1leitt Cirait"
Tweede Blad.
Vrijdag 26 September S9I9
BINNENLAND.
De Eerste Mederlandsche
Katholiekendag.
HET GOEDE VOORBEELD.
Dat het goede voorbeeld,, door de Katho-
iieken op sociaal gebied gegeven, ook in
andersdenkende kringen sympathieën
vindt, bewijst het Christelijk Middenstands-
f.ongres, dezer dagen gehouden, waar
sprekers van protestantschcn huize meer
dan eens onder instemming, de aandacht
Lebben gevestigd op dit voorbeeld.
Mr. Gerbrandy, in een uitvoerig betoog
zinspelende op betgeen dc Katholieken
praesteerden in de beweging voor de col
lectieve arbeidsovereenkomst enz., zette
zcII's de stelling op: ,,De bevordering van
dc doorgaande ontwikkeling der. collectie
ve arbeidsovereenkomst eïscht. om -den
ontbindenden geest van onzen tijd, hét zoe
ken van georganiseerde samenwerking
met de Roomsch-Katholieken."
Terécht gaf op deze uifnoodigrng prof.
.Veraart, die ten congresse aanwezig was,
weerklank en sprak hij de hoop uit, dat
frn hartelijke samenwerking tusschen
Christelijke en Katholieke organisaties het
gestelde doel zou doen bereiken. Wijzende
op het gehouden congres van den R. K.
1 Ccntralen Raad van Bedrijven, herinnerde
•prof. Veraart eraan, dat een neutrale raad
in voorbereiding is. Op gelijke wijze zal
een Christelijke Raad tot stand dienen te
komen. Niet de praktijk, maar de. ïdèeën
regeeren de wereld. Toch had spr. vertrou
wen in de goede uitwerking van 'het prae-
advies en hij uitte de hoop, dat de Chris
telijke Raad weldra'de conclusion van den
R. K. Raad zal kunnen' overnemen en beide
hecht zullen kunnen samenwerken, op cl ét
wij krijgen de publiekrechtelijke organisa
tie, die tot staatsorgaan zal uitgroeien.
Ook Minister Aalberse wiens ver
schijning op het Congres bijzonder werd
geapprecieerd, zooals uLt de toejuichingen
Week betoogde, hoe lrefc belang van den
middenstand meebrengt, dat een trouwe
samenwerking blijve bestaan tusschen de
tlrie groote organisaties, welke op mldden-
slahdsgebied in ons land bestaan, ook al
slaan zij op verschillenden principieeleq,
grondslag. „Tijd"»
De prijs der me!k.
Volgens de cischen der melkveehouders
worden de melkprijzen voor het publiek te
Arn.-ïterdam 22 cent met 1 October en 24
cent met 1 November.
De Huurcommissiewet.
Raar wij vernemen, is, in vërband met
'4üc omstandigheid, dat de voorschriften
tev thans geldende Huurcommissiewet ge-
■le'iü hebben tot sterke afneming van het
aantal te huur aangeboden woningen, eer
lang de indiening te verwachten van een
wetsontwerp tot wijziging van bedoelde
wet, waarin meer dan in de geldende wet
rekening wordt gehouden met de economt-
factoren, welke verhoaging van den
huurprijs kannen motiveeren.
Aan den anderen kant wordt tevens
sinds eenigen tijd tusschen de departe-
aan inenten van Justitie en Arbeid overleg ge
pleegd over maatregelen om aan het euvel
van het V^ttelijk raet speculatieve doel
einden laten leegstaan "van woningen, wel
ke de eigenaars weigeren te verhuren, paal
|en perk te stellen.
eket
dit
eï
Uit den Haagschen gemeenteraad.
B. en W. van s-Gravenhage stellen den
gemeenteraad voor aan het gemeenteper-
soneel beneden f 3000 salaris een uitkee-
ring' te doen van f 200 voor gehuwden en
kostwinners, benevens f20 voor elk kind,
en van f 150 voor de anderen.
In verband hiermede wordt nog voorge
steld de gemeentelijke inkomstenbelasting
voor 'het jaar 1919 te verhoogen-met 20 pet.
