fit IÉSÉ CllfISi". De Eerste Nederlandsche Kathoiiekendag. DINSDAG 23 SEPTEMBER. TWEEDE ALGEMEENE VERGADERING. De Katholieke Gelijkheidsidee, Rede van Henri Hermans. Spreker zal nagaan, aan welke oorzaken liet ontstaan van den klassenstrijd te wij ten is, om vervolgens de middelen aan le (wijzen, waardoor wij de heerschappij der .Christelijke llelde weer over de wereld kunnen brengen. Het moderne kapitalisme, vrucht van li berale economie en liberale staatkunde, bracht schrille tegenstelling tusschen arm cn rijk; opeenhooping van rijkdommen onder een klein aantal personen en gebrek 3)ij de menigte; ongekende macht van het bezit en ongekende afhankelijkheid van den arbeid; niet alleen onnatuurlijke on gelijkheid in de verdeelirig der stoffelijke, maar eveneens onredelijke ongelijkheid van bezit dér geestelijke goederen, in één iwoord' geheel onchristelijke verhoudingen in de menschelijke samenleving. En bij dit alles voegde zich de ongeloo- vige wetenschap, die den godsdienst uit de maatschappij trachtte te verbannen door den géést van hel materialisme wakker te yoepen. Geen wonder derhalve, dat men kwam tot excessen, ©enerzijds door een nimmer gekende, brutaal tot uiting komen de zucht naar weelde en genot, anderzijds •tot de leer van den klassenstrijd, die de begeerlijkheid prikkelde: die eene onmoge lijke, maar onder zulks omstandigheden isteeds meer aanlokkelijke gelijkheid der klassen predikte en. die in het gedrag der. zoogenaamde kapitalisten een rechtsgrond scheen te vinden. Ziedaar de oorzaken van den klassen strijd, zoo vaak reeds^ breedvoerig bespro ken en beschreven, in kort betoog samen gevat. De alles behecrschende vraag van dezen lijd is: op welke wijze, roet welke middelen kunnc-n wij dien strijd, valsch in zijn be ginsel, verderfelijk in zijn doel en ramp zalig in zijne gevolgen voor het mensch- rlom, doen verdwijnen en vervangen, door den weldadigen invloed der christelijke liefde? Met deze vraag zitten wij ni«t verlegen; wij hebben in den harden strijd onzer da gen het wachtwoord der christelijke solida riteit. Dit heerlijke, levenskrachtige begin sel, dat wij bij het bidden van het „Onze Vader", van de wieg tot het graf, eiken dag opnieuw belijden en in zijn sohoohsten Norm vertolken, is van ons maatschappelijk «verken de zedelijke grondslag, diep gewor teld in het 'hoofdgebod der naastenliefde. Wij willen de verwezenlijking van hét so lidariteitsbeginsel op elk gebied en daar óm en daardoor staan wij lijnrecht tegen- over het socialisme. Heeft men over de iioogere beleekenis en 'dieperen oorsprong van het solidariteitsbe ginsel wel eens nagedacht? Dc Godheid c-n het kindschap Gods die wij allen gemeen hebben; de gemeenschappelijke afstamming •van een Ouderenpaar; ons aller gemeen schappelijke Verlosser, Die voor'ons Zijn leven gaf: ons gemeenschappelijk levens doel en de voor allen bestemde Kerk,, als leermeesteres, bemiddelaarsier en leidster op het levenspad, zijn even zoovele redenen dio bewijzen, hoe echte, ware, warme soli dariteit haar oorsprong vindt in het Chris- IcndoiTU- Solidarismé is geen tegenstelling toaar gemeenschap van belangen; geen revolutionn aire om w e n te ling, maar vormingen ordening Van d*e g e)m e e n s c hap door on staat; geen internationaleklas s e n s t rij d, maar algemene m e n- s c h e n 1 i e f d e en b ,r o e d e rl ij k h e id in gezindheid, rede en handeling; geen nverheerscliing van de eene klasse .boven de andere en geen onmogelijke 6 e 1 ij k h e i d, maar sociale recht- v a