heeft
daan.
Meestal wil hij niet vertellen, waar*<
het gaan maar bepaalt hij zich tot de
klaring, dat zijn idee een totale omw«
ling zal brengen in een of ander bedrijf.
Soms wordt hij iets vertrouwelijker,
zegt dat het een totaal nieuw model
of koffiemolen betreft, maar verder
het nooit.
Hij wil alleen maar weten, op welke
de zaak nu verder moet worden aangepi
Maar onze sporadische ervaringen zijn
vergeleken, bij wat het Brit-sche bui
voor oorlogsuitvindingen ondervond.
Een oud-ambtenaar van dat bureau
telde daarvan een en ander aan Morn
Post.
Zoo was er een man, die iets had
vonden, waarmee hij, naar hij beweerdek
wolken kon laten bevriezen, waarop |jï*ssis*8ru
kanonnen konden worden opgesteld om «an de
Zeppelins on vliegtuigen te schieten.
Eiz werd zachtkens uit het bureau v
wijderd.
En toch: wie' weet, hoe vaak het ot
spronlcelijke denkbeeld van oen nieuwe \i Ortk®;
ding^ van een eenvoudig man afkomstig riiobus
We zeggen: man, want volgens het i oor vijf
tuigenis van alle patent-bureaux do X, cos1'
vrouwen bijna nooit uitvindingen, zelfs ui
op hun eigen gebied van bijv. naaimac! Br
nes. woinde
In het zoeken van nieuwe wegen i6 j
man nu eenmaal de man. Ctr. ei^ ve
Een „jachtvarken".
In Pemisyivaaiië weaxl dezea* dagen he g g.
zeldzame verschijnsel waargenomen, di eji,j di
een varken deeluitmaakte van een kot n,
pel jachthonden. In zijn jeugd leidde zij
weg zeer toevallig door een kennel - y, me€-
gebeurde lic>t, dat een vam de houden sic
heit lot vaai heit toenmaals niet zeer groot jjft Vi
biggetje aantrok en ihet opvoedde. D n
jager, op zekeren morgen zijn hoeden tel J jjv,
lende, bemerkte tot ziin verba-zin«sfca/t d >r(p e
-troep bestond -uit vijftien koppels en mi ;a,aj
varkentje, dat zich ze-er enthousiast be eeT
toonde voor het werk dat ea* te doen was
Of-schoon men het dier herhaalde]ij!
terugriep en naaa* huis -stuurde, bleef hei rpe m
op zijn stuk staan en wilde dedcren dag
dat er jacht weid gehouden met zijn kon orcjor
denvriend mede. Ten slotte stemde di ^6ÏV
j'ager ea* chain eindelijk 'in -toe en het resvd eej^
taat is geweest, dot het dier tot een
hruikbai
jac-hthouid opgroeide. Edii
Amerikaansch
Een geduldwerkje.
Prof. Székely te Boedapest heeft •iets ar
ontdekt, dat atïle fabrikanten van haarwa- mig
tentjes boit den bedelstaf zal brengen.
heeft de marnier ontdekt, om het haar ovei ih
le planten. Met een kleine naald en een eM
gouden ringetje bevestigt hij in den h-oofö-
huid van den patic-nt één voor één de ha
ren, die men wenscht 'te krijgen, met een
gemiddelde beplanting van 200 haren, pet
c.Ms. In één uur kaai men 400 a 500 haren or
planiton. En eon absolute kaalheid is met «1
50.000 hanen geheel verholpen. Voor de gc-
heele operatie as één gram goud -nooclig.
lardï
Bleoh
Hi
mdw
Burgerlijke Stand.
NIEUWKOOP.
Geboren: Thcodorus Leon ar dus z.
W. van. Koert en E. van Dam.
Ondertrouwd: A. van WiCri
71 j., wedr. van C.-van de Velde en E. Blo-m
6S jr., wede van J. v. d. Z'wan.
G e t r ,o u tv d: L. Ros (.boom 23 j,
Edie en L. -van. PoeligcestJ 19 j.
ZOETERWOUDS.
