het Congres genomen besluiten bet geheolo sociale vraagstuk niet oplossen; al me ge bet waar zijn zelfs, dat ook aan en op dit Congres verrichten arbeid fouten kle ven, gebreken zelfs', die zonder andere voorzorgsmaatregelen in de toekomst nieu we moeilijkheden doen vrcezen, waar is ook, dat, als verwerkelijkt wordt, vat dit Congres in 'hoofdzaak bereiken wil, n.l. de doorvoering van collectieve arbeidscon tracten op den grondslag van een werke lijke gelijkberechtigdheid van neide par tijen, dat daarmede dan toch in ieder ge val een groofe stap gezet zal zijn op den weg naar den Socialen Vrede. En dot ook deze stap weer te danken zal zijn niel l.ot minst aan Katholiek initiatief. Doch als <lit bereikt zal zijn. dan is daar mede niet bereikt de volheid der sociale en economische hervormingen. Integendeel, de sociale kwestie beeft in zooverre slechts haar beslag gekregen, dat een redelijke oplossing werd gevonden voor liet vr aagstuk van het arbeidsloon en de overige rechtsverhoudingen tusschcn patroon en arbeider. Zal de aangekondigde wettelijke regeling van dc bedr ijfsorganisatie de oplossing der overige vragen brengen. Zal zij ze kunnen brengen Meer nog zal zij brengen de zoo nood zakelijke toenadering tusschnn.de verschil lende standen, de samenwerking, op den grondslag dei* belangengemeenschap, tus schcn. producent en consument? liet vraagstuk, dat hier aan de orde komt is uiterst moeilijk. DaafTluikeJt de kern van het oude vraag stuk weer op. de "prijzenpolitiek of de dis tributieve rechtvaardigheid. Daar komt liet mankement in het nu bestaande be drijfsleven naar voren, waarin wel ren arbeider een liooger loon gegeven wil wor den, mits de prijzen van een product in evenredigheid, of nog meer, stijgen. Maar don komt de vraag: Wat helpt dan alle loonsverhooging? Is dat niet rond draaien in een cirkel of water naar de zee dragen? Blijft zoo niet alles bij 't oude? Is het niet hetzelfde, of de arbeider s bij liooge of bij lage loonen gebrek lijden? Immers ja. het - s precies hetzelfde Over de belangen dor verbruikers is na bet gehouden Congres heel wat geschreven en gesproken, doch zeker nog niet het laatste woor d. Dc oplossing Ifgt bier trouwens niet voor *t grijnen. Laat ons de aandacht op cenige moeilijkheden vestigen: 1e. De moreefe gevolgen der liberale eco nomische vrijheidspol iliek. Zonder bier dieper op in te gaan. noe men wij slechts de ..egocentrische wereld beschouwing", waartoe zij aanleiding gaf. TWe levens- en wereldbeschouwing vond tijdens den wereldoorlog haar hoogtepunt. Zij culmineerde toon in den vorm van woe ker. prijsopdrijving, kettinghandel en \va- renvervalsching. Zij liet ons in 't. alge meen den tegenwoordigen handel zien als een instituut, dat bij uitstek er zich toe "leent en crop is ingericht het publiek uit te schudden. Een toestand, waar, in 't al gemeen gesproken, elke Begeering. en ze ker het publiek, machteloos tegenover stond. Ook dit industrïaliéme had niet. tot doel de behartiging van hot algemeen belang, de maatschappij was bijzaak, het egoisme stond ook, en slaat hier nog, op den voor grond. ?e. De tegenwoordige economische ver wikkelingen als gevolg van den wereld- Allereerst de wanhopig in de war ge raakte ideeën over arbeid en loon in de arbeiderswereld zelf. Zeer zeker mag nïen die verwarring in de geesten toeschrijven aan verschillende oorzaken. Veel invloed in verkeerde richting is ongetwijfeld uit geoefend door een anti-Christelijke levens- en wereldbeschouwing, welke men in alle landen den arbeider als met geweld heeft, opgedrongen. Vervolgens heeft veel tot de tegenwoordige verwarring bijgedragen het dagelijks zien, van de schaamteloos ten toongestelde weelde in haar meest tergen de vormen. Daardoor word do indruk ge wekt, dot onnoemelijke schatten werden verdiend, welke den arbeider werden ont houden. 