Je Leidsche taant;
Tweede Blad.
Zaterdag 10 April 1920.
Geloofsverdediging.
godsdienst is een eisch van het
verstand.
V Het verstand, onder welks leiding en
voorliohting wij het bestaan van den on-
ïichtbaren God als Maker, wij zeggen lie
ver Schepper, van het heelal, dus ook
van den menscli, leerden kennen,
'rij drijft ons verder voort en dwingt ons, nu
wij het bestaan van God hebben erkend,
ton gevolgtrekking te maken van verstrek
kende beteekenis. Een mensch mag nooit
onredelijk 'zijn of handelen; dat is den
mensch onwaardig, een ieder weet en ge
voelt dat, vandaar dan ook dat wij steeds
onze daden voor ons zeiven en voor ande
en trachten te rechtvaardigen als redelijk
lijnde. .Wanneer dus de gevolgtrekking,
raarop wij doelen en die we reeds aan-
jven in ons opschrift, blijkt logisch en
edelijk te zijn, dan moeten we die aan
aarden, gratig of niot. We moeten re-
ejijk zijn en durven.
Welnu, de eerste en noodzakelijke en
jyens zeer voor de hand liggende gevolg-
rekking, die we uit het bestaan van God,
en Schepper der dingen, moeten nia
cins deze, dat wij God moeten dienen,
at wij gehouden zijn to,t Godsvereering,
it Godsdienst.
Men versta ons goed. Wij bewere'fff dat,
elijk de mensch louter en alleen door het
abt zijner rede te volgen tot de erken-
an God kan komen, hij evenzoo, ge-
eid door datzelfde licht,* den plicht \an
iodsvereering kan erkennen.
Hoezeer deze conclusie voor he-t grijpen
gt, vinden wij bevestigd in de geschie-
cuis der volkeren, zelfs van de meest on-
csohaafden. Immers de onderzoekingen
ebben uitgewezen, dat. die volken, naast
unne erkenning der godheid, er ook een
andere vereering dier godheid, m. a. w.
en of anderen godsdienst, op na houden.
„Geen volk zonder God geen volk
Dnder godsdienst" is een uitspraak van
wetenschap, met name van de volken-
inde.
Ook in onze onmiddellijke omgeving
fiden we deze gevolgtrekking vaak be-
sstigd. Men kan menschen aantreffen
iader een bepaald godsdienstige belijde-
[s, maar die, Gods bestaan erkennende,
em toch inderdaad vereeren. doch dat
E9lo»n op hun eigen manier of zooals de
IHiidrukking luidt, „zooals hun hart hun
do! ingeeft."
In zijn brief aan de Romeinen zegt de
Ipostel Paulus van de Weidenen, die God
ik vereeren, dat zij niet te verontschul-
ligcn zijn. Waarom niet? „Omdat zij,
lhoewel God kennende, Hem
liet als God hebben verheerlijkt of ge
dankt." Men ziet, hoe dus, ook volgens den
lestel, het een kleine moeite is, om in
zien, dat men God, Wiens bestaan men
teeft erkend, ook moet vereeren.
Een .weinig nadenken en een eenvoudi-
eredeneening is in staat ons da juistheid
Ude waarachtige waarheid dezer oonclu-
ie ie doen aanvaarden. Heel een volk,
i de wereld, ligt dikwijls in aanbidding
n-vcreering voor een groot man: een
lichter, een schilder, een staatsman, een
meester, een weldoener, een geleer-
Ie. Men viert feesten ter hunner eer. men
iclil standbeelden op, men vervaardigt
[edcnkplatcn en gedenkschriften, „men
Leii om ze te zien, men is vol vreugde ze
!e hand te mogen drukken, men uit zijn
JOij laakbaarheid, men zingt, hun lof, men
r wondert en prijst ze om strijd,
'l Wordt somtijds overdreven, doch daar
in afgezien, dient te worden erkend, dat
el-billijk en rechtvaardig is, dat een volk
in groote menschen eert. En waarom is
it billijk en rechtvaardig? Omdat het
00 natuurlijk is. Ons verstand zegt
os; dat men de waarlijk grooten cn de-
icn, die zich hebben onderscheiden en
mensehheid aan zich verplicht hebben,
k] loet eeren.
i Maar als dat waar is en niemand be-
ilve hij, die door afgunst en naijver ver-
*od wordt, zal het ontkennen, dan be-
eoren wij God boven alles en allen te ver
eren en te huldigen.
