Tweede Blad. Woensdag 10 Maart 1920 Uit de Omgeving. KATWIJK AAN DEN RIJN. TUINBOUW. Maandag hield de Tuinbouwver. Katwijk en O. haar jaarvergadering in de boven zaal van Hotel de Roskam. De opkomt was groot. De voorzitter, de heer J. v. d. Perk opent de vergadering met een woord van welkom en zegt o.m.: Mochten we op ynviwfl laarvergaderingen roemen op gun- N ons bedrijf, heden kun nen we «a» niet doen. Het jaar 1919 was in doorsnee genomen «en jaai, waarin we bij de meerite onzer producten moesten bijpassen. Wat er vorige jaren a! Iets oververr'iend, het jaar 1919 heeft dat voor bet meerendrel w«er genomen. De prij zen, welke we voor onze producten kregen, waren, op enkele uit zonderingen na, niet slechts niet loonend, mnar bleven vaak bfne den de productiekosten. Wat hiervan de oorzaak was is.u allen bekend. Tengevolge der lage geldkoersen konden we met het buitenland geen zaken doen, en lag de exporthandel bijna geheel stil; wat dat beteekent hebben we in het afgeloo- penjaar ondervonden. De gevolgen bleven niet uit; een prijsdaling zooals nimmer werd aanschouwd. Letten we elecht9 op de bedragen van omzet in 1918 en die van 1919. In 1918 514 ton. terwijl we het in 1919 ternauwernood tot 3 ton konden brengen. Was dus het vorig jaar verre van voordee- lig, ook in de toekomst zien we nog duis tere wolken hangen. De valuta waar.toch voor onzen handel zoo veel van afhangt is nog eerder slechter dan beter geworden, en we hebben het ten vorige jare gezien dat de exporthandel hiermede ten nauwste samenhangt. Indien we geheel op het binnenland zijn aangewezen, dan, dat h'eefl de ondervinding ons geleerd, zijn we niet best af. Gelukkig dat aan het hoofd van on ze organisatie mannen staan, die de toe komst onder de oogen durven zien, en al het mogelijke doen om den handel met het buitenland in zekere banen te leiden. Dit geteft nog weer hoop op de toekomst. Laten we gezamenlijk, in onze organisatie, trach ten, de moeilijken tijden, welke ons mis schien nog te wachten staan, het hoofd te biedeh. Juist in deze tijden-'hebben we on ze organisatie zoo noodig. Hopen we dat de uitkomst van 1920, onder Gods ze gen, nog goed moge zijn en .we met Gods hulp ons dagelijksch brood mogen verdienen. Hierna werden de notulen der vorige ver gadering gelezen. Deze werden goedge keurd. Uit het keurig en uitgebreid jaar verslag van den secretaris, den h^er Jac. Wassenaar, stinpen we het volgende aan. Omzetcijfer f 303978.67. Aantal veilingen gehouden 103. Ledenai 180. Geveild waren o.m. 7330 zak eigenheimers, 31987 zak vroe ge groote aardappelen, 1291 zak kleine aard appelen, 290,020 K.G. uien. 255150 K.G. peen, 91953 bos peen;, 1453557 bloemkool, b'enevens veel gele en roode kool, rapen, schorseneeren, enz. Daarna wais aan de orde rekening en verantwoording, De ex ploitatierekening over 1919 was met de bc- grooting voor 1920 den leden gedrukt toe- gezonden. De administratie van den vei lingmeester en den penningmeester was het geheele jaar nagezien door den accountant der vereenigina, en steeds in orde bevon- ^pn. De exploitatiekosten werden na .en kele ophelderingen goedgekeurd. De provisie, salarissen van het be stuur en beambten worden geregeld in den geest als int 1919. In verband met de min VREUGDE! GELUK! I Bij het neerschrijven van die' woorden overvalt mij dezelfde stemming, waarvan Mgr. v. Keppler, de Apostel der vreugde gewaagt, 't Is alsof duizenden .blond-gelok te kindergezichtjes met hunne blauwe en donkere kijkers zich naar mij wenden; *t is, alsof ze mij smteeken met