ingezonden stukken. naren, althans voor zoover het do dra- versnummers betreft, van de Veieeni- gj-ngi van Harddravers-ei go naren in Ne cbrland. Land- en Tuinbouw. Aardappelen. Door het Rijkskantoor voor Groenten en Fruit ia bepaald, dat met ingang van Maandag 19 Augustus alleen vroege aard appelen door de veilingen mogen worden geveild. De latere soorten, alt. i>-. jg ti en andere -vervroegde Eigenheimers, alsmede alle andeie latte soorten, mogen niet meer worden geveild. Voor deze soorten mogen ook geen voilingverklaringenrvervoerbewij- zen worden afgegeven. De latere soorten zullen vanaf a.s. Maandag door de daar- jjoe aangewezen inkooporganisaties, worden ingekocht en veriadien. Tot het afgeven van vervoei'bewijzen voor pootaordiaipjpalien blijven, tot nader order, de veilingmeesters bevoegd. [Builen verantwoordelijkheid der Red.) Nogmaals de Veevoederfabriek. Mijnheer de Redacteur, De stank, die sind9 vannacht en dezen geheelen dag over de stad hangt is weder om buitengewoon onverdragelijk en blijk baar bevat ze bestanddeelen die onpasse lijkheden veroorzaken. Men is gedwongen heel zijn huis herme tisch te sluiten en dat met deze tropische hitte terwijl bovendien reeds herhaalde lijk van geneeskundige zijde ten zeerste werd aangeraden frissche lucht door de huizen te laten stroomen ter voorkoming van Spaansche griep!! Dit is toch waarlijk een onhoudbare toe stand; geheel Leiden klaagt erover. Blijk baar kan er weinig of niets gedaan worden om den stank te voorkomen. Samenwerking van-alle Leidenaars on derling zal ook hier zooals elders wel de aangewezen weg zijn om ons van die wal gelijke ongezonde lucht te verlossen. Gaarne zou ik eens in uw blad den weg zien aangewezen hoe men hierin handelen moet om eenig'succes te verkrijgen. U dankeeggend, Mijnheer de Redacteur, voor de toegestane plaatsruimte. Uw abonné E. S. De cenige weg, waarnaar de inzendster vraagt, is: sluiting of verplaatsing van de fabriek. Sluiting zou, gezien het nut der fabriek voor de veevoedervoorziening, toch wel onverantwoordelijk, lijken. Verplaat sing zal niet zoo heel gemakkelijk gaan. Red. Voor „Herwonnen Levenskracht". Op Zondag 18 Augustus zal doof „Her wonnen Levenskracht" de jaarlijksche bloemendag worden gehouden. Wij gevoe len ons gedrongen hier iets ter aanbeveling te schrijven, dn deden, vooral voor lijders aan tuberculose ongelukkigen tijd. Ver plaatsen wij ons een oogemblik naar de ziekensponde van hen die aangetast zijn door de vreeseüijike kwaal onzer tijdien: de tering. Het aantal lijders was reeds' groot, vóór den bloedigen wereldoordog, toen volgens dir. W. J. van Gorkum in zijn brochure, van de 89.803 sterfgevallen er 10.119 eein gevolg waren dier tuberculose, op een bevollkfing van"5.63.821 zielen. liet achtste jaarverslag van het Bureau voor de R. K. Vakbeweging geeft aan: per 10,000 stierven in 1901 aan longtuberculose 13.73, in 1914: 11.08; aan alle vormen van tuberculose in 1901 19.37 en in 1914: 13.99. Onder den invloed der tuberculosebestrij ding ging het sterftecijferjdus omlaag. Toen kwam de oorlog en bracht ook in ons land kommer en ontbering. Sindsdien stijgen de cijfers 'der tuberculose-sterften onrustba rend. In 1915 stierven aan longtuberculose 11.01, aan alle vormen van tuberculose 14.49; in 1916 aan longtuberculose 12.65, aan alle vormen van tuberculose 16.43, ter wijl over de eerste negen maandén van 1917, per jaar omgerekend, de sterfte aan tuberculose was gestegen tot 18.26. ■Deze