1leitt Cirait" Tweede Blad. Vrijdag 26 September S9I9 BINNENLAND. De Eerste Mederlandsche Katholiekendag. HET GOEDE VOORBEELD. Dat het goede voorbeeld,, door de Katho- iieken op sociaal gebied gegeven, ook in andersdenkende kringen sympathieën vindt, bewijst het Christelijk Middenstands- f.ongres, dezer dagen gehouden, waar sprekers van protestantschcn huize meer dan eens onder instemming, de aandacht Lebben gevestigd op dit voorbeeld. Mr. Gerbrandy, in een uitvoerig betoog zinspelende op betgeen dc Katholieken praesteerden in de beweging voor de col lectieve arbeidsovereenkomst enz., zette zcII's de stelling op: ,,De bevordering van dc doorgaande ontwikkeling der. collectie ve arbeidsovereenkomst eïscht. om -den ontbindenden geest van onzen tijd, hét zoe ken van georganiseerde samenwerking met de Roomsch-Katholieken." Terécht gaf op deze uifnoodigrng prof. .Veraart, die ten congresse aanwezig was, weerklank en sprak hij de hoop uit, dat frn hartelijke samenwerking tusschen Christelijke en Katholieke organisaties het gestelde doel zou doen bereiken. Wijzende op het gehouden congres van den R. K. 1 Ccntralen Raad van Bedrijven, herinnerde •prof. Veraart eraan, dat een neutrale raad in voorbereiding is. Op gelijke wijze zal een Christelijke Raad tot stand dienen te komen. Niet de praktijk, maar de. ïdèeën regeeren de wereld. Toch had spr. vertrou wen in de goede uitwerking van 'het prae- advies en hij uitte de hoop, dat de Chris telijke Raad weldra'de conclusion van den R. K. Raad zal kunnen' overnemen en beide hecht zullen kunnen samenwerken, op cl ét wij krijgen de publiekrechtelijke organisa tie, die tot staatsorgaan zal uitgroeien. Ook Minister Aalberse wiens ver schijning op het Congres bijzonder werd geapprecieerd, zooals uLt de toejuichingen Week betoogde, hoe lrefc belang van den middenstand meebrengt, dat een trouwe samenwerking blijve bestaan tusschen de tlrie groote organisaties, welke op mldden- slahdsgebied in ons land bestaan, ook al slaan zij op verschillenden principieeleq, grondslag. „Tijd"» De prijs der me!k. Volgens de cischen der melkveehouders worden de melkprijzen voor het publiek te Arn.-ïterdam 22 cent met 1 October en 24 cent met 1 November. De Huurcommissiewet. Raar wij vernemen, is, in vërband met '4üc omstandigheid, dat de voorschriften tev thans geldende Huurcommissiewet ge- ■le'iü hebben tot sterke afneming van het aantal te huur aangeboden woningen, eer lang de indiening te verwachten van een wetsontwerp tot wijziging van bedoelde wet, waarin meer dan in de geldende wet rekening wordt gehouden met de economt- factoren, welke verhoaging van den huurprijs kannen motiveeren. Aan den anderen kant wordt tevens sinds eenigen tijd tusschen de departe- aan inenten van Justitie en Arbeid overleg ge pleegd over maatregelen om aan het euvel van het V^ttelijk raet speculatieve doel einden laten leegstaan "van woningen, wel ke de eigenaars weigeren te verhuren, paal |en perk te stellen. eket dit eï Uit den Haagschen gemeenteraad. B. en W. van s-Gravenhage stellen den gemeenteraad voor aan het gemeenteper- soneel beneden f 3000 salaris een uitkee- ring' te doen van f 200 voor gehuwden en kostwinners, benevens f20 voor elk kind, en van f 150 voor de anderen. In verband hiermede wordt nog voorge steld de gemeentelijke inkomstenbelasting voor 'het jaar 1919 te verhoogen-met 20 pet. Het verkoudingsciifer van 1.3 wordt an 1.5. De Soonactie der typografen. Dc Looricommissie, welke naar aanlei ding van de uitspraak van de Commissie van Arbitrage is samengesteld, heeft Woensdag 24 September uitspraak ge daan, De vraag, of de economische omstandig heden der laatste maanden aanleiding ge ven, om de löonen van 29 September af voor den verderen duur der contractpe- node te wijzigen, werd met algemeene slerpmen bevestigend beantwoord: Tevens werd met algemeene stemmen vastgesteld, welke de wijzigingen zullen zijn. Voor dc werknemers der le