ingezonden stukken.
naren, althans voor zoover het do dra-
versnummers betreft, van de Veieeni-
gj-ngi van Harddravers-ei go naren in Ne
cbrland.
Land- en Tuinbouw.
Aardappelen.
Door het Rijkskantoor voor Groenten en
Fruit ia bepaald, dat met ingang van
Maandag 19 Augustus alleen vroege aard
appelen door de veilingen mogen worden
geveild. De latere soorten, alt. i>-. jg ti en
andere -vervroegde Eigenheimers, alsmede
alle andeie latte soorten, mogen niet meer
worden geveild. Voor deze soorten mogen
ook geen voilingverklaringenrvervoerbewij-
zen worden afgegeven. De latere soorten
zullen vanaf a.s. Maandag door de daar-
jjoe aangewezen inkooporganisaties, worden
ingekocht en veriadien.
Tot het afgeven van vervoei'bewijzen
voor pootaordiaipjpalien blijven, tot nader
order, de veilingmeesters bevoegd.
[Builen verantwoordelijkheid der Red.)
Nogmaals de Veevoederfabriek.
Mijnheer de Redacteur,
De stank, die sind9 vannacht en dezen
geheelen dag over de stad hangt is weder
om buitengewoon onverdragelijk en blijk
baar bevat ze bestanddeelen die onpasse
lijkheden veroorzaken.
Men is gedwongen heel zijn huis herme
tisch te sluiten en dat met deze tropische
hitte terwijl bovendien reeds herhaalde
lijk van geneeskundige zijde ten zeerste
werd aangeraden frissche lucht door de
huizen te laten stroomen ter voorkoming
van Spaansche griep!!
Dit is toch waarlijk een onhoudbare toe
stand; geheel Leiden klaagt erover. Blijk
baar kan er weinig of niets gedaan worden
om den stank te voorkomen.
Samenwerking van-alle Leidenaars on
derling zal ook hier zooals elders wel de
aangewezen weg zijn om ons van die wal
gelijke ongezonde lucht te verlossen.
Gaarne zou ik eens in uw blad den weg
zien aangewezen hoe men hierin handelen
moet om eenig'succes te verkrijgen.
U dankeeggend, Mijnheer de Redacteur,
voor de toegestane plaatsruimte.
Uw abonné
E. S.
De cenige weg, waarnaar de inzendster
vraagt, is: sluiting of verplaatsing van de
fabriek. Sluiting zou, gezien het nut der
fabriek voor de veevoedervoorziening, toch
wel onverantwoordelijk, lijken. Verplaat
sing zal niet zoo heel gemakkelijk gaan.
Red.
Voor „Herwonnen Levenskracht".
Op Zondag 18 Augustus zal doof „Her
wonnen Levenskracht" de jaarlijksche
bloemendag worden gehouden. Wij gevoe
len ons gedrongen hier iets ter aanbeveling
te schrijven, dn deden, vooral voor lijders
aan tuberculose ongelukkigen tijd. Ver
plaatsen wij ons een oogemblik naar de
ziekensponde van hen die aangetast zijn
door de vreeseüijike kwaal onzer tijdien: de
tering. Het aantal lijders was reeds'
groot, vóór den bloedigen wereldoordog,
toen volgens dir. W. J. van Gorkum in zijn
brochure, van de 89.803 sterfgevallen er
10.119 eein gevolg waren dier tuberculose,
op een bevollkfing van"5.63.821 zielen.
liet achtste jaarverslag van het Bureau
voor de R. K. Vakbeweging geeft aan: per
10,000 stierven in 1901 aan longtuberculose
13.73, in 1914: 11.08; aan alle vormen van
tuberculose in 1901 19.37 en in 1914: 13.99.