cijfers vervullen ons met angst. En toch, tot voor den ontzettenden wereld- krijg was volgens de statistiek het sterfte cijfer aan de T. B. C. verminderd èn door bestrijding èn door uitzending van patiën ten lijdende aan tuberculose. Helaas, de laatste jaren, bij gebrek aan het noodige voedsel en versterkende middelen, heeft de tuhcrkel-bacil haar alles verwoestenden arbeid kunnen hervatten, dood en vernie ling verspreidend. Vooral de voedselnood is oorzaak dat het aantal lijders met den dag grooter wordt. Ziet, daar het kind, ■wat, reeds zwak het levenslicht aanschouw de, krijgt geen voldoende voedsel, wordt ziek, de geneesheer wordt geraadpleegd en Hubercu'lcee isl zijn bevinding. Ondanks alle offers der ouders moet hun hoop, hun troost, in d'e toekomst, vallen al9 slachtoffer. Geen geld om het kind uit te eenden was aanwezig. De vader gevoelt zich a gemat; hard werken, weinig voedsel, geen verster kende middelen, alles ontzettend duur, wordt steeds zwakker, ziek, kan niet meer werken; het slot: tuberculose. Hij is wel ge organiseerd, taat op de lijst om te worden uitgezonden, maar moet nog wachten tot net zijn beurt is. Er is slechts geld voor 150 patiënten. Als er voor, honderd een en vijf- hg was, ging ook hij weg naar het sanato rium. Hij moet wachten. God geve dat het niet te lang is, andera is het te laat, de dood •taat voor de deur, heeft geen medelijden. Eenzelfde lot kan de moeder ondergaan; aJs offer van haar riefde «n plicht. Wat rampen kan deze vreeselijke ziekte «rangen; hoeveel huisgezinnen woiden hier verwoest? Hier kan, hier m o e t geholpen worden; vooral thans, nu er zoo veel gele- neo WQrdt, nu juist door den nood der tij- wen liet lot van d-e lijder® dezer vreeselijke waal. die den sterkslen man besluipt en 1** neder valt zoowel aks het zwakke kind, nu dat! lot is erger dan ooit, èn cxndt/ivoe ding èn gemis aan versterkende middelen de zwakken bijna onherroepelijk ter dood veroordeelt, nu mogen wij niet zwijgen; nu moeten wij met nog rneor aandrang dan vorige jaren onze stadgenooten toeroepen: helpt de tuberculose bestrijden, steunt coo veel gij kunt „Herwonnen Levenskracht". Dat ieder van ons een bloempje zal koo- pen, is ietls dat alte van zelf spreekt. Wij zijn er zoo aan gewoon om een bloempje op blouse of jas te laten spelden en een dubbeltje in het busje van de verkoopster te doen glijden en verder te gaan met dc gedachte dat wij een reuzen-liefdedaad heb ben gedaan. Zeker, er zijn er opder ons, wien het reeds zwaar valt dit kleine offer te brengen, doch er zijn ook velen voor wie zulk een gift, weinig of niets be toe kent. En dezulken moeten er een® aan den ken hoe veel meer de verpleging van een zieke thans kost dan voorheen. Niet alleen de schaarschte maar vooral de duurte der levensmiddelen maakt het zoo moeilijk aan de vele aanvragen tot verpleging te kun nen voldoen. Wanneer zij, die meer kun nen geven eens werkelijk offerden naar vermogen, wanneer bij vele de dubbeltjes eens werden vervangen door kwartjes of, zoo mogelijk, door gulden®, wat zou „Her wonnen Levenskracht" er dan beter voor komen te rtaan; wat zouden er velen, die thans voor hun gezin vendoren gaan, behou- dien kunnen worden. Moge de opbrengst van den bloemendag die van andere jaren verre overtreffen. Alleen hier uit Leiden wachten zes pa tiënten op uitzending, die reeds op de lijst staan. Aan de jongedames nog een vriendelijk verzoek: helpt ons mede, komt in grooten getale Zaterdagavond