Je Ubh Courant". Tweede Blad. Uit de Omgeving Donderdag 4 Sept. 1919 Wie kan zonden vergeven? Een lijd'geleden werd mij door een chris ten mijnwerker uit Zuid-Limburg een bro chure gezonden, getiteld: „Maarten Lu- tlier. Vertelling voor kinderen door W. G. lï® van de Hulst. Uitgave van de Jeugd-com- aiissic van het Nederlaudsch Bijbelgenoot- scliap, ter gelegenheid van het vierde eeuw getijde der Hervorming". Wijl die mijnwerker, volgens zijn bijge voegd scli rij ven, al vijf jaar veel omgang heeft met. Roomschen, en in die brochure die oude dwalingen omtrent zondenverge ving en aflaat weer worden herhaald, kan het wellicht nuttig zijn, die dwalingen aan te-wijzen en te weerleggen. Welke zijn dan die dwalingen? Protestanten blijven nog maar aldoor heiveren: lc. dat God alleen de zonde kan'verge- yeu; 2e. dat, volgens de Roomsche leer. door aflaten zonden worden vergeven, niet al leen bedrevene. maar ook die, welke men nog bedrijven zal; 3e. dat ten tijde van Lulher de R. K. Kerk zon den verge ving en aflaten voor geld te koop aanbood. 't Is wel treurig, dat goedwillige Protes tanten zich zóó laten misleiden. Èen enkele blik toch in een Roomsche Katechismus en in een Geschiedenis der R. K. Kerk zou hen van hun dwalingen kunnen genezen. Wat immers is de waarheid? Christus, de Godmensch. bezat als God do macht, om alle zonden en ook alle zonden- straffen te vergeven. Toen men eens te Kapharnaüm een bedlegerigen lamme bij Hem bracht, sprak Hij: „Vertrouw, zoon. b\v zonden worden u vergeven". Eenige del aanwezige Schriftgeleerden mompelden in arllrichzelf: „Die mensch lastert God! Wie kan zonden vergeven, dan God alleen?" Cbris- pltas kende echler hun gedachlen en vroeg: ,Wat is gemakkelijker te zeggen: Uw zon den worden u vergeven, of te zeggen: Sta 'op en wandel'?" Om nu door een wonder evflte bewijzen, dat Hij God was en de godde- ieslfijke macht bezat, om zonden te vergevet!, rak Hij tot den'lamme: „Sta op, neem H. Jróv bed en ga naar huis." En zoo gebeurde. Diezelfde macht om in 'zijn Naam zeu len te vergeven, schonk Christus aan zijn ipostelen en In hen aan hun wettige 'op- ï^Mfolgers. dfli Paus, de Bisschoppen en iesters zijner Kerk met de woorden: SiLWier zonden gij vergeven zult, dien wor- len ze vergeven, en wier zonden gij hou- dallilen zult, dien zijn ze gebonden." Christus 7. geperkte die vergevingsmacht niet tot een ipaald aantal of een zekere soort van inden, maar Hij spreekt algemeen, zoo lt die macht zich uitstrekt tot alle zonden nder uitzondering. Hierbij dient evenwel 'gemerkt, -dat niet elke priester alle zon- 'n kan vergeven. Gelijk in de burgerlijke htspraak van bepaalde misdaden alleen Hooge Rechtbank vrijspraak kan ge. i, zoo hebben ook in de kerkelijke recht- iraak Paus en Bisschoppen zich de vergc- ig van bepaalde, zware zonden voorbe lden, zoodat een priester eerst dan van lie zonden kan ontslaan, als hij daarvoor vereischte volmacht van Paus of Bis hop heeft ontvangen. Uit Christus' volmacht om zonden te ver- iven volgt dus»allerduidelijkst, dat Paus, schoppen en Priesters niet verklaren, iat God de zonden vergeeft, maar werke- jk de zonden vergeven gelijk Christus zelf zonde vergaf. En die zondenvergeving aarde door den priester ir< de biecht ordt door God bekrachtigd, bezegeld in a hemel. Christus verleende echter aan de Bedie- jaren zijner Kerk niet alleen de macht om zonden, maar ook alle 'straffen der "iden te vergeven. Wat beieekent dat? Mie doodzonde bedrijft, beleedigt Gods Eindige Majesteit zwaar en is verplicht. 