Tweede Blad.
Woensdag 15 October 1819
Uit de Pers.
SOCIALISTISCHE PRAATJES.
De volgende rake zeten van -3. A. lezen
we in het ,,K. S. W.";
Zelf kunnen ze het niet.
Het z.g.n Duiirtc-maiiifest van :dc S. D.
A. P. en het N. V. V. verlangt, dat de Re-
geering „het vraagstuk der socialisatie in
een snel tempo zal oplossen".
Die socialisatie van grond- en productie
middelen is het-zaakje van de sociaal
democraten.
En dat zaakje van Tien zou de Regéering
in een „snel tempo" moeten opknappen.
Kunnen de heeren dat zelf soms?
Ocharm! Zo zitten er zelf mee tc kijken!
Want .wat schreef de soc.-dr m. „Vor-
■vvarts" (lo Maart 1919. Nr. 132)?
Dit:
De rsceialiseerings.wclten „kunnen zoo
maar niet in een vlcck en een zucht ge
maakt worden. De wetgevende regeling
van deze materie stoot op groole moeilijk-
heden; want hoe dieper men in de bewer
king ervan doordringt, dgs te meer spe
ciale vraagstukken duik-n op, die opge-
helde,rd en beantwoord moeten worden."
Zoo praten clus de soc.-dem, als ze er
zelf voor zitten. Dan is het: Langzaam
aan! Voorzichtig! 't Is toch zoo, zoo moei
lijk!
Maar zitten zij er zelf niet vcor en heb
ben ze alleen nog maar te schreeuwen dan
eisdhen ze met veel geluid: Socialisatie in
snel tempo'
Wat 'n lef-makers toch!
Hoe weten ze dat?
Socialisatie van de productie-middelen
is de eenige redding!
Zoo beweerde de heer Th. v. d. Water
den in zijn bekende artikelen en ook weer
de vorige week in „Het Volk":
En zoo praten alle sociaal-democraten.
Maar hoe weten ze dat?
Hebben zij daar een voorbeeld van in
de geschiedenis?
Totaal niet.
Bij alle volkeren met een hóogere be
schaving werd tot nog toe het privaat
bezit van productiemiddelen gevonden en
bleef liet behouden.
Wij stooten in den loop der eeuwen her
haaldelijk op een strijd van de bezitloozen
tegen de bezitters. Maar die strijd eindigde
nooit met de socialisatie van de productie
middelen. Zelfs niet eens in de klassieke
oudheid met haar hóóg-kapitalistische ont
wikkeling (Vgl. Heinrich Pesch, Sozialisie-
rung, blz. 7).
Hoe kunnen dan de soc.-dem. zoo bout
beweren, dat socialisatie „de eenige red
ding" is?
Willen ze soms zeggen, dat 'het volgens
hun theorie vaststaat?
Nu, dan staat het als geheid!!!
Want in hun theorieën hebben de soc.-
dem. zich niet. één keer vergist!!!
Nee, niet één keer» maar
STADSNIEUWS.
„Sanclus Augustinus".
Do R. K. Student.'nvereeniging „Sanctus
Augustinus" hield Maandag haar eerste,
zeer druk bezochte, hospitanten-vergade-
ring. Er waren meer dan dertig novitii.
Onder de aanwezigen bevonden zich ook
de Katholieke Le.idsche hoogleeraor, prof.
Barge, dr. Taverne, die hartelijk werden
verwelkomd.
prof. dr Steger was de zeureerw. pater
B. H. Molkcnhner uitgenoodigd. om een
lezing te honden. De bekende Dominicaner-
pater bood zijn excuses aan over de te
houder rede: hij was onvoorbereid uitge
noodigd. Maar in plaats van excuses te
aanvaarden, heeft het groote auditorium
I hem herhaaldelijk gebracht hartelijk ap
plaus en ten slotte een oprecht dankwoord
van den voorzitter, wezenlijk gesproken
namens allen.