loonklasse word een crisistoeslag vastgesteld van 'o.oO voor de le gemeenteklasse, van f 3.40 voor de 2e gemeenteklasse, van f 3.20 voor df'3e genieenteklasse en zoo vervolgens af dalend met f 0.20 per gemeenteklasse tot I' - voor de 9e gemeenteklasse. Voor de werknemers der 2e loonklasse jerd een crisistoeslag vastgesteld van f 2 J°°£ de le gemeenteklasse, van f 1.90 voor Tr ffeinccnteklasse en eoo vervolgens a.l5mle met f °-10 Per gemeenteklasse f 1.20 voor de 9e gemeenteklasse. De werknemers der tweede loonklasse, vi is ie gehuwd zijn, zullen denzelden crisis- '.U; ,0Gsaê genieten, als voor de werknemers jsei Ier eerste loonklasse in de verschillende v in Kvuieenteklassen bepaald. )ntvangerKnSen zuIIen geen verh°og'ng il ^Aile verho°gingen, om welke reden ook, In ,^ei} Tuni 1919 aan alle werknemers eenige inrichting collectief gegeven, ft°°en Van den hierboven bedoelden crisis- oesiag worden afgetrokken. Percen^age-getallcn yoor overwerk den niet verhoogd. DONDERDAG 25 SEPTEMBER. VEERDE ALGEMEENE VERGADERING. Kaihaheke Staatkunde. Rede van M r. D r. D. A. P. N. Kooien. Spr. begon op te merken het verschil tusschen' vroegere Katholiekendagen en deze. Nu treedt de Katholieke Staatkunde geheel op den voorgrond, terwijl ze voor heen meer occasioneel voorkwam in ver band met den schoolstrijd, de zedeiijk- heidswetten enz. Nu echter een alzijdige bespreking der 'Vredes-Encycliek, waarbij door Paus 13e- nedictus zulk oen groote waarde wordt ge hecht aan de christelijke staatkunde wordt' gehouden, komt deze geheel op den voor grond. Na opsomming der vier bekende rede nen door Z. H. aangevoerd als oorzaken der maatschappelijke beroering, vervolgt Spreker. Is het niet M. H. alsof Z. II. bij deze uit eenzetting met profetischen blik begaafd is? Indien men niet wist dat 1 November 1915 dc dagteekening was dezer Encycliek, zou men dan niét meenen dat de Paus een schildering gaf van de roerselen, die heden ten dage veler gemoed bewegen? Past niet op de uitspattingen van hel bolsjewisme de noodkreet van den Paus, dat, .zoo .God niet spoedig te hulp komt, dè ondergang der menscheHjke maatschappij nabij schijnt? Waaraan is deze ommekeer in denk wijze en verandering in zeden te wijten? Zij zijn een gevolg daarvan, zegt de Paus, dat dé Staten in hun grondslagen zijn geschokt sedert men opgehouden heeft bij de inrichting van het Staatsbestuur de voorschriften en regelen der christelijke wijsheid toe te passen: deze. toch geven steun en rust aan de maatschappelijke orde: worden zij verwaarloosd en veron achtzaamd, dan treden noodzakelijkerwijze de geschetste wantoestanden in het leven. Zonder "gezag, geen 'staat. Hieromtrent bestaat geen verschil van inzicht. Zij, die gij in.dén laatsten tijd hebt bezig gezien om* in verschillende landen het bestaande gezag weg te jagen, deden dat om zelf in het bezit van het gezag te komen. Maar waar ligt de oorsprong vat) het gezag? De christelijke leer vindt men in den brief aan de; Romeinen. J)e H. Paulus leert daar in het dertiende hoofdstuk: Alle ziel zij aan de overheid-hebbende machten onderworpen! Want er is geen macht dan van God en de bestaande, zijn door God verordend. Daarom, die de macht wederstaat, we derstaat Gods verordening, en die voeder- staan, brengen over zich zelve het oordeel. Want de regeerders zijn niet den goeden werke maar den kwaden tot vreeze. Wilt 1 gij dan- de macht niet vreezen? Doe het goede en gij zult- uit haar lof hebben. Want zij is dienares van God, U ten goede. Maar zoo-gij het kwaad doet, vrees! Want niet vergeefs draagt zij het zwaard. Want zij is dienares van God, wreekster tot gramschap hem, die het kwaad doet. Weest daarom uit noodzakelijkheid on derworpen niet alleen om de gramschap, maai"ook om het geweten. Met deze woorden van Paulus stemt overeen hetgeen het Hoofd der Apostelen leert: „Weest dus om God onderdanig aan elke menschelijke. overheid, hetzij aan den koning, als aan