3c. De sociaal-democratie. Volgens veler oordeel hcudf de tot groote macht en invloed gekomen sociaal-demo cratie, in alle landen op dit oogenblik de terugkomst van geordende toestanden te gen. En toch moet er een oplossing komen. Het loven moet weer normaal worden, al thans de prijzen der noodzakelijke levens behoeften inoclte-n ,d.yen. De Ikoop- k ra c li t- van een arbeiders-gulden moet worden verhoogd, liever dan het aantal guldens tc vermeerderen. In voortdurende loonsverhoogingen, welke geen ander doel hebben, dan den steeds stijgenden levens standaard bij te houden, kan de oplossing niet liggen. Een goede raad gaf de heer Struycken op do jaarvergadering der Hanze te Lei den, toen hij erop aandrong, dat men bij het drijven van een zaak niet alleen moest denken aan het eigen ik: ,,IIoe zal ik het best erbij varen? IToe zal ik het meeste geld verdienen?" zonder te denken aan den eersten grootcn plicht: vervul ik als mid denstander mijn taak aldus, dat ik ook Let algemeen welzijn dien? Een vraag, d'e in onzen tijd meer gesteld moet worden, ook ten opzichte van het vol gende. Als correctief tegen misbruiken door den handel is indertijd ontstaan de coöperatie, het samengaan van belangheb benden, hetzij consumenten, hetzij produ centen. De opkomende standen-organisatie heeft de coöperatieve idee in steeds breeder krin gen toepassing doen vinden. Wij hebben thans arbeiders-, middenstands- en land- bouw-coöperatie. De laatste vooral heeft zich buitengewoon ontwikkeld. De land- bouXv kent niet alleen coöperatieve inkoop- vereinigingen, doch ook coöperatieve fa brieken, coöperatieve import- en export zaken, zelfs coöperatieve banken. Sommigen zien in daze, zich étcfedg naai alle zijden vo.der ontwikkelende coöpera tie een gevaar voor de maatschappij. Zij zijn van oordeel, dat wij langs dezen weg tomen zan liet persoonlijke naar het ge organiseerde, naar bet stands-egoisme. En zij meenen, dat liet laatste erger is dan het eerste. Anderen zien in de coöperatie een voor naam middel om de samenleving van al lerlei misbruiken to zuiveren den geest van samenwerken te versterken, de per soonlijke zelfzucht te breidelen en daar door de nJgemeene welvaart tc. bevorderen. De waarheid zal hier wel in het middon liggen. Als alles, heeft de coöperatie haar gebreken on htiar deugden. Naar het mij voorkomt, zal zij echter in de naaste toekomst een belangrijke rol spoten Als tiet ons gelukt., aan Staatsbemoeiing on Staatsregeling van bet bedrijfsleven in socialistischen zin te ontkomen en de, kans daarop is toch wel groot in ons land dan valt vanzelf in hoofdzaak op de Christelijke partijen de plicht: correctie ven te zoeken tegen de duurte, het maat schappelijk leven weer te normaliseeren, passende gelijkheid van levensvoorwaar den voor alle standen te scheppen. "Want dal blijft eeri lange reeks van ja ren he;, brandende probleem. Veel kan er gebeuren ten goede, als het mogelijk wordt, de militaire uitgaven tot een minimum terug Ie brengen, en daar door het peil der belastingen te doen da len. Nog meer ware er te doen, indien het der Regeering mogelijk zou zijn, zonder het nationaal vei mogen te zeer aan te tas ten, onze Staatsschuld met een milliard te verlichten. Doch als