a i' d i g h e i d en erkenning' van w e- d e r z ij d s c li e economise heaf- h a n k e 1 ij k li e d. De rijkdom van gedachten, die bet woord solidarisme omvat voor het sociale leven in al zijne uitingen, voor het huisgezin, voor do maatschappij, voor de productie, voor de goederenverdeeling, voor het goederen- Verbruik, voor het staatsverband en zelfs iari V voor den volkerenbond der toekomst,-kan men hier even aanwijzen, maar in' kort tijdsbestek niet beschrijven in al zijne schoonheid" en verscheidenheid. Hier is beperking en beknoptheid eisch van orde. Laat ik eene keuze doen uit den overvloed en mij bepalen tot het solidaris me, waar dit de scherpste tegenstelling vormt, met Tt socialisme, nl. in de verhoii ding tusschen kapitaal en arbed en tus schen de menschen onderling. Solidariteit eischen wij in de productie, solidariteit tusschen arbeid en kapitaal. Zij was er in de christelijke middeleeuwen en 'beeft toen heerlijk gebloeid; zij verdween niet den intocht en de overwinning van het moderne kapitalisme zij moet terugkee- rpn, om te herstellen het evenwicht °door bet liberalisme verbroken en door het so cialisme niet gewild. De arbeider is geen zaak en geen koop waar, die tegen marktprijs verhandeld wordt, hij is mensch en christen, hi j is eene Persoonlijkheid. -En als zoodanig wil en moet hij, ook in het proces der voorlbren- tot zijn volle recht komen. Hij wil als belanghebbende staan ten opzichte van zijn Werk; hij wil mede beraadslagen en iets te zpggen hebben, omdat hij mede arbeidt en omdat hij aan den arbeid iets van het zijne oer gegeven, Van zijn kracht/ zijn inspan ning, zijn vernuft,zijn volharding,zijn zweet altijd een deel"van zijn geestelijk cn stoffe lijk'bestaan; omdat hij zijn willen, en kun nen, zijn gansche persoonlijkheid in dienst van het werk stelt. Dat is het kerngezonde beginsel van onze 'bedrijfsorganisatie. In zijn encycliek ov-cr den vrede betreurt de Paus „de veelvuldige werkstakingen, 'waardoor het openbaar 'leven, ook in de meest noodzakelijke lakken van dienst, vaak wordt stilgelegd". En wie zou dit af dwingen van recht door geweld niet betreu ren? Staking cn uitsluiting hebben op eco nomisch gebied de beleekenis van een oor log; zij ontwrichten het. maatschappelijk leven door er de levensbronnen van te stop* pen en teekenen in hun donkere schaduwen den versch rik k el ij k en haal van den klas senstrijd. Nu men den internationalen vrede lus- schen de volkeren wil. kan men den na- li onaleri oorlog tusschen patroons en ar beiders niet wensclu'-n. .Strijd, onverzoen lijke strijd, strijd lot het hittere einde van den ondergang, tusschen do klassen 'der samenleving onderling, is rampzaliger nog dan verdeeldheid der naties, dan oorlog en dc gevolgen daarvan. En even dwaas; ■w.-ini voortdurende tegenstrijdigheid van belangen kan or evenmin zijn tusschen werkgevers cn werknemers in liet bedrijf als tusschen de verschillende volkeren in de groote menschenrnaatschappij. Het gaat slechts over de onderlinge ver houdingen: er zijn rechtsvragen in het spel; andere- en betere beginselen dienen erkend, hoogere idealen moeten het mensohdom bezielen, op het terrein van den arbeid zoowel als op hel terrein der internationale politiek. Niet overmachtige heerschappij aan den eenen en slaafsche onderworpenheid aan den anderen kant; niet rle overheersching van het recht door de macht, maar de christelijke solidariteit, die. rechtvaardigheid en liefde tegelijk om vat, kan den vrede brengen. Bij het leggen der