Pater Molkenhoer sprak over de ge
schriften, speciaal de brieven van Michel
Angelo. Michel Angoic kennen wij als
beeldhouwer, schilder, bouwmeester. Maar
deze Uebermcnsch van genie en van kracht,
deze kunstheros behoort ook tot de. meest
beteckcnende diehtüs van Italië. l'ater
Molkenhoer lieeft *o. m. laten genieten van
oen poëem, gedicht hij den uitvaart van
irijn vader, 't Is ontroerend mooi; en hot
draagt ook liet karakeristieke van al zijn
andere werken: 't is, breed in de eerste
inspiratie opgezet, onvoltooid gebleven.
Er zijn vijf honderd brieven van 7\Iiehel
Angelo bewaard gebleven. Onder enger
litterair opzicht zijn doze zelden van groote
beteekenis; ze dragen de sporen van die
eeuwige gejaagdheid, welke het kruis is
van zijn leven.
De. brieven heeft pater Molkenhoer op
een hoogst interessante wijze besproken
en daaruit doen oprijzen het karakter van
den grootcn mensch Michel Angëlo. Tref
fend ja. diep ontroerend blijkt daar
uit zijn zeldzame goedhartigheid, die nooit
ophield met geyen, voor wie het weldoen
een passie was. Doorloopend blijkt er uit.
hoe na zijn bloedverwanten hem aan het
hart lagen, hijzonder zijn oude vader, die,
evenals Michel Angelo zelf, ruim negentig
jaar is geworden. - Wij zien b v. in een
brief als de van woede trillende hand, op
geheven tegen zijn broer, die zich jegens
den vader misdroeg.
Zijn brieven zijn volfelle ironie, mnar
ook vol groote liefde, vol aandoenlijke tee-
dei'hekl.
Had pater Molkenhoer in het eerste ge
deelte meer bijzonder behandeld het ..dra
ma" in de verhoudingen tusschen Michel
Angelo en zijn familieleden, in het tweedo
gedeelte werd aanschouwelijk gemaakt
het „drama" van de verwikkelingen tus
schen Michel Angelo en Paus Julius II,
op wiens lastgeving hij zijn grootste kunst
werken heeft geschapen.
„St. Augustinus" heeft van een hoogst
interessante lezing genoten.
GEMEENTEZAKEN.
Voorstel-De Lsnge afgewezen.
Omtrent liet voorstel van den heer .T. de
Lange, om de in de vergadering van 28
Augustus j.l. gewijzigde verordening, rege
lende de heffing van belastingen voor het
gcbiuik van het Openbaar Slachthuis ie
Leiden, alsnog in dien zin te wijzigen, dat
in artikel 2 sub Illb, laatste lid, in plaats
van „Voor de eerste 500 varkens' te lezen:
„Voor de eerste 750 varkens", hebben B.
en W. het gevoelen ingewonnen van de
Commissie van beheer over het Openbaar
Slachthuis.
Met haar advies, om het voorstel van
den heer De Lange niet aan te nemen, kun
nen zij zich volkomen vcreenigen.
Intusschen willen zij acjn liet door de
Commissie in het midden gebrachte nog
iets toevoegen.
In de eerste plaats een opmerking van
redacl'ioneelen aard.
Doch behalve deze redactiekwestie, mee-
nen zij nog een opmerking over de indie
ning van het voorstel niet achterwege te
mogen laten. Het is toch h. i. geen goede
wijze van behandelen, dat een lid, dat, om
welke reden ook, niet bij de behandeling
van een voorstel is tegenwoordig, geweest
en zoodoende niet gebruik lieefi kunnen
maken van zijn recht, om een amendement
op het aanhangige voorstel in te dienen,
daarop tracht terug te komen door als 't
ware onmiddellijk na de aanneming var
het. voorstel van zijn recht van iniatief
gebruik te maken en een wijziging van
het pas genomen besluit voor te stellen.