tusschen half acht en negen uur u aanmelden om ons te helpen en God zal u. Hoon en voor - uwe hulp des naasten bewezen. Het Comité heeft een verrassing voor de bloemverkoopsters. P. v. d. STAAK. Kalender der week. 1824 Augustus. ZONDAG. DERTIENDE na PINKSTEREN. Mis Roepie e; 2e gebed Octaaf O. L. V. Hemeüvaart; 3e gebed H. Agapitlus. (Fr. 2]e gebed H. Helena; 3e gebed Oc taaf L. V.; 4e gebed H. Agapitu3). Praefatao van de H. Drievuldigheid. V espera van den Zondag. MAANDAG, t VAiN HET OCTAAF. Mis als 15 Augustus; 3e gebed van de H. Geest, Deus, qui corda; 3e ge bed voor de Kerk of voor den Paus. Praefatie van de H. Maagd. Fr. H. Lodewijk van Toulouse; 2e ge bed Octaaf O. L. V.; Praefatie' van de H. Maagd. DINSDAG. H. BERNARDUS. 2e gebed! Octaaf O. L. *V.; Praefatie van de H. Maagd. WOENSDAG. II. JOANNA FRANCISCA. 0e gebed Octaaf O. L. V.; Praefatie van de H. Maagd. DONDERDAG. OCTAAFDAG O. L. V. HE MELVAART. Mis als }5 Augustus; 2e gebed H.H. Tfimotheus enz.; .Praefatie van de H. Maagd. Fr. De zeven Vreugden van Maria; 2e gebed H.H. Timotheus; Praefatie van de H. Maagd. VRIJDAG. H. PHILIPPUS BENITIUS. 2e gebed en laatste Evangelie Vigilie van den H. Bartbolomeus. ZATERDAG. H. BAiRTHOLOMEUS. Praefattie van de Apostelen. lederen dag het laatste gebed vari den vrede, en dagelijks, behalVe Vrijdag, Credo. Zoo niet anders is aangegeven, de ge wone praefatie. t Op deze dagen mag ook genomen wor den de H. Mis der overledenen. Fr. duidt aan de veranderlijke Misge- beden der Minderbroeders. Persopen, die zich in Leiden hebben gevestigd. I. Batelaan, kellner, Kraaierstr. 37. Mej. J. H. P. de Roo, winkeljuffrouw, Bo termarkt 2. Mej. F. J. van Elck, Bree- straat 79. W. F. Mathhijs en gezin, ge- pens. hoofd eener. school, Roodenburger- straat 2. A. P. J. Hoogeveen, student, Morschweg 32. Mej. S. T. Beukenholdt, dienstbode, Maredijk 55. Mej. C. van Eijk, dienstbode, Lammermarkt 33. W. M. A. v. SCMe, bloemistknecht, Poelgeest- straat 4. Mej. A. M. van Schagen, Holl. Spoorweg 2. Mej. E. M. Kooien, Mare dijk 1. Mej. R. KeulemansBack, Oos terstraat 8. Mej. A. M. Visser, Rijnsbur- gerweg 8. M. M. Pieterse, Hoogewoerd 48. Mej. S. T. II. van Helsdingen, dienst bode, Witte Singel 25. Mej. J. v. d. Lin den, Rapenburg 86. Mej. H. G. van Hin ten—-v. Grieken, Haarl.weg 14. Mej. G. H. Janssens, St. Josephgesticht. Mej. B. J. Kesseboom, dienstbode, Sionsteeg 9. J. H. Brax, luit. ter zee 2e kl., Groenhoven- straat 2. C. H. van Venetiën, kapper, Gerrit Doustraat 30. R. Wessels Boer en gezin, rijkeontvanger, Zoeterw. Singel 17. Mej. G. C. v. d. Voorst, Si. Jórissteeg 42. 5. J. Hageman, bedrijfschef N.Z.H.T.M., Stationsweg 18. E. M. B. Kortenoever, student, Hoogewoerd 11. W. Oostendorp, Verpleegster, Hooigr. 39. W. Lomeijer, en gezin, Decimastraat 34. Mej. A. C. Spek, Fr. Houttuinhof 2. Mej. M. J. Keijizer, dienstbode, 2e Kooistraat 13. Mej. TI. Bijkerk, II. G. Weeshuis. Mej. C. A. de Bie„ dienstbode; Vischmarkt 5. J. W. Cahen, Nieuwe Rijn 32. Mej. A. Wijling, dienstbede, Gerrit Doustraat 42. Mej. P. te Bruijn, dienstbode, Oude Vest 125. J. Nijenhuis en gezin, opperwacht meester veld-art., Koningstraat 8. Mej. .C. W. de Vos, dienstbode, Witte Singed 32. H. D. Waterloo, Oude Vest 3. H. J. Lamers, Lage Rijndijk 12 E. Personen, die uit Leiden zijn vertrokken. TI. Meijer, Lisse, Kanaalstraat 42 F. J. F. Janssen v. Rooij, Delft, Oude Lelft 178. C. H. C. Ris, Giessen Nieuwkerk. Wed. CockVerloop, Zoeterwoude, Nan- niestraat 58. Me}. M. W. Teske, Voor schoten, Achterstr. 