noch het een. noch het andere mogelijk fs, dan blijft de toestand ook in ons land kritiek. En dan is de vraag: Wat dan? Want zooals het nu is, kan het niet blijven. Volgens mijne mecning is clan de verbe tering van ons maatschappelijk distributie apparaat, door versterking en practische toepassing der coöperatie op groote schaal, zelfs met krachtigen steun der Re geering, nog niet zoo verwerpelijk. Want wat wij nu in de samenleving zien gebeuren, is toch waarlijk al te gek.' Naar den-kostprijs van een product zoekt men dikwijls tevergeefs, doch dat vele wa ren. als zij den consument bereiken, in prijs dubbel zoo duur zijn, is geen nieuws. Met de voortbrengselen van land- en tuinbouw is liet al. niet beter gesteld. Aard appelen, welke in het voorjaar aan de veilingen verkocht weiden voor 8 a"'J cent per kilo, kosten in do sleden aanvankelijk 18 a 20 cents. Een liter melk kost af boer derij 13 cents, in de steden nog steeds 18 cents, soms zelfs meer. Met alle andere levensmiddelen is bet naar Verhouding. Opkoopeis en allerlei tussclïenpersonen, welke bij een goede organisatie volkomen overbodig zouden zijn, spelen hier een groote en zeer nadeeligc rol. liet wil ons voorkomen, dal bet vraag stuk van een nauwere samenwerking tus- schen do .verschillende bedrijfs- en standen- organisaties iets is, dat onzerzijds spoedig onder de oogen moet worden gezien. Als liet gevonden zou kunnen worden, ware zooveel mogelijk directe levering van allerlei land- en tuinbouwproducten aan coöperaties van middenstanders en arbei ders zeer zeker een middel om de prijzen van die soorten levensmiddelen belangrijk te doen dalen, en toch boer en tuinder een rendeerend bedrijf te verzekeren. Als verder de inkoopcentrales van land bouw en middenstand, gesteund door hun banken, gingen koopen uit dc eerste liand, konden alweer de prijzen belangrijk dalen en rle kwaliteiten misschien belangrijk verbeteren. Als sommige takken der middenstands organisatie, zooals bijv. de manufacturiers, zich eens verslonden met den vakbond der textielarbeiders, het ware m. i. mogelijk coöperatief en nieuwe nijverheid in lipt le ven te roepen, met behulp dor electriciteit. Een nijverheid, welke in staat zou zijn, bij goede loonen en deugdelijke arbeidsvoor waarden. en met behoud eener groote vrijheid voor beide partijen, de prijzen van r«llerlei kleedingstukken belangrijk le ver lagen, zonder ook maar in 't minst de be staansvoorwaarden van den rnanufactu- rier aan te tasten. Zoo zijn er meer mogelijkheden, die door bovenbedoelde samenwerking kunnen ont staan. De gelegenheid om in de aangegeven richting iets te kunnen doen: wordt belang rijk groot er door den te verwachten kor toren arbeidsdag en door de practische be nutting van dc gelegenheid tot beter vak- en nijverheidsonderwijs, als door het dezen zomer aangenomen wetsontwerp op het Nijverheidsonderwijs wordt geboden. Dat ook de hulp van den Staat noodig zal zijn om boven aangeduide plannen te verwezenlijken en goed te doen slagen, is zeer wel mogelijk. Doch Staatshulp in de richting, waarbij het vrije initiatief niet wordt belemmerd en het vrije bedrijfsleven niet wordt aangetast, is wel te aanvaar den. Het wil mij voorkomen, dat wij Katholie ken mede in deze richting de oplossing der moeilijke kwesties van het oogenblik heb ben te zoeken. En dat wij door zoo tc doen inderdaad onzen plicht vervullen en het algemeen welzijn meer dienen dan het eigenbelang. Maar vooral en daar komt het op aan dat wij door doelbewuste, vrijwillige be perking van het