Je Ubh Courant".
Tweede Blad.
Uit de Omgeving
Donderdag 4 Sept. 1919
Wie kan zonden vergeven?
Een lijd'geleden werd mij door een chris
ten mijnwerker uit Zuid-Limburg een bro
chure gezonden, getiteld: „Maarten Lu-
tlier. Vertelling voor kinderen door W. G.
lï® van de Hulst. Uitgave van de Jeugd-com-
aiissic van het Nederlaudsch Bijbelgenoot-
scliap, ter gelegenheid van het vierde eeuw
getijde der Hervorming".
Wijl die mijnwerker, volgens zijn bijge
voegd scli rij ven, al vijf jaar veel omgang
heeft met. Roomschen, en in die brochure
die oude dwalingen omtrent zondenverge
ving en aflaat weer worden herhaald, kan
het wellicht nuttig zijn, die dwalingen aan
te-wijzen en te weerleggen.
Welke zijn dan die dwalingen?
Protestanten blijven nog maar aldoor
heiveren:
lc. dat God alleen de zonde kan'verge-
yeu;
2e. dat, volgens de Roomsche leer. door
aflaten zonden worden vergeven, niet al
leen bedrevene. maar ook die, welke men
nog bedrijven zal;
3e. dat ten tijde van Lulher de R. K.
Kerk zon den verge ving en aflaten voor geld
te koop aanbood.
't Is wel treurig, dat goedwillige Protes
tanten zich zóó laten misleiden. Èen enkele
blik toch in een Roomsche Katechismus en
in een Geschiedenis der R. K. Kerk zou
hen van hun dwalingen kunnen genezen.
Wat immers is de waarheid?
Christus, de Godmensch. bezat als God do
macht, om alle zonden en ook alle zonden-
straffen te vergeven. Toen men eens te
Kapharnaüm een bedlegerigen lamme bij
Hem bracht, sprak Hij: „Vertrouw, zoon.
b\v zonden worden u vergeven". Eenige
del aanwezige Schriftgeleerden mompelden in
arllrichzelf: „Die mensch lastert God! Wie kan
zonden vergeven, dan God alleen?" Cbris-
pltas kende echler hun gedachlen en vroeg:
,Wat is gemakkelijker te zeggen: Uw zon
den worden u vergeven, of te zeggen: Sta
'op en wandel'?" Om nu door een wonder
evflte bewijzen, dat Hij God was en de godde-
ieslfijke macht bezat, om zonden te vergevet!,
rak Hij tot den'lamme: „Sta op, neem
H. Jróv bed en ga naar huis." En zoo gebeurde.
Diezelfde macht om in 'zijn Naam zeu
len te vergeven, schonk Christus aan zijn
ipostelen en In hen aan hun wettige 'op-
ï^Mfolgers. dfli Paus, de Bisschoppen en
iesters zijner Kerk met de woorden:
SiLWier zonden gij vergeven zult, dien wor-
len ze vergeven, en wier zonden gij hou-
dallilen zult, dien zijn ze gebonden." Christus
7. geperkte die vergevingsmacht niet tot een
ipaald aantal of een zekere soort van
inden, maar Hij spreekt algemeen, zoo
lt die macht zich uitstrekt tot alle zonden
nder uitzondering. Hierbij dient evenwel
'gemerkt, -dat niet elke priester alle zon-
'n kan vergeven. Gelijk in de burgerlijke
htspraak van bepaalde misdaden alleen
Hooge Rechtbank vrijspraak kan ge.
i, zoo hebben ook in de kerkelijke recht-
iraak Paus en Bisschoppen zich de vergc-
ig van bepaalde, zware zonden voorbe
lden, zoodat een priester eerst dan van
lie zonden kan ontslaan, als hij daarvoor
vereischte volmacht van Paus of Bis
hop heeft ontvangen.