1 aangedane beleediging zooveel mogelijk te herstellen. Die verplichting tot herslel heet zondenschuld. Daarenboven beloopt die zondaar rog de oneindige, eeuwige hel lestraffen, wijl hij zich geheel en al van God, het oneindig Goed, heeft verwijderd, volslagen vijand van God is geworden en daarom het recht, op den hemel verloren en de hel verdiend heeft. Gewoonlijk is die zondaar ook nog aan eindige, lijdelijke straffen schuldig, omdat.hij zich ongeregeld gehecht heeft aan een eindig goed, het schepsel. Wie dagelijksche zonden bedrijft, belee digt eveneens God, doch slechts licht. Hij is echter die beleediginng -te herstel len en die verplichting heet wederom zondenschuld. Omdat hij de vriend van God blijft, en het recht op den hemel be houdt, staat hij niet schuldig aan eeuwige, maar alleen aan tijdelijke straffen. De Paus, de Bisschoppen en Priesters der R. K. Kerk nu bezitten de macht, om niet enkel alle zondenschuld, maar ook alle zondenstraffen, eeuwige en tijdelijke, te vergeven. Christus immers sprak tot den H. Petrus en de andere Apostelen en in hen lot hun wettige opvolgers, den Paus. dc Bisschoppen en Priesters zijner Kerk. „Al wat gij op aarde zult binden, zal ook in den hemel gebonden zijn, en al wat gij op aarde zult ontbinden, zal ook in den hemel ontbonden zijn." Door deze woorden schonk Christus dus aan zijn Apostelen en hun wetiige opvolgers de macht, om alle banden te ontbinden, die de ziel zouden weerhouden, den hemel binnen te gaan. Wijl nu niet alleen de zondenschuld, maar ook dc zondenstraffen voor de ziel een be letsel zijn. oin den hemel binnen te gaan. zoo volgt hieruit, dat de Paus, de Bisschop pen en Priesters niet enkel alle zonden schuld, maar ook alle zondenstraffen kun nen vergeven. Hoe nu worden die zondenstraffen kwijt gescholden? De eeuwige straffen worden Iegelijk mei de zondenschnld vergeven door een rouw moedige bïech>. of. als men niet kan biech ten, door een volmaakt berouw met den oprechten wil, te zullen biechten, zoodra men kan. Dat de eeuwige straffen noodzakelijk tegelijk met de zondenschuld worden kwijt gescholden. is duidelijk. De zondaar im mers wordt bij de vergeving der doodzon de (zondenschuld) weer vriend van God en erfgenaam dos hemels, en kan daarom niet meer schuldig staan aan de eeuwige helle straffen. Wat de tijdelijke zondenstraffen betreft, de Protestanten beweren, dat bij de ver geving der zondeschuld ook alle straffen cfèr zonde, eeuwige en tijdelijke, worden kwijtgescholden. Deze bewering is echter lijnrecht in strijd met de H. Schrift, die uitdrukkelijk getuigt, dat God om bedre ven zonden, wier zondenschuld reeds ver geven was, nog tijdelijke straffen heeft toe gediend. Om slechts één voorbeeld te noe men, toen Koning David overspel eri doodslag had bedreven, zond God tot hem den profeet Nathan, om den, diepgevallen zondaar zijn misdaad te verwijten. Be rouwvol bekent David zijn schuld: ..Ik heb gezondigd tegen den Heer." De profeet verzekert hem, dat God zijn zonde heeft vergeven. Toch is de dood van zijn kind op den zevenden dag, ondanks de strenge hoeipleging van David, de tijdelijke straf zijner zonde. Zeker, het kan gebeuren, dat het berouw over de zonde zoo volmaakt is, dat, be halve de zondenschuld en de eeuwige straffen, ook alle tijdelijke straffen wor den kwijtgescholden. Dit blijft echter uit zondering. Gewoonlijk zullen er tijdelijke straffen overblijven. En hiervan kunnen wc kwijtschelding bekomen door de Biecht, door geduld in tegenspoed en lijden, door bidden, vasten en aalmoezen geven, door de H. Mis en door het winnen van aflaten. De valschheid der bewering van Pro testanten, alsof de R. K. Kerk zou leeren, dat door aflaten zonden worde2v vergeven en diezelfde Kerk ten tijde van Luther zondenvergeving en aflaat voor geld te koop bood. hopen we in een