Tweede Blad. Zaterdag 29 Mei 1920. Geloofsverdediging DERDE GRONDSLAG. God heelt een bepaalden Godsdienst ge openbaard door Christus. Christus heeft bestaan, dat is een histo risch feit, waaraan niet te tornen valt en wie dit wel doet, hij maakt zich eenvoudig belachelijk, ziedaar het besluit van on3 laatste artikel. Echter, al erkennen allen eenige zon derlingen of achterlijken uitgezonderd Zijn bestaan, er zijn er zeer velen, die ont kennen, dat Hij waarachtig Godsgezant is geweest. We moeten derhalve thans gaan bewijzen, dat de Christus, die vóór negen tien honderd jaar in Palestina predikend rondging, werkelijk eene zending van Godswege had te vervullen. Ik heb 't reeds gezegd, het is een geschiedkundige quaes- tie, die ons gaat bezighouden. De vraag is derhalve, langs welken geschiedkundigen weg of welke wijze wij het feit van Chris tus Godsgezant-zijn zullen staven? De Hei- densche en Joodsche schrijvers uit den vroegsten tijcl der Christelijke jaartelling 'deelen ons wel eenige bijzonderheden mede omtrent den Christus, zoo verhalen zij ons, dat Hij tijdens zijn sterfelijk leven tal van leerlingen rondom zich vereenigde en dat Ilij onder den Romeinschen landvoogd Pontius Pilatus ter dood werd gebracht maar aan die weinige mededeelingen hebben wij niets voor ons doel; die weinige mededeelingen zijn absoluut onvoldoende, om daarop onze overtuiging te gronden, dat Christus werkelijk Godsgezant was. Neen, om het leven en de daden van Jezus Christus te kennen, moeten we te rade gaan bij de H. Schrift, ook wel ge noemd. den iBijbel en wel speciaal dat ge deelte van den Bijbel dienen we te raad plegen, hetwelk bij de Christenen bekend staat als de Vier Evangeliën. Ik mag natuurlijk veronderstellen, dat de lezers weten, wat we ouder de vier 'Evangeliën te verstaan hebben. Toch wil ik volledigheidshalve het met een eijkel woord nader aanduiden. Welnu, onder de Evangeliën verstaan wij het verhaal van hetgeen Jezus Christus predikte. Eu daar «een dergelijk verhaal door vier verschil lende mannen, te weten door Mattheus, Marcus, Lucas en Joannes, is opgesteld, liebhen wij derhalve vier Evangeliën of vier verhalen van hetgeen Jezus predikte. Verder is het «wellicht van belang de vol gende nadere beschrijving en verklaring ter harte te nemen, welke ons gegeven wordt door G. van Noort in zijn 'boek ~,,de Christus, zijn Persoon en zijn werk" blad zijde 17: „Een Evangelie is op de eerste plaats en voor de hoofdzaak een verhaal van Jezus' prediking, dus van Zijn leer, maar liet i3 tevens een verhaal van Christus leven, want zijn leven en daden vormen om zoo te zeggen het kader zijner prediking. Met opzet maak ik er melding van, dat de Evangeliën in de eerste plaats zijn relaas van Christus' prediking en slechts in de tweede plaats verhaal %van Zijn leven; want daaruit 'begrijpt men gemakkelijk, hoe het komt, dat de vier Evangeliën noch ieder afzonderlijk noch alle samen een vol ledige levensgeschiedenis van Christus geven; hoe li t komt, dat de schrijvers bij het verhaal der verschillende geheurtenis.