fail". Tweede BSad. Vrijdag 25 Juli IS39 Uit de Pers. OVER DE NIEUWE POSTZEGELS. Het Huisgezin schrijft: Er is e£n prijsvraag uitgeschreven voor nieuwe postzegels. Zoo bestaal uitzicht, dat we op dit gebied iets beters lcrijgen*dan de vlak-banale pro ducten, waarmee we ons nu al meer dan twintig jaar behelpen. Eén ding stelt in de prijsvraag teleur: dat alleen voor de zegels van een gulden en hooger de beeltenis van bet hoofd van den staat is voorgeschreven, voor de zegels van lagere waarden een ornament of zin nebeeldige figuur is toegelaten. Het is dus mogelijk, dat we in de naaste toekomst op de zegels, die iedereen ge bruikt, den koninginnekop zullen moeten missen, welke alleen bewaard zal blijven voor de zegels, waaraan het groote pu bliek nooit behoefte'heeft en die veruit de meesten niet eens kennen. De koningin van de postzegels weg. zou in deze dagen vooral, nu wij er trotsch op zijn, in tegenstelling met het buitenland, waar de koningskronen over de straat hebben gerold, ons vorstenhuis te hebben behouden, als een vermindering van onze koningsgezindheid worden beschouwd. Zoo goed als op onze munten willen wij op onze postzegels de beeltenis van het hoofd van staat behouden. EEN WAAL DIE NED. LIMBURG KENT. Onder hei, ops-chrift: ..Waarom Ned. Limburg geen annexatie wil", schrijft de ,,Semaino religieuse" van hot bisdom Luik oen artikel, dat door de „Lirnb. Koerier" 'wordt aangehaald. De schrijver wijst er op, dat de motle ven, waarom de Nederlanders tot geen enkelen prijs van annexatie willen hooren, zoo gegrond, zoo diep en zoo vast zijn, dat een greintje verstand voldoende is om te verklaren., dat. zij volkomen zot zouden zijn, wanneer zij een andere meening wa ren toegedaan. Riet de volgende feiten wordt deze mee ning gestaafd: ,,1. Limburg is een provincie, welke uit sluitend en diep geloovig Katholiek is. Het heeft een zeer groot wantrouwen, een afschrik van hel Waalsch© land, dal in groote meerderheid sectarisch en anti katholiek is, en op moraal gebied weinig scrupule is. Dat is een feit, hetwelk niet te loochenen valt. ,,2. Limburg is den schooloorlog van 1879-1884 niet vergeten Het heeft zich ver heugd over de nederlaag der liberalen in 1884 en over de katholieke regeering, welke toen aan hot bewind kwam. Limburg stelde belang in onzen verkiezingsstrijd en heeft vurig gebeden voor 't succes van de zaak, welke den katholieken op de eerste plaats heilig is. .,3. Limburg is tevreden met de Neder- landsche schoolwetten, die aan de bijzon dere scholen dezelfde rechten toekennen als aan de officieele scholen, rechten, welke de Belgen niet eens konden verkrijgen onder een katholieke regeering. „4. Limburg is tevreden over de Neder- Tandsche regeering. wier hoofd een katho liek is. on waarvan verscheidene katho lieken lid zijn. J Jot voelt zich voldaan over de gevoelens van rechtvaardigheid en ge lijkheid van 't Parlement, ofschoon twee derden niet-katholiek zijn. „5. De Limburgsche geestelijkheid is. evenals elke geestelijkheid, trouw verknocht aan haar vaderland. Zij heeft een enormen •invloed op haar geloovigen. ,,Zij is bovendien op de hoogte van de Belgische politiek; zij kent de geschiedenis en vergeet die niet. Vervolgens wijst de schrijver er nog op dat de Limburgers een ware sympathie koesterden voor de Belgen tot het ooogen- blik dat de Belgische bladen de annexionis- tische campagne begonnen. BONDGENOOT VAN HET COMMUNISME. Het Huisgezin schrijft: Er is in ons land geen krachtiger bond genoot van het communisme dan... de oud- liberale -.Nieuwe Ct." Terwijl allen hel er over eens zijn, dat de wensch naar een knrteren arbeidsduur redelijk is en dat de duurte tot loonsver- hooging dwingt, blijft