volgend arti kel aan te toonen en te weerleggen. Manresa Venlo. P. REUS S.J. B0SK09P. Gemeenteraad. Vergadering van 2 Sept. nam. half drie. Tegenwoordig de burgemeester Duval Slothouwer en 10 raadsleden; de heer J. v. Gekleren is met kennisgeving door ver blijf in het buitenland niet aanwezig. De voorzitter opent de vergadering met een woord van welkom tot den nieuwen Raad der gemeente, in 't bijzonder tot het eerste vrouwelijke raadslid mevr. Benthem De Wilde en nam allen den eed of be lofte af. Hierna constateerde de voorzitter dat allen als raadslid zijn bevestigd. Thans is aan de orde de verkiezing van twee wethouders. De uitslag is, dat ver kregen den lieer C. B. Lünnemann 3 stem men, dr. v.d. Tak 5 stemmen en 2 stemmen blanco, van de socialisten, die vóór de stemming hadden verklaard blanco te zul len stemmen. Gekozen is alzoo als wethou der dr. H. v. d. Tak. Bij de tweede stemming verkregen de heeren Joh. Jengejan 5 stemmen, G. B. Lünnemann 3 stemmen, blanco 2, zoodat als no 2 tot wethouder gekozen is de heer Joh. Jongejan. Beide gekozen wethouders nemen hunne benoeming aan. Hierna worden gekozen 3 leden voor cfe commissie van Gemeentebedrijven, n.i. de heeren A. Brand Pzn., C. van Wilgen en K. Verkade. Vervolgens benoerrring van 4 commissie leden voor de gemeentebelasting e-n ver kiezing van 3 leden in de commissie voor het samenstellen der Gemeentebegrooting voor 1920. Hiervoor werden gekozen de heeren R. de Wilde, A. Braird Pzn. en C. v. Wilgen. Ais plaatsvervangers E. Gulden mond Huges en mevr. Benthem—De Wilde Thans is aan de orde wijziging Gemeen tebegrooting 1919 (post uitgaven verhoogd met f 1-000) voor verhooging salaris bur gemeester met f 900, salaris secretaris met f900, salaris ontvanger met f 600. twee wethouders met f 520, bijdrage Reg. cre- diet met f 500, enz. en de post H. O. wordt verhoogd eveneens met f 4000 als ont vangsten. Uitgeloot werden van fy» pet. gemeënte- leening groot f 54,000 oblig. 3 a f 500, nos. 1. 51 en 85, obligatie a f 100 no. 45. Thans, aan de rondvraag gekomen, vraagt de heer E. Guldemond eenige be palingen voor bouwterrein aan de Zijde- weg etc. en wordt hem toegezegd, dat B. en W. deze zaak spoedig zullen behande len en in de eerstvolgende vergadering tec tafel te zullen brengen. De heer K. Verkade vraagt te mogen spreken over de gemeentebegrooting (van welk jaar?). De voorzitter kan hem daarop niet van antwoord dienen. De heer Brand vraagt de benoeming van een. commissie tot salarisherziening- voor gerneenie-ambtenaren, waarop de voorzitter eveneens toezegt in een volgen de vergadering deze zaak ter tafel te zullen brengen. Hierna spreekt de voorzitter een woord van dank tot den niet opnieuw gekozen wethouder, den heer Lünnemann. voor de zeer vele werkzaamheden door hem in het belang der gemeente verricht en hoopt, dat. het hem nog jaren gegeven moge zijn als raadslid deel uit te maken van dit college. Hierna sluiting der vergadering. Schoolbouw. Maandagmorgen Is met eenige plechtigheid op. het plein bij den aanbouw der R. K. school de laatste paai geslagen voor de fundeerïng der 4 nieuwe lokalen. Hierbij waren aanwezig de Zeer- eerw. heer Pastoor en den weleerw. heer Kapelaan, alsmede de Eerw. Moeder overste en een lid van het R. K. Kerkbe stuur, de heer A. Pannebakker de Jong. KATWIJK. Gemeenteraad Dinsdag vergaderde de raad dezer ge meente. Allereerst werden de niuwe raads leden beëedigd, t. w. de heeren H. v. Grim bergen, M. Hoek en C. van Duiverbode. Hierop wenschte de voorzitter de heeren geluk met hun benoeming. Hij hoopt, dat de samenwerking van hartelijken aard jnoge zijn en dat Gods zegen op de werk zaamheden van dit nieuwe college