Uit Christus' volmacht om zonden te ver-
iven volgt dus»allerduidelijkst, dat Paus,
schoppen en Priesters niet verklaren,
iat God de zonden vergeeft, maar werke-
jk de zonden vergeven gelijk Christus zelf
zonde vergaf. En die zondenvergeving
aarde door den priester ir< de biecht
ordt door God bekrachtigd, bezegeld in
a hemel.
Christus verleende echter aan de Bedie-
jaren zijner Kerk niet alleen de macht om
zonden, maar ook alle 'straffen der
"iden te vergeven. Wat beieekent dat?
Mie doodzonde bedrijft, beleedigt Gods
Eindige Majesteit zwaar en is verplicht.
1 aangedane beleediging zooveel mogelijk
te herstellen. Die verplichting tot herslel
heet zondenschuld. Daarenboven beloopt
die zondaar rog de oneindige, eeuwige hel
lestraffen, wijl hij zich geheel en al van
God, het oneindig Goed, heeft verwijderd,
volslagen vijand van God is geworden en
daarom het recht, op den hemel verloren
en de hel verdiend heeft. Gewoonlijk is die
zondaar ook nog aan eindige, lijdelijke
straffen schuldig, omdat.hij zich ongeregeld
gehecht heeft aan een eindig goed, het
schepsel.
Wie dagelijksche zonden bedrijft, belee
digt eveneens God, doch slechts licht. Hij
is echter die beleediginng -te herstel
len en die verplichting heet wederom
zondenschuld. Omdat hij de vriend van
God blijft, en het recht op den hemel be
houdt, staat hij niet schuldig aan eeuwige,
maar alleen aan tijdelijke straffen.
De Paus, de Bisschoppen en Priesters
der R. K. Kerk nu bezitten de macht, om
niet enkel alle zondenschuld, maar ook
alle zondenstraffen, eeuwige en tijdelijke,
te vergeven. Christus immers sprak tot den
H. Petrus en de andere Apostelen en in
hen lot hun wettige opvolgers, den Paus.
dc Bisschoppen en Priesters zijner Kerk.
„Al wat gij op aarde zult binden, zal ook
in den hemel gebonden zijn, en al wat gij
op aarde zult ontbinden, zal ook in den
hemel ontbonden zijn." Door deze woorden
schonk Christus dus aan zijn Apostelen en
hun wetiige opvolgers de macht, om alle
banden te ontbinden, die de ziel zouden
weerhouden, den hemel binnen te gaan.
Wijl nu niet alleen de zondenschuld, maar
ook dc zondenstraffen voor de ziel een be
letsel zijn. oin den hemel binnen te gaan.
zoo volgt hieruit, dat de Paus, de Bisschop
pen en Priesters niet enkel alle zonden
schuld, maar ook alle zondenstraffen kun
nen vergeven.
Hoe nu worden die zondenstraffen kwijt
gescholden?
De eeuwige straffen worden Iegelijk mei
de zondenschnld vergeven door een rouw
moedige bïech>. of. als men niet kan biech
ten, door een volmaakt berouw met den
oprechten wil, te zullen biechten, zoodra
men kan.
Dat de eeuwige straffen noodzakelijk
tegelijk met de zondenschuld worden kwijt
gescholden. is duidelijk. De zondaar im
mers wordt bij de vergeving der doodzon
de (zondenschuld) weer vriend van God en
erfgenaam dos hemels, en kan daarom niet
meer schuldig staan aan de eeuwige helle
straffen.
Wat de tijdelijke zondenstraffen betreft,
de Protestanten beweren, dat bij de ver
geving der zondeschuld ook alle straffen
cfèr zonde, eeuwige en tijdelijke, worden
kwijtgescholden. Deze bewering is echter
lijnrecht in strijd met de H. Schrift, die
uitdrukkelijk getuigt, dat God om bedre
ven zonden, wier zondenschuld reeds ver
geven was, nog tijdelijke straffen heeft toe
gediend. Om slechts één voorbeeld te noe
men, toen Koning David overspel eri
doodslag had bedreven, zond God tot hem
den profeet Nathan, om den, diepgevallen
zondaar zijn misdaad te verwijten. Be
rouwvol bekent David zijn schuld: ..Ik heb
gezondigd tegen den Heer." De profeet
verzekert hem, dat God zijn zonde heeft
vergeven. Toch is de dood van zijn kind
op den zevenden dag, ondanks de strenge
hoeipleging van David, de tijdelijke straf
zijner zonde.
