Je Lei Tweede Blad. Uit de Omgeving. Zaterdag 28 Februari 1920 Geloofsverdediging. EERSTE GRONDSLAG: ER IS EEN GOD. Bewijs getrokken uit de stem van hetgeweten. Ofschoon datgene, wat wij in de vooraf gaande artikelen behandeld hebben, reeds meer dan voldoende is om de r e d e lij k- h e i d van ons geloof aan God want daar gaat het over te betoenen, zullen we toch d,ezen en ook dén volgenden keer no-g benutten, om de gewichtigste aller waarheden, het Godsbestaan n.l., door nieuwe bewijzen te bevestigen. Met een vraag aan de lezers leiden we ditmaal onze bewijsvoering in en wel met deze: Gesteld eens, dat ge nooit van uw leven gehoord zou hebben van de tien geboden Gods, verondersteld, verder, dat er geen staatswetten en geen gemeentelijke-veror deningen bestonden, kortom, gesteld, dat er nooit of te nimmer noch door God noch door eenige menschelijke overheid eenige wet of bepaling ter. regeling van 's men schen doen en laten in woord of geschrift was gegevenzoudt ge dan maar raak mogen leven en doen, wat ge zoudt verkiezen? Ik kan moeilijk van al mijn lezers het antwoord afwachten en daarom zal ik het zelf maar. géven, vast en zeker overtuigd, dat iedereen, die nog niet lijdt en de hemel beware hem daarvoor aan de beruchte bolsjewistische geestesziekte, waardoor alles op den kop wordt gezet, na korter of langer nadenken zal antwoor- nen, kort en bondig: „Né en." Inderdaad d a t is het eenige ware ant woord op de gestelde vraag en we behoe ven niet lang te onderzoeken van waar ze komt, dia besliiste zonder de minste weife ling gegeven ontkenning. Dat forsche en bondige „neen" is een uitspraak van 's menschen geweten. We kennen allen de uitdrukkingen, niet waar, die men van Roomsch en niet- Roomsch, van geloovig en niet-geloovig somtijds kan opvangen, zooals: „mijn ge weten verbiedt", „mijn geweten zegt mij", „ik mag niet handelen tegen mijn geweten," „men moet volgens zijn geweten hande len." We kennen die uitdrukkingen en een ieder weet, wat er mede bedoeld wordt. Want het is onzé dagelijkvsche ervaring, daf een ongeschreven zedenwet zich gelden laat in iederen mensch. Ja, daar ?s een wet in ons binnenste, waarnaar, als naar een vasten regel en richtsnoer, wij onze vrije handelingen en daden behooren te regelen, een wet naar welken maat staf wij onze eigen daden en de daden on zer medemenschen op hunne z e d e I ij k a waarde schatten, d.w.z. beoordeelen of ze goed of slecht zijn. Ja, ook onze eigen da- d'en; want het kan gebeuren, dat wij onze eigeni handelwijze als goed trachten te ver dedigen tegenover anderen, terwijl in ons binnenste de stem van het geweten onze handelwijze veroordeelt. Het geweten, dat is die ongeschreven wet, doet ons het recht van het onrecht scheiden, doet ons onder scheid maken tusschen goed en kwaad; die ingeboren zedenwet verplicht ons, dwingt ons als 't ware het goede te doen en het kwade te laten, aan ieder het zijne le geven en onrecht te vermijden. En we ervaren) het en we gevoelen het zoo duidelijk, die zedenwet, dat geweten is onafhankelijk van onzen eigen wil, staat hoog verheven boven' onzen eigen wil, zóó zelfs, dat het geweten zich gelden laat zelfs tegen onzen wil- en niet zwijgt, al gaat het lijnrecht in tegen ons eigen belang. Is dat geen merkwaardig feit en geeft dat feit ons niet te denken? Die zedenwet is niet in deni eenen mensch wel en in den anderen mensch niet, neen, in ieder mensch, zoo hij niet van zijn zinnen is beroofd, wordt