zal rusten. Hierna benoeming wethouders. Na 2 maal vrije stemming en herstemming werd met 7—6 stemmen gekozen de heer D. Ouwehand Az., aftr., die de benoeming echter gedurende den volgens de wet toe- gestancn tijd in bedenking wenscht te hou den. Bij de verkiezing voor een tweeden wethouder, ook na 3 stemmingen, werd ge kozen de heer L. Kruit. Tot leden in de commissie van fabricage werden gekozen de heeren J. v. d. Perk en P. Meerburg. Tot leden in de gas- en waterleiding-com missie de heeren dr. de Ruijter-Zijlker en C. den Duik. Tot leden in de reclamecom missie H. O. de heeren A. .v. Paridon en N. Parlevliet. Tot voorzitter in de commis sie van toezicht op het correspondentschap der arbeidsbemiddeling de lieer N. Parle vliet. Hiermede waren de benoemingen afgeloopen. Tijdens de benoeming van leden in de gas- en waferleidingscommissie deed zich een incident voor. Nadat de niet herkozen wethouder van publieke werken, de heer R. Ouweband, benoemd was in de commis sie van fabricage, doch om zeer begrijpe lijke redenen hiervoor bad bedankt, advi seerde de voorzitter bij de verkiezing voor leden in de gas- en waterleidingcomrn/ssie uit een oogpunt van kiesehheid niet te be noemen den beer R. Ouwehand. Toch werd deze gekozen. De heer R. Ouwehand zeide, dat de voorzitter vóór de benoemirg zijn antwoord ai gegeven had, waarvoor hij hem dankbaar was. Waar de meerderheid van den raad te kennen gegeven had, het vertrouwen aan hem niet meer te moeten geven als wethouder, was het toch duide lijk, dat hij de benoeming in deze commis sie ook niet kan aanvaarden. Het komt hem trouwens onbegrijpelijk voor, dat, waar de-heeren pas den eed hebben afge legd en hij toch niet mag verwachten, dat iemand een valschen eed heeft afgelegd, de meerderheid hem als wethouder niet hand haaft en hem benoemt in zulke commissies, die toch ook nogal van belang zijn. Hij verzoekt niet langer met hem te dollen. Hij zou zich anders voor zulk een raad moeten schamen. De heer L. Kruit, de nieuwbe noemde wethouder, zegt, dat hij in geen geval de keuze een goede kan vinden. Waar zulke groote werken te doen staan, kómt liet hem onbegrijpelijk voor, hoe men deze keuze heeft kunnen maken. Het staat echter bij hem vast, dat zijn bedanken niet wil zeggen, dat de heer R. Ouwehand het weer zou aannemen. Hij herhaalt, dat hij de keuze niet in het belang der ge meente acht. Overeenkomstig het advies der gas- en waterleidingcommissie wordt besloten de progressie bij den gasprijs met ingang van 1 Sept. in te trekken en de motoren over Juli en Aug. restitutie te verleenen volgens het progressief berekende bedrag. Aan J. C. Zuijderduijn wordt een jaar uitstel verleend om te bouwen op daarvoor van de gemeente gekochten grond. Het voorstel tot wijziging der verorde ning, regelende den rang en de bezoldiging der ainbtenafrn ter secretarie, wordt in handen gesteld eener commissie, bestaande uit de heeren J. v. d. Perk, S. Parlevliet en N. Parlevliet. Punt 11. Vaststelling der rekening van het Levensmiddelenbedrijf, dienst 1918, en punt 12. voorloopige vaststelling Gemeen- terekening dienst 1918, volgens desbetref fende rapporten goedgekeurd. Bij de rondvraag doet de heer A. de Klerk een schriftelijk voorstel om,het pre sentiegeld der leden te brengen op f 5 per vergadering. Zal in de volgende vergade ring behandeld worden. Hierna sluiting. Burgerwacht. De uitslag van den schietwedstrijd van de burgerwacht afd Katwijk aan Zee i1* als volgt: Haasebroek le prijs, Impthoorn 2e priis, Gesink 3e pr., Souverein 4e pr., Goumare 5e pr., Tróu- cfcalot 6e pr.; troostprijzen kregen Meijvo gel en v. Leeuwen. Voor de geoefenden was de uitslag: Ver lint le