het Congres genomen besluiten bet geheolo
sociale vraagstuk niet oplossen; al me ge
bet waar zijn zelfs, dat ook aan en op
dit Congres verrichten arbeid fouten kle
ven, gebreken zelfs', die zonder andere
voorzorgsmaatregelen in de toekomst nieu
we moeilijkheden doen vrcezen, waar is
ook, dat, als verwerkelijkt wordt, vat dit
Congres in 'hoofdzaak bereiken wil, n.l.
de doorvoering van collectieve arbeidscon
tracten op den grondslag van een werke
lijke gelijkberechtigdheid van neide par
tijen, dat daarmede dan toch in ieder ge
val een groofe stap gezet zal zijn op den
weg naar den Socialen Vrede. En dot ook
deze stap weer te danken zal zijn niel l.ot
minst aan Katholiek initiatief.
Doch als <lit bereikt zal zijn. dan is daar
mede niet bereikt de volheid der sociale
en economische hervormingen.
Integendeel, de sociale kwestie beeft in
zooverre slechts haar beslag gekregen, dat
een redelijke oplossing werd gevonden
voor liet vr aagstuk van het arbeidsloon en
de overige rechtsverhoudingen tusschcn
patroon en arbeider.
Zal de aangekondigde wettelijke regeling
van dc bedr ijfsorganisatie de oplossing der
overige vragen brengen.
Zal zij ze kunnen brengen
Meer nog zal zij brengen de zoo nood
zakelijke toenadering tusschnn.de verschil
lende standen, de samenwerking, op den
grondslag dei* belangengemeenschap, tus
schcn. producent en consument?
liet vraagstuk, dat hier aan de orde komt
is uiterst moeilijk.
DaafTluikeJt de kern van het oude vraag
stuk weer op. de "prijzenpolitiek of de dis
tributieve rechtvaardigheid. Daar komt
liet mankement in het nu bestaande be
drijfsleven naar voren, waarin wel ren
arbeider een liooger loon gegeven wil wor
den, mits de prijzen van een product in
evenredigheid, of nog meer, stijgen.
Maar don komt de vraag: Wat helpt dan
alle loonsverhooging? Is dat niet rond
draaien in een cirkel of water naar de zee
dragen? Blijft zoo niet alles bij 't oude? Is
het niet hetzelfde, of de arbeider s bij liooge
of bij lage loonen gebrek lijden? Immers
ja. het - s precies hetzelfde
Over de belangen dor verbruikers is na
bet gehouden Congres heel wat geschreven
en gesproken, doch zeker nog niet het
laatste woor d.
Dc oplossing Ifgt bier trouwens niet voor
*t grijnen. Laat ons de aandacht op cenige
moeilijkheden vestigen:
1e. De moreefe gevolgen der liberale eco
nomische vrijheidspol iliek.
Zonder bier dieper op in te gaan. noe
men wij slechts de ..egocentrische wereld
beschouwing", waartoe zij aanleiding gaf.
TWe levens- en wereldbeschouwing vond
tijdens den wereldoorlog haar hoogtepunt.
Zij culmineerde toon in den vorm van woe
ker. prijsopdrijving, kettinghandel en \va-
renvervalsching. Zij liet ons in 't. alge
meen den tegenwoordigen handel zien als
een instituut, dat bij uitstek er zich toe
"leent en crop is ingericht het publiek uit
te schudden. Een toestand, waar, in 't al
gemeen gesproken, elke Begeering. en ze
ker het publiek, machteloos tegenover
stond.
Ook dit industrïaliéme had niet. tot doel
de behartiging van hot algemeen belang,
de maatschappij was bijzaak, het egoisme
stond ook, en slaat hier nog, op den voor
grond.
?e. De tegenwoordige economische ver
wikkelingen als gevolg van den wereld-
Allereerst de wanhopig in de war ge
raakte ideeën over arbeid en loon in de
arbeiderswereld zelf. Zeer zeker mag nïen
die verwarring in de geesten toeschrijven
aan verschillende oorzaken. Veel invloed
in verkeerde richting is ongetwijfeld uit
geoefend door een anti-Christelijke levens-
en wereldbeschouwing, welke men in alle
landen den arbeider als met geweld heeft,
opgedrongen. Vervolgens heeft veel tot de
tegenwoordige verwarring bijgedragen het
dagelijks zien, van de schaamteloos ten
toongestelde weelde in haar meest tergen
de vormen. Daardoor word do indruk ge
wekt, dot onnoemelijke schatten werden
verdiend, welke den arbeider werden ont
houden.