den opperste,- hetzij aan de' landvoogden als aan die door hom ge zonden zijn, Van den beginne af heft cle Kerk dén Goddel i j ken oorsprong van het gezag -ge- leeraard. Wij hoiiden vast aan het begin sel: het is de plicht, der Christenen om het gezag te erkennen, wijl het uit God is. Tegenover deze leer heeft rnen gesteld •dat het gezag is af te leiden uit den vrijen wil van den menseh. Ik moge herinneren aan de theorie van het maatschappelijk verdrag, waarbij op oen of ander niet meer na te speuren tijdsgewricht de- vrije burgers onderling, afspraken, ieder een deel hunner vrijheid af te staan en over te dragen aan een door hen gekozen macht, eene theorie, in de - rechtsgeleerde wereld algemeen de theorie van dc natuurrechts- school genoemd. De onmisbare wijding van het gezag ver valt hierdoor. lie verhouding tusschen overheid en onderdanen raakt uit haar evenwicht. Hoort, hoe Paus Benedictus de gevolgen omschrijft: „Een overdreven zucht naar vrijheid, gepaard met een geest van ver zet is langzamerhand overal doorgedron gen. Hieruit wordt geboren minachting voor de wet, ontevredenheid bij het volk. de verwatenheid om* alles wat bevolen wordt, af te keuren. Vandaar het. uitden ken van taliooze middeleu om de tucht ,c ontzenuwen en vandaar de ontzettende misdaden, van hen, die, wijl zij beweren door g.een enkele wet gebonden te zijn, noch het bezit, noch het leven der men- schen ontzien.' Welke zijn daarentegen de zegenrijke gevolgen van dc erkenning van den God- delijken oorsprong van het gezag? Paus Leo XIII in zijn Encycliek Immörtale Dei (over de christelijke inrichting der Staten) schetst ze naar beide zijden. r „Zoo heeft God gewild dat er in den Staat ccn gezag' zij, waarvan de dragers zijn als het beeld van de macht, die God heeft over de menschen, en tegelijkertijd van Zijne Voorzienigheid. De Regeering moet dus rechtvaardig zijn: het zij minder de Regeering van een Meester dan van een Vader, want het gezag van God over de menschen is rechtvaardig en vol'vader lijke goedheid. Het gezag moet uitgeoefend worden in het belang van de burgers: want zij, die macht hebben over anderen, zijn daarmede uitsluitend bekleed om het open baar welzijn te verzekeren. Het burgerlijk gezag mag onder geen voorwendsel dienen voor het belang van een enkele of van eeni gen, omdat liet is ingesteld voor het- alge meen belang. Indien de Staatshoofden zich lieten verleiden tot een onrechtmatig be wind, indien zij. zondigden door misbruik 1 van gezag of uit hoogmoed, indien zij niet voorzagen in het welzijn van het volk. dat zij het wéten: eenmaal zullen zij reken schap hebben af te leggen aan Gód en die rekenschap zal zooveel te. strenger zijn 'als heiliger is het ambt dat zij uitoefenen en hooger de graad vari waardigheid, die zij bekleeden. Het behoeft waarlijk niet te verwonde ren dat Paus Benedictus alle heil verwacht van een volk, dat de christelijke leer om- trent het gezag huldigt. Daar is geen kans voor mannen, die willen grijpen naar het gezag: daar schaart men zich als één man om troon en altaar: daar wordt de gelei delijke evolutie verstoord. Maar.ook. daar houdt de Regeering re kening met den godsdienst, waaruit alleen juist: het gezag, zijn kracht en steun put. Hot is waar: het doel van den Staat is een ander dan dat van de Kerk: stelt deze zich als einddoel het eeuwig heil der zie len, de Staat heeft tot doei het scheppen der algemeene voorwaarden, waaronder ieder burger zijn eigen welzijn hier op aarde tracht te bereiken; maar de ziel is het voornaamste in den menscb: en daar om mag van liet burgerlijk gezag, ge vraagd worden dat het geen maatregelen neme, die cle zielen iD gevaar brengen, dat het zich, onthoude in zaken, die tot het do mein der Kerk behooren, dat het zijn me dewerking verlecne waar die noodig is tot- liet bereiken van 's mefischen eindbestem ming. De Staat Iegge der Kerk geen enkel be letsel in den weg bi j de uitoefening barer taak. Ieder heeft een eigen gebied, zooals Paus Leo XIII het in bovengenoemde En cycliek van 1 November. 