je Utah tof*.
Tweede Blad.
Woensdag 23 Juli 1919
De Hanze in het Bisdom
Haarlem.
Heden werd te Leiden gehouden de 31e
vergadering van den Centralen Raad, te
vens twaalfde jaarvergadering van ,,de
Hanze", bond van R. K. Vereenigingcn
van den Handeldrijvenden en Industrieelen
Middenstand in het Bisdom Haarlem.
Om 9 uur 's morgens werd in dé kerk
van O. L. Vr. Onb. Ontvangenis aan de
Haarlemmerstraat door den adviseur een
stille H." Mis opgedragen tot intentie van
den Bond. Vele afgevaardigden, vooral vele
leden uit Leiden, waren bij dezen dienst
tegenwoordig.
Te ruim 10 uur werd in den foyer van
de Stadsgehoorzaal de uitstekend bezette
vergadering geopend door den bondsvoor
zitter, den heer C. J. G. Struycken uit
VGravenliage, die alle aanwezigen harte
lijk welkom heette.
Dan sprak de heer Th. C. Stijnman, voor
zitter van de Leidsche Hanze, het wel
komstwoord. Spr. herinnerde aan den
thans voorbijen oorlog, en aan den daaruit
ontstaan zijnden klassestrijd. Ook de Hanze
wordt in dien strijd betrokken, en zal haar
eenige wapen, „de organisati e",
moeten gebruiken, wil hij niet het onder
spit delven.
Het is daarom, dat ik met onverdeeld ge
noegen hier deze vergadering het woord
van welkom toespreek. Hier in Leiden, de
vroeger zoo bloeiende gildestad, is thans
de R. K. Middenstand vereenigd qm maat
regelen te treffen hare organisatie zoo
krachtig mogelijk te maken.
Ik beschouw het als een gunstig voortee
ken, dat juist in Leiden en in dezen
t ij d, deze belangrijke vergadering plaats
beeft.
Leiden, de bakermat en het centrum van
waaruit de K. S. A. haren arbeid over ge
heel Nederland uitstrekte en krachtig me-
degeholpen heeft tot de organisatie van den
middenstand.
Leiden, de geboortepalats van Zijn Excel
lentie Minister Aalberse, die thans in prac-
tische wetten vastlegt zijn theorieën van
Katholiek Socialen Arbeid.
't Is hier in Leiden dat deze vergadering
besluiten moet nemen om onzen Bond vol
doende levenssappen te schenken om hem
ie maken tot een bolwerk van waaruit de
middenstand zich krachtig zal kunnen
verweren tegen de sociale en economische
crisissen, welke haar bedreigen.
Spr. besluit met den wensch van groei
en bloei voor de diocesane Hanze.
Ter beantwoording dezer rede, bracht de
bondsvoorzitter hulde aan den grooten Aal
berse, die Leiden tot woonplaats had, en
aan mr. Tepe, den huidigen directeur van
bet Centraal Bureau der K. S. A., die er
thans reeds 12y2 jaar vruchtbaar heeft ge
werkt, nu als opvolger van prof. Aalberse.
Daarna hield de bondsvoorzitter, de beer
C. J. G. Struycken een rede, waaraan we
het volgende ontleenen:
Op de laatste Centrale Raads-vergade-
ring, verleden jaar in Juli gehouden, sprak
ik de hoop uit, dat spoedig de oorlog met
de daaraan verbonden distributie-maatre
gelen zou eindigen; dat onze Middenstands
organisatie in Roomschen geest omhoog
ïou gaan; de laksheid van vele midden
standers zou verdwijnen.
Van deze uitgesproken wenschen is thans
eene groot gedeelte in vervulling gegaan.
De oorlog is, God lof, geëindigd; de distri
butie is zoo goed als verdwenen; onze
Roomsche organisatie heeft meer gebloeid
dan ooit te voren; de laksheid wel vermin
derd doch volstrekt nog niet verdwenen.