3c. De sociaal-democratie.
Volgens veler oordeel hcudf de tot groote
macht en invloed gekomen sociaal-demo
cratie, in alle landen op dit oogenblik de
terugkomst van geordende toestanden te
gen.
En toch moet er een oplossing komen.
Het loven moet weer normaal worden, al
thans de prijzen der noodzakelijke levens
behoeften inoclte-n ,d.yen. De Ikoop-
k ra c li t- van een arbeiders-gulden moet
worden verhoogd, liever dan het aantal
guldens tc vermeerderen. In voortdurende
loonsverhoogingen, welke geen ander doel
hebben, dan den steeds stijgenden levens
standaard bij te houden, kan de oplossing
niet liggen.
Een goede raad gaf de heer Struycken
op do jaarvergadering der Hanze te Lei
den, toen hij erop aandrong, dat men bij
het drijven van een zaak niet alleen moest
denken aan het eigen ik: ,,IIoe zal ik het
best erbij varen? IToe zal ik het meeste
geld verdienen?" zonder te denken aan den
eersten grootcn plicht: vervul ik als mid
denstander mijn taak aldus, dat ik ook
Let algemeen welzijn dien?
Een vraag, d'e in onzen tijd meer gesteld
moet worden, ook ten opzichte van het vol
gende. Als correctief tegen misbruiken
door den handel is indertijd ontstaan de
coöperatie, het samengaan van belangheb
benden, hetzij consumenten, hetzij produ
centen.
De opkomende standen-organisatie heeft
de coöperatieve idee in steeds breeder krin
gen toepassing doen vinden. Wij hebben
thans arbeiders-, middenstands- en land-
bouw-coöperatie. De laatste vooral heeft
zich buitengewoon ontwikkeld. De land-
bouXv kent niet alleen coöperatieve inkoop-
vereinigingen, doch ook coöperatieve fa
brieken, coöperatieve import- en export
zaken, zelfs coöperatieve banken.
Sommigen zien in daze, zich étcfedg naai
alle zijden vo.der ontwikkelende coöpera
tie een gevaar voor de maatschappij. Zij
zijn van oordeel, dat wij langs dezen weg
tomen zan liet persoonlijke naar het ge
organiseerde, naar bet stands-egoisme. En
zij meenen, dat liet laatste erger is dan
het eerste.
Anderen zien in de coöperatie een voor
naam middel om de samenleving van al
lerlei misbruiken to zuiveren den geest
van samenwerken te versterken, de per
soonlijke zelfzucht te breidelen en daar
door de nJgemeene welvaart tc. bevorderen.
De waarheid zal hier wel in het middon
liggen. Als alles, heeft de coöperatie haar
gebreken on htiar deugden.
Naar het mij voorkomt, zal zij echter
in de naaste toekomst een belangrijke rol
spoten
Als tiet ons gelukt., aan Staatsbemoeiing
on Staatsregeling van bet bedrijfsleven in
socialistischen zin te ontkomen en de,
kans daarop is toch wel groot in ons land
dan valt vanzelf in hoofdzaak op de
Christelijke partijen de plicht: correctie
ven te zoeken tegen de duurte, het maat
schappelijk leven weer te normaliseeren,
passende gelijkheid van levensvoorwaar
den voor alle standen te scheppen.
"Want dal blijft eeri lange reeks van ja
ren he;, brandende probleem.
Veel kan er gebeuren ten goede, als het
mogelijk wordt, de militaire uitgaven tot
een minimum terug Ie brengen, en daar
door het peil der belastingen te doen da
len.
Nog meer ware er te doen, indien het
der Regeering mogelijk zou zijn, zonder
het nationaal vei mogen te zeer aan te tas
ten, onze Staatsschuld met een milliard te
verlichten.
Doch als noch het een. noch het andere
mogelijk fs, dan blijft de toestand ook in
ons land kritiek.