1885 zoo treffend uitdrukt. „God lieeft liet bestuur over het. men- scheltjk geslacht onder twee machten ver deeld: het kerkelijk en het burgerlijk gezag- 'het eerste aan het hoofd der goddelijke, het tweede aan het hoofd- der menschelijke zaken. Ieder is op eigen-gebied souverein: ieder is besloten binnen grenzen, hauwkeu rig afgebakend getrokken overeenkom stig het eigen doel. Er is dus als een wel .omschreven spheef, waarin ieder jure pro- prïo zijn taak vervult." Welnu, de Staat eerbiedige het terrein der Kerk, evenals deze zich houde. buiten het gebied van den Staat. Het is hier de plaats om met groote dankbaarheid de verhoudingen, in het ei gen land te gedenken, Niet gewonnen heeft het de leer van het liberalisme, dat een kerk genootschap is een vereeniging als een andere, onderworpen aan de wet van 1855 én uit het zesde hoofdstuk der grondwet èn uit de wet op de kerkgenootschappen 'blijkt, dat de Staat de Kerk als een zelf standige, publiekrechtelijke organisatie beschouwt. Een vergelijking met Frankrijk doet in zien de zooveel gélukkiger positie van ons land. Zeker, er zijn ten onzent altijd nog eeni ge- desiderata: het hindert nog steeds dat de Grondwet dc uitoefening van den open baren godsdienst buiten gebouwen en be sloten plaatsen bindt agn de vraag, of dit iin 1848 geoorloofd was, zonder zich af te vragen of ook niet op vele andere plaat sen processies zouden kunnen worden ge houden, zonder ook maar iemand aan stoot te geven: nog steeds zien we door ar tikel 138 B. W. en 449 Sr. de bediening van het H. Sacrament des huwelijks gebon den aan. een voorafgaande formaliteit; het Regeeringsreglement van Ned. Indië wordt nog ontsierd door de'bepaling van ar tik 123, waardoor, de zending is afhankelijk gesteld van toelating door of namens d? Regeering: het streven moet er op gericht zijn alle deze overblijfselen van een libe ralen voortijd op te ruimen: doch de grond- verhouding is op de juiste beginselen op getrokken en het katholieke volksdeel mo ge er voor waken, dat deze juiste beginse len bewaard blijven. En ziet daar de hoofdreden van bestaan der Katholieke Staatspartij. Nu van deze, dan van gene politieke zijde; heeft men haar bestaan bevochten. Vroeger, onder de heerschappij'van-het liberalisme, heette, het, dat een afzonderlijke katholieke par tij de sluimerende instincten van het pro testantisme deed opvlammen en tot gods dienstoorlog leidde; óf dat het niet moge lijk was beginselen van Staatsbeleid te ontleenen aan Gods openbaring'; in latere tijden ziet rnen een beroep, doen op cle meer vooruitstrevenden om zich aan te '«-/uilen bij andere voortui! streven den en zich af te scheiden van de meer behoudsgezinder» on der de katholieken. Al deze pogingen om de katholieke Staatspartij uiteen te doen vallen zijn af gestuit op- het klare bewustzijn dat gr steeds gevaren dreigen en wie zal dac thans nog ontkennen als hij in de wereld om ziei voor de zelfstandigheid en de onafhankelijkheid der Kerk van Christus en dat het katholieke volksdeel, dat toch altijd nog één derde van Nederland uit maakt. mits liet'in één Staatkundige partij bijeen- blijft, een sterken burcht vormt, tot afweer van alle aanvallen op wat ons al len dierbaar en heilig is. Maar tévens, en hier kom ik lot liet po sitieve van haar taak. is de katholieke partij een krachtige waarborg voorzie blij vende doorwerking der christelijke- begin selen op staakundig terrein. De geschiedenis bewijst dik Het groote ■belang, waarvoor Paus Benedictus thans de samenwerking van alle christenen in roept, is juist de spil geweest, waarom heel de actie van onze parLj. van haar ont staan af, zich bewogen hoef!: bet christe lijk onderwijs. Welnu, wat thans nog door Z. H/ ter waarschuwing aan andere naties wordt voorgehouden, is historie voor ons: wij hebben den schoolstrijd