je Utah tof*. Tweede Blad. Woensdag 23 Juli 1919 De Hanze in het Bisdom Haarlem. Heden werd te Leiden gehouden de 31e vergadering van den Centralen Raad, te vens twaalfde jaarvergadering van ,,de Hanze", bond van R. K. Vereenigingcn van den Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand in het Bisdom Haarlem. Om 9 uur 's morgens werd in dé kerk van O. L. Vr. Onb. Ontvangenis aan de Haarlemmerstraat door den adviseur een stille H." Mis opgedragen tot intentie van den Bond. Vele afgevaardigden, vooral vele leden uit Leiden, waren bij dezen dienst tegenwoordig. Te ruim 10 uur werd in den foyer van de Stadsgehoorzaal de uitstekend bezette vergadering geopend door den bondsvoor zitter, den heer C. J. G. Struycken uit VGravenliage, die alle aanwezigen harte lijk welkom heette. Dan sprak de heer Th. C. Stijnman, voor zitter van de Leidsche Hanze, het wel komstwoord. Spr. herinnerde aan den thans voorbijen oorlog, en aan den daaruit ontstaan zijnden klassestrijd. Ook de Hanze wordt in dien strijd betrokken, en zal haar eenige wapen, „de organisati e", moeten gebruiken, wil hij niet het onder spit delven. Het is daarom, dat ik met onverdeeld ge noegen hier deze vergadering het woord van welkom toespreek. Hier in Leiden, de vroeger zoo bloeiende gildestad, is thans de R. K. Middenstand vereenigd qm maat regelen te treffen hare organisatie zoo krachtig mogelijk te maken. Ik beschouw het als een gunstig voortee ken, dat juist in Leiden en in dezen t ij d, deze belangrijke vergadering plaats beeft. Leiden, de bakermat en het centrum van waaruit de K. S. A. haren arbeid over ge heel Nederland uitstrekte en krachtig me- degeholpen heeft tot de organisatie van den middenstand. Leiden, de geboortepalats van Zijn Excel lentie Minister Aalberse, die thans in prac- tische wetten vastlegt zijn theorieën van Katholiek Socialen Arbeid. 't Is hier in Leiden dat deze vergadering besluiten moet nemen om onzen Bond vol doende levenssappen te schenken om hem ie maken tot een bolwerk van waaruit de middenstand zich krachtig zal kunnen verweren tegen de sociale en economische crisissen, welke haar bedreigen. Spr. besluit met den wensch van groei en bloei voor de diocesane Hanze. Ter beantwoording dezer rede, bracht de bondsvoorzitter hulde aan den grooten Aal berse, die Leiden tot woonplaats had, en aan mr. Tepe, den huidigen directeur van bet Centraal Bureau der K. S. A., die er thans reeds 12y2 jaar vruchtbaar heeft ge werkt, nu als opvolger van prof. Aalberse. Daarna hield de bondsvoorzitter, de beer C. J. G. Struycken een rede, waaraan we het volgende ontleenen: Op de laatste Centrale Raads-vergade- ring, verleden jaar in Juli gehouden, sprak ik de hoop uit, dat spoedig de oorlog met de daaraan verbonden distributie-maatre gelen zou eindigen; dat onze Middenstands organisatie in Roomschen geest omhoog ïou gaan; de laksheid van vele midden standers zou verdwijnen. Van deze uitgesproken wenschen is thans eene groot gedeelte in vervulling gegaan. De oorlog is, God lof, geëindigd; de distri butie is zoo goed als verdwenen; onze Roomsche organisatie heeft meer gebloeid dan ooit te voren; de laksheid wel vermin derd doch volstrekt nog niet verdwenen. Tegen deze laksheid'zal dus meer moeten worden gestreden opdat nog meerderen dan tot heden vurige apostelen voor de midderv standbeweging worden en nieuwe leden de organisatie komen versterken. Nu er wederom een nieuwe tijd aanbreekt en de goederen in den „vrije" handel grootendeels zijn teruggekeerd, meende ik goed te doen, U te wijzen op de groote plichten, die den middenstand zijn opge legd. Duidelijk is wel in de laatste oorlogs jaren gebleken, dat dc middenstand niet gemist kan worden. Iedereen heeft ondervonden, dat door het onvakkundig