En dan is de vraag: Wat dan? Want
zooals het nu is, kan het niet blijven.
Volgens mijne mecning is clan de verbe
tering van ons maatschappelijk distributie
apparaat, door versterking en practische
toepassing der coöperatie op groote
schaal, zelfs met krachtigen steun der Re
geering, nog niet zoo verwerpelijk.
Want wat wij nu in de samenleving zien
gebeuren, is toch waarlijk al te gek.'
Naar den-kostprijs van een product zoekt
men dikwijls tevergeefs, doch dat vele wa
ren. als zij den consument bereiken, in
prijs dubbel zoo duur zijn, is geen nieuws.
Met de voortbrengselen van land- en
tuinbouw is liet al. niet beter gesteld. Aard
appelen, welke in het voorjaar aan de
veilingen verkocht weiden voor 8 a"'J cent
per kilo, kosten in do sleden aanvankelijk
18 a 20 cents. Een liter melk kost af boer
derij 13 cents, in de steden nog steeds 18
cents, soms zelfs meer. Met alle andere
levensmiddelen is bet naar Verhouding.
Opkoopeis en allerlei tussclïenpersonen,
welke bij een goede organisatie volkomen
overbodig zouden zijn, spelen hier een
groote en zeer nadeeligc rol.
liet wil ons voorkomen, dal bet vraag
stuk van een nauwere samenwerking tus-
schen do .verschillende bedrijfs- en standen-
organisaties iets is, dat onzerzijds spoedig
onder de oogen moet worden gezien.
Als liet gevonden zou kunnen worden,
ware zooveel mogelijk directe levering van
allerlei land- en tuinbouwproducten aan
coöperaties van middenstanders en arbei
ders zeer zeker een middel om de prijzen
van die soorten levensmiddelen belangrijk
te doen dalen, en toch boer en tuinder een
rendeerend bedrijf te verzekeren.
Als verder de inkoopcentrales van land
bouw en middenstand, gesteund door hun
banken, gingen koopen uit dc eerste liand,
konden alweer de prijzen belangrijk dalen
en rle kwaliteiten misschien belangrijk
verbeteren.
Als sommige takken der middenstands
organisatie, zooals bijv. de manufacturiers,
zich eens verslonden met den vakbond der
textielarbeiders, het ware m. i. mogelijk
coöperatief en nieuwe nijverheid in lipt le
ven te roepen, met behulp dor electriciteit.
Een nijverheid, welke in staat zou zijn, bij
goede loonen en deugdelijke arbeidsvoor
waarden. en met behoud eener groote
vrijheid voor beide partijen, de prijzen van
r«llerlei kleedingstukken belangrijk le ver
lagen, zonder ook maar in 't minst de be
staansvoorwaarden van den rnanufactu-
rier aan te tasten.
Zoo zijn er meer mogelijkheden, die door
bovenbedoelde samenwerking kunnen ont
staan.
De gelegenheid om in de aangegeven
richting iets te kunnen doen: wordt belang
rijk groot er door den te verwachten kor
toren arbeidsdag en door de practische be
nutting van dc gelegenheid tot beter vak-
en nijverheidsonderwijs, als door het dezen
zomer aangenomen wetsontwerp op het
Nijverheidsonderwijs wordt geboden.
Dat ook de hulp van den Staat noodig
zal zijn om boven aangeduide plannen te
verwezenlijken en goed te doen slagen, is
zeer wel mogelijk. Doch Staatshulp in de
richting, waarbij het vrije initiatief niet
wordt belemmerd en het vrije bedrijfsleven
niet wordt aangetast, is wel te aanvaar
den.
Het wil mij voorkomen, dat wij Katholie
ken mede in deze richting de oplossing der
moeilijke kwesties van het oogenblik heb
ben te zoeken. En dat wij door zoo tc doen
inderdaad onzen plicht vervullen en het
algemeen welzijn meer dienen dan het
eigenbelang.
Maar vooral en daar komt het op aan
dat wij door doelbewuste, vrijwillige be
perking van het eigenbelang, desnoods bij
de wet, afstand doen van bovenmatige
winsten, de jacht naar rijkdom en weelde
uitbannen, en daardoor niet alleen moge
lijk maken, dat den arbeider een behoorlijk
beslaan worde verzekerd, doch dat tevens,
althans bij ons Katholieken, worde uitge
bannen die scherpe prikkel, welke dc
schaamtelooze weelde steeds, doch nu
vooral uitoefent op de minderbedeelden in
de maatschappij.