ze gevonden, in ieder menisch, ja, zonder uitzondering van alle tijden en alle' plaatsen. Men kan het geweten misschien afstompten, maar niet uitroeien; men kan het wellicht een tijdlang het zwijgen opleg gen, maar daarna zal het des te luider spreken. En hierin ligt de verklaring, waar om misdadigers, door wroeging verteerd, vaak op hun sterfbed de misdaad bekend maken, die zij ooit hadden bedreven, zon der dat een sterveling er iets van afwist. Het. feit der ongeschreven, den menBch ingeboren en daarom natuurlijke, zedenwtet wordt don ook door niemand ontkend. Vragen wij daarom thans: vanwaar dat geweten. Vanwaar dat onderscheid door ons zoo natuurlijkerwijze gemaakt tusschen goed en kwaad, tusschen recht en onrecht? Van waar die verplichting, m. a. w. dat dwin gend karakter, dat van zelf gepaard gaat met een uitspraak van ons geweten? Van- waar'dat verantwoordelijkheidsgevoel voor onze eigen daden en handelingen? Natuurlijk, men tracht weer, antwoord gevend op die vragen, door allerhande spitsvondig!) „,i onhoudbare redenee ringen aan de zoo voor de hand liggende gevolgtrekking te ontkomen. Bij velen staat het voorop: geen enkel feit uit het dage- lijkech gebeuren in' ons en rondom ons mag ons brengen tot de erkenning van het Godsbestaan. Vandaar dat men als ant woord op de gestelde vragen durft beweren, dat het geconstateerde en door niemand te loochenen feit zijn oorsprong zou vinden in „vooroordeelen der opvoeding". Jawel, het ie mooi gezegd, maar totaal onwaar. Dat is geen verklaring! Zeker, door opvoe ding kunnen we in zekere richting worden geleid, doch de ondervinding leert, dat men ouder geworden zich met gemak ontdoen kan van vooroordeelen in de jeugd ons in geprent, maar in deze zaak is hst juist 'i eigenaardige, dat men» het geweten niet kan uitroeien; het geweten blijft, blijft altijd spreken. Daaruit blijkt dat het geweten geen men- Bchtenwerk ia; het is in den mensch zonder toedoen van den mensch; het is in hem, dikwijls tegen hem en tegen zijn wil. •Ik vraag dus nogmaals: Vanwaar dan het geweten, vanwaar die onuitroeibare zeden wet in ons? De heiden Sophocles, do beroemde Griek- sche treurspeldichter dor oudheid, gestorven in 't jaar 406 vóór de Christelijke jaartel ling, zal ons het antwoord geven. In zijn treurspel „Koning Oedipue" lezen we deze heerlijke verzen (zie prof. De Groot: We dergeboorte"): Mocht ik het lot verwerven vroom en rein te wezen in mijn woorden en alle werken, waarvoor wetten vaststaan hoog van oorsprong; ln den hemelschen ether voortgebracht, en waarvan de Hemol alleen de vader Is; haar heeft geen sterfelijke menschen-natuur het leven geschonken; nooit brengt vergetel heid ze in slaap. In haar is de groote Godheid, die nimmer veroudert. Werkelijk, 't is zoo als die Heiden het zegt: het geweten te een g o d d e 1 ij k e g0.ye; 't geweten wijst onis naar God, 't doet ohs Hem kennen als den goddelijken Wet gever. Zóó en zóó alleen wordt ons ver klaard het dringende karakter van het ge weten, 't welk ons zegt, niet alleen wat kwaad en goed, maar ook dat wij het goede moeten doen en het kwade moeten laten. In het bovengenoemd geschrift van Pa ter de Groot ontmoeten wij ook de volgende treffende schildering van Newman: „Zijn wij, na het bedrijven des kwaads, tot schreiens toe bewogen en zielsbedroefd, als hadden wij bedreven tegen eente moe der; gevoelen wij, wanneer wij goede daden verrichten, de zonnige helderheid, die innige