Dit. lijkt hun alleen geoorloofd, indien men
in een aangenomen voorstel een voor geen
betwisting vatbare fouJ;.heeft ontdekt. Waar
dit de eerste maal is, dat een dergelijke
verkeerde handelwijze in den Baad is toe
gepast, meenden zij daarop de aandacht te
moeten vestigen.
Woningbouw in onze gemeente.
Naar aanleiding van dit voorstel op
de andere voorstellen inzake het stichten
van badinrichtingen en benoemen eener
commissie voor den aanleg van bosch en
park, komen zij nader terug deelen B.
en W. mee, dat op dit oogenblik drie
bouwplannen in uitvoering zijn en wel liet
zoogenaamde Kooiplan van de Yereeni-
ging tot bevordering van den bouw van
werkmanswoningen, omvattende, niet in
begrip van de woningen bij het Volkspark,
"17? woningen, het. tweede plan van „Ons
Belang", omvattende 108 en het tweede
plan van „De Eendracht" omvattende 124
woningen.
Aanhangig zijn nog wee plannen en wel
het derde plan van „De Eendracht", om
vattende 66 woningen, en het plan van
„Ons Doel", dat 81 woningen betreft.
Verder is binnenkort de indiening te ver
wachten van nog vier bouwplannen, waar
omtrent reeds de noodige voorloopigo be
sprekingen hebben plaats gehad, n.l. van
de vereeniging „Tuinstadwijk" (20-4 wo
ningen), het tweede plan van de „Eensge
zindheid" (17G woningen)- het tweede plan
van ,,De Goede Woning" (161 woningen)
en het derde plan van „Ons Belang" (pl.m.
200 woningen).
Vóór den zomer van 1921 verwachten B.
en W. derhalve, dat hier ter stede pl.m.
1300 woningen meer beschikbaar zullen
zijn, terwijl niets er op wijst, dat de be
staande woningbouwverenigingen dan
haar arbeid zullen slaken. Onder deze
omstandigheden vinden zij geqn enkele re
den, om bovendien nog 1090 woningen van
gemeentewege te doen bouwen. Hiertoe zou
alleen aanleiding zijn, als de woningbouw
verenigingen stilzaten of haar taak ver
keerd begrepen of vervulden. Het tegen
deel is echter het geval. Met lust en toe
wijding vervullen de verschillende bestu
ren hun taak. Zij geven zich alle moeite om
de voorbereiding van plannen te bespoedi
gen zónder dat aan de deugdelijkheid
wordt te kort gedaan en ook de exploita
tie der reeds bestaande woningen geeft tot
dusver alle aanleiding om aan den bouw
door woningbouwverenigingen de .voor
keur te blijven geven boven gemeentelijken
bouw. Het onderhoud toch, waarnaar juist
dezer dagen een plaatselijk onderzoek werd
ingesteld, laat op enkele uitzonderingen
na weinig te wenschen over.
Onder mededeeling, dat, bij de Commis
sie vóór de Lichtfabrieken inoverweging
is, om voor te stellen eenige tienlallen
woningen te doen bouwen ten behoeve van
de tegenwoordige bewoners der voor de
nieuwe gasfabriek te ontruimen terreinen,
geven B. en W. derhalve in overweging het
eerste voorstel van den heer Knuttel niet
aan te nemen.
Verhuring van een pakhuis en van
teelland.
Ultimo November eindigt de huur van
het pakhuis aan het Vrouwenkerkhof,
voor f 3 per week, verhuurd aan den vroe-
geren eigenaar J. H. L. .Brumrnelkamp,
die verzocht het perceel weder van maand
tot maand te mogen inhuren voor f 4 per
week. B. en W. geven den Raad in over
weging daarmede genoegen te nemen.
