Tweede Blad. Woensdag 15 October 1819 Uit de Pers. SOCIALISTISCHE PRAATJES. De volgende rake zeten van -3. A. lezen we in het ,,K. S. W."; Zelf kunnen ze het niet. Het z.g.n Duiirtc-maiiifest van :dc S. D. A. P. en het N. V. V. verlangt, dat de Re- geering „het vraagstuk der socialisatie in een snel tempo zal oplossen". Die socialisatie van grond- en productie middelen is het-zaakje van de sociaal democraten. En dat zaakje van Tien zou de Regéering in een „snel tempo" moeten opknappen. Kunnen de heeren dat zelf soms? Ocharm! Zo zitten er zelf mee tc kijken! Want .wat schreef de soc.-dr m. „Vor- ■vvarts" (lo Maart 1919. Nr. 132)? Dit: De rsceialiseerings.wclten „kunnen zoo maar niet in een vlcck en een zucht ge maakt worden. De wetgevende regeling van deze materie stoot op groole moeilijk- heden; want hoe dieper men in de bewer king ervan doordringt, dgs te meer spe ciale vraagstukken duik-n op, die opge- helde,rd en beantwoord moeten worden." Zoo praten clus de soc.-dem, als ze er zelf voor zitten. Dan is het: Langzaam aan! Voorzichtig! 't Is toch zoo, zoo moei lijk! Maar zitten zij er zelf niet vcor en heb ben ze alleen nog maar te schreeuwen dan eisdhen ze met veel geluid: Socialisatie in snel tempo' Wat 'n lef-makers toch! Hoe weten ze dat? Socialisatie van de productie-middelen is de eenige redding! Zoo beweerde de heer Th. v. d. Water den in zijn bekende artikelen en ook weer de vorige week in „Het Volk": En zoo praten alle sociaal-democraten. Maar hoe weten ze dat? Hebben zij daar een voorbeeld van in de geschiedenis? Totaal niet. Bij alle volkeren met een hóogere be schaving werd tot nog toe het privaat bezit van productiemiddelen gevonden en bleef liet behouden. Wij stooten in den loop der eeuwen her haaldelijk op een strijd van de bezitloozen tegen de bezitters. Maar die strijd eindigde nooit met de socialisatie van de productie middelen. Zelfs niet eens in de klassieke oudheid met haar hóóg-kapitalistische ont wikkeling (Vgl. Heinrich Pesch, Sozialisie- rung, blz. 7). Hoe kunnen dan de soc.-dem. zoo bout beweren, dat socialisatie „de eenige red ding" is? Willen ze soms zeggen, dat 'het volgens hun theorie vaststaat? Nu, dan staat het als geheid!!! Want in hun theorieën hebben de soc.- dem. zich niet. één keer vergist!!! Nee, niet één keer» maar STADSNIEUWS. „Sanclus Augustinus". Do R. K. Student.'nvereeniging „Sanctus Augustinus" hield Maandag haar eerste, zeer druk bezochte, hospitanten-vergade- ring. Er waren meer dan dertig novitii. Onder de aanwezigen bevonden zich ook de Katholieke Le.idsche hoogleeraor, prof. Barge, dr. Taverne, die hartelijk werden verwelkomd. prof. dr Steger was de zeureerw. pater B. H. Molkcnhner uitgenoodigd. om een lezing te honden. De bekende Dominicaner- pater bood zijn excuses aan over de te houder rede: hij was onvoorbereid uitge noodigd. Maar in plaats van excuses te aanvaarden, heeft het groote auditorium I hem herhaaldelijk gebracht hartelijk ap plaus en ten slotte een oprecht dankwoord van den voorzitter, wezenlijk gesproken namens allen. Pater Molkenhoer sprak over de ge schriften, speciaal de brieven van Michel Angelo. Michel Angoic kennen wij als beeldhouwer, schilder, bouwmeester. Maar deze Uebermcnsch van genie en van kracht, deze kunstheros behoort ook tot de. meest beteckcnende diehtüs van Italië. l'ater Molkenhoer lieeft *o. m. laten genieten van oen poëem, gedicht hij den uitvaart van irijn vader, 't Is ontroerend mooi; en hot draagt ook liet karakeristieke van al zijn andere werken: 't is, breed in de eerste inspiratie opgezet, onvoltooid gebleven. Er zijn vijf honderd brieven van 7\Iiehel Angelo bewaard gebleven. Onder enger litterair opzicht