zij het een en het ander bestrijden. Duurte, doceert het blad, is een ander wooid voor schaarschte, en hoogere loon- cijfers voegen geen mud en geen pond aan den beschikbaren goederenvoorraad toe. En verder: Er is nu eenmaal minder te verdeel en, en voortdurende verhooging der gcldbelalingen zal haar doel nimmer be reiken. Wat de ,,N. Crt." hier verkondigt is een troostelooze leer. Zij komt hierop neer, dat alleen de vermogenden in al liun behoeften en meer kunnen voorzien, en dat de ande ren in 's hemels naam maar gebrek moe ten lijden. Wij zeggen niet. als Wijnkoop, dat alle rnenschen recht hebben op hun aandeel in den beschikbaren voorraad oesters en champagne, maar wel dat alle menschen aanspraak hebben op hetgeen noodig is om in hun nooddruft te voorzien. En in die nooddruft kan worden voor zien: er zijn levensmiddelen, er is kleeding en schoeisel en wat verder voor het onder houd van den mensch noodig is, genoeg. Ware dit niet het geval, ware er een te kort, dan zou het menschdom gerantsoe neerd rnoeten worden, en zou het niet aan gaan, aan de welgestelder» de volle maat toe te kennen en de overigen aan de ellen de prijs te geven. Wat wint men met d& hartelooze leer van het liberale blad? Dat men in breede kringen verbittering wekt, dat men de menigte, die in de onmo gelijkheid verkeert behoorlijk rond te ko men, een gemakkelijke prooi maakt voor de onruststokers-van-beroep, voor de revo- lutionnairen, die den menschen een betere toekomst voorspiegelen. Die betere toekomst is een droombeeld: als het noodig ware, weten we dit thans uit de ervaring in Rusland en Hongarije opgedaan. Maar wie in nood vei'keeren, wie er on danks werken en bezuinigingen niet kun- hen komen, redeneeren niet., doch laten zich gemakkelijk verlokken. De „Nieuwe Crt." moge de regeering ver wijten. dat zij door haar voorgaan haar Arbeidswet en baar steunregelingen den toestand bemoeilijkt en vertroebelt, wij zijn eerder van oordeel, dat zij, wat de duurte betreft, te spoedig haar hand terugtrekt en te vlug haar toeslagpolitiek heeft prijsgege ven. Nu brood, aardappelen, brandstoffen, kleeding en schoeisel om slechts deze te noemen zóó duur zijn, dat alle groote gezinnen, waar men niet over zeer ruime rniddelën beschikt, een pijnlijk tekort voe len, had de regeering moeten blijven bij springen. En wordt, wat le vreezen is, de duurte in plaats van een abnormaal een normaal verschijnsel, dan moet een weg worden ge vonden om, buiten armenzorg om, daar aan tegemoet te komen. Anders maakt men bet communisme tot een permanent en dreigend gevaar voor de maatschappij. BINNENLAND. Steun aan Noord-Frankrijk. In totaal zullen 15000 stuks vee naar Frankrijk worden uitgevoerd ten behoeve van de bevolking der verwoeste gebieden. De N. U. M. Men mag, ofschoon er nog' geen officieele beslissing genomen is, aannemen, dat de N. U. M. als consentenbureau voorloopig gehandhaafd blijft. Ned. Bond van Veehandelaren. Gisteren heeft de Ned. Bond van Veehan delaren zijn 3e jaarvergadering in hotel de l'Europe te Utrecht gehouden onder voor zitterschap van den heer N. S. Frenk te. Rotterdam. In zijn openingswoord deelde de voorzit ter mede, dat de Bond dit jaar een eigen kantoor te Rotterdam tot stand heeft ge bracht en vertelde o. a. dat de quarantaine in België niet doorgevoerd zal worden. Op deze vergadering kwam o. a. in be handeling een voorstel van de afd. Fries land: Is het gewenscht dat de Ned. Bond van Veehandelaren aangesloten blijft bij de Federatie van Vereenigingen belangheb bend bij den Vee- en Vleeschhandel? Dit voorstel, geamendeerd met een voor stel van de afd. Gelderland: De Ned. Bond van Veehandelaren bedanke als lid van de Federatie van