Zeker, het kan gebeuren, dat het berouw
over de zonde zoo volmaakt is, dat, be
halve de zondenschuld en de eeuwige
straffen, ook alle tijdelijke straffen wor
den kwijtgescholden. Dit blijft echter uit
zondering. Gewoonlijk zullen er tijdelijke
straffen overblijven. En hiervan kunnen
wc kwijtschelding bekomen door de Biecht,
door geduld in tegenspoed en lijden, door
bidden, vasten en aalmoezen geven, door
de H. Mis en door het winnen van aflaten.
De valschheid der bewering van Pro
testanten, alsof de R. K. Kerk zou leeren,
dat door aflaten zonden worde2v vergeven
en diezelfde Kerk ten tijde van Luther
zondenvergeving en aflaat voor geld te
koop bood. hopen we in een volgend arti
kel aan te toonen en te weerleggen.
Manresa Venlo.
P. REUS S.J.
B0SK09P.
Gemeenteraad.
Vergadering van 2 Sept. nam. half drie.
Tegenwoordig de burgemeester Duval
Slothouwer en 10 raadsleden; de heer J. v.
Gekleren is met kennisgeving door ver
blijf in het buitenland niet aanwezig.
De voorzitter opent de vergadering met
een woord van welkom tot den nieuwen
Raad der gemeente, in 't bijzonder tot het
eerste vrouwelijke raadslid mevr. Benthem
De Wilde en nam allen den eed of be
lofte af. Hierna constateerde de voorzitter
dat allen als raadslid zijn bevestigd.
Thans is aan de orde de verkiezing van
twee wethouders. De uitslag is, dat ver
kregen den lieer C. B. Lünnemann 3 stem
men, dr. v.d. Tak 5 stemmen en 2 stemmen
blanco, van de socialisten, die vóór de
stemming hadden verklaard blanco te zul
len stemmen. Gekozen is alzoo als wethou
der dr. H. v. d. Tak.
Bij de tweede stemming verkregen de
heeren Joh. Jengejan 5 stemmen, G. B.
Lünnemann 3 stemmen, blanco 2, zoodat
als no 2 tot wethouder gekozen is de heer
Joh. Jongejan. Beide gekozen wethouders
nemen hunne benoeming aan.
Hierna worden gekozen 3 leden voor cfe
commissie van Gemeentebedrijven, n.i. de
heeren A. Brand Pzn., C. van Wilgen en
K. Verkade.
Vervolgens benoerrring van 4 commissie
leden voor de gemeentebelasting e-n ver
kiezing van 3 leden in de commissie voor
het samenstellen der Gemeentebegrooting
voor 1920. Hiervoor werden gekozen de
heeren R. de Wilde, A. Braird Pzn. en C.
v. Wilgen. Ais plaatsvervangers E. Gulden
mond Huges en mevr. Benthem—De Wilde
Thans is aan de orde wijziging Gemeen
tebegrooting 1919 (post uitgaven verhoogd
met f 1-000) voor verhooging salaris bur
gemeester met f 900, salaris secretaris met
f900, salaris ontvanger met f 600. twee
wethouders met f 520, bijdrage Reg. cre-
diet met f 500, enz. en de post H. O. wordt
verhoogd eveneens met f 4000 als ont
vangsten.
Uitgeloot werden van fy» pet. gemeënte-
leening groot f 54,000 oblig. 3 a f 500, nos.
1. 51 en 85, obligatie a f 100 no. 45.
Thans, aan de rondvraag gekomen,
vraagt de heer E. Guldemond eenige be
palingen voor bouwterrein aan de Zijde-
weg etc. en wordt hem toegezegd, dat B.
en W. deze zaak spoedig zullen behande
len en in de eerstvolgende vergadering tec
tafel te zullen brengen.