Tegen deze laksheid'zal dus meer moeten
worden gestreden opdat nog meerderen dan
tot heden vurige apostelen voor de midderv
standbeweging worden en nieuwe leden de
organisatie komen versterken.
Nu er wederom een nieuwe tijd aanbreekt
en de goederen in den „vrije" handel
grootendeels zijn teruggekeerd, meende ik
goed te doen, U te wijzen op de groote
plichten, die den middenstand zijn opge
legd. Duidelijk is wel in de laatste oorlogs
jaren gebleken, dat dc middenstand niet
gemist kan worden.
Iedereen heeft ondervonden, dat door het
onvakkundig optreden der ambtenarij de
distributie piet zoo goed geleid is gewor
den als in normale omstandigheden door
den middenstand. Natuurlijk moest die di
stributie tijdens den oorlog als noodzake
lijk kwaad geaccepteerd worden. De aller
eerste plicht van den middenstand is; te
denken aan het algemeen welzijn en eerst
daarna aan de belooning aan den arbeid
van de distributieverleening verbonden.
Er zijn er nog zoovelen, die als zij een
zaak beginnen of wel een zaak drijven al
leen maar denken, aan hun eigen ik: ,,Hoe
zal ik het beste er bij varen, hoe zal ik het
meeste geld verdienen?" zonder te denken
aan hun eersten grooten plicht: vervul ik
als middenstander riiïjn taak aldus, dat
ook ik het algemeen welzijn dien?
I-let algemeen welzijn eisclit eene behoor
lijke verdeeling der waren en producten.
Die behoorlijke verdceüng bestaat in 't
hebben van een voldoend assortiment, 't
leveren van goede kwaliteiten tegen billij
ke prijzen en een roulante, vriendelijke be
diening. Wanneer deze factoren aanwezig
zijn, kan men zeggen, dat men zijn plicht
voor een jgroot gedeelte ten opzichte van
het algemeen welzijn goed vervult.
De middenstand behoeft natuurlijk niet
philantropisch te werken en het spreekt
van zelf, dat de Arbeid, die gepaard gaat
aan. die goederenverdeeling, ook zijn be
looning hebben moet. Deze belooning wordt
gevonden in het verschil tusschen verkoop
en inkoop met aftrek der onkosten.
De verdeeling der goederen en de beloo
ning zijn als 't ware twee onafscheidelijke
deelen in de taak van den middenstand,
doch het eerste, de verdeeling is primair,
de winst secundair, want zou deze, de winst
primair zijn, dan zou het algemeen welzijn
spoedig op den achtergrond geraken en
voorbijgestreefd.
Wanneer op de geschetste wijze wordt
gehaudeld, zal de middenstand in de sa
menleving onmisbaar zijn, want onmoge
lijk is 't, dat de consument zijne bevredi
ging in directen zin kan vinden bij den
producent, evenmin alsdat de producent
zijn rekening bij den consument kan maken
Toch heeft men geprobeerd, den midden
stand uit te schakelen en wel door het op
richten van consumptie-vereenigingen en
doordat de fabrikant zelf filiaal-winkels
opricht. De consumptie-vereenigingen be
hoeven door den middenstand niet gevreesd
te worden, daar die niet goedkooper kun
nen werken en nimmer die smaak en be
diening kunnen geven, die de midden
stander biedt.
De hoofdzaak komt ook hier weer op de
kwaliteiten, de prijzen en de bediening aan
voortspruitende uit vak en warenkennis.
Wanneer de middenstand concurreerend
is, kan hij „met een gerust hart den strijd
aanbinden met de consumptie-vereenigin
gen.
De middenstand heeft dus te zorgen voor
concurreerende prijzen, die het best te be
reiken zijn, doordat de middenstand zich
sterk organiseert in zijn vak-vereeniging,
die op haar beurt, eene inkoopcentrale
oprieht, waardoor de goederen in 't groot
tegen de voordeeligste prijzen worden in
gekocht.