vreugde, als bij de lofprijzingen eens va ders, dan hebben wij in onB ongetwijfeld het beeld van een Persoon, naar wien onze liefde en onze vereering zich wenden, wiens glimlach ons gelukkig maakt, voor wiens gramschap wij ontstellen en verkwijn'en. Van deze gewaarwordingen moet een re d el ij k wezen de oorzaak z ij n. (Ik onderstreep.) Het zonnelicht toont, dat de zon aan den hemel staat, ischoon wij haar niet zien; nachtelijk geklop aan onze deur duidt de tegenwoor digheid aan van eenen daarbuiten in de duisternis, die wenscht te worden binnenge laten: aldus wijst de inwen- digte stem op een ongezienien Meesteren noopt ons buiten ons zeiven te gaan, om. op de hoogten en diepten Hem te zoeken, wiens stem het is." Ziedaar, lezer, de eenig mogelijke, de eenig red,elijke verklaring: van de stem des gewetens moet een redelijk Wezen de oor zaak zijn en dèt kan niemand anders zijn dan God. Zoo leert derhalve het geweten onJs, dat er een God bestaat. Warmond. W, P. J. JANUS, KATWIJK AAN DEN RIJN. De Hanze. Dinsdagavond! hield de R. K. MiddienstandSvereeniging „De Hanze" jh1 die zaal Vreeburg" een prépaganü'aver- gnderlng, waarvoor was overgekomen de heer Lefoens 'uit Delft. De voorzitter, de heer A. de ?ong, opende de vergadering en gaf het woord) aan den spreker. Spr. begon met te zeggen, d'at die directie het op prijs gesteld had, dat een uitnoodiging was ont vangen, om in Katwijk uitvoerig doel en positie der bank uiteen te zetten. Spr. deed dit met .graagte. Uit verschillende cijfers wa9 gebleken, dat de afd. Katwijk ernstig streeft, naar opvoering der financieele uit komsten en hierin ook vrijwel is geslaagd1. Dikwijls is beweerd! dat de middenstand eigenlijk overbodig is. Ziet slechts naar do coöperaties. 3>e middenstand moet zorgen, dat d'e arbeiderB niet naar de coöperaties behoeven te gaan. Soms is het optreden der winkeliers, het neme® van te hooge win sten1, hiervan d'e oorzaak. Over het alge meen kan de middenstand! het oprichten van arbeiderscoöperaties heet tegengaan, daar niemand beter en voordeeliiger kan leveren, dan juist die Middenstand. Men ban dus eigenlijk niet zonder middenstand. De onderlinge camcurrentie is voor de con sumenten pok van het grootje belang. Door de organisatie kan voel verbeterd worden; kan mie® o. a. die1 regeering op ver. Bchlllendo mlsfftandfcn wijzen. Door de or ganisatie te ook veel verbeterd .wat betreft het te hevige onderling concurreer en. Spr. wjfje-t, vervolgens op 'de concurrentie vsn hot groot-kapitaal. Zie maar bijv. de Bijenkorf i® Amsterdam. Wie heeft de Bijenkorf opgericht? De grootbanken. De zuur verdiende penningen) van de® .mid denstand worden dus naar de grootbanken gebracht, om 'denzelfdlen middenstand ten ondier fee brengen. Geeft (het geeni Voldoe ning, van de eigen bank, na behoorlijk onderzoek, geld to kunne® krijgen om de zaken te drijven. Met die gedachte fs men ook begonnen. In oen klein huisje Delft begon d0 bank haar werkzaamheden. De middenstand wilde er 'eerst niet aan. Dit weerhield de oprichters niet. Het eerste jaar had men oen omzet in R'èk. Cilt. van i 50,()DO. Dait had die heel© middenstand bij elkaar gebracht. Zeer geleidelijk ging hot bdtor, Het 2de T&ar was het 000,000, Nu is dit geklommen 1® het laalste jaar tot 87 mlillioen. De ispaarkas geeft aan 6 millioen. Gee® kleinigheid, al kan dit be drag no-g zeer veel hooger worden. Waar om. houden nog vele® zoo vast aan bijv. de Rijkspostspaarbank, Ölii© 2.64 