Vereenigingen belanghebbend bij den Vee- en Vleeschhandel. Het hoofdbestuur is van meening, dat het thans niet gewenscht is de vraag van de afd. Friesland bevestigend-te beant woorden, of het voorstel van de afd. Gel derland te dezer zake aan te nemen. Ten slotte werden de voorstellen verworpen. De Typografen en de revolutie. Welk een gevaar eraan verbonden is zich op „neutralen" grondslag te organisecren, blijkt weer eens uit de rede, welke de voor zitter van den Algem, Nederl. Typografen bond in de gehouden bondsvergadering te Amsterdam heeft gehouden en waarmee de vergadering volkomen instemde. Ofschoon de heer van der Wal verklaar de, dat het niet raadzaam is op revolutie aan te sturen wanneer men verbeteringen kan krijgen door evolutie, uitte hij niette min de bedreiging, dat „wanneer men niet de gewenschte lotsverbetering krijgen kan, de revolutie voor de arbeidersklasse de eenige weg tot verbetering is", terwijl hij degenen, die destijds tegen de revolutie hebben stelling genomen uitschold voor laf aards en dieven van het arbeidersgeluk. „Krasser dunkt ons, schrijft de Maasb.", kan het al niet gezegd. De revolutie-predi kers bij uitnemendheid, Troelstra en Wijn koop vinden in den voorzitter van den Alg. Ned. Typografenbond een tronw bondge noot. Wat.zeggen de Rocmsehe typografen wel van wie er helaas nog zoovele in dezen bond georganiseerd zijn, over dit revolutio naire staaltje van hun voorzitter. Wanneer ze niet alle Roomsch eergevoel verloren hebben, zullen ze moeten erkennen dat ze in November van het vorige jaar een gevaarlijk en,, eerloos spel hebben gespeeld. Grieft het hun niet, dat hun Roomsclie broeders door hun eigen voorzitter worden uitgemaakt voor lafaards en dieven van het arbeidersgeluk? Zullen door de revolutionaire rede van den voorzitter nu eindelijk hun oogen open gaan? We hopen het van harte. Roomsche typografen hooren alleen thuis in den Roomsehen bond en niet in een re volutionairen, zooals de Algemeene Ned. Typografenbond blijkt te zijn",. Ergerlijk. De „Haagsche Post" bevat het volgende fraais: „Echtscheidingen zijn in de landen, die aan den oorlog daadwerkelijk hebben deel genomen, aan de orde van den dag. Ver scheidene mannen zijn helaas tot de treu rige ervaring gekomen, dat vrouwlief zich tijdens hun afwezigheid de' eenzaamheid en de verveling der gedwongen schpiding- in-'s lands belang heeft trachten te verdrij ven door troost te zoeken in het gezelschap yan Ifjhe man (who stayed at home. Dan wel, de vrouw heeft zulke ontstellende be richten ontvangen aangaande haars echts- vriends galante avonturen in de buurt van het oorlogsterrein, dat zij het wen- schelijk oordeelt hem ails echtgenoot zijn congé te geven. De echtscheidingsgevallen ook onder de allerhoogste standen (niet minder dan vier peeresses dienden dezer dagen een verzoek tot echtscheiding in, onder wie de hertogin van Westminster) loopen in de vele honderden; ja duizen den, en niet- alleen in Europa, doch in andere werelddeelen eveneens, en voor een belangrijk gedeelte ook in Australië. Daar is het in bepaalde kringen thans de- laatste chic, den dag der echtscheiding door een gemeenschappdijken, fëestelijken nachtmaaltijd te vieren. Dit echtschei ding-s-souper staat tot het hnwelijksfestijn in dezelfde verhouding, als de begrafenis- maaltijd tot het doopfeest. Zoodra de scheiding -is uitgesproken, noodigen de ex-echtgenooten de getuigen, advocaten en den rechter, die het vonnis heeft uitge sproken, uit tot het 'echtschéidingssouper. De ex-bruid wordt door haar „bruidsmeis jes" vergezeld, en de ex-gemaal heeft zijn „bruidsjonkers". Op de feesttafel staat de echtscheidingstaart, waar een gebroken trouwring in gebakken is, en