In eigen goed doordacht werk ligt dus
de kracht van den middenstand, niet 't af
geven en 't zich blind staren op die voor
den middenstand schadelijke instellingen.
Men meene nu niet, dat na hetgeen nu
gezegd is, de taak van den middenstand
is afgeloopen. Zooals de middenstand zijn
plichten heeft te, vervullen ten opzichte
van het publiek, zoo heeft de middenstand
ook zijn plichten te vervullen ten opzichte
var. zich zeiven en van zijn vakgenooien.
Deze plichten zijn niet weinige. In de
eerste plaats moet iedere middenstander
lid zijn van zijn standsorganisatie, dan
heeft hij zich aan te sluiten bij zijne vak-
vereeniging, die hem wederom in de de
inkoopcentrale opneemt. Niet alleen dat hij
lid zij, is voldoende, neen, hij diene ook
met zijn persoon mede te werken aan den
bloei van zijn organisatie.
Nog te velen staan langs den kant en
kijken toe. Gelukkig gaat de R. K. organi
satie in ons Bisdom op zichtbare wijze
vooruit, doch wij zijn pas bijna aan de
10,000 leden, terwijl Mgr. heeft gezegd: ,,Ik
wensch, dat in mijn Bisdom 20.000 R. K.
middenstanders in R. K. organisatie ver
eenigd zullen zijn." 10,000 leden in 12 ja
ren tijds, het is nog veel te weinig, al is
en wordt er nog steeds hard gewerkt.
De middenstand legge zich toe vooral op
de noodige vak- en warenkennis, handels
kennis, handelscorrespondentie, vooral ook
boekhouden. Ook wat betreft de politiek,
heeft de middenstand zijn plichten. Hij zij"
lid van zijn R. K. Kiesvereeniging, waar
hij gelegenheid heeft zijn mannen naar
voren te brengen, opdat die voor de be
stuurslichamen zullen worden gekozen.
Wat ziet men nu zoo vaak gebeuren? Dat
op die vergaderingen de middenstand ont
breekt. De arbeiders begrijpen beier hun
belangen; zij komen 'op én brengen hun
mannen naar voren en dat is hun recht.
Het gevolg is, dat de middenstand met zijn
vooraanstaande mannen achteraf blijft
staan, doordat hij niet deel neemt aan het
politiek leven.
De evenredige vertegenwoordiging heeft
in politieken zin wel evenredigheid ge
bracht, doch geen evenredigheid naar de
groepen. Wij zien b.v. meerdere R. K. ar
beidersafgevaardigden in de Tweede Ka
mer, terwijl er niet één R. K. middenstan
der zitting heeft.
Het is de schuld van den middenstand
zelf, doordat die in gebreke blijft, actie
ook op politiek terrein te ontwikkelen.
En als mert nu vraagt: ,,Zijt gij er nü
zoo op gesteld om juist middenstanders in
den zin zooals wij dat bedoelen, n.m.l. een
handeldrijvend of industrieel middenstan
der in de Kamer te hebben?" dan zeg ik,
dat dit niet beslist noodzakelijk is; als 't
maar iemand is, die, al is hij dan geen
middenstander in den door ons bedoelden
zin, steeds met ons meeleeft en in de mid
denstandsbeweging is ingewerkt.
Ik heb hiermede natuurlijk niet willen
zeggen, dat middenstanders in Kamer, Sta
ten of Gemeenteraad de belangen van den
middenstand alleen hebben te dienen. Gij
begrijpt, dat mijne bedoeling is, dat deze
vertegenwoordigers in de eerste plaats het
algemeen belang hebben voor te staan en
alleen, als de middenstandsbelangen in de
knel komen, alsdan de eerstaangewezen
personen zijn, om die belangen te verde
digen en in rechte banen te leiden.
Intussclien is de handeldrijvende mid
denstand de dupe van deze historie en
sinds vele jaren en zal dat nu weer vele
jaren blijven. Dit toont spr. aan door de
behandeling van de wijziging der wet op
de personeele belasting.