pet. geeft, mi ét tegenstaande d© Hanzebank 3 pet. ver goodt? Waarvoor ook .steeds het grootkapi taal gedeund1? Steeds brengen vele® hun geld bij andere instellingen, die probeeren alles tot zich te (trekken, e® niet bij die eigen Roomeohe instelling, waar b.v. oom- mTssarisseu geen cent windt krijgen en de aandeelhouders maar 5 pCt., en waar de rest van de winst ten goede komt lan verschillende Roomsche instellingen. We moeten, zeglt ^pr., moer aandeelen gaan uitgeven. Op deze aandeelen, groot f200, moet 20 pet. worden gestort, /die 10,000 Roomsche middenstanders moeten medezeggenschap hebben. Dat'krijgt men door het nemen van ©en of meer aandee len. Hierdoor krijgt men alle macht en recht ,om te zeggen: „dien kant knoeten we uit". Na de rede werd gelegenheid gegeven), om vragen te stellen. Gevraagd werd een antwoord op de vraag, of arbeïd'erscoöpe- tie tegen den middenstand is. Spr. zegt, dat dit zeker het geval is. Walt de coöpera tie verkoopt, kan de middenstand niet ver knopen. Een vraag is echter, of zoo'n coöperatie werkelijk noodig is. Het kan voorkomen dajt heit optreden der winke liers van dien aard i's dat hrbeiderscoöpe- ratie gewettigd id. Door prijsregeland op treden, dus door normaal! te verkoop en, kan men deze coöperatie© gemakkelijk weren. Zorg, (zegt spr., dat arbeiders- coöperaties nie(t tnoodig zijn. Nog worden, enkele vragen gesteld be treffende de we/rking van de bank, die (alle naar genoegen werdle® beantwoord. Hierna wijdt spr. eenige woorden aan heft correspondentschap Katwijk aan den Rijn, over welk correspondentschap men aan het hoofdkantoor zeer tevrede® is, wat voor ee® groot gedeelte te 'danken moet zijn aan den ijver van den .correspondent, In 1919. het eerste jaar dat het correspon dentschap bestond, was töe omzet als volgt: in ontvangst e® uitgaaf totaal: spaarkas f 47,573.81, deposito f 15,326.57, rekening- courant f355,837.42, incasso's )f 42,349.96, voorschotten f 2230.22. Totaal omzét in ont vangst en uigaaf f 463,317.98. De voorzitter dankte spreker voor zijn leerrijke ie® heldere réde. qprak de® wensch uit dat het correspondien tsohap Katwijk aan de® Rijn nog moge groeien en bloeien e® slooft, hierna, de vergadering op de ge- bi ui'kelijke wijze. St. Barbara vereeniging, Het voorne men bestaat (liet R. K. Kerkbestuur ruem hien'oor het initiatief) om alhier op te riichten se® St. B orb aravereeniging. Vol gende week zullen de mannen uit de paro chie Iter vergadering uitgenoodigd worden, alwaar ze van een en ander over dez»A vereeniging moer te hoore® zullen krijgen .Dat daar alien tegenwoordig mogen eïjn. WOUBRUGQE, Gemeenteraad. De voorzitter is de burgemeester. Aanwe zig alle leden. De voorzitter leest het gebed en de notulen en heet den leden welkom in deze eerste vergadering van het jaar. De in gezonden stukken worden voorgelezen; o.a. het verzoek van Smallingerland om adhae- sie, dat de Régeering 50 procent bijdraagt voor de jaarwedden van burgemeester en secretaris; verzoek om subsidie der Z.