Het verkoudingsciifer van 1.3 wordt
an 1.5.
De Soonactie der typografen.
Dc Looricommissie, welke naar aanlei
ding van de uitspraak van de Commissie
van Arbitrage is samengesteld, heeft
Woensdag 24 September uitspraak ge
daan,
De vraag, of de economische omstandig
heden der laatste maanden aanleiding ge
ven, om de löonen van 29 September af
voor den verderen duur der contractpe-
node te wijzigen, werd met algemeene
slerpmen bevestigend beantwoord:
Tevens werd met algemeene stemmen
vastgesteld, welke de wijzigingen zullen
zijn.
Voor dc werknemers der le loonklasse
word een crisistoeslag vastgesteld van
'o.oO voor de le gemeenteklasse, van f 3.40
voor de 2e gemeenteklasse, van f 3.20 voor
df'3e genieenteklasse en zoo vervolgens af
dalend met f 0.20 per gemeenteklasse tot
I' - voor de 9e gemeenteklasse.
Voor de werknemers der 2e loonklasse
jerd een crisistoeslag vastgesteld van f 2
J°°£ de le gemeenteklasse, van f 1.90 voor
Tr ffeinccnteklasse en eoo vervolgens
a.l5mle met f °-10 Per gemeenteklasse
f 1.20 voor de 9e gemeenteklasse.
De werknemers der tweede loonklasse,
vi is ie gehuwd zijn, zullen denzelden crisis-
'.U; ,0Gsaê genieten, als voor de werknemers
jsei Ier
eerste loonklasse in de verschillende
v in Kvuieenteklassen bepaald.
)ntvangerKnSen zuIIen geen verh°og'ng
il ^Aile verho°gingen, om welke reden ook,
In ,^ei} Tuni 1919 aan alle werknemers
eenige inrichting collectief gegeven,
ft°°en Van den hierboven bedoelden crisis-
oesiag worden afgetrokken.
Percen^age-getallcn yoor overwerk
den niet verhoogd.
DONDERDAG 25 SEPTEMBER.
VEERDE ALGEMEENE VERGADERING.
Kaihaheke Staatkunde.
Rede van M r. D r. D. A. P. N.
Kooien.
Spr. begon op te merken het verschil
tusschen' vroegere Katholiekendagen en
deze. Nu treedt de Katholieke Staatkunde
geheel op den voorgrond, terwijl ze voor
heen meer occasioneel voorkwam in ver
band met den schoolstrijd, de zedeiijk-
heidswetten enz.
Nu echter een alzijdige bespreking der
'Vredes-Encycliek, waarbij door Paus 13e-
nedictus zulk oen groote waarde wordt ge
hecht aan de christelijke staatkunde wordt'
gehouden, komt deze geheel op den voor
grond.
Na opsomming der vier bekende rede
nen door Z. H. aangevoerd als oorzaken
der maatschappelijke beroering, vervolgt
Spreker.
Is het niet M. H. alsof Z. II. bij deze uit
eenzetting met profetischen blik begaafd
is? Indien men niet wist dat 1 November
1915 dc dagteekening was dezer Encycliek,
zou men dan niét meenen dat de Paus een
schildering gaf van de roerselen, die heden
ten dage veler gemoed bewegen? Past niet
op de uitspattingen van hel bolsjewisme de
noodkreet van den Paus, dat, .zoo .God niet
spoedig te hulp komt, dè ondergang der
menscheHjke maatschappij nabij schijnt?
Waaraan is deze ommekeer in denk
wijze en verandering in zeden te wijten?
Zij zijn een gevolg daarvan, zegt de
Paus, dat dé Staten in hun grondslagen
zijn geschokt sedert men opgehouden heeft
bij de inrichting van het Staatsbestuur de
voorschriften en regelen der christelijke
wijsheid toe te passen: deze. toch geven
steun en rust aan de maatschappelijke
orde: worden zij verwaarloosd en veron
achtzaamd, dan treden noodzakelijkerwijze
de geschetste wantoestanden in het leven.