zijn doze zelden van groote beteekenis; ze dragen de sporen van die eeuwige gejaagdheid, welke het kruis is van zijn leven. De. brieven heeft pater Molkenhoer op een hoogst interessante wijze besproken en daaruit doen oprijzen het karakter van den grootcn mensch Michel Angëlo. Tref fend ja. diep ontroerend blijkt daar uit zijn zeldzame goedhartigheid, die nooit ophield met geyen, voor wie het weldoen een passie was. Doorloopend blijkt er uit. hoe na zijn bloedverwanten hem aan het hart lagen, hijzonder zijn oude vader, die, evenals Michel Angelo zelf, ruim negentig jaar is geworden. - Wij zien b v. in een brief als de van woede trillende hand, op geheven tegen zijn broer, die zich jegens den vader misdroeg. Zijn brieven zijn volfelle ironie, mnar ook vol groote liefde, vol aandoenlijke tee- dei'hekl. Had pater Molkenhoer in het eerste ge deelte meer bijzonder behandeld het ..dra ma" in de verhoudingen tusschen Michel Angelo en zijn familieleden, in het tweedo gedeelte werd aanschouwelijk gemaakt het „drama" van de verwikkelingen tus schen Michel Angelo en Paus Julius II, op wiens lastgeving hij zijn grootste kunst werken heeft geschapen. „St. Augustinus" heeft van een hoogst interessante lezing genoten. GEMEENTEZAKEN. Voorstel-De Lsnge afgewezen. Omtrent liet voorstel van den heer .T. de Lange, om de in de vergadering van 28 Augustus j.l. gewijzigde verordening, rege lende de heffing van belastingen voor het gcbiuik van het Openbaar Slachthuis ie Leiden, alsnog in dien zin te wijzigen, dat in artikel 2 sub Illb, laatste lid, in plaats van „Voor de eerste 500 varkens' te lezen: „Voor de eerste 750 varkens", hebben B. en W. het gevoelen ingewonnen van de Commissie van beheer over het Openbaar Slachthuis. Met haar advies, om het voorstel van den heer De Lange niet aan te nemen, kun nen zij zich volkomen vcreenigen. Intusschen willen zij acjn liet door de Commissie in het midden gebrachte nog iets toevoegen. In de eerste plaats een opmerking van redacl'ioneelen aard. Doch behalve deze redactiekwestie, mee- nen zij nog een opmerking over de indie ning van het voorstel niet achterwege te mogen laten. Het is toch h. i. geen goede wijze van behandelen, dat een lid, dat, om welke reden ook, niet bij de behandeling van een voorstel is tegenwoordig, geweest en zoodoende niet gebruik lieefi kunnen maken van zijn recht, om een amendement op het aanhangige voorstel in te dienen, daarop tracht terug te komen door als 't ware onmiddellijk na de aanneming var het. voorstel van zijn recht van iniatief gebruik te maken en een wijziging van het pas genomen besluit voor te stellen. Dit. lijkt hun alleen geoorloofd, indien men in een aangenomen voorstel een voor geen betwisting vatbare fouJ;.heeft ontdekt. Waar dit de eerste maal is, dat een dergelijke verkeerde handelwijze in den Baad is toe gepast, meenden zij daarop de aandacht te moeten vestigen. Woningbouw in onze gemeente. Naar aanleiding van dit voorstel op de andere voorstellen inzake het stichten van badinrichtingen en benoemen eener commissie voor den aanleg van bosch en park, komen zij nader terug deelen B. en W. mee, dat op dit oogenblik drie bouwplannen in uitvoering zijn en wel liet zoogenaamde Kooiplan van de Yereeni- ging tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen, omvattende, niet in begrip van de woningen bij het Volkspark, "17? woningen, het. tweede plan van „Ons Belang", omvattende 108 en het tweede plan van „De Eendracht" omvattende 124 woningen. Aanhangig zijn nog wee plannen en wel het derde plan van „De Eendracht", om vattende 66 woningen, en het plan van „Ons Doel", dat 81 woningen betreft. Verder is binnenkort de indiening te