gevoerd, en wij hebben ten langen leste deze overwinning behaald, dat wij thans onze lagere scholen overal kunnen organiseeren als katholie ke scholen, terwijl, de Staat de kosten van dit onderwijs binnen enkele jaren geheel voor zijn rekening neemt, zoo goed als hij dit doet voor het openbare onderwijs. Indien dan nog. straks ook voor het bij zonder middelbaar en hooger onderwijs rechtsgelijkheid en financieele gelijkstelling 1 verkregen worden, indien liet patronaats- •wezen zich in den finahcieeien steun der overheid mag gaan verheugen, zoodat het overal de schoolvrije jeugd onder hare hoede moge krijgen, dan heeft cle katholie ke Kerk een heerlijke gelegenheid om de vier ,door den Paus aangegeven misstan den te bestrijden in de harten der opko mende jeugd: dan kan de onderlinge wel willendheid worden aangekweekt, het ge zag worden hooggehouden: de afgunst worden bestreden en de jacht naar de goe deren dezer wereld weder ondergeschikt worden aan het najagen van de eeuwige bestemming. Een groot verschil is er te dezen op zichte tusschen den katholiek en den so ciaal-democraat. Terwijl de eerste er voor waakt, dat dc grenzen van.de staatszorg niet worden overschreden, grijpt de laat ste elke gelegenheid aan, om de overheid t© betrekken in wat tot dusver door dé vrije maatschappij werd gedaan. Het is een groot verschil in het ideaal, dat elk der beide partijen zich stelt. Wij staan vlak tegenover het socialis tisch ideaal van den Staat, die zelf de pro ductie en de distributie ter hand neemt en aan zijn burgers, voor zoover zij in zijn dienst arbeiden, vergoeding geeft. Zietdaar het kenmerkend onderscheid wat ons, als logisch gevolg van de katho lieke opvattingen van den Staat, scheidt van de sociaal-democraten: niet zooveel mogelijk schuiven op den rug van den Staat: niet zooveel mogelijk vragen van den Staat, doc-h eerst zelfstandig nagaan of het goed, dat men voor heeft, ligt op den weg van den Staat. Vraagt men nu welke die uitwendige voorwaarden zijn voor een vruchtbaar ge meenschapsleven, welke de Staat moet ver vullen, dan vinden wij als eerste voor- waarden de zorg van den in- en uit wen- digen vrede. Voor den inwendigen vrede, door te handhaven het recht, voor den in wendigen vrede, door zich zelf te handha ven tegenover andere Staten. De katholieke Staatsleer gaat uit van de autonomie van den mensch: iwil de indi- vidueele mensch de gelegenheid hebben voor zijn eigen welzijn te zorgen, dan moet er zijn orde in de maatschappij: dan moe ten de burgers onderling elkanders rech ten eerbiedigen, dan moet de burger, ge- nietend van eigen vrijheid, die van een ander niet beiemmeren of knotten: door de bepaling van wat burgerlijk recht en strafrecht, is, door de handhaving daarvan, vervult de S.taat zijn hoofdtaak. Maar naast deze algemeene voorwaar den van-autonomie (vrijheid) en coëxisten tie (samenleving) heeft de Staat nog een derde voorwaarde te vervullen: die der assistentie. Overal waar de krachten der burgers, ook in vereeniging, te kort schieten, vindt de Staat een uitgebreid veld om helpend op te treden. Toetsen wij nu aan dezen theoretiscben opzet het katholiek program der georga niseerde katholieke Staatspartij in Mei 1918 tot stand gekomen, dan treffen wij daarin op de eerste plaats aan de hand having van den uitwendlgen vrede door het onderhouden van vriendschappelijke betrekkingen met andere Staten en door te zorgen voor leger en vloot ter verdedi ging van onze onafhankelijkheid; in de tweede plaats cle handhaving van den in wendigen vrede door een goede justitie. Vervolgens eenige hoofdstukken gewijd aan de assisteerende taak van den Staat, in een afzonderlijk hoofdstuk-om histori sche redenen, in zake onderwijs, en ver volgens in tal. van maatschappelijke aan gelegenheden. En ten slotte een hoofdstuk over finan ciën: zonder goede" financiën geen goede politiek. Dezelfde onderwerpen dus ais in ieder ander program van welke