-H. IJsvereeniging; een schrijven van den heer G. Verploegh, die aanmerking maakte op de grensregeling van de gemeente en die van den heer J. Guldemond, als zou deze niet in orde zijn; evenals voorgaande stuk ken wordt dit Bchrijvew voor kennisgeving aangenomen. Btesloten wordt het traktement van den heer Van Reenen met f 50 te verhoogen, van den boekhouder of accountant electrisch bedrijf met f 100, en van de wed. Vonk met f 25 per jaar, Verder wordt besloten tot opheffing dis- tibuti«bedrijf en wordt 275 toegestaan voor aankoop van een schrijfmachine. De rekening van de volkstuintjes sloot met oen» tekort van f 134. Thans hadden maar 15 ingezetenen zich opgegeven, weder een tuintje te huren; gelegenheid zal nog gegeven worden tot inschrijven. De heer Boot stelt voor hot land maar weder te verkoopen, doch daarvoor is het seizoen te ver. Het suppletoir kohier 1919 en kohier 1920 hondenbelasting worden vastgesteld. Het presentiegeld voor'den Brandraad, bestaande uit 17 personen, wordt bepaald op f 100 per jaar en het uurloon der spuit gasten op f 0.50 per uur. De heer Kroes stelde voor bij het bepa len der H. O. het onbelastbaar bedrag voor levensonderhoud te brengen van f 300 op f 600 en den aftrek voor ieder kind beneden 14 jaar te brengen van f 20 op f 100. Ver schillende leden voeren hierover het woord. Vastgesteld wordt ten slotte het onbelast baar tnkomten voor gehuwden op f 600, voor ongehuwden op f 400 en voor ieder kind f 50 te /stellen. De heer Boot vindt de bezoldiging der wethouders te laag; dit punt wordt verdaagd tot de volgende vergadering. Verder wijst de heer Boot op den slechten staat waarin verschillende gemeente-eigen dommen zich bevinden, o. a. de brug over de Woudwatering, den opgang nanr de to ren, enz. Ook vraagt spr. inlichtingen om trent de betaling der gemaakte brug in den Vlietpolder, wat door den voorzitter wordt beantwoord. De heer Lieverse klaagt over het te isnel rijden van motorfietsen in het dorp Hoog- made, De voorzitter zegt politietoezicht toe, Daarna sluit de voorzitter de vergadering en gaat de Raad in geheime vergadering tot bespreking verbouwing oude bakkerij naast het Raadhuis, met het oog op de ver gaderingen. ZOETERWOUDE. Gemeenteraad. (Vervolg.) Annexatie-plannen. Vervolgens lis aan de orde het schrijven van Gedi. Staten inzak© die vereeniging van gemeenten. Dit schrijven te in handen gesteld van B. en W., aldus Öe voorzitter, maar, daar dit college van/ gevoelen ver schilde (omdiat Öe een meer voor aanslui ting van Stomp wijk bij Zoeterwoude ge- voieldie, terwijl ee® ander Leiderdorp wil de annexeeren), brengen B. e® W. geen advies uit; zij eouden gaarne hot gevoelen van dien Raad in deze kennen. De voorzit ter opent do discussies hierover. De heer Stadhouder wijst er op, dat *olgens do zoo juist voorgelezen circulaire van, Ge'd. Sta ten d'e klein© gemeenten in bescherming worden genomen, en vindt het beter dat Leiderdorp bij Zoeterwoude wordt ge voegd. de-snoods ook Stempwijk, Zoeter- meer o® Zegwaar! De voorzitter zou Ge'd, Staten wille® berichte® om volgens de lig- ging op de kaart te combineeren, rJzoo Leiderdorp te combineeren bij Zoeterwou de en niet Sbompwijk bij Zoeterwoude. pa hejelr Nocxrdman vraagtt of ide gemeente daar beter door «al worden. Hij zou Ook liever willen dat Leiderdorp bij Zoeter woude kwam. De ITeer Karens vindt flat. wanneer me® Leiderdorp en Stomp wijk bij Zoeterwoude wilde 2trekken, de ge meente wel eens oen te groot© hap zou kunnen nemen ie® daarom wil hij allee® Leiderdorp mennen. Zegge® Ge'd. Stelten: de gemeente te nog net groot genoeg, dan kan Zoeterwoude er ook nog Stomp wijk FEUILLETON. GEORGE BRUNING. 