ver wachten van nog vier bouwplannen, waar omtrent reeds de noodige voorloopigo be sprekingen hebben plaats gehad, n.l. van de vereeniging „Tuinstadwijk" (20-4 wo ningen), het tweede plan van de „Eensge zindheid" (17G woningen)- het tweede plan van ,,De Goede Woning" (161 woningen) en het derde plan van „Ons Belang" (pl.m. 200 woningen). Vóór den zomer van 1921 verwachten B. en W. derhalve, dat hier ter stede pl.m. 1300 woningen meer beschikbaar zullen zijn, terwijl niets er op wijst, dat de be staande woningbouwverenigingen dan haar arbeid zullen slaken. Onder deze omstandigheden vinden zij geqn enkele re den, om bovendien nog 1090 woningen van gemeentewege te doen bouwen. Hiertoe zou alleen aanleiding zijn, als de woningbouw verenigingen stilzaten of haar taak ver keerd begrepen of vervulden. Het tegen deel is echter het geval. Met lust en toe wijding vervullen de verschillende bestu ren hun taak. Zij geven zich alle moeite om de voorbereiding van plannen te bespoedi gen zónder dat aan de deugdelijkheid wordt te kort gedaan en ook de exploita tie der reeds bestaande woningen geeft tot dusver alle aanleiding om aan den bouw door woningbouwverenigingen de .voor keur te blijven geven boven gemeentelijken bouw. Het onderhoud toch, waarnaar juist dezer dagen een plaatselijk onderzoek werd ingesteld, laat op enkele uitzonderingen na weinig te wenschen over. Onder mededeeling, dat, bij de Commis sie vóór de Lichtfabrieken inoverweging is, om voor te stellen eenige tienlallen woningen te doen bouwen ten behoeve van de tegenwoordige bewoners der voor de nieuwe gasfabriek te ontruimen terreinen, geven B. en W. derhalve in overweging het eerste voorstel van den heer Knuttel niet aan te nemen. Verhuring van een pakhuis en van teelland. Ultimo November eindigt de huur van het pakhuis aan het Vrouwenkerkhof, voor f 3 per week, verhuurd aan den vroe- geren eigenaar J. H. L. .Brumrnelkamp, die verzocht het perceel weder van maand tot maand te mogen inhuren voor f 4 per week. B. en W. geven den Raad in over weging daarmede genoegen te nemen. Voorts siellen B. en W. voor om het pei*- ceel teelland, gelegen ten Westen van het Raamland, met den zich daarop bevin dende schuur, ter oppervlakte van 1.06 H.A., en voor zoover niet benoodigd voor de doortrekking van de Burggravenlaan, gedurende den tijd van één jaar, ingaande 1 December 1919, weder te verhuren aan den heer C. Boekeo, alhier, voor een huur prijs van f 600 per H.A. Ontbinding overeenkomst met Segboer's U i tge ve rs- M zsatschapp ij Door genoemde Maatschappij was ver zocht. de huurovereenkomst van den grond, waarop een vijftal kiosken is geplaatst, tusschentijds te ontbinden en restitutie voor de vooruitbetaalde huur van 1 October 1919 tot 26 April 1920. Tegen tusschentijd- sche ontbinding, ingaande 26 April, hebben B. en W. geen bezwaar; terugbetaling van reeds betaalde huur achten zij echter met de. Commissie van Fabricage niet ge- wenscht. Zij stellen daarom voor aan den hum-afstand deze voorwaarde niet te ver binden. De stukjes grond zullen na de ontrui ming weder voor den openbaren dienst worden bestemd. Benoemingen en ontstag. Ter voorziening in de vacature ontstaan door het bedanken van den heer dr. .J, A. N. Knuttel als lid der Commissie van 'net Stedelijk Museum worden ter benoeming aanbevolen de heeren: lo. J. A. van Ha mel; 2o. D. van Gruting. De aanbevelingen ter benoeming van twee leden der Plaatselijke Schoolcommis sie ter voorziening in de vacature, ont staan door het ontslag nemen van prof. mr. A. S. de Blécourt en dr. J. H. P. van Kerckhoff, luiden: Vacature De Blécourt: lo. prof. mr. G. André de la Porte; 2o! prof. mr. D. van Blom. Vacature