oogen vol droefheid: „vreugde, gelukkige vreugde! breng haar bij ons, wij missen haar toch zoo!"En achter hen doemen andere gezichten op, verlept en gerimpeld, gebla seerd en afgeleefd, en hun sombere, doffe blik zegt: „Spreek daar niet over, er be staat geen vreugde!" Doch zij worden weer verdrongen door roodwangige, vriende lijk heimwee naar het geluk, waarvoor hoopvolle, heldere oogen richten zich vol aanmoediging op mij: „Ja, spreek over de vreugde! Zeg ons, wat wij kunnen doen om haar te redden <pn te vermeerderen voor ons en voor anderen in deze tijden, zoo arm aan vreugdel Wij streven naar- geluk! Er is geen trek vnn ons wezen, die ons meer aange boren, ingeschapen, „eigen" is, dan deze streving naar geluk. .God Bchlep ons voor zichzelf. Hij beeft ons hart zóó groot ge maakt, dat slechts Hij het geheel kan vul len. Toen bij de schepping onze ziel de goddelijke Scheppershand verliet om zich te verenigen met het haar bestemde li chaam, toen bleef in die ziel een ongenees lijke heimwee naar het geluk, waarvoor God haar schiep. Hij drukte als een stem pel op die ziel Zijn eigen beeld en gelijke nis, opdat onuitwischbaar en voor altijd dujdelijk zou zijn: .Ik ben v a n U, en .ben vo 0 r U, mijn God!"...... Wij streven naar gelukl wij* smachten naar gelukl Onze streving naar geluk zou men kunnen; vergelijken met het „diepe smachten naar de zon, dat, volgens Wib- belt „door de gansche schepping gaat." ,,Het klei ie zaadje in den donkeren schoot der aarde h'eeft geen rust, het wil omhoog, naar het licht. Met zijns fijne worteltjes klemt het zich vast in den grond en heft dan het hoofdje op en rekt zich uit en zwelt met jeugdige kracht tot het door de aardekorst heenbreekt en naar buiten treedt. 01 daar is de groote heerlijke zon, dere werkzaamheden van enkele bestuurs leden door het eindigen der regeeringsmaat- regelen wordt het salaris van drie bestuurs leden iets verlaagd voor 1920. Bij de ver kiezing van voorzitter, die elk jaar af treedt, werd de heer L. v. d. Perk, met bijna algemeene «temmen herkozen. Ook de isecretarie-penningmeester de heer Jac, Wassenaar en het bestuurslid de beer H. Grimbergen verkregen weer bijna alle stemmen, Onder dank voor het in hen ge stelde vertrouwen, nemen allen de benoe ming aan, Hot bestuur heeft een voorstel om ook landbouwgewassen op do velling toe te la ten ep dan legen een lagere provisie, n.l. 3 pCt. voor tuinbouwproducten is dit pCt.) Wordt na eenge bespreking zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer D. Minnee heeft het volgende voorstel ingediend: Door het bestuur zul len besprekingen worden aangeknoopt met veilinigsbesturen ln het Westland en Noord- Holland om een prijs vast ie stellen voor ónze producten, opdat het bedrijf niet te gronde gaat. De voorsteller licht zijn voor stel als volgt toe: als ondergeteekfcnde na gaat wat de uitkomst is geweest van het tuinbouwbedrijf in 1919, dan geloof ik dat er niet veel winsten zijn te boeken, doch 'n tekort. In 1920 gaan wij met een bezwaard hart planien en zaaien omdat alios te duur Is. En He omstandigheden wijzen er op dut weer alles voor een ar»pel en een e! van de hand zal móeten worden gedaan, De duur- te-com missies doen nl hun best, om maar goedkoop voedsel te krijgen. De fabrikan ten zeggen maar „dat is de prijs" en min der ,gaat het niet. De artikelen waarvan de prijs is vastgesteld zijn te veel om op te noemen. En dikwijls zoo hoog, dat ze ons doen watertanden. En moeten wij tuin ders het ons laten welgevallen wat ze om geven willen. Is hier niets