partij der orde ook: doch wat dit katholiek program on derscheidt en onderscheiden moet is, dat overal waar het zin heeft, het christelijk beginsel om erkenning vraagt. Dit is het kenmerkende, zoowel in de'Proeve van een katholiek program van Dr. Schaapman van 1883, als in dat der katholieke Kamer leden van 189G als in dat der georganiseer de katholieke partij van 1918. Hoort slechts. Ook de katholieke partij wil offers brengen in persoon en goed voor de verdédiging van het vaderland, maar zij vraagt maatregelen tot verheffing van het zedelijk leven bij de land- en bij de zeemacht: zij dringt aan op meerdere en aanhoudende zorg van de overheid voor de geestelijke belangen van hen, die on der dc wapenen zijn, ook in vredestijd. Bij het rechtswezen wordt gevraagd hand having der Christelijke beginselen op het stpk der wetgeving^, speciaal, want hier kan strijd verwacht wórden,"op liet stuk der huwelijkswetgeving. Bij cle financiën wordt aangedrongen op krachtige doorvoering van het beginsel van. belasting naar draagkracht, daarbij reke ning houdende met de grootte van het ge zin: eene rechtvaardige verhouding tus schen directe en indirecte betastingen een zooveel mogelijk gelijk treffen van het roerend en het onroerend vermogen. Ten aanzien van het onderwijs vragen wij doorvoering van de rechtsgelijkheid op' het geheele terrein van het onderwijs en vergeten daarbij niet de jeugdorganisa tie en het vakonderwijs. Voor de koloniën is onze eisch beharti ging der geestelijke belangen van de in- tandsche bevolking, inzonderheid door krachtige ondersteuning der missie en bestrijding van liet opiumgebruik. Wijziging van artikel 123 van het Re- geerings-Reglement, waardoor het aan de Kerk vrij zal staan overal het Evangelie te brengen, waar zij daartoe bij machte is. En verder staan op den voorgrond: be vordering der Zondagsrust, bestrijding van openbare onzedelijkheid, steun aan vei'- eenigingen die verheffing der openbaTe zedelijkheid hcoogen, maatregelen tegen het bioscoop- en. schouwburggevaar en te gen het alcoholisme, terwijl in verschil lende andere artikelen wijzigingen en her vormingen worden voorgesteld ten einde den vrede ih de maatschappij te bevor deren. Zich bewust van bare groote verantwoor delijkheid, eenerzijds als h'echte waarborg van de vrijheid, en onafhankelijkheid der Katholieke Kerk, anderzijds als draagstee van de christelijke beginselen in het Staats beleid, heeft de katholieke Staatspartij in het voorjaar*" van 1918 deel genomen aan de algemeene politieke verkiezingen en Gode zij dank, de uitslag daarvan heeft het aanzijn geschonken aan een kabinet, dat vrij en fier en frank de vaan van het christelijk-beginsel omhoog houdt. Als katholieke partij doordrongen te zijn van de grootsche taak die op ons rusi als leden der Katholieke Kerk: als katho lieke Staatspartij verbonden te zijn doof een waarlijk christelijk program: het is. alles zeer schoon en van principieele be- teekenis: doch de bekroning daarvan, de mogelijkheid om in toepassing te brenger, wat ons beginsel medebrengt, deze ligt i het behoud van ons christelijk kabinet. Ora et labora: laten wij God bidden dal hij onze Christelijke Regeerders stcune c verlichte in de moeilijke omstandigheden waarin zij geplaatst zijn: latqn wij va:- den anderen kant werken aan de verbrei ding der katholieke beginselen op staaf kundig terrein. BIJ HET SCHAEPMAN-MQNUfflENT TE RIJ3ENBURG. Rede van M r. K o 1 k m a n. Het is natuurlijk, dat de Eerste Nad. Katholiekendag zijn einde noemt in Ri,-. senburg, in de schaduw van het monumen- van hem. die dien eersten Katholiekendag heeft mogelijk gemaakt. Een tijd is er geweest en lu'j ligt no./ niet zoo heel ver achter ons. dat een wa penschouwing, om het woord van Wind- horst te gebruiken, als dezer dagen door Katholieken wérd gehouden, onbereikbaar, zou zijn geweest. De langdurige en hardnek kige overheersching, waaraan de katholie ken hadden