310a. W. F. C. v. Lith de Jeude, Den Haag, J. P. Soenstr. 7. L. G. Bol, Princenhage, Bredascheweg 71. F. Landkroon, Lisse. W. J. Mul ler, Zoeterwoude, Nanniestraat 38. H. Pol, Zoeterwoude, Maria Gondastraat 18a. T. J. M. Damare, Haarlem, Nassaustr. 84. D. v. Beieren, Alphen a. d. Rijn, Mandersloostraat 42. J. v. d. Sanden, 's Bosch, Westwal 44. Mej. W. J. M. Schenk, Den Haag, Ziekenhuis Slijkeinde. Mej. M. A. Opgenent, Den Haag, v. Beu- ningenstraat. P. J. Stikkelman, Mook. Mej. J. K. Nijsen, Rotterdam, Wijnhaven 145. C. Fr. v. Rossum, Den Haag. J. v. Zwieten, Wormerveer, Warmoessiraat 24. P. J. Stigter, Ginnenken, Wilhelmina- Straat 86. Onbestelbaar. Lijst van onbestelbare (brieven en brief kaarten, waarvan de afzenders onbekend znij. Terug ontvangen In de le helft van Augustus. Binnenland Brieven. J. A. Aid end, A-lg. Adv.-Dureau, Rotterdam. Mej. Blansjaar, Blom, Alphen. P. Broer, Duivenkiredht. A. Dorsman, Noordwij!k-BdnruenComm. 3e C., 1 B., 4e Reg. Inf., Distributiekant. Suiker, Amsterdam. A. D. Eldman, Gezcxndbeidsoord, Henkum. Mej. G. Mamjs», Amsterdam. Snijders, Wilder- oord. T. Oodtflander, Rotterdam. J. M. v. d. Star, Leiden. v. Tol, Lisse. Mevr. Veldihfuijzen v. Zanten, Lisse. J. Walles, Puumerend. Meg. P. Wij;k, Nd euwer-Amstel. Binnenland Briefkaarten. A. v. d. Berg, Apdldloorn. v. d. Bisoh, Oldenzaal. L. Coert, le Div. Veldleger. B. v. Deene, Amsterdam. J. v. Fes- sem, Druten. Dames N. E. C. Gielen, Scheveningen. Mej. N. Harten, Rotter dam. Fraul. A. Jansee, Den Haag. Mevr. M. Janssen, Leiden. W. Jansen, Rotterdam. P. de Jong, Sandpoort. R. Muller, C. Rijlhinter, Waalsdorp. J. Sc h reu der, Amsterdam. L. Schwartz, D. 'Verboort, Leiden. Mej. J. v. d. Walle, Vlissdngen. Dertien stuks zon der adres. Buitenland Briefkaarten. Madme. M. Eendncskx GodkLio, Boitsfort. J. Goddio, idem. NOTA. Aan de afzenders wordt aanbe volen, hun adres op de stukken te ver- melden, opdat deze bij onbestelbaarheid aan ben kunnen worden teruggegeven. Voorts is het gewenscht alle per post te verzenden stukken steeds van een volle dig adres straatnaam en huisnummer te voorzien. De dief. Ik Iaat je üe krant hier, Mona, zei Lionel RacLsham, toen hij des mor gens /naar de City ging, er staat niets in. Niets? Het scheen Moaia Radsham, dat de kolommen met louter schrikke lijke berichten gevuld waren. Men was werkelijk bang om iets te lezen. Sedert drie maanden, zjoo lang ze ge trouwd was, woonde Mona in de stille voorstad Hornsey, en hel eenzame leven begon haar angstig te maken. Zij wan trouwde de leveranciers, de haar on bekende buren, het dienstmeisje, de wereld was immers zoo slecht! Zuchtend dronk ze haar thee en las onder tusschen het volgende: „Talrijke diefstallen van geldtaschjes zijn in den laatsten tijd bij dames ge pleegd, die in de edectrische 'tram zaten. ;öe po li tie ^neent een spoor ontdekt te hebben. De dief moet in Hornsey wonen." Hornsey! Maar dat was vreeselijk! Mona keek nadenkend -door het venster op de straat. Misschien herbergde een der mooie villa's den misdadiger. Mis schien was het de zonderlinge man naast hen, die geen geregelde uren had om zaken te doen. Gisteren stond er een politieagent volle vijf minuten te genover het huis bij de lantaarn.. Dezeni avond kwam Lionel niet op tijd thuis. Weliswaar slechls tien minu ten later, maar het was voldoende om Mona kobrtsachtig opgewonden te ma ken. O, Lionel, wat is er gebeurd? De electrische