grondslagen voor den wereldvrede heeft men dat beginsel niet erkend, maar dan ook zijn doei niet be reikt. De machthebbers keerden naar huis, om zich toe te rusten voor den volgenden strijd. God geve, dat, wanneer straks dc grond slagen worden gelegd voor den vrede op •het gebied van den arbeid, geen copie wordt geleverd van het peuterwerk ;n Versailles: want dan zal de wereld oven- min van het moderne kapitalisme als van zijn aanhangsel, het'imperialisme worden verlost. Dan zal er geen vrede zijn, maar strijd; dan zullen onder de donderslagen van Gods oordeel onze fouten worden ge wroken; dan zal het monster dér revolutie niet te keeren zijn en de wereld ondergaan in tranen en bloed. Er is slechts eene keuze: men heeft het 'beginsel der solidariteit te aanvaarden; ten volle en op elk terrein der samenleving of men is overgeleverd aan den klassenstrijd en de wereldrevolutie. Het beginsel der solidariteit. dat pa troons en arbeiders niet als natuurlijke vijanden tegenover elkander plaatst, maar hen in den gemeenschapsband van het bedrijf als belanghebbenden bij eenzelfde doel omsluit, vindt zijn uitdrukking ip de collectieve arbeidsovereenkomst, straks uitgegroeid tot publiekrechtelijke bedrijfs organisatie, en in de vredelievende be slechting van geschillen door scheidsrech terlijke uitspraak. Dit zijn de middelen, die den rampzaligen strijd tusschen kapi taal en arbeid moeten vervangen dooi den lieilzaraen vrede, en het zijn vooral de katholieke'vereenigingen van patroons en arbeiders, die geroepen werden om deze middelen toe te passen eti'^die Paus Be- nedictus wenscht te zien groeien en bloeien onder bescherming en sleuti van het kerkelijk gezag, wiens voorschriften zij standvastig en getrouw moeten opvolgen. Om echter tot dezen toestand van vrede- te geraken, is meer noodig .dan gewaar borgde rechten, moer dan organisatie- macht en wettige overeenkomst; meer dan dat; want dat alles is afhankelijk van en moet steunen op de persoonlijke deugd. Solidarisme is liefde en offervaardig heid en moet dus leven door ieders per soonlijke daad.. Hooger loon en korter arbeidstijd, be tere organisatie van het bedrijf en meer rechtszekerheid zullen 'den toestand niet verbeteren, wanneer dat hoogere loon en die vrije tijd niet goed worden besteed; wanneer de geest van orde en tucht niet leeft bij patroons en arbeiders, wanneer het rechtsgevoel ontbreekt bij' het indivi du, kortom, wanneer wij niet vervullen de plichten, waarop onze rechten moeten steunen. De diep geheide waarheden worden in onzen zoo ieerzamen tijd eiken dag op nieuw bevestigd in den socialen cursus, die nu met Reu ter-telegrammen over de wereld wórdt geseind. In zijn wanhopige onmacht wil het socialisme uitkomst zoe ken en zijn dwaas gelijkheidsidee, verwe zenlijken door socialisatie van de bedrij ven; de uitkomst was reeds in het eerste begin, dat er werkelijk gelijkheid kwam, maar het was de gelijkheid van armoede bij socialisatie van ellende. Bedrijfssocialisatie is een productie systeem, dat wij uit beginsel niet bestrij den, maar wanneer het gedreven wordt door den geest van het materialisme en daardoor inconsequent in zijn wezen wordt aangetast; wanneer het een gelijk heid voorspiegelt in strijd met de natiiur en dus onmogelijk, dan moeten wij ern- etig waarschuwen, want dan dreigt een gapende afgrond. Welk productiesysteem men ook kiezen mag, altijd zal het succes afhangen van de christelijke solidariteit, die de onderlinge verhoudingen moet beheerschen en die bij de