Die weelde is niet zelden oen der sterk
ste prikkels en aansporingen tot revolutie.
Een weehletijdperk ging vooraf aan de
EianscJis Revolutie, een weeldeüjdpcrk
ging vooraf aan dezen oorlog en aan deze
ievolutie, en ais de weelde niet geknot
wordt, het koude egoïsme en de zelfzucht
geen plaats maken, vrijwillig, voor den
verwarmenden imtioed van de Christelijke
rechtvaardigheid en naastenliefde, dan
vreezen wij, dat zell's in ons land op den
dujjr een revolutionnaire, gewelddadige
omkeering der orde van zaken niet te kee-
ren zal zijn.
De Katholieke Broederschapsidee.
Rede van Pastoor M. Alph.
Vermeulen S. J.
Geloofd zij Jezus Christus, in alle eeuwig
heid. Amen, aldus ving spr. zijn rede aan.
De woorden die wij zooeven hebben uit
gesproken, worden door ons genoemd, de
Christelijke groet. Waarom? Niet alleen is
dit korte lofgebed een eerbiedige groet tot
Christus zeiven, maar 't is ook een groet,
dien wij elkander toespreken, omdat wij
elkander als broeders en zusters terugvin
den In Hem, in wicn wij één zijn volgens
het woord van St. Paulus: Omnes
e n i m vos unum e s t i s, f ra-
tres, in Christo Jcsu. Allen,
broeders, zijt gij één in Christus Jezus! En
daarmede ben» ik midden in" het onder
werp, dat ik hedenavond voor u mag be
spreken. En dan staat gij mij wel toe, dat
ik het: Geachte Dames en Heeren, thans
verander in: geliefde broeders en zusters in
Jezus Christus.
Waarom noem ik u zoo? Omdat we op
dezen eersten alge-mecnen Katholiekendag
onder de leiding onzer Bisschoppen en
Katholieke voormannen ons één gevoelc-n,
c o r unum et anima una, één
van hart en één van ziel, of omdat wij
in den ernst dozer tijden de behoefte ge
voelen aan nauwe aaneensluiting en sa
menwerking tot behartiging onzer ge
meenschappelijke belangen, tot- verdediging
van onze heilige rechten in het maatschap
pelijk. maar vooral ook in het godsdienstig
leven? Is het mijn bedoeling door deze be
naming van den aanvang af uit te sluiten
die niet met ons één zijn in denken en
voelen, zeker uit te sluiten degenen, tegen
wie we onze rechten hebben te verdedigen
op nationaal of maatschappelijk of gods
dienstig terrein? Neen, als ik uitzonder den-
gene. die genoemd wordt onze vijand vanaf
don beginne en die licin voor de eeuwig
heid zijn toegewezen, wie zou ik dan nog
kunnen uitsluiten? En mijn Christelijk
hart en mijn priesterhart zou wenschen
juist velen, die we ons vijandig beschou
wen, hier vereenigrl te zien en dan uit de
volle overtuiging van mijn geloof bij den
aanvang mijner rede ook hen toe te spre
ken: geliefde Broeders en Zusters in Jezus
Christus! Welk is de aanleiding, dat ik u
ga spreken over do broederschap, die ons
menschen moet voreenigen en over de
grondslagen waarop die broederschap be
rust? Gij weet, dat als leidraad voor dc
beschouwingen van dezen eersten alge-
mecnen Katholiekendag werd genomen het
eerste herderlijk rondschrijven van onzen
H. Vader Paus Bencdictns NV. De vader
der Christenheid legt den vinger op de
wonde en toont ons aan de oorzaak van
«oo groote ellenden en lievige beroeringen,
nis maar zelden de wereld heeft aan
schouwd. De kiem van alle kwaad is vier
voudig: gebrek aan onderlin
ge welwillendheid en liefde,
verachting van gezag, w e-
derrechtejl ij k e k 1 a s*s e n s t r ij d
en ongetemde begeerlijkheid.