tegen te doen. Mij dunkt het spreekwoord „Eendracht maakt macht" is ook voor ons van kracht. Kan er gfèen samenwerking gezocht worden met andere veilingen, om een prijs te be palen voor onze producten, die loonend is, en wij dus kunnen blijven produceeren. Kan bijv. niet vastgesteld worden een prijs voor 3 dagen of voor .'n week naar gelang de aanvoer en het beschot. Wat de vastge- stelden prijs niet op kan brengen zou 't be stuur aan een exporteur kunnen verkoopen of zelf exploiteeren.. Als wij hierin slagen wa ren we niet zoo afhankelijk van de grillen van de kooplieden!. Ik vrees dat de tuinbouw anders een don kere toekomst tegemoet gaat. Het praeadvies van het bestuur hierop, luidt: Het bestuur is met den voorsteller van oerdeel dat middelen moeten worden gezocht op dat een loonende prijs voor onze'producten kan worden verkregen, Zij verschilt echter met hem omtrent de wijze van uitvoering. Een prijs vast te stellen voor het binnenland van 3 dagen of een week en dan het surplus verkoopen aan een exporteur, of zelf exporteren achten wij niet gewenscht. Wij hebben de vrije concurrentie voor binnen- en buitenland op onze veilingen herkregen, laten wij hiervoor dankbaar zijn. Doch waar schuilt de te lage prijs onzer tuinbouwproducten, immers alleen in den abnormaal lagen stand der buitenlandsche valuta. En hierin verbetering aan te brengen, schijnt een zeer moeilijke kwestie, waar aan zeker de enkeling geen oplossing zal kunnen brengen. Het doet daarom het be stuur genoegen de vergadering te mogen' mteedeelen dat door het Centraal Bureau van de veilingen in Nederland als hetmoge- lijlte wordt gedaan om in de donkere toekomst eenig licht te verkrijgen. Wij moeten de organisatie niet verlaten, doch alleen hierin onze kracht zoeken. Het cre- dietvraagstuk, in welke richting naar u be kend is, wordt gewerkt, moge niet aanlok kelijk zijn. Indien wij maar verzekerd kun nen zijn van f.en loonenden binnenl. prijs zijn wij reeds op den goeden weg. Onze be langen zijn bij den> heer Valstar en diens andere collega's bestuursleden in goede handen. Het bestuur besluit daarom u het voorstel al8 thans Ingediend, te ontraden. Uivoerig wordt door de vergadering nog over deze zaak gediscussieerd. De vergade ring neemt hierna aan het praeadvies van het bestuur. Hierna komt in behandeling een voorstel van den heer C. Barnhoorn inzake het sta tiegeld voor materiaal. Het bestuur zegt ln een praeadvies dit voorstel als onuitvoer baar te achten en het de vergadering te moeten ontraden; Do vergadering te van hetzelfde gevoelen en na zeer lange dis cussie wordt het voorstel verworpen met bijna algemeene stemmen, Wel wordt het bestuur opgedragen tegenover koopers die mlsbuik maken van materiaal der leden door dit voor eigen bedrijf te gebruiken en soms waardeloos terug brengen, streng op te treden. Om dit euvel te voorkomen wordt nog aanbevolen verhooging van sta tiegeld. Dit zal bepaald worden in de Junl- vergadering. j Bij de rondvraag vraagt de heer N. l Bos om «en hoogere boéte te ei6chen bij overtreding van het reglement inzake het verplicht veilen of althans dit artikel beter te handhaven. Indirect lijden die leden die zich stipt aan het, regiemeent houden schade door het ontduiken door anderen. Het be stuur noemt verschillende oorzaken die sommigen ertoe gebracht hadden zich niet aan de voorschriften te houden, zegt echter toe, dat voortaan aan het desbetreffends artikel streng de hand zal worden gehou- den."Het bestuur doet hierna mededeeling dat door den terreinbeambte voor