optreden der ambtenarij de distributie piet zoo goed geleid is gewor den als in normale omstandigheden door den middenstand. Natuurlijk moest die di stributie tijdens den oorlog als noodzake lijk kwaad geaccepteerd worden. De aller eerste plicht van den middenstand is; te denken aan het algemeen welzijn en eerst daarna aan de belooning aan den arbeid van de distributieverleening verbonden. Er zijn er nog zoovelen, die als zij een zaak beginnen of wel een zaak drijven al leen maar denken, aan hun eigen ik: ,,Hoe zal ik het beste er bij varen, hoe zal ik het meeste geld verdienen?" zonder te denken aan hun eersten grooten plicht: vervul ik als middenstander riiïjn taak aldus, dat ook ik het algemeen welzijn dien? I-let algemeen welzijn eisclit eene behoor lijke verdeeling der waren en producten. Die behoorlijke verdceüng bestaat in 't hebben van een voldoend assortiment, 't leveren van goede kwaliteiten tegen billij ke prijzen en een roulante, vriendelijke be diening. Wanneer deze factoren aanwezig zijn, kan men zeggen, dat men zijn plicht voor een jgroot gedeelte ten opzichte van het algemeen welzijn goed vervult. De middenstand behoeft natuurlijk niet philantropisch te werken en het spreekt van zelf, dat de Arbeid, die gepaard gaat aan. die goederenverdeeling, ook zijn be looning hebben moet. Deze belooning wordt gevonden in het verschil tusschen verkoop en inkoop met aftrek der onkosten. De verdeeling der goederen en de beloo ning zijn als 't ware twee onafscheidelijke deelen in de taak van den middenstand, doch het eerste, de verdeeling is primair, de winst secundair, want zou deze, de winst primair zijn, dan zou het algemeen welzijn spoedig op den achtergrond geraken en voorbijgestreefd. Wanneer op de geschetste wijze wordt gehaudeld, zal de middenstand in de sa menleving onmisbaar zijn, want onmoge lijk is 't, dat de consument zijne bevredi ging in directen zin kan vinden bij den producent, evenmin alsdat de producent zijn rekening bij den consument kan maken Toch heeft men geprobeerd, den midden stand uit te schakelen en wel door het op richten van consumptie-vereenigingen en doordat de fabrikant zelf filiaal-winkels opricht. De consumptie-vereenigingen be hoeven door den middenstand niet gevreesd te worden, daar die niet goedkooper kun nen werken en nimmer die smaak en be diening kunnen geven, die de midden stander biedt. De hoofdzaak komt ook hier weer op de kwaliteiten, de prijzen en de bediening aan voortspruitende uit vak en warenkennis. Wanneer de middenstand concurreerend is, kan hij „met een gerust hart den strijd aanbinden met de consumptie-vereenigin gen. De middenstand heeft dus te zorgen voor concurreerende prijzen, die het best te be reiken zijn, doordat de middenstand zich sterk organiseert in zijn vak-vereeniging, die op haar beurt, eene inkoopcentrale oprieht, waardoor de goederen in 't groot tegen de voordeeligste prijzen worden in gekocht. In eigen goed doordacht werk ligt dus de kracht van den middenstand, niet 't af geven en 't zich blind staren op die voor den middenstand schadelijke instellingen. Men meene nu niet, dat na hetgeen nu gezegd is, de taak van den middenstand is afgeloopen. Zooals de middenstand zijn plichten heeft te, vervullen ten opzichte van het publiek, zoo heeft de middenstand ook zijn plichten te vervullen ten opzichte var. zich zeiven en van zijn vakgenooien. Deze plichten zijn niet weinige. In de eerste plaats moet iedere middenstander lid zijn van zijn standsorganisatie, dan heeft hij zich aan te sluiten bij zijne vak- vereeniging, die hem wederom in de de inkoopcentrale opneemt. Niet alleen dat hij lid zij, is voldoende, neen, hij diene ook met zijn persoon mede te werken aan den bloei van zijn organisatie. Nog