Zonder "gezag, geen 'staat. Hieromtrent
bestaat geen verschil van inzicht. Zij, die
gij in.dén laatsten tijd hebt bezig gezien
om* in verschillende landen het bestaande
gezag weg te jagen, deden dat om zelf in
het bezit van het gezag te komen. Maar
waar ligt de oorsprong vat) het gezag? De
christelijke leer vindt men in den brief aan
de; Romeinen. J)e H. Paulus leert daar in
het dertiende hoofdstuk:
Alle ziel zij aan de overheid-hebbende
machten onderworpen! Want er is geen
macht dan van God en de bestaande, zijn
door God verordend.
Daarom, die de macht wederstaat, we
derstaat Gods verordening, en die voeder-
staan, brengen over zich zelve het oordeel.
Want de regeerders zijn niet den goeden
werke maar den kwaden tot vreeze. Wilt
1 gij dan- de macht niet vreezen? Doe het
goede en gij zult- uit haar lof hebben.
Want zij is dienares van God, U ten
goede. Maar zoo-gij het kwaad doet, vrees!
Want niet vergeefs draagt zij het zwaard.
Want zij is dienares van God, wreekster
tot gramschap hem, die het kwaad doet.
Weest daarom uit noodzakelijkheid on
derworpen niet alleen om de gramschap,
maai"ook om het geweten.
Met deze woorden van Paulus stemt
overeen hetgeen het Hoofd der Apostelen
leert: „Weest dus om God onderdanig aan
elke menschelijke. overheid, hetzij aan den
koning, als aan den opperste,- hetzij aan
de' landvoogden als aan die door hom ge
zonden zijn,
Van den beginne af heft cle Kerk dén
Goddel i j ken oorsprong van het gezag -ge-
leeraard. Wij hoiiden vast aan het begin
sel: het is de plicht, der Christenen om het
gezag te erkennen, wijl het uit God is.
Tegenover deze leer heeft rnen gesteld
•dat het gezag is af te leiden uit den vrijen
wil van den menseh. Ik moge herinneren
aan de theorie van het maatschappelijk
verdrag, waarbij op oen of ander niet
meer na te speuren tijdsgewricht de- vrije
burgers onderling, afspraken, ieder een
deel hunner vrijheid af te staan en over te
dragen aan een door hen gekozen macht,
eene theorie, in de - rechtsgeleerde wereld
algemeen de theorie van dc natuurrechts-
school genoemd.
De onmisbare wijding van het gezag ver
valt hierdoor. lie verhouding tusschen
overheid en onderdanen raakt uit haar
evenwicht.
Hoort, hoe Paus Benedictus de gevolgen
omschrijft: „Een overdreven zucht naar
vrijheid, gepaard met een geest van ver
zet is langzamerhand overal doorgedron
gen. Hieruit wordt geboren minachting
voor de wet, ontevredenheid bij het volk.
de verwatenheid om* alles wat bevolen
wordt, af te keuren. Vandaar het. uitden
ken van taliooze middeleu om de tucht ,c
ontzenuwen en vandaar de ontzettende
misdaden, van hen, die, wijl zij beweren
door g.een enkele wet gebonden te zijn,
noch het bezit, noch het leven der men-
schen ontzien.'
Welke zijn daarentegen de zegenrijke
gevolgen van dc erkenning van den God-
delijken oorsprong van het gezag? Paus
Leo XIII in zijn Encycliek Immörtale Dei
(over de christelijke inrichting der Staten)
schetst ze naar beide zijden. r
„Zoo heeft God gewild dat er in den
Staat ccn gezag' zij, waarvan de dragers
zijn als het beeld van de macht, die God
heeft over de menschen, en tegelijkertijd
van Zijne Voorzienigheid. De Regeering
moet dus rechtvaardig zijn: het zij minder
de Regeering van een Meester dan van
een Vader, want het gezag van God over
de menschen is rechtvaardig en vol'vader
lijke goedheid. Het gezag moet uitgeoefend
worden in het belang van de burgers: want
zij, die macht hebben over anderen, zijn
daarmede uitsluitend bekleed om het open
baar welzijn te verzekeren. Het burgerlijk
gezag mag onder geen voorwendsel dienen
voor het belang van een enkele of van eeni
gen, omdat liet is ingesteld voor het- alge
meen belang. Indien de Staatshoofden zich
lieten verleiden tot een onrechtmatig be
wind, indien zij. zondigden door misbruik
1 van gezag of uit hoogmoed, indien zij niet
voorzagen in het welzijn van het volk. dat
zij het wéten: eenmaal zullen zij reken
schap hebben af te leggen aan Gód en die
rekenschap zal zooveel te. strenger zijn 'als
heiliger is het ambt dat zij uitoefenen en
hooger de graad vari waardigheid, die zij
bekleeden.