de le den worden vervaardigd z.g. koolkragen, welke dienen ter bescherming der koolplan- ten tegen de koolvlieg. Deze kosten den le- i den 6.50 per 1000 stuks. Zij worden dóór den Phytopatologischen dienst te Wage- ningen aanbevolen als een zeer goed mid del tegen de koolvlieg, die haar eieren legt bij de koolplant, waardoor z.g. worm ont staat en de planten voor een groot gedeel te wegvallen, hetgeen soms voor den tuin der een groote ischade zijn kan. De heer N. Bos heeft het vorig jaar in»overleg met den Rijkstuinbouwleeraar, den heer Volkertz, te Lisse in Katwijk een proefveld aangelegd en de uitkomsten waren schitterend. De heer N. Bos doet verslag van zijn bevin dingen op dit proefveld en noemt de kool kragen ook een afdoend middel tegen de gevreeisde koolvlieg. De uitkomsten zijn schitterend. Opgave voor deze koolkragyn kunnen gedaan worden bij den secretaris, den-heer Jac. Wassenaar. Na neg enkele besprekingen sluit de voorzitter te half elf met dank voor de op komst en de aangename en zakelijke dis cussie» d<eze belangrijke vergadering. VOORHOUT. Het patronaat, Zondagavond had Ln het Patronaat de plechtige intronisatie plaats van het beeld van het H. Hart. Voor deze plechtigheid waren 'de vaders en do nateurs uitgenoodigd. De vóonzriJtter, de her P. N. Vesteir, dankt o. m. aJlen, die (hadden bijgedragen), om het patror.aats- gehouw au Ik een prachtiig H. Hairtibeeldl te schenken. Nadat de ZeerEerw. heer Pas toor een korte toespraak had gehouden verrichte ZijnEerw. die plechtige intronL- satie. Hierna zongarj een vijftal jongen» van het Patronaat een hed, waarbij de heer Vermeijs op de pianJo begeleide. Vervolgens hieldi een der jongens een van dankbaarheid! getuigende toespraak tot den ZeerEerw. Heer Pastoor en bood ZijnEerw. als bewijs van erkentelijkheid een viertal boeken aan. Ook de ZeerEerw. Heer v. d. Burg werd hierna toegesproken en namen* de jongens van het groot-patronaat werden ZijnEerw. bi paar mooie vazen aangeboden. Hierna waa het feest geëindigd. Professor v. d. Burg gaf nu zijn twee den Oudersavomd, en sprak over de vreug den van het leven in het bijzonder van het kinderleven. (Prof. 'd. Burg heeft ons een reek* bijdrager, over dit onderwerp toegezon den, Do eerste daarvan ii io ons nummer van VANDAAG geplaatst. Wij maken op deze dm vorm en ir-houi meer lezenswaardige artikelen, onize lezers bijzonder attent. De lezing er van i« nuttig en aangenaam. Red.). Een collecte ten bate van het tekort voer het H, Hartbeeld bracht ruim 28 gld. op. NOOTDORP. Ned. R. K. BouwvaHarbeidsbond. Do afd. Nootdorp van genoemden Bond hield een algemecno ledei.'vergadering, wu.< door bijna allo leden bezocht was. De Vo rittor opende de vergadering met J -rj Chrdietelijken groet, waarna de Secretaris de notulen las, welke onveranderd werden goedgekeurd. Er werd besloten een klein© verhooging var. contributie te heffen om den penningmeester voor zijn omvangrij ken arbeid eer. kleine gratificatie te kunw nem geven. De Secretaris maakte bekend, dat binnenkort afschriften van het colectief arbeidscontract verkrijgbaar wouden wor- derj gestold. Teven* deelde hij medio, dat het busje, geplaatst bij do contributjobeta- lir-g ten bate voor de noodlijdende W*en- eche kinderen, het bedrag vara f 12.