Tweede Blad, Zaterdag !7 Juli 1320. Geloofsverdediging. DERDE GRONDSLAG. God boeit een bepaalden Godsdienst geopenbaard door Christus. Iu onze voorafgaande artikelen hebben we derhalve bewezen, dat Jezus Christus ■waarlijk een Godsgezant is geweest. Nog meer! Wij hebben bewezen, dat Jezus Christus behalve Mensc-li ook God was. Het is de oude Katholieke waarheid: God de Zoon is mensch geworden. Waar om.' Om o. a. ons te leereh, hoe wij God moeren dienen. Wij getoovigen 'hebben deze tv. ee waarheden steeds als zoodanig aan vaard. Zij vormen een voornaam deel on zer Katholieke geloofsbelijdenis. Nu echter hebben wij voor zoover wij het ten min ste vroeger niet deden eens kunnen na gaan, hoe langs den meest redelijken weg deze twee waarheden bewezen worden. Moge het* ons in onze overtuiging, in ons geioof in den Christus hebben bevestigd. Daaraan twijfelen we niet in liet minst. Want werkelijk, de geschiedkundige be wijsvoering, gelijk we die hebben gegeven, is zóó slerk en zóó overtuigend, dat iemaitd die er kennis van nam, ze onvoorwaarde lijk moet aanvaarden. Ik herbaal: een ge schiedkundig onderzoek toont aan, dat Christus Godsgezant en zelf God is. Slechts vooroordeel en onwil kunnen de uitkomst van dit geschiedkundig onderzoek loo chenen. Welnu, uit deze twee deugdelijk en wel geconstateerde waarheden volgt nu nood zakelijk de waarheid van den derden grondslag, zoo herhaaldelijk in ons op schrift aangegeven -met de woorden: „God ■heeft een bepaalden Godsdienst geopen baard door Christus." De Godsdienst door Christus gepredikt, of korter gezegd, hst Shristcr?do3i is derhalve van gc-id-elijk^i «orsprsng, zóó dat de waarheden, die het Gli rist ondom omvat onvoorwaardelijk door ons moeten worden geloofd, en zijn zede- leer onvoorwaardelijk door ons moet wor den nageleefd. Het is de klaar en -duidelijk uitgesproken wil van Gód. Om den ernst en het gewicht dezer logi sche gevolgtrekking zou ik mijne lezers -willen uitnoodigen een oogenblik te wach ten alvorens verder te lezen, opdat zij in don geest nog eens nagaan, al hetgeen wij in verband met dezen derden grondslag hebben geschreven ,-lief daar laten bezin ken, om dan «met volle bewustzijn nogmaals •te erkennen, dat waarlijk liet Christendom .van göddelijken oorsprong is en de van God voorgeschreven Godsdienst. De -door ons gegeven bew ijsvoering is absoluut voldoende, om den göddelijken oorsprong Aan het Christendom te bewij zen. En derhalve is krachtens het vooraf gaande de zaak beslist. Doch waar een on- geioovige wetenschap als het meermalen genoemde Rationalisme, dat van een bovennatuurlijker! en geopenliaarden Gods- diens', gelijk -het .Christendom is, niets wil weten, nog steeds voortgaat met hare bestrijdingen waar een God en den Chrirtus vijandig socialisme den mensch van het Christendom tracht 'le vervreem dendaar mogen wij niet nalaten, zoo mogelijk nog langs een anderen weg en op «m andere wijze den göddelijken oorsprong van den Christelijkcn Godsdienst aan te tbouén. In dafverband ga ik dan tlians uwe aan dacht vestigen op een geheel eenig feit in db wereldgeschiedenis, dat ên om den tijd «n de omstandigheden waarin het ge schiedde, èn om de wijze, waarop het ge schieddegenoemd moet worden e-an wonder, alleen door Gods almachtige me dewerking tot stand gekomen, We bedoe len- de zeer snelle en zeer breede yorsprei- ding van hei Christendom ovor de wereld üt :1e drie carsts eeawsn onzer Christelijke jaartelling. Misschien hebben we.nooit over dat feit nagedacht. Och, het klinkt zoo een- voiidig, het bevel Aan den göddelijken fflfeester Jezus Christus: „Gaat en onder wijst alle talken"Maar vergeten we het toch niet: met die a\oorden werd een in letterlijken zin boy.snmenschelijko taak op de schouders der eerste geloofsverkon digers gelegd. Want ge kunt u bijna niet indenken, hoe