Aan Kerckhoff: lo. J. B. Mey- non; 2o. prof. dr. J. van der Hoeve. Voor de benoeming van een schoolarts, in de plaats van den heer G. Kapsenberg, aan wien eervol ontslag werd verleend, wordt door B. en \Y. voorgedragen den heer H. P. A-'^ldJmyzenarts, alhier. De voordracht ter benoeming van een onderwijzer aan de openbare herhalings school voor jongens tc-r voorziening in de vacature, ontstaan door het verleend eer vol ontslag aan den heer J. van Noord, luidt: lo. H. Tennissen, onderwijzer aan de O. L. school der 3de klasse no. 8, te Leiden; 2o. D. Bosma, onderwijzer aan de O. L. school der 4de klasse, No. 2, te Lei den: -3o. J. de Jong, onderwijzer aan de O. L. school der 3de klasse, No. 8,"te Leb- den. Door B. en AA', wordt voorgesteld gun stig tc beschikken op het verzoek van prof. dr. S. G. de Vries, om hem, wegens ge zondheidsredenen, eervol ontslag te verlee- nen als curator van het Stedelijk Gymna sium. Idem op het verzoek van dr. H. J. Ta verne, om eervol ontslag als leeraar aan de afdeeling B. der Kweekschool voor On derwijzers en Onderwijzeressen en op het verzoek vari rnej. B. A. Greeve, om eervol ontslag als onderwijzeres aan het Meisjes school 2de klasse, heiden met ingang van 1 Januari 1920. Gesn drank verkoop in bepaalde wijken. Door het Drankweercomité te Leiden, vertegenwoordigende een 7-tal vereenigin gen, werd verzocht bij verordening te wil len bepalen, dat in het gedeelte der ge meente, gelegen tusschen de oostzijde van de Haarlemmértrekvaart en de noordzijde van den Maresingel, den Heerensingel en verder de noordzijde van den Oude-Rijn, in clen vervolge geen nieuwe vergunningen voor den kleinhandel in sterken drank of verloven voor alcohölhoudenden drank mogen worden verleend. Daargelaten, of B. en AA?. het door het Comité in de toelichtende memorie aan gevoerde geheel onderschrijven, kunnen zij den Raad toch wel tot inwilliging van het verzoek adviseeren. Het komt hun toch voor, dat een bepa ling, als door het Comité bedoeld, zeer ze ker het drankmisbruik zal doen verminde ren. en dat door de vaststelling van een verordening ex art. 7 sub 1 dei' Drankwet geheel wordt gehandeld in den geest van den wetgever. Bovendien betreft het hier een bijna ge heel nieuwe wijk, "een z.g. arbeiderswijk, waarin nog weinig vergunningen gevestigd zijn, terwijl uit den aard der zaak de be woners een bepaling als door het Comité bedoeld zeker op prijs zullen stellen. Intusschen moeten zij den Raad er op opmerkzaam maken, dat de bevoegdheid van den Gemeenteraad zich alleen uitstrekt tot de vergunningen voor den verkoop van sterken drank in het klein, geenszins tot de verloven voor den verkoop van/ alcohol houdenden, anderen dan sterken drank, terwijl door gebruikmaking van de be voegdheid aan den Raad bij art. 7, sub 1 der Drankwet toegekend, bestaande ver gunningen niet aanstonds zullen verdwij nen. Slechts bij opheffing der bestaande drankgelegenheden zullen geen nieuwe vergunningen meer mogen worden- ver leend. Zij geven daarom den Raad in overwe ging een verordening, waarin het boven staand is bepaald, vast te stellen. Verhooging va>n bouwkosten. Bij Raadsbesluit van 14 Februari 1918 werd een bedrag van f 5500 toegestaan voor de uitbreiding van. liet aantal kamertjes in de dames-afdeeling vari de Zweminrich ting nabij den Hooge-Rijndijk en een be drag van f 6500 voor de verruiming van het cicimcs-ba?9in. Blijkens vari den directeur hebben de toiaal kosten f '14,134 bedragen of f 2134 meer dan was toegestaan. Door B. en AA', wordt nu voorgesteld als nog een bedrag van 2134 voor den bouow beschikbaar tc stellen. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Uitkeering ïn eens. Het A'oorloopig Verslag is verschenen over de wetsontwerpen (suppletoire begroo tingen voor 1919) tot uitkeering in eens wegens den langen duur der buitengewone tijdsomstandigheden aan de hiervoor in aanmerking komende ambtenaren en be ambten. A'erschoidene loden meenden, in aanslui ting aan de ter gelegenheid van de be handeling der interpellatie Helsdir.gen op 30 September j.l. door den minister' van Financiën getdane mededeeling, idat 'hij bereid zou zijn mogelijk in het A'oorloopig A'erslag wegens deze wetsontwerpen tot uiting komende wenschen der Kamer alsnog in overweging te nemen, te moeten aandringen op een grootere uitkeering dan hier is ontworpen. Onder verwijzing naar de bij dé behandeling 'der genoemde interpellatie gegeven voorheelden van den grooten nood, waarin vele ambtenaren verkecren, verklaarden zij, dat huns in- z/iens een toeslag van twee maanden sa laris zeker niet meer zou zijn dan noodig is om eenigermate aan de dringende be hoefte tot aanvulling en vernieuwing van kleeren, schoeisel en huisraad tegemoet to komen. Op de bedragen, vari.eerende tus- sclion 356 en 554 guldon, welke in Dene- marken als extra-u itkeerlng aan de Rijks ambtenaren worden gegeven, meende men in dit verband de regeering nogmaals op merkzaam te mogen maken. Sommige leden, die zulk een uitkeering te bezwa rend voor de schatkist vonden, meenden intusschen ook, dat de voorgestelde uit keering te laag is. Zij zouden haar gaarne bepaald zien op iets mc-er dan het bedrag van één maand salaris. Ook na het vo tum der Kamer over de bij de interpellatie Helsdingen voorgestelde moties -is de mo gelijkheid daartoe geheel opengebleven. Men verzocht de regeering om een opgave van de stijging der salarissen sinds 1913, omdat dan kon worden nagegaan, voor welke ambtenaren die stijging geen gelij ken tred hield met de verhooging der kos ten van levensonderhoud, zoodat voor die •ambtenaren e.r zeker aanleiding zou be staan door oen hoogere uitkeering in den oogenbïikkelijken nood te voorzien. Sommige leden meenden, dat de kosten van levensonderhoud met meer dan 93 pet. zijn gestegen. A'erscheidene leden drongen erop aan, de bepaling, dat aan hen, die.een traktement genieten van meer dan f 2400, over 'het meerdere bedrag slechts een halve maand salaris wordt uit gekeerd, te vervangen door een'voor schrift, waarbij de uitkeering althans tot een traktement van f 4800 op een volle maand salaris zou worden vastgesteld. Verschillnde andere leden gaven voor keur aan de regeling der regeering. A* e r- scheid e-n e leden konden zich niet vereenigen met de in de M. v. T. genoemde inkomensgrens van 10,000, waarboven geen uitkeering zal worden toegekend, wel ke grens geldt voor gehuwde en ongehuw de ambtenaren. Men wenschte voor onge huwde personen een verlaging van de grens tot f 500. Andere loden achtten ook voor gehuwden een inkomensgrens van f 10,000 te hoog; voor hen zouden zij die op f GOOö, voor ongehuwden op f 3000 ge bracht wenschen te zien. (Oi. is deze grens hoog genoeg, misschien nog te hoog. Red. „L. Crt.") Men drukte or leedwezen over uit, dat de regeering reeds is overgegaan tot uit betaling der thans aangevraagde gelden, zonder de beslissing'der Kamer te hebben afgewacht, waardoor het budgetrecht der Kamer volkomen illusoir wordt, gemaakt. Eenige leden meenden, dat de regeering in uitzonderingsgevallen, zobals hier, al dus wel mocht handelen. Sommige leden drongen op spoed Lij de uitbetaling aan. Sommiige leden adlitten liet gc-wenscht, dat de regeering bij de gemeentebesturen zou aandringen op toepassing van een gel!