geleiding verstoord. Toch niet bang gemaakt, hoop ik? Hij kuste haar. —Het eten klaar? O ja, ik ruik het. Ik loop vlug naar boven om mij te wasschen. Mona nam de achteloos op een stoel geworpen overjas en hing ze op. Daar bij viel er iets met kletterend geluid op den grond. Het was een damestaschje, wel wat versleten, maar goed gespekt met muntstukken.. Ontzet staarde de jonge vrouw op het voorwerp. Op dit oogenblik werd de keukendeur geopend en de keukenmeid verscheen met het eten. In haar verwarring liet Mona de beurs vlug in haar zak glijden. Lionel verwonderde zich aan tafel over de ongewone stilzwijgendheid zij neer vrouw en deze klaagde toen over hoofdpijn. Na het eten stond hij er. op, dat zij op de canapé ging liggen en zich vochtige doeken om het hoofd bet wik kelen. Alle vijf minuten vroeg hij of het beter wepd'. Zij Sloeg hem in het geheim gade en hield schijnbaar de oogen stijf dichU Drommels zei hij plotseling en kwam met een ruk van zijn stoel. Zonder iets te zeggen, ging hij de ka men- uit. Een paar minuten hoorde ze hem in de vestibule heen en weer loo- pen. Toen hij weer binnenkwam, lag er op zijn gelaat een uitdrukking van ver legenheid en ontsteltenis. Verstrooid vroeg hij naar haar hoofdpijn en ging in een hoek van de canapé zilten. Mona zei hij plotseling is ons dienstmeisje eigenlijk wel eerlijk? Dat zou ik denken. Je mist immers niets? Neen, ten minste niet iets van be- teekenis. Ik dacht, dat ik wat geld in den zak van mijn overjas had. Deze zij zakken zijn zoo onpractisch, maar in seinen heb ik er z/euls heelemaal niets in gedaan. Het was niet veel niet de moed te waard. Bij deze woorden nain hij een tijd schrift op. Wds er (nog twijfel aan zijn schuld mogelijk? Hij hield het tijdschrift ver- keieud voor zich, maai- las toch. Mona Radsham sliep dien nacht slecht. Den volgenden morgen scheen Lionel aan niets bijzonders te denken en plaagde haar, omdat zij er zoo slecht uitzag. Je hoofd is zekieir -nog niet geheel weer in orde, Mona. Ze knikte even toestemmend. Het le ven was voor haar immers toch ver woest - Toen de postbode klopte, kreeg ze he vige hartklopping,.' Hoelang zou het nog duren eer de poii.lle kwam? Zou Lionel in huis gearresteerd worden of op straat, of in de tram? Mogelijk had ze hem moeten waarschuwen. De beurs had ze zorgvuldig verborgen, waar de politie met zou zoeken. Maar waar wa ren 'al' de andere beurzen, waarvan cte couranten spraken? Wierp hij ze onder het loepen weg? Om wat afleuding te hebben bezocht ze verscheidene winkels. De keuken meid wachtte haar thuis met het be richt, dat er in haar afwezigheid een vreieunde heer was geweest. Wat wilde hij? Hij vroeg naar mijnheer en was erg verschrikt, toen hij hoorde, dat meneer niet thuis was. Ik vroeg hem of ik een boodschap zou Jo\Jefrbrengen, Jen Toen zei hij, dat hij wegens een geldbeurs kwanr... Maar wat scheelt u mevrouw? Niets, Kaatje, niels ik heb zeker wat te hard geloopen. Wegens een geld beurs?1 f Ja mevrouw, ik dacht, dat hij ze verkoopen wilde, maar daarvoor zag, hij er ook eigenlijk te fijn uit. O, het maakt niets uit, zei hij', en je behoeft mevrouw Radöham niets van mijn bezoek te zeg gen. Mona's tanden klapperden op elkaar. Dat zei hij, Kaatje? Precies deaedfile woorden, me vrouw, en toen merkte ik dadelijk, dat hij niets goeds in den zim had. Dunkt u ook niet? Ja, natuurlijk Kaatje. Als hij terug komt, moet je mij dadelijk roepen. Dus had de politie den schuldige ge vonden. Nu zou