die met een laag bloemen bedekt wordt, welke onder den naam vergeet'-mij-niet en bloedende liefde bekend zijn. De tafel is met de ge droogde bloemenschatten versierd, die het echtscheidingspaar gedurende den proces- tijd zorgvuldig bewaard heeft. Evenals ge- durehde de bruidsdagen ontvangen zij n.l. tijdens den procestijd van alle kanten bloe men. Op tafel ontbreekt ook de champagne niet, om te symboliseeren dat het huwelijk ingeleid is met een knal, en uiteengespat als schuim.. Zeer treurig pleegt de stem ming gedurende het echtscheidings-souper niet te zijn, en wanneer het gezelschap uitgaat, scheiden' de ex-echtgenoot en met een laatste, teedere kus. Zoo wordt dit al les althans in een revue in Londen voor gesteld. 't Kan zijn dat cfie revue overdrijft. En dan is het schandelijk van het tijdschrift op zoo badineerenden toon te schrijven over een verschijnsel van zoo ontzettende beteekenis. Maar ook wanneer er overdrijving schuilt in de voorstelling, dat is hetgeen er aan waarheid overblijft vreeselijk ge noeg. Ook dan hebben* we hier weer een blijk te meer van den demoraliseerenden invloed van den oorlog. Ook dan hooren we uit een droef verhaal alweer een kreet die roept om terugkeer tot de strengheid der Christelijke zeden. Gemengde Berichten. Treindiefstal. Op het traject Rotter damDelft is een reiziger le kl. diens por tefeuille met inhoud ontrold. Te Delft wer den de medereizigers gefouilleerd, het ver miste voorwerp werd echter niet gevonden. Vermoedelijk is de diefstal bij het instap pen te Rotterdam gepleegd door iemand die dezelfde coupé wilde binnendringen. De meewarige dief. Ten huize van een kapper te IJmuiden is Zondagavond j.l een familiefeestje gevierd, waaraan ook een zuster van den heer des huizes, een dame uit Amsterdam, had deelgenomen. Tegen het einde kwam de Amsterdamsche gast tot de minder aangename ontdekking, dat uit een portefeuille, welke geborgen in een handtasch in den kapperswinkel had gelegen, een bedrag van f 160 werd ver mist. De familie stelde een onderzoek in, doch zonder resultaat. Zij werd bij dit on derzoek ijverig bijgestaan door een der naaste bloedverwanten, .den heer V., die zich al bijzonder druk maakte over^dit voor de dame, die hem lang niet onverschillig scheen, zoo greote verlies1. Teneinde raad werd de politie met het feit in kennis ge steld. De recherche werd opgedragen een onderzoek in te stellen, dat evenwel ten huize, waar het feestje zoo droevig een ein de had genomen, geen resultaat had. Doch de onvermoeide hoofdrechercheur, de heer E., nam bovenbedoeld familielid, dat zoo bijzonder met de beroofde dame begaan was, mede naar zijn bur-eau en bracht hem tot de bekentenis het vermiste gestolen te hebben. Man of vrouw in den Raad. Doordat den geloofsbrief van het nieuwgekozen raadslid te Gorinchem, den heer M. Snoek, niet op den gestelden lijd ingezonden is, komt nu als raadslid in aanmerking, me vrouw De BoonNiesthoven (Communiste) echtgenoote van het raadslid C. de Boon (Anarchist). Trambotsing, De trammen der Ooster Stoomtram Maatschappij van Driebergen en Rhenen kwamen gisteren te Leeuwen burgerlaan met elkaar in botsing. Per soonlijke ongelukken kwamen niet voor, doch de materieel© schade is groot. Oor zaak hiervan is, dat de t.ram van Rhenen te vroeg van de wisselplaats vertrok. De tram ondervond ongeveer 2 uur vertraging. Gevaarlijke twist. Bij een woorden twist over loon heeft een arbeider der Hei demaatschappij te Groenlo den voorwerker met een mes vijf steken in borst en rug toegebracht, zoo ernstig, dat de darmen uit het lichaam puilden. De toestand van den getroffene, die aanstonds in het zie kenhuis werd opgenomen, is zoo zorgwek kend, dat ieder