blootgestaan en de systemati sche achterstelling, die op ons werd toe gepast, hadden alle lust voor het openbare- leven gedoofd. Er hing een duffe, een mulle atmosfeer van berusting en niemand die bezieling in de massa kon brengen. Er moest oen man komen, een man uit één stuk, een man, die met alle waardeering vóór het goede wat liet verleden bracht, de kracht in zich voelde, om ons katholieke volk to leiden tot een waardiger en betere toe-^ komst.. Wij hadden noodig eap held, die hét gordijn der welvoldaanheid verscheur de en met ongelooflijken rnoed en onge ëvenaarde werkzaamheid alle vooroordce- den vertrad; die het volk medezeggenschap durfde geven in de groote vraagstukken van den dags die tot het volk ging met vol vertrouwen en van dat volk vertrouwen vrbeer. Wij hadden noodig, -om het woord, dat thans zoo vaak wordt misbruikt, maar altijd opgeld doet, te gebruiken, een ech ten. christelijken democraat. Daar stond hij op; de nog jeugdige, jpaar buitengewoon krachtige dr. Herman Schaepma.-i. Met zijn scherp oog en helder verstand had hij het begrepen, welke kant' de maatschappij zou uitgaan. .Hij voorzag dat allerlei kracht-en in de arbeiderswe- reld zich zouden gaan insponnen, om haar deel in het staatkundig werk te krijgen en hij begreep, dat alleen hij. die opzeth'" zijn o ogen sloot, dim drang net zou zien; maar. ér dan ook in zou ten ondergaan-. Zijn oogen waren geopend voor de teeke- n-en des tijd? en door hem werden anderen tot. mede-zien- geleid. Spr. memoreert dan hoe de jonge Schaap man voor den dienst bij de marine, welke hem aanvankelijk aanlokte, werd afge keurd en daarop ging studeeren voor den- priesterlijken stand. Als Seminarist liet hij zijn eerste gedicht varsclujnen „De Paus", later door vele andere gevolgd, ten slotte zijn heerlijke .,Aya Sofia". Uit zijn verblijf te Rome, waarheen Schaepman als jeugdig priester vertrok, dateemn ^ïjn eerste daden op politiek go- bied. Hij zond zijn brieven in de 7fter jaren» aan „De Tijd", waarvan hij later redac teur was Hij werd op 8 Juli 1880 tot lid der*Kamer gekozen. Die verkiezing heeft heel wat hartstoch ten ontketend. Een Roomsche priester i.rt het parlement was voor vele protestanten ondragelijk en tal van katholieken en niet van de minsten, schudden met zorg het hoofd en achtten dergelijk optreden van een katholiek priester onwaardig. Van toen af begon Schaepmans strijden, werken en ik mag gerust zeggen lijden. In de nieuwe omgeving was hij dadelijk in zijn clement. Hier vond hij de arena, waarin zijn spreuk „Credo pugrfo" lot haar volle recht zou komen. Een geleerde met alle duffe eigenschappen van dien, was Schaepman niet Maar hij was een g.enie in den vollen zin des' woords. AR- kon hij beheerschen en zijn belezenheid kende geen grenzen. Een onverzettelijk© memorie deed hem onthouden wat hij las en tijden nadat hij iets" had gc-lezcn gaf hij u woordelijk bladzijde op en tekst, waar het te vinden was. Stormenderhand had hij dan ook do sympathie der Kamer veroverd». Taliooze vrienden heeft hij daar gernaakt; het voor oordeel tegen den kalh. priester heeft hij overwonnen en niemand was er, die niet geloofde, dat die fijne Roomsche ook een goed Nederlander was. Hij was dra een dor meest gevierde en meest invloedrijke leden vari het parlement, die niet liet spot ten met wat hem dierbaar was. Maar Schaepmans verschijning in do Kamer was niet het doel van zijn leven geweest: als middel was het' hem goed, aanlokkelijk zelfs, maar zijn doel log hooger. Zijn doel was het katholieke Nederland- sche volk o-p te heffen uit zij'n staat van verval; het tot het besef te brengen, dat ook iets vermocht; het te doen respectee ren door andersdenkenden; het gelijk cn gelijkberechtigd te maken met zijn mede burgers en het een eenheid te geven, die zijn kracht tot- vollen wasdom zou brengen.- Toen Schaepman in de Kamer kwam,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1919 | | pagina 3