Want wie gaf aan die groote mannen
1 talenten en vermogens, waardoor ze
gevierd zijn?
Laat de groote en beroemde Nedorland-
sohe bouwmeester, Dr. P. J. H. Cuypers,
het ons eens zeggen. Den 19dcn Mei 1917
werd deze groote grijsaard ter gelegen
heid van zijn 90sten verjaardag te Am
sterdam in het Rijksmuseum door ge-
loovig cn ongeloovig Nederland gehul
digd. Na al de lofreden op zijn persoon ge
houden, nam hijzelf het woord en sprak
„Ik zou mecncn ontrouw te zijn aan de
beginselen, door den voorzitter van het
comité straks in mij geprezen, indien ik
niet openlijk erkende en uitsprak, dat
mijn dankbaarheid tot hoogste voorwerp
heeft God, den gever van alle
goed. En dat, wanneer ik op het gebied
der kunst iets goeds heb kunnen tot starnd
brengen, de eer daarvan in de
eerste plaats toekomt aan den groo-
ten Bouwmeester en Kunstc-
n a a r, wiens wijsheid en goedheid de ta
lenten onder de menschen verdeelt en
wiens heerlijkheid zich afspiegelt in de
werken zijner handen, hun tot voorbeeld
gegeven bij het beoefenen der beeldende
kunsten. Hem z ij dank voor de ga
ven mij toebedeeld, voor de# werklust, die
mij den arbeid steeds leerde beschouwen,
niet als een lust, maar als een genot, voor
de levenskracht, die het mij mogelijk
maakte verover de grens van het gewone
mensohenleven mijn arbeid te rakken,
voor de bezieling, die mij het ideaa.
der schoone kunst deed zoe
ken en vinden in He m-z elf, de
onvergankelijke bron van al
wat waar en goed en schoon is."
Is het dus billijk en hét bewijs van een
eerlijk gemoed, is het dus natuurlijk de
groote menschen te eeren, dan is het dui
zend en duizend malen billijker en na
tuurlijker den Allerhoogste te eeren. Ge
lijk bovengenoemde grootmeester hat in
ziet, zoo kunnen en moeten wij allen, re
delijke menschen, het inzien. „Eere wien
eere toekomt". Eeren en bewonderen en
huldigen wij een Dr. Cuypers en anderen,,
het beschouwend als een natuurlijken
plicht, dan behooren wij den tol onzer ver
eering, bewondering en hulde allereerst
te betalen aan God. Want:
God is de groote Bouwmeester der we
reld,
God is de Heer der wetenschappen,
God is de wijze Bestuurder van 't heelal,
God is onze hoogste Weldoener,
Clod is de groote Kunstenaar, Wiens
schepping we alom bewonderen,
G.od is het, die al wat wij in onze groote
medemensehen bewonderen en prijzen en
verheerlijken, op oneindige wijze bezit.
Hij is,de bron van al het goede, ware en
schoone.
Heb ik dan ten onrechte gezegd, dat
's menschen rede, ons verstand, ons be
veelt, dat wij God moeten eeren? Wie is
er, die even nadenkend, dit niet inziet?
Het ligt zoo voor de hand, het is zoo ge
makkelijk te hegrijpen.