- sen zich lang niet altoos aan de tijdsorde gehouden hebben; hoe het komt. dat zij soms zoo weinig acht geslagen hebben op allerlei omstandigheden, die een geschied schrijver in den strengen zin des woords van groot belang zou geacht hebben enz. Immers, dat olies is niet slechts verklaar baar, maar zelfs natuurlijk, al's men een maal weet; dat het op de eerste plaats niet om de geschiedenis des Heeren, maar om zijn leer te doen was." Van het hier gezegde kan een ieder zich gemakkelijk overtuigen, die -met. eenige aandacht en nauwlettendheid cle vier Evangeliën doorleest. Deze vier Evangeliën zullen dus het be wijsmateriaal moeten leveren, waaruit wij moeten aantoonen, dat Jezus Christus Godsgezant was en dat derhalve God door zijn Gezant Jezus Christus ons een be paalden Godsdienst heeft geopenbaard. Maar jawel, daar beginnen de moeilijk heden weer. Wanneer men in twistgesprek FEUILLETON. Een Keizersdroom. 10) Slechts ecne Vermag hem te bezweren, eone dreigt u daaianee ieder uur, begrenst uw oniuetelijkb heerschzucht en deze vreest ge nog meer. Zijt ge daarvan bevrijddan, Nero, is iedere band verbrokten die u nog aan de -natuur en de menschheid bindt, en deze eene van welke ik u bevrijden moet, wier vernietiging uw denken ten dichten is bij dag een nacht isAgrippina, uwe moeder! Wie zegt u, dat ik «haar dooden wil? dop Nero ontstuimig. Alleen onschadelijk maken wil ik haar, mij redden van haar heerschappij, haar bedreigingen. Zij be min* mij, ik weet het, maar zij bemint mij als eten kind, dat men koeken geeft om te wonnen aan den leiband en voor wien men do roede met honing bestrijkt. In één stad is geen plaat9 meer voor ons beiden... Niet in één wereld, Nero! Hebt. ge niert) boprotefd, haar naar Rhodus te ver bunnen? Deheerschte haar machtige geest niet van daaruit Rome's volk en Senaat als ware zij zelve in hun midden? Zie opwaarts, Cesar! en- haar hand wees naar den sterrenhemel, daar stond het doodvonnis uwer moeder te- 7pl/<Ier ure, dat hot lichtte, bij uw geboorte ®n oen vrouw die taal machtig stond aan de met een nleT-'ChrisIcn of me? e>eh Christen, die echter alle Christelijke opvattingen overboord heeft geworpen, een beroep zou doen op den Bijbel en wel bepaaldelijk op de Evangeliën, wijl ge die ter staving van hetgeen ge inbrengt, noodig hebt, 'dan be loopt ge groote kans, dat hij 'to voren u dit bewijsmateriaal uit de hand slaat, m. a. w. dat hij «te voren ieder beroep op de Evangeliën .trachten zal nutteloos .te ma ken door te zeggen: „De Bijbel? De Evan geliën? maar, waarde vriend, daar geloof ik niet aan! O zeker, ik heb wel eens ge hoord, dat gij. Christenen, den Bijbel en dus ook de Evangeliën beschouwt als een. heilig boek, geschreven, gelijk gij zegt, on der ingeving van God en dat juist d«aarom voor u de Evangeliën in zake geloof en Godsdienst beslissend zijn, zóó dat gij u zonder eenige tegenspraak aan de Evan geliën moet houdenbest hoor, ga ge rust voor «mijn part uw gang, maar kom mij niet aandragen met een bewijs uit de Evangeliën, Ik geloof daar eenvoudig niet aan!" Wat dunkt den lezer? Zullen we om deze opwerping en moeilijkheid de Geloofsver dediging in de Leidsche Courant maar sluiten, omdat we met iemand, die het hei lig karakter der Evangeliën niet aanneemt, toch niet verder kunnen opschieten, naar het schijnt? Ik denk er niet aan! Want hoe schijnbaar gewichtig deze opwerping iszoo gemakkelijk maakt men zich niet af van de bewijsstukken voor de waar heid van het Christendom. Zeker, het is waar, voor ons, Christenen, is de Bijbel een heilig boek en wie het heilig karakter van den Bijbel zou loochenen, hij zou zich daardoor aan een groote dwaling schuldig maken.