oogenblik zijn einde ver wacht kan worden. De dader is gearresteerd en heeft vol mondig bekend. Hij is ter beschikking der justitie te Zutphen gesteld. Gearresteerd. De politie te Ede hoeft een, als gevaarlijk bekend staand, tot twee jaren gevangenisstraf veroordeeld persoon, die van muntmisdrijf werd verdacht, en daarom door de Amsterdamsche politie ge zocht werd, gearresteerd. Het huis zijner zuster, waar hij verblijf hield, werd om singeld en toen de verdachte op hét bellen der politie zelf opendeed, zag hij plotseling drie geladen revolvers op zich gericht, waarop hij zich aan de politie overgaf, die hem per eerste gelegenheid naar Amster dam transporteerde. De dubbele moord te Hengelo. De Duitscher en de Hollander, die verdacht van den dubbelen moord te Hengelo (G.) Vrijdag te Deventer zijn aangehouden, zijn losgelaten wegens gebrek aan bewijs. Diefstal van effecten. De landman Visser te St. Maartensbrug kwam tot de ontdekking, dat alle waardevolle papieren zooals hvpotbeekakten en effecten (de waarde aan effecten bedraagt f 8500) ge stolen waren, zonder dat aan de brandkast iets was te ontdekken. De erfenis van zijn vader was-juist en kele dagen te voren uit de brandkast weg genomen. Geld is er niet gestolen, omdat dit nie® in de brandkast was geborgen. Wel typisch is, dat een buideltje met. geld dat aan het Katholieke Genootschap te St.- Maarten toebehoorde er. f25 heiiep, niet werd meegenomen. Ook het binnenvak van de brandkast, waarin o.m. bezittingen van hetzelfde Katholieke Genootschap, is niet aangeroerd. Dit vak was op slot. De zaak is in handen van het gerecht' te Alkmaar gesteld, dat in tegenwoordige heid van burgemeester en plaatselijke po litie dadelijk een onderzoek ter plaatse heeft ingesteld. Een oplichterstruc. Men schrijft uit Herpt aan het Hgzn.": Donderdagmiddag kwamen van uit den Polder het dorp ingewandeld twee modern gekleede dames.. Bij een landbouwer zagen zij flinke krop salade staan, wat wel iets voor haar maagje leek. Zij gingen bij den boer binnen en de koop was direct gesloten; 10 cents per ^krep, enkele kroppen voor dat geld verkoopen was een buitenkansje en voor het mandje dat ze mee wilde nemen betaal den ze f 2. Er werd betaald met een briefje van f 25. doch daar de vrouw van de boer geen geld terug kon geven bleef de koop ongedaan. Nu vervoegden zij zich bij een anderen boer. Die had nog wel wat kleine uitjes voor hen. Het briefje van f25 kwam voor den dag. Twee briefjes van f 10 terug met wat klein geld was een bagatel; doeli toen de dames de briefjes bekeken, merkten zij dat ze valsch waren. Dat moest onderzocht* worden. Direct werd de geheel© voorraad bankpapier op tafel gebracht en een nauw keurig onderzoek was zoo afgeloopen. Maar toen de dames vertrokken waren, bemerkte men, dat er twee a drie honderd gulden verdwenen waren. Direct werd aangifte gedaan bij de poli tie, die op onderzoek uittrok. Enkele uren naderhand waren de oplichtsters gesnapt en toen bleek het, dat het twee mannen waren, die zich in dameskleeren gestoken hadden en van een woonwagen afkomstig waren, welke in de nabijheid van Herpt stond. Leger en Vloot. Dragen van militaire klecding. De minister van oorlog heeft zijn ambt genoot van binnenlandsche zaken medege deeld, dat het dragen van militaire klee- dingstukken door personen, die hiertoe niet gerechtigd zijn, een groote omvang heeft aangenomen, Voor een belangrijk deel zijn deze kleedingstukken door militairen in dienst ontvreemd of verduisterd (,z. g. „zoekgeraakt"), voor een ander deel- zijn het kleedingstukken, waarmede dienst plichtigen met verlof zijn gezonden zonder echter gerechtigd te zijn deze militaire kleeding tijdens hun verlof te dragen.