83) Aan den voet eener bergvlakte vond de keurvorst do voorafgezonden benden achter Bohansen en paalwerk ingesloten. Nauwe lijks was de tocht echter bekend geworden, of -het geheele land stond tegen den keur vorst op. De Tyrol er s hadden er den 21\sten van hooimaand too bestemd om den vijand in bet. verderf te storten. Eenige duizenden boeren rukten met hunne wapenen aan. Zij vernielden eerst do schepen, die gereed ia- gen de kostbaarheden van Innsbrück en van 't schoone kasteel Ambrae om benevens het geschut uit -het tuighuis naar Beieren over te voeren. Er werd krijgsvolk van Hall ge zonden om hen daarin te belemmeren, maar zij werden door de overmacht terug geslagen. Reeds den vorlgen nacht had graaf Verita te Innsbrück van de bewegin gen en plannen des volks hooren mompelen en zich met 300 man voetvolk en '120. dra gonders naar Hall begeven. Alles vond hij daar in-opstand en toen hij de stad binnen drong, achtervolgden hem groote af deelin gen Tyrolers. Verschrikkelijk woedde het te de stad en daar buiten; een gedeelte der Franschen en Beieren, dat de »tad niet had den binnen kunnen komen, had door bet vuur der bolwerken veel te 'lijden en ver strooide zich in het. bosch. In de stad zelve ontkwamen er weinigen den dood; men vocht in de huizen en straten, burgers en landlieden waren ale met w-oede bezield; de Be-iersche bezetting werd na heldhaftige verdediging ter neder geveld; de overste Ve rita werd gevat en met afgekapte banden en voeten Het men hem op de markt liggen. Alom werd tegen de Beieren gevochten, van plaats tot plaats liet zich de alarmklok hoo ren en zélfs Innsbrück, schoon door de be zetting goed bewaakt, werd zwaar be dreigd. XV* De vroeger veroverde vestingen in Tyrol waren de een na de andere weder voor het. geweld van het volk bezwek'pn. Rattenberg en Scharniz waren zelfs reeds in handen der Tyrolers en nog laat in Sen avond ontving de keurvorst van een en an der het bericht; dien eigen nacht brak hij met heel zijn leger op en keerde naar Inns brück terug. Daar gekomen, vernam hij de nederlaag ten het besluit der Tyrolers, om hem en zijn leger in de bergen in te sluiten en te ver nielen, De keurvorst zond trompetters naar de opstandelingen, liet hun zijn genade aan bieden en vergetelheid van het verleden ver zekeren, wanneer zij vreedzaam uiteengin gen. Allen echter antwoordden en zwoe ren: ,,Wij willen tot den laatisten man toe tegén hem vechen." Nu ging het geweld tegen geweld en de groote weg naar Scharniz moest weer her overd worden. Zijn troepen kregen na het bemachtigen der opgeworpen schansen, het slot Scharniz met groote inspanning weder in hunne macht. De keurvorst zelf gin-g met teen afdeeling zijner heirscharen op de Tyrolers af, die een ander punt bezet hielden. Op dien tocht- was hij in levensgevaar, wijl men het bij de moeilijkheid van den smallen weg meer bepaald op zijn persoon gemunt had, Een tyroisch ischutter stelde zich in het kreupelhout in hinderlaag en hoopte hem bij het voorbijrijden te treffen. Hij kende d'an keurvorst bijna niet, maar meende den rijkstcn en prachtigsten der heeren daar voor te moeten houden; hij trof in zijn ver gissing graaf van Arco, een der kamerhee- ren, die in het goud was uitgedoscht, terwijl de keurvorst een uiterst .eenvoudige klee ding droeg. Nu ging bij de Tvrolschen het gerucht, dat de keurvorst- gedood was, het verspreidde zich zelte door Duitschland héén. Maximiliaan begaf zich intusschen naar Innsbruck terug en liet de burgerij ontwa penen, Nog eenige dagen bleef hij in de stad, altijd uitziende op de nadering der Fransche troepen, Maar tegelijk met den opstand verhief zich ook het gevaar van zijn leger, men be lette den