- Maar om een beroep op den Bij bel of speciaal op de Evangeliën te kun nen doen en wel een zoodanig beroep, dat dit ook waarachtig geldt voor iemand, die het Heilige A'<an de Evangeliën loochent, is het volstrekt niet noodig, dat men aller eerst de Schrift als Heilige Sdhrift, de Evangeliën als Heilige Evangeliën er- kenne en aan\'aarde. Ik zeg, dat is vol strekt niet noodzakelijk! We kunnen n.l. den Bijbel én bepaaldelijk de Evangeliën, waarom het ons thans te doen is, onder tweevoudig opzicht 'beschouwen, te weten als een Heilig geschiedboek èn laat ik zeggen, als een g e av o o n ge schiedboek, derhalve, in 't laatste geval, afziende voor een oogenblik van het heilig karakter hetwelk de Schrift ien de Evangeliën voor de Christenen hebben. Want men verge'te toch niet: niet uitslui- "tend en zelfs niet op de eerste plaats ne men wij, hetgeen in de Evangeliën omtrent Christus geschreven staat, als waarheid aan, o m d a .t die -Evangeliën onder Gods ingeving zijn opgesteld, maar wij doen da't ook, omdat langs vvetensclmppe- 1 ij'ken weg en wel op grond van eer lijke en betrouwbare geschiedkundige ge gevens gebleken is, dat de Evange liën geloofwaardig zijn. Welnu, wanneer wij dus het bewijs le veren, dat de Evangeliën als gewoon ge schiedboek vertrotrwnaur zijn, aan moét"" een ongeloovige, «al loochent hij honderd maal het heilig karakter der Evangeliën, den inliou'd dier Evangeliën als waarheid aanvaarden en baat 't hem derhalve niets of hij al zegt: „ik geloof niet aan de Evan geliën als heilig boek. Ik hoop hiermede de lezers mijne bedoe ling duidelijk gemaakt te hebben. We gaan dus in het vervolg de Evange liën niet raadplegen als heilige Evange liën, neen, juist met het oog op boven aan gegeven opwerping, zul-len wij ze slechts gebruiken als een gewone bron van ge schiedenis. Hiermede snijden we de men- sclien, die zich a-chter de genoemde opvver- ping zouden willen verschuilen den pas af en ötaan wij allen, geloovig of niet geloo- vig, op dit oogenblik in dezelfde vei'hou- ding ten ^opzichte der Evangeliën. De quaestie komt thans op het tapijt: Zijn «de Evangeliën als gewone geschied bron werkelijk te vertrouwen? De beslis sing: in deze vraag is niet aan onwil om ondanks alles toch de Evangeliën te ver werpen, neen, de beslissing is aan de be wijzen, die we voor de betrouwbaarheid der Evangeliën in volgende artikelen zul len geven. W. P. J. JANUS, Warmond. Kapelaan. BIMNENLAND, Het werk van het R. K. Huisvestings comité. In den laatsten tijd is bet aantal trans porten van Oostenrijksch, Hongaarsche en Duitsche kinderen, die door de zorgen van het Centraal Bureau van het. R. K. Huis sponde van Agrippina en onthulde haar de beteckonis, dat zij vallen zou door de hand van «het kind, dat zij ter wereld bracht en dat he.ti geraden was, d'it in de eenzaamheid op te voieden, eeuwig onkundig van geboor te en rang. Doch Agrippina richtte zich op van haar purperen kussens met vlam- rnenden blik en machtige stem: Mijnentwege... mag hij mij dooden; wanneer hij maar keizer wordt Er ontstond een diepe stilte. Nero had zich afgewend. De sterren liegen niet. zei hij zacht; dan zich tot Locusta,.keierend, ging hij voort: Hoe echter die vreeselijke daad vol brengen? Niels van uw brouwsels, vrouw. Het bleeke, verwrongen gelaaiti van Britan- nicus staat onuitwischbaar voor mijn geest-, ik wil daar geen tweede bijvoegten. Gift zou ook niets beteekenon bij Agrippina, antwoordde Locusla, haar lichaam, door tegengift gestaald, weerstaat iedere verwoestenden