het Lionel wel niet mo gelijk zijn, nog thuis te komen. Als ze hem maar niet in een vochtige cel op sloten).'] Hij (werd zoo licht verkouden. Maar hij. kwam thuis stipt op de mi- nuuti En hij gedroeg zich precies als altijd. Terwijl hij boven de handen waschte, sloop Mona zacht naar de' vestibule. Al les was stil in huis. De zak was ledig. Ze tastte in een anderen. Nu voelde ze iets. Ze haalde het er vlug uit, bekeek het en stak het rillend weer irv Dat „iets" was een damestaschje. Een1 nüeuwe dag brak aan en nog was Lionel Radsham op vrije voeten. Als je er vanavond niet beter uit ziet, Mona, zei hij bij het weggaan dan moet ik werkelijk den dokter halen. Bet$rl Was het leven nog wel te dra gen? Mona besloot een bazar te bezoeken en daar thee te drinken. Toen ze een plaats zocht, hoorde ze een stem achter zich en zag, Diilcie Courtnay. Dulcie was Lionels liefste nicht. Mo na mocht haar minder graag. Het ge rucht ging, dat Lionel vroeger vóór zijn huwelijk op Dulcie's gezichtje verliefd was geworden. Mona kom aan mijn tafeltje. Ja* ik ben heelemaal alleen hier. Hoe gaal het je? We hebben elkander in eeuwigheid niet gezien. Heb je iels besteld? Nog niet? Dan thee voor Lwee personen en Fransch gebak, 't Is goed, dat ik je zie, Mona, ik wilde je morgen bezoeken maar nu kan ik die moeite sparen. Heef" Lionel iets verteld? Waarvan? Dus niet. Die goeie jongen; hij heeft dus werkelijk woord gehouden. vVij wilden het heuscli met voor je verber gen, maar ik dacht, dat ik het je zelf moest zeggen en daarom liet ik hem bei- loven dat hij zou zwijgen> Waar denk je, dat hij en ik Dinsdagmiddag waren? Dat kan ik niet raden. In den schouwburg. Mijn broer Richard had twee kaarten voor de na- middagvoorstellingi. Hij en ik wilden er samen naar toe». Maar des voormiddags kreeg hij hevige aanvallen van pijn, je weet wiel, zijn o-ude leverkwaal. Ik wilde niet gaarne de voorstelling missen en het was tóen ook jammer, dat het an dere kaartje niet gebruikt werd. Dus te- lofoneerde ik Lionel en hij vergezelde me. Jij hebt er toch nieils tegen in te brengen, Mona? Niet het geringste. Dat wist ik wel Wij amuseerden ons uitstekend. De voorstelling was voortreffelijk maar het werd later dan wij gedacht hadden. Lionel stopte mij in een rijtuig, en toen ging het ver schrikkelijk met mij; stel je yoor: ik had geen geld. Toen ik de hand in den zak stak (om den' 'kojetsier te betalen, was mijn beurs weg. Een koude rilling*liep Mona over de leden]. Lionel had dus de beurs van zijn nicht ontvreemd. - O, kijk maar niet zoo verschrikt Ze was niet gestolen. Ik gaf ze des mid dags aan Lionel, opdat ik er niet aan zou behoieven te denken, en in de haast ging hij naar huis en hield ze in den zak. Ik zond den koetsier naar ons huia om zijn geld te halen: het was zeer on aangenaam voor mij. Gisteren was ik nog van streek van die onaangenaam heden, daarom zond ik Richard naaf? jullui, om te zien, of hij mijn beurs kon: krijgen, maar... wat scheelt je? Och, ik heb mij aan de heete the* gebrand. Vanmorgen' [kreeg ik van Lionel een brleJ en een pakje». In den brief stond dat hij de beurs op den terug weg bij ongeluk verloren moet hebben.' Nu er was niet veel in. Maar het pakje -bevatte |le mooiste geldbeurs, die )ik ooit ge<zien heb. Hij is gisteren nog naar de Regentstraat geweest om die voor mij te koopen. Bijna had Mona een luiden' gil ge slaakt. De „mooie" geldbeurs was de zelfde, diie ze in Lionel's zak had ge vonden. Eer haar echtgenoot