bedrijfssocialisatie, d. w. z. bij het pro- duceeren, niet onder den prikkel van het •eigenbelang, maar uit het hoogere motief van het gemeenschapsbelang,^ zelfs tot de hoogste volmaaktheid zou moeten komen. In de productie onder alle omstandig heden en op de eerste plaats dus de chris telijke solidariteit, maar christelijke soli dariteit ook in het maatschappelijk leven, in de verhoudingen van de menschen on- dgrling. i Solidarisme ook in de onderlinge ver houdingen. Met ons wachtwoord "van solidariteit hebben wij eveneens den strijd aan te bin den tegen den' geest van liet materialisme, die den adel van het chridrendom besmeurt en die helaas! op elk terrein der samen- leving zoo bruiaal lot uiting komt; tegen de zucht, naar weelde en genot, die ver laagt en vernedert, terwijl geheel ons streven, is gericht op verheffing - en ver edeling. Hier moet het solidarisme de hoogere standen bezielen, om aan. de lagere een goed voorbeeld te geven, Zoolang de eerste niet vóórgaan met. een godsdienstig 'leven en niet ophouden rnet eene ergerlijke weelde ten loon le spreiden, zullen de laatste -meer gevaar loopen. om onder te gaan in het materialisme en de genot zucht. Ongelijkheid is door God gewild. Geheel dé schepping roept het ons toe. Slechts moet worden .gewaakt tegen ongelijkheid, die "s menschen levensdoel in den weg staat, die dus niet: met de natuur in over eenstemming is; die tekort doet aan het recht en dus ook de onderlinge harmonie in het maatschappelijk leven verstoort Telkens meende ik er met nadruk op te moeten wijzen, dat er ook een te groote ongelijkheid bestaat in de verdeeling der geestelijke goederen. De tegenstelling der beschaving is zóó groot geworden, dat de menschen elkan der niet meer begrijpen, dat het werkelijk schoone in schepping, kunst en weten schap een middel van verheffing tot godsdienst aan de groote massa ont gaat, terwijl de meer ontwikkelde zich niet kan indenken in het leven van den hedendaagsdhen werkman van wicn hij in zeden en gewoonten, in denken en doen al te ver verwijderd staal. Dit werkt onte vredenheid, wantrouwen en klassenhaat. Nooit was de arbeider zoo arm aan ont wikkeling, aan kennis en kunstgevoel, aan hoogere idealen als in onzen lioogbe- schaafden tijd. die hierdoor reeds de totale mislukking van alle sociale leerstellingen buiten deri godsdienst bewijst. Uit dén arbeid der christelijke middeleeuwen, voor zooverre hij gespaard bleef van het vandalisme der vorige geslachten, stralen ons tegen de -kermis, de godsdienstzin en het kunstgevoel van den werkman uit den ouden tijd; die van onzen tijd ziel zijn lé ven vaak ondergaan in de eentonigheid en eenvormigheid van het machinewerk. Door den 8-urendag heeft de christelijke wetgever wat afgenomen van den werk- menscli, gesneden naar het patroon, afge- teekend door liet humaan, verlicht, anti christelijk liberalisme en dé vrijmetsela rij, om aan dien mensch iets meer te ge ven van den christen, den (huisvader en den staatsburger. Heerlijke gelegenheid voor allen, dje volop genieten van de rijkdommen van kennis, kunst en wetenschap, om hunne christelijke solidariteit te toonen door de veel te groote ongelijkheid op dit gebied weg te nemen, zonder armer teworden, met de zekerheid zelfs, dat men van zijn bezit meer zal genieten naarmate anderen er meer in deelen. Heerlijke gelegenheid voor ons Roomscli intellect óm den vollen rijkdom van ons geloof en zijn sociale beginselen ten toon te spreiden voor de verbaasde oogen van het neergedrukte proletariaat, gewoon