invloed. Geen ge wonen diood mag Nero's moeder sterven. Luister. Cesar, wat ik voor u heb gedacht': een schip, getooid roet koninklijken pracht, voert de moeder des Keizers van haar land huis naar Rome: door een druk opent zich midden onder de vaart een gedeWte van den bodem, de ingewijden redden zich in booten; de «ter dood gewijden zinken echter in de diepte, het pracht schip met hen, als een offer aan de watergoden, en vrij is Nero vestmgs-Comilë fe 's-TTerTogcnÉoseTi ïn' ons land in Katholieke gezinnen worden on dergebracht, belangrijk toegenomen en oo«k voor de toekomst zullen door betere ver bindingen de transporten geregelder kun nen arriveeren. Daardoor zal dus ook spoediger kunnen worden voldaan aan de zeer vele aanvragen om kinderen, die aan ihet R. K. Huisvestings-Comitë zijn toege zonden. Allen R. K. Comité's, die bij het Centraal Bureau zijn aangesloten en allen corres pondenten wordt in verband met deze uit breiding der transporten verzocht een her nieuwde opgave in te zenden, hoeveel kin deren nog door hen kunnen geplaatst wor den. Op 26 Mei kwam te* 's-Hertogenbosch voor het R. K. I-Iuisvestings-Comité de eerste kindertrein uit Boedapest aan, die 600 Hongaarsche Katholieke kinderen naar ons land bracht. Hot was een uitnemend ingerichte lazarettrein, voor dit doel door de Hongaarsche regeering beschikbaar ge steld en bestaande uit 34 wagons. In den trein bevonden zich een eigen bakkerij, keuken, apotheek en operatiekamer, als mede een salon voor de begeleiders, terwijl voor elke twee kinderen een bed aanwezig was. Het R. K. Huisvestings-Comité stelt zich voor, waar de nood in de Centrale landen nog zoo ontzettend groot is, met het plaat sen van kinderen in ons land geregeld voort te gaan. Dit vordert echter belang rijke uitgaven van het Comité, dat daarom nogmaals een beroep doet op de Nederland sche- Katholieken, om dit prachtig liefde werk ook geldelijk te blijven steunen. Er moet nog veel geholpen worden. Moge de milddadigheid der Nederlandsche Katho lieken voorkomen, dat het R. K. Huisves tings-Comité deze zoo dringend noodige hulpactie om financieele x'edenen halver wege zou moeten staken. Er zijn, in den laatsten tijd weder eenige kleine zendingen levensmiddelen naar [Weenen verzonden. Gister vertrokken vanwege het R. E. Huisvestings-Comité 7 wagons levensmid delen met bestemming voor Keulen. Naar aanleiding van een dezer dagen in de pers verschenen bericht verzoekt het Centraal Bureau van het R. K. Huisves- tings-Comité den Katholieken nogmaals om al hunne zendingen voor hunne ge- loofsgenooten in -Weenen aan het R. K. Huisvestings-Comité in 's-Hertogenbocsh te blijven adresseeren en deze niet aan andere comité's toe te zenden. Het R. K. Huisvestings-Comité draagt zorg. dat zij op de goede bestemming.komen. Ent. Pluimveocougres, Op de laatste vergadering van het Inter nationaal Comité tot regeling van hot In ternationaal Pluimveecongres, in Septem ber 1921 te hou'den te 's-Gravenhage, werd. me'dedeeling ervan gedaan, dat zich in de verschillende landen comité's gevormd hebben, met het doel cm vanuit die lan den een zeer krachtige deelneming aan het congregate bevorderen en te verkrijg 66*e De plannen der in verhand met het con gres te houden Internationale Tentoon stelling op Pluimveeteelt-gebied, hebben vasten vorm aangenomen en zijn reeds in onderdeelen omlijnd geworden. De Internationale Legwedstrij'd, in ver hand met