En verder bedenke men eens, dat wij
menschen, ieder op zich, het maaksel
zijn van Gods scheppende Almacht. Al
wat is en leeft, we hebben het bewezen in
onze Godsbewijzen, dankt zijn bestaan aan
God. Door God zijn we, door God leven
we, door God bewegen we ons, ieder
oogeiiblik van ons .bestaan zijn we van
Hem afhankelijk, altijd en in alles. Laat
liet dan waar: zijn, dof men voor zijn da-
gel ijksch brood gewerkt en gearbeid heeft,
een gezegde, waarmede een onverschil
lige in het geloof zich lasterlijk tracht af
te maken van den plicht van gebed
maar wie gaf de arbeidskracht, wie gaf
de gezondheid, wie liet zijn zon schijnen
en cle regen vallen, waardoor de aarde
ons hare vruchten schenkt Het is Cod en
nogmaals God, van Wien alle goed voort
komt. Och als .wij ons even de moeite ge
troosten willen van nadenkend neer te
zitit.cn, dan zullen wij tot de erkenning
•komen, dat, meer dan een hulpeloos kind
van vader of moeder, wij van God afhan
kelijk zijn.
En zou de mensch dien God dan niet
moeten danken en gehoorzamen en eer
biedigen en liefhebben? 's Menschen ver
stand zegt: Ja! ja! ja!
Welnu, laten wij dan ten spijt van allen,
die ons voor dom en achterlijk uitschel
den, voortgaan of beginnen, met God te
vereeren als redelijke menschen. Ons
verstand verplicht ons!
W. P. J. JANUS,
Warmond. Kapelaan.
Uit de Pers.
DE NATIONALE BOND TEGEN DE
REVOLUTIE.
Het bericht, dat liet 'hoofdbestuur van
aotie der K. S. A. alle aangesloten orga
nisaties en comités heeft geadviseerd,niet
tot den Natfönar-?n bon3 tegen revoTuitié
toe te treden, heeft ongetwijfeld, schrijft
Het Huisgezin, aller instemming.
Uit een tweede bericht blijkt intusschcn,
dat het hoofdbestuur de mogelijkheid, om
met den Nationalen bond samen te wer
ken nader zal overwegen en bespreken.
Had het hoofdbestuur onzer K. S. A., zoo
vraagt het blad, het niet bij he<t eerste
bericht kunnen laten.
Het vervolgt dan:
Kent zij aan den Nationalen Bond niet
te veel beteekenis toe met d» mogelijkheid
van samenwerking te willen overwegen
cn bespreken?
De Nationale Bond is een onding en
usurpeert een naam, die hem niet toe
komt.
De katholieken treden niet toe, de ge-
loovige protestanten zullen zich eveneens
afzijdig houden.
Hij kan dus hoogstens uit z.g. neutralen
en liberalen bestaan en mast alle bevoegd
heid zich als een nationale schepping
aan het volk voor te stellen.
Maar bovenal: liet ri een zuiver nega
tief cn tot op zekere hoogte zelfs mislei
dend gewrocht.
Hij opent den toegang voor allerlei men
schen, die door hun leer en léven, hun
beginselen en ideeën den weg hebben ge-
effend voor het revolutie-denkbeeld, dat,
nu-het zich in ruwe vohnen uit, schrik en
afkeer -inboezemt.
Is er bij den Nationalen Bond ook
maar eenig besef, dat om de revolutie te
keeren en te overwinnen iets anders noo-
dig iis dan wapengeweld, een betrouwbaar
politiekorps en een sterke burgerwacht?
Men behoeft geen vriend van stakingen
te zijn om in te zien, dat een doem vonnis
over stakingen de revolutie niet bezweert.
De Nationale Bond ziet niets dan den
buitenkant der dingen en vergeet, dat ten
slobte de ideeën de wereld beheersolven
en haar in een zekere ric-hting stuwen.
De Nationale Boiid met zijn verschei
denheid van inzichten, met zijn losmaking
van godsdienst en politiek, met zijn plat-
vloersohe opvatting van revolutie, met
zijn toegezegde eenzijdige voorlichting,
met zijn bekrompen vrees voor stoffelijk
gevaar en zijn verblinding voor het veel
dreigender zedelijk en godsdienstig ge
vaar, is een futloos lichaam.
En met een dergelijk futloos lichaam
nioet onze stevige, principieel? Katholie
ke organisatie niet aanleggen.
Samenwerking met den Nationalen
Bond overwegen, is reeds te veel eer be
wijzen alan een doodgeboren organisatie
die men eenvoudig te negeëren heeft.