uiterst en uiterst moeilijk de omslandigheden en lioe, mciischcïïjker- wfjze gesproken., onoverkomcnlijk de be zwaren waren, die het Christendom op zijn weg ontmoet endat is het wonder! overwonnen heeft. En liet is geen overdrij ving, maar de eenvoudige waarheid, wan neer wij zéggen, dat de prediking van liet Christendom, de kerstening der volken en maatschappijen g>steld dan dat het niet van God kwam. maar zuiver menschel-ijk werk was. gelijk wordt beweerd had moeten mislukken. Nu is de gewone kern gezonde redeneering" der geloofsverdedi ging deze: „Als mcnschenu erk had het Christendom, gelet op de omstandigheden, beslist moeten mislukken. Maar het is niet mislukt. Integendeel! Ondanks dat al en al liet menschelijke tegenwerkte en onop houdelijk het opkomend Christendom met vernietiging bedreigde, maakte het een ze gevierenden toclit over de toenmaals be kende wereld, was zijn verspreiding in den betrekkelijk korten tijd van drie eeuwen buitengewoon en verrassend snel en breed, welnu, daarvoor is beslist geen andere ver klaring mogelijk dan deze, dat n.l. God op wonderbare wijze de prediking van het Christendom begunstigd en dus doende het Christendom als zijn goddelijk werk beze geld heeft." Natuurlijk zuilen- wij deze bewijsvoering in het kort. hier weergegeven, uitvoeriger behandelen. Daarvoor uiene een volgend ariikol. lie kan echter niet nalaten hier eens af le schrijven, hetgeen Hettinger op zoo mooie en eigenaardige wijze ten op zie'; le van dit punt ten beste geeft. ..Verplaatsen we ons. zegt genoemde schrijver, een oogenblik in dien tijd, dat de Apostelen uittrekken om hun ..Bood schap" den volkeren te verkondigen. Stel-, len we ons den Apostel Petrus voor, zooals hij voor den eersten keer naar Rome ltomt, om daar geloof aan den Gekruisigde te prediken. Een ATeemdeling in armoedig kleed, mei handen gehard door zwaren arbeid, bedekt met stof, blootvoefs of met eenvoudige sandalen aan, treedt de poor ten binnen. Reeds van verre ziet zijn oog ■hel kapitool, het middenpunt en de weer gave van Rome's grootheid Jupiter's tempel, die de stal en de geheèle wereld' beheerscli-t, links en rechts van den weg heerlijke-marmeren-paleizen, op alle plei nen te-mpels en afgodsbeelden, doch dat alles overtroffen door den majesiueuzen koepel van het Pantheon, den tempel van alle goden, pas voor korten iij-i gebouwd; een fallooze menigte verdringt zich in de straten van die geweldige stad naar het Amphitheater om getuige tp zijn van den strijd der gladiatoren en zich door het "zien van hun bloed te bedwelmen; naar de thea ter-. om de oorstellingen bij te wonen en de lage driften te voeden; naar het cir cus, alwaar juist een beroemde wagenbe stuurder zijn -triomfen viert; Panein et Circenses brood en spelen meer ver langt de gedaclitenlooze, in ruw zingenot verzonkene en voor al "net lioogere afge stompte geest Aan het volk niet. Misschien nadert een uit deze leegloo- pende menigte den vreemdeling, zooals er dagelijks met duizenden naar Rome stroo men en spreekt hem- uit nieuwsgierigheid aan. Denken we ons hun gesprek te ver nemen. De Romein: Vreemdeling, welke aangele genheid voert u wel naar Rome? Petrus: Ik kom den onbekenden God pre diken en de valsche go-Jen van "hun alta ren sloot en. De Romein: Voorwaar, dat Is geheel iets nieuws; maar zeg roe eens, vanwaar komt ge, wat is uw Vaderland? Pe.Tus: Ik behoor tot een volk, dat gij verafschuwt «en veracht, ja, dat gij uit Rome verjaagd hebt; mijne landgenooten wonen aan de overzijde van den Tiber ik ben een Jood! De Romein: Maar wellicht, zijt gij onder uw volk uit eén voornaam geslacht gespro ken en geniet gij -hoog aanzien? Petrus: Ziet gij daar die arme visschers aan de/i oever? dat is mijn bedrijf. In mijn leven was ik.grootendeels bezig de vischtangst te beoefenen en netten te