aan de naakte ar moede van liet socialisme, dat in de duisternis van den tijd zoo-velen van on zen rijken disch heeft gelokt door dc dro ge 'broodkorst van zijné armzalige levens beschouwing. Schrille tegenstelling, te groote ongelijk heid is er nok in het bezit der s t o f f e- lijke goederen. Armoede is- er altijd ge weest en armoede zal er altijd blijven, maar nooit was -er een pauperisme, zooals in onzen tijd. Bij de vernieuwing; bij de hervorming van onze maatschappij in Christus, waaraan wij werken, om met Dr. S.chaepraan te spreken, met bet glo rieuze zweet van den heeten arbeid, en den harden strijd op ons voorhoofd, moet dit vooral nog duidelijker worden door de teekonende daad. dat het eigendomsrecht, volgens onze beginselen beperkt is in dezen zin, dat wij allen den plicht hebben van het onze mede te deelen aan onze broeders in Christus. Wat van dc christenen der oudheid, her vormers van bun tijd, werd gezegd, moet ook rle schoonste getyigenis zijn van de christenen dezer 20c. eeuw, die eene nieu we hervorming zijn begonnen: „Zie hoe zij elkander lief hebben". En onze liefde moet dan niet slechts blijken uit de gave van het koude geld stuk. want barmhartigheid, zonder warm hartigheid is armhartigheid, maar vooral uit de opofferende daad. Treedt, naar voren, kapitalisten met Room soli en zin en laat zien. uw kapitaal aan liefde; want zonder dat zijt gij arm met al uw rijkdom. Treedt naar voren, wij willen de groote tegenstelling tus schen arm en rijk niet opheffen door wat goud te strooien onder de menigte, maar door de armen in staat te stellen een be scheiden deel van den maatschappelijken rijkdom, een zekere mate van welstand, noodig voor het ihooger leven, door eigen kracht te verwerven. Treedt naar voren, en steunt onze sociale instellingen; de kreet van „vrijheid, gelijkheid en broeder schap" klinkt het scherpst uit de keel van den socialist, maar vindt zijn diépst cn weerklank in het hart van den rechtge- aarden Christen, levend in dé volle over tuiging, dat zijn Goddelijke Meester het menschdom heeft vrijgekocht door Zijn bloed, een gelijk levensdoel, gelijke ge nademiddelen en een gelijk, recht op den Hemel gaf, en hel in de oneindige Jiefde van Zijn Goddelijk Hart als één groote broederschap omvat. De leer van Christus, -de christelijke so lidariteit in hare volle hooge beleekenis, in haar machtige aantrekkingskracht op het menschelijk gemoed, moet onze maat schappij in evenwicht houden, en blijft de sterke verbinding en band en de onwrik bare steun der wereld, waarin wij leven. Deze leer wordt bepaald; verklaard en verwezenlijkt door de Katholieke Kerk. Dè Katholieke Broederschapsidee. Rede van Pater Borromaeus de G r e e v e O. F. M. Voor het verslag dezer rede verwijzen we naar het hoofdblad. De Kathoiieke gelijkheidsidee. door A. H. J. ENGELS, op Dinsdagavond. Dames en Hoeren, Door het Bestuur van den Eersten Ne- derlandschen Katholiekendag is lot uit gangspunt van alle besprekingen." welke in deze dagen gehouden zijn. de Encycliek over den Vrede van Z. H. Paus Benedicius XV gekozen. De Encycliek over den Vrede bepaalt zich niet alleen tot een veroordeeling van den Oorlog en een aanprijzen van dm Vrede. Dc Paus legt ook de oorzaken der heden- daagsche maatschappelijke wanorde 'bloot én wijst dan op de gevaren, welke daaruit voor de samenleving ontstaan. Wij zien, zoo lezen we in de Encycliek, in het samenleven van menschen met men schen: 1 alle wederzijdsche welwillendheid ontbreken; 2 het gezag van hen, die