Voorts siellen B. en W. voor om het pei*-
ceel teelland, gelegen ten Westen van
het Raamland, met den zich daarop bevin
dende schuur, ter oppervlakte van 1.06
H.A., en voor zoover niet benoodigd voor
de doortrekking van de Burggravenlaan,
gedurende den tijd van één jaar, ingaande
1 December 1919, weder te verhuren aan
den heer C. Boekeo, alhier, voor een huur
prijs van f 600 per H.A.
Ontbinding overeenkomst met Segboer's
U i tge ve rs- M zsatschapp ij
Door genoemde Maatschappij was ver
zocht. de huurovereenkomst van den grond,
waarop een vijftal kiosken is geplaatst,
tusschentijds te ontbinden en restitutie
voor de vooruitbetaalde huur van 1 October
1919 tot 26 April 1920. Tegen tusschentijd-
sche ontbinding, ingaande 26 April, hebben
B. en W. geen bezwaar; terugbetaling van
reeds betaalde huur achten zij echter met
de. Commissie van Fabricage niet ge-
wenscht. Zij stellen daarom voor aan den
hum-afstand deze voorwaarde niet te ver
binden.
De stukjes grond zullen na de ontrui
ming weder voor den openbaren dienst
worden bestemd.
Benoemingen en ontstag.
Ter voorziening in de vacature ontstaan
door het bedanken van den heer dr. .J, A.
N. Knuttel als lid der Commissie van 'net
Stedelijk Museum worden ter benoeming
aanbevolen de heeren: lo. J. A. van Ha
mel; 2o. D. van Gruting.
De aanbevelingen ter benoeming van
twee leden der Plaatselijke Schoolcommis
sie ter voorziening in de vacature, ont
staan door het ontslag nemen van prof.
mr. A. S. de Blécourt en dr. J. H. P. van
Kerckhoff, luiden:
Vacature De Blécourt: lo. prof. mr. G.
André de la Porte; 2o! prof. mr. D. van
Blom.
Vacature Aan Kerckhoff: lo. J. B. Mey-
non; 2o. prof. dr. J. van der Hoeve.
Voor de benoeming van een schoolarts,
in de plaats van den heer G. Kapsenberg,
aan wien eervol ontslag werd verleend,
wordt door B. en \Y. voorgedragen den
heer H. P. A-'^ldJmyzenarts, alhier.
De voordracht ter benoeming van een
onderwijzer aan de openbare herhalings
school voor jongens tc-r voorziening in de
vacature, ontstaan door het verleend eer
vol ontslag aan den heer J. van Noord,
luidt: lo. H. Tennissen, onderwijzer aan
de O. L. school der 3de klasse no. 8, te
Leiden; 2o. D. Bosma, onderwijzer aan de
O. L. school der 4de klasse, No. 2, te Lei
den: -3o. J. de Jong, onderwijzer aan de
O. L. school der 3de klasse, No. 8,"te Leb-
den.
Door B. en AA', wordt voorgesteld gun
stig tc beschikken op het verzoek van prof.
dr. S. G. de Vries, om hem, wegens ge
zondheidsredenen, eervol ontslag te verlee-
nen als curator van het Stedelijk Gymna
sium.
Idem op het verzoek van dr. H. J. Ta
verne, om eervol ontslag als leeraar aan
de afdeeling B. der Kweekschool voor On
derwijzers en Onderwijzeressen en op het
verzoek vari rnej. B. A. Greeve, om eervol
ontslag als onderwijzeres aan het Meisjes
school 2de klasse, heiden met ingang van
1 Januari 1920.
Gesn drank verkoop in bepaalde wijken.
Door het Drankweercomité te Leiden,
vertegenwoordigende een 7-tal vereenigin
gen, werd verzocht bij verordening te wil
len bepalen, dat in het gedeelte der ge
meente, gelegen tusschen de oostzijde van
de Haarlemmértrekvaart en de noordzijde
van den Maresingel, den Heerensingel en
verder de noordzijde van den Oude-Rijn, in
clen vervolge geen nieuwe vergunningen
voor den kleinhandel in sterken drank of
verloven voor alcohölhoudenden drank
mogen worden verleend.