BIN^EMLAND,
een STAARTJE VAM een STEMMING.
Onze lezers zullen rich herinneren, dat
hij de stemming in de Tweede Kamer over
een. motie van den soc.-dem. afgevaardig
de De Jonge inzake den werktijd der
mijnwerkers, dien hij op 7 uren wcnsclite
te bepalen, van de Katholieken alleen de
lieeren Van Rijzewijk, Ilaazevoet en Kui
per met den socialist zijn meegegaan.
Naar aanleiding daarvan richt het-be
stuur van den Christelijken Mijriwerkers-
bohd in „De Chr.Mijnwerker" een open
brief aan genoemde katholieke Kamer
leden, waarin tegen die stemui tbrenging
wordt geprotesteerd. In dien open brief
luidt heit o. m. als volgt:
Wij zijn geen principieele tegenstanders
van een 7-urendag voor ondergrondsche
werken.
De groote vraag is, mag dat, thans, nu
de kolenpositie van ons land nog uitersit
precair is, doorgevoerd worden. Mogen we
titans de bevolking stellen voor een pro
ductievermindering, die hel noodzakelijk
gevolg daarvan zal zijri?
We hebben gemeend verplicht te zijn,
daartoe niet te adviseeren. Hadden we
daarin wel toegestemd, dan zouden we
zijn gehuldigd! zelfs door vak-egoisten, die
immers overal worden aangetroffen.
In plaats daarvan, hebben we een lieïti-
gen aanval van socialistische, anarchisti
sche en meerdere elementen te verduren
gehad. Heftiger strijd was het, dan gij in
het Noorden kent.
Dat gij lieeren, aldus richt liet blad zich
tot genoemde drie ka/tholieke afgevaardig
den, toch uw stem gaaft aan bedoelde mo
tie, beteekende in dit geval meteen: een
slag toegebracht aan den Christelijken
M i jn werkersbon d.
Daartegen gaat ons protest.
Men meldt aan „De Tijd":
Over „de goedkoope aardigheid", n.l.
het stemmen vóór de motie-de Jonge door
do drie Katholieke Kamerleden, de heeren
Vaif Rïjzéwljls, Tfaazevoet en Kuiper, zal
nog wel het laatste woord niet geschreven
of gesproken zijn.
Zijn onze inlichtingen juist, dan zou
den tijdens de debatten in de Kamer over
de motie-De Jonge, waaraan voornamelijk
deelnamen de voorsteller, dri liet pro, cn
de minister en het Kamerlid Henri Her
mans, die het contra betoogden, de ge
noemde Kamerleden niet in de vergader
zaal zijn geweest.
Toen het schelletje ging om te stemmen,
kwamen de bedoelde Kamerleden in de
vergaderzaal, en namen geen of onvol
doende kennis van de debabten.
Zij stemden voor de motie van den 7-
urigen arbeidsdag in het mijnbedrijf.
Prol. dr. Hector Treub.
In „De Tijd" cshrijft dr. C. Meuleman uit
Heerlen:
Vrij onverwacht kwam, na heit eigen
handig bericht van langzaam herstel uit
zijn ernstige ziekte, de doodstijding van
Hector Treub.
Een woord van weemoedige hulde moge
gebracht worden bij de lijkbaar van deze
hoog uitstekende persoonlijkheid.
Het is niet mijne bedoeling hier te wij
zen op de groote wetenschappelijke be
teekenis van Treub op het gebied van
verloskunde en gynaecologie. In dit op
zicht vaardiger pennen zullen dit wel doen
te meer geëigende plaats. Ik wenschte
hem met een enkel woord te herdenken
als mensch.
Mijn «ollega's, die, zooals ik, oud-leer
ling zijn van Treub, zijn, bijna zonder uit
zondering, ook zijne vereerders.
Treub was impulsief, vaak heftig. Di
plomatie was hem ten eenenmale vreemd.