prijs, G. v. Dungen 2e prijs, v. Leeu wen 3e prijs. NIEUWKOOP. Gemeenteraad. Aanwezig alle leden. Na opening door den voorzitter worden de notulen der vo rige vergadering gelezen en vastgesteld. Vervolgens le.gt -de nieuwe Raad in han den van den voorzitter den eed af, voorge schreven bij artikel 39 der Gemeentewet. De voorzitter wenscht den leden geluk met hunne benoeming en hoopt dat zij hunne beste krachten aan de belangen der ge meente zullen wijden. Overgegaan wordt tot de benoeming van 2 wethouders. Uitgebracht werden op den heer Van der Weijden 6 en op den heer Mourits 1 stem, gekozen de heer Van der Weijden. Vervolgens op den heer Mourits 4, den lieer Augustinus 2 en den heer Noordegrnaf 1 stem, gekozen de heer Mou rits. Beiden verklaren hunne benoeming aan te nemen. In behandeling komt de verordening tot regeling van dr- wijze van uitbetaling der jaarwedden van dc onderwijzers aan dc openbare lagere scholen in de gemeente en lot regeling van de inhouding der jaarwed den bij verlof. Met algeineene stemmen wordt zij vast gesteld, gelijk zij is ontworpen. De uitbe- aling der jaarwedde van de onderwijzers geschiedt maandelijks. Aan onderwijzers, aan wie op advies van den .behandelende» of controleerenden geneesheer een verlof Wegens ziekte wordt toegestaan, wordt dif verlof met behoud van het volle genot der jaarwedde voor niet langer dan 6 achter eenvolgende maanden toegestaan, hetgeen voor de helft van de jaarwedde met 6 maanden kan worden verlengd; daarna niet dan onder goedkeuring van Geal? Staten. Onderwijzers op wie militaire dienst plicht rust, genieten verlof, zoolang zij zich in verplichten werkelijken daenst be vinden met behoud van 9/10 per jaarwedde. Daarna wordt de huurwaarde van de woningen der hoofden van scholen geschat op f290 per jaar. Bij de rondvraag verzocht db lieer Splin ter inzage van alle bestaande gemeentelijke verordeningen. Aangezien van zoo goed als alle verordeningen slechts één exemplaar bestaat, is het bezwaarlijk deze uit handen te geven of af te schrijven. Steeds zullen zij der beschikking zijn voor de leden om te worden ingezien, terwijl men overwoog in den vervolge de verordeningen alle na te gaan of herziening ook gewenscht is. De heer Splinter vraagt of reeds lokalen zijn aangewezen voor het houden der zit ting vanwege den Raad van Arbeid te Lei den tot het inschrijven van de verplicht; verzekerde arbeiders ingevolge de Invalidi teitswet. De voorzitter antwoordt dat hier voor is aangewezen de achterkamer van het gemeentehuis. Op voorstel van den heer Splinter wordt goedgevonden ook in Noorden eenc gele genheid open te stellen, waarna besloten wordt een lokaal bij de wed. F. Nieuwen- dijk aan te vragen. De voorzitter deelde nu mede dat hij met ingang van 1 October a.s. eervol ont slag gevraagd heeft als burgemeester. Z.E.A. sloot dc vergadering en verliet het gemeentehuis. De leden bleven nog eenigen tijd napraten. NOOTDORP. Ned. R. K, Volksbond. Maandag avond hield de Ned. R. K. Volksbond, afd. Nootdorp, een algemocnc vergadering in het R. K. Vereeriigingsgebouw. waar de jonge ara. uuut aen héér Smit, president van liet Centraal Bestuur, zou worden ge ïnstalleerd. De Z.Eerw. heer Pastoor open de de vergadering met gebed en gaf daarna het woord aan den heer Smit. Deze bracht eerst hulde aan onze geëer biedigde Koningin en verzocht allen aan wezigen ter gelegenheid van Haar ver jaardag het Wien Neerlands Bloed le zin gen. Hierna zette spreker nog in korte trek ken de werkwijze van den Volksbond uit een, waarna hij overging tot installatie der leden. Hierna werd door allen het Bonds lied gezongen. De solo-partij werd zeer goed vertolkt door den heer