toevoer van levensfriiddelen, de bergqnketen werden bezet ert de boden en gezanten aangehouden. Het was den keur vorst onbekend dat de Fransche veldheer werkelijk in aantocht was en de zuidelijke grenz'en van Tyrol zou overschrijden. Na zekeren regenachtige® nacht trokken tegen de morgen de nevelen op en zoo ver t oog kon reiken verhieven zich vlammen op de bergen, als het teekon deis opstands. Midderwijl was er bij do Beieren en Franschen zeer veel drukte men ving den aftocht, aan, Over de laatste afdeel'ng der achterhoede had hoofdman George hef bevel, Niet ver van do Beiersohe grenzen ligt een diepe holle weg en dat gezicht deed het krijgsvolk, dat over de smalle brug genaderd was,van schrik ontzetten. Treu rig waB de stemming der soldaten, daar zij isleohts hun terugtocht deden in plaats van gezegevierd te hebben en de helft hunner makkers er den .dood bij gevonden had. De achterhoede bewoog zich ijlings door den hollen weg, waardoor men met moeite de nonnen kon heenvoeren, het geheele leger pakte zich gauw opeens, zoodat. zelfs de gene raai, die het bevel voerde, den toestand en de houding der zijnen niet kon gadeslaan. bij vragen. De b'e'er Noordman vindt nu juist niet dat' de gemeente Zoeterwoude een te groote hap neemt. De heer De Graaf te het ineJ den heer Korens volkomen eens; wij dienen rekening ,te houden met die ligging der -gemeente en gesteldheid der inwoners en deze te .aanmerking te nemen en te zien wet kan en wat niet kan ver een igd worden. Zooals bekend is, gaat er binnenkort waarschijn/tijk weer een stuk van deze gemeente af. De menschen die aan den Boogen Rijndijk wonen ge voelen zictejneeT aangetrokken tot de I.ei- deröorpenaars dan tot do inwoners hun ner eigen gemeente. Zij wonen meer als een uur gaans van de kom dor gemeente Zoeterwoude. Wanneer zij naar de kerk willen gaan, hun kinderen naar 'de school, of naar heft postkantoor, d'an ia niet Zoe terwoude maar Leiderdorp hun aangewen zen gemeente. De heer Stadhouder te een zelfde meening toegedaan. Wanneer be woners van den Hoogen Rijndijk naar'de post moeien, flan moeten zij telkens een cent, bruggegeJd betalen, en er rijn meier dergelijke kleinigheden, dte maken, dat do bewoners van den Hoogen Rijndijk gaarne inwonor willen worden Van Lei derdorp. Wat echter d'e annexatie betreft, eok *pr. mou gaarne zien, dat de gemeente grooter werd, cu hij brengt daarbij in herinnering wat de vorige burgemeester dé (hoer Wan Glls daarvoor gedaan heeft. Aüile moeite en krachten zijn 'door voor- nolerrden heer ln het werk gesteld dra d© pas gedane annexatie door Leiden te niet gedaan te krijgen, Zijn daarbij geen bete re resultaten bereikt, dan kan dift lm gee® d'eole geweten worden aan het gemeonfte- ibestuur. Als Rijnbewoner zou hij liever bij Leb derdiorp ingelijfd worden; ook do dlstribu- tio heeffc dat verlangen geprikkeld. De Rijnbewoners zijn altijd stiefmoederlijk bedeeld geworden. Eerst werd het dorp bodiedd, en dam, als er walt overbleef, kwam de Hoogen Rijndijk aan do beurt. Ais Raadslid moet hij echter het algemeen be lang dtonen en dit eischlt, dat de gemeente grooter wordt gemaakt. De heer Van Bennek om te het nieft eens met den heer Stadhouder wat de distribu tie betreft. De heer W'eseellngfh gelooft dat het beter is om tic Elen naar do natuurlijke ontwikkeling en dan Is he|t beter d'at Lof. derdorp bij Zoeterwoude komt. De wet houder Kompier licht oen en ander bog nader toe en zegt dat wij uit