het congres te houden, is bere kend op 60 toornen, welke in nader te be palen verhouding over de verschillende landen zullen worden verdeeld. Iedere toom zal afzonderlijk gehuisvest worden en bestaan uit zes hennen en een reserve- hen. Volkszangdag. Het Centraal Bureau van den Nederland- schcn Volkszangbond, vertegenwoordigen de de Federatie van de R. K. Vereeniging voor Volkszang in Nederland en de Na tionale Vereeniging voor Volkszang be noemde eene Commissie tot regeling van een Nationaal Volkszangcongres en van een Algemeenen Volkszangdag, bestaande uit de heeren M. J. H. Denteneer, voorzit ter, M. J. Ogier, Herman Rutters en Joh. Oost veen, secretaris. Overtuigd, dat het aanleeren van goede Nederlandsche liederen een volksbelang is en dat het gezamenlijk zingen van deze liederen het besef van saamhoori'gheid aankweekt, waarvan de waarde, vooral in deze tijden zeer zeker niet mag onderscfliat worden, besloot- de commissie voornoemd, te trachten' één dag in het jaar zoo moge lijk te bestemmen voor het houden van een Nationaal Volkszangcongres en van een Algemeenen Volkszangdag. De gescliikste tijd voor het. Volkszang- congres wordt geacht de Paaschweek, ter wijl voor den Volkszangdag het meest wordt aangewezen geacht een dag in de eerste helft van Juli. van alle zorgen. Met groote oogten staarde Nero Locusta aan. Vrouw, bovenmenschelijk is uw kunsli, gij overtreft Nero zelf. Groot is de gedachte; dat is een dood, waardig de moeder eens Keizers. Maar niet nu, nog niet. Ik moet mij eerst verzoenen met heli denkbeeld, zoo dra zij nogmaals dreigt, zoodra ik maar eten schaduw van verdenking zie, moet het gebeuren, niet eerder. Int-usschcn moet ik gaan en terugkeeren naar het paleis en mij st erken voor den triumph tocht, die mij morgen wacht. Haer, hij wierp een buidel goudstukken voor den haard, uw loon, zoo dra ik u noodig heb zult ge van mij hooiten. Hij wendde zich om en verliet Locusta's vertrek. Met een gebaar van haat "zag de giftmeng- stör hem na. Furiën vóór hem en Furiën achter hem, riep zij luide. Van broeder- tot moeder moord. van bloed tot bloed, tot de Erinnyen zelf hem grijpen. En gij, Agrippina, trot- sche vrouw, geofferd door uw eigen zoon; zoo wreek ik u, aitue Octavia, schuldeloos kind, door Agrippina's wil tot uw huwelijk gedwongen met Nero, en die sterven moest omdat de tyran van baai' reinheid, haar onschuld walgde. Locusta, is vervloekt, hier en in het rijk der schimmen, 'c Mag zijn, heefni zij op aaide maar bereikt wat zij be roofde aan de stervenssponde van Octavia, Daar 3e tijd Vóór Hel .voorbereiden' van Het congres voor dit jaar ontbrak, lieeft de commissie besloten zicth voor 1920 te be perken tot den Volkszangdag. Ook de voorbereiding van zoo'n 'Alge meenen Volkszangdag eischt meer tij'd, dan voor dit jaar nog beschikbaar is en daar om overwoog de commissie, zich dit jaar hoofdzakelijk te bepalen tot een demon stratie voor de kinderen der Openbare en Bijzondere Lagere Scholen. Zij stelt voor: le. Met medewerking der 'verschillende autoriteiten op den middag van 8 Juli a.s. 