Onder den invloed der tuberculosebestrij
ding ging het sterftecijferjdus omlaag. Toen
kwam de oorlog en bracht ook in ons land
kommer en ontbering. Sindsdien stijgen de
cijfers 'der tuberculose-sterften onrustba
rend. In 1915 stierven aan longtuberculose
11.01, aan alle vormen van tuberculose
14.49; in 1916 aan longtuberculose 12.65,
aan alle vormen van tuberculose 16.43, ter
wijl over de eerste negen maandén van
1917, per jaar omgerekend, de sterfte aan
tuberculose was gestegen tot 18.26.
■Deze cijfers vervullen ons met angst. En
toch, tot voor den ontzettenden wereld-
krijg was volgens de statistiek het sterfte
cijfer aan de T. B. C. verminderd èn door
bestrijding èn door uitzending van patiën
ten lijdende aan tuberculose. Helaas, de
laatste jaren, bij gebrek aan het noodige
voedsel en versterkende middelen, heeft de
tuhcrkel-bacil haar alles verwoestenden
arbeid kunnen hervatten, dood en vernie
ling verspreidend. Vooral de voedselnood
is oorzaak dat het aantal lijders met den
dag grooter wordt. Ziet, daar het kind,
■wat, reeds zwak het levenslicht aanschouw
de, krijgt geen voldoende voedsel, wordt
ziek, de geneesheer wordt geraadpleegd en
Hubercu'lcee isl zijn bevinding. Ondanks alle
offers der ouders moet hun hoop, hun
troost, in d'e toekomst, vallen al9 slachtoffer.
Geen geld om het kind uit te eenden was
aanwezig. De vader gevoelt zich a gemat;
hard werken, weinig voedsel, geen verster
kende middelen, alles ontzettend duur,
wordt steeds zwakker, ziek, kan niet meer
werken; het slot: tuberculose. Hij is wel ge
organiseerd, taat op de lijst om te worden
uitgezonden, maar moet nog wachten tot
net zijn beurt is. Er is slechts geld voor 150
patiënten. Als er voor, honderd een en vijf-
hg was, ging ook hij weg naar het sanato
rium. Hij moet wachten. God geve dat het
niet te lang is, andera is het te laat, de dood
•taat voor de deur, heeft geen medelijden.
Eenzelfde lot kan de moeder ondergaan;
aJs offer van haar riefde «n plicht.
Wat rampen kan deze vreeselijke ziekte
«rangen; hoeveel huisgezinnen woiden hier
verwoest? Hier kan, hier m o e t geholpen
worden; vooral thans, nu er zoo veel gele-
neo WQrdt, nu juist door den nood der tij-
wen liet lot van d-e lijder® dezer vreeselijke
waal. die den sterkslen man besluipt en
1** neder valt zoowel aks het zwakke kind,
nu dat! lot is erger dan ooit, èn cxndt/ivoe
ding èn gemis aan versterkende middelen
de zwakken bijna onherroepelijk ter dood
veroordeelt, nu mogen wij niet zwijgen;
nu moeten wij met nog rneor aandrang dan
vorige jaren onze stadgenooten toeroepen:
helpt de tuberculose bestrijden, steunt coo
veel gij kunt „Herwonnen Levenskracht".
Dat ieder van ons een bloempje zal koo-
pen, is ietls dat alte van zelf spreekt. Wij
zijn er zoo aan gewoon om een bloempje
op blouse of jas te laten spelden en een
dubbeltje in het busje van de verkoopster
te doen glijden en verder te gaan met dc
gedachte dat wij een reuzen-liefdedaad heb
ben gedaan. Zeker, er zijn er opder ons,
wien het reeds zwaar valt dit kleine offer
te brengen, doch er zijn ook velen voor
wie zulk een gift, weinig of niets be toe
kent. En dezulken moeten er een® aan den
ken hoe veel meer de verpleging van een
zieke thans kost dan voorheen. Niet alleen
de schaarschte maar vooral de duurte der
levensmiddelen maakt het zoo moeilijk aan
de vele aanvragen tot verpleging te kun
nen voldoen. Wanneer zij, die meer kun
nen geven eens werkelijk offerden naar
vermogen, wanneer bij vele de dubbeltjes
eens werden vervangen door kwartjes of,
zoo mogelijk, door gulden®, wat zou „Her
wonnen Levenskracht" er dan beter voor
komen te rtaan; wat zouden er velen, die
thans voor hun gezin vendoren gaan, behou-
dien kunnen worden.