te-be velen hebben, geminacht worden; 3 de ver schillende klasse der maatschappij elkap- der op hatelijke wijze bestrijden, en 4 ein delijk de vergankelijke en jjdele goederen zóó hartstochtelijk nagejaagd worden, als of er geen andere, verre verkieslijker goe deren waren, die aan s menschen streven ten doel zijn gesteld. Spr. zet vervolgens in algemeene trek ken uiteen, hoe de afdwalingen van den menschelijken geest hebben geleid tot de huidige wereld-catastrophe. Daarna kwam spr. terug op eener. zin uit de Vredes-encycliek van Paus Benedie- tus XV, die hem speciaal ter behandeling werd toevertrouwd. Die zin luidt: ,,(dotj dc verschillende klassen der maatschappij elkander op hate lijke wijze bestrijden. Hier wijst spr. op de socialistische leer van den klassenstrijd. Feitelijk is de theorie .van den eeuwigen, uit den aard der zaak voert vloeien den, on- verzoenlijkcn strijd tusschen de verschil lende standen, met name tusschen de be zittende en de niet-bezittende klassen, ais voorwaarde voor hoogere ontwikkeling van het economische leven, dan ook reeds los gelaten. Zij is losgelaten in Duitschland. waar Kautsky de socialisatie van het bedrijfsle ven genoemd hoeft: de socialisatie van het bankroet. Zij is losgelaten in Hongarije door rle nieuwe regeering, welke de bolsjevviki op volgde, wier eerste dpad was: het privaat bezit te herstellen en dus de noodzakelijk heid der ongelijkheid van stoffelijk bezit te erkennen. Zij is feitelijk losgelaten in Rusland, ,vvaar heel het economisch leven in één ver woestende orgie is ondergegaan en waar spoedig niets anders meer over zal zijn dan de gelijkheid in alle mogelijke ellende. Volgens de jongste verklaringen van Gompertz verwerpen de Amerikaansche ar beiders de revolutionnaire klassenstrijds theorie volkomen; zij moeten er niets van hebben en zijn te verstandig er zich toe te leenen om heel het Amerikaansche volk in ellende te storten. En in ons land? Hoe de leiders der Vakbeweging in de S. D. A. P. er in ons land over denken, blijkt duidelijk uit een interview, dat „een ineewerker" van ..Het Volk" had met Jou- haux, den vertegenwoordiger der „Confé- dération Générale du Travail", op het in ternationaal Congres te Amsterdam in Augustus j.l. Dat beheerschen der productie van bo ven af wil ten slotte niets anders zeggen, dan dat de Staatsmacht zal treden in de plaats van den particulieren ondernemer. Indirect komt dit systeem ook neer op de oppermacht van het proletariaat. De arbeidersklasse moet voor dit systeem rijp gemaakt worden, zij moet zich, als het niet anders kan, daartoe met' revolutionnair ge weld van de Staatsmacht meester maken. Zij moet dan een Economischen Raad vor men en deze Economische Raad draagt dan volgens Duitsch model, aan vak" ministers de regeling op van het openbare en economische leven. Een, leider der spoorwegorganisatie kan dan Minister van Spoorwegen worden, een leider der post en telegraafbeambten, Minister van Poste rijen en Telegrafie, een leider der haven arbeiders, Minister van het Transportwe zen te water, een leider der landarbeiders organisaties. Minister van voedselvoorzie ning, terwijl in de talrijke-industrieën nog plaats is voor vele andere vak-ministers. Dit is een heel aanlokkelijk cn den so- ciaal-ldemocratischen eigenwaan en hoog moed volkomen dekkend systeem. Men kan zich voorstellen, dat tal van lieden „met een grooten bek" er graag een revo lutie voor over hebben, om langs dien weg te komen, waar ze graag willen zijn. Dat deze gedachte