thuis kwam, ver brandde Mona een zekere beurs, nadat ze vooraf, om haar geweten gerust te $t(efllen4 dien geheelen (inhoud in een busje voor de armen had gestoken. Toen ging ze Lionel met een vroolijtó gezicht tegemoet. Mona, gevoel je je beter? Ja, mijn hoofdpijn, is over. Het moet van het weer zijn gekomen. Is er wat nieuws? Nietsl Of ja, toch! Do (lief is gear resteerd, je hebt er wel van gelezen, DE ONTEVREDENE. J av 08111301110 legen tie Er was een® een man, die steenen hokte uit een rote. Zwaar en langdurig was zijn anbeid, zeer gering zijn loon en» hij zuchtte zwaar en ap zeikeren dag riep hij uit: O. waarom ben ik ndet rijk genoeg om neer te kunnen liggen en te rusten op een (bfdeh-baleh (rustbed) met klemhoe (gordijnen voor de muskieten). En er daalde een engel uit den hemel, die tot hem e»A: „Uw wenfich worde vervol Ld 1" En h.tj, werd rijk en hij rusüte op een baldh-baleh en zijin Klamboe was van roode zijidie. Daar kwam op zekeren dag die koning van het land aangereden met ruiiters voor zijn wagen e-n ruiters er achter en den goudien pajong (zonneschern) boven zijn hoofd En de rijke man voelde zich bedroefd, tloien hij dit zag en hij «uchtte en rie.p uLt: Ach, kon ik koning zijn! En de engel, die ui!t den hemel daalde, zeide tot hem: Uw wenselh zij vervuld! Hij werd koning en hij reed uit met ruitens voor zijn wagen en ruiters er ach ter en een gouden pajong1 boven zijn hoofd. En de taan kwam op en wierp haar bran dende stralen op de aarde, zoodatJ gras en bloemen verdorden. En de Tinning zuchtte bij; die hitte en zei, dat hij die zon wilde zijn. En de engel, die van den hemel daalde, zei tot hem: Uw wensdh wordt vervuld! En hij werdi in. een zon veranderd eoi wierp zijn stralen naar all£ kanten op de aarde, schitterde op de grasvelden en op het, gelaat der vorsten. En daar vormde zich een dichte wolk in het luchtruim en het licht der zon werd er door verduisterd. En hij werd boos, toen hij zag, dat zijn macht gefnuikt werd en hij riep uit, dat hij in een wolk weruschte veranderd te worden. En de engel daalde weer van den hemel en zeide: Uw weoiöch worde» vervuld! Hij Werd een wolk. Hij plaatste zich tus schen de zon en de aardie en het gra® werd weer groen. En de wolik scheurde en liet stroomen water lo® en de daten werden overstroomd en de stortvloed vernielde den oogst en het v»ee verdronk. Alleen een rots bleef onwrikbaar staan en het water had er geen invdoed op. En de wolk riep uit: Die roite is machtiger dan ik'. Ik wenselh (lie rots te zijn. Hij werd in een rotg veranderd en de kracht van de zon en het geweld van den regen stemden er machteloos tegenover. Doch zi'e, daar kwam een werkman, die met een geweldigen hamier op dis rote begon te slaan en er grootte stukken van los maakte. En de rots riep uit: Die werkman is machtiger dan ik. Ik wensdh die werkman te zijn.... Z u i d e rze e- demp i n g. Het volgende^ gesprek fantaseert de „Visscher -Courant": Teun van Marken: „Zeg, Klaas, weert! je het nieuwste plan om de Zuiderzee te dempen?" Klaas van Urk: „Nog niets vam ge hoord." Teun: „D'r komt 'n maximumprijs van." Klaas: „Waarvan?" Teun: „Viaoi 't water." Klaas: Teun: „Zeker! Als ze ergens een maxi mumprijs op maken, ils 'tain conig weg. Nu zullen ze dateelfde dfoon met 'G ZuMer- zeewater, dan hoeven, ze 't niet weg te malen, en dan is de zee ineons droog." Klaas: „Prachtig, 'k Ga visschen, jong."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1918 | | pagina 5