'door de schoolkinderen in alle gemeenten van ons land te doen uitvoeren een aantal "door de commissie aan te geven liederen, voor het geheele land dezelfde; 2e. Ter inleiding van deze zangdemon stratie liederen te doen uitvoeren door ver schillende carillons van ons land; 3e. In de plaatsen waar Volkszang-ver- eenigingen bestaan, 's avonds demonstra ties voor volwassenen te houden. De commissie heeft zich gewend tot alle gemeentebesturen in ons land met het ver zoek o. m. den middag van 8 Juli aanstaande te willen beschouwen als v a c a n t i e- middag voor de leerlingen der scholen; steun te willen verlee- nen aan bovenbedoeld denkbeeld, door, voor wat den openbaren lageren scholen betreft, daaraan daadwerkelijk en moreel medewerking te willen verle-enen, eni, voor wat den bijzonderen lageren* scholen aan gaat, invloed bij de verschillende school besturen te willen aanwenden in deze richting; een plaatselijk comité te willen vormen, waarmede de commissie zich in verbinding kan stellen, tot verdere rege ling van den Volkszangdag. Sen incident in den Gemeenteraad te Breda. Naar wij vernemen heeft zich Donderdag in den Raad der gemeente Bred-a een eigenaardig incident voorgedaan. De -heer F. Schramoen, lid der soc.-dem. fractie, was in de raadsoverzichten der plaatselij ke bladen reeds meermalen gewaarschuwd eens wat -meer te letten op den vorm zijner redevoeringen, daar deze voor de journa listen een ware afmarteling waren. Het hielp niet. Mitsdien besloten de joumaIis-t ten van liet „Dagbl. v. N.-Br." „Bredasche* Crt.", „Bredanaar" en m. a. de lieer Schra moen dood te zwijgen. Telkens als de heer S. sprak legden zij pen of potlood neer. Bij punt 33, waar hij het -hoogste woord voerde, verlieten de journalisten, op initia tief van den hoofdredacteur van het „Dag blad v. N.-Br.", en „Uiltje" der „Bredasche Crt.", demonstratief de zaal. De voorzitter riep: „De pers gaat heen". En de heer S. antwoordde: „Kan mij ook niet schelen." Aan dat laatste valt te twijfelen! Tegea da papierscfaaarschte. Zooals wij onlangs reeds meldden, is - UEOlOSlirvl* JU—A I tute te Londen bezig plannen te ontwerpen om, nu het hout voor do papierfabricage zoo schaarsch wordt, papier uit bamboe te vervaardigen. In de „Times" wijst iemand er op, dat in 1883 de Britsch-Indische regeering bamboe naar Engeland zond, waaruit uitstekend pa/pier werd gemaakt. Toen waren de pro ductiekosten echter nog te hoog. Nu de papierschaarschte zorg begint te baren, verdient het denkbeeld zeker op nieuw overweging. Vooral ook voor Neder land, dat in zijn koloniën over een onuit- puttelijken voorraad hamboe beschikt, lijkt ons de uitvinding van groot belang. In elke desa op Java groeit de bamboe, zijn voor al langs de rievieroevers deze gewassen, de „bamboestoelen" te vinden. In het oer woud, tegen de bergen, in de ravijnen, groeit de bamboe in dichte bosschen. Als de oude bamboe gekapt is, schieten in zeer korten tijd nieuwe loten op, die in een jaar de volle lengte bereiken. «De grondstof is er en zal er langer zijn dan de papierschaarschte zal duren. De groote kosten kunnen niet afschrikken als het gaat om duur papier of heelemaal geen. De Engelsclien geven reeds het voor beeld. Twee Engelsche firma's zijn bezig te Burma de machines te plaatsen voor de papierfabricatie uit bamboe benoodigd. Een ander schrijver geeft den raad, in minder ver afgelegen streken bamboe te gaan aanplanten, bijv. in Trinidad, van waar het transport naar Engeland niet zoo moeilijk en kostbaar is als van Britsch- Indië uit. Ik strooide het zaadi in uw zitel, Nero, en de oogst begint te rijpen HOOFDSTUK IV. Fel straalde de morgenzon aan den wol- kenloözen hemel en deed een schoonen dag verwachten. In den tuin van Eestailus, een bekenden Romeinschen