- Een uitzondering maken hierop het paar. mili taire schoenen en het stel onderkleeding, dat aan de na 11 November met onbe paald (klein) verlof gezondenen in eigen dom is gegeven. In verband hiermede heeft eerst genoem de minister aanleiding gevonden de betrek kelijke legerorder aan te vullen in dien zin dat de in die order bedoelde militairen niet allen gestraft kunnen worden, maar ook voor eenigen tijd extra onder de wa penen kunnen worden geroepen. De minister van binnenlandsche zaken heeft, door tussclienkomst van de commis sarissen der Koningin namens hem de burgemeesters doen uitnoodigen hun mede werking te verleenen, opdat door de ge- meente-politie op de naleving toezicht wor de uitgeoefend. Dit toezicht zal kunnen betreffen het dra gen van de Iakcnsche bovenkleeding (over jassen, jekkers, mantels, veldjassen, pan talons en c. q. beenwindsels). Aangezien militaire schoenen zijn ge distribueerd en bovendien ,een stol onder goed aan de met onbepaald verlof vertrek kende militairen zijn geschonken, zal toe zicht op het dragen daarvan niet doenlijk zijn. Eveneens is dit het geval met werkklee- ding, dat na buitendienststelling in het openbaar verkocht is geworden. Volgens de zienswijze van den waarnemend opperbe velhebber van land- en zeemacht ware, ter bereiking van het beoogde doel, aan de gemeente-politie op te dragen om alle per sonen, die ofschoon kennelijk geen mili tair in gewonen dienst zijnde, een of meer der bedoelde militaire kleedingstukken dra gen, aan te houden. De aangehoudenen zouden vervolgens voor de politie-autoriteit zijn te geleiden, ten einde zich omtrent de herkomst van die 'kleeding te verantwoor den. Afgescheiden van het resultaat van FEUILLETON. DE DOCHTER VAM DEM BEELDHOUWER. ui Alle mogelijke voorzorgen waren geno men. Geen enkel schriftelijk bewijs kon overlegd worden; er bestond er geèn. En wat de wapens betreft, bet zou een slimme vos moeten zijn, die ze vond. Geen enkel bevond zich in het hotel van Chaumont. Zij waren alle bij meester Hippocrafe Co dex, en niemand, behalve de dokter zelf, wist de plaats, waar zij verborgen waren. Om alle vermoedens den kop in te druk ken nam Pierre Darrentières, terwijl men in zijn huis samenzweerde, deel aan een maaltijd bij Odart'Hennequin, een der vu rigste koningsgezinden. 0 HOOFDSTUK VI. De blonde Huguenette Sédanne, de doch ter van meester Pierre, Was de trouwe vriendin van Jeanne Auclerc, de nicht van den schatmeester van het kapittel. Van de woning van den beeldhouwer naar het huis van den goeden priester'was slechts enkele passen afstand. Beiden even mooi en even goed^ kwamen ze eiken avond bij 'elkaar, terwijl meester Pierre op zijn werf was en de monnik in'zijn boeken v.erdiept was. Het ongeluk dat Avy getroffen had. haal de den band, die beide kinderen vereenig-" de, nog strakker aan. Voor den honderdsten keer vertelde Hu guenette aan Jeanne hoe zij 's Maandags morgens (zij was alleen thuis)'Avy, met ge bonden handen en nog steeds zingend, had zien binnenkomen, met verwilderde oogen. Zij had de koorden doorgesneden. De jon geling was gaan zitten en begon plotseling te huilen. Huguenette, die, sedert haar va der de twee weezen had opg<?nomen, bijna een zuster van Avy was geworden, "tracht te hem te troosten. De onnoozele was, toen zijn tranen opge houden hadden te vloeien, de deur uitge gaan en liep nu doelloos door de straten van de stad te zwerven, waar iedereen hem met diep medelijden nakeek. Arme Avy '1'Angel! mompelde Jeanne. Huguenette, die Jeanne's liefde voor Avy geraden had-, omarmde teeder hare vriendin Arme lieveling, zei ze, houd maar moed, wij zullen hem zoo goed verplegen, dat hij weer beter wordt. Meester Hippocra te