Het behoeft waarlijk niet te verwonde
ren dat Paus Benedictus alle heil verwacht
van een volk, dat de christelijke leer om-
trent het gezag huldigt. Daar is geen kans
voor mannen, die willen grijpen naar het
gezag: daar schaart men zich als één man
om troon en altaar: daar wordt de gelei
delijke evolutie verstoord.
Maar.ook. daar houdt de Regeering re
kening met den godsdienst, waaruit alleen
juist: het gezag, zijn kracht en steun put.
Hot is waar: het doel van den Staat is
een ander dan dat van de Kerk: stelt deze
zich als einddoel het eeuwig heil der zie
len, de Staat heeft tot doei het scheppen
der algemeene voorwaarden, waaronder
ieder burger zijn eigen welzijn hier op
aarde tracht te bereiken; maar de ziel is
het voornaamste in den menscb: en daar
om mag van liet burgerlijk gezag, ge
vraagd worden dat het geen maatregelen
neme, die cle zielen iD gevaar brengen, dat
het zich, onthoude in zaken, die tot het do
mein der Kerk behooren, dat het zijn me
dewerking verlecne waar die noodig is tot-
liet bereiken van 's mefischen eindbestem
ming.
De Staat Iegge der Kerk geen enkel be
letsel in den weg bi j de uitoefening barer
taak. Ieder heeft een eigen gebied, zooals
Paus Leo XIII het in bovengenoemde En
cycliek van 1 November. 1885 zoo treffend
uitdrukt.
„God lieeft liet bestuur over het. men-
scheltjk geslacht onder twee machten ver
deeld: het kerkelijk en het burgerlijk gezag-
'het eerste aan het hoofd der goddelijke,
het tweede aan het hoofd- der menschelijke
zaken. Ieder is op eigen-gebied souverein:
ieder is besloten binnen grenzen, hauwkeu
rig afgebakend getrokken overeenkom
stig het eigen doel. Er is dus als een wel
.omschreven spheef, waarin ieder jure pro-
prïo zijn taak vervult."
Welnu, de Staat eerbiedige het terrein
der Kerk, evenals deze zich houde. buiten
het gebied van den Staat.
Het is hier de plaats om met groote
dankbaarheid de verhoudingen, in het ei
gen land te gedenken, Niet gewonnen heeft
het de leer van het liberalisme, dat een kerk
genootschap is een vereeniging als een
andere, onderworpen aan de wet van 1855
én uit het zesde hoofdstuk der grondwet
èn uit de wet op de kerkgenootschappen
'blijkt, dat de Staat de Kerk als een zelf
standige, publiekrechtelijke organisatie
beschouwt.
Een vergelijking met Frankrijk doet in
zien de zooveel gélukkiger positie van ons
land.
Zeker, er zijn ten onzent altijd nog eeni
ge- desiderata: het hindert nog steeds dat
de Grondwet dc uitoefening van den open
baren godsdienst buiten gebouwen en be
sloten plaatsen bindt agn de vraag, of dit
iin 1848 geoorloofd was, zonder zich af te
vragen of ook niet op vele andere plaat
sen processies zouden kunnen worden ge
houden, zonder ook maar iemand aan
stoot te geven: nog steeds zien we door ar
tikel 138 B. W. en 449 Sr. de bediening
van het H. Sacrament des huwelijks gebon
den aan. een voorafgaande formaliteit; het
Regeeringsreglement van Ned. Indië wordt
nog ontsierd door de'bepaling van ar tik
123, waardoor, de zending is afhankelijk
gesteld van toelating door of namens d?