De heer K. Verkade vraagt te mogen
spreken over de gemeentebegrooting (van
welk jaar?).
De voorzitter kan hem daarop niet van
antwoord dienen.
De heer Brand vraagt de benoeming
van een. commissie tot salarisherziening-
voor gerneenie-ambtenaren, waarop de
voorzitter eveneens toezegt in een volgen
de vergadering deze zaak ter tafel te
zullen brengen.
Hierna spreekt de voorzitter een woord
van dank tot den niet opnieuw gekozen
wethouder, den heer Lünnemann. voor de
zeer vele werkzaamheden door hem in het
belang der gemeente verricht en hoopt,
dat. het hem nog jaren gegeven moge
zijn als raadslid deel uit te maken van
dit college.
Hierna sluiting der vergadering.
Schoolbouw. Maandagmorgen Is met
eenige plechtigheid op. het plein bij den
aanbouw der R. K. school de laatste paai
geslagen voor de fundeerïng der 4 nieuwe
lokalen. Hierbij waren aanwezig de Zeer-
eerw. heer Pastoor en den weleerw. heer
Kapelaan, alsmede de Eerw. Moeder
overste en een lid van het R. K. Kerkbe
stuur, de heer A. Pannebakker de Jong.
KATWIJK.
Gemeenteraad
Dinsdag vergaderde de raad dezer ge
meente. Allereerst werden de niuwe raads
leden beëedigd, t. w. de heeren H. v. Grim
bergen, M. Hoek en C. van Duiverbode.
Hierop wenschte de voorzitter de heeren
geluk met hun benoeming. Hij hoopt, dat
de samenwerking van hartelijken aard
jnoge zijn en dat Gods zegen op de werk
zaamheden van dit nieuwe college zal
rusten.
Hierna benoeming wethouders. Na 2
maal vrije stemming en herstemming werd
met 7—6 stemmen gekozen de heer D.
Ouwehand Az., aftr., die de benoeming
echter gedurende den volgens de wet toe-
gestancn tijd in bedenking wenscht te hou
den. Bij de verkiezing voor een tweeden
wethouder, ook na 3 stemmingen, werd ge
kozen de heer L. Kruit. Tot leden in de
commissie van fabricage werden gekozen
de heeren J. v. d. Perk en P. Meerburg.
Tot leden in de gas- en waterleiding-com
missie de heeren dr. de Ruijter-Zijlker en
C. den Duik. Tot leden in de reclamecom
missie H. O. de heeren A. .v. Paridon en
N. Parlevliet. Tot voorzitter in de commis
sie van toezicht op het correspondentschap
der arbeidsbemiddeling de lieer N. Parle
vliet. Hiermede waren de benoemingen
afgeloopen.
Tijdens de benoeming van leden in de
gas- en waferleidingscommissie deed zich
een incident voor. Nadat de niet herkozen
wethouder van publieke werken, de heer
R. Ouweband, benoemd was in de commis
sie van fabricage, doch om zeer begrijpe
lijke redenen hiervoor bad bedankt, advi
seerde de voorzitter bij de verkiezing voor
leden in de gas- en waterleidingcomrn/ssie
uit een oogpunt van kiesehheid niet te be
noemen den beer R. Ouwehand. Toch werd
deze gekozen. De heer R. Ouwehand zeide,
dat de voorzitter vóór de benoemirg zijn
antwoord ai gegeven had, waarvoor hij
hem dankbaar was. Waar de meerderheid
van den raad te kennen gegeven had, het
vertrouwen aan hem niet meer te moeten
geven als wethouder, was het toch duide
lijk, dat hij de benoeming in deze commis
sie ook niet kan aanvaarden. Het komt
hem trouwens onbegrijpelijk voor, dat,
waar de-heeren pas den eed hebben afge
legd en hij toch niet mag verwachten, dat
iemand een valschen eed heeft afgelegd, de
meerderheid hem als wethouder niet hand
haaft en hem benoemt in zulke commissies,
die toch ook nogal van belang zijn. Hij
verzoekt niet langer met hem te dollen. Hij
zou zich anders voor zulk een raad moeten
schamen. De heer L. Kruit, de nieuwbe
noemde wethouder, zegt, dat hij in geen
geval de keuze een goede kan vinden.