—- bad opgebracht. Hij bracht dank ann de ge vers, maar sprak er 'rijn tefleurstell- over uit dat het bedrag zoo gering was, Hij verklaarde, dat hij vast vcrwadht had dat petf lid een gulden zou gestort rijn, en i'-U was het bedrag nog ruLet do helft. Er word eer.ige oogenblikken gediscus sieerd over het vaststellen van het loon voor oud© en invoUëde arbeiders. Niets meer man de orde zijnde «luit d« Voorzitter de vergadering mat den Ghriste. lijken groet Ingezonden stukken. jBuiten verantwoordelijkheid der Red) Roomeeh-Kntholleken van Lelden en Omstreken. Door ait stukje, waarvoor da redactie welwillend eenige plaatsruimte afstaat, vraagt ondergeteekende namens vele per sonen uw aller medewerking om het onze delijke étaleer en te bestrijden. Het is meer dan schandelijk zooals op heden de étalage van een bekende Leidsche firma er uitriei Ondergeteekende heeft aan de Dlrèctrlce dezer firma beleefd gevraagd, om te zor gen, det da étalagepoppen niet meer gv- hvel of gedeeltelijk ontkleed in de étalage etaan. Op dit schrijven is nooit een ant woord gezonden. Is nu hier niet lefts te <ïoen vooralle R. K. y e r 0 n i g i n g e id; dat zij o(p hun eerstvolgende vergadering bespreken, om niet bij zulk een firma te koop en zoo lang rij op een dergelijke manier étaleert. Komt, Katholieken van Leiden en Om streken, Iaat dergelijke firma's voelen in hun kog dat rij in strijd handelen met hat zedelijkheidsgevoel. Koopt niet bij bon. Geachte redactie, na mijn oprechten' dank voor de plaatsing van dit stukje blijf ik Uw dw. dn. A. O. TELENG. Naschrift: De geachte inzendereal meer geërgerd zijn door de kleedingstukr ken, welke de bedoelde beelden domor:. etreeren moeten, dan door de beelden z&lf.. De étalage var: dergelijke ,,klee'dlng"-gtuk- ken is dan ook inderdaad ergerlijk. De inzeider noemt den naam der door hem bedoelde firma. Om meer. dere redenen, die wij den ir>- zendeor gaarno persoonlijk willen mede- dedleh, achten wij het in dit geval niet goed, zulke te doen» Mijnheer de Redacteur, Nu in de ons besturende collages, zoowel landelijk als plaatselijk zich weer stemmen geen verheffen van hen die-zich geroepen gevoelen om te trachten een nadere rege ling in het leven te roepen voor den ver- koop, beperken verkoop of totalen uitverkoop van alcoholhoudende dranken, te het voor iemand die als handelaar in dat artikel op treedt weer de tijd om het gevoel van zich af te schudden, dat men bezig is ^en bedrijf té decllneeren en een blaam te werpen op den handel en wandel van Slaateburge;» die volgens mijn bescheiden nieoning zulks niet verdienen. Bet is daarom, M. de R., dat ik u eenige plaateruimte verzoek ten einde een poging te wagen om dit vraagstuk 'eons van 'n an dere zijde te bezien, waarbij ik dan voor een groot gedeelte zal citeeren de memorie van toelichting die is gevoegd bij het adres van den Bond van Distillateura en Likeur stokers aan de Tweede Kamer naar aan leiding van het ontwerp van wet tot wijzi ging van de Drankwet ingediend door rie hforen Rutgers, c.s. Onze bestaande Drankwet gaat uit van het beginsel, dat het gebruik van sterken drank geoorloofd is en dus niet wordt be schouwd als een kwaad, maar dal alleen misbruik als zoodanig behoort te wer den bestempeld, waarom dan ook de bepa lingen van die wetten doel hebben, dat zoo. veel mogelijk datgene wordt uitgeschakeld, wat, tot dat. kwaad, bet misbruik dus, sou kunnen leiden. Daarom beperkt'de Drankwet het aantal vergunningen; opent do mogelijkheid om iti buurten, waar een vergunning het guva&r bijzonder groot zou maken,.hot hebben van een vergunning geheel te verbieden; laat ruimte-om op speciale dagen of uren het gebruik van de vergunning te verbieden; geeft bepalingen, die het mogelijk maken die personen van -het vergunningsrecht uit te sluiten, in wier handen dat