Onomwonden uitte hij zijn meening, tegen
over wie, of over welk onderwerp ook,
maar hij was eerlijk als goud. En bij
diepgaand mecningsversohil met vrien
den of leerlingen, eerbiedigde hij gaarne
andérer overtuiging, hetzij die geuit werd
in iutiiemcn kring, of in wetenschappelijke
vergadering, of zelfs in de ofïicieele colle
gezaal.
Menig staaltje van dit laatste is be
kend.
En indien men hem kon overtuigen van
ongelijk, bij was de eerste, die het ruiter
lijk on ridderlijk zou bekennen.
Vandaar, dat bij wel iedereen, die in
meer vertrouwelijke aanraking met hem
meer dwong tot genegenheid.
En zijn patiënten'. Wat zal er bij talloos
velen een traan opwellen hij het verne
men van dit doodsbericht, die aan Treub
leven en gezondheid verschuldigd, zijn. En
wat zijn er velen, die niet alleen dank
baar zijn voor de hulp, verleend aan de
operatietafel; maar die zich dankbaar
herinneren, dat bij financieele moeilijk
heid een enkel woord van den huis-medi
cus of ook wel van anderen, niet zelden
den pastoor, _voldoer.de was, om hem die
hulp belangeloos te doen verleeneii.
Treub deed veel van zich spreken, maar
weldoen deed hij in stilte.
En wanneer we met dankbaarheid her
denken de vele goede eigenschappen van
Hector Treub, dan willen we, naar goede
Roomsc-he zede, bij zijn doodsbaar ons ge
bed hem niet onthouden, en het liefst bid
ik voor hem de liefelijke eindstrophe uit
het verschrikkelijke „Dies irae":
Huic ergo paree Deus,
Pie Jesu Domine,
Dona ei requiem.
Uit de Omgeving.
OEGSTGEE3T.
Gemeenteraad,
{Vervolg.)
Thans komt in behandeling het vterzoek van
B en W. van Vooorschoten om adhaesiebe-
tuiging aan hét door hen bij de staten van
Z. II ingediende verzoek om te geraken tot
de opheffing van de tollen. Besloten wordt
adhaesie le betuigen. Benoeming reclame-
commitssie. Na stemming blijkt dat zijn ge
kozen de heeren Spaargaren van Eg-
mond ten Bakker, respectievelijk met 7—7
'en 5 stemmen De gekozenen verklaren de
benoeming aan te nemen. Benoeming amb
tenaren van den Burgerlijken Stand. Er
zijn twee vacatures ontslaan wegens het op
eigen verzoek eervol verleend ontslag aan
den heer Jhr Six, en wegens het verzoek
om ontslag van eten heer Juffermans in
verband met zijn hoogen leeftijd, wat me'
algemeene stemmen eervol wordt verleend.
B. en W. hebben een voordracht opge
maakt bestaande uit de heeren Ruben
kamp, Boon, van der Hulst ert van Eg-
mond. Na stemming blijkt dat als zoodanig
zijn benoemd de heeren Rubenkamp en
Boon respectieveélijk 0 en 7 stemmep
Missfve Ged. Staten betreffende rTé jaa?*
weddten van Burgemeester en Wethouders,
secretaris en ontvanger In-Verband met da
grenswijziging waardoor het zielental de
zer gemeente op 4087 is teruggebracht}
komt het dit College gtewenscht voor de sa
larissen van genoemde titularissen naan
evenredigheid te verminderen, behoudens
de jaarwedden der wethouders die zij voor
stellen op het oorspronkelijke bedrag ta
handhaven. Nadat door den voorzitter nog
wordt medegedeeld dat de belanghebben
den hierdoor geen nadeel ondervinden aan
gezien de gemeente Leiden hiervoor bij
draagt, wordt met nlgemeente stemmen be
sloten met het schrijven accoord te gaan.
Verzoek wijziging uitbreidingsplan en;
bouwverbod. Ingekomen is een verzoek met
bijlagen van den heer Paardekoper alhier,
om wijziging uitbreidingsplan en bouwver
bod wat betreft dat gedeelte van den Oudo
Hofpolder De voorzitter zegt dat het ge
wijzigd plan ter visie heeft gelegen en
geen bezwaren zijn ingediend en dat vart
de Gezondheidscommissie medtedceling is
ontvangen dat zij zich met deze wijziging,
aldus vast te stellen en ter goedkeuring
aan Ged. Staten in te zenden, verecnigen.