rondspookt in de hoof den van vele Nederlandsche sociaal-demo craten, staat voor mij vrijwel vast. En dat zij stelselmatig aansturen op een gewelddadige revolutie, om. zooals zij het uitdrukken, de macht van liet proleta riaat in de plaats te schuiven van cle macht, van kapitalisme, wat feitelijk niets anders zeggen wil dan dat over de geheele lijn, de opperste ninclit in den Staat in handen komt- van do teklers der sociaal-democra ten, daar ben ik vast van overtuigd. Dat streven naar de macht, die zich tel kens openbarende hoerschzucht wordt wel handig bemanteld en bedekt door luid be toogde liefde voor het volk, doch hij, die het socialisme en de sociaal-democratie kent, laat zich daardoor niet om den tuin leiden. Hun zegepraal zal liet volk het beloofde geluk niet brengen. Integendeel, de onder vinding, elders opgedaan, heeft nu reeds geleefd, dat langs dien weg alleen het summum van ellende bereikt zal worden. Als stelsel as het socialisme absoluut lief deloos, het is het evangelie van den haat; hoe kan het don vrede, rust en orde bren gen? Als personen ken ik vele socialisten, krachtens jarenlange waarneming, nieï anders dan als zelfzuchtige lieden, hard vochtige, elkander onderling meedoogen- loos bestrijdon&e en vërtfrïngende StrebYi% die ieder voor zich hel zich gestelde doel willen bereiken. En dat doel is geen ander dat leert weer het buitenland dan hun heerschzucht bot te vieren. Ik laat hier onbesproken hurt theorieën over de vrouwen het huwelijk, over den godsdienst en de opvoeding der kinderen, over eerlijkheid en goede trouw, als het tegenstanders geldt. Die theorieën zijn voldoende bekend, "ij worden door de Katholieke beginselen ab soluut. veroordeeld en vermogen niet an ders dan van Christelijke zijde den sterk ste n weerstand te verwekken. Spr. stapt hiermede van het socialisme en de gelijkheid, die het brengen wil, af en vestigt de aandacht op do vraag: welke ge lijkheids-ideeën wij Katholieken er op na houden. Dit le willen uiteenzetten, is gemakke lijker gezegd dan gedaan. Dit te willen uiteenzetten in een kort tijdsbestek, is zelfs onmogelijk. Wij moeten ons dus bepn.len tot eenige groote trekken. En dan vijzen allereerst voor ons op, uit een verschiet van 20 eeuwen, de zonnige vlakten van het Heilige Land. En wij zien daar leven en arbeiden den Mensch-gewor- den Zoon van den levenden God. Niet als een machtige en rijke, niet als de hersteller van de vervogen grootheid en "heerschap pij van het Joodsche volk, zooals dit volk verwachtte, dat Hij komen zou, doch als de gelijke van den armste onder de armen. Het doel van Zijn komst was verlossing te brengen alm alle menschen gelijkelijk, zonder eenige uitzondering. Zijn leer was, dat alle menschen in het oog Zijns Vaders gelijk zijn, ja zelfs, dat zij, die arm zijn en nederig van afkomst, grooter kunnen zijn in het oog Zijns Vaders dan zij, die machtig zijn en rijk. Ja, dat de volmaakt heid slechts bereikt kan worden door af stand te doen van alle aardsche grootheid. Deze leer heeft de Katholieke Kerk, die de plaatsbekleedster is geworden van den God-niensch op aarde, ook steeds geleeraard en gehandhaafd. En naar de mate het moderne leven zich ontwikkelde en het economische leven meer samengesteld werd, heeft de Kerk nooit nagelaten, allen vqpr te houden, dat bij alle streven naar vooruitgang het heil des volks steeds de hoogste wet dient te zijn. En naar de mate het Staatsbestuur deze waarheid ui het oog verloor, zijn plicht ver zaakte, in valsche theorieën opging, de