recht wellicht misbruikt zou worden; ontzegt kindoren zonder geleide den toegang tot vergunnings lokalen; stelt eischen omtrent lucht en licht in die localen; kortom in een complex van bepalingen,- die slechts ten doel hebben zoo veel mogelijk misbruik tegen te gaan door onder zoo gunstig mogelijke omstandigheden in beperkt© en voldoende mate .gelegenheid te geven tot gebruik van sterken drank, bet- welk in het systeem van deze wet op zich zelf als geoorloofd, als oirbaar en eerbaar wordt erkend. Wanneer de misschien niet geheel onbe vangen blik van een belanghebbende nog voldoende scherpte kan bezitten om de lij nen afgeteekend te zien, waarbinnen de ar gumenten en motieven geplaatst zijn van hen die fcen nadere regeling noodzakelijk achten, .dan meen ik te mogen vaststellen dat zij even noodzakelijk van oen der twee volgende stellingen overtuigd moeten zijn: ofwel het beginsel der.wet is valsch, d. w. z. het gebruik van sterken drank is ongeoorloofd, op zich zelf; ofwel de wet scha kelt niet voldoende uit datgene wat het kwaad is en tot erger kan leiden, het mis bruik. Heeft de eerste categorie gelijk, waarvoor van mij geen argumenten verwacht kunnen worden; is dus het gebruik van sterken drank op zichzelf ongeoorloofd dan on verbiddelijk leegpompen en droogleggen. Maar heeft de tweede categorie gelijk, wat te cont.roleeren is, dan is er slechte verschil over de manier waarop, over het tem po, en dan meen ik ook nadrukkelijk te rnogten vastleggen dat de strijd tegen het misbruik het gemeenschap- pel ij k doel i Gemeenschappelijk doel, niet slecht* van Drankwetgever cn zij die verandering van systeem wenachen, maar van alle weid en kendie menachen waaronder ik voorloo- pig met goedvinden nog reken dB belang- hebbenden, die al bevat de Drankwetgeving voor hen veel noodelooze hinder en schade. Jijke bepalingen, gaarne het doc-i der wet beamen en... helpen bevorderen. daarboven aan den hemel! Zij is het ge weest, die het zaadje met langzamen, war men vinger gewekt heeft; zij heeft met zoete geluidjes het kind gelokt en nu ziet zij er .op neer, moederlijk glimlachend. Het jonge Iplantje strekt verlangende de armen naar haar uit en opent het lichte bloeme- ong *en lacht tegen de Moeder, daarboven aan den hemel. Staat de plant gevangen in het donker, dan zoekt zij naar elke spleet, waardoor het licht zich dringt en met bleeke, zieke groeikracht werkt ze zich r-r heen. Wendt ge haar af van de zon, dan b<egint. ze, langzaam en met moeitevol ge duld, blad en bloem, rank en stengel t.e wenden en te verdraaien tot zij de Moeder weder in de oogen kan schouwen. Er ligt iets roerends in de trouw, waarmee de zonnebloem haa groote, zware kroon naar de zon richt. Het gele, vlammende bloeme- nangezicht is zelf als een beeld der Dag vorstin, en blikt als in stomme, dankbare aanbidding tot haar op, en volgt haar langzaam en staart haar verlangend na, als de koningin des avonds de purperen gordijnen om haar sponde schuift. Menig bloempje vindt het dan niet meer de moei te waard, de oogen nog langer open te houden; bet sluit de zachte blaadjes en krimpt ineen, als voelde het. zich verlaten, nu de lieve zon er niet meer is. En hoe hebben de dieren de zon lief! Hoog in 1e toppen der boomen zien merel en; spreeuw naar haar uit en roepen haar met smach tende zangen en begroeten' haar met jubel tonen. Naar het zuiden rich't de vogel den ingang vari zijn nest, opdat, de zon met warme hand het jonge broed strode; en niets is te vergelijken met het welbehagen, waarmede de kat zich knipoogend