Geboren: Willi erin us Matlthcus, z. van C.
lOoijcml.ijk en 01. van Seggeleu. Catlha'
Maria., d. van J. Vancman en,C. Sc-liakobos.
Johannes Tbcodo-rus, z. van P. van Be-mTnelca
en A. M. "WesseTnian. Elisabeth Ohrlstina,
d. van P. -L. Onderwater cn M. van Haimi
Reioiardina Corn'elia, d. van H. J. van Mil
cn C. van der Kolk. Juliana Maria, d. van
J.- A mm ei'la an ,en M. O vond cv es'.
'Getrouwd: J. D. van d;er L*»o 30 j. ca
C. HuMics 30 j.
Over-léden: Seeka de Roode 17 j.
beschouwd sommige hondensoorten to slaan;
de hond thuis slecht te voeden, bracht ongeluk
en ziekte -aan, vreemden bonden voedsel te
geven was een verdienstelijk werk. Pasgeboren
honden moesten' goed verpleegd cn tweo we
ken lang legen hitte en kou beschermd worden;
het meisje, dat hen dan verder verzorgen zou,
verwierf zich evenveel verdiensten, als wan
neer zij liet heilige vuur had bewaakt. Dc
Arabieren, die later ov r Egypte en Perzio
heerschten, hebheü waarschijnlijk van de Per
zen of de Noordelijke nomadenstammen een
restje van dit geloof overgenomen. Niemand
weet precies, waartoe iu hot Oosten de troe
pen van half rilde bonden dienen, maar ieder
zag er iets hc-iligs" in en men beschouwt het
als iets V'.rdienstelijks de lastige dieven goed
op to passen. Het is dan ook natuurlijk, dat
men hier hel vleeseh van den lkmd niet als
voedsel gebruikt. Dit voorrecht strekte zicli ook
uit tot dc honden, die men niet uit een gods-
diensig oogpunt, maar met een practise! doel
aan het huis bad gewend.
Tot dc houden, die voor de jacht gebruikt
werden, behoorde ook do liyenahond, die nog
beden oyer geheel Zuid-Afrika verspreid is.
Reeds in de oudste tijden werd hij getemd en
had men liet zóó ver gebracht, dat hij zich in
gefvttügen<scl»ap vermenigvuldigde en dus een
wezenlijk huisdier werd. In don tijd van hel
zoogenaamde Midden-rijk verdwijnt hij echter
reeds *.uii de gedenkteckeacn, hij is dus ófwel
geheel door andere soorten verdrongen, ófwel
door kruising zoodanig veranderd, dat
in het kruisingsproduct het wilde dier niet
meer herkennen kunnen.
Geen enkel dier is zoo vroegtijdig en zoo
algemeen tam gemaakt als de hond, cn
enkel dier met zulke verschill nde bedoelingen.
Naast den hond ontmoetten we ook reeds
het varken, dat twee dingen met den hond ge
meen heeft, n.l. hel gebruikt ook alle «oorlen
van voedsel en vermenigvuldigt zich ook sterk.
Toch heeft men slechts op enkele plaatsen
poogd dit dier te temmen en te fokken, zoo
dat het zelfs nu nog zeer moeilijk is een juist
beeld van zijn verspreiding te krijgen.
Amerika kunnen' we reeds dadelijk buiten
bnachouwing laten: het roode ras is met het
tam maken der dieren niet verder gegaan dan
tol den hond: dc jacht leverde bier wel hot
noodigc vleesch.
Ook Afrika heeft van de goede eigenschap
pen van het varken geen partij getrokkenop
enkele uitzonderingen na zijn de inheemsche
soorten ook voor de zwarte bevolking jacht
wild gekloven.
Het eersto spoor van varkenstent vinden wo
op Polynesië. Meer naar het Noordwesten, op
de Ladronen, trof de ontdekkingsroizigor By
ron wilde varkens van dezelfde soort aan
wel in zóó groolen getale, dat hij zc levend
kon laten vangen en naar zijn scltip brengen.
'Wordt vervolgd.)