Hieruit maakt spr. op, hoe de belangen
van den middenstand in deze zijn behartigd
en hoe noodig het is, dat de middenstand
zelf zorgt voor zijne vertegenwoordigers,
maar nog eens, door middel van zijne
resp. kiesvereenigingen.
De middenstander heeft ook belang te
stellen in zijn eigen instellingen en dan
wijs ik u aldus spr. in de eerste
plaats op de Hanzebank. Hij is gehouden
om zijne fïnancieele zaken, bij de Hanze
bank onder te brengen, omdat de Hanze
bank de groote stut is van den R. K. mid
denstand. Hij wordt door de Hanzebank
krachtig gesteund, terwijl de Hanzebank
op zijn beurt door dien middenstand kraeh-
tig.wordt gemaakt. Dat de Hanzebank door
den middenstand krachtig wordt gemaakt,
bewijst het groote vertrouwen, dat de Han
zebank geniet, doordat op dit oogeriblik
niet minder dan 17 millioen door den mid
denstand is verstrekt.
Naar mijn vaste overtuiging-moet de
Hanzebank bij goed beheer en scherpe con
trole een mooie toekomst tegemoet gaan,
daar steeds de zaken in de diverse afdee-
lingen stijgefl. Het gaat als met onze
Hanze; teruggang is er bij de Hanze nog
niet geweest, steeds is 't vooruit gegaan en
gaat de Hanze vooruit, dan gaat de Bank
ook vooruit.
Ook de andere instellingen moeten door
den middenstand benut worden, als daar
zijn: het fonds U. B. O., wanneer dit op
goede basis is gereorganiseerd; liet Infor
matie- en Incasso-Bureau; de ziekteverze
kering die binnenkort gaat werken, de
brandverzekering, waardoor de leden flin
ke reductie genieten; de Bureaux van Ad
viezen.
En ten slotte heeft de middenstand den
plicht, nu de oorlog is beëindigd en er voor
de wereld eene nieuwe aera aanbreekt, om
mede te helpen opbouwen datgene, wat in
de laatste 5 jaren is verwoest geworden.
Er zal hard gearbeid moeten worden, bo
vendien veel gespaard en zooveel mogelijk
bezuinigd, opdat de vroegere welvaart
worde bereikt en de normale toestand te-
rugkeerc. Ieder helpe in zijn eigen kring
en vak mede tot dien heropbouw van de
goede maatschappelijke toestanden, waar
onder de goede verhouding van patroon
tot arbeider zooveel kan bijdragen.
Nog zeer kort geleden heeft plaats gehad
het zoo schitterend geslaagde en door
prof. Veraart zoo meesterlijk voorbereid en
geleid R. K. Congres vooiv den Centralen
Raad van Bedrijven. Die aandachtig daar
beluisterd heeft, wat werd beoogd en voor
gesteld, die komt tot de overtuiging, dat
er een geweldige ommekeer in de verhou
ding van patroon en arbeider is gekomen.
Hier vond plaats, de juiste vervulling der
gedachte, neergelegd in de beroemde En
cycliek „Rerum Novarum" door Leo XIII
z.g. thans 30 jaren geleden uitgevaardigd.
Moge deze gedachte binnen afzienbaren
tijd tot werkelijkheid komen, en dat dan
de drie factoren voor die goede verhouding
zullen te zamen gebracht worden en tot
eenheid geklonken, nam. arbeid, kapitaal
en vernuft. Dat geve God!
Na deze met applaus begroette rede,
werden Tie" notulen van de vorige jaarver
gadering vastgesteld.
Vervolgens geschieden onderstaande me-
dedeelingen:
Het ledental stijgt voortdurend en be
reikt bijna de 10.000. terwijl het aantal af-
deelingen gestegen is tot 102.