Moge de opbrengst van den bloemendag
die van andere jaren verre overtreffen.
Alleen hier uit Leiden wachten zes pa
tiënten op uitzending, die reeds op de
lijst staan.
Aan de jongedames nog een vriendelijk
verzoek: helpt ons mede, komt in grooten
getale Zaterdagavond tusschen half acht en
negen uur u aanmelden om ons te helpen
en God zal u. Hoon en voor - uwe hulp des
naasten bewezen.
Het Comité heeft een verrassing voor de
bloemverkoopsters.
P. v. d. STAAK.
Kalender der week.
1824 Augustus.
ZONDAG. DERTIENDE na PINKSTEREN.
Mis Roepie e; 2e gebed Octaaf O.
L. V. Hemeüvaart; 3e gebed H. Agapitlus.
(Fr. 2]e gebed H. Helena; 3e gebed Oc
taaf L. V.; 4e gebed H. Agapitu3).
Praefatao van de H. Drievuldigheid.
V espera van den Zondag.
MAANDAG, t VAiN HET OCTAAF.
Mis als 15 Augustus; 3e gebed van de
H. Geest, Deus, qui corda; 3e ge
bed voor de Kerk of voor den Paus.
Praefatie van de H. Maagd.
Fr. H. Lodewijk van Toulouse; 2e ge
bed Octaaf O. L. V.; Praefatie' van de
H. Maagd.
DINSDAG. H. BERNARDUS.
2e gebed! Octaaf O. L. *V.; Praefatie
van de H. Maagd.
WOENSDAG. II. JOANNA FRANCISCA.
0e gebed Octaaf O. L. V.; Praefatie van
de H. Maagd.
DONDERDAG. OCTAAFDAG O. L. V. HE
MELVAART.
Mis als }5 Augustus; 2e gebed H.H.
Tfimotheus enz.; .Praefatie van de H.
Maagd.
Fr. De zeven Vreugden van Maria; 2e
gebed H.H. Timotheus; Praefatie van de
H. Maagd.
VRIJDAG. H. PHILIPPUS BENITIUS.
2e gebed en laatste Evangelie Vigilie
van den H. Bartbolomeus.
ZATERDAG. H. BAiRTHOLOMEUS.
Praefattie van de Apostelen.
lederen dag het laatste gebed vari den
vrede, en dagelijks, behalVe Vrijdag,
Credo.
Zoo niet anders is aangegeven, de ge
wone praefatie.
t Op deze dagen mag ook genomen wor
den de H. Mis der overledenen.
Fr. duidt aan de veranderlijke Misge-
beden der Minderbroeders.
Persopen, die zich in Leiden hebben
gevestigd.
I. Batelaan, kellner, Kraaierstr. 37.
Mej. J. H. P. de Roo, winkeljuffrouw, Bo
termarkt 2. Mej. F. J. van Elck, Bree-
straat 79. W. F. Mathhijs en gezin, ge-
pens. hoofd eener. school, Roodenburger-
straat 2. A. P. J. Hoogeveen, student,
Morschweg 32. Mej. S. T. Beukenholdt,
dienstbode, Maredijk 55. Mej. C. van
Eijk, dienstbode, Lammermarkt 33. W.
M. A. v. SCMe, bloemistknecht, Poelgeest-
straat 4. Mej. A. M. van Schagen, Holl.
Spoorweg 2. Mej. E. M. Kooien, Mare
dijk 1. Mej. R. KeulemansBack, Oos
terstraat 8. Mej. A. M. Visser, Rijnsbur-
gerweg 8. M. M. Pieterse, Hoogewoerd
48. Mej. S. T. II. van Helsdingen, dienst
bode, Witte Singel 25. Mej. J. v. d. Lin
den, Rapenburg 86. Mej. H. G. van Hin
ten—-v. Grieken, Haarl.weg 14. Mej. G.