Voonstel verteenen subsidie Burgemees
ter en Politieschool te Hilversum. Inge
komen een verzoek van het bestuur der
Burgerwacht alhier, om een subsidie van
1500. B. en W geven in overweging deze
subsidie toe te slaan tot een maximum van
1500. Na een breedvoerig^ gedachtenwis-
seling wordt besloten tot tsubsidieverlee-
ning volgens voorstel van B. en W. met 1
stem tegen die van den heer Bakker. Inge
komen een door Ged. Staten namens den
Minister van Binnen!, schrijven dat to
Hilversum een politieschool is opgericht:
ter opleiding van jonge lieden voor het
politievak. De Min. van Binn. Zaken meent
dat hierbij hét gemeentebelang in cle eer
ste plaats gtebaat is en stelt derhalve voor,
het verleenen van een jaarlijksche subsi
die tot een minimum van ƒ20 voor ge
meenten beneden, en van 50 voor ge
meenten boven 10.000 zieten. Met alge
meene stemmen wordt overeenkomstig het'
voorstel van B. en W. om een jaarlijksche
subsidie van ƒ20 te verteenen besloten.
Verzoek der gemeente Schagen om adhae-
sie-betuiging aan het door haar aan de
Tweede Kamer ingediende adres ter wijzi
ging van art. 59 der gemeentewet ter ver
krijging van med'ezoggingschap bij ecne
burgemeestersbenoeming. Met algemeen?
stemmen wordt besloten geen adhaesiè te
te betuigen.
Comptabiliteit. Aangezien over den dienst
1919 eenige po-sten zijn overschreden wor
den deze tekorten op andere poelen overge
schreven en na vaststelling aan Ged. Sta
ten ingezonden. Verzoek raadsleden invoe
ring gebed. Ingekomen een voorstel tot in
voering van'het gebed met twtee der adres
santen, v. d. Hulst, van Egmond en Nijs-
sen, ontworpen gebedsformulieren. B. cn
W. «tellen voor in deze vergadering in
principe (e -besluiten tot al of niet invoe
ring van het gebed en bij eventueele aan
neming zal alsdan in een volgende verga
dering overeenkomstig het reglement van
orde het gebedsformulier door B. en W.
worden samengesteld en ter goedkeuring
aan den raad worden onderworpen. Na
breedvoerige bespreking wordt aldus be
sloten en het voorstel van B. en W. aange
nomen.
Het voorstel van de adressanten tot in
voering van het gebed wordt aangenomen
met 3 stemmen tegen, de lieeren Bakker,
Zaalberg en Spaargaren.
Verzoek met voorstel Tramweg Maat
schappij tot verbreeding Rijnsburgerweg
om de trambaan buiten den weg te bren-
gte» wordt door allen als een groote ver
betering beschouwt en met algemeene stem
men beslóten, behoudens de door B. en W.
te stellen voorwaarden, toeistemming to
verleenen.
Verzoek Rijnsburg betaling verlichtings-
kosten grensw&gen. Volgens overeenkomst
-in 1911 zou deze gemeente een jaarlijksche
som van ƒ51,30 bijdragen wat tot 1913 is
geschied van 1914 tot 1916 bedroeg «Ie jaar-
li jkselte bijdrage ƒ61.30 over 1917 ver
schil, aangezien de lantaarns geen dienst
hebben gedaan en thans komt cle gemeente
Rijsburg met het verzoek om over 1918 en
1919 de helft van de totale vcriichtingskos-
ten te vergoedten wat voor deze gemeente
alsdan bedraagt ƒ224,4?Vè- I>. en W. stel
len voor dit volgens hun bescheiden mee
ning billijk verzoek in te willigen wat met
algemeene stemmen wordt besloten.