eigenbelang, desnoods bij de wet, afstand doen van bovenmatige winsten, de jacht naar rijkdom en weelde uitbannen, en daardoor niet alleen moge lijk maken, dat den arbeider een behoorlijk beslaan worde verzekerd, doch dat tevens, althans bij ons Katholieken, worde uitge bannen die scherpe prikkel, welke dc schaamtelooze weelde steeds, doch nu vooral uitoefent op de minderbedeelden in de maatschappij. Die weelde is niet zelden oen der sterk ste prikkels en aansporingen tot revolutie. Een weehletijdperk ging vooraf aan de EianscJis Revolutie, een weeldeüjdpcrk ging vooraf aan dezen oorlog en aan deze ievolutie, en ais de weelde niet geknot wordt, het koude egoïsme en de zelfzucht geen plaats maken, vrijwillig, voor den verwarmenden imtioed van de Christelijke rechtvaardigheid en naastenliefde, dan vreezen wij, dat zell's in ons land op den dujjr een revolutionnaire, gewelddadige omkeering der orde van zaken niet te kee- ren zal zijn. De Katholieke Broederschapsidee. Rede van Pastoor M. Alph. Vermeulen S. J. Geloofd zij Jezus Christus, in alle eeuwig heid. Amen, aldus ving spr. zijn rede aan. De woorden die wij zooeven hebben uit gesproken, worden door ons genoemd, de Christelijke groet. Waarom? Niet alleen is dit korte lofgebed een eerbiedige groet tot Christus zeiven, maar 't is ook een groet, dien wij elkander toespreken, omdat wij elkander als broeders en zusters terugvin den In Hem, in wicn wij één zijn volgens het woord van St. Paulus: Omnes e n i m vos unum e s t i s, f ra- tres, in Christo Jcsu. Allen, broeders, zijt gij één in Christus Jezus! En daarmede ben» ik midden in" het onder werp, dat ik hedenavond voor u mag be spreken. En dan staat gij mij wel toe, dat ik het: Geachte Dames en Heeren, thans verander in: geliefde broeders en zusters in Jezus Christus. Waarom noem ik u zoo? Omdat we op dezen eersten alge-mecnen Katholiekendag onder de leiding onzer Bisschoppen en Katholieke voormannen ons één gevoelc-n, c o r unum et anima una, één van hart en één van ziel, of omdat wij in den ernst dozer tijden de behoefte ge voelen aan nauwe aaneensluiting en sa menwerking tot behartiging onzer ge meenschappelijke belangen, tot- verdediging van onze heilige rechten in het maatschap pelijk. maar vooral ook in het godsdienstig leven? Is het mijn bedoeling door deze be naming van den aanvang af uit te sluiten die niet met ons één zijn in denken en voelen, zeker uit te sluiten degenen, tegen wie we onze rechten hebben te verdedigen op nationaal of maatschappelijk of gods dienstig terrein? Neen, als ik uitzonder den- gene. die genoemd wordt onze vijand vanaf don beginne en die licin voor de eeuwig heid zijn toegewezen, wie zou ik dan nog kunnen uitsluiten? En mijn Christelijk hart en mijn priesterhart zou wenschen juist velen, die we ons vijandig beschou wen, hier vereenigrl te zien en dan uit de volle overtuiging van mijn geloof bij den aanvang mijner rede ook hen toe te spre ken: geliefde Broeders en Zusters in Jezus Christus! Welk is de aanleiding, dat ik u ga spreken over do broederschap, die ons menschen moet voreenigen en over de grondslagen waarop die broederschap be rust? Gij weet, dat als leidraad voor dc beschouwingen van dezen eersten alge- mecnen Katholiekendag werd genomen het eerste herderlijk rondschrijven van onzen H. Vader Paus Bencdictns NV. De vader der Christenheid legt den vinger op de wonde en toont ons aan de oorzaak van «oo groote ellenden en lievige beroeringen, nis maar zelden de wereld heeft aan schouwd. De kiem van alle kwaad is vier