In de Haarlemsehe Prosynodus. gehou
den 3 Februari van dit jaar. is bepaald,
dat bij de aanbesteding en uitvoering van
bouwwerken voor rekening van aon Mgr.
rekenplichtige 'besturen vooraan zal' gelet
worden le. dat uitsluitend katholieke ge
organiseerde patroons worden uitgenoo-
digd. 2e. dat bij de uitvoering van conigs
zins aanzienlijke bouwwerken architect en
aannemer niet dezelfde persoon zijn.
Er werden een aantal wenschen van den
middenstand door de Federatie besproken
met onderscheiden ministers, die beloof
den hunne volle aandacht aan deze wen
schen ta schenken.
Het R.K. Gemeenteprogram is zoover ge
reed, dat men alvast eenige leiddraad heeft
en waarin een aparte middenstandspara
graaf voorkomt.
De Middenstandsraad zal niet lang meer
op zich laten wachten, daar de regeering
er prijs op stelt den Middenstand spoedig
in het leven te roepen. De Federatie zal
daar dan 4 vertegenwoordigers in hebben.
Eindelijk doet de voorzitter nog een be
roep, om het Altaarsfonds en Santosfonds
te willen gedenken daar liieraan nog veel
ontbreekt.
Het Altaarsfonds moet komen tot f 20.000.
Het Santosfonds staat nog slechts op de
helft. Er moet nog f 7500 bijkomen voor en
aleer er begonnen kan worden.
De navolgende telegrammen worden ver
zonden:
Aan Mgr. Gallier, Bisschop van Haarlem.
De Haarlemsehe Hanze, Bond van R.K.
Vereenigingen van den Handeldrijvenden
cn Industrieelen Middenstand in het Bis
dom Haarlem, in Centrale jaarvergade
ring bijeen in de foyer van de Stadsge
hoorzaal te Leiden, betuigt Uwe Doorluch
tige Hoogwaardigheid oprechte liefde en
onderdanigheid en verzoekt nederig Uw
Bisschoppeiijken zegen. Struycken, Bonds
voorzitter.
Aan II.M. de Koningin.
De Haarlemsehe Hanze, in Centrale
jaarvergadering bijeen in den foyer van
de Stadsgehoorzaal te Leiden, betuigt
Uwe Majesteit steeds oprechte hulde en
onkreukbare trouw. Struycken, Bonds
voorzitter.
Excellentie Aalberse, Minister van Arbeid.
's Grave nhage.
De Haarlemsehe Hanze in Centrale
Raadsvergadering in de Stadsgehoorzaal
te Leiden bijeen, brengt. U lof, hulde en
gelukvvensch met de aanneming Uwer
Arbeidswet in de Tweede. Kamer. Struy
cken, Bondsvoorzitter.
Na behandeling van eenige ingekomen
stukken wordt het .jaarverslag van den
secretaris goedgekeurd, als gepubliceerd
in ,,de Hanze" van 18 Juli j.l. Ook het ver
slag ven den penningmeester (zie ..de
Ilanze" van 4 Juli j.l wordt goedgekeurd.
Hierbij wordt verslag uitgebracht door
de commissie tot nazien van de rekening
en verantwoording van den bondspenning-
meester, van het orgaan en van het Cen
traal Bureau.
Dan worden behandeld: het werkprogram
19191920, de begrooting voor het bonds
orgaan, en de bondsbegrootingen. Deze be
grootingen zijn opgenomen in „de Hanze"
van 11 Juli j.l., en worden ma enkele dis
cussies goedgekeurd, als voorgesteld.
Na benoeming «ener commissie tot na
zien van -het financieel beheer van den
bond, het centraal Bureau en het bonds
orgaan over 19191920, is aan de orde de
verkiezing van twee leden van het hoofd
bestuur, wegens periodieke aftreding 'van
de heer en C. J. G. Struycken en E. J. M.
Stumpel Beide functionarissen waren her
kiesbaar,
(Zie voor het vervolg net Hoofdblad).
STADSNIEUWS.
GEMEENTEZAKEN.