Regeering: het streven moet er op gericht
zijn alle deze overblijfselen van een libe
ralen voortijd op te ruimen: doch de grond-
verhouding is op de juiste beginselen op
getrokken en het katholieke volksdeel mo
ge er voor waken, dat deze juiste beginse
len bewaard blijven.
En ziet daar de hoofdreden van bestaan
der Katholieke Staatspartij. Nu van deze,
dan van gene politieke zijde; heeft men
haar bestaan bevochten. Vroeger, onder
de heerschappij'van-het liberalisme, heette,
het, dat een afzonderlijke katholieke par
tij de sluimerende instincten van het pro
testantisme deed opvlammen en tot gods
dienstoorlog leidde; óf dat het niet moge
lijk was beginselen van Staatsbeleid te
ontleenen aan Gods openbaring'; in latere
tijden ziet rnen een beroep, doen op cle meer
vooruitstrevenden om zich aan te '«-/uilen
bij andere voortui! streven den en zich af te
scheiden van de meer behoudsgezinder» on
der de katholieken.
Al deze pogingen om de katholieke
Staatspartij uiteen te doen vallen zijn af
gestuit op- het klare bewustzijn dat gr
steeds gevaren dreigen en wie zal dac
thans nog ontkennen als hij in de wereld
om ziei voor de zelfstandigheid en de
onafhankelijkheid der Kerk van Christus
en dat het katholieke volksdeel, dat toch
altijd nog één derde van Nederland uit
maakt. mits liet'in één Staatkundige partij
bijeen- blijft, een sterken burcht vormt, tot
afweer van alle aanvallen op wat ons al
len dierbaar en heilig is.
Maar tévens, en hier kom ik lot liet po
sitieve van haar taak. is de katholieke
partij een krachtige waarborg voorzie blij
vende doorwerking der christelijke- begin
selen op staakundig terrein.
De geschiedenis bewijst dik Het groote
■belang, waarvoor Paus Benedictus thans
de samenwerking van alle christenen in
roept, is juist de spil geweest, waarom
heel de actie van onze parLj. van haar ont
staan af, zich bewogen hoef!: bet christe
lijk onderwijs.
Welnu, wat thans nog door Z. H/ ter
waarschuwing aan andere naties wordt
voorgehouden, is historie voor ons: wij
hebben den schoolstrijd gevoerd, en wij
hebben ten langen leste deze overwinning
behaald, dat wij thans onze lagere scholen
overal kunnen organiseeren als katholie
ke scholen, terwijl, de Staat de kosten van
dit onderwijs binnen enkele jaren geheel
voor zijn rekening neemt, zoo goed als hij
dit doet voor het openbare onderwijs.
Indien dan nog. straks ook voor het bij
zonder middelbaar en hooger onderwijs
rechtsgelijkheid en financieele gelijkstelling
1 verkregen worden, indien liet patronaats-
•wezen zich in den finahcieeien steun der
overheid mag gaan verheugen, zoodat het
overal de schoolvrije jeugd onder hare
hoede moge krijgen, dan heeft cle katholie
ke Kerk een heerlijke gelegenheid om de
vier ,door den Paus aangegeven misstan
den te bestrijden in de harten der opko
mende jeugd: dan kan de onderlinge wel
willendheid worden aangekweekt, het ge
zag worden hooggehouden: de afgunst
worden bestreden en de jacht naar de goe
deren dezer wereld weder ondergeschikt
worden aan het najagen van de eeuwige
bestemming.
Een groot verschil is er te dezen op
zichte tusschen den katholiek en den so
ciaal-democraat. Terwijl de eerste er voor
waakt, dat dc grenzen van.de staatszorg
niet worden overschreden, grijpt de laat
ste elke gelegenheid aan, om de overheid
t© betrekken in wat tot dusver door dé
vrije maatschappij werd gedaan. Het is
een groot verschil in het ideaal, dat elk
der beide partijen zich stelt.
Wij staan vlak tegenover het socialis
tisch ideaal van den Staat, die zelf de pro
ductie en de distributie ter hand neemt en
aan zijn burgers, voor zoover zij in zijn
dienst arbeiden, vergoeding geeft.
Zietdaar het kenmerkend onderscheid
wat ons, als logisch gevolg van de katho
lieke opvattingen van den Staat, scheidt
van de sociaal-democraten: niet zooveel
mogelijk schuiven op den rug van den
Staat: niet zooveel mogelijk vragen van
den Staat, doc-h eerst zelfstandig nagaan
of het goed, dat men voor heeft, ligt op
den weg van den Staat.
Vraagt men nu welke die uitwendige
voorwaarden zijn voor een vruchtbaar ge
meenschapsleven, welke de Staat moet ver
vullen, dan vinden wij als eerste voor-
waarden de zorg van den in- en uit wen-
digen vrede. Voor den inwendigen vrede,
door te handhaven het recht, voor den in
wendigen vrede, door zich zelf te handha
ven tegenover andere Staten.
De katholieke Staatsleer gaat uit van de
autonomie van den mensch: iwil de indi-
vidueele mensch de gelegenheid hebben
voor zijn eigen welzijn te zorgen, dan moet
er zijn orde in de maatschappij: dan moe
ten de burgers onderling elkanders rech
ten eerbiedigen, dan moet de burger, ge-
nietend van eigen vrijheid, die van een
ander niet beiemmeren of knotten: door
de bepaling van wat burgerlijk recht en
strafrecht, is, door de handhaving daarvan,
vervult de S.taat zijn hoofdtaak.
Maar naast deze algemeene voorwaar
den van-autonomie (vrijheid) en coëxisten
tie (samenleving) heeft de Staat nog een
derde voorwaarde te vervullen: die der
assistentie.
Overal waar de krachten der burgers,
ook in vereeniging, te kort schieten, vindt
de Staat een uitgebreid veld om helpend
op te treden.
Toetsen wij nu aan dezen theoretiscben
opzet het katholiek program der georga
niseerde katholieke Staatspartij in Mei
1918 tot stand gekomen, dan treffen wij
daarin op de eerste plaats aan de hand
having van den uitwendlgen vrede door
het onderhouden van vriendschappelijke
betrekkingen met andere Staten en door
te zorgen voor leger en vloot ter verdedi
ging van onze onafhankelijkheid; in de
tweede plaats cle handhaving van den in
wendigen vrede door een goede justitie.
Vervolgens eenige hoofdstukken gewijd
aan de assisteerende taak van den Staat,
in een afzonderlijk hoofdstuk-om histori
sche redenen, in zake onderwijs, en ver
volgens in tal. van maatschappelijke aan
gelegenheden.
En ten slotte een hoofdstuk over finan
ciën: zonder goede" financiën geen goede
politiek.
Dezelfde onderwerpen dus ais in ieder
ander program van welke partij der orde
ook: doch wat dit katholiek program on
derscheidt en onderscheiden moet is, dat
overal waar het zin heeft, het christelijk
beginsel om erkenning vraagt. Dit is het
kenmerkende, zoowel in de'Proeve van een
katholiek program van Dr. Schaapman
van 1883, als in dat der katholieke Kamer
leden van 189G als in dat der georganiseer
de katholieke partij van 1918.
Hoort slechts. Ook de katholieke partij
wil offers brengen in persoon en goed voor
de verdédiging van het vaderland, maar
zij vraagt maatregelen tot verheffing van
het zedelijk leven bij de land- en bij de
zeemacht: zij dringt aan op meerdere en
aanhoudende zorg van de overheid voor
de geestelijke belangen van hen, die on
der dc wapenen zijn, ook in vredestijd.
Bij het rechtswezen wordt gevraagd hand
having der Christelijke beginselen op het
stpk der wetgeving^, speciaal, want hier
kan strijd verwacht wórden,"op liet stuk
der huwelijkswetgeving.
Bij cle financiën wordt aangedrongen op
krachtige doorvoering van het beginsel van.
belasting naar draagkracht, daarbij reke
ning houdende met de grootte van het ge
zin: eene rechtvaardige verhouding tus
schen directe en indirecte betastingen een
zooveel mogelijk gelijk treffen van het
roerend en het onroerend vermogen.
Ten aanzien van het onderwijs vragen
wij doorvoering van de rechtsgelijkheid
op' het geheele terrein van het onderwijs
en vergeten daarbij niet de jeugdorganisa
tie en het vakonderwijs.
Voor de koloniën is onze eisch beharti
ging der geestelijke belangen van de in-
tandsche bevolking, inzonderheid door
krachtige ondersteuning der missie en
bestrijding van liet opiumgebruik.
Wijziging van artikel 123 van het Re-
geerings-Reglement, waardoor het aan de
Kerk vrij zal staan overal het Evangelie te
brengen, waar zij daartoe bij machte is.
En verder staan op den voorgrond: be
vordering der Zondagsrust, bestrijding van
openbare onzedelijkheid, steun aan vei'-
eenigingen die verheffing der openbaTe
zedelijkheid hcoogen, maatregelen tegen
het bioscoop- en. schouwburggevaar en te
gen het alcoholisme, terwijl in verschil
lende andere artikelen wijzigingen en her
vormingen worden voorgesteld ten einde
den vrede ih de maatschappij te bevor
deren.
Zich bewust van bare groote verantwoor
delijkheid, eenerzijds als h'echte waarborg
van de vrijheid, en onafhankelijkheid der
Katholieke Kerk, anderzijds als draagstee
van de christelijke beginselen in het Staats
beleid, heeft de katholieke Staatspartij in
het voorjaar*" van 1918 deel genomen aan
de algemeene politieke verkiezingen en
Gode zij dank, de uitslag daarvan heeft
het aanzijn geschonken aan een kabinet,
dat vrij en fier en frank de vaan van het
christelijk-beginsel omhoog houdt.
Als katholieke partij doordrongen te
zijn van de grootsche taak die op ons rusi
als leden der Katholieke Kerk: als katho
lieke Staatspartij verbonden te zijn doof
een waarlijk christelijk program: het is.
alles zeer schoon en van principieele be-
teekenis: doch de bekroning daarvan, de
mogelijkheid om in toepassing te brenger,
wat ons beginsel medebrengt, deze ligt i
het behoud van ons christelijk kabinet.
Ora et labora: laten wij God bidden dal
hij onze Christelijke Regeerders stcune c
verlichte in de moeilijke omstandigheden
waarin zij geplaatst zijn: latqn wij va:-
den anderen kant werken aan de verbrei
ding der katholieke beginselen op staaf
kundig terrein.
BIJ HET SCHAEPMAN-MQNUfflENT
TE RIJ3ENBURG.
Rede van M r. K o 1 k m a n.
Het is natuurlijk, dat de Eerste Nad.
Katholiekendag zijn einde noemt in Ri,-.
senburg, in de schaduw van het monumen-
van hem. die dien eersten Katholiekendag
heeft mogelijk gemaakt.
Een tijd is er geweest en lu'j ligt no./
niet zoo heel ver achter ons. dat een wa
penschouwing, om het woord van Wind-
horst te gebruiken, als dezer dagen door
Katholieken wérd gehouden, onbereikbaar,
zou zijn geweest. De langdurige en hardnek
kige overheersching, waaraan de katholie
ken hadden blootgestaan en de systemati
sche achterstelling, die op ons werd toe
gepast, hadden alle lust voor het openbare-
leven gedoofd.
Er hing een duffe, een mulle atmosfeer
van berusting en niemand die bezieling
in de massa kon brengen. Er moest oen
man komen, een man uit één stuk, een
man, die met alle waardeering vóór het
goede wat liet verleden bracht, de kracht
in zich voelde, om ons katholieke volk to
leiden tot een waardiger en betere toe-^
komst.. Wij hadden noodig eap held, die
hét gordijn der welvoldaanheid verscheur
de en met ongelooflijken rnoed en onge
ëvenaarde werkzaamheid alle vooroordce-
den vertrad; die het volk medezeggenschap
durfde geven in de groote vraagstukken
van den dags die tot het volk ging met vol
vertrouwen en van dat volk vertrouwen
vrbeer. Wij hadden noodig, -om het woord,
dat thans zoo vaak wordt misbruikt, maar
altijd opgeld doet, te gebruiken, een ech
ten. christelijken democraat.
Daar stond hij op; de nog jeugdige, jpaar
buitengewoon krachtige dr. Herman
Schaepma.-i. Met zijn scherp oog en helder
verstand had hij het begrepen, welke kant'
de maatschappij zou uitgaan. .Hij voorzag
dat allerlei kracht-en in de arbeiderswe-
reld zich zouden gaan insponnen, om haar
deel in het staatkundig werk te krijgen en
hij begreep, dat alleen hij. die opzeth'"
zijn o ogen sloot, dim drang net zou zien;
maar. ér dan ook in zou ten ondergaan-.
Zijn oogen waren geopend voor de teeke-
n-en des tijd? en door hem werden anderen
tot. mede-zien- geleid.
Spr. memoreert dan hoe de jonge Schaap
man voor den dienst bij de marine, welke
hem aanvankelijk aanlokte, werd afge
keurd en daarop ging studeeren voor den-
priesterlijken stand. Als Seminarist liet hij
zijn eerste gedicht varsclujnen „De Paus",
later door vele andere gevolgd, ten slotte
zijn heerlijke .,Aya Sofia".
Uit zijn verblijf te Rome, waarheen
Schaepman als jeugdig priester vertrok,
dateemn ^ïjn eerste daden op politiek go-
bied. Hij zond zijn brieven in de 7fter jaren»
aan „De Tijd", waarvan hij later redac
teur was
Hij werd op 8 Juli 1880 tot lid der*Kamer
gekozen.
Die verkiezing heeft heel wat hartstoch
ten ontketend. Een Roomsche priester i.rt
het parlement was voor vele protestanten
ondragelijk en tal van katholieken en niet
van de minsten, schudden met zorg het
hoofd en achtten dergelijk optreden van
een katholiek priester onwaardig.
Van toen af begon Schaepmans strijden,
werken en ik mag gerust zeggen
lijden.
In de nieuwe omgeving was hij dadelijk
in zijn clement. Hier vond hij de arena,
waarin zijn spreuk „Credo pugrfo" lot
haar volle recht zou komen. Een geleerde
met alle duffe eigenschappen van dien,
was Schaepman niet Maar hij was een
g.enie in den vollen zin des' woords. AR-
kon hij beheerschen en zijn belezenheid
kende geen grenzen. Een onverzettelijk©
memorie deed hem onthouden wat hij las
en tijden nadat hij iets" had gc-lezcn gaf
hij u woordelijk bladzijde op en tekst, waar
het te vinden was.
Stormenderhand had hij dan ook do
sympathie der Kamer veroverd». Taliooze
vrienden heeft hij daar gernaakt; het voor
oordeel tegen den kalh. priester heeft hij
overwonnen en niemand was er, die niet
geloofde, dat die fijne Roomsche ook een
goed Nederlander was. Hij was dra een
dor meest gevierde en meest invloedrijke
leden vari het parlement, die niet liet spot
ten met wat hem dierbaar was.
Maar Schaepmans verschijning in do
Kamer was niet het doel van zijn leven
geweest: als middel was het' hem goed,
aanlokkelijk zelfs, maar zijn doel log
hooger.
Zijn doel was het katholieke Nederland-
sche volk o-p te heffen uit zij'n staat van
verval; het tot het besef te brengen, dat
ook iets vermocht; het te doen respectee
ren door andersdenkenden; het gelijk cn
gelijkberechtigd te maken met zijn mede
burgers en het een eenheid te geven, die
zijn kracht tot- vollen wasdom zou brengen.-
Toen Schaepman in de Kamer kwam,