voudig: gebrek aan onderlin ge welwillendheid en liefde, verachting van gezag, w e- derrechtejl ij k e k 1 a s*s e n s t r ij d en ongetemde begeerlijkheid. Gebrek aan w e 1 w i 11 e n d li e i d en onderlinge l-i e f d e. Ja waarlijk, menschelijke broederschap wordt luide gepredikt in onze dagen; als in andere revolutionnaire tijden galmt het 1 i b e r t e g a 1 i t c, f r a t e r n i t over de gansche wereld; woorden, die doen hopen uf doen vreezen, die" zwanger zün van heilige beloften of als een donderwolk dreigen met' verschrikkelijke verwoesting; woorden, die als een zoete melodie klinken op de lippen der deugd, of als een krij- schend tandengeknars op de lippen der misdaad. Frate.rnité! De menschelijke broo derschap! Welk is de ware broederschap, welke ons redding kan brengen? en hoe moeten wij tooncn die ware broederschap te be zitten? „Was Kriege err in gen, ver- ze h r t wieder K r i e g, in e w i- g e n Dingen, rullet der S i o g" De lieer Póelliekkc citeerde dit kernachtige vers aJs slot zijner lezing over ootJogslit- te rat uur. „I ii ewigen Dingc n ruhet der S i e g" Tot die eeuw ige dingen behoort voorzeker de aloude Chris telijke naastenliefde. De Christel ij ke naastenliefde! Heeft Christus die naastenliefde bet eerst geleerd, beoefend, bevolen? Neen! Immers tot den wetgeleerde, die vroeg: Meester, wat moet ik doen, om bet eeuwige leven te bezitten? sprak dc godde lijke Meester: wat staat er geschreven in uwe wet? En als de schriftgeleerde don antwoordt, dat do wet behalve dc Erfde Gods ook vorderde: Heb uwen naaste lief als u zeiver, dan zegt Christus: dóe alzoo en gij zult liet' eeuwig leven bezitten. En als voorbeeld van weldoende naastenliefde wijst Hij op den vreemdeling, den Sama ritaan. En de Kerk stelt nog altijd liet voorbeeld van den Samaritaan, dus van een niet-christen, tor navolging voor. Ja ook onder de Joodscbe Wet vóór Christus werd de naastenliefde beoefend. Herhaal delijk worden de verschillende werken van barmhartigheid door de. wet en de profeten aangeprezen. En die beoefening van barm hartige liefde is bij de Israëlieten van on zen tijd bewaard gebleven en het. valt niet te ontkennen dat bij geloovige Israëlieten daarbij ook bovennatuurlijke beweegrede nen gelden. Ook buiten de Mozaïsche wet en daar vóór bloeide er naastenliefde: getuige het wetboek van den Babylonisclien koning Hammurabi, ongeveer 600 jaren vóór Mo- zes, getuigen ook de papyrusrollen en graf schriften van het oeroude Egypte, die spre ken van milddadige liefde jegens de nood- lijdendon en gastvrijheid jegens de vreein- dfilingen. En als God Zijn b£vcl£n geeft aan Noë en de zijnen na den zondvloed, dan blijkt hoe Hij rekenschap zal vragen van hetgeen de mensch tegenoyer zijn broeder misdoet. Ja reeds in het Paradijs wortelt de boom der Charitas. Daar vinden we de grond waarheden, waaruit do naastenliefde moet opbloeien. Het menschelijk 'geslacht stamt af van liet ééne eerste mensohenpaar; als leden van de ééne groote familie zijn zij allen met elkander verbonden. Tweede waarheid: de mensch is niet alleen een beeld van God, zooals we in elk gevolg de oorzaak kunnen terugvinden, zooals de bloemen en vogelen en gansch de zichtbare wereld een afstraling heeten van de wijs heid en goedheid en macht van den Schep per. De mensch is meer: heel in het bijzon der volgens Gods uitdrukkelijke verklaring werd hij naar het beeld en de gelijkenis van God geschapen, zoodat'vooral in den mensch met zijn eigenschappen van hoofd en liart God kan gekend, geëerd en bemind