P. ran Hagen, die daarvoor den lof van den heer Smit mocht verwenen. Na inslallatïe van den geest, adviseur, den Z.Eerw. lieer H. A Th. van Dam. pastoor der parochie, ging men over tot het verkiezen van een defi nitief bestuur. Bij de eerste stemming werden gekozen de volgende he re re Jb v d. Berg, C. A. G. Janssen, B. Jasperse, W. Panncbakker en B. Strampraat. allen le den van het voorloopig bestuur. Daar was besloten het bestuur te doen bestaan uit zeven personen, moesten er nog twee plaatsen vervuld worden. Uit het aantal reeds gekozen candidatcn wer den zii, die de meeste stemmen op hun naam vereenigd hadden, lc weten de hoe- ren~L. J. v. d. Zande, H. de Hollander, L. FEUILLETON. DE DOCHTER VAN DEN BEELDHOUWER. M, Sigl c. Jf nier I elaa! Twee van hen, die den Bourgondischen L si' 'Mode achtervolgd hadden, waren gaan Nei en. wat er van hun slachtoffer geworden as. - M Zij hadden slechts de vernietigde wapon- liel ls"nS gevonden. Er was hen dus iemand tr.l0r geweest. he eenige zekerheid, die zij kregen, was, St de man, dien zij gedood hadden, een phï "hanger was van den hertog van Bour- U* ,ndië. een lid dus van hun eigen partij, lard, ^aar het was te laat om daar berouw \V er te gaan gevoelen. uric 1 Att HOOFDSTUK I. Vader en Zoon. Jyy TAngel was niet dood! Op het oogen- dat Sirpon Brisefer hem in de 'Seine geworpen, waren de boeien, die zijn "den omstrengelden, gebroken. scheen zich het gevaar niet erg aan W£en' vvant °P het. tragisch oogenblik „jit bij nog: II était un p' tit homme Oef j.. s' en allait au bois. i 'J viel als een baksteen midden in den tt stroom. Een regen van droppels en t Waf"* °m fle 00ren- H'j sloot de oogen: lat$ -• stroomde zijn ooien binnen. Hij DERDE GEDEELTE. den- hield zijn adem in en hij trachtte zich met alle krachtsinspanning te bewegen om uit die rivier te komen, die hem met golfjes overplaste en bijna stikken deed. Hij trachtte zich voortdurend boven het water te houden. Zijn onbeholpen bewegingen de den hem nu eenige meters zinken,dan weer aan de oppervlakte verschijnen. Eindelijk klampte hij zich vast aan de wortels van een wilgenboom, die boven het water hin gen. Dat was bijna zijn redding! Hij bleef zoo eenige oogenblikken aan de oppervlakte. Hij hoorde dat de kerels zich verwijderden. Zij meenden, dat hij beroofd was van het gebruik van zijn handen en zij twijfelden geenszins aan zijn dood. Toen Avy zich veilig achtte voor hun na sporingen, heesch hij zich, zoo goed als 't ging, langs den steiïen oever naar boven. Dat was zijn laatste poging. De wils kracht ontbrak hem, hij viel bewusteloos neer op een hoop kiezelsteenen... ...Het 'morgenrood begon den Oostenlij- ken hernel te kleuren. Het zou een aargena- me, vroolijke dag worden. Stroomopwaarts verscheen een bootje te midden van de biezen. Zachtjes volgde het den stroom van de rivier. Op het achterste gedeelte stond een man, die met een langen stok het vaar tuigje stuurde, terwijl een andere in zijn volle lengte lag uitgestrekt en met het ge laat bijna op het w ater de snelle -vlucht van de vissclien nakeek. In zijn rechterhand had hij een haak om zijn prooi aan te slaan. De twee boeren waren zeer in hun vroe gen vischvangst verdiept. De oudste, die stuurde, zag. toen hij het hoofd oprichtte, eeu zwarte gedaante, op den zandigen oever uitgestrekt. Het was Avy. Hij riep zijn kameraad en met een stoot van zijn stuurboom deed hij het vaartuig den oever naderen. Met een sprong waren de beide visschers op den oever; zij maakten hun bootje aan den stam vau een boom vast en begaven zich naar den jongen man. Avy was nog altijd bewusteloos. Eeu kor te ademhaling en het zachte kloppen van het hart getuigden