Vervolgens komt aan de orde het voor
stel verlaging \an het aan'.al vergunnin
gen drankwet. Volgens het zielental zouden
alhier 16 vergunningen mogen zijn. Het
maximum aantal bedraagt thans evtenwel
9. B. en W. stellen voor dit maximum te
rug te brengen op G, wordt met algemeene
stemmen besloten de Kroon te verzoeken
om overeenkomstig het voorstel van 11. en
VREUGDE! GELUK!
«uil
Wanneer de wereld zoo vreugdeloos is,
P wij haar schilderden dan moet.
ons niet verwonderen, dat ook de jeugd
'"der vreugde-zon voorbijgaat, dte jeug.d
van die kinderen, wier ouders zoo
rcugdeloos zijn in hiïn vreugden. Nog meer
«rijpen wij dit-, wij zien, hoe de ouders
"J|i kinderen vermaken opdringen, die óf
!vl niet. passen bij den kinderlijken lieef-
'Jd, bij de kindernatuur ófwel geheel en
Pervers hét er op "aanleggen de kinde-
■o voor gofid alle gevoel van ware vreug-
le benemen.
Het vrije genot-leven, dat alle ouders
eule", gaan natuurlijk hun kinderen spoe-
5 ""doen, ja r.óg erger, die ouders laten
F" kindeiten al heel spoedig meedoen,
baton wij eerst eens veronderstellen, dat
ouders slechts zich verheugen in voor
passende vermaken. Zijn dat dan ver-
Jpn, die ook de kindernatuur passen?
«orden door zulke vermaken de jeugdige
Ptoeder^n inietv'te veel gespannen, teri-
1' hun geest en gemoed om den jeugdi-
/iJ 'et"ftijd of natuurlijken aanleg geen
P'tandsvermogen genoeg.bezit om zich
p 'n evenwicht te brengen? Zoo is bet
LjM °noordeelkundig ten' verderfelijk voor
ISfl i'ön - ^ren *len ta brengen in toestanden
in Hun natuurlijk kind-zijn gedwongen
wordt veel Ite vroeg en onhatuurlijk-snel
plaats te maken voor zich-gedragen-als-
groote-menschen. Al dat vroegtijdig meele
ven met. groote menschen past den kinde
ren nog niet. De natuur eischi teen lang
zaam proces om van kind-zijn (e komen
tot den volwassen leeftijd. De natuur laaf
zich niet en allerminst op clit punt, gewteld
aandoen. Om onze kinderen volwassen te
zien is meer noodig dan om hen meerder
jarig te krijgén, voor het laatste is eer.< wet
telijke verklaring voldoende, voor het eer-
öte is het, op straffe van hen to schaden,
noodig: te wachten en le waken.
De ..groolen" dansen dit kdn goed zijn
en kan zonder zonde geschieden. Ik zeg:
kan... Toch zegt de H. Franciscus van Sa-
les die toch waarlijk nieit van de streng
ste was over cte dansen, dat het cr mede
is als met de eelbare paddesloelen: de bes
te deugen niet en moeien, om niet tte scha
den, In gering aantal en onder ztekere voor
zorgsmaatregelen genoten worden. Varj de
danspartijen der jongelui geldt vooral het
woord van den H. Hioronymus, ,,in de
danszaal verbleekt- do onschuld en op den
terugweg naar huis wordt zij ten grave ge
dragen". HoéVelen zijn' op den terugweg
van de danszaal naar huis in de hitte- van
de opgewekte hartstocht het weinigje eer
baarheid verloren, dalt hun nog restte van
de onschuld, die zij daar in handen van
sdhaamtelooze jo.ngteli.ngen hadden overge
leverd!... Kinderbals zijn uit den booze en
bederven de kinderen., ongtemerkt maar
zeker.
Het meeleven met kinderen op kermis
en publieke vermakelijkheden, vooral als
het in den avond gaat worden, nóg erger
zonder toezicht, zelfs met geld op zak, is
een gevaar, dat voor de kinderen niet on
derschat moet worden. Nu neem ik hier
het begrip: kinderen, veel wijder dan tot
aan den leeftijd van 10 of 12 jaar!