H. Janssens, St. Josephgesticht. Mej. B.
J. Kesseboom, dienstbode, Sionsteeg 9.
J. H. Brax, luit. ter zee 2e kl., Groenhoven-
straat 2. C. H. van Venetiën, kapper,
Gerrit Doustraat 30. R. Wessels Boer en
gezin, rijkeontvanger, Zoeterw. Singel 17.
Mej. G. C. v. d. Voorst, Si. Jórissteeg 42.
5. J. Hageman, bedrijfschef N.Z.H.T.M.,
Stationsweg 18. E. M. B. Kortenoever,
student, Hoogewoerd 11. W. Oostendorp,
Verpleegster, Hooigr. 39. W. Lomeijer,
en gezin, Decimastraat 34. Mej. A. C.
Spek, Fr. Houttuinhof 2. Mej. M. J.
Keijizer, dienstbode, 2e Kooistraat 13.
Mej. TI. Bijkerk, II. G. Weeshuis. Mej.
C. A. de Bie„ dienstbode; Vischmarkt 5.
J. W. Cahen, Nieuwe Rijn 32. Mej. A.
Wijling, dienstbede, Gerrit Doustraat 42.
Mej. P. te Bruijn, dienstbode, Oude Vest
125. J. Nijenhuis en gezin, opperwacht
meester veld-art., Koningstraat 8. Mej.
.C. W. de Vos, dienstbode, Witte Singed 32.
H. D. Waterloo, Oude Vest 3. H. J.
Lamers, Lage Rijndijk 12 E.
Personen, die uit Leiden zijn vertrokken.
TI. Meijer, Lisse, Kanaalstraat 42 F.
J. F. Janssen v. Rooij, Delft, Oude Lelft 178.
C. H. C. Ris, Giessen Nieuwkerk.
Wed. CockVerloop, Zoeterwoude, Nan-
niestraat 58. Me}. M. W. Teske, Voor
schoten, Achterstr. 310a. W. F. C. v.
Lith de Jeude, Den Haag, J. P. Soenstr. 7.
L. G. Bol, Princenhage, Bredascheweg
71. F. Landkroon, Lisse. W. J. Mul
ler, Zoeterwoude, Nanniestraat 38. H.
Pol, Zoeterwoude, Maria Gondastraat 18a.
T. J. M. Damare, Haarlem, Nassaustr.
84. D. v. Beieren, Alphen a. d. Rijn,
Mandersloostraat 42. J. v. d. Sanden,
's Bosch, Westwal 44. Mej. W. J. M.
Schenk, Den Haag, Ziekenhuis Slijkeinde.
Mej. M. A. Opgenent, Den Haag, v. Beu-
ningenstraat. P. J. Stikkelman, Mook.
Mej. J. K. Nijsen, Rotterdam, Wijnhaven
145. C. Fr. v. Rossum, Den Haag. J. v.
Zwieten, Wormerveer, Warmoessiraat 24.
P. J. Stigter, Ginnenken, Wilhelmina-
Straat 86.
Onbestelbaar.
Lijst van onbestelbare (brieven en brief
kaarten, waarvan de afzenders onbekend
znij. Terug ontvangen In de le helft van
Augustus.
Binnenland Brieven.
J. A. Aid end, A-lg. Adv.-Dureau,
Rotterdam. Mej. Blansjaar, Blom,
Alphen. P. Broer, Duivenkiredht. A.
Dorsman, Noordwij!k-BdnruenComm. 3e
C., 1 B., 4e Reg. Inf., Distributiekant.
Suiker, Amsterdam. A. D. Eldman,
Gezcxndbeidsoord, Henkum. Mej. G.
Mamjs», Amsterdam. Snijders, Wilder-
oord. T. Oodtflander, Rotterdam. J.
M. v. d. Star, Leiden. v. Tol, Lisse.
Mevr. Veldihfuijzen v. Zanten, Lisse. J.
Walles, Puumerend. Meg. P. Wij;k,
Nd euwer-Amstel.