worden. Als derde waarheid treffen we aan: de onsterfelijkheid van de menschelij ke 'ziel en hoe de mensch door goed te le ven zich een gelukkig hiernamaals kan verzekeren. En nu leert de geschiedenis der oude volken, dat, waar die hoofdwaarheden ver donkerd worden, de naastenliefde ver dwijnt. Waar de wortels zijn afgesneden gaat de boom langzamerhand sterven. Niet in eens. Dikwijls zien wij dat een practi sche affirmatie nog voortduurt na een theoretische negatie, dat men nog 'doet wat men in theorie heeft losgelaten. Gij kent ook de vergelijking van den spoorwagen, die voort blijft gaan, eenigen tijd nadat hij reeds is afgehaakt. Maar op den duur? Is de mensch niet als lid van de ééne groote familie met mij verbonden, zie ik God in hem niet meer dan in de overige schep ping, is met den dood alles gedaan en le vert een deugdzaam leven geen voerdeel op voor de eeuwigheid, dan is het gedaan ook met de opofferende naastenliefde. Is er voor den mensch dan wel reden om zijn eve.nmensch meer lief te hebben dan het. eene dier het ander? En welke de opoffe rende liefde der dieren is, gaat dat zien in den dierentuin. -Zal .het gezonde dier ooit afstand doen van zijn lekker beetje ten gunste van zijn zieken stamgenoot? De op offerende moederliefde duurt in de dieren wereld kort en vindt hare verklaring in het instinct door den Schepper neergelegd in het dier tot voortplanting en behoud der soort. Als we de drie voornoemde waarheden wegcijferen, waarom zonden we dan nog iets voor den evenmensch over hebben? Hoogstens blijft dan gelden als grondwet: help den evenmensch als, en in zoover het u zeiven nut oplevert. Doch dat is geen naastenliefde maar puur egoïsme. Wij zien dan ook in de klassieke oudheid, toen bij Grieken en Romeinen die waarheden wer den weggedoezeld. dat bij lien minder of fers van naastenliefde werden gebracht dan bij Voorklassieke volkeren, als de Perzen, de Hindoes, de Chineezen of ook de Mahomedanen. Seneca schrapt brutaal weg als deugd de misericordia, de mede lijdende naastenliefde; medelijden, zegt hij, is goed voor zwakke geesten en oude vrou wen. niet voor den wijze. Hoe geheel anders is de opvatting van den Christenmensch? Hoe verschillend ook zelfs van de broederschap vóór en buiten Christus! Do fundamenteele waarheden, d-ie ik U opnoemde, zijn door Christus ver nieuwd, versterkt, de grondslagen zijn die per en breeder gelegd, hooger. en majes tueuzer moest, oprijzen de tempel der Chris telijke Charitas. Desanienlioorigheid der in enschen' Broeders en zusters wer den we in Jezus Christus! Jezus Christus kon tot ons spreken: Mijn Vader werd uw Vader, mijn Moeder werd uw Moeder, ik gaf u mijn II. Geest die li vereenigt als le dematen en in het ééne mystieke lichaam, ik ben zelf geheel dc Uwe, en dan bidt Hij den Vader, dal wij één mogen zijn zooals Hij één is met den Vader. Broeders en zusters in Jezus Christus! En dan wordt niet gelet op verschil in staat en stand, in aanzien en rijkdom; wij hebben niet noodig voor onze broederschap om 'het onmogelijke te beproeven en het maatschappelijk en soeiaat verschil te wil len opheffen, dat altijd ónder dc menschen eenigermate althans zal móeten bestaan, Neen, allen zijn wc geroepen, cm één te zijn in Christus, om aan te zitten aan het gemeenschappelijk hemelsche liefdemaal; anri allen leert Hij liet gebed, dat niemand uitsluit maar allen omvat, in tegenstel ling met de particularistische gebeden der Joden: zoo zalt gij bidden Onze V a de r, die in den hemel zijt. Urius Pater omnium, één is ons