Daargelaten, of B. en AA?. het door het
Comité in de toelichtende memorie aan
gevoerde geheel onderschrijven, kunnen zij
den Raad toch wel tot inwilliging van het
verzoek adviseeren.
Het komt hun toch voor, dat een bepa
ling, als door het Comité bedoeld, zeer ze
ker het drankmisbruik zal doen verminde
ren. en dat door de vaststelling van een
verordening ex art. 7 sub 1 dei' Drankwet
geheel wordt gehandeld in den geest van
den wetgever.
Bovendien betreft het hier een bijna ge
heel nieuwe wijk, "een z.g. arbeiderswijk,
waarin nog weinig vergunningen gevestigd
zijn, terwijl uit den aard der zaak de be
woners een bepaling als door het Comité
bedoeld zeker op prijs zullen stellen.
Intusschen moeten zij den Raad er op
opmerkzaam maken, dat de bevoegdheid
van den Gemeenteraad zich alleen uitstrekt
tot de vergunningen voor den verkoop van
sterken drank in het klein, geenszins tot de
verloven voor den verkoop van/ alcohol
houdenden, anderen dan sterken drank,
terwijl door gebruikmaking van de be
voegdheid aan den Raad bij art. 7, sub 1
der Drankwet toegekend, bestaande ver
gunningen niet aanstonds zullen verdwij
nen. Slechts bij opheffing der bestaande
drankgelegenheden zullen geen nieuwe
vergunningen meer mogen worden- ver
leend.
Zij geven daarom den Raad in overwe
ging een verordening, waarin het boven
staand is bepaald, vast te stellen.
Verhooging va>n bouwkosten.
Bij Raadsbesluit van 14 Februari 1918
werd een bedrag van f 5500 toegestaan voor
de uitbreiding van. liet aantal kamertjes
in de dames-afdeeling vari de Zweminrich
ting nabij den Hooge-Rijndijk en een be
drag van f 6500 voor de verruiming van het
cicimcs-ba?9in. Blijkens vari
den directeur hebben de toiaal kosten
f '14,134 bedragen of f 2134 meer dan was
toegestaan.
Door B. en AA', wordt nu voorgesteld als
nog een bedrag van 2134 voor den bouow
beschikbaar tc stellen.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Uitkeering ïn eens.
Het A'oorloopig Verslag is verschenen
over de wetsontwerpen (suppletoire begroo
tingen voor 1919) tot uitkeering in eens
wegens den langen duur der buitengewone
tijdsomstandigheden aan de hiervoor in
aanmerking komende ambtenaren en be
ambten.
A'erschoidene loden meenden, in aanslui
ting aan de ter gelegenheid van de be
handeling der interpellatie Helsdir.gen op
30 September j.l. door den minister' van
Financiën getdane mededeeling, idat 'hij
bereid zou zijn mogelijk in het A'oorloopig
A'erslag wegens deze wetsontwerpen tot
uiting komende wenschen der Kamer
alsnog in overweging te nemen, te moeten
aandringen op een grootere uitkeering
dan hier is ontworpen. Onder verwijzing
naar de bij dé behandeling 'der genoemde
interpellatie gegeven voorheelden van den
grooten nood, waarin vele ambtenaren
verkecren, verklaarden zij, dat huns in-
z/iens een toeslag van twee maanden sa
laris zeker niet meer zou zijn dan noodig
is om eenigermate aan de dringende be
hoefte tot aanvulling en vernieuwing van
kleeren, schoeisel en huisraad tegemoet to
komen. Op de bedragen, vari.eerende tus-
sclion 356 en 554 guldon, welke in Dene-
marken als extra-u itkeerlng aan de Rijks
ambtenaren worden gegeven, meende men
in dit verband de regeering nogmaals op
merkzaam te mogen maken. Sommige
leden, die zulk een uitkeering te bezwa
rend voor de schatkist vonden, meenden
intusschen ook, dat de voorgestelde uit
keering te laag is. Zij zouden haar gaarne
bepaald zien op iets mc-er dan het bedrag
van één maand salaris. Ook na het vo
tum der Kamer over de bij de interpellatie
Helsdingen voorgestelde moties -is de mo
gelijkheid daartoe geheel opengebleven.