Waar zulke groote werken te doen staan,
kómt liet hem onbegrijpelijk voor, hoe men
deze keuze heeft kunnen maken. Het staat
echter bij hem vast, dat zijn bedanken
niet wil zeggen, dat de heer R. Ouwehand
het weer zou aannemen. Hij herhaalt, dat
hij de keuze niet in het belang der ge
meente acht.
Overeenkomstig het advies der gas- en
waterleidingcommissie wordt besloten de
progressie bij den gasprijs met ingang van
1 Sept. in te trekken en de motoren over
Juli en Aug. restitutie te verleenen volgens
het progressief berekende bedrag.
Aan J. C. Zuijderduijn wordt een jaar
uitstel verleend om te bouwen op daarvoor
van de gemeente gekochten grond.
Het voorstel tot wijziging der verorde
ning, regelende den rang en de bezoldiging
der ainbtenafrn ter secretarie, wordt in
handen gesteld eener commissie, bestaande
uit de heeren J. v. d. Perk, S. Parlevliet
en N. Parlevliet.
Punt 11. Vaststelling der rekening van
het Levensmiddelenbedrijf, dienst 1918, en
punt 12. voorloopige vaststelling Gemeen-
terekening dienst 1918, volgens desbetref
fende rapporten goedgekeurd.
Bij de rondvraag doet de heer A. de
Klerk een schriftelijk voorstel om,het pre
sentiegeld der leden te brengen op f 5 per
vergadering. Zal in de volgende vergade
ring behandeld worden.
Hierna sluiting.
Burgerwacht. De uitslag van den
schietwedstrijd van de burgerwacht afd
Katwijk aan Zee i1* als volgt: Haasebroek
le prijs, Impthoorn 2e priis, Gesink 3e pr.,
Souverein 4e pr., Goumare 5e pr., Tróu-
cfcalot 6e pr.; troostprijzen kregen Meijvo
gel en v. Leeuwen.
Voor de geoefenden was de uitslag: Ver
lint le prijs, G. v. Dungen 2e prijs, v. Leeu
wen 3e prijs.
NIEUWKOOP.
Gemeenteraad.
Aanwezig alle leden. Na opening door
den voorzitter worden de notulen der vo
rige vergadering gelezen en vastgesteld.
Vervolgens le.gt -de nieuwe Raad in han
den van den voorzitter den eed af, voorge
schreven bij artikel 39 der Gemeentewet.
De voorzitter wenscht den leden geluk met
hunne benoeming en hoopt dat zij hunne
beste krachten aan de belangen der ge
meente zullen wijden.
Overgegaan wordt tot de benoeming van
2 wethouders. Uitgebracht werden op den
heer Van der Weijden 6 en op den heer
Mourits 1 stem, gekozen de heer Van der
Weijden. Vervolgens op den heer Mourits
4, den lieer Augustinus 2 en den heer
Noordegrnaf 1 stem, gekozen de heer Mou
rits. Beiden verklaren hunne benoeming
aan te nemen.
In behandeling komt de verordening tot
regeling van dr- wijze van uitbetaling der
jaarwedden van dc onderwijzers aan dc
openbare lagere scholen in de gemeente en
lot regeling van de inhouding der jaarwed
den bij verlof.
Met algeineene stemmen wordt zij vast
gesteld, gelijk zij is ontworpen. De uitbe-
aling der jaarwedde van de onderwijzers
geschiedt maandelijks. Aan onderwijzers,
aan wie op advies van den .behandelende»
of controleerenden geneesheer een verlof
Wegens ziekte wordt toegestaan, wordt dif
verlof met behoud van het volle genot der
jaarwedde voor niet langer dan 6 achter
eenvolgende maanden toegestaan, hetgeen
voor de helft van de jaarwedde met 6
maanden kan worden verlengd; daarna
niet dan onder goedkeuring van Geal?