aller Vader, zegt de II. Paulus, waaruit niet volgt, zooals somtijds verkeerd wordt geleeraard, dat alle godsdiensten gocil zijn, mits ze dien ééncn God eeren en dienen, maar waaruit wél volgt, ook in den gedachtengang van den Apostel, dat wij allen als kinderen van /Jen ééneui Vader d,oc(- onderlinge liefde moeten verbonden zijn. Dart vervolgens: Gods beeld en go- lij k e n i s' liet wordt door de heiligma- kendc genade van den Verlosser zoo ver volmaakt, dat Petrus durft zeggen, dat wij na als deelachtig zijn geworden aan de goddelijke natuur. Ja niecir nog: niet alleen kunnen wij in den evonmensch zien een bijzondere gelijkenis met Goil maar zelfs een zekere identiteit, geen werkelijke oen zei vigheid als liet* pan the isme zegt te aan vaarden, maar oen moreele identiteit. Want Christus, Gods eenige geboren Zoon heeft ons gezegd: wat gij aan den minste van deze broeders hebt gedaan mihi f e ei s t i s, dat hebt gij aan Mij gedaan. Wie dus den evenmensch liefheeft en wel doet, geeft zijn liefdo én weldaden aan Cï'jristus zelve. Ten slotte, dc onsterfelijkheid: wie hier in den ITeer sterven, zullen daarginds met. Christus heersclien en daar in 't. bij zonder voor de werken der naastenliefde hun loon ontvangen. Ja, wel mocht Christus spreken van een nieuw gebod, dat Hij ons.gaf, al was .ook voor Cltrijit^ dc naa&tgstfififdg.bekfiitfl; nieuw was het gebod in einddoel, nieuw) in de beweegredenen, nieuw in zijn uitge breidheid, geen vriend of vijand, geen Chrisfen of (heiden 'wordt uitgesloten, nieuw vooral door het weergalooze voor beeld van den Godmensch, die leeft en sterft vor^r 'het geluk der menschen. Vervolgens toont spr. aan, dat de ware broederschap alleen te vinden is in de Katholieke Kerk. O, beminde broeders en zusters, en nu richt ik mij vooral tot u, mijn geloofs- genooten! Voelen wij onze verantwoorde lijkheid? Door te toonen, dat wij bezitten de ware broederschap, kunnen wij de men schen terugbrengen tot Christus, en door hen tot Christus terug te brengen kunnen ij medewerken om aan de menschheid do ware broederschap te hergeven. „Ziet hoe z ij elkander lie f- h e b b e n," en de heidenen wezen op de eerste Christenen. Dat allereerst moet ook van ons gezegd worden* Wij moeten elkan der liefhebben; vooral de huisgenooten des geloofs moeten wij beminnen, naar het woord van St. Paulus. En die liefde kenne geen grenzen, ge en grenzen van nationaliteit. Zou het waar zijn, wat men mij eens zeide: voorloopig moet men maar geen internationaal Eucharis tisch Congres gaan houden! Neen, zóö spoedig mogelijk; laten we toonen, dat onze Christelijke liefde weer gaat boven allo nationale verschillen. Die liefde kenne geen, grenzen, geen grenzen van standen waar het koude individualisme van 'het liberale sy- J steem heeft uitgedaan, daar bieilt zich aan het solidarisme, zooals liet o.a. werd neer gelegd in de blijde Paaschboodscliap der vier groote bonden van R.K. arbeiders, werkgevers, middenstanders en boeien, zoo als het werd titge werkt. in het Haogscho Congres der Bedrijfsraden: moge dot soli darisme steeds zijn, zooals het genoemd werd: de maatschappelijke zijde van de naastenliefde; erkent het solidarisme de rechtvaardigheid als zijn vader, laat het dan de naastenliefde als zijn moeder ver- ee-re.nl Zie»t, ihoe zij «elkander liefhebben, e 1- kande r, maar ook die niet behooren tot de huisgenooten des geloofs. Onze naastenliefde moet. algemeen zijn. Neen, 't is niet waar, dat wij als stelregel zouden huldigen: ..De lach op 't gelaat, in het hart de