Binnenland Briefkaarten.
A. v. d. Berg, Apdldloorn. v. d. Bisoh,
Oldenzaal. L. Coert, le Div. Veldleger.
B. v. Deene, Amsterdam. J. v. Fes-
sem, Druten. Dames N. E. C. Gielen,
Scheveningen. Mej. N. Harten, Rotter
dam. Fraul. A. Jansee, Den Haag.
Mevr. M. Janssen, Leiden. W. Jansen,
Rotterdam. P. de Jong, Sandpoort.
R. Muller, C. Rijlhinter, Waalsdorp.
J. Sc h reu der, Amsterdam. L. Schwartz,
D. 'Verboort, Leiden. Mej. J. v. d.
Walle, Vlissdngen. Dertien stuks zon
der adres.
Buitenland Briefkaarten.
Madme. M. Eendncskx GodkLio, Boitsfort.
J. Goddio, idem.
NOTA. Aan de afzenders wordt aanbe
volen, hun adres op de stukken te ver-
melden, opdat deze bij onbestelbaarheid
aan ben kunnen worden teruggegeven.
Voorts is het gewenscht alle per post te
verzenden stukken steeds van een volle
dig adres straatnaam en huisnummer
te voorzien.
De dief.
Ik Iaat je üe krant hier, Mona,
zei Lionel RacLsham, toen hij des mor
gens /naar de City ging, er staat
niets in.
Niets? Het scheen Moaia Radsham,
dat de kolommen met louter schrikke
lijke berichten gevuld waren. Men was
werkelijk bang om iets te lezen.
Sedert drie maanden, zjoo lang ze ge
trouwd was, woonde Mona in de stille
voorstad Hornsey, en hel eenzame leven
begon haar angstig te maken. Zij wan
trouwde de leveranciers, de haar on
bekende buren, het dienstmeisje, de
wereld was immers zoo slecht!
Zuchtend dronk ze haar thee en las
onder tusschen het volgende:
„Talrijke diefstallen van geldtaschjes
zijn in den laatsten tijd bij dames ge
pleegd, die in de edectrische 'tram zaten.
;öe po li tie ^neent een spoor ontdekt te
hebben. De dief moet in Hornsey
wonen."
Hornsey! Maar dat was vreeselijk!
Mona keek nadenkend -door het venster
op de straat. Misschien herbergde een
der mooie villa's den misdadiger. Mis
schien was het de zonderlinge man
naast hen, die geen geregelde uren had
om zaken te doen. Gisteren stond er
een politieagent volle vijf minuten te
genover het huis bij de lantaarn..
Dezeni avond kwam Lionel niet op
tijd thuis. Weliswaar slechls tien minu
ten later, maar het was voldoende om
Mona kobrtsachtig opgewonden te ma
ken.
O, Lionel, wat is er gebeurd?
De electrische geleiding verstoord.
Toch niet bang gemaakt, hoop ik?
Hij kuste haar.
—Het eten klaar? O ja, ik ruik het.
Ik loop vlug naar boven om mij te
wasschen.
Mona nam de achteloos op een stoel
geworpen overjas en hing ze op. Daar
bij viel er iets met kletterend geluid op
den grond. Het was een damestaschje,
wel wat versleten, maar goed gespekt
met muntstukken..
Ontzet staarde de jonge vrouw op het
voorwerp.
Op dit oogenblik werd de keukendeur
geopend en de keukenmeid verscheen
met het eten. In haar verwarring liet
Mona de beurs vlug in haar zak glijden.
Lionel verwonderde zich aan tafel
over de ongewone stilzwijgendheid zij
neer vrouw en deze klaagde toen over
hoofdpijn. Na het eten stond hij er. op,
dat zij op de canapé ging liggen en zich
vochtige doeken om het hoofd bet wik
kelen. Alle vijf minuten vroeg hij of het
beter wepd'.
Zij Sloeg hem in het geheim gade en
hield schijnbaar de oogen stijf dichU
Drommels zei hij plotseling
en kwam met een ruk van zijn stoel.