Zoo ook moeten de kinderen hij bruiloft
of andere partij een zeer ondergeschikte
rol spelen en zeker niet tot laat in den
avond of den nacht erbij blijven, ook al
gaat alles „netjes"!
Het geheele' opvoedkundig systeem
van toegeven is voor de kinderen verkeerd.
De ouders moeten hun kinderen niet over
al mee naar toe nemen, moeten hun niet
laten snoepen en laat opblijven en bij „de
visite" blijven. Het kinderoor luistert zoo
scherp!
Kinderen moeten niet alles hebben, wat
zij willen, moeten niet altijd hun zin krij
gen. Amerika is hiervan een voorbeeld:
Emerson zegt van den iongen Amerikaan:
„de ouderdom begint reeds in de kinderka
mer en vóór de jonge Amerikaan kiel en
broek aanheeft, zegt hij: „ik moet iets
hebben, dat ik nog nooit gezien heb".".
Geen wonder, dat zulke kinderen ondrage
lijk yeel-eischend .worden, onprettig en
verregaand ongehoorzaam, dwingerig cn
zich-opdringend, aanmatigend en koppig.
Als men onze tegenwoordige schouwbur
gen, theaters, enz. eens inkijkt, dan ver
baast men zich over het groot aantal jeug
dige personen kinderen had ik willen
zeggen! Of dat verdervend werkt?
Luistert maar eens naar de woorden van
Tertulliaan, waarmede hij vóór vele
eeuwen den schouwburg van de 20e eeuw
schijnt te schilderen: „Wal leert u het
drama? Niets anders dan .verdichte en
overdreven avonturen, welke u volgens
mijne meening slechts aan gewelddaden
en verkeerdheden herinneren, die men
liever móest vergeten. En het blijspel?
wat leert het u? Echtbreuk en ontrouw;
tafercelen van verleiding en onteering,
ongepaste scherts; vaders, die door onder
geschikten of kinderen bedrogen worden;
ontzenuwde grijsaards. En pantomime of
ballet'? Zij spreiden voor uw blikken
alle ongeregeldheden eener overmoedige
dartelheid ten toon, alles wat een christen
zelfs niet zou durven noemen." ïs dat niet
het beeld van allen onzer hedendaagsche
schouwburgen en theaters1En daarbij
te donken de verfijning, waarmede dat al
les wordt gespeeld! Denkt daarbij de óm-,
geving van licht, en toiléttecring, die op
de fantasie vruchtbaar werkt! En daar
kinderen bij!ook al zijn zij dan 14 of
IQ jaarl - w-
Nog erger is de bioscoop! En omdat daar
van veelvuhliger gebruik wordt gemaakt
èn omdat dit genotmiddel zoo opwekkend
werkt, verhittend moet ik zeggen, op geest,
gemoed en hartstocht. Kinderen-bioscoop
bezoekers worden misdadigers of levens
moede menschen, worden ontevreden of
geestelijk-minderwaardig. Een bioscoop
bezoek kan voor 'n enkelen keer geen
kwaad, als natuurlijk de film onberispe
lijk is, maar wee het kind, dat er aan ver
slaafd raakt wee den ouders, die het
met dat genotmiddel telkens verrassen!...
Een schrijver van den laatsten tijd zegt
hierover: vooral wordt in de bioscoop bij
de kinderen de trek naar meer en zondig
genot aangekweekt. Zij zien voortdurend
in het bioscoopbeeld de meest overmatige
luxe, naclitcafé's, waar de champagne met
stroomen wordt uitgeschonken; mondaine
vrouwen, die zich liet leventje van pleizier
met bet geld van zonde cn schande koo-
pen; het leven lijkt hun slechts muziek en
dans en vrouwenliefde, te koop voor wie
slpchts geld heeft of zich dat op welke;
wijze ook kan verschaffen.
Sommige ouders voeden hun kinderen
op in 't idee, dat stoffelijke welvaart, 't
liefst rijkdom, cle éénig-ware bron van
vreugde is. Dit hooren de kinderen dik
wijls uit den mond van vader of moeder,
dit zien zij uit het ouderlijk leven. Wag
ner. noemt het een onjuistheid, een dwan