haat." Wij zijn verplicht o"l andersdenkenden oprecht en van harte to beminnen, hun wel te doen, voor hen te bidden. Wel moeten wij al te gemeen- zamon op gang met hen vermijden, als die omgang gevaar zou opleveren voor ons ge loof. Maar dat sluit dc oprechte naasten liefde niet uit. Ook aan hen moeten wij weldaden willen bewijzen. De Kerkvaders herinneren ons daartoe aan de goedheid van God, die zijn zon laat opgaan over goeden en boozen. Zoo handelden ook eerste Christenen, zooals Juliaan de af vallige getuigt in zijn brief aan Arsacius: „Het is schandelijk, dat wij, terwijl de Jodc-n niemand der hunnen laten bedelen, en armoe lijden, terwijl de goddeloozo Galileërs nog buiten hu/n eigeri armen zor gen voo-r de onze. dat wij onze noodlijden den hulpeloos laten verhongeren". Die goddelooze Galileërs waren de Christenen, die niemand uitsloten van liun weldoende Charitas. Ja, ook andersdenkenden willen wij hel pen. Gij kent willicht het teekenende eri grappige woord van dien apostoüschen priester te Rotterdam. Ilij ontmoette een armen jongen, die meer dan haveloos was gekleed. Kon er niet meer door. Ventje, waar woont je moeder. En de jongen wees naai een fel op je in de buurt. Ik ea met je mee. Moeder, zei de prie-ster bij het binnentre den van -de armoedige woning, hier nebt ge wat. om een broek te koenen voor uw kind. Mijnheer, zei de moeder bedremmeld, weet u wel, dat. ik Protestant ben. Dat komt er niet op aan, was het antwoord,: koop hfem dan een Protestantscho broek. Neen. als wij hebben wel te doen, dan"! sluiten wij niemand uit. En laten dan onze Vincent ius-, Elisabeth-. Lkln in a-ver eeni--* gingen, als zij weldoen nijna alleen" aan de geloófsgonooten die hun plichten waarnemen, bedenken en het nu en dart uitspreken, dat die beperking alleen voort-i komt uit de beperking van de middelen, waarover zij beschikken. Toonen wij, hoe wij allen wallen liefhebben; toonen wij, toonen; loten we zien bij dien apostoüschen in beid, bij liet werk voor de bekeering der. socialisten, dat nog onlangs ons werd aan geprezen; helaas or zijn zoovele misleiden; maar Goddank, in hur» hart schuilt nog meer godsdienst, din zc uiterlijk willen toonen. laen we zien bij dien apostolische» arbeid, dat bij ons niet voorzit een parti cularistisch streven om gelijk te hebben, maat waarachtige liefde, waardoo.r wij hen aan het hoogste goed willen deelachi tig maken. Doch om zoo elkander lief te heb ben, om zoo allen lief te hebben, moeten wij telkens terug naar dn bron onzer liefde, naar onze heilige beginselen. telkens weer ons voor den geest brengen, het ..U n um in Christo Jcsu" het één zijn in Christus, het „m i lii f c c i s t i s", gij hebt het aan Mij gedaan. Spr. besloot zijn heerlijke rede: Door dc H. Communie blijven we inzien de theorie van het c h r i s t c 1 ij k e, het goddel ij kc communisme, de theorie, onzer eenheid in Jezus Christus, door de II. Communie krijgen we genaden voor de praclijk der Christelijke naasten-* liefde, die effers vraagt, offers, die wij kunnen en willen brengen uit liefde tot Hom. die zich ten einde toe voor ons heeft opgeofferd, uit liefde tot llem, die zich heeft gesteld in de plaats van onzen rnede- mensch, uit liefde tot Hem, in Wien wij elkander als broeders en zusters erkennen, uit liefde tot. Hem, dien wij thans weder om groeten en in Wien wij elkander groe ten en nu met levendiger besef en inniger gevoel: Geloofd zij Jezus C hr i s- tu s, in allo eeuwigheid. Amen»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1919 | | pagina 4