Staten.
Onderwijzers op wie militaire dienst
plicht rust, genieten verlof, zoolang zij
zich in verplichten werkelijken daenst be
vinden met behoud van 9/10 per jaarwedde.
Daarna wordt de huurwaarde van de
woningen der hoofden van scholen geschat
op f290 per jaar.
Bij de rondvraag verzocht db lieer Splin
ter inzage van alle bestaande gemeentelijke
verordeningen. Aangezien van zoo goed als
alle verordeningen slechts één exemplaar
bestaat, is het bezwaarlijk deze uit handen
te geven of af te schrijven. Steeds zullen
zij der beschikking zijn voor de leden om
te worden ingezien, terwijl men overwoog
in den vervolge de verordeningen alle na
te gaan of herziening ook gewenscht is.
De heer Splinter vraagt of reeds lokalen
zijn aangewezen voor het houden der zit
ting vanwege den Raad van Arbeid te Lei
den tot het inschrijven van de verplicht;
verzekerde arbeiders ingevolge de Invalidi
teitswet. De voorzitter antwoordt dat hier
voor is aangewezen de achterkamer van
het gemeentehuis.
Op voorstel van den heer Splinter wordt
goedgevonden ook in Noorden eenc gele
genheid open te stellen, waarna besloten
wordt een lokaal bij de wed. F. Nieuwen-
dijk aan te vragen.
De voorzitter deelde nu mede dat hij
met ingang van 1 October a.s. eervol ont
slag gevraagd heeft als burgemeester.
Z.E.A. sloot dc vergadering en verliet
het gemeentehuis. De leden bleven nog
eenigen tijd napraten.
NOOTDORP.
Ned. R. K, Volksbond. Maandag
avond hield de Ned. R. K. Volksbond, afd.
Nootdorp, een algemocnc vergadering in
het R. K. Vereeriigingsgebouw. waar de
jonge ara. uuut aen héér Smit, president
van liet Centraal Bestuur, zou worden ge
ïnstalleerd. De Z.Eerw. heer Pastoor open
de de vergadering met gebed en gaf
daarna het woord aan den heer Smit.
Deze bracht eerst hulde aan onze geëer
biedigde Koningin en verzocht allen aan
wezigen ter gelegenheid van Haar ver
jaardag het Wien Neerlands Bloed le zin
gen.
Hierna zette spreker nog in korte trek
ken de werkwijze van den Volksbond uit
een, waarna hij overging tot installatie der
leden. Hierna werd door allen het Bonds
lied gezongen. De solo-partij werd zeer
goed vertolkt door den heer P. ran Hagen,
die daarvoor den lof van den heer Smit
mocht verwenen. Na inslallatïe van den
geest, adviseur, den Z.Eerw. lieer H. A
Th. van Dam. pastoor der parochie, ging
men over tot het verkiezen van een defi
nitief bestuur. Bij de eerste stemming
werden gekozen de volgende he re re Jb v
d. Berg, C. A. G. Janssen, B. Jasperse, W.
Panncbakker en B. Strampraat. allen le
den van het voorloopig bestuur.
Daar was besloten het bestuur te doen
bestaan uit zeven personen, moesten er
nog twee plaatsen vervuld worden. Uit
het aantal reeds gekozen candidatcn wer
den zii, die de meeste stemmen op hun
naam vereenigd hadden, lc weten de hoe-
ren~L. J. v. d. Zande, H. de Hollander, L.
FEUILLETON.
DE DOCHTER VAN DEN
BEELDHOUWER.
M,
Sigl
c.
Jf
nier I
elaa! Twee van hen, die den Bourgondischen
L si' 'Mode achtervolgd hadden, waren gaan
Nei en. wat er van hun slachtoffer geworden
as.