Men verzocht de regeering om een opgave
van de stijging der salarissen sinds 1913,
omdat dan kon worden nagegaan, voor
welke ambtenaren die stijging geen gelij
ken tred hield met de verhooging der kos
ten van levensonderhoud, zoodat voor die
•ambtenaren e.r zeker aanleiding zou be
staan door oen hoogere uitkeering in den
oogenbïikkelijken nood te voorzien.
Sommige leden meenden, dat de kosten
van levensonderhoud met meer dan 93
pet. zijn gestegen. A'erscheidene leden
drongen erop aan, de bepaling, dat aan
hen, die.een traktement genieten van meer
dan f 2400, over 'het meerdere bedrag
slechts een halve maand salaris wordt uit
gekeerd, te vervangen door een'voor
schrift, waarbij de uitkeering althans tot
een traktement van f 4800 op een volle
maand salaris zou worden vastgesteld.
Verschillnde andere leden gaven voor
keur aan de regeling der regeering. A* e r-
scheid e-n e leden konden zich niet
vereenigen met de in de M. v. T. genoemde
inkomensgrens van 10,000, waarboven
geen uitkeering zal worden toegekend, wel
ke grens geldt voor gehuwde en ongehuw
de ambtenaren. Men wenschte voor onge
huwde personen een verlaging van de
grens tot f 500. Andere loden achtten ook
voor gehuwden een inkomensgrens van
f 10,000 te hoog; voor hen zouden zij die
op f GOOö, voor ongehuwden op f 3000 ge
bracht wenschen te zien. (Oi. is deze grens
hoog genoeg, misschien nog te hoog. Red.
„L. Crt.")
Men drukte or leedwezen over uit, dat
de regeering reeds is overgegaan tot uit
betaling der thans aangevraagde gelden,
zonder de beslissing'der Kamer te hebben
afgewacht, waardoor het budgetrecht der
Kamer volkomen illusoir wordt, gemaakt.
Eenige leden meenden, dat de regeering
in uitzonderingsgevallen, zobals hier, al
dus wel mocht handelen. Sommige leden
drongen op spoed Lij de uitbetaling aan.
Sommiige leden adlitten liet gc-wenscht, dat
de regeering bij de gemeentebesturen zou
aandringen op toepassing van een gel!#
of gelijkwaardig systeem voor haar amb
tenaren. Sommige leden vroegen de*» toc-
gezegclen kinderbijslag inplaats van op
if 20, vast te stellen op f 40, teneinde rueer
daadwerkelijk de groote gezinnen te helpen'
Vergadering van gisteren.
Interpellatie Braat.
De "hoer B r a a t "vraagt verlof den mi
nister van Landbouw vragen te mogen
stellen over den prijs van de melk in de
komende maanden, die niet in overeen
stemming is met de productiekosten.
Morgen zal over deze aanvrage worden
beslist,
VERKLARING VAN MR. VAN
CROENENDAEL.
De heer v. G r o e. n e n d a e 1 (R.K.)
logt. een verklaring af. Spr. herinnert aan
zijn vroegere verklaring in de Kamer te
gen de hem toegedachte anti-Ncderland-
sche tendenz. Spr. verklaart er nooit aan
gedacht te hel:ben te handelen tegen het.
belang van het land en de wetten. Zijn
handelingen zijn daarmede nooit in strijd
geweest, Spr. heeft toen een enquête aan
gevraagd. Aanvankelijk waren er vijf leden
bereid deze te voeren, maar later kwamen
zij daarvan terug. Spr. is daarna om ge
zondheidsredenen naar liet Zuiden vertrok
ken. Tijdens zijn rustkuur las hij geen
Nederlandsche kranten en de berichten
uit Nederland drongen zeer vaag tot hem
door. A'eel later kreeg hij pas kennis van
de perscampagne, de rede van den heer.