breien. „Goud of zilver heb ik niet." De Romein: Goed, maar sedert gij uw handwerk er aan gegeven hebt, hebt gij 'i geworpen op de studie der wijsheid, hebt gij de scholen der wijsgeeren bezocht en onderricht in <de welsprekendheid ontvan gen? Petrus: Neen. van dat alles weet ik niets. De Romein: Maar misschien heeft de vereering van uw God iets zeer aantrekke lijks en a erlokkends, zoodat gij zonder wijsheid en zonder redekunst de menschen voor haar zult winnen? Petrus: Neen, ik predik een God. die als boosdoener tusschen twee boosdoeners is gekruisigd geworden. De Romein: En wat verkondigt gij ons vanwege dezen uwen God? fefrus: Een leer, die "den lioogmoedigen on zinuelij-ken een dwaasheid schijnt, een leer, 'die den oorlog verklaart aan al de hartstochten, waarvoor deze stad tempels heeft opgericht. De Romein: En deze leer wilt gij hier ver kondigen en aanhangers daarvoor winnen? Petrus: Niet alleen hier, maar over de gansc-he aarde! De Romein: En voor hoelang? Petrus: Voor alle tijden. De Romein: Maar dan hebt ge toch zeker machtige beschermers; de rijken, de voor namen. de wijsgeeren en geleerden, ja den Keizer zelf telt ge onder uwe vrienden? Petrus; O neen, den rijken verkondig ik hun rijkdom te verachten en te verlaten; den geleerden hun persoonlijk inzioht te buigen onder liet juk des geloofs; den Kei zer, dal hij zijn waardigheid als opperpries ter en godsdienstig opperhoofd nederlegge. De Romein: Maar dan is het vooruit te zien, dat alles zich tegen u keeren zal; wat zul't gij dan doen? Petrus: Sterven! Ziedaar, hoe Hettinger in een algemeene schets, doch op meesterlijke wijze ons eeni- germate wil laten hegrijpen met wat moei lijkheden het Christendom in de eerste eeuwen te kampen heeft gehad. Men moet dat gesprek tusschen dien Romein en Pe trus eens ontleden en woord voor woord overdenken, dan zal men zien en begrijpen d it de taak der Geloofsverkondigers boven- menscheüjk was. Waarlijk, geen mensche- l'jke vermogens en geen menschelijke mid- deh-n hadden vermogen liet Christendom te a estigen. Maar dat de Apostelen en liun opvolgers geslaagd zijn, zelf sterv end deu marteldood getuigt voor den gödde lijken oorsprong.van het Christendom. ,W. P. J. JANUS. "ft armond. Kapelaan. Uit de Pers. SOSfALE AANPASSING. De T ij d schrijft: Het onlangs le 's-Hertogenbosch iten uitvoer gébrachte plan om werklooze si garenmakers theoretisch onderricht te gte- A'en in het bouwvak, lieeft wel opzien en instemming gebaard; gelukkig nu ook na volging. Aangezien er voor de sigarenindustrie de eerste vijf vn twintig jaar geen herop bloei te verwachten is, en duizenden ar beiders in dit vak zonder werk zijn, en niet zonder meer zoo maar voort kunnen toeren, was het- een precies in liet kader 'A"r huidige behoeften passend initiatief, een nieuwe werkgelegenheid te openen, en tegelijkertijd (e voorzien op een gelukkige wijz',3 in de zeer nijpende crisis van den woningbouw. Het vroeger mogelijk nadee? voor de bouwvakarbeiders, dat deze aanwas van nieuwe elementen voor hen teen loondruk- king of oen vermindering van werk zou meebrengen, lis niqt meer tc duchten; en wel le minder, daar de A-akorganisalies sterk ffenncflr - tv v., rechtmatige clschen ate doen eerbiedigen.. Ttouaaxus, noowel de syndicalistische als de 'moderne en christelijke bonden van si garenmakers en bouwvakarbeiders, heb ben sicöds insitcnimingi betuigd met het nieuw:- plan van sociale aanpassing. Te Haarlem heeft het gemeentebestuur een zeer verdienstelijke toepassing van liet te 's-Hertogcnbosch begonnen procédé overgebracht op weiMoozen, om hen ge schikt le maken voor opperlieden. Daar wordit niet alleen de theorie, maar ook dadelijk daarna de praktijk aange leerd, op de terreinen der voormalige ka toen maatscha ppij. Ook A'oor hen, zoowel als voor cle toe komstige metselaars van 