- M Zij hadden slechts de vernietigde wapon-
liel ls"nS gevonden. Er was hen dus iemand
tr.l0r geweest.
he eenige zekerheid, die zij kregen, was,
St de man, dien zij gedood hadden, een
phï "hanger was van den hertog van Bour-
U* ,ndië. een lid dus van hun eigen partij,
lard, ^aar het was te laat om daar berouw
\V er te gaan gevoelen.
uric 1
Att
HOOFDSTUK I.
Vader en Zoon.
Jyy TAngel was niet dood! Op het oogen-
dat Sirpon Brisefer hem in de 'Seine
geworpen, waren de boeien, die zijn
"den omstrengelden, gebroken.
scheen zich het gevaar niet erg aan
W£en' vvant °P het. tragisch oogenblik
„jit bij nog:
II était un p' tit homme
Oef j.. s' en allait au bois.
i 'J viel als een baksteen midden in den
tt stroom. Een regen van droppels
en t Waf"* °m fle 00ren- H'j sloot de oogen:
lat$ -• stroomde zijn ooien binnen. Hij
DERDE GEDEELTE.
den-
hield zijn adem in en hij trachtte zich met
alle krachtsinspanning te bewegen om uit
die rivier te komen, die hem met golfjes
overplaste en bijna stikken deed. Hij
trachtte zich voortdurend boven het water
te houden. Zijn onbeholpen bewegingen de
den hem nu eenige meters zinken,dan weer
aan de oppervlakte verschijnen. Eindelijk
klampte hij zich vast aan de wortels van
een wilgenboom, die boven het water hin
gen.
Dat was bijna zijn redding!
Hij bleef zoo eenige oogenblikken aan de
oppervlakte. Hij hoorde dat de kerels zich
verwijderden. Zij meenden, dat hij beroofd
was van het gebruik van zijn handen en zij
twijfelden geenszins aan zijn dood.
Toen Avy zich veilig achtte voor hun na
sporingen, heesch hij zich, zoo goed als 't
ging, langs den steiïen oever naar boven.
Dat was zijn laatste poging. De wils
kracht ontbrak hem, hij viel bewusteloos
neer op een hoop kiezelsteenen...
...Het 'morgenrood begon den Oostenlij-
ken hernel te kleuren. Het zou een aargena-
me, vroolijke dag worden.
Stroomopwaarts verscheen een bootje te
midden van de biezen.
Zachtjes volgde het den stroom van de
rivier. Op het achterste gedeelte stond een
man, die met een langen stok het vaar
tuigje stuurde, terwijl een andere in zijn
volle lengte lag uitgestrekt en met het ge
laat bijna op het w ater de snelle -vlucht van
de vissclien nakeek. In zijn rechterhand
had hij een haak om zijn prooi aan te
slaan.
De twee boeren waren zeer in hun vroe
gen vischvangst verdiept.
De oudste, die stuurde, zag. toen hij het
hoofd oprichtte, eeu zwarte gedaante, op
den zandigen oever uitgestrekt.
Het was Avy.
Hij riep zijn kameraad en met een stoot
van zijn stuurboom deed hij het vaartuig
den oever naderen.
Met een sprong waren de beide visschers
op den oever; zij maakten hun bootje aan
den stam vau een boom vast en begaven
zich naar den jongen man.
Avy was nog altijd bewusteloos. Eeu kor
te ademhaling en het zachte kloppen van
het hart getuigden alleen maar, dat het le
ven hem nog niet verlaten had.
Een zonderlinge vangst, jongen, zei
de oudste van de twee mannen.
Ja, vader, antwoordde de jongste. Wij
zullen den vreemdeling maar bij ons in
huis brengen, niet?
Dat is goed, wij zijn niet rijk, maar
we mogen toch den ongelukkige niet aan
zijn lol overlaten.