Nolens en het antwoord van den minister.
Spr. zou op 20 Juni te Brussel propaganda
hebben gemaakt voor een plebisciet in
Limburg. Spr begrijpt niet hoe dat gezegd
kon worden. De heer Nolens heeft zijn
mededeelingen niet gepreciseerd eu spr.
kent die dus nog niet. Hij kan er dus niet
tegen ingaan en hij heeft zijn advocaat ge
vraagd of hij den lieer Nolens niet rech
terlijk kan aanspreken. A'oor een zelfbe
stemming is spr. altijd geweest, al 20 jaar
lang. Spr. heeft die meening ook in do
R. K. Club geuit en dat was voldoende om
FEUILLETON.
De geheimzinnige diefstal.
G)
De eerste verrassing had mij inderdaad
overijld doen vragen, 't Is voor een speur
der beter, als hij maar kalm alles aan
hoort, om en passant zijn vragen te stellen
en conclusies te maken. Ik li.et dan nu
den armen waard kalm zijn gedachten
verzamelen. Hij ging voort:
Wat zei ik ook weer? O ja. Zoodra ik
de trommel miste, ik natuurlijk aan 't vra
gen, wie 'm gezien had: aan mijn vrouw,
maar die was druk bezig in de slaapka
mers: aan Mary, maar die haalde ook haar
schouders op; aan de meid, maar die was
de keuken niet uit geweest.
De goede man wond zich nu nog op en
ik geloofde hem graag, toen hij verzekerde:
Ik werd razend en wou dadelijk de
gelagkamer invliegen, om het John en
Francis te vragen en dan naar de politie
te loopen, Toen had je Mary moeten hoo-
ren: „Ga toch niet naar de politie, pa; 't
café zal er zoo door in opspraak komen,
't Is veel beter dat we naar een particuliere
detective gaan. En m'n vrouw, die schrikt
als ze 't woord „opspraak" maar hoort,
k*gon 't zelfde liedje te zingen. Eerst wou
ttii niet van hooien, maar begin eens wat
tegen twee vrouwen. Ik was zoo stom en
liet me bepraten.
Gooclfall zweeg eenige oogenblikken,
misschien in de hoop, dat ik hem half en
half gelijk zou geven. Maar ik zweeg ook,
warop hij voortging:
Om kort te gaan: we zouden de zaak
dan in handen geven van een detective en
mijn vrouw met Mary gingen er op uit
om er een te zoeken. Ze wisten mij over te
halen, thuis te blijven; ik was nog te ze
nuwachtig, moest liever op de zaak passen,
enzoovoortj enzoovoort.
De waard zuchtte diep voor hij ver
volgde:
Toen ik dan zoo in mijn eentje thuis
bleef, dacht ik nog eens over de zaak na.
AVie weet waar de dief 'hu al zat? De poli
tie had hem misschien allang in de gaten
gekregen. Een detective heeft maar twee,
de politie honderd oogen. Hoe meer ik dit
overwoog, hoe nijdiger ik werd op mezelf,
op m'n vrouw, op Mary.
Goodfall wond zich weer op en ging de
kamer op en neer loopen, terwijl hij ver
volgde:
En die twee vrouwen bleven zoo lang
weg, of een detective uren ver woonde. Ik
werd hoe langer hoe nijdiger cn wou toch
naar de politie gaan. Maar het café alleen
laten durfde ik na den diefstal niet. Ik kon
't in het buffet niet uithouden, liep de'ka-
;r hier op en
als eenJa, net als
En Goodfall liep mij in zijn opgewonden
heid haast omver. Ik liet hem stilletjes loo
pen, mij afvragend, wat het vreemde gedoe
der vrouwen te beteekenen had. Als ik dit
wist, was ik misschien al een heel eind
verder. Maar hoe er achter te komen. Daar
zou ik in de eerste plaats naar visschen.