twee kwaden de beste moeten kiezen, Spr. gelooft, dat heft befter is, dat Leiderdorp bij Zoeter woude komt, dan dat Stompwijk bij Zoe- terw.ude wordt gevoegd. De heer Van Loeuwten zegt dat de algemeen© opinie is; dat Leiderdorp bij Zoeterwoude behoort. Door do nieuwe annexatie blijft Leider dorp toch ook nog een kiletnie gemeente, terwijl deze gemeente op financieel ge bied noodlijdend wordit. Do voorzitter vraagt, of het flie bedoeling is bin In het uift te brengen advtos ook Stompwijk to noemen, waarop die heer Noordmom ant woordt, dat men om verbetering moet vra gen, ép dan is de aangewezen weg, dot bi| Zoet&nvoudfi ison.t- Beslo ten wordt in dten geest aan Gedeputeerde Staten to schrijven. Voorts vragen B, en W. dan Raad mach tiging om uit den dSenüt 1019 te mogen be talen 2 postjes groot f 1,7? en f 3,65, welko in vorige dienstjaren ,ntet zijni betaald. Daar er waarschijnlijk nog Wel meerdere personen zijn in, de gemeente, wier reke ning over vorige dienstjaren piet is ver. offend, wordt besloten), nogmaals aan de openbare aanplakborden een bekendma- king aan fe plakken, dlat zij hunne reke ning olsdog kunn»en indienen, terwijl! R en W. gemachtigd worden, deze te beta, len, tenminste wanneer Gedeputeerde Sta ten zich hiertegen niet verzetten. Ingekomen is eep verzoek van iden heor secretaris A. A. van Gil© om hem wegens zijn langdurige dAenéfJe® al© zoodanig een surplus op zijn pensioen te verleen en va® f 500 per jaar. De voorzitter et©Jft voor dit verzoek in gesloten vergadering fc© beha®, delen tegelijk met eenige Reclames hoofde lijke®' omslag. De Raad gaat daarna over in geheime Na heropening der vergadering wordt besloten conform het advies van de Com missie inzak© bezwaarschriften, reclame© hoofdelijken omslag van eenige aanslagen te verlagen, voor andleren, ontheffing te verieane® of deze aanslagen aan te hou den. Do voorzatter stelt daarop aan de orde heft voorstel van B. e® W. om flea herv A. van ,GiJ.s géclurende 10 jarcn f 500 sur plus te geve® o(p rijn peamioert. Dit voorstel 'wordt Verworpe® met 5 ie- gen 3 stemmen. Voor stemden do boeren Men hield stil om de orde zooveel moge lijk te herstellen, doch nauwelijks was. dit bevel gegeven of .een renbode snoirle toe en meldde, dat 'een talrijke bende Tyrolers, reeds van vreugde dronken, hen op den voet achtervolgde. Tenstond verzamelt de overste c,enige zij ner bekwaamste officieren om beraadsla gingen te houden; de morgennevels verhin derden nog dat men ver van zich af knn zien maar gewoel en gedriiisch der aanrukkende Tyrolers klonken hun reeds duidelijk on der afwisselende tonen hunner hoi ons tege moet, De hevelhebbers begrepen, dal. in die streek het ti effen een onbegonnen zaak zou zijn, „Wij zijn verloren ln d^ze ellendige holle wegen," riep een bejaard overste, „wan neer wij gindis nan den ingang der holte geen posten stellen, die voor een wijl den aantocht der vijanden vertragen, totdat wij uit dezen hollen weg gered zijn en oen be tere stelling hebben ingenomen." „Gij hebt geiijkl" antwoordde de gene raal, „maar noem mij nu ook den officier, die in staat, zou zijn zulk een hopeloozen post op zich te nemen." De ovorBte steeg, te paard en nam nauw lettend de troepen in ongenschouw, die juist toesnelden; hij was Innerlijk getrof fen en plotseling riep htj met al'de kracht zijner teem: „Halt, de vierde compagnie, halt! hoofdman voorl"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1920 | | pagina 5