Zonder iets te zeggen, ging hij de ka
men- uit. Een paar minuten hoorde ze
hem in de vestibule heen en weer loo-
pen. Toen hij weer binnenkwam, lag er
op zijn gelaat een uitdrukking van ver
legenheid en ontsteltenis. Verstrooid
vroeg hij naar haar hoofdpijn en ging
in een hoek van de canapé zilten.
Mona zei hij plotseling is ons
dienstmeisje eigenlijk wel eerlijk?
Dat zou ik denken. Je mist immers
niets?
Neen, ten minste niet iets van be-
teekenis. Ik dacht, dat ik wat geld in
den zak van mijn overjas had. Deze zij
zakken zijn zoo onpractisch, maar in
seinen heb ik er z/euls heelemaal niets
in gedaan. Het was niet veel niet de
moed te waard.
Bij deze woorden nain hij een tijd
schrift op.
Wds er (nog twijfel aan zijn schuld
mogelijk? Hij hield het tijdschrift ver-
keieud voor zich, maai- las toch.
Mona Radsham sliep dien nacht
slecht. Den volgenden morgen scheen
Lionel aan niets bijzonders te denken
en plaagde haar, omdat zij er zoo slecht
uitzag.
Je hoofd is zekieir -nog niet geheel
weer in orde, Mona.
Ze knikte even toestemmend. Het le
ven was voor haar immers toch ver
woest
- Toen de postbode klopte, kreeg ze he
vige hartklopping,.' Hoelang zou het
nog duren eer de poii.lle kwam? Zou
Lionel in huis gearresteerd worden of
op straat, of in de tram? Mogelijk had
ze hem moeten waarschuwen. De beurs
had ze zorgvuldig verborgen, waar de
politie met zou zoeken. Maar waar wa
ren 'al' de andere beurzen, waarvan cte
couranten spraken? Wierp hij ze onder
het loepen weg?
Om wat afleuding te hebben bezocht
ze verscheidene winkels. De keuken
meid wachtte haar thuis met het be
richt, dat er in haar afwezigheid een
vreieunde heer was geweest.
Wat wilde hij?
Hij vroeg naar mijnheer en was erg
verschrikt, toen hij hoorde, dat meneer
niet thuis was. Ik vroeg hem of ik een
boodschap zou Jo\Jefrbrengen, Jen Toen
zei hij, dat hij wegens een geldbeurs
kwanr...
Maar wat scheelt u mevrouw?
Niets, Kaatje, niels ik heb zeker
wat te hard geloopen. Wegens een geld
beurs?1 f
Ja mevrouw, ik dacht, dat hij ze
verkoopen wilde, maar daarvoor zag, hij
er ook eigenlijk te fijn uit. O, het maakt
niets uit, zei hij', en je behoeft mevrouw
Radöham niets van mijn bezoek te zeg
gen.
Mona's tanden klapperden op elkaar.
Dat zei hij, Kaatje?
Precies deaedfile woorden, me
vrouw, en toen merkte ik dadelijk, dat
hij niets goeds in den zim had. Dunkt
u ook niet?
Ja, natuurlijk Kaatje. Als hij terug
komt, moet je mij dadelijk roepen.
Dus had de politie den schuldige ge
vonden. Nu zou het Lionel wel niet mo
gelijk zijn, nog thuis te komen. Als ze
hem maar niet in een vochtige cel op
sloten).'] Hij (werd zoo licht verkouden.
Maar hij. kwam thuis stipt op de mi-
nuuti En hij gedroeg zich precies als
altijd.
Terwijl hij boven de handen waschte,
sloop Mona zacht naar de' vestibule. Al
les was stil in huis. De zak was ledig.
Ze tastte in een anderen. Nu voelde ze
iets. Ze haalde het er vlug uit, bekeek
het en stak het rillend weer irv
Dat „iets" was een damestaschje.
Een1 nüeuwe dag brak aan en nog was
Lionel Radsham op vrije voeten.