's-Hertogenbosch is het werk reeds bij contract gteregeld door de werk ge A-e fs in ';t bouwvak; en in het producittetokort der eerste dagen zal door een wgl willende schikking van regteerings- en gemeentezijde doör elk voor 50 pCt. worden tegemoetgekomen; hetgeen een uijfcstektende .manier mag heetn van aan moediging en patronage. De tot. nog toe bereikte resultaten te 's-Hertogenboscli en 4e Haarlem doen het beste hopen, en laten verwachten, dat ook voor andere vakken van nijverheid als b.v. de metaalindustrie een dergelijk procédé heel wat verlichting zal brengen in de hui dige malaise. PROTEST DER K. S. A. TEGEN DEN BOYCOT. Naar aanleiding van 'het gisteren ge melde p ro test-bot ooging (het inzamelen van gelden) der K. S. A. itegen den boycot van Hongarije schrijft De T ij d: Dte K. S. A. heeft een gedachte verwezen lijkt, die den jongsten tijd herhaaldelijk FEUILLETON. Een Keizersdroom. 4b) Christus is mijn leven, sterven mijn gewin! Als een zegekreet herhaalde het koor der christenen dat woord: .Christus is mijn ftfven, sterven mijn gewin! Nero trilde van woede. Voert hen Aveg! riep hij, in den cliep- ate.n kerker met hen allen allen! 5H$ch|s een enkele zij gespaard, want ktem HM. of de Nero het leven, dien waanzinnige oude daar: liij mag zich verheugen de goe de herder te zijn, wanneer men zijn scha pen ter slachtbank leidt! Of wilt ge mis schien hei- lot uwter kudde deelen? vroeg Ihj spottend. Een vreeselijke zielestrijd toekende zich af op Alexandras gelaat; hij wrong zich als in vertwijfeling de handen.. Een kort, vurig gebed scheen op te stijgen uit zijn hart; dan hernamen zijri trekken de gewo ne: kalme, rustige uitdrukking. In waardaeg houding trad hij op Nero toe, terwijl do soldaten bezig waren de aanwezige chris tenen in boeien te slaan. Hoor rnij, Nero, keizer van Rome, wide hij, gij biedit mij het levVn. Welnu, ik «•--•Mi het aan, neem het aan. herhaalde hij, tóen hij zag, hog Nero's lippen zich spot achtig vertrokken; hoewel mijne kinderen zich in kei tenten wringen, hoewel mijn klei- _ne gemeente sterven moet, zonder dat. 'het mij vergund is hun den laatsftem troost van onzen godsdienst te schenken. Maar een heiligte plicht bindt mij nog aan het leven, toldat ik een ziel aan wier stoffelijk hulsel de dood reeds raakt, en die vurig verlangt naar htet licht der waarheid, den hemel des Christendoms heb ontsloten. Is deze plicht vervuld, en is het nog niet te laat, dan, o Caesar, op mijn knieën smeek ik het u, laat mij sterven mri de mijnten! Doch zijn zij reeds aan uw haat geofferd, hebben zij de kroon der eeuwige glorie reeds verworven, bedenk dan voor mij den meest gruwzamen dood. dien uw haat u in geeft! En gij, mijne kinderen, gij allen die mijn hart omvat met A'aderlijke liefde ten trouw, vaartwel! Wij zien alkander weder voor den «troon van God. Blijft getrouw tot in den dood, opdat, gij het teemvige leven moogt erven. Sla is het droevig uur uw oog ten hemel en gij zult. hen zien die u zijrt voorgegaan, met palmtakken zulten zij u wenken, en engelen zullen nederdalen en rozen strooien voor uw vooten. Kan ik dan zelf niet bij u zijn, o spoe dig genoeg zal ik u volgen in den dood niijn ziel toeft in uw midden, u groetend, troostend, zegenend. Tranen .verstikten zijn stem, hij breidde de armen uit a's wilde hij do ga-nsche schaar aan het hart drukken. Doch een wenk van Nero maakte een eind aan dat. toonteel. Met ruwe hand gre pen de krijgsknechten hun offers en sleep ten de ongelukkigen naar den kerker, dien zij niet meer zouden verlaten, dan om den marteldood te ondergaan. Mijn vader. Voor de laatste maal ver nam Alexandras u»t den mond zijner kin derten den dierbaren, zoo lang ontbeerden, zoo kort genoten klank; hij cag hoe zij werden weggesleurd, hij hoorde het snik ken der vrouwen, het gehuil der kinde ren diie