# of gelijkwaardig systeem voor haar amb tenaren. Sommige leden vroegen de*» toc- gezegclen kinderbijslag inplaats van op if 20, vast te stellen op f 40, teneinde rueer daadwerkelijk de groote gezinnen te helpen' Vergadering van gisteren. Interpellatie Braat. De "hoer B r a a t "vraagt verlof den mi nister van Landbouw vragen te mogen stellen over den prijs van de melk in de komende maanden, die niet in overeen stemming is met de productiekosten. Morgen zal over deze aanvrage worden beslist, VERKLARING VAN MR. VAN CROENENDAEL. De heer v. G r o e. n e n d a e 1 (R.K.) logt. een verklaring af. Spr. herinnert aan zijn vroegere verklaring in de Kamer te gen de hem toegedachte anti-Ncderland- sche tendenz. Spr. verklaart er nooit aan gedacht te hel:ben te handelen tegen het. belang van het land en de wetten. Zijn handelingen zijn daarmede nooit in strijd geweest, Spr. heeft toen een enquête aan gevraagd. Aanvankelijk waren er vijf leden bereid deze te voeren, maar later kwamen zij daarvan terug. Spr. is daarna om ge zondheidsredenen naar liet Zuiden vertrok ken. Tijdens zijn rustkuur las hij geen Nederlandsche kranten en de berichten uit Nederland drongen zeer vaag tot hem door. A'eel later kreeg hij pas kennis van de perscampagne, de rede van den heer. Nolens en het antwoord van den minister. Spr. zou op 20 Juni te Brussel propaganda hebben gemaakt voor een plebisciet in Limburg. Spr begrijpt niet hoe dat gezegd kon worden. De heer Nolens heeft zijn mededeelingen niet gepreciseerd eu spr. kent die dus nog niet. Hij kan er dus niet tegen ingaan en hij heeft zijn advocaat ge vraagd of hij den lieer Nolens niet rech terlijk kan aanspreken. A'oor een zelfbe stemming is spr. altijd geweest, al 20 jaar lang. Spr. heeft die meening ook in do R. K. Club geuit en dat was voldoende om FEUILLETON. De geheimzinnige diefstal. G) De eerste verrassing had mij inderdaad overijld doen vragen, 't Is voor een speur der beter, als hij maar kalm alles aan hoort, om en passant zijn vragen te stellen en conclusies te maken. Ik li.et dan nu den armen waard kalm zijn gedachten verzamelen. Hij ging voort: Wat zei ik ook weer? O ja. Zoodra ik de trommel miste, ik natuurlijk aan 't vra gen, wie 'm gezien had: aan mijn vrouw, maar die was druk bezig in de slaapka mers: aan Mary, maar die haalde ook haar schouders op; aan de meid, maar die was de keuken niet uit geweest. De goede man wond zich nu nog op en ik geloofde hem graag, toen hij verzekerde: Ik werd razend en wou dadelijk de gelagkamer invliegen, om het John en Francis te vragen en dan naar de politie te loopen, Toen had je Mary moeten hoo- ren: „Ga toch niet naar de politie, pa; 't café zal er zoo door in opspraak komen, 't Is veel beter dat we naar een particuliere detective gaan. En m'n vrouw, die schrikt als ze 't woord „opspraak" maar hoort, k*gon 't zelfde liedje te zingen. Eerst wou ttii niet van hooien, maar begin eens wat tegen twee vrouwen. Ik was zoo stom en liet me bepraten. Gooclfall zweeg eenige oogenblikken, misschien in de hoop, dat ik hem half en half gelijk zou geven. Maar ik zweeg ook, warop hij voortging: Om kort te gaan: we zouden de zaak dan in handen geven van een detective en mijn vrouw met Mary gingen er op uit om er een te zoeken. Ze wisten mij over te halen, thuis te blijven; ik was nog te ze nuwachtig, moest liever op de zaak passen, enzoovoortj enzoovoort. De waard zuchtte diep voor hij ver volgde: Toen ik dan zoo in mijn eentje thuis bleef, dacht ik nog eens over de zaak na. AVie weet waar de dief 'hu al zat? De poli tie had hem misschien allang in de gaten gekregen. Een detective heeft maar twee, de politie honderd oogen. Hoe meer ik dit overwoog, hoe nijdiger ik werd op mezelf, op m'n vrouw, op Mary. Goodfall wond zich weer op en ging de kamer op