Toen mijn gastheer een beetje gekalmeerd
was, ging hij weer zitten en sprakr
Je zult me wei belachelijk yinden,
maar o Johnson, als ik ook bedenk, dat ze
me voor niemendal een paar kostelijke
uren hebben laten verliezen, -zie-je, dan
Aroor niemendal?
Ja, stel je voor, eindelijk kwamen ze
terug, maar met gezichten als oorwurmen.
Ik vroeg natuurlijk waar ze zoo lang ge
bleven waren en welk resultaat ze mee
brachten. Daarop begon Mary te huilen en
m'n vrouw bracht er eindelijk uit: Dat ik
toch maar naar de politie moest gaan; die
kon doortastender werken dan een detecti
ve. AA'e moesten dan maar in 's hemels
naam in opspraak komen, want de politie
zou natuurlijk de bankiershuizen waar
schuwen, -signalementen verspreiden, enz.
Ik weet niet wat voor onzin ze nog meer
uitkraamde, want ik was, Johnson, je be
grijpt, ik was
Ja, ja, bij 't kookpunt. En wat deed
ge toen?
Toen? Ik speelde voor mijn doen ge
ducht op en vroeg, of ze den draak met mij
staken. Neen, kwam er uit. volstrekt niet;
ze hadden raad gevraagd bij een detective
en die had zelf gezegd, dat de politie 't
beste was. Stel je mijn woede voor, John
son! Eerst een detective en nu toch naar
de politie/ Is raasde, ik... ik
En toen is u die zaak gaan aange
ven?
Natuurlijk.
Maar waarom heeft u 't de politie niet
verteld zooals 't werkelijk was?
Waarom niet? Ja, waarom niet? Ik
wou niet weten, dat ik me aan een vrou-
wengril had gestoord, wou er geen praat
jes over hebben en zei daarom maar, dat 't
'pas was gebeurd.
Erg eenvoudig, mijnheer Goodfall.
Dat heb ik later nok bedacht. Later!
Toen ik m'n woorden niet meer terug kon
trekken. Toch kan ik er niet in berusten
en daarom heb ik u de zaak nu verteld.
AA:at raadt ge mij?
Goodfall keek mij aan of hij van mij
terstond een. oplossing verwachtte. Ik
vatte natuurlijk het voornemen op, van de
inlichtingen, die ik thans op Marx voor
had, gebruik te maken voor mijn eigen
1 speurders-onderneming, maar zoo in eens
een oplossing te geven, dat was te veel ge
vergd. En ik -zeide:
Het onderzoek dient gïootendeels op
nieuw begonnen te worden, mijnheer Good
fall.
En wie zal dat doen? vroeg hij zenuw
achtig.
Ik.
Hij keek mij verbaasd aan.
Ja, mijnheer Goodfall. U heeft nu een
maal de politie misleid, zoodat gij wel tob
een detective moet vervallen. En nu geloof
ik, dat ik best als zoodanig kan optreden.
En ik vertelde hem, dat ik juist verlof
had gevraagd, om deze zaak, waar immers
de politie geen gat in zag, zelf eens uit te
pluizen.
Zoudt ge slagen? vroeg hij ongeloovig.
Wie kan dit nu ooit verzekeren? Maar
wel kunnen wij ons best doen. Ik heb al
een plan.
Laat hooren.
Eerstens moet ge me nauwkeurig op
geven, wie er in 't café waren, toen de
diefstal werkelijk werd gepleegd.
Dat is gauw gebeurd, 't Was ochtend
en dan zijn er nooit veel gasten. Eerstens
was er... wacht, ik zal John roepen.
Neen, laat nu iedereen er buiten.
Goed. "Eerstens was erlaat eens
zien; ik heb daar niet zoo bijzonder op ge
let... een hoofdambtenaar, die hier regel-