te velen staan langs den kant en kijken toe. Gelukkig gaat de R. K. organi satie in ons Bisdom op zichtbare wijze vooruit, doch wij zijn pas bijna aan de 10,000 leden, terwijl Mgr. heeft gezegd: ,,Ik wensch, dat in mijn Bisdom 20.000 R. K. middenstanders in R. K. organisatie ver eenigd zullen zijn." 10,000 leden in 12 ja ren tijds, het is nog veel te weinig, al is en wordt er nog steeds hard gewerkt. De middenstand legge zich toe vooral op de noodige vak- en warenkennis, handels kennis, handelscorrespondentie, vooral ook boekhouden. Ook wat betreft de politiek, heeft de middenstand zijn plichten. Hij zij" lid van zijn R. K. Kiesvereeniging, waar hij gelegenheid heeft zijn mannen naar voren te brengen, opdat die voor de be stuurslichamen zullen worden gekozen. Wat ziet men nu zoo vaak gebeuren? Dat op die vergaderingen de middenstand ont breekt. De arbeiders begrijpen beier hun belangen; zij komen 'op én brengen hun mannen naar voren en dat is hun recht. Het gevolg is, dat de middenstand met zijn vooraanstaande mannen achteraf blijft staan, doordat hij niet deel neemt aan het politiek leven. De evenredige vertegenwoordiging heeft in politieken zin wel evenredigheid ge bracht, doch geen evenredigheid naar de groepen. Wij zien b.v. meerdere R. K. ar beidersafgevaardigden in de Tweede Ka mer, terwijl er niet één R. K. middenstan der zitting heeft. Het is de schuld van den middenstand zelf, doordat die in gebreke blijft, actie ook op politiek terrein te ontwikkelen. En als mert nu vraagt: ,,Zijt gij er nü zoo op gesteld om juist middenstanders in den zin zooals wij dat bedoelen, n.m.l. een handeldrijvend of industrieel middenstan der in de Kamer te hebben?" dan zeg ik, dat dit niet beslist noodzakelijk is; als 't maar iemand is, die, al is hij dan geen middenstander in den door ons bedoelden zin, steeds met ons meeleeft en in de mid denstandsbeweging is ingewerkt. Ik heb hiermede natuurlijk niet willen zeggen, dat middenstanders in Kamer, Sta ten of Gemeenteraad de belangen van den middenstand alleen hebben te dienen. Gij begrijpt, dat mijne bedoeling is, dat deze vertegenwoordigers in de eerste plaats het algemeen belang hebben voor te staan en alleen, als de middenstandsbelangen in de knel komen, alsdan de eerstaangewezen personen zijn, om die belangen te verde digen en in rechte banen te leiden. Intussclien is de handeldrijvende mid denstand de dupe van deze historie en sinds vele jaren en zal dat nu weer vele jaren blijven. Dit toont spr. aan door de behandeling van de wijziging der wet op de personeele belasting. Hieruit maakt spr. op, hoe de belangen van den middenstand in deze zijn behartigd en hoe noodig het is, dat de middenstand zelf zorgt voor zijne vertegenwoordigers, maar nog eens, door middel van zijne resp. kiesvereenigingen. De middenstander heeft ook belang te stellen in zijn eigen instellingen en dan wijs ik u aldus spr. in de eerste plaats op de Hanzebank. Hij is gehouden om zijne fïnancieele zaken, bij de Hanze bank onder te brengen, omdat de Hanze bank de groote stut is van den R. K. mid denstand. Hij wordt door de Hanzebank krachtig gesteund, terwijl de Hanzebank op zijn beurt door dien middenstand kraeh- tig.wordt gemaakt. Dat de Hanzebank door den middenstand krachtig wordt gemaakt, bewijst het groote vertrouwen, dat de Han zebank geniet, doordat op dit oogeriblik niet minder dan 17 millioen door den mid denstand is verstrekt. Naar mijn vaste overtuiging-moet de Hanzebank bij goed beheer en scherpe con trole een mooie toekomst tegemoet gaan, daar steeds de zaken in de diverse afdee- lingen stijgefl. Het gaat als met onze Hanze; teruggang is er bij de Hanze nog niet geweest, steeds is 't vooruit gegaan en gaat de Hanze vooruit, dan gaat de