Georganiseerd overleg.
in de raadsvergadering van 20 Februari
j.l. werden B. en W. uitgenoodigd praead-
vies uit te brengen over een request, inge
komen van arbeiderszijde, waarin invoe
ring werd gevraagd van het z.g. georgani
seerd overleg.
Dit. praeadvies is thans verschenen ec
luidt gunstig. B. en VV. wallen alleen die
vakvereenigingen tot het zenden van verte
genwoordigers toelaten, welke Kon. goed
gekeurd zijn of afdeelingen vormen van
Kon. goedgekeurde, landelijke vakvereeni
gingen. Vijf ambtenaars- en vier werklie
den-organisaties komen daarvoor in aan
merking. De organisaties der politie en der
onderwijzers zullen niet in de commissies
voor het georganiseerd overleg worden op
genomen.
De ongeorganiseerden, die nog een aan
zienlijk percentage van het geheele perso
neel vormen, zullen in alle zaken van ge
wicht ook erkend worden, in dien zin dat
deze voorstellen voor hen ter visie- zullen
worden gelegd.
Het geheele instituut van het georgani
seerd overleg' gaal echter uit van de ge
dachte dat de vertegenwoordigers slechts
adviezen uitbrengen.
Benoemingen.
Ter benoeming van leeraar in de Oude
Talen aan liet gymnasium worden aanbe
volen: lo. mej..dr. M. M. Asmann, leemtes
in de Oude Talen aan het Gymnasium te
Alkmaar; 2o. B. A. van Groningen, litt.
hum. docts., tijdelijk leeraar aan het Gym
nasium te Groningen.
De voordracht voor de benoeming van
onderwijzeres aan de buitengewon--- school
voor L. O. (voor zwakzinnige kinderen),
luidt: lo. mej. T. Jorigsma, onderwijzeres
aan de O. L. school te Landsmeer; 2o. mcj.
J. L. Walther, onderwijzeres aan de O. L.
school tc Katwijk aan Zee; 3o. mej. R. Kui
pers, onderwijzeres aan de O. L. school te
Hoogezand.
Voor onderwijzer aan de O. L. school
3e klasse No. 5 worden voorgedragen: lo.
J. C. B. Hüner, onderwijzer aan de O. L.
school der 4de klasse No. 2 te Leiden; 2o.
F. Henncman, onderwijzer aan de O. L.
school te Voorhout; 3o. C. A. Ailers, tijde
lijk ouderwijzer aan de O. L. school der
3de klasse No. 1 te Leiden.
B. en W. stellen voor dr. J. C. M. Tim
mermans op diens verzoek wederom voor
den tijd van 3 jaar te bestendigen in de
betrekking van stads-geneesheer.
Ontslag.
Door B. en W. wordt voorgesteld aan
dr. M. A. Schwartz eervol ontslag te ver-
leenen uit zijn betrekking van leeraar in
de oude talen aan het Gymnasium alhier.
Eveneens geven B. en W. in overweging
op hun verzoek, met het oog op hun leef
tijd, aan de heeren C. Henner en Ph. de
Vries eervol ontslag te verleenen als leeraar
in de gymnastiek aan andere inrichtingen
van onderwijs hier ter stede.
Zij geven in overweging aan mej. M. M.
Vrijhoff eervol ontslag le verleenen als on
derwijzeres aan de school 3de klasse No. 2.
Ter voorkoming van diefstallen van
rijwielen enz,
B. en W. hebben in handen van de Com
missie voor de Strafvorderingen gesteld een
brief van den Commissaris der Koningin in
Zuid-IIolland, waarin deze naar aanleiding
van de veelvuldige rij wieldiefstallen, na
mens den minister van Binnenlandsche
Zaken de aandacht vestigt op maatregelen
ter bestrijding van dit euvel.