uitrekt in hét warme zond. Zelfs het koude, stom me volkje in vijver en beek komt uit' het koele duister en laat zich behaaglijk wie gelen in het zonnige water. Wanneer bij ons de dagen korten en de zon haar glans verminderen gaat, dan ontwaakt in de kleine hartjes der trekvogels het verlangen naar het lichte Zuiden en zij maken zich op tot de groote reis en rij roeien zich dcor de onmetelijke zee der luchten en trekken over den ontzagwekkend en Alpenmuur en snellen over de eenzame waterwoestijn, naar zonniger stranden. Verlangend staart ons oog z* na' ach, konden wij maar medetrekken! De oude drang naar de zon nelanden ontwaakt in ons hart. Ons, Noordlanders, is hij aangeboren en zoo menigen reiziger heeft hij naar Italië ge voerd, deze oude drang, die wellicht een heimwee is uit de eerste jeugd van uns volk, die in het verre Oosten heeft gebloeid Er is een tweestrijd, diep in ons gemoed, een trouwe liefde voor het donkere woud, voor de groene weide, voor de bruine heide van het vaderland .met al hun strenge zwaarmoedige schoonheid en tegelijk een brandend verlangen naar de zon, naar den lachenden hemel en de heldere kleu ren van het Zuiden. Is hij daarginds, de zonnezoeker, dan ruischt 'bet verre woud door zijn donkere droomen; keert hij terug, dan weent zijn ziel om licht' en kleuren gloed. Een schoone droom! De zon na te snel len, de hand aan den sleependen zoom ven ^aar purperen mantel, gelijk het kind de egvluchtende moeder naloopt. Een zeldzaam zonnesmachten glotlt dikwerf ln 's menschen ziel, wanneer hij sterven gaat. De ziel wil niet in donkeren nacht schelden gaan en wacht op den mor gen, op hel licht op de Zonl „Ach, dat de zon toch maar spoedig mocht opkomen", zoo zuchtte reeds zoo menige bleeke mond en zoo menig brekend oog heeft het nade rend morgenrood, de eerste voorbode van de zon, met dankbare, tot rust gekomon blikken begroet. Lit het licht is de ziel ge boren en nnnr hel L'cbl keert zij weer. Het zonnesmachten, dat alles uit het duister in het licht trekt, dat alles tot hoo- ger onlwikkeling vormt en brengt, dat met toovermacht door hïl gansche Heelal grijpt en een gouden keten slingert om het wor den en geschieden, om hel rijpen en vol brengen is het g£en heerlijk symbool -- ja, meer nog dan dat: is het geen borg tocht voor den triomf van het goede en van het schoone? Want het zonnesmachten is niet slechts, het schept en het werkt. Voor het kortzichtig oog mag het schijnen alsof de wereld in een eeuwigen, zinloozen kring rondwentelt en zeifs, onder den last van haar rwaarte in de diepte zinkt; het is niet waar: de wereld stijgt omhoog naar een heerlijk, verhaven doel. Door het zonne smachten gedreven zweeft rij opwaarts waarheen? waarbeen? waarheen anden dan naar de Zon, de bron van hel licht, de bron van het Leven." Evenals door de schepping vaart eru smachten naar de zon, zoo ook is de geh-iole schepping het zonnesmachten is er slechts oen symbool van! aangegrepen door een onweerstaanbaar snakken naar geluk. De mfensch alleen is zich bewuist van die stre ving. Daar vreugde het genot is van verkre gen geluk, zal eerst het bezit van U e t Geluk, het bezii van God, volkomen vreug de, d. i. bevrediging des harten schenken Toch zal alles, vooral wat medehelpt fin tot God te komen, maar ook wat met God genoten kan worden, in meer of mindere mate gelukkig maken, vreugde bieden.. ,,De te©! der vreugde is onze moedertale". Een hart, dat zich sluit voor vreugd'e, ver dort, verkwijnt, streft weg. Het hart, dat geen vreugde wil kennen, verzaakt