Staatsmacht zelfs misbruikte tot bevoor deeling. van enkele standen en de verdruk king der massa toeliet, is het steeds de Katholieke Kerk geweest, zijn het steeds dc Pausen, in vele landen de Bisschoppen en overal de Katholieke sociologen geweest, die onvervaard en toch steeds streng we tenschappelijk "tegen dat alles stelling heb ben genomen. Intusschen bepaalt de Kerk zich niet tot waarschuwen alleen. Zij levert ook positief werk. Zij keurt niet alleen het socialisme af, toont niet alleen aan het verderfelijke, dat in zijn^steliingen gelegen is, doch zij wijst ook positief een weg aan, welke tot verbetering leiden kan. De Kerk roept alle standen op zich le örganiseeren, zij verlevendigt in alle orga nisaties het Katholieke rechts- én plichts gevoel, zij houdt den menschen voor, dat ze allen broeders zijn, zij veroordeelt de groo te ongelijkheden, welke het individualis tisch liberalisme in T leven riep, zij herin nert de bezitters aan hun rentmeestersclmp, zij ontkent het absolute eigendomsrecht een recht, dat alleen aan God toekomt, als Schepper en Heer van het Al zij eischt voor allen op die mate van welstand, welke noodig is, opdat allen het doel. waarvoor ze geschapen zijn, volledig kunnen berei ken. Zij leeranrt aan alle volkeren hare heilige wellen van rechtvaardigheid en naastenliefde. De organisaties van patroons en arbei ders, van middenstand en landbouw, gaan in ons land met den dag vooruit. Vooruit in; innerlijke kracht, doch ook In juist in zicht, van wat in dezen tijd noodig is. Verder wijst spr. op het in Juli gebon den Congres van Katholieke Bedrijfsraden in Den Haag Dat Congres was in alles een demonstratie van Katholieke gezind heid. Van gezonde opvatting getuigde o.a. do rede. gehouden door den sociaal-voelen den en sociaal-willenden Katholieken werk gever, den hoer Wierdels. En al is het waar. dat hij grooten deels oude waarheden in het geheugen terugriep, dat hij ze terug riep en ze met klom en overtuiging den Katholieken werkgevers en arbeiders voor hield. dat hij hen opwekte ze opnieuw in toepassing te brengen, ook al zou dat offers kosten van geid en voorrechten, dat is een feit, dal de aandacht ten volle ver dient. Dat feit getuigt van gezonden Christen zin, van de herleving van den echten Ka tholieken geest, den geest van solidariteit, die zich in kloeke daden van rechtvaardig heid en naastenliefde uiten wil. Doch wat dit Congres stempelde tot een uniek verschijnsel in ons land neen. in de wereld dat was de geest van ware broederschap, van gelijkberpchtigti'b"irt, welke dit Congres te aanschouwen nl Hier zaten werkgevers en arbeiders, grooten en kleinen aan dezelfd tafels', hier hadden alle standen hun vertegenwoordi gers, hier waren alle belangen in bonte mengeling vertegenwoordigd cn toch lieerschte hier eensgezindheid en een har telijke, vertrouwenwekkende toon. Hier was geen sprake van klassens!rij>l, hier werd geen woord van haat -nomen, hier werkten patroons en arbeiders samen aan de oplossing der sociale viageu on vereffening der economische tegenstellin gen. Hier werd in waarheid gezocht r., „r een 'oplossing, die de standqn dichter hij el kaar brengt, de afstanden doet inkrimpen, de ongelijkheden zooveel mogelijk zou kun nen wegnemen. Als men tusschen deze feiten en wn» men op heden in het buitenland ziet gebeuren, een parallel trekt, treden de v'reehil'len toch wel heel sterlc naar voren. En al moge hc-t nu waar zijn, dat dc os

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1919 | | pagina 3