Codex heeft ons verzekerd, dat hij Avy wel van die vreeselijke ziekte af zal helpen. Hij heeft ik weet piet was voor poeder aan den arme gegeven. Maar ik ken een genees middel, dat beter dan alle andere zal hel pen, jouw liefde en de mijfte. Stil wat! als mijn oom je hoorde viel Jeanne in de rede. Ja, meester Nicolaas zou erg op ons brommen, daar twijfel ik niet aan, al zou hij ook geen woord ervan meenen. En wil ik je eens zeggen, wat je oom bij dat ser moen denkt? Daaraan, dat hij hoopt van Avy een groot- geleerde te maken, een dokter, en van jou later een lieve dokteres. Huguenette maakte lachend een buiging voor haar vriendin. Maar jij dan? viel Jeanne ih de rede, je hebt me nog niet verteld, hoe 't met Michel en Alain staat? Nu "bloosde Huguenette. Oh! dat Iaat ik aan 't lot over. De waardigste zal de echtgenoot zijn van Hu guenette Sédanne. De t:i tsche. Weineen, m'n lieve. Ik ben de dochter van meester Pierre Sedanne, de knapste beeldhouwer van Frankrijk en Navarra. Mijn vader heeft gelijk te eischen van mijn toekomstig echtgenoot, dat hij een knap beeldhouwer is. Ik moet je bekennen dat ijc slechts een man zou kunnen liefhebben, die niet zooals meester Pierre van die mobie Madonna's en van die groote heiligen zou weten te houwen, aan wier voet het zoo heerlijk is te bidden. Maar heb je dan geen voorkeur? Ik bemin Alain bijna als een broeder, ik acht Michel, als mijn besten vriend. Maar ik moet je bekennen, dat ik een beet je bang ben voor Alain. Ik durf niet tegen hem te spreken. Voor Miehei ben ik niet zoo beducht. Zou ik meer van hem houden? Ik weet er niets van. Ik had me zelf een dergelijke vraag nooit gesteld, voordat mijn vader tegen me 'zei: „M'n kleine Hugue nette, je moet trouwen". Maar, papa, ik heb 't heel goed bij u. Kleintje, je zult 't nog beter hebben met een goeden echtgenoot. De groote meisjes van jou leeftijd, die de goede God niet tot zich roept, zijn geschapen om aan het hoofd te staan van een huishouden. Be kommer je niet om je ouden vader, mijn dochter, 't Is jouw plicht om te gehoor zamen, de mijne om te bevelen. Men moet van zijn hart gebruik maken, als 't jong is. Je zult dus nu moeten kiezen. Wien kiezen, papa? Hem, dien de Voorzienigheid voor je zal bestemmen, want er zijn reeds twee pretendenten? Jeanne omarmde, haar lachend, waarna Huguenette haar verhaal vervolgde: Heb je al geraden, vroeg mijn vader, wie die ridders zijn? Ik antwoordde voor de vuist weg: Alain? Zoo! zoo! zei mijn vader, dat is nog zoo slecht niet".geraden! En de andere! Ik kon niet raden, wie de andere was. Hij noemde mij Michel en ik moest be kennen, dat de keus der twee jongelui mijn ijdelheid ten zeerste streelde. Maar vader, zei ik, ik weet niet of ik hen wel bemin? Dat zal wel komen, m'n dochter. En is 't gekomen? vroeg Jeanne glim lachend. Misschien wel, misschien niet,- wie weet het? Daarna legde mijn vader mij uit, hoe hij zijn keus wilde bepalen: mijn echt genoot moest een bekwaam man zijn, en dat vond ik erg verstandig van hem. Sedert dat oogenblik denk ik aan het huwelijk, besloot Huguenette. Ik lieb de heilige. Maagd dikwijls gebeden, mij bij te staan. Jij bent wel gelukkig, dat je alleen hebt kunnen kiezen. Ik heb niets gekozen, zuchtte Jeanne. Mijn oom heet mij al lang van raad ge diend. Eens zei hij tegen mij: „Meisje, laat je hoofd niet op hol brengen. Avy is een heel aardige jongen. Als hij wil werken, zal ik je, als hij den geschikten leeftijd heeft, graag met hem laten trouwen. Maar je moet er nog niet met hem over. spreken en ik verbied je eraan te denken. Niet een heel klein beetje, heer pomS O! Jou guit! antwoordde bij,:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1919 | | pagina 5