Onder het spreken door, maakte de schip
per het wambuis van Avy los. Hij trok zijn
eigen buis uit en bedekte daar de schou
ders vau den jongen man mede. Vervol
gens had hij den vreemdeling in een deken
gerold en geholpen door zijn zoon had hij
hem in het bootje overgebracht.
Men moest thans trachten om zoo spoe
dig mogelijk de boerderij Boïs-Joli te be
reiken, waar Mathias woonde, op een af
stand van vier of vijf kilometer van daar.
Het bootje, dat krachtig vooruitgeduwd
werd. sneed vlug over het water. Kleine
golfjes sloegen tegen de oevers en spatten
uileen.
De jonge schipper stelde alles in 't werk
om Avy te verwarmen, terwijl de vader
zich inspande om het vaartuig zoo snel
mogelijk voort te duwen.
Vlug, vader, hij wordt hoe langer hoe
zwakker!
Die jonge man is, geloof ik, ook niet
sterk. Arme jongen! Wat zou hem eigenlijk
overkomen zijn? Heb je niets bij hem ge
vonden wat ons meer inlichtingen kan ver
schaffen?
De jonge boer zocht in het wambuis van
Avy, Hij trok er een perkamenten rol uit,
bedekt met allerlei zonderlinge opschriften
Hakkelend las hij:
Florida prata rubent...
Dat was de aanhef van een Latijnseh
herdersgedicht, dat de arme jongen vroe
ger op ruïnen van Saint-Abraham had ge
maakt.
Dat is de taal der kerk, zei de jonge
visscher, en wij hebben waarschijnlijk een
student gered.
Bij deze opmerking verdubbelde de zoon
van den schipper zijn zorgen voor den
knaap.
Drie kwartier later landde het bootje aan
een schaduwrijken oever. De vader riep
met ruwe stem. Het kreupelhout aan den
oever werd opzij geschoven en een boerin
verscheen.
Ha, Marie-Jeannc! Hier heb je een
vïsch, waar je waarschijnlijk niet erg op
gerekend hebt. Je moet eens goed voor dat
ventje zorgen. Je moet hem een goed bed
geven en bovendien een grooten beker met
warmen wijn. Nu moeder, laten wij ons
haasten.
Vader Mathias nam Avy op de armen.
Marie-Jeanne volgde hem onder het uiten
van haar medelijden en van haar verwon
dering.
Arme jongen, hoe is bet mogelijk!
Het duurde niet lang dat Avy, nadat hij
in de nederige woning went binnengedra
gen en in een groot hoerenbed was gelegd,
tot bezinning kwam.
Een vuur van vijsltwijgjos vlamde in den
haard; de vlam danste en dc vonken spat
ten op den leénièn vloer.
De brandende stukjes hout, die nu en
dan uit het vuur sprongen, wierp moeder
Marie-Jeanne er met haar grove klompen
weer in.
Op een stoel bemerkte Avy zijn wambuis
dat droogde. Hij maakte een lichte bewe
ging. Het oudje keerde zich om.
Zoo, zoo! Dus je bent dezen keer nog
niet dood gegaan. God zij gedankt. Maar
je bent er ook nauwelijks aan ontsnapt.
Avy wilde spreken. Marie-Jepnne gaf
hem een teeken.
Bewaar je tong maar, jonge man. ja
kunt me later wel bedanken.
De jongeman richtte zich moeilijk op,
zijn gelaat had plotseling de uitdrukking
van doodsangst aatigenomen.
Ik moet vertrekken, zeide l>ii. ik moet!
Hij trachtte het bed te verlaten, maar uit
geput zonk hij weer bewusteloos in de kus
sens terug. De goede vrouw kwam toege-
loopen, streek hem zachtjes over de han
den, wreef zijn voorhoofd in met azijn, ter
wijl zij voortdurend murmelde:
Anne jongen! arme jongen.
Een poosje /atcr vertoonden zich bij Avy
teekenen van koorte. Hij begon te ijlen, al
lerlei verschrikkelijke dingen vertellend,
die moeder Jeanne van schrik deden beven.
(Wordt vervolgd