Bank ook vooruit. Ook de andere instellingen moeten door den middenstand benut worden, als daar zijn: het fonds U. B. O., wanneer dit op goede basis is gereorganiseerd; liet Infor matie- en Incasso-Bureau; de ziekteverze kering die binnenkort gaat werken, de brandverzekering, waardoor de leden flin ke reductie genieten; de Bureaux van Ad viezen. En ten slotte heeft de middenstand den plicht, nu de oorlog is beëindigd en er voor de wereld eene nieuwe aera aanbreekt, om mede te helpen opbouwen datgene, wat in de laatste 5 jaren is verwoest geworden. Er zal hard gearbeid moeten worden, bo vendien veel gespaard en zooveel mogelijk bezuinigd, opdat de vroegere welvaart worde bereikt en de normale toestand te- rugkeerc. Ieder helpe in zijn eigen kring en vak mede tot dien heropbouw van de goede maatschappelijke toestanden, waar onder de goede verhouding van patroon tot arbeider zooveel kan bijdragen. Nog zeer kort geleden heeft plaats gehad het zoo schitterend geslaagde en door prof. Veraart zoo meesterlijk voorbereid en geleid R. K. Congres vooiv den Centralen Raad van Bedrijven. Die aandachtig daar beluisterd heeft, wat werd beoogd en voor gesteld, die komt tot de overtuiging, dat er een geweldige ommekeer in de verhou ding van patroon en arbeider is gekomen. Hier vond plaats, de juiste vervulling der gedachte, neergelegd in de beroemde En cycliek „Rerum Novarum" door Leo XIII z.g. thans 30 jaren geleden uitgevaardigd. Moge deze gedachte binnen afzienbaren tijd tot werkelijkheid komen, en dat dan de drie factoren voor die goede verhouding zullen te zamen gebracht worden en tot eenheid geklonken, nam. arbeid, kapitaal en vernuft. Dat geve God! Na deze met applaus begroette rede, werden Tie" notulen van de vorige jaarver gadering vastgesteld. Vervolgens geschieden onderstaande me- dedeelingen: Het ledental stijgt voortdurend en be reikt bijna de 10.000. terwijl het aantal af- deelingen gestegen is tot 102. In de Haarlemsehe Prosynodus. gehou den 3 Februari van dit jaar. is bepaald, dat bij de aanbesteding en uitvoering van bouwwerken voor rekening van aon Mgr. rekenplichtige 'besturen vooraan zal' gelet worden le. dat uitsluitend katholieke ge organiseerde patroons worden uitgenoo- digd. 2e. dat bij de uitvoering van conigs zins aanzienlijke bouwwerken architect en aannemer niet dezelfde persoon zijn. Er werden een aantal wenschen van den middenstand door de Federatie besproken met onderscheiden ministers, die beloof den hunne volle aandacht aan deze wen schen ta schenken. Het R.K. Gemeenteprogram is zoover ge reed, dat men alvast eenige leiddraad heeft en waarin een aparte middenstandspara graaf voorkomt. De Middenstandsraad zal niet lang meer op zich laten wachten, daar de regeering er prijs op stelt den Middenstand spoedig in het leven te roepen. De Federatie zal daar dan 4 vertegenwoordigers in hebben. Eindelijk doet de voorzitter nog een be roep, om het Altaarsfonds en Santosfonds te willen gedenken daar liieraan nog veel ontbreekt. Het Altaarsfonds moet komen tot f 20.000. Het Santosfonds staat nog slechts op de helft. Er moet nog f 7500 bijkomen voor en aleer er begonnen kan worden. De navolgende telegrammen worden ver zonden: Aan Mgr. Gallier, Bisschop van Haarlem. De Haarlemsehe Hanze, Bond van R.K. Vereenigingen van den Handeldrijvenden cn Industrieelen Middenstand in het Bis dom Haarlem, in Centrale jaarvergade ring bijeen in de foyer van de Stadsge hoorzaal te Leiden, betuigt Uwe Doorluch tige Hoogwaardigheid oprechte liefde en onderdanigheid en verzoekt nederig Uw Bisschoppeiijken zegen. Struycken, Bonds voorzitter. Aan II.M. de Koningin. De Haarlemsehe Hanze, in Centrale jaarvergadering bijeen in den foyer van de Stadsgehoorzaal te Leiden, betuigt Uwe Majesteit steeds oprechte hulde en onkreukbare trouw. Struycken, Bonds voorzitter. Excellentie Aalberse, Minister van Arbeid. 