wisselaar, zongen de vogtels hun heerlijk morgenlied, de bloe men geurden, door den dauw verkwikt, met nieuwe frischheiid. Donkere laurieren, pijn- boomen en palmen sierden den .wel niet grooten doch zorgvuldig onderhouden tuin, welks bloemperken door zeldzaam gevorm de schelpen waren omgeven. Van den tuin uit kon men het praeitio- rium overzien; een zuilenhal voerde in het openstaande atrium, de Romeinscho woon kamer, die reeds lang zijn oorspronkelijken eenvoud hadi ingeboet en naar den meer deren of minderen rijkdom van den eige naar met alle mogelijke voorwerpen van weelde was overladen. Waar voorheen de hemel zicli óver span de, welfde nu een prachtig versierde zolde ring, alleen in het midden door een klein vier kan/tl onderbroken dat door middel van een luik tegen den regen kon worden ge sloten. Hier onder bevond zich het oude im- pluvium, een klein bassin, dat eertijds diende om heb hemelwater óp te vangen doch nu bij de epigonen in een fontein waa veranderd. Uit de Omgeving LEIDERDORP. •Gemeenteraad. Voorzitter de burgemeester. Na opening met gebed en net lozen der notu len iegt de voorzitter over het verslag van den toestand der gemeente over 1!>19, hetwelk voor de leden ter inzage wordt gelegd. Verschillende Ingekomen stukken worden ter tafel gebracht en voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen .was een missive, van den minister van arbeid, waarbij wordt bericht, dat aan H.M. de Kó ningin zaü worden voorgesteld, aan de gemeen te, onder bepaallde voorwaarden een voorschot te verieenen van *pl.m. i 154.000 voor den bouw van 26 arbeiderswoningen. De voorzitter deelt mede, dat hiervan aan de bouwvereeu'giug „Dorpsbelang" is kennis gegeven. Op voorste! van B. en W. wordt met a'gemeene stemmen besloten, behoudens goedkeuring van Gedepu teerde Staten, op verzoek van liot bestuur, aan de burgemeester, over 19-19 alsnog een ver hoogde bijdrage ad f 150 te verieenen. Ter tafel wordt gebracht de balans en winst- en verlies rekening van het distributiebedrijf over 1919, 'Het verliescijfer word: vastgeslteid op f 1'1453,94 1/2, waiïvan f 2500 zat worden ge kweten uit de gewone inkomsten. Het bedrijf wordt met ingang van 1 Juli 1920 opgeheven. Aan den heer W. A. Wolff wordt eervol o:iï- shg verleend aFs brugwachter aan de brug bfj de Doesiaarr. Tot brugwachter aan bedoelde brug wordt met ingang van 1 Juni benoemd de heer J. J. Wolff. Ingekomen was een verzoek van het Hoofdbestuur van der. NederL Bond van Gemeenteambtenaren om te verhoogen lieï pensioen van de reeds gepensioneerde gemeen teambtenaren. Na mededeeiing van den voor zitter, dat de eenige gepensioneerde in deze ge meente een verhooging geniet van 50 pet. wordt het stuk voor kennisgeving aangenomen. Even eens wordt voor kennisgeving aangenomen, een verzoek van B. en W. var. Qud-Beijeriand, cm te steunen een motie, door den Raad dier Ge meente aangenomen, inzake de reorganisatie der Gemeentepolitie daar het bekend is, dat de tegenwoordige minister van Justitie re organisatie overweegt en men het ongewensclu acht, dat de Gemeenteraden, zooals tegenwoor dig het geval is, zich telkens met verzoeken' tot de Regeering wenden, waarbij niet uitslui tend het gemeeratebeiang wat de Raad heeft te behartigen is 'betrokken. Aan de orde' wordt gesteld een missive van den minister van Landbouw enz., waarbij de burgemeester wordt verzocht het oordeel in te "winnen van B. eit W. en den