Als je er vanavond niet beter uit
ziet, Mona, zei hij bij het weggaan
dan moet ik werkelijk den dokter halen.
Bet$rl Was het leven nog wel te dra
gen?
Mona besloot een bazar te bezoeken
en daar thee te drinken. Toen ze een
plaats zocht, hoorde ze een stem achter
zich en zag, Diilcie Courtnay.
Dulcie was Lionels liefste nicht. Mo
na mocht haar minder graag. Het ge
rucht ging, dat Lionel vroeger vóór
zijn huwelijk op Dulcie's gezichtje
verliefd was geworden.
Mona kom aan mijn tafeltje. Ja* ik
ben heelemaal alleen hier. Hoe gaal het
je? We hebben elkander in eeuwigheid
niet gezien. Heb je iels besteld? Nog
niet? Dan thee voor Lwee personen en
Fransch gebak, 't Is goed, dat ik je zie,
Mona, ik wilde je morgen bezoeken
maar nu kan ik die moeite sparen. Heef"
Lionel iets verteld?
Waarvan?
Dus niet. Die goeie jongen; hij heeft
dus werkelijk woord gehouden. vVij
wilden het heuscli met voor je verber
gen, maar ik dacht, dat ik het je zelf
moest zeggen en daarom liet ik hem bei-
loven dat hij zou zwijgen> Waar denk
je, dat hij en ik Dinsdagmiddag waren?
Dat kan ik niet raden.
In den schouwburg. Mijn broer
Richard had twee kaarten voor de na-
middagvoorstellingi. Hij en ik wilden er
samen naar toe». Maar des voormiddags
kreeg hij hevige aanvallen van pijn, je
weet wiel, zijn o-ude leverkwaal. Ik wilde
niet gaarne de voorstelling missen en
het was tóen ook jammer, dat het an
dere kaartje niet gebruikt werd. Dus te-
lofoneerde ik Lionel en hij vergezelde
me. Jij hebt er toch nieils tegen in te
brengen, Mona?
Niet het geringste.
Dat wist ik wel Wij amuseerden
ons uitstekend. De voorstelling was
voortreffelijk maar het werd later
dan wij gedacht hadden. Lionel stopte
mij in een rijtuig, en toen ging het ver
schrikkelijk met mij; stel je yoor: ik
had geen geld. Toen ik de hand in den
zak stak (om den' 'kojetsier te betalen,
was mijn beurs weg.
Een koude rilling*liep Mona over de
leden]. Lionel had dus de beurs van zijn
nicht ontvreemd. -
O, kijk maar niet zoo verschrikt
Ze was niet gestolen. Ik gaf ze des mid
dags aan Lionel, opdat ik er niet aan
zou behoieven te denken, en in de haast
ging hij naar huis en hield ze in den
zak. Ik zond den koetsier naar ons huia
om zijn geld te halen: het was zeer on
aangenaam voor mij. Gisteren was ik
nog van streek van die onaangenaam
heden, daarom zond ik Richard naaf?
jullui, om te zien, of hij mijn beurs kon:
krijgen, maar... wat scheelt je?
Och, ik heb mij aan de heete the*
gebrand.
Vanmorgen' [kreeg ik van Lionel
een brleJ en een pakje». In den brief
stond dat hij de beurs op den terug
weg bij ongeluk verloren moet hebben.'
Nu er was niet veel in. Maar het pakje
-bevatte |le mooiste geldbeurs, die )ik
ooit ge<zien heb. Hij is gisteren nog naar
de Regentstraat geweest om die voor
mij te koopen.
Bijna had Mona een luiden' gil ge
slaakt. De „mooie" geldbeurs was de
zelfde, diie ze in Lionel's zak had ge
vonden.
Eer haar echtgenoot thuis kwam, ver
brandde Mona een zekere beurs, nadat
ze vooraf, om haar geweten gerust te
$t(efllen4 dien geheelen (inhoud in een
busje voor de armen had gestoken.
Toen ging ze Lionel met een vroolijtó
gezicht tegemoet.
Mona, gevoel je je beter?