Met narne wordt gewezen op een bepa
ling van de Algemeene Politieverordening
voor de gemeente Helder, luidende: „Met
boete van ten hoogste f 3 wordt gestraft
ieder, die op den openbaren weg voorwer
pen, van welken aard ook, doet verblijven
niet onder voortdurend toezicht van een
daartoe bekwaam persoon", door welke be
paling de zorgeloosheid en de achteloosheid
van liet publiek (waar het betreft het on
beheerd laten staan van rijwielen, een ge
wichtige factor, die de talrijke rijwieldief
stallen in de hand werkt), aanzienlijk schij
nen te worden verminderd.
Hoewel een lid der Commissie hot ne
men van maatregelen tegen diefstal in het
algemeen niet op den weg van het gemeen
tebestuur gelegen acht, heeft de Commissie
toch een artikel geredigeerd, om in de Alg.
Politieverordening te doen opnemen, waar
in het verboden wordt, rijwielen en motor
fietsen op deri openbaren weg te doen ver
blijven, tenzij onder voortdurend toezicht
van een daartoe bekwaam persoon.
Den Raad wordt de aldus gewijzigde
verordening ter vaststelling aangeboden.
In liet Van der Werff-park had gisteren
avond het tweede concert plaat.- door het
Leidsche Muziekcorps, onder leiding van
den lieer Geijp. Het keurig uitgev.i.-rde
programma werd gaarne aangehoord door
een talrijk publiek, dat zich had verzameld
rond de muziektent en in de aangrenzende
straten.
FEUILLETON.
DE DOCHTER VAN DEN
BEELDHOUWER.
9)
Bij deze woorden ging hij naar de deur.
Zonder iets te zeggen lieten de soldaten
hem voorbij gaan. Toen hij vertrokken
*as, bleef het nog eenige oogenblikken
stil, daarna pakte een hunner Avy beet en
wierp hem ruw in een hoek.
Laten we eens drinken, kameraden,
15i hij. Die ongeluksvogel brengt ons in
moeilijkheden en de wijn brengt raad.
Dat voorstel werd door iedereen toege
juicht. Onder gevloek werden de bekers
gevuld en geledigd. Bacchus vierde hoog
tij* Over Avy werd niet meer gesproken.
Simon liep echter tandenknarsend op
wraak, te zinnen. Zijn kameraden tracht
ten hem te kalmeeren.
Vooruit, oude geen muizennesten in
je hoofd halen, hoor, zeiden zij. De baas
heeft een ruwe vuist en je weet, dat hij
Jicht geraakt is op het punt van eer.
Eensklaps begon Simon te lachen.
Jullie hebt ongetwijfeld gelijk, kame-
*aiien, zei hij. Mijn tong hangt te los en
•Warwick's vuist is te ruw. Ik geloof ech-
ler. dat ik, door jullie voorstel te verdedi
gen, wel eenig recht op dien kwajongen
heb gekregen. Hij behoort mij, niet waar?
Dat staat nog te bezien, protesteerden
twee of drie door den drank ruzieachtige
soldaten.
Wat staat te bezien? We zullen er met
de dobbelsteenen om gooien. Loup-le-Fla-
mand, neem den beker. Als jij wint, sta ik
hem aan je af en kun je naar goedvinden
hem tehandeicn, win ik echter, dan krijg
ik de beschikking over hem.
Dat is waarachtig een goed idee,
vonden de soldaten, die pleizier hadden in
dit onverwachte spel.
Eerst jij, zei Brisefer, met een door
den wijn verhitte stem.
Loup nam den vuilen dobbelbeker op
en schudde hem eenige oogenblikken. De
steenen rolden met een dof geluid over de
tafel.
Vijf, zes, telden de soldaten, die op
gestaan waren om beter te kunnen zien.
Daarna wierp Simon.
Zes, zes, riep liij uit. Ik heb gewon
nen.
Hij heeft gewonnen, stemden de ban
dieten toe.
De jongen zal mij dien klap betalen,
kameraden, besloot Brisefer.
Laten we ondertusschen nog een beker
drinken. Ik beloof je, dat je dadelijk plei
zier zult hebben.
En het drinkgelag begon weer. Het mee-
rendeel der schurken was weldra stom
dronken.