Gemeenteraad omtrent de op heffing der goedkoope bruinbroodvoorziemng. De voorz. deelt mede, da- B. en W. na verhoor van enkele bakkers, besloten hebben als hun- oordeel kenbaar te maken, dat tegen opheffing geen bezwaar bestaat, mits deze over het ge- heerfe Rijk plaais heeft en niet uitsluitend ten platten lande. Na eenige bespreking sprak do Raad een gelijk oordeel uit. Vervolgens worden vastgesteld een verordening op de heffing van ^cfeï°i(te te-jfitern w jaar. Voor eetti hond uitsluitend gehotidcn ten dienste van dén-"landbouw of eenfg 'ander be drijf van nijverheid of ter bewaking van ge bouwen, erven en vaartuigen f 2.per jaar; ■deze laatsie mogen niet los loopen) op den openbaren weg. Alsnog worden vastgesteld een •verordening opheffing van begrafenisrechtcn. De rechten zuilen bedragen in de 1ste klasse voor "n lijk van 'n persoon van 18 j. en ouder f 40 van 12 tot 18 j. f 32.50, van 1 tot 12 j. f 20, be neden het jaar en levenloos geboren f 10. Deze sommen zijn voor de 2de klasse f 20, f 15. i 10 en f 5.— en voor de 3de klasse f 10, f 7.50, f 5.— en f 2.50. Voor het begraven buitentijds moet worden betaald f 10; in bij zondere gevalïen kan hiervan, door dei» Burge meester, geheele of gedeeltelijke onihefimg wor den verleend. Voor huur van een grafkelder moet worden (betaald f 100. Voor overledenen van elders ingebracht, iper koets of schuit, moet, voor het dragen van het lijk. gebruik worden gemaakt van personeel door den Burgemeester daartöe aangewezen. Voor draagloon is alsdan verschuldigd, voor de 1ste klasse f 32 voor de 2de klasse f 24 eit voor de 3de klasse f 1-2. Ï3ij de: -rondvraag beklaagt de heer J. de Graaf Cz. zich over den slechten toestand', waar n ie brug in den Lagen -Rijndijk, in onder houd bij den Steenfabriek „Ouderzorg", z:ch bevindt; voor liet verkeer per as is zii hinder lijk. De heer Boot -vraagt inichtingen omtrent het onderhoud der voetpadbeslrat ng. het keu ren van eet- en drinkwater, alsmede omtrent de grenswijziitg met Z*elcrwoude. De heer Verkleii vraagt meerder politietoezicht m Achthovenerwijk des Zondags. De Vuorojftof beantwoordt de sprekers, en sluit daarna de vergadering. NOORDWiJK AAN ZEE. Pal#cr-Hotct. In de tfistor g-ohouden De wanden van- het vont-rek waren met marmer bekleed, voorhangsels van kostbare weefsels gaven toegang tot cle neven ver trekken, waarvan er eten do Laren, de was sen maskens der voorvaderen, 'huisvestte. Hadden deze vroeger het atrium versierd, ithans waren zij als een verouderde ge woonte .terzijdo gesteld. Een tusschen twee zuilen uitgespannen purperdoek deelde bet atrium iri twee helf ten, in de voorste bevond zich de slaap plaat van den eigenaar en- het aan de La tten gewijde altaar benevens de weefstoel van de vrouw of dochter. De domus zoo noemde men het tod alleen btewonen ingerichte buis der Ro meinen was gewoonlijk van \echjt's een ver dieping, de verschillende vertrekken lagen gelijkvloers enontvingen hun licht door, van boven aangebrachte o-peningen of dood de steeds geopende ingangen der kamer». Daaitentegen vond men buizen genoeg, die vier oï vijf verdiepingen telden; deze wer den insulae genoemd en dienden meerde? ren families tot woning, doch uil sluitend lieden van minderen stand. Wie maar even kon, btewoonde een eigen huis of aj- ü\arts zonder vreerpde buren om zich heen* (Wpr^t yervolgd.) j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1920 | | pagina 5