aan een bestanddeel des levens: geluksdrang, drang naar vreugde, bevrediging van zielesmach ten. Wij zijn gebortjn voor geluk, voor vreugde. Bij alles, wat wij doen, zoeken wij vreugde. Het licht, het geluk, de vreugde is ons levenselement. Zooals het Heelal de zon tegenlacht, zoo ook heeft ons leven behoefte aan een zon. De Zon nu des levens is de vreugde. Een leven zonder vreugde kan niet lang bestaanHeel het leven geen ware vreugd te vinden, het zal zicli tevredenstellen, of neen zich „behelpen" met schijnvreugd: maar vreugde zoekt ieder leven. Want vreugde is de bevrediging met gevond'en geluk. En naar geluk streeft ieder schepsel van nature. „Het,ls een bekend feil", verhaalt ons P. v. d. Tempel, „dat op sommige tijden van het jaar bij den vuurtoren, den Brandaris, droeve dingen worden afgespeeld. A1b de avond gevallen is en de electriische vlam van den toren door de prisma's haar breede lichtbundels to-t vèr in de duisternis werpt, ziet men opeens zwermen trekvogels op dat verblindend licht aanvliegen. Door dc helle stralen aangetrokken en betoovsrd, vallen zij op het licht aan, gaan weer heen, maar vliegen, als door een geheime macht aangetrokken, telkens en telkens op het licht Ln. Arme dieren! Terwijl de kleuren pracht van hun roode en blauwe vederen door het wonderlicht no gr stralender en glanzender wordt, bonzen zij telken* feller en woester tegen het barde glas, totdat zij op het eind door afmatting uitgeput met geknotte vleugels en gebroken snebbon aan den voet van den torep neervallen. Daar liggen zij dan des morgens in honderdtal len verstijfd uitgestrekt op den bazalten vloer van den vuurtoren." Dit nu is het beeld van hetgeen plaats grijpt in de groote menschenwereld. Gelijk de vogels op het verblindend licht zoo vlie gen wij op het geluk aan en hunkert ons hart naar vreugde en genoegens. Wee echter den gelukzoekende, die zich werpt op schijngeluk of het ware geluk verkeer delijk najaagtl Volgens den H. Paulus is de gfeheele natuur, al het geschapene voortdurend in pijnlijk afwachten. Zij heeft gehoord het hoopvolle woord van den God van het Parardijs, zij hoopt dientengevolge op het geluk, zij verwacht het met smartelijk heimwee. Het is als viel in de natuur een lichtstraal uit het Paradijs, als klinkt van daaruit nog voortdurend een echo na van het vervlogen geluk cn de hoopbrengende Belofte En onze kinderen? Hdr kind, dat nr.g het mee&fc „natuurlijke" onder de verstan delijke wezens 1b, gevoeld dP behoefte naar geluk ook het meest.' In om1? kinderen is de drang naar het gelnk, naer de vreugde hcW krachtigst. ZIJ (hebben ook lm>t£ zoo weinig woenstand om afwezigheia van vreugde te drngen. Een jeugd zonder geluk of vreugde drukt ccn onzalig stempel op hel geheele-lev^n!Kinderen, die In hun Jeugd veel smarten moeten lijden zond- r geluk, zonder vreugde, worden gewoonlijk mislukkingen, Jenn Paul had ge'ijk: .„Ach schaft de tranon der kinderen af; hot lange regenen op de bloesems is zoo dade lijk"Dus te veel tranen afschaften! 't 1 a n g e regenen is schadelijk!,.. Dpze'fdo kindervriend zcid© ook: „evenals do eitjes der zangvogels en het pasgeboren jong van de duif, zoo verlangen do kinderen alleen naar warmte. En wat is warmlo voor die kleine wezens? Vroolijkh^id. Zij doet; de jonge krachten als morgenstralen opgaan; zij is de hemel, waaronder alles gedijt, ver gif uitgezonderd 1" Het kind zoowel als de volwaswne Miakt naar geluk, naar vreugd», Hag«viI<L G. P. 7, BURG, pr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1920 | | pagina 3