en neer loopen, terwijl hij ver volgde: En die twee vrouwen bleven zoo lang weg, of een detective uren ver woonde. Ik werd hoe langer hoe nijdiger cn wou toch naar de politie gaan. Maar het café alleen laten durfde ik na den diefstal niet. Ik kon 't in het buffet niet uithouden, liep de'ka- ;r hier op en als eenJa, net als En Goodfall liep mij in zijn opgewonden heid haast omver. Ik liet hem stilletjes loo pen, mij afvragend, wat het vreemde gedoe der vrouwen te beteekenen had. Als ik dit wist, was ik misschien al een heel eind verder. Maar hoe er achter te komen. Daar zou ik in de eerste plaats naar visschen. Toen mijn gastheer een beetje gekalmeerd was, ging hij weer zitten en sprakr Je zult me wei belachelijk yinden, maar o Johnson, als ik ook bedenk, dat ze me voor niemendal een paar kostelijke uren hebben laten verliezen, -zie-je, dan Aroor niemendal? Ja, stel je voor, eindelijk kwamen ze terug, maar met gezichten als oorwurmen. Ik vroeg natuurlijk waar ze zoo lang ge bleven waren en welk resultaat ze mee brachten. Daarop begon Mary te huilen en m'n vrouw bracht er eindelijk uit: Dat ik toch maar naar de politie moest gaan; die kon doortastender werken dan een detecti ve. AA'e moesten dan maar in 's hemels naam in opspraak komen, want de politie zou natuurlijk de bankiershuizen waar schuwen, -signalementen verspreiden, enz. Ik weet niet wat voor onzin ze nog meer uitkraamde, want ik was, Johnson, je be grijpt, ik was Ja, ja, bij 't kookpunt. En wat deed ge toen? Toen? Ik speelde voor mijn doen ge ducht op en vroeg, of ze den draak met mij staken. Neen, kwam er uit. volstrekt niet; ze hadden raad gevraagd bij een detective en die had zelf gezegd, dat de politie 't beste was. Stel je mijn woede voor, John son! Eerst een detective en nu toch naar de politie/ Is raasde, ik... ik En toen is u die zaak gaan aange ven? Natuurlijk. Maar waarom heeft u 't de politie niet verteld zooals 't werkelijk was? Waarom niet? Ja, waarom niet? Ik wou niet weten, dat ik me aan een vrou- wengril had gestoord, wou er geen praat jes over hebben en zei daarom maar, dat 't 'pas was gebeurd. Erg eenvoudig, mijnheer Goodfall. Dat heb ik later nok bedacht. Later! Toen ik m'n woorden niet meer terug kon trekken. Toch kan ik er niet in berusten en daarom heb ik u de zaak nu verteld. AA:at raadt ge mij? Goodfall keek mij aan of hij van mij terstond een. oplossing verwachtte. Ik vatte natuurlijk het voornemen op, van de inlichtingen, die ik thans op Marx voor had, gebruik te maken voor mijn eigen 1 speurders-onderneming, maar zoo in eens een oplossing te geven, dat was te veel ge vergd. En ik -zeide: Het onderzoek dient gïootendeels op nieuw begonnen te worden, mijnheer Good fall. En wie zal dat doen? vroeg hij zenuw achtig. Ik. Hij keek mij verbaasd aan. Ja, mijnheer Goodfall. U heeft nu een maal de politie misleid, zoodat gij wel tob een detective moet vervallen. En nu geloof ik, dat ik best als zoodanig kan optreden. En ik vertelde hem, dat ik juist verlof had gevraagd, om deze zaak, waar immers de politie geen gat in zag, zelf eens uit te pluizen. Zoudt ge slagen? vroeg hij ongeloovig. Wie kan dit nu ooit verzekeren? Maar wel kunnen wij ons best doen. Ik heb al een plan. Laat hooren. Eerstens moet ge me nauwkeurig op geven, wie er in 't café waren, toen de diefstal werkelijk werd gepleegd. Dat is gauw gebeurd, 't Was ochtend en dan zijn er nooit veel gasten. Eerstens was er... wacht, ik zal John roepen. Neen, laat nu iedereen er buiten. Goed. "Eerstens was erlaat eens zien; ik heb daar niet zoo bijzonder op ge let... een hoofdambtenaar, die hier regel-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1919 | | pagina 3