's Grave nhage. De Haarlemsehe Hanze in Centrale Raadsvergadering in de Stadsgehoorzaal te Leiden bijeen, brengt. U lof, hulde en gelukvvensch met de aanneming Uwer Arbeidswet in de Tweede. Kamer. Struy cken, Bondsvoorzitter. Na behandeling van eenige ingekomen stukken wordt het .jaarverslag van den secretaris goedgekeurd, als gepubliceerd in ,,de Hanze" van 18 Juli j.l. Ook het ver slag ven den penningmeester (zie ..de Ilanze" van 4 Juli j.l wordt goedgekeurd. Hierbij wordt verslag uitgebracht door de commissie tot nazien van de rekening en verantwoording van den bondspenning- meester, van het orgaan en van het Cen traal Bureau. Dan worden behandeld: het werkprogram 19191920, de begrooting voor het bonds orgaan, en de bondsbegrootingen. Deze be grootingen zijn opgenomen in „de Hanze" van 11 Juli j.l., en worden ma enkele dis cussies goedgekeurd, als voorgesteld. Na benoeming «ener commissie tot na zien van -het financieel beheer van den bond, het centraal Bureau en het bonds orgaan over 19191920, is aan de orde de verkiezing van twee leden van het hoofd bestuur, wegens periodieke aftreding 'van de heer en C. J. G. Struycken en E. J. M. Stumpel Beide functionarissen waren her kiesbaar, (Zie voor het vervolg net Hoofdblad). STADSNIEUWS. GEMEENTEZAKEN. Georganiseerd overleg. in de raadsvergadering van 20 Februari j.l. werden B. en W. uitgenoodigd praead- vies uit te brengen over een request, inge komen van arbeiderszijde, waarin invoe ring werd gevraagd van het z.g. georgani seerd overleg. Dit. praeadvies is thans verschenen ec luidt gunstig. B. en VV. wallen alleen die vakvereenigingen tot het zenden van verte genwoordigers toelaten, welke Kon. goed gekeurd zijn of afdeelingen vormen van Kon. goedgekeurde, landelijke vakvereeni gingen. Vijf ambtenaars- en vier werklie den-organisaties komen daarvoor in aan merking. De organisaties der politie en der onderwijzers zullen niet in de commissies voor het georganiseerd overleg worden op genomen. De ongeorganiseerden, die nog een aan zienlijk percentage van het geheele perso neel vormen, zullen in alle zaken van ge wicht ook erkend worden, in dien zin dat deze voorstellen voor hen ter visie- zullen worden gelegd. Het geheele instituut van het georgani seerd overleg' gaal echter uit van de ge dachte dat de vertegenwoordigers slechts adviezen uitbrengen. Benoemingen. Ter benoeming van leeraar in de Oude Talen aan liet gymnasium worden aanbe volen: lo. mej..dr. M. M. Asmann, leemtes in de Oude Talen aan het Gymnasium te Alkmaar; 2o. B. A. van Groningen, litt. hum. docts., tijdelijk leeraar aan het Gym nasium te Groningen. De voordracht voor de benoeming van onderwijzeres aan de buitengewon--- school voor L. O. (voor zwakzinnige kinderen), luidt: lo. mej. T. Jorigsma, onderwijzeres aan de O. L. school te Landsmeer; 2o. mcj. J. L. Walther, onderwijzeres aan de O. L. school tc Katwijk aan Zee; 3o. mej. R. Kui pers, onderwijzeres aan de O. L. school te Hoogezand. Voor onderwijzer aan de O. L. school 3e klasse No. 5 worden voorgedragen: lo. J. C. B. Hüner, onderwijzer aan de O. L. school der 4de klasse No. 2 te Leiden; 2o. F. Henncman, onderwijzer aan de O. L. school te Voorhout; 3o. C. A. Ailers, tijde lijk ouderwijzer aan de O. L. school der 3de klasse No. 1 te Leiden. B. en W. stellen voor dr. J. C. M. Tim mermans op diens verzoek wederom voor den tijd van 3 jaar te bestendigen in de betrekking van stads-geneesheer. Ontslag. Door B. en W. wordt voorgesteld aan dr. M. A. Schwartz eervol ontslag te ver- leenen uit zijn betrekking van leeraar in de oude talen aan het Gymnasium alhier. Eveneens geven B. en