Ja, mijn hoofdpijn, is over. Het
moet van het weer zijn gekomen. Is er
wat nieuws?
Nietsl Of ja, toch! Do (lief is gear
resteerd, je hebt er wel van gelezen,
DE ONTEVREDENE.
J av 08111301110 legen tie
Er was een® een man, die steenen hokte
uit een rote. Zwaar en langdurig was zijn
anbeid, zeer gering zijn loon en» hij zuchtte
zwaar en ap zeikeren dag riep hij uit:
O. waarom ben ik ndet rijk genoeg
om neer te kunnen liggen en te rusten op
een (bfdeh-baleh (rustbed) met klemhoe
(gordijnen voor de muskieten).
En er daalde een engel uit den hemel,
die tot hem e»A:
„Uw wenfich worde vervol Ld 1"
En h.tj, werd rijk en hij rusüte op een
baldh-baleh en zijin Klamboe was van roode
zijidie.
Daar kwam op zekeren dag die koning
van het land aangereden met ruiiters voor
zijn wagen e-n ruiters er achter en den
goudien pajong (zonneschern) boven zijn
hoofd
En de rijke man voelde zich bedroefd,
tloien hij dit zag en hij «uchtte en rie.p uLt:
Ach, kon ik koning zijn!
En de engel, die ui!t den hemel daalde,
zeide tot hem:
Uw wenselh zij vervuld!
Hij werd koning en hij reed uit met
ruitens voor zijn wagen en ruiters er ach
ter en een gouden pajong1 boven zijn hoofd.
En de taan kwam op en wierp haar bran
dende stralen op de aarde, zoodatJ gras en
bloemen verdorden.
En de Tinning zuchtte bij; die hitte en
zei, dat hij die zon wilde zijn.
En de engel, die van den hemel daalde,
zei tot hem:
Uw wensdh wordt vervuld!
En hij werdi in. een zon veranderd eoi
wierp zijn stralen naar all£ kanten op de
aarde, schitterde op de grasvelden en op
het, gelaat der vorsten.
En daar vormde zich een dichte wolk in
het luchtruim en het licht der zon werd er
door verduisterd.
En hij werd boos, toen hij zag, dat zijn
macht gefnuikt werd en hij riep uit, dat
hij in een wolk weruschte veranderd te
worden.
En de engel daalde weer van den hemel
en zeide:
Uw weoiöch worde» vervuld!
Hij Werd een wolk. Hij plaatste zich tus
schen de zon en de aardie en het gra® werd
weer groen.
En de wolik scheurde en liet stroomen
water lo® en de daten werden overstroomd
en de stortvloed vernielde den oogst en
het v»ee verdronk. Alleen een rots bleef
onwrikbaar staan en het water had er
geen invdoed op.
En de wolk riep uit:
Die roite is machtiger dan ik'. Ik
wenselh (lie rots te zijn.
Hij werd in een rotg veranderd en de
kracht van de zon en het geweld van den
regen stemden er machteloos tegenover.
Doch zi'e, daar kwam een werkman, die
met een geweldigen hamier op dis rote
begon te slaan en er grootte stukken van
los maakte.
En de rots riep uit:
Die werkman is machtiger dan ik. Ik
wensdh die werkman te zijn....
Z u i d e rze e- demp i n g.
Het volgende^ gesprek fantaseert de
„Visscher -Courant":
Teun van Marken: „Zeg, Klaas, weert!
je het nieuwste plan om de Zuiderzee te
dempen?"
Klaas van Urk: „Nog niets vam ge
hoord."
Teun: „D'r komt 'n maximumprijs van."
Klaas: „Waarvan?"
Teun: „Viaoi 't water."
Klaas:
Teun: „Zeker! Als ze ergens een maxi
mumprijs op maken, ils 'tain conig weg.
Nu zullen ze dateelfde dfoon met 'G ZuMer-
zeewater, dan hoeven, ze 't niet weg te
malen, en dan is de zee ineons droog."
Klaas: „Prachtig, 'k Ga visschen, jong."