alleen maar, dat het le ven hem nog niet verlaten had. Een zonderlinge vangst, jongen, zei de oudste van de twee mannen. Ja, vader, antwoordde de jongste. Wij zullen den vreemdeling maar bij ons in huis brengen, niet? Dat is goed, wij zijn niet rijk, maar we mogen toch den ongelukkige niet aan zijn lol overlaten. Onder het spreken door, maakte de schip per het wambuis van Avy los. Hij trok zijn eigen buis uit en bedekte daar de schou ders vau den jongen man mede. Vervol gens had hij den vreemdeling in een deken gerold en geholpen door zijn zoon had hij hem in het bootje overgebracht. Men moest thans trachten om zoo spoe dig mogelijk de boerderij Boïs-Joli te be reiken, waar Mathias woonde, op een af stand van vier of vijf kilometer van daar. Het bootje, dat krachtig vooruitgeduwd werd. sneed vlug over het water. Kleine golfjes sloegen tegen de oevers en spatten uileen. De jonge schipper stelde alles in 't werk om Avy te verwarmen, terwijl de vader zich inspande om het vaartuig zoo snel mogelijk voort te duwen. Vlug, vader, hij wordt hoe langer hoe zwakker! Die jonge man is, geloof ik, ook niet sterk. Arme jongen! Wat zou hem eigenlijk overkomen zijn? Heb je niets bij hem ge vonden wat ons meer inlichtingen kan ver schaffen? De jonge boer zocht in het wambuis van Avy, Hij trok er een perkamenten rol uit, bedekt met allerlei zonderlinge opschriften Hakkelend las hij: Florida prata rubent... Dat was de aanhef van een Latijnseh herdersgedicht, dat de arme jongen vroe ger op ruïnen van Saint-Abraham had ge maakt. Dat is de taal der kerk, zei de jonge visscher, en wij hebben waarschijnlijk een student gered. Bij deze opmerking verdubbelde de zoon van den schipper zijn zorgen voor den knaap. Drie kwartier later landde het bootje aan een schaduwrijken oever. De vader riep met ruwe stem. Het kreupelhout aan den oever werd opzij geschoven en een boerin verscheen. Ha, Marie-Jeannc! Hier heb je een vïsch, waar je waarschijnlijk niet erg op gerekend hebt. Je moet eens goed voor dat ventje zorgen. Je moet hem een goed bed geven en bovendien een grooten beker met warmen wijn. Nu moeder, laten wij ons haasten. Vader Mathias nam Avy op de armen. Marie-Jeanne volgde hem onder het uiten van haar medelijden en van haar verwon dering. Arme jongen, hoe is bet mogelijk! Het duurde niet lang dat Avy, nadat hij in de nederige woning went binnengedra gen en in een groot hoerenbed was gelegd, tot bezinning kwam. Een vuur van vijsltwijgjos vlamde in den haard; de vlam danste en dc vonken spat ten op den leénièn vloer. De brandende stukjes hout, die nu en dan uit het vuur sprongen, wierp moeder Marie-Jeanne er met haar grove klompen weer in. Op een stoel bemerkte Avy zijn wambuis dat droogde. Hij maakte een lichte bewe ging. Het oudje keerde zich om. Zoo, zoo! Dus je bent dezen keer nog niet dood gegaan. God zij gedankt. Maar je bent er ook nauwelijks aan ontsnapt. Avy wilde spreken. Marie-Jepnne gaf hem een teeken. Bewaar je tong maar, jonge man. ja kunt me later wel bedanken. De jongeman richtte zich moeilijk op, zijn gelaat had plotseling de uitdrukking van doodsangst aatigenomen. Ik moet vertrekken, zeide l>ii. ik moet! Hij trachtte het bed te verlaten, maar uit geput zonk hij weer bewusteloos in de kus sens terug. De goede vrouw kwam toege- loopen, streek hem zachtjes over de han den, wreef zijn voorhoofd in met azijn, ter wijl zij voortdurend murmelde: Anne jongen! arme jongen. Een poosje /atcr vertoonden zich bij Avy teekenen van koorte. Hij begon te ijlen, al lerlei verschrikkelijke dingen vertellend, die moeder Jeanne van schrik deden beven. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1919 | | pagina 3