W. in overweging op hun verzoek, met het oog op hun leef tijd, aan de heeren C. Henner en Ph. de Vries eervol ontslag te verleenen als leeraar in de gymnastiek aan andere inrichtingen van onderwijs hier ter stede. Zij geven in overweging aan mej. M. M. Vrijhoff eervol ontslag le verleenen als on derwijzeres aan de school 3de klasse No. 2. Ter voorkoming van diefstallen van rijwielen enz, B. en W. hebben in handen van de Com missie voor de Strafvorderingen gesteld een brief van den Commissaris der Koningin in Zuid-IIolland, waarin deze naar aanleiding van de veelvuldige rij wieldiefstallen, na mens den minister van Binnenlandsche Zaken de aandacht vestigt op maatregelen ter bestrijding van dit euvel. Met narne wordt gewezen op een bepa ling van de Algemeene Politieverordening voor de gemeente Helder, luidende: „Met boete van ten hoogste f 3 wordt gestraft ieder, die op den openbaren weg voorwer pen, van welken aard ook, doet verblijven niet onder voortdurend toezicht van een daartoe bekwaam persoon", door welke be paling de zorgeloosheid en de achteloosheid van liet publiek (waar het betreft het on beheerd laten staan van rijwielen, een ge wichtige factor, die de talrijke rijwieldief stallen in de hand werkt), aanzienlijk schij nen te worden verminderd. Hoewel een lid der Commissie hot ne men van maatregelen tegen diefstal in het algemeen niet op den weg van het gemeen tebestuur gelegen acht, heeft de Commissie toch een artikel geredigeerd, om in de Alg. Politieverordening te doen opnemen, waar in het verboden wordt, rijwielen en motor fietsen op deri openbaren weg te doen ver blijven, tenzij onder voortdurend toezicht van een daartoe bekwaam persoon. Den Raad wordt de aldus gewijzigde verordening ter vaststelling aangeboden. In liet Van der Werff-park had gisteren avond het tweede concert plaat.- door het Leidsche Muziekcorps, onder leiding van den lieer Geijp. Het keurig uitgev.i.-rde programma werd gaarne aangehoord door een talrijk publiek, dat zich had verzameld rond de muziektent en in de aangrenzende straten. FEUILLETON. DE DOCHTER VAN DEN BEELDHOUWER. 9) Bij deze woorden ging hij naar de deur. Zonder iets te zeggen lieten de soldaten hem voorbij gaan. Toen hij vertrokken *as, bleef het nog eenige oogenblikken stil, daarna pakte een hunner Avy beet en wierp hem ruw in een hoek. Laten we eens drinken, kameraden, 15i hij. Die ongeluksvogel brengt ons in moeilijkheden en de wijn brengt raad. Dat voorstel werd door iedereen toege juicht. Onder gevloek werden de bekers gevuld en geledigd. Bacchus vierde hoog tij* Over Avy werd niet meer gesproken. Simon liep echter tandenknarsend op wraak, te zinnen. Zijn kameraden tracht ten hem te kalmeeren. Vooruit, oude geen muizennesten in je hoofd halen, hoor, zeiden zij. De baas heeft een ruwe vuist en je weet, dat hij Jicht geraakt is op het punt van eer. Eensklaps begon Simon te lachen. Jullie hebt ongetwijfeld gelijk, kame- *aiien, zei hij. Mijn tong hangt te los en •Warwick's vuist is te ruw. Ik geloof ech- ler. dat ik, door jullie voorstel te verdedi gen, wel eenig recht op dien kwajongen heb gekregen. Hij behoort mij, niet waar? Dat staat nog te bezien, protesteerden twee of drie door den drank ruzieachtige soldaten. Wat staat te bezien? We zullen er met de dobbelsteenen om gooien. Loup-le-Fla- mand, neem den beker. Als jij wint, sta ik hem aan je af en kun je naar goedvinden hem tehandeicn, win ik echter, dan krijg ik de beschikking over hem. Dat is waarachtig een goed idee, vonden de soldaten, die pleizier hadden in dit onverwachte spel. Eerst jij, zei Brisefer, met een door den wijn verhitte stem. Loup nam den vuilen dobbelbeker op en schudde hem eenige oogenblikken. De steenen rolden met een dof geluid over de