Op een gegeven oogenblik stond Avy
werktuigelijk op uit den donkeren hoek,
waar men hem had neergesmakt.
Hij liep met kleine pasjes voorwaarts,
wankelend door de touwen, die hem de
beenen knelden. Zijn oogen stonden strak
en verwilderd, en hij zong zachtjes:
Een knaapje wandelde in het bosch
Hij bleef voor de drinkebroers staan,
die zich eensklaps verschrikt omkeerden
toen zij hem hoorden.
Avy keek hen lachend aan en zong
door:
De wolf sprak lot hem:
Kereltje, wat ben je dik.
Simon stond op met een kwaadaardige
flikkering in de oogen.
Ha, kleine, je herinnert ons er aan,
dat je er ook nog nog bent, bromde hij.
Daar heb je gelijk in, want we hadden
je bijna vergeten. Geen komedie alsjeblieft,
galgstrop.
Avy lachte maar door en zonder zich
om Simon, die hem met groote moeite
volgde, te bekommeren, liep hij met gebo
gen hoofd en neergeslagen oogen door den
uitgestrekten kelder, een paar woorden
van zijn liedje mompelend:
Knaapje... in 't bosch... de wolf...
Daar hij nu en dan even stilstond, kon
Simon Brisefer hem eindelijk vastgrijpen.
De dronkaard deed heldhaftige pogin
gen om zijn evenwicht te bewaren.
Bedwelmd door den drank greep hij den
knaap van achteren aan, tilde hem op
en legde hem over zijn rug.
Daarna liep hij naar de keldertrap. Avy
stootte een woesten kreet uit en begon
daarna met ruwen stem vrooïijk te zin
gen:
Wij gaan dansen, kameraden,
Wij gaan dansen, dansen, dansen!
Den rug gebogen onder den last klom
Simon langzaam naar boven. Hij waggel
de op zijn beenen. Met de eene hand moest
hij tegen den muur steunen; met de an
dere had Jiij Avy vast, die verder zong:
Schoone dame, ik wil u omhelzen;
Zij'antwoordt neen noch ja!
Op de bovenste treden keek Clarence,
die de deur had geopend, den dronkaard
aan. Beneden in den kelder schreeuwden
de weinige soldaten, die nog eenigszins
bij hun verstand waren:
Nee, Simon, schei uit... Hij is gek!...
Hij is gek!
Maar Simon stond niet stil, liep steeds
door. Het verschrikkelijk paar kwam voor
bij Warwick, die achteruitging om plaats
voor hen te maken.
De rivier was dichtbij.
Simon wilde vlugger gaan loopen; maar
st, do
uit step ut door den zw
wijn, die hem naar het hoofd steeg en door
een onbestemde vrees, die hem beving door
hel zingen van Avy, begon hij hoe langer
hoe langzamer te loopen.
Hij was echter weldra niet meer dan
eenige meters van de Seine verwijderd.
Avy brak zijn gezang soms af door een
schelklinkend en vroolijk gelach.
Ga maar voor nachtegaal spelen in de
rivier, mompelde Simon.
Maar de krachten scholen tekort. Hij viel
met Avy op het grasperk. Clarence stond
achter hem.
Simon begon te vloeken.
De knaap, die naast zijn beu! zat, lachte
rustig. Hij keek Brisefer aan met zulke
nietszeggende oogen, 'dat de bandiet nu op
zijn beurt bang werd.
Hij is gek! scheeuwde hij opstaand*
Hij is gek!
Ook Avy stond op; met een zenuwachtig
gebaar trachtte hij zijn beenen van de ban*
den te bevrijden en begon daarna om Si*
mon heen te draaien, steeds zingend:
Wij gaan dansen, kameraden,
Wij gaan dansen, dansen, dansen!
Na eenige oogenblikken liet Avy Brisefcfl
schieten, en keerde zich daarna kalm tou
Clarence, deed een paar passen en stond
werktuigelijk stil, zonder een woord te zeg*
gen, als om op adem te komen.