Gebrek aan w e 1 w i 11 e n d li e i d
en onderlinge l-i e f d e.
Ja waarlijk, menschelijke broederschap
wordt luide gepredikt in onze dagen; als
in andere revolutionnaire tijden galmt het
1 i b e r t e g a 1 i t c, f r a t e r n i t
over de gansche wereld; woorden, die doen
hopen uf doen vreezen, die" zwanger zün
van heilige beloften of als een donderwolk
dreigen met' verschrikkelijke verwoesting;
woorden, die als een zoete melodie klinken
op de lippen der deugd, of als een krij-
schend tandengeknars op de lippen der
misdaad.
Frate.rnité! De menschelijke broo
derschap!
Welk is de ware broederschap, welke
ons redding kan brengen? en hoe moeten
wij tooncn die ware broederschap te be
zitten?
„Was Kriege err in gen, ver-
ze h r t wieder K r i e g, in e w i-
g e n Dingen, rullet der S i o g"
De lieer Póelliekkc citeerde dit kernachtige
vers aJs slot zijner lezing over ootJogslit-
te rat uur. „I ii ewigen Dingc n
ruhet der S i e g" Tot die eeuw ige
dingen behoort voorzeker de aloude Chris
telijke naastenliefde.
De Christel ij ke naastenliefde!
Heeft Christus die naastenliefde bet eerst
geleerd, beoefend, bevolen?
Neen! Immers tot den wetgeleerde, die
vroeg: Meester, wat moet ik doen, om bet
eeuwige leven te bezitten? sprak dc godde
lijke Meester: wat staat er geschreven in
uwe wet? En als de schriftgeleerde don
antwoordt, dat do wet behalve dc Erfde
Gods ook vorderde: Heb uwen naaste lief
als u zeiver, dan zegt Christus: dóe alzoo
en gij zult liet' eeuwig leven bezitten. En
als voorbeeld van weldoende naastenliefde
wijst Hij op den vreemdeling, den Sama
ritaan. En de Kerk stelt nog altijd liet
voorbeeld van den Samaritaan, dus van
een niet-christen, tor navolging voor. Ja
ook onder de Joodscbe Wet vóór Christus
werd de naastenliefde beoefend. Herhaal
delijk worden de verschillende werken van
barmhartigheid door de. wet en de profeten
aangeprezen. En die beoefening van barm
hartige liefde is bij de Israëlieten van on
zen tijd bewaard gebleven en het. valt niet
te ontkennen dat bij geloovige Israëlieten
daarbij ook bovennatuurlijke beweegrede
nen gelden.
Ook buiten de Mozaïsche wet en daar
vóór bloeide er naastenliefde: getuige het
wetboek van den Babylonisclien koning
Hammurabi, ongeveer 600 jaren vóór Mo-
zes, getuigen ook de papyrusrollen en graf
schriften van het oeroude Egypte, die spre
ken van milddadige liefde jegens de nood-
lijdendon en gastvrijheid jegens de vreein-
dfilingen. En als God Zijn b£vcl£n geeft
aan Noë en de zijnen na den zondvloed,
dan blijkt hoe Hij rekenschap zal vragen
van hetgeen de mensch tegenoyer zijn
broeder misdoet.
Ja reeds in het Paradijs wortelt de boom
der Charitas. Daar vinden we de grond
waarheden, waaruit do naastenliefde moet
opbloeien. Het menschelijk 'geslacht stamt
af van liet ééne eerste mensohenpaar; als
leden van de ééne groote familie zijn zij
allen met elkander verbonden. Tweede
waarheid: de mensch is niet alleen een
beeld van God, zooals we in elk gevolg de
oorzaak kunnen terugvinden, zooals de
bloemen en vogelen en gansch de zichtbare
wereld een afstraling heeten van de wijs
heid en goedheid en macht van den Schep
per. De mensch is meer: heel in het bijzon
der volgens Gods uitdrukkelijke verklaring
werd hij naar het beeld en de gelijkenis
van God geschapen, zoodat'vooral in den
mensch met zijn eigenschappen van hoofd
en liart God kan gekend, geëerd en bemind
worden. Als derde waarheid treffen we
aan: de onsterfelijkheid van de menschelij
ke 'ziel en hoe de mensch door goed te le
ven zich een gelukkig hiernamaals kan
verzekeren.