tafel. Vijf, zes, telden de soldaten, die op gestaan waren om beter te kunnen zien. Daarna wierp Simon. Zes, zes, riep liij uit. Ik heb gewon nen. Hij heeft gewonnen, stemden de ban dieten toe. De jongen zal mij dien klap betalen, kameraden, besloot Brisefer. Laten we ondertusschen nog een beker drinken. Ik beloof je, dat je dadelijk plei zier zult hebben. En het drinkgelag begon weer. Het mee- rendeel der schurken was weldra stom dronken. Op een gegeven oogenblik stond Avy werktuigelijk op uit den donkeren hoek, waar men hem had neergesmakt. Hij liep met kleine pasjes voorwaarts, wankelend door de touwen, die hem de beenen knelden. Zijn oogen stonden strak en verwilderd, en hij zong zachtjes: Een knaapje wandelde in het bosch Hij bleef voor de drinkebroers staan, die zich eensklaps verschrikt omkeerden toen zij hem hoorden. Avy keek hen lachend aan en zong door: De wolf sprak lot hem: Kereltje, wat ben je dik. Simon stond op met een kwaadaardige flikkering in de oogen. Ha, kleine, je herinnert ons er aan, dat je er ook nog nog bent, bromde hij. Daar heb je gelijk in, want we hadden je bijna vergeten. Geen komedie alsjeblieft, galgstrop. Avy lachte maar door en zonder zich om Simon, die hem met groote moeite volgde, te bekommeren, liep hij met gebo gen hoofd en neergeslagen oogen door den uitgestrekten kelder, een paar woorden van zijn liedje mompelend: Knaapje... in 't bosch... de wolf... Daar hij nu en dan even stilstond, kon Simon Brisefer hem eindelijk vastgrijpen. De dronkaard deed heldhaftige pogin gen om zijn evenwicht te bewaren. Bedwelmd door den drank greep hij den knaap van achteren aan, tilde hem op en legde hem over zijn rug. Daarna liep hij naar de keldertrap. Avy stootte een woesten kreet uit en begon daarna met ruwen stem vrooïijk te zin gen: Wij gaan dansen, kameraden, Wij gaan dansen, dansen, dansen! Den rug gebogen onder den last klom Simon langzaam naar boven. Hij waggel de op zijn beenen. Met de eene hand moest hij tegen den muur steunen; met de an dere had Jiij Avy vast, die verder zong: Schoone dame, ik wil u omhelzen; Zij'antwoordt neen noch ja! Op de bovenste treden keek Clarence, die de deur had geopend, den dronkaard aan. Beneden in den kelder schreeuwden de weinige soldaten, die nog eenigszins bij hun verstand waren: Nee, Simon, schei uit... Hij is gek!... Hij is gek! Maar Simon stond niet stil, liep steeds door. Het verschrikkelijk paar kwam voor bij Warwick, die achteruitging om plaats voor hen te maken. De rivier was dichtbij. Simon wilde vlugger gaan loopen; maar st, do uit step ut door den zw wijn, die hem naar het hoofd steeg en door een onbestemde vrees, die hem beving door hel zingen van Avy, begon hij hoe langer hoe langzamer te loopen. Hij was echter weldra niet meer dan eenige meters van de Seine verwijderd. Avy brak zijn gezang soms af door een schelklinkend en vroolijk gelach. Ga maar voor nachtegaal spelen in de rivier, mompelde Simon. Maar de krachten scholen tekort. Hij viel met Avy op het grasperk. Clarence stond achter hem. Simon begon te vloeken. De knaap, die naast zijn beu! zat, lachte rustig. Hij keek Brisefer aan met zulke nietszeggende oogen, 'dat de bandiet nu op zijn beurt bang werd. Hij is gek! scheeuwde hij opstaand* Hij is gek! Ook Avy stond op; met een zenuwachtig gebaar trachtte hij zijn beenen van de ban* den te bevrijden en begon daarna om Si* mon heen te draaien, steeds zingend: Wij gaan dansen, kameraden, Wij gaan dansen, dansen, dansen! Na eenige oogenblikken liet Avy Brisefcfl schieten, en keerde zich daarna kalm tou Clarence, deed een paar passen en stond werktuigelijk stil, zonder een woord te zeg* gen, als om op adem te komen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1919 | | pagina 3