men van de zijde der moeder weg rukte dan werd alles stil en stiller, het gedruisch der wapenen stierf langzaam weg Hij was alleen, allteen in de groote ruim te, waar afgerukt en A'ertreden lag de bloe- men-tooi des altaars, en hoog opgericht stoncl Alexandras in het midden van het ontwijde godshuis, tranen stroomden hem langs de wangen, hij liet) z® den A'rijen loop want aangeboren is den sterveling men schelijke zwkkheid en menschelijk gevoel maar zijn lippen fluisterden door de een zaamheid die hem omgaf: „De Heer heeft zp mij ge gewen, Mij heeft ze mij ontnomen, Zijn wit zij geprezten en gëloofd!" Groote drukte en beweging toeerschto er in de omgeving van het circus, toen de dag was aangebroken, 'waarop Rome's kei zer zijn volk de 100 lang ontbeerd^ cirous- 'ln*christelijke kringen fs geuit: zij fteWfóbt een ernstige protest-betooging te iiouden tegen den schandelijken -boycot van hot christelijk Hongarijte, en wel door het in richten van een groote steunbeweging aan dit land. Ziedaar'een daad van christelijke solida riteit, welke ook eone nationale beteekems heeft. Want niet alleen wordt aldus cffcc- ititef opgetreden voor de bescherming van een christelijker* Staat, dien de revolutie thans opnieuw aanvalt, nadat zij getracht heeft hem te vernietigen, maar tegelijker tijd handhaaft. Nederland ook zijn goeden naam, die door den opmenschelijken boy cot, door den lieer Funrnen geproclameerd, in liet buitenland danig in het gedrang is gekomen .Zoo wordt uit Budapest in het avondblad van liet „Hbldi" d.d. 14 Juli j.l. geschreven „Geen Nedeilunu-'r krijgt meer een vi sum om uit Hongarije te komen zonder ver klaring van het Nederlandse!* consulaat dat hij in regeeringsaangelogtenheid. reist. Ter verklaring hiervan moge o.a. dienen, dat imn in Hongarije nog overal overtuigd is dat Nederland als staat iets mal dien boycot te doen heefit. Die boycot heet im mers de „Amsterdamsche boycot". Kim men is Nederlander en zoo gteooft men al gemeen, dat wij als natie iets met dat idio te experiment te doen hebben. De Hon gaar snapt er niet veel van, a i aagt je ver wonderd en verwijtend: hoe het moge lijk is, dat Nederland rnet de Gene hand zoo gul en liefderijk ondersteuning geeft en met de andere de grens stuit? De ..Penter Lloyd" trachtte in een hoofdantikei duiio- lijk te maken, dat. Fimmen niet Holland'en Holland niet Fimmen is. Maar slechts v i- nigen lezen de bladen en ook het juist thans genomen besluit: de mooiste en def tigste straat der stad het dankbeeld schijnt van een ouden vriend van ons land, den heer Von Lyka, uitgegaan te zijn dten naam van onze Koningin te geven, zal niet zoo direct tot de massa spreken. En inmiddels blijft die boycot ,,de Hol- landscrie boycot" of „de Amsterdamsche boycot" en ik heb er al heet wait verwijten over moeten hooien." Zoo komt dit indrukwekkend protest der K. S. A. juisit op tijd, om ook aan Hon garije allerduidelijkst te maken, dat niet Nederland, doch slechts een handvolont aarde Nederlanders, bewuste of onbewuste geestverwanten vcfn Bela Kun ten zijn me de helpers, de socialisten, samenspanden tot een aanslag, die met heit christelijk te- A'ens het meent elementaire menschelijk ge voel weerstreeft. DE ECONOMISCHE SOND. Naar aanleiding Aran de reden van mr. Treub voor den EconornisGhen Bond. Za terdag gehouden, merkt de chris,t bist. Neder! a nder op, dat nu „de vrijzin nige aap uit de economische moiuv is ge komen." En het blad vervolgt: „Een der grappige kanten van de his torie is, dat. dez.te -nieuwe poging tot her- eenigijig der vrijzinnigen uitgaat van den lipr-r Treub, die aan een der vrij zinnige partijen ooor ue ïucmuig d&n economischer. Bond teen niet onge- voeligen slag toebracht. Niet zonder grond zal mr. Merchant hem tegen voeren: medicijnmeester^ ge nees u cel ven. Als gij eond-ntréaren wilt, begin dan mot terug te keeren naar de partij, die gij hebt verlaten. Dat alles in oogenschouw nemende, rijst de vraag, of mr. Treub de n»an is voor nieuwe vriizinnigte experimenten. Zijn Bond schijn^ te meenen A'an niet; hij heeft het schoone plancommisso riaal gemaakjt. Nu, en dan weet men in Nederland wel hoe- laat het is." Dte A.-R. Rotterda m m e r schrijft kort en krachtig; „de Econ. Bond is dood, morsch dood!": - „Met vliegende vaandels gaat de Eco nomische BondÊKlivisie naar hét vrij zinnige leger over. Sic transit gloria neutra-li talis. Zoo vergaat de roem der neutraliteit". BINNENLAND. De Duitscïve kolere Het 200 millioe n-c r e d i e t op losse schroeven. Ons Kamerlid dr. Th. van der Waerden heeft, naar wij vernemen, de volgende vra gen gest-eld aan den minister van Buiten- landsche Zaken: 1. Heeft de minister van Bui-tenlandsche Zaken kennis genomen van de dagbladtele grammen, volgens welke de Entente ont stemd is over het crediet van 200,000,000 gulden aan Dujtschl-and en Commission 'des Reparations zou geproïesteer'd Ti Mna tegen de voorgenomen kolenlëveringen v ui Duitschland aan Nederland? 2. Zoo ja, kan de Minister dan een ver-, klaring geven van de tegenspraak tusscheqi bedoelde uitingen van don heer Millerand' en de geruststellende verzekeringen van de, zijde der Nederlandsche Regeering in dd zitting der Tweede.Kamer op 2 Juli j.l.? 3. Is de Minister bereid ter openbare ken.» nis te brengen de bescheiden waarop zijtï gunstig oordeel omtrent de toezeggingen, van de „Commission des Reparations1 steunde? 4. Beslaat er verhand tussclien de jongste, verhooging Aar» den kolenprijs.in Neder» land roe; 8 gld. de ton en de overeenkomst' met Duitschland die in bedoelde zitting der Tweede Kamer werd aangenomen? Prijzen van brood. 7 Voor het eerst sedert 1917 is in de Iaat-» ste <6e) aflevering van het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek w eder een overzicht opgenomen van'den. loop der prijzen van brood, in de kwaliteit van gewoon volksbrood. Uit dit overzicht blijkt, dat de prijs vart melkbrood, waterbrood, ongebuild -tarwe-» brood en roggebrood iit de periode 10 Mei —31 December 1019 resp. 47.33, 39.07, 18.12 en 20.42 cents per K.C». bedroeg. In verge-» lijking met liet le halfjaar van 1917 (tijd vak waarover het laatste een overzicht) werd samengesteld) voor melkbrood be droeg 12d>8, voor waterbrood 9.47 en voor roggebrood 3.70 cents. De prijs van onge build tarwebrood is. vergeleken met het le halfjaar van 1917. met 2.59 cents gedaald. Deze daling hield verband met een prijs verlaging van grondstoffen, welke door de Regeering ter beschikking van de bakkera werden gesteld. DE ANTi-REVQLUTiEWET. Preciseering van da bedoe ling van het ontwerp. Verschenen is de Memorie van Arn(j- woord der Eerste Kanier op het Voorloo- pig Verslag op het wetsontwerp t-ojfc bestrij ding Aan revolutionnaire woelingen. De Mni. toont dan aan, dat ons W. v. S. liet ontwerp niet ontijdig is. VoorztenLngm als de onderhavige nioc£.cn zoo mogelijk niet worden voorgesteld op tijdstippen, waarin onmiddellijk dreigejid gevaar voor omwenteling «-bestaart. De steiHng is trou wens kwalijk veiriedigbaar, dat hier: geen strafwetten mag vaptstelten. als men de ge beurtenissen, waartegen die weAten zich richten, v.ich daadwerkelijk hebben voor gedaan. Dan zou een groot deel der be staande wetgeving ontijdig zijn. De minister loont dan aan, daar ons W. v. S. zeter groote leemden bevatte en dal de indiening van een voorstel om die Ueein- ten weg te nemen, een politieke fout zou zijn, kan dan bok piot worden toegegten Het ontwerp zal geen enkele hei-vorming tegengaan, het wil alleen het streven naar hervorming binnen de Jianen des rechts be perkten en voorkomen dat ons volk 1or wiMo van de .denkbeelden van zokeite her- vormers, m den cbaMs wuiun gt-ja iyu. Als tot dusver zal overigen? ieder zijrte denkbeelden door de pers of anderzins mo gen verbreiden. De wet stelt alleen be paald omschreven handelingen strafbaoi-, alles zal dus niet afhangen van de sub jectieve opvattingen en inzichten van do rechterlijke macht. De bestrijd ets van dit ontwerp beweren daarvan allerlei monstruositeiten, als aan randing, van de vrijheid \*an meenings- uiling en propaganda, doch vermijden zorgvuldig het 1.' wii- van de gegrondheid hunner bedenking te leveren. De leden, die vreesden, dat men met dit ontwerp hel beoogde doel weL v-ens kon voorbijstreven, kunnen zich overtuigd hou den, dat de minister van het belang eener verstandige (toepassing doordrongen is. De noodzakelijkheid der voorgestel do voorzieningen is duidelijk gV-bleken, go- wacht kan natuurlijk niet worden totdat een omwenteling zich -heeft voorgedaan* Niemand zal ook pm!kennen, dat het in- terationaal streven naar omwenteling een fantasie is. Een internationale boycoit valt inder daad buiten het kader van dit ontwerp, hetwelk zich alleen b-jperkt tot omwento- ling. Vream&elingen in ons land. -Volgens het in de laatst verschenen (6e) aflevering van het Maandschrift van liet Centraal Bureau voor de Statistiek opgeno men overzicht betreffende liet aantal in ons land vertoevende vreemdelingen be droeg dit op 20 Juni j.l. 157,188 (85,732 man nen, 71,386 vrouwen). Hieronder zijn do tijdelijk in Nederland vertoevende vreemde kinderen slechts -ten .deel» begrepen. Hoe- speten beloofd had. Reeds tlrio dagen had de hoofdstad zich mot niets anders bezig gehouden dan met* cle vraag of de groene dan 'wel de blamve partij de overwinning zou behalen bij de wedrennen; 'of dat do gladiatoren van Pandarus den voorrang zouden verdienen boven die van Thessalus. Vergeten waren de binnen- zoowel als de bujitenlandjsche laangdtegenhoden, vergeten de nadering van Vindex, die in Rome zelf reeds een groot aantal aanhangers verwor ven had, vergeten zelfs de haat tegen Nero die vich van de onderste lagen dv>r be volking tot in de rijen der senatoren had voortgeplant. Iedere andere gedachte werd verstikt door de begteerie, waarmede ieder zich op de genoegens van hot circus voor bereidde en de grootste Aroldoening zou Tón den in het «slotstuk: den martel-dood van een aantal'christenen. .-"Wanneer men bedenkt, dat ten tijde van Nero het aantal inwoners van Rome 1,350.000 bedroeg, kan men «zich een voor stelling maken van liet gewoel en gedrang dat er reeds in de vroege morgenuren heerschte. Iets later zette zich ook de meer voornamte wereld in beweging en ontvouw de e>en weelde en verkwisting, dio de wed ijver om elkander te overtreffen slechts kon bedenken. Omgeven door hun gevolg van cliënten en rijk met goud getooide sla ven, trokken zij naar (het circus: senato ren, consuls en •tribunten. Ook onbbraken de vrouwen de edele geslachten niet, even als de schaar VGstaalsche maagden die in hun wifite tunica's en sluiers de voor hen bestemde loge innamen, door hól volk met ëöi'oied begroet. Als een reuzenkeet nam liet groote go- bouw van het circus Maximus de toe- stroomendo mtenigte in zijn binnenste Gp, waar voor meer dan 20.000 personen plaat» te vinden was. Julius Caesar en keizer Augustus hadden in hun zorg voor de verfraaiing van Rome een bijzondere aandacht aan het circus ge schonken, thans was hel een der siera-lou van de stad ?n zoo afe dit uiterlijk door zijn omvang verbazing wekte, zoo werd hej, oog verblind wanneer men het liet) gaan over de ontelbare schart? toeschou wers, allen in feestelijk witte toga's en me»|j rozen omkranste hoofden. Onafzienbaar was de ruimte, waarvan de bodem mei fijngestooten groen mala chiet «was bedekt, hier en daar door roodq strepen vat nfcewteseld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1920 | | pagina 3