En nu leert de geschiedenis der oude
volken, dat, waar die hoofdwaarheden ver
donkerd worden, de naastenliefde ver
dwijnt. Waar de wortels zijn afgesneden
gaat de boom langzamerhand sterven. Niet
in eens. Dikwijls zien wij dat een practi
sche affirmatie nog voortduurt na een
theoretische negatie, dat men nog 'doet wat
men in theorie heeft losgelaten. Gij kent
ook de vergelijking van den spoorwagen,
die voort blijft gaan, eenigen tijd nadat hij
reeds is afgehaakt. Maar op den duur? Is
de mensch niet als lid van de ééne groote
familie met mij verbonden, zie ik God in
hem niet meer dan in de overige schep
ping, is met den dood alles gedaan en le
vert een deugdzaam leven geen voerdeel
op voor de eeuwigheid, dan is het gedaan
ook met de opofferende naastenliefde. Is er
voor den mensch dan wel reden om zijn
eve.nmensch meer lief te hebben dan het.
eene dier het ander? En welke de opoffe
rende liefde der dieren is, gaat dat zien in
den dierentuin. -Zal .het gezonde dier ooit
afstand doen van zijn lekker beetje ten
gunste van zijn zieken stamgenoot? De op
offerende moederliefde duurt in de dieren
wereld kort en vindt hare verklaring in het
instinct door den Schepper neergelegd in
het dier tot voortplanting en behoud der
soort.
Als we de drie voornoemde waarheden
wegcijferen, waarom zonden we dan nog
iets voor den evenmensch over hebben?
Hoogstens blijft dan gelden als grondwet:
help den evenmensch als, en in zoover het
u zeiven nut oplevert. Doch dat is geen
naastenliefde maar puur egoïsme. Wij zien
dan ook in de klassieke oudheid, toen bij
Grieken en Romeinen die waarheden wer
den weggedoezeld. dat bij lien minder of
fers van naastenliefde werden gebracht
dan bij Voorklassieke volkeren, als de
Perzen, de Hindoes, de Chineezen of ook
de Mahomedanen. Seneca schrapt brutaal
weg als deugd de misericordia, de mede
lijdende naastenliefde; medelijden, zegt hij,
is goed voor zwakke geesten en oude vrou
wen. niet voor den wijze.
Hoe geheel anders is de opvatting van
den Christenmensch? Hoe verschillend ook
zelfs van de broederschap vóór en buiten
Christus! Do fundamenteele waarheden,
d-ie ik U opnoemde, zijn door Christus ver
nieuwd, versterkt, de grondslagen zijn die
per en breeder gelegd, hooger. en majes
tueuzer moest, oprijzen de tempel der Chris
telijke Charitas.
Desanienlioorigheid der
in enschen' Broeders en zusters wer
den we in Jezus Christus! Jezus Christus
kon tot ons spreken: Mijn Vader werd uw
Vader, mijn Moeder werd uw Moeder, ik
gaf u mijn II. Geest die li vereenigt als le
dematen en in het ééne mystieke lichaam,
ik ben zelf geheel dc Uwe, en dan bidt Hij
den Vader, dal wij één mogen zijn zooals
Hij één is met den Vader.
Broeders en zusters in Jezus Christus!
En dan wordt niet gelet op verschil in
staat en stand, in aanzien en rijkdom; wij
hebben niet noodig voor onze broederschap
om 'het onmogelijke te beproeven en het
maatschappelijk en soeiaat verschil te wil
len opheffen, dat altijd ónder dc menschen
eenigermate althans zal móeten bestaan,
Neen, allen zijn wc geroepen, cm één te
zijn in Christus, om aan te zitten aan het
gemeenschappelijk hemelsche liefdemaal;
anri allen leert Hij liet gebed, dat niemand
uitsluit maar allen omvat, in tegenstel
ling met de particularistische gebeden der
Joden: zoo zalt gij bidden Onze V a de r,
die in den hemel zijt. Urius Pater
omnium, één is ons aller Vader, zegt
de II. Paulus, waaruit niet volgt, zooals
somtijds verkeerd wordt geleeraard, dat
alle godsdiensten gocil zijn, mits ze dien
ééncn God eeren en dienen, maar waaruit
wél volgt, ook in den gedachtengang van
den Apostel, dat wij allen als kinderen
van /Jen ééneui Vader d,oc(- onderlinge
liefde moeten verbonden zijn.
Dart vervolgens: Gods beeld en go-
lij k e n i s' liet wordt door de heiligma-
kendc genade van den Verlosser zoo ver
volmaakt, dat Petrus durft zeggen, dat
wij na als deelachtig zijn geworden aan de
goddelijke natuur. Ja niecir nog: niet alleen
kunnen wij in den evonmensch zien een
bijzondere gelijkenis met Goil maar zelfs
een zekere identiteit, geen werkelijke oen
zei vigheid als liet* pan the isme zegt te aan
vaarden, maar oen moreele identiteit.
Want Christus, Gods eenige geboren Zoon
heeft ons gezegd: wat gij aan den minste
van deze broeders hebt gedaan mihi
f e ei s t i s, dat hebt gij aan Mij gedaan.
Wie dus den evenmensch liefheeft en wel
doet, geeft zijn liefdo én weldaden aan
Cï'jristus zelve.
Ten slotte, dc onsterfelijkheid: wie hier
in den ITeer sterven, zullen daarginds
met. Christus heersclien en daar in 't. bij
zonder voor de werken der naastenliefde
hun loon ontvangen.
Ja, wel mocht Christus spreken van een
nieuw gebod, dat Hij ons.gaf, al was
.ook voor Cltrijit^ dc naa&tgstfififdg.bekfiitfl;
nieuw was het gebod in einddoel, nieuw)
in de beweegredenen, nieuw in zijn uitge
breidheid, geen vriend of vijand, geen
Chrisfen of (heiden 'wordt uitgesloten,
nieuw vooral door het weergalooze voor
beeld van den Godmensch, die leeft en
sterft vor^r 'het geluk der menschen.
Vervolgens toont spr. aan, dat de ware
broederschap alleen te vinden is in de
Katholieke Kerk.
O, beminde broeders en zusters, en nu
richt ik mij vooral tot u, mijn geloofs-
genooten! Voelen wij onze verantwoorde
lijkheid? Door te toonen, dat wij bezitten
de ware broederschap, kunnen wij de men
schen terugbrengen tot Christus, en door
hen tot Christus terug te brengen kunnen
ij medewerken om aan de menschheid do
ware broederschap te hergeven.
„Ziet hoe z ij elkander lie f-
h e b b e n," en de heidenen wezen op de
eerste Christenen. Dat allereerst moet ook
van ons gezegd worden* Wij moeten elkan
der liefhebben; vooral de huisgenooten des
geloofs moeten wij beminnen, naar het
woord van St. Paulus. En die liefde kenne
geen grenzen, ge en grenzen van
nationaliteit. Zou het waar zijn,
wat men mij eens zeide: voorloopig moet
men maar geen internationaal Eucharis
tisch Congres gaan houden! Neen, zóö
spoedig mogelijk; laten we toonen, dat onze
Christelijke liefde weer gaat boven allo
nationale verschillen.
Die liefde kenne geen, grenzen, geen
grenzen van standen waar het
koude individualisme van 'het liberale sy- J
steem heeft uitgedaan, daar bieilt zich aan
het solidarisme, zooals liet o.a. werd neer
gelegd in de blijde Paaschboodscliap der
vier groote bonden van R.K. arbeiders,
werkgevers, middenstanders en boeien, zoo
als het werd titge werkt. in het Haogscho
Congres der Bedrijfsraden: moge dot soli
darisme steeds zijn, zooals het genoemd
werd: de maatschappelijke zijde van de
naastenliefde; erkent het solidarisme de
rechtvaardigheid als zijn vader, laat het
dan de naastenliefde als zijn moeder ver-
ee-re.nl
Zie»t, ihoe zij «elkander liefhebben, e 1-
kande r, maar ook die niet behooren
tot de huisgenooten des geloofs. Onze
naastenliefde moet. algemeen zijn.
Neen, 't is niet waar, dat wij als stelregel
zouden huldigen: ..De lach op 't gelaat, in
het hart de haat." Wij zijn verplicht o"l
andersdenkenden oprecht en van harte to
beminnen, hun wel te doen, voor hen te
bidden. Wel moeten wij al te gemeen-
zamon op gang met hen vermijden, als die
omgang gevaar zou opleveren voor ons ge
loof. Maar dat sluit dc oprechte naasten
liefde niet uit. Ook aan hen moeten wij
weldaden willen bewijzen. De Kerkvaders
herinneren ons daartoe aan de goedheid
van God, die zijn zon laat opgaan over
goeden en boozen. Zoo handelden ook
eerste Christenen, zooals Juliaan de af
vallige getuigt in zijn brief aan Arsacius:
„Het is schandelijk, dat wij, terwijl de
Jodc-n niemand der hunnen laten bedelen,
en armoe lijden, terwijl de goddeloozo
Galileërs nog buiten hu/n eigeri armen zor
gen voo-r de onze. dat wij onze noodlijden
den hulpeloos laten verhongeren". Die
goddelooze Galileërs waren de Christenen,
die niemand uitsloten van liun weldoende
Charitas.
Ja, ook andersdenkenden willen wij hel
pen. Gij kent willicht het teekenende eri
grappige woord van dien apostoüschen
priester te Rotterdam. Ilij ontmoette een
armen jongen, die meer dan haveloos was
gekleed.
Kon er niet meer door. Ventje, waar
woont je moeder. En de jongen wees naai
een fel op je in de buurt. Ik ea met je mee.
Moeder, zei de prie-ster bij het binnentre
den van -de armoedige woning, hier nebt
ge wat. om een broek te koenen voor uw
kind. Mijnheer, zei de moeder bedremmeld,
weet u wel, dat. ik Protestant ben. Dat
komt er niet op aan, was het antwoord,:
koop hfem dan een Protestantscho broek.
Neen. als wij hebben wel te doen, dan"!
sluiten wij niemand uit. En laten dan onze
Vincent ius-, Elisabeth-. Lkln in a-ver eeni--*
gingen, als zij weldoen nijna alleen"
aan de geloófsgonooten die hun plichten
waarnemen, bedenken en het nu en dart
uitspreken, dat die beperking alleen voort-i
komt uit de beperking van de middelen,
waarover zij beschikken. Toonen wij, hoe
wij allen wallen liefhebben; toonen wij,
toonen; loten we zien bij dien apostoüschen
in beid, bij liet werk voor de bekeering der.
socialisten, dat nog onlangs ons werd aan
geprezen; helaas or zijn zoovele misleiden;
maar Goddank, in hur» hart schuilt nog
meer godsdienst, din zc uiterlijk willen
toonen. laen we zien bij dien apostolische»
arbeid, dat bij ons niet voorzit een parti
cularistisch streven om gelijk te hebben,
maat waarachtige liefde, waardoo.r wij
hen aan het hoogste goed willen deelachi
tig maken.
Doch om zoo elkander lief te heb
ben, om zoo allen lief te hebben, moeten
wij telkens terug naar dn bron onzer liefde,
naar onze heilige beginselen. telkens weer
ons voor den geest brengen, het ..U n um
in Christo Jcsu" het één zijn in
Christus, het „m i lii f c c i s t i s", gij
hebt het aan Mij gedaan.
Spr. besloot zijn heerlijke rede:
Door dc H. Communie blijven we inzien
de theorie van het c h r i s t c 1 ij k e, het
goddel ij kc communisme, de
theorie, onzer eenheid in Jezus Christus,
door de II. Communie krijgen we genaden
voor de praclijk der Christelijke naasten-*
liefde, die effers vraagt, offers, die wij
kunnen en willen brengen uit liefde tot
Hom. die zich ten einde toe voor ons heeft
opgeofferd, uit liefde tot llem, die zich
heeft gesteld in de plaats van onzen rnede-
mensch, uit liefde tot Hem, in Wien wij
elkander als broeders en zusters erkennen,
uit liefde tot. Hem, dien wij thans